De veel te stijve, gecultiveerde tulpen zijn niet mijn ding en als ik dan in een bergweide de tere, betoverende wilde tulpen tegen kom, dan denk ik 'wat hebben we veel moeite gedaan om van zo iets moois, iets lelijks te maken.
Bergtocht Chianale - colle del Rastel - Chianale
Chianale, het eerste dorp op Italiaans grondgebied na de Col Agnel, onze verblijf- en startplaats voor 7 dagen wandelen in de bergen. De eerste dag willen we meestal rustig beginnen, maar wat is rustig beginnen in een berglandschap met drieduizenders.
We dalen vanuit Chianale rustig af aan de rand van het hellingbos richting Maddalena. Een mooie afwisselende plantengroei nu in Juni, zonder meer de mooiste tijd om de bergweilanden te bewonderen. Geel van de Grote ratelaar, beginnend blauw van de Bergkorenbloem,.... en dan verder langs de bosrand een andere biotoop en dus ook andere stevige vaste planten, zoals Akeleiruit, Alpenakelei, Martagonlelie en zelfs de zeldzame Oranjelelie, planten die ook in een klassieke sierborder mooi zouden staan.
We kunnen nu, op dit licht dalend pad, rustig natuur en planten bewonderen, maar net voor Maddalena moeten we rechts op richting col en dan is het klimmen geblazen en daar komen we natuurlijk ook voor. Met je lichaam in het landschap, op het ritme van de natuur. We komen nu ook alleen nog maar geiten en hun herder tegen. Het is een mooie beklimming, steile stukken worden goed afgewisseld met vlakkere gedeelten, open zonnige stukken met schaduwrijke hellingbossen. De bergbeken staan nu natuurlijk goed gevuld met water, mooi om te zien, maar moeilijker om er over te geraken. Maar het lukt net allemaal en dat maakt het extra interessant.
Col de Rastel 2372 meter
We volgen hier ook het GR-pad, dat ook over de col de Rastel moet gaan, alleen is er blijkbaar nog een ander GR die naar de Colle del Lupo gaat en mede door de slechte bewegwijzering zijn we even het verkeerde pad aan het volgen. Ik ga terug om de splitsing te zoeken, maar die is niet te vinden, geen aanduiding en de vele padsporen vooral van koeien en geiten maken het moeilijk om de klim naar colle del Rastel te vinden. Uiteindelijk kan de herder himself ons op het goede spoor zetten. Ons inspanningen worden niet alleen beloond met een indrukwekken wit uitzicht maar ook met enkele kleine genoegens voor een herborist. Net voor de col een eerste kennismaking in levende lijve met de Wilde tulp en de Gele gagea. Op de kam zelf kijken we terug op het massief van Col Agnel met de Tête des Toillies en Le Pain de Sucre. Voor onze voeten is het een wat bevreemdende mengeling van klassieke lage rotsplantjes zoals nu, geel bloeiende ganzerik maar ook met stikstofrijke begroeiing van Brave Hendrik en zelfs van Brandnetel. Op deze hoogte is dat de eerste keer dat ik brandnetel vind, waarschijnlijk komen de wildste koeien hier af en toe ook eens van het uitzicht genieten en... hun behoeftes doen.
De zin van bergwandelen
Filosofische overdenkingen willen nogal eens opborrelen zo boven op een col. Waarom willen wij dit soort inspanningen leveren? Waarom genieten we van dit soort 'zinloze' ondernemingen? Een col is een mooi doel, een eindpunt met eindeloos uitzicht en andere mogelijkheden, de afdaling. Is dat inzicht?
Dus dalen, een totaal andere, een tegengestelde beweging. Afwisseling, ook dat verlangt de menselijke geest en het menselijk lichaam. Afdalen is ook je lichaam laten denken. Je overgeven aan de wijsheid van je beenspieren. Daar gaan we dan, deze keer rustig, een afdaling niet direct naar beneden maar meegolvend met de bergflanken, bergbeekjes gevuld met sneeuwwater oversteken, af en toe in de vlucht een handvol water scheppen om mond en lippen te bevochtigen. Even-wicht!
Wilde tulpen en vanilleorchis
We wandelen op hoogte met rechts van ons in de diepte de Varaitavallei, de Italiaanse weg naar Col Agnel. Wij kruisen Combal del Brous en Combal del Rastel, en ja, in de schaduw van die beekkloofjes moeten we niet alleen water maar ook nog wel eens een sneeuwveld traverseren. een voorproefje voor wat ons de volgende dagen te wachten staat. Winter en zomer liggen in de bergen dicht bij mekaar. Zo vinden we bij Grange Martinat in een Alpenweiland een heel veldje met wilde tulpen en ook verschillende vanilleorchissen. We snuffelen met onze neus over de grond om de zoete geuren op te snuiven. Eens wat anders dan mensenzweet.
Na dit zoet intermezzo begint de de echte zigzag-afdaling naar Chianale, eerst nog langs een meertje in de open Alpenweilanden en dan duiken we de boomgrens in. Een mooie afdaling onder de bescherming van oude lorkenbomen, de meest opvallende boom hier in de berghellingen. Chianale wordt pas zichtbaar als we helemaal beneden het bos uit komen. Nog ongeveer 1000 meter op een breed grindpad, langs de overvloedige bloeiende weilanden, de oude hoofdstraat van Chianale door en dan zijn we weer bij ons gezellig verblijf Laghi Blu en onze sympathieke gastvrouw Cristina.