vrijdag, februari 16, 2024

Over brunel, een monografie

Wonderlijk, hoe planten die niet tot mijn tophonderd van geneeskruiden behoren, op mijn oude dag plots dringen om er bij te horen. Oude glorie wordt opnieuw ontdekt, boeiend maar ook belastend. Over Brunel dan maar. Een monografie.


Prunella vulgaris / Brunel 

Bestanddelen / Inhoudsstoffen:
  • Bittere bestanddelen (iridoiden);
  • Fenolzuren (rozemarijnzuur, cafeïnezuur en derivaten);
  • Triterpenen (arjunolzuur, ursolzuur en oleanolzuur);
  • Flavonoïden (flavonolen, anthocyanen);
  • Polysachariden (prunellin);
  • Vitaminen B1, C en K.
  • Smaak : Bitter
  • Scherp
  • Slijmachtig

Dodoens over brunel

Bruynelle in water oft wijn ghesoden ende ghedroncken heylt ende gheneest alle inwendighe ende uutwendighe wonden ghelijck Senegroen.
Bruynelle gheneest oock die sweeringhen des monts/ ende es seer sonderlinghe tseghen die sieckte der tonghen diemen den bruynen noempt/ dat es als die tonge onsteeckt/ swert wordt ende seer dick swilt/ alsmen die selve in water siedt ende die mont daer mede dicwils spoelt/ naer voortgaende die generale remedien. Bruynelle met olie van Roosen ende azijn vermenght gheneest ende versuet die pijne in thooft opt voorhooft gheleyt.

Geneeskrachtig gebruik van Brunel

De Engelsen noemen het ‘self-heal’ of ‘all-heal’, dat wil zeggen dat wat geneest, verwijzend naar zijn vermogen om de ontsteking van een wond te kalmeren en een desinfecterend en samentrekkend middel te bieden, waardoor beschadigd weefsel sneller geneest. Dus te gebruiken bij kleine snij- en schaafwondjes , schrammen en huiduitslag; wel minder effectief dan duizendblad om bloedingen te stoppen, of smeerwortel om een ​​oppervlakkige wond te sluiten. Gebruik een geconcentreerde infusie of verdunde tinctuur, aangebracht als kompres of een bladkompres (kauw en breng het op de wond aan, herhaal wanneer het blad niet meer vochtig is).

Antiviraal en antibacterieel:
Talrijke in vitro onderzoeken tonen aan dat brunel effectief is tegen herpes simplex-virussen type 1 en 2 (10) , tegen het HIV-virus (5) en tegen het influenzavirus (4). Het is moeilijk om deze onderzoeken te extrapoleren naar in vivo toepassingen. Brunel werd al snel geclassificeerd als een krachtig antiviraal middel, wat waar is als er direct contact is tussen het preparaat en het getroffen gebied ( bijvoorbeeld het aanbrengen van een verdunde tinctuur op orale herpes of een infuus (thee) voor virale gastro-enteritis.
Brunel activeert op significante wijze de cellulaire immuniteit in een model van tuberculose geïnduceerd door een antibiotica-resistente bacterie bij ratten (1). Over het algemeen heeft brunel, net als andere planten die rijk zijn aan polysachariden, een activerend effect op het immuunsysteem (2) .

Antioxidant:
Dankzij het gehalte aan rozemarijnzuur (het bevat 5%, een hoog gehalte) is brunel een van de krachtigste antioxidanten ter wereld. (ref: Mills & Bone).Te gebruiken bij oxidatieve stress, vooral bij chronische degeneratieve ziekten of auto-immuunziekten, om gezonde cellen te beschermen;

Hypertensie:
Brunel wordt in verschillende tradities gebruikt tegen essentiële hypertensie. Het lijkt op een directe (3) en indirecte manier te werken : als lipbloemige is het enigszins kalmerend voor de zenuwen , waarbij stress een verergerende factor is bij hypertensie;

Keel en mond:
Als mondwater verlicht brunel verschillende ontstekingen van de mond, bijvoorbeeld gingivitis ( ref: Fournier); brunel helpt vanwege zijn adstringerende en desinfecterende werking, over het algemeen kalmeert het de ontstoken slijmvliezen/weefsels in de keel, longen, neus en oren.

Kanker :
Verschillende onderzoeken (6)(7)(8) suggereren een antikankereffect van brunel bij longkanker . Deze onderzoeken zijn uitgevoerd op ratten of in vitro, wat extrapolatie naar mensen moeilijk maakt;

Spijsvertering:
Brunel, ingenomen als infuus, verlicht spijsverteringsproblemen, diarree en daarmee gepaard gaande kleine bloedingen (ref: Fournier).

Hypo-allergeen:
Brunel vermindert de allergische reactie (histaminica) en de ontstekingscascade die bij muizen wordt veroorzaakt (9) . Het kan daarom onderdeel zijn van een anti-allergieprotocol.

Lever :
In de Chinese geneeskunde wordt Prunella “xia ku cao” genoemd. Het vermindert ontstekingen van de lever- en galwegen (lever en galblaas). De plant “voedt” de lever, maar overprikkelt niet, in tegenstelling tot krachtigere bitters zoals gentiaan. Door Oost en West samen te brengen, werkt brownella waarschijnlijk beter op ontstekingen van de galwegen als gevolg van infectie , en niet als gevolg van metabolische of toxiciteitsproblemen (leververvetting, cirrose, enz.). Vaak gecombineerd met chrysantenbloemen voor een extra ontstekingsremmende werking.
Gebruikt voor hepatische migraine (van het type “stijgend levervuur” in de Chinese geneeskunde); gebruikt in formuleringen tegen virale hepatitis in de Chinese geneeskunde.

Nieren:
Beschermt en ‘voedt’ de nieren en verbetert de diurese, niet door de nieren harder te laten werken, maar door ze te helpen weer gezond te gaan functioneren (ref: Wood, LeSassier);
Vooral bij tandproblemen die verband houden met nierproblemen (ref: LeSassier) - in de traditionele Chinese geneeskunde controleren de nieren de botten en tanden.

Andere vermeldingen :
  • Brunel werkt hypoglycemisch (ref: Valnet);
  • Het kalmeert gezwollen lymfeklieren, intern ingenomen voor lymfadenitis , extern voor mastitis (ref: Mills);
  • Net als veel andere Lamiaceae kan het worden gebruikt als een warm of koud infuus voor de behandeling van koorts (zweetdrijvend, helpt het lichaam af te koelen);
  • Cazin vermeldt een geval van aambeien die werden behandeld met brunelblad, die ongeveer dertig dagen als een salade gegeten (ref: Cazin);
  • Als oogbad bij roodheid en ontstekingen van de ogen (Chinese en westerse geneeskunde).

Bereidingen van Brunel

Gebruikte delen:
  • Bovengrondse delen tijdens bloei;
  • Anders bladeren, eventueel plukken;
  • “xia ku cao”: de Chinese geneeskunde maakt gebruik van bloemen die droog en bruin van de plant zijn geplukt, waardoor de hoeveelheid polysachariden (stimulans voor het immuunsysteem) wordt geoptimaliseerd;

Bereidingswijzen / Receptuur
  • Moedertinctuur van de bloeiende bovengrondse delen, of van het blad, vers ( bij voorkeur - 1:2 - 90° alcohol) of droog (1:5 - 50° alcohol);
  • Olieachtig maceraat voor lokale toepassing (of verdunde moedertinctuur);
  • Infusie van de bloeiende bovengrondse delen of het blad;
  • Afkooksel van droog geplukte bloemen van de plant (xia ku cao).
Dosis: Moedertinctuur: 20 tot 60 druppels, afhankelijk van de toepassing (ref:Caldecott);
Infusie: 40 g per liter, 3 of 4 kopjes per dag (ref: Valnet);
Bloemen droog geplukt van de plant (xia ku cao): 10 g tot 15 g (ref: Xu Li).

Referenties / Literatuur
(1) Lu J, Ye S, Qin R, Deng Y, Li CP. Effect of Chinese herbal medicine extracts on cell-mediated immunity in a rat model of tuberculosis induced by multiple drug-resistant bacilli. Mol Med Rep. 2013 Jul;8(1):227-32.
(2) Fang X, Chang RC, Yuen WH, Zee SY. Immune modulatory effects of Prunella vulgaris L. Int J Mol Med. 2005 Mar;15(3):491-6.
(3) Hwang SM, Kim JS, Lee YJ, Yoon JJ, Lee SM, Kang DG, Lee HS. Anti-diabetic atherosclerosis effect of Prunella vulgaris in db/db mice with type 2 diabetes. Am J Chin Med. 2012;40(5):937-51.
(4) Tian L, Wang Z, Wu H, Wang S, Wang Y, Wang Y, Xu J, Wang L, Qi F, Fang M, Yu D, Fang X. Evaluation of the anti-neuraminidase activity of the traditional Chinese medicines and determination of the anti-influenza A virus effects of the neuraminidase inhibitory TCMs in vitro and in vivo. J Ethnopharmacol. 2011 Sep 1;137(1):534-42.
(5) Feng L, Wang L, Ma YY, Li M, Zhao GQ. A potential in vitro and in vivo anti-HIV drug screening system for Chinese herbal medicines. Phytother Res. 2012 Jun;26(6):899-907.
(6) Feng, L.; Jia, X.B.; Shi, F.; Chen, Y. Identification of two polysaccharides from Prunella vulgaris L. and evaluation on their anti-Lung adenocarcinoma activity. Molecules 2010, 15, 5093-5103.
(7) Choi, J.H.; Han, E.H.; Hwang, Y.P.; Choi, J.M.; Choi, C.Y.; Chung, Y.C.; Seo, J.K.; Jeong, H.G. Suppression of PMA-induced tumor cell invasion and metastasis by aqueous extract isolated from Prunella vulgaris via the inhibition of NF-kB-dependent MMP-9 expression. Food Chem. Toxicol. 2010, 48, 564-571.
(8) Feng L, Jia X, Zhu M, Chen Y, Shi F. Chemoprevention by Prunella vulgaris L. extract of non-small cell lung cancer via promoting apoptosis and regulating the cell cycle. Asian Pac J Cancer Prev. 2010;11(5):1355-8.
(9) Kim SY, Kim SH, Shin HY, Lim JP, Chae BS, Park JS, Hong SG, Kim MS, Jo DG, Park WH, Shin TY. Effects of Prunella vulgaris on mast cell-mediated allergic reaction and inflammatory cytokine production. Exp Biol Med (Maywood). 2007 Jul;232(7):921-6.
(10) Nolkemper S, Reichling J, Stintzing FC, Carle R, Schnitzler P. Antiviral effect of aqueous extracts from species of the Lamiaceae family against Herpes simplex virus type 1 and type 2 in vitro. Planta Med. 2006 Dec;72(15):1378-82.

Algemene literatuur

Bijvoet, een plant met een verleden


Wie kent hem nog, onze Bijvoet? Armzalig en vergeten, groeit hij langs wegen en op braakliggende terreinen tussen hondenstront, plastic afval en vettige frietzakken. Deze zwerver onder de planten, met de naam van een godin, had ooit een grootse, eerbiedwaardige reputatie als magisch middel tegen zwarte ziekten zoals hysterie en epilepsie. Hoe is hij zo laag kunnen vallen? Een geschiedenis.

Bijvoet, Dioskorides en Plinius
Artemisia, werd in de nobele Oudheid al vernoemd bij de oervader van de kruidengeneeskunde Pedanios Dioskorides en dan in de eerste plaats als gynaecologisch middel. Ook Plinius bericht in zijn „Historia naturalis" dat de Artemisia in het bijzonder vrouwenziekten geneest en dat de naam mogelijk van koningin Artemisia, de gemalin van koning Mausolus van Karië, afkomstig is. Toch, zegt Plinius verder, vele leiden den naam af van Artemis Eileithyia, in de Grieksche mythologie de godin der geboorten, die door de in barensnood verkerende vrouwen werd aangeroepen.

Van dezelfden Plinius stamt het aloude volksgeloof, dat bij mensen, die de plant aan de voeten bonden of in hun schoenen droegen, dus bij-de-voet, onvermoeibaar zouden worden. Dit gebruik vinden we nu nog steeds terug. Al zullen blaadjes bijvoet in je schoen eerder blaren veroorzaken, lijkt mij. Volgens vele etymologen is de naam bijvoet een verbastering van het Duitsche Beifusz uit het middel-Hoogduitsche Biboz, dat verwant is met Anaboz, Ambosy of aanbeeld en af te leiden is uit een oud-Germaans werkwoord bautan, is stooten, dat wat als kruiderij bij de spijzen gestampt wordt. Kun je nog volgen?

In de vroegere geneeskunde werd bijvoet dus bijna uitsluitend als gynaecologisch middel gebruikt. Zo zegt onze Rembert Dodoens „Medicyn van der stadt van Mechelen" in zijn kruidenboek (1554): Arthemisia in water ghesoden (getrokken) es seer goet den vrouwen / om daer over oft in te sittene in een bat oft sweet-cuype / want in dier manierden ghebruyckt / zoo doetet den vrouwen huer natuerlycke cranckheyt weder comen / ende drijft af die secundine ende die doode vruchten.

Bijgeloof, geloof en verhalen, wat is hun waarde?
Vroeger speelde de bijvoet een belangrijke rol in het volksgeloof. In verschillende oude kruidenboeken vindt men dan ook allerlei sterke verhalen, die voor een groot gedeelte reeds bij Plinius werden beschreven. Bijvoet behoorde tot die planten, die vooral op St. Jansdag, 24 Juni geplukt moest worden, omdat zij dan bovennatuurlijke toverkrachten en buitengewone geneeskrachten bezaten. Boeketten van op Sint Jansdag verzamelde bijvoet en andere kruiden, de zogenaamde kruidwissen, werden vroeger veel in de huizen en in de stallen opgehangen ter beveiliging en tegen betovering.

Wanneer men op St. Jansdag 's middags klokslag 12 uur een bijvoetplant uitgraaft, zal men dikwijls onder den wortel „een brandende kool" vinden; die helaas verdwijnt na de 12de klokslag. Wanneer je de kool snel, onder het grootste stilzwijgen, wegneemt, kan die vele ziekten genezen. In het bijzonder werden de vierdaagsche koorts en ‘de zware nood’ of epilepsie genoemd, dus ziekten, die volgens het volksgeloof met toverij verband hielden.

Zeer geheimzinnig klinkt ook het verhaal van Reinsberg Dürinsfeld uit Bohemen die in de „Festkalender 1861" over bijvoet vermeldt: Gaat men op Goeden Vrijdag onder diep stilzwijgen, en „achteruit loopend" naar een plaats toe, waar een bijvoetplant staat, dan zal men onder den uitgegraven wortel dikwijls een zwart wormpje vinden, dat men in een flesje moet doen en zorgvuldig moet bewaren. Nu mag de bezitter negen dagen lang niet bidden noch zich wassen; ook moet hij iedere dag bij het middagmaal een stuk brood onder tafel werpen, anders wordt het wormpje boos en is alle moeite tevergeefs. Is alles behoorlijk geschied, dan begint het wormpje te spreken en door zijn bemiddeling verkrijgt de gelukkige bezitter dan alles wat hij verlangt. De enige voorwaarde daarbij is, dat je het geld, dat je dagelijks ontvangt helemaal moet opmaken.

Volgens een sage kon vroeger een ieder, met behulp van bijvoetstengels zien, wanneer hij sterven moest. Om dat te weten, stak een man een aantal bijvoetstengels rondom in de aarde. Dat zag de Schepper en zeide: „Die kring van stengels zal niet lang blijven staan." Toen antwoordde de man: „Dat weet ik, maar zoolang ik leef, zullen die stengels rechtop blijven staan." Toen vroeg God wederom: „Hoe lang is dat dan?" En de man zeide: „Over drie dagen ben ik dood, en zoo lang kunnen de stengels zich nog houden, daarna zullen zij omvallen." Dit drieste antwoord ergerde God en hij sprak: „Van stonde af aan, zal geen mensch meer weten, hoe lang hij leeft."

Wat is de betekenis van die vreemde verhalen? Moeten we ze voor waarheid aannemen? Hebben ze een symbolische of geheime betekenis? Was het een manier om de gebruikswaarde van de plant makkelijker te onthouden? Of waren de mensen toen gewoon dom?

Verwarrende en andere volksnamen
De oude volksnamen voor Bijvoet zoals Sint Jansbloem en St. Janskruid zowel als het Duitsche Johanniskraut en Sonnenwendgürtel, houden natuurlijk verband met de betrekking, die er bestaat tussen de plant en Sint Jansdag, maar deze namen veroorzaken ook nu nog steeds verwarring met het echte Sint-janskruid, Hypericum perforatum.

Het Oud-Duitsche Flêgenkrat, Flaienkraut, doelt op het gebruik van de plant om vliegen te vangen. Het verhaal: Op een bosje bijvoetkruid, dat in de kamer wordt opgehangen, zetten zich 's avonds grote hoeveelheden vliegen neer. Trek je daar snel een zak overheen, dan zijn de vliegen gevangen en kunnen gemakkelijk gedood worden.

In het Engelse mugwort is volgens Prior, "On the popular names of British plants" 1879, het eerste gedeelte "mug" een verbastering van het oud-Engelsche mough, mot, wat dan weer verwijst naar de mottenverdrijvende werking van bijvoet. Reeds Dioscorides schreef in zijn Materia medica,uit de1ste eeuw na Christus, dat een Artemisiasoort, waarschijnlijk Artemisia absinthium, in de kast opgehangen, de kleding tegen motten beschermde.

Bijvoet tegen epilepsie
In de 19de en 20ste eeuw werd, vooral de wortel van Bijvoet nog steeds in de officiële geneeskunde gebruikt. In de tweede uitgave van de Nederlandse Farmacopee kwam Radix Artemisiae voor de laatste maal voor. Toen gold hij als een specifiek middel tegen epilepsie, vooral voor lichte gevallen, wanneer de toevallen in de puberteitsjaren en dan nog alleen overdag voorkwamen. Zo leest men in het Repertorium voor Geneeskundige Praktijk van Dr. Kerbert (1863): Radix Artemisiae is uitstekend tegen epilepsie, vooral epilepsie diurna der kinderen en bij andere chronische zenuwstoornissen.

Bijvoet blijft, ondanks alles, nog steeds welig langs wegranden groeien, zal hij nog ooit zijn reputatie uit het verleden terug krijgen of blijft hij voor altijd vergeten?

Vogelmuur, onkruid of superfood?

Vogelmuur is met paarse dovenetel, kleine veldkers en straatgras een echte pioniersoort op ruderale terreinen. In een zachte winter groeit vogelmuur gewoon door en kan aan het eind van de winter grote lichtgroene plakkaten vormen van kleine frisse blaadjes en dunne stengels. Goed voor de grond en goed voor mens en dier, want eetbaar en geneeskrachtig. In het voorjaar is het een van de eerste smakelijke planten waar we van kunnen genieten. Door hun milde smaak en delicate bladeren zijn ze een goed ingrediënt in talloze gerechten. Tegelijkertijd is vogelmuur een echte krachtpatser voor onze gezondheid dankzij het gehalte aan inhoudsstoffen!

Vogelmuur ( Stellaria media ) behoort tot de anjerfamilie ( Caryophyllaceae ). Hij komt vooral voor in Europa, Azië en Noord-Amerika langs bermen, in velden, in bossen en tuinen. Hij geeft de voorkeur aan voedselrijke grond en behoort tot de zogenaamde stikstofplanten.
De geslachtsnaam Stellaria (Latijn voor asterisk, ster ) is afgeleid van de vorm van de witte bloemblaadjes. 
Vogelmuur wordt ook beschouwd als een weerindicator, de bloemen gaan pas 's morgens open als er die dag mooi weer wordt verwacht [2].

De buitengewone vitaliteit van deze plant komt ook tot uiting in zijn agressieve, zeg maar assertieve groei, hij wortelt overal waar de stengelknopen de grond raken. Tuinders beschouwen het daarom als een bijzonder hardnekkig onkruid dat bovendien resistent is tegen veel herbicide. Hoewel hij de neiging heeft de gezaaide gewassen te overgroeien, kan hij vanwege zijn korte wortels ook gemakkelijk worden uitgetrokken. Maar ook in de tuin kan het nuttig zijn omdat het de grond vochtig houdt, wat vooral bonen en tomaten waarderen.

Effecten van vogelmuur
Vóór de middeleeuwen werd vogelmuur niet als medicinale plant gebruikt. In de Middeleeuwen werden ze vooral gebruikt voor huidziekten en om wonden te behandelen. Tegenwoordig wordt dit kruid onderzocht op de volgende mogelijke toepassingen (zie literatuur):
  • ontstekingsremmend
  • anti-oxidant
  • antimicrobieel
  • wondgenezend
  • verlaagt de bloedsuikerspiegel en het teveel aan bloedvetten
  • stimulerend op de stofwisseling
  • lever beschermend
  • vermindert angst
In de volksgeneeskunde worden de bladeren van vogelmuur gebruikt voor allerlei soorten ontstekingen, tegen reuma, virale en bacteriële infecties, bij de behandeling van luchtwegaandoeningen en uitwendig om jeuk te behandelen en als verkoelend kompres. Het wordt ook traditioneel gebruikt voor ziekten van de nieren, lever, hart en longen, evenals voor neurologische indicaties.  Vogelmuur! Het lijkt wel een wonderplant.

Wat zit er in vogelmuur? Inhoudsstoffen.
  • Saponinen / zeepstoffen
  • slijmstoffen
  • Anthrachinonen
  • Flavonoïden (bijvoorbeeld rutine) en carotenoïden
  • Fytosterolen
  • Vitaminen: A, B 1 , B 2 , B 3 , C en E
  • talrijke mineralen zoals calcium, kalium, silica, magnesium, ijzer en zink
  • talrijke aminozuren [4]
Medicinaal gebruik van vogelmuur
Therapeutisch wordt gebruik gemaakt van het vogelmuurkruid ( Stellariae mediae herba ) of de bladeren ( Stellariae mediae folia) .

Vogelmuur als thee of nog beter als smoothie
Voor inwendig gebruik kan een thee worden bereid: giet 250 ml kokend water over 2 theelepels vogelmuur en laat dit 10 minuten trekken. Een kopje hiervan kan meerdere keren per dag worden gedronken.
De thee kan vooral ook uitwendig gebruikt worden voor kompressen. Bij huidproblemen zoals geïrriteerde en ontstoken huid, jeuk of insectenbeten wordt vogelmuur vaak gecombineerd met gelijke delen smalle weegbree. 

Recept voor zalf voor vogelmuur
Het gebruik van een zalf met vogelmuur kan geschikt zijn als begeleidende behandeling bij huidproblemen zoals psoriasis, eczeem, puistjes en jeuk.

Ingrediënten
  • 1 handvol verse vogelmuur
  • 250 ml olijf- of amandelolie
  • 20 gram bijenwaskorrels
  • 50 g sheaboter of cacaoboter
Was de vogelmuur, dep hem droog, snij hem in kleine stukjes, doe hem in een afsluitbare bokaal en giet de olie erover. Sluit de container en laat deze 1-2 weken in het donker bij kamertemperatuur staan, waarbij u dagelijks schudt. Zeef vervolgens de olie en giet deze in een glas. Verhit het potje olie in een pan met water. Voeg de bijenwaspellets en de shea- of cacaoboter toe en roer tot de was en boter zijn gesmolten. Vul het vervolgens in zalfpotjes.  Als je geen fan bent van zalven, kun je het koude olie-extract ook direct gebruiken. Nog eenvoudiger ook. Ook het gemixt groen kan uitwendig alsa kompres gebruikt worden.

Vogelmuur in de keuken
Vogelmuur kun je uitstekend gebruiken als soepkruid of als malse groente. Ik heb ze leren kennen en waarderen als een uitstekend verteerbare groente die goed verwerkt kan worden in salades, pesto’s, groentemixen of soepen. De smaak is mild en doet denken aan jonge spinazie. Vanwege de mogelijk irriterende saponinen wordt soms aangeraden om er geen grote hoeveelheden van te eten. Maar er is niets mis met een handjevol in een salade, soep of pesto.
Het vers geperste sap van vogelmuur is vanwege de mineralenrijkdom van de plant uitstekend geschikt voor een behandeling (3 maal daags 1 eetlepel gedurende 4-6 weken). Vooral in het voorjaar zijn er ook tal van andere kruiden die prachtig gecombineerd kunnen worden met vogelmuur. 

Mijn recept voor een pesto van vogelmuur
Ingrediënten
  • 2 handjes vogelmuur (fris uitziende, bovengrondse delen)
  • 1 handvol brandnetelblaadjes en jonge, smalle weegbreeblaadjes
  • knoflook naar smaak, peper en zout
  • olijfolie
Hak de kruiden en de look fijn of doe ze direct in een blender. Voeg ca. 100 ml olijfolie toe en breng op smaak met peper en zout. Giet het in gesteriliseerde potjes en doe er een klein laagje olijfolie bovenop.
Als je hygiënisch hebt gewerkt, is de pesto buiten de koelkast, mits donker bewaard, minimaal een half jaar houdbaar. Pas op voor schimmelvorming! Je kunt de pesto verfijnen met Parmezaanse kaas, pijnboompitten of soortgelijke noten, waardoor het een sterker aroma krijgt. Maar let wel, dit verkort de houdbaarheid enigszins!

Recept voor een salade met vogelmuur
Ingrediënten
  • 3 handjes vogelmuur
  • 1 handvol paardenbloembladeren en rucolablaadjes
  • een paar blaadjes hondsdraf of wat dovenetelkruid voor extra aroma
  • een paar paardenbloem- en madeliefjesbloemen voor het oog als eetbare decoratie
Hak de kruiden grof, breng op smaak met appelciderazijn en olijfolie, zout en peper. Strooi de bloemen over de salade. Ik voeg graag feta en een paar cocktailtomaatjes toe aan de salade.
Als je geen regelmatige eter bent van wilde salades, raad ik aan om de hoeveelheid wilde kruiden in de salade langzaam te verhogen. Omdat het gebruik van wilde planten je stofwisseling en spijsvertering op gang kunnen brengen!  

Literatuur
Madaus G. Lehrbuch der biologischen Heilmitte; Abt. 1: Heilpflanzen; Bd. 1. Leipzig: Thieme; 1938. 2609 ff. Im Internet: Lehrbuch der biologischen Heilmittel / von Gerhard Madaus ; Abt. 1: Heilpflanzen; Bd. 1 (tu-braunschweig.de) am 12.02.2024
Oladeji OS, Oyebamiji AK. Stellaria media (L.) Vill.- A plant with immense therapeutic potentials: phytochemistry and pharmacology. Heliyon 6; 2020: e04150  Pharmacological assessments of different parts of S. media authenticated its anti-inflammatory, antioxidant, antimicrobial, anti-obesity, antidiabetic, anxiolytic and antileishmanial activities. The pronounced pharmacological activities of S. media could be linked to the ethnopharmacological beliefs.
Singh R et al. Stellaria media Linn.: A comprehensive review highlights the nutritional, phytochemistry, and pharmacological activities. Journal of Herbmed Pharmacology 2022; 11(3): 330-338  The findings revealed the presence of protein, vitamins, minerals, and secondary metabolites such as flavonoids, phenolic compounds, saponins, alkaloids, pentasaccharides, phlobatannins, and sitosterol. Extract and compounds displayed various pharmacological activities such as anti-inflammatory, anti-fungal, anti-bacterial, anti-obesity, anti-diabetic, anti-oxidant, anti-anxiety, antileishmanial, and anti-hepatitis.

woensdag, februari 14, 2024

Ook akkerkool eetbaar in februari.

De akkerkool is een van de meest voorkomende akkeronkruiden en is al sinds het Neolithicum onze ​​culturele metgezel. Akkerkool vind je vooral in open, voedselrijke gebieden, zoals velden, tuinen en braakliggende gronden.
Het speelde een belangrijke rol in het dieet van onze voorouders,  een gebruik dat helaas in de vergetelheid is geraakt.

Onkruid en arme mensenvoedsel
De gewone akkerkool (Lapsana communis) was in het Neolithicum al een van de meest voorkomende onkruiden op landbouwgronden. Verkoolde overblijfselen akkerkool in neolithische nederzettingen laten zien dat deze toen vaak werd gegeten. Er zijn ook aanwijzingen voor het gebruik ervan als voedselplant uit de Romeinse tijd.
In het oude Rome bestond het gezegde ‘Lapsana vivere’, wat ‘leven op akkerkool’ betekent. Het gezegde had echter een negatieve betekenis omdat het werd gebruikt voor de lagere klasse die op het platteland woonde (plebs Rustica) en niet veel te eten hadden. De akkerkool lijkt een voedsel voor de armen te zijn geweest of een noodvoedsel in tijden van honger. Het oude gebruik ervan als groente is echter grotendeels vergeten. 

Vroeger als voedsel in gebruik
De akkerkool is een winterannuel. Dit betekent dat de zaden in de herfst ontkiemen, als rozet overwinteren om de volgende zomer te bloeien en vervolgens weer af te sterven. Als wilde groente worden alleen de jonge bladeren van de rozet geoogst voordat de bloemscheut zich ontwikkelt. Ze zijn rijk aan mineralen en vitamines. De jonge bladeren zijn het meest geschikt tussen begin februari en eind april. De delicate rozetblaadjes smaken als een salade met een aangename bittere toon, vergelijkbaar met witlof. De jonge bladeren zijn niet alleen een heerlijk ingrediënt in een salade. Ook zijn ze ideaal als groente, in soepen, bij eiergerechten of als spinazie-achtige vulling in dumplings of als topping voor een quiche. Als je niet van de subtiele bitterheid houdt, kun je de bladeren voor gebruik 10 minuten in lauw water leggen.

Alleen de jonge voorjaarsbladeren zijn geschikt voor culinair gebruik, omdat de bitterheid en zuurheid van de bladeren toeneemt naarmate de bloei nadert. Met name de stengelbladeren zijn dan niet meer eetbaar en ook de bladstructuur wordt taai en vezelig.

De bloemknoppen die vanaf juni verschijnen zijn dan weer geschikt voor consumptie, bijvoorbeeld door ze te stoven in boter. De gele straalbloemen zijn ook geschikt als eetbare decoratie. Je kunt ze eraf plukken en eenvoudig over salades en desserts strooien. De lintbloemen moet je 's ochtends  oogsten, omdat 's middags de kleine bloemen sluiten tot de volgende ochtend. [1][2]

Zelden gebruikt als medicinale plant
Je zult tevergeefs naar akkerkool zoeken in farmacopeeën en wetenschappelijke monografieën. Zelfs in de volksgeneeskunde van onze voorouders speelde het geen grote rol. Zowel in de oudheid als in de middeleeuwen zijn er zeer weinig tradities te vinden. In ieder geval werd akkerkool gebruikt door de geplette bladeren extern op ontstoken delen van de huid en op zweren te plaatsen. Er werd ook gezegd dat het een bijzondere werking had op ontstoken borsten tijdens het geven van borstvoeding, daar verwijst ook de Engelse plantennaam ‘nipplewort’ en de Franse naam 'Herbe-aux-mamelles' naar. Deze toepassing werd al genoemd door de Neurenbergse arts Joachim Camerarius (1534–1598). De bladeren werden in reuzel gekookt om een ​​zalf te maken. In de volksgeneeskunde werden ook gebarsten handen, brandwonden en kleine wonden behandeld met akkerkoolzalf. In de volksgeneeskunde werd de licht diuretische plant ook gebruikt voor spoeltherapie bij urineweginfecties. inwendig gebruikt tegen constipatie omdat het een mild laxerend effect zou hebben. Dit wordt ook aangegeven door de officiele naam Lapsana, die uit het Oudgrieks komt en zoiets betekent als ‘leegmaken’. 

Inhoudsstoffen en mogelijk gebruik
De secundaire plantaardige stoffen die tot nu toe in de bladeren zijn ontdekt, zoals flavonoïden, chlorogeenzuur, cichoreizuur en cafeïnezuurderivaten, zouden zowel een antioxiderende werking (radicalenvangers!) als een versterkend effect op het immuunsysteem kunnen hebben. Er zitten ook veel sesquiterpeen-bitterstoffen in akkerkool, die de eetlust stimuleren, de galstroom bevorderen en ons organisme versterken. [3][4]

Literatuur
[1] Beiser R. Wilde kruiden. Stuttgart: Trias; 2017
[2] Beiser R. Onze eetbare wilde planten. Stuttgart: Kosmos; 2022
[3] Fontanel D, Debouzy JC. Sesquiterpeenlactonglycosiden van Lapsana communis L. ssp. Communis. Fytochemie 1999; 51:999-1004. DOI: 10.1016/s0031-9422(98)00718-3
[4] Fontanel D, Galtier C, Viel C et al. Caffeoylkinine- en wijnsteenzuren en flavonoïden van Lapsana communis L. ondersoort communis (Asteraceae). Tijdschrift voor Natuuronderzoek C. 2014; 53:1090-1092. DOI: 1090-1092. 10.1515/znc-1998-11-1224

woensdag, februari 07, 2024

Leverkuur. Voorjaarskuur.

mariadistelvruchten
De lever is het centrale stofwisselings- en ontgiftingsorgaan.  Om deze vitale taken volledig te kunnen uitvoeren, is het zinvol om enerzijds de levercellen te beschermen tegen giftige stoffen en anderzijds hun functies en hun regeneratieve kracht te ondersteunen.  

De geneeskrachtige planten die hiervoor worden gebruikt, worden ‘hepatoprotectiva’ genoemd.  Onder de hepatoprotectiva is de belangrijkste leverplant de mariadistel, gevolgd door de artisjok en Javaanse kurkuma of geelwortel, verder is ook paardenbloem een goede leverplant.  Deze geneeskrachtige planten kunnen worden gebruikt om de lever te versterken en te beschermen, ook als de lever het bijzonder moeilijk heeft om te ontgiften, bijvoorbeeld na het gebruik van medicijnen die door de lever worden gemetaboliseerd of na chemotherapie.  Voor zowel versteviging als ondersteuning wordt aanbevolen om het als kuur minimaal 3 maanden te gebruiken.  Afhankelijk van de medicinale plant zijn theepreparaten of tincturen geschikt, maar kant-en-klare preparaten zijn uiteraard ook te gebruiken.  Mariadistelvruchten lossen slecht op in water. het actieve ingrediënt silymarine vereist een hoog ethanolgehalte (70-96% v/v).  De leveractiviteit kan verder ook extern ondersteund worden met duizendbladkompressen.  

Recepten voor beschermen en ondersteunen van de lever

Leverthee 
  • Artisjokbladeren 20 g 
  • Duizendbladkruid 20 g 
  • Paardenbloemwortel 10 g 
Overgiet 1 eetlepel van het kruidenmengsel met 150 ml heet water, dek af, laat 10 minuten trekken en zeef.  Drink 3 keer per dag 1 kopje.  

Leverbehandeling met tincturen van mariadistelvruchten 
  • Mariadistelvruchten (zaden) 10 g 
  • ethanol 96% v/v 50 ml 
Plaats de gemalen of goed gemalen mariadistelvruchten in een extractievat.  Giet er 50 ml ethanol over en sluit af.  Laat de tinctuur gedurende 3 weken op een warme plaats trekken, dagelijks roeren, daarna zeven en in een bruin druppelflesje gieten.  

Tinctuur van artisjokbladeren 
  • Artisjokbladeren 5 g 
  • Ethanol 30–40% v/v 50 ml 
Doe de gehakte of gemalen artisjokbladeren in een extractievat. Vul met 50 ml ethanol 30-40% v/v en sluit.  Laat de tinctuur gedurende 3 weken op een warme plaats trekken, dagelijks roeren, daarna zeven en in een bruin druppelflesje gieten.  
Neem 's morgens,' s middags en 's avonds 20 druppels artisjokkentinctuur.  Dit ondersteunt de lever bij de spijsverteringsprocessen en versterkt de stofwisselings- en ontgiftingsfunctie.  
Neem 20 druppels mariadisteltinctuur voordat u naar bed gaat om de nachtelijke regeneratiefase van de lever te ondersteunen.  Tip: Deze behandeling helpt ook bij verhoogde cholesterol- en bloedvetwaarden.  

Vochtig warme leverpakking met duizendblad 
  • 6 eetlepels duizendbladkruid, indien nodig duizendbladtinctuur 
  • 1000 ml heet water 
  • katoenen doek 
  • wikkelset bestaande uit 3 doeken: binnendoek, tussendoek en wollen doek 
  • heetwaterkruik 
Giet heet water over duizendbladkruid en laat afgedekt even trekken Na 10 minuten kan de werking van de duizendbladthee worden versterkt met 1 - 2 eetlepels duizendbladtinctuur.  Zeef de infusie in een kom en plaats deze in de katoenen doek tot deze doorweekt is.  Wring hem vervolgens zo goed mogelijk uit (zo blijft de warmte langer behouden) en controleer voor het aantrekken de temperatuur om brandwonden te voorkomen.  
Plaats de katoenen doek op het levergebied (rechter bovenbuik), plaats een tussendoek ter bescherming tegen vocht en zet alles vast met een wollen doek.  Plaats indien nodig een extra warmwaterkruik op de wikkeldoeken, zodat de doek langer warm blijft.  Rust met de leververpakking zo lang als je het prettig vindt, maar minimaal 20 minuten. Na het verwijderen van de leververpakking wordt rust aanbevolen.  Het duizendbladkompres stimuleert de leveractiviteit bij een slechte spijsvertering en wordt gebruikt voor intensievere ontgifting, b.v. tijdens het vasten.

dinsdag, februari 06, 2024

Hondsdraf, effectieve medicinale plant uit de volksgeneeskunde?

Ook in februari zijn de kruipende hondsdrafblaadjes langs bosranden al volop geurig aanwezig. Alleen tijdens de bloeiperiode gaat de kruipende plant rechtop staan, wat de bestuiving voor insecten vergemakkelijkt. De blauwviolette bloemen verschijnen vanaf eind maart tot half mei in de bladoksels van de bovenste bladparen. Talrijke soorten wilde bijen en vlinders houden van het stuifmeel en de nectar. 

Hondsdraf speelt geen grote rol in de hedendaagse rationele fytotherapie. Vanuit de volksgeneeskunde zijn er slechts enkele toepassingen overgeleverd. Er zijn wel aanwijzingen dat het in de Germaanse tijd een belangrijke geneeskrachtige plant was. Hondsdraf was in de Middeleeuwen vooral populair als specerij en medicinaal. 

Hondsdraf in vroegere tijden, goed tegen wonden en nog veel meer.

Hondsdraf werd zeer gewaardeerd door de Germaanse volkeren en ook in de Middeleeuwen was de plant populair. De vreemde Duitse naam Gundermann vindt zijn oorsprong in het Oudhoogduits, waarin gund gevecht betekende en gunt pus of wondwater. Omdat we weten dat Gundermann ooit een belangrijke plant was in de wondverzorging, is dit logisch: tijdens gevechten ontstaan ​​wonden, maar ook na een infectie kunnen deze gaan etteren. De Gundermann was een van de zogenaamde Gundkräuter. Deze werden gebruikt om slecht genezende wonden en zweren te behandelen. Om dit te doen, nam je het geperste sap of vers gemalen bladeren. Men geloofde dat een wond bijzonder goed zou genezen als er 77 bladeren van de hondsdraf op zouden worden geplaatst. Met behulp van getallenmagie wilden mensen de genezende kracht van de plant vergroten.

Hondsdraf werd vroeger ook veel gebruik tegen zogenaamde 'mondrot'. Dat was een ontsteking van het mondslijmvlies. In het Duitse Pfalz werden 3 verse bladeren in water gedompeld en vervolgens in de mond gekauwd. Dit gebruik van de 'hondsdrafwijnstok' werd ook opgenomen in een vrome christelijke legende, waarin Jezus tegen Petrus, die aan mondrot leed, zei: “Petrus, neem drie wijnranken en laat ze in je mond drijven, dan zal je mond genezen!’

In de vroege middeleeuwen werd hondsdraf zowat als een wondermiddel beschouwd. Hildegard van Bingen (1098–1179) prees het als longgeneesmiddel. Leonhart Fuchs (1501–1566) beschreef het als diuretisch en ontgiftend. In die tijd dronken alle beroepsgroepen die met het zware metaal lood te maken hadden (wapensmeden, schilders, loodglazenmakers)  hondsdraf-thee. Tabernaemontanus (1522–1590) raadde het aan tegen hoofdpijn en als hoestkruid en levermiddel. Ook Dodonaeus (16de eeuw) beschrijft het medisch gebruik van hondsdraf o.a tegen oorsuizen ' Dit self cruyt ghewreven ende in die ooren ghesteken/ beneempt dat tuyten ende gheneest dat qualick hooren. In de Middeleeuwen werd hondsdraf zelden gekookt in water, maar vaak in wijn of melk getrokken. Waarschijnlijk een zeer oude Germaanse traditie.

In de volksgeneeskunde wordt hondsdraf, naast zijn wondgenezende eigenschappen, als bijzonder nuttig beschouwd bij verlies van eetlust, hoesten, diarree, maag-darmproblemen en bij blaas- en nierstenen. Er zijn wel geen officiele monografieën van ESCOP, Commissie E of HMPC.

Recent onderzoek en studies geven aan dat veel toepassingen uit volksgeneeskunde waardevol kunnen zijn.[1][2][3]. De ontstekingsremmende en sterke antioxiderende eigenschappen van hondsdraf-extracten zijn nu bewezen [1][2][3]. Er zijn ook antibacteriële en leverbeschermende effecten aangetoond. [1][2] Verder zijn ook cytotoxische eigenschappen bij verschillende soorten kanker aangetoond, maar tot nu toe alleen in laboratorium-omstandigheden (in vitro). 

Belangrijke inhoudsstoffen van hondsdraf

  • Fenolzuren (bijv. rozemarijnzuur, cafeïnezuur, chlorogeenzuur)
  • Etherische olie (met pinocamfoon, menthon, pulegone, menthol)
  • Tannines (tannines), looistoffen
  • Sesquiterpenen (bijv. glechomafuran)
  • Bitterstoffen (Glechomin)
  • Flavonoïden (bijv isoquercitine, rutine, hyperoside)
  • Triterpeenzuren (bijv. oleanolzuur, ursolinezuur)
  • Fytosterolen (bèta-sitosterol)
  • Alkaloïden (hederacine)

Hondsdraf als wild voedsel.

Hondsdraf heeft een lange traditie als smaakmaker. Oude namen als soldatenpeterselie of soepkruid verwijzen hiernaar. Het kruid maakte deel uit van de traditionele Witte Donderdag-soep. Het eten ervan zou je het hele jaar door tegen ziekten beschermen. De soep dateert waarschijnlijk oorspronkelijk uit de voorchristelijke tijd. In deze soep werden 9 lentekruiden gebruikt. 

Roerei gekruid met hondsdraf was ook een van de paastradities. Bovendien was hondsdraf een populair bierkruid voor het werd vervangen door hop.

De jonge blaadjes aan de toppen van de scheuten kun je gebruiken als specerij voor salades, soepen, aardappelgerechten, kruidenboter en likeur. De jonge blaadjes hebben een sterk aroma, daarom moet je ze spaarzaam gebruiken. Oudere bladeren worden bitter en kunnen een onaangenaam scherpe nasmaak krijgen.

De beste oogsttijd om de bladeren, de scheutpunten als specerij te gebruiken is bij het begin van de bloei in maart-april. De bloemen smaken veel milder. Je kunt ze gebruiken als mooie voedseldecoratie, bijvoorbeeld in salades of kwarkgerechten.

Een hondsdrafthee gemaakt van het bloeiende kruid smaakt ook verrassend goed. Bij het klaarmaken met heet water verdwijnen de typisch bittere aroma’s. Er zijn geen allergieën voor hondsdraf bekend of bijwerkingen of interacties die kunnen optreden bij het drinken van de thee!

Recept. Hondsdraf-thee

Van het bloeiende kruid (april tot mei) wordt thee gemaakt. De bloeiende scheuten worden kort voordat er thee wordt gezet licht gedroogd en fijn gemaakt.

  • Hondsdraf (Glechomae hederaceae herba, syn.: Hederae terrestris herba)
  • Giet 200 ml heet water over 2 theelepels hondsdraf, dek af en laat 5 tot 10 minuten trekken (infusie) Experimenteer met de infuustijd, enkele minuten korter of langer trekken kan veel smaakverschil geven.

Literatuur. Wetenschappelijk onderzoek.

[1] Chou ST, Chan YR, Chung YC. Studies naar de antimutageniteit en antioxiderende activiteit van het heetwaterextract van Glechoma hederacea. Tijdschrift voor voedsel- en geneesmiddelenanalyse 2012; 20: 637-645.715. DOI:10.6227/jfda.2012200310
[2] Grabowska K, Amanowicz K, Paśko P et al. Optimalisatie van de extractieprocedure voor het fenolrijke Glechoma hederacea L.-kruid en evaluatie van het cytotoxische en antioxiderende potentieel ervan. Planten 2022; 11: 2217. https://doi.org/10.3390/plants11172217
[3] Šeremet D, Vojvodić Cebin A, Madura A et al. Een inzicht in de chemische samenstelling van hondsdraf (Glechoma hederacea L.) door middel van macrocomponentenanalyse en fractionering van fenolverbindingen. Kroatisch tijdschrift voor voedseltechnologie, biotechnologie en voeding 2020; 15:3-4
[4] Stern C, Ell-Beiser H. Fytotherapie. 1e editie Aarau en München: AT Verlag; 2022
[5] Beiser R. Vergeten geneeskrachtige planten. Aarau en München: AT Verlag; 2016

vrijdag, februari 02, 2024

Zwarte komijn

Sinds de oudheid worden zwarte komijn (Nigella sativa) en de koudgeperste olie, ook wel “Goud van de Farao’s” genoemd, als medicijn gebruikt. In de keuken van India en het Midden-Oosten worden de zaden op cakes en brood gestrooid of in kaas verwerkt om de gezondheid te behouden.

Zwarte komijn / Nigella sativa is een 1-jarig kruid uit de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Hij komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa en West-Azië en wordt daar ook verbouwd. De bloeitijd is van juni tot augustus. De rijpe zaaddozen bevatten talrijke ei- of wigvormige, diepzwarte zaden tot 3,5 mm lang, die aangenaam aromatisch ruiken, aanvankelijk licht bitter, later heet en kruidig, maar ook zoet en nootachtig [1].

Inhoudsstoffen
Zwarte komijnzaad bevat tot 2,5% essentiële olie met alles belangrijkste stoffen ρ-cymeen, thymoquinone en α-thujenen. Verder bevatten ze caroteen, fenolen, sterolen, alkaloïden, saponinen en vette olie met onverzadigde vetzuren en vitamine E, de sporenelementen zink, chroom, vanadium, mangaan en selenium, de elementen magnesium, calcium, kalium, natrium en barium, evenals vitamines B1, niacine, B6 en foliumzuur [1] [2].

Werking
Experimentele studies duiden op een sterke antioxiderende werking. Ontstekingsremmende / pijnstillende, antiproliferatieve, orgaanbeschermende, antimicrobiële en antiparasitaire effecten zijn in detail beschreven. Bovendien werden in verschillende modellen immunomodulerende, spierverslappende, anti-diabetogene, anti-hypertensieve, anti-astmatische, prestatieverhogende, antidepressieve, anxiolytische, oestrogene en antipsoriatische effecten gevonden [2].

In onderzoeken verlaagde zwarte komijn de verhoogde nuchtere bloedsuikerspiegel en geglycosyleerd hemoglobine. De insulinerespons nam toe. De systolische en diastolische bloeddruk waren na 8 weken met ongeveer 3 mm Hg gedaald, en verhoogde concentraties van totaal- en LDL-cholesterol en triglyceriden in het serum waren ook afgenomen. Het HDL-cholesterol werd niet beïnvloed. Studies moeten echter de effecten op het metabool syndroom bevestigen en onderzoeken of zwarte komijn het cardiovasculaire risico vermindert [2].

Studies bij patiënten met bronchiale astma, hooikoorts en atopisch eczeem wijzen op de anti-astmatische en anti-allergische effecten van zwarte komijn. De resultaten zijn ook veelbelovend voor patiënten met auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis, Hashimoto-thyroïditis en mogelijk vitiligo. Ook de onderzoekssituatie voor patiënten met artrose, kanker, kinderen met epileptische aanvallen en mensen die lijden aan SARS-CoV-2 is veelbelovend, maar nog niet voldoende onderzocht [2] [4].

Indicaties
voor oraal gebruik [4]:
  • Diabetes mellitus, hoge bloeddruk en hoge bloedlipiden
  • allergisch astma, hooikoorts en eczeem
  • Auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis, Hashimoto-thyroïditis, mogelijk vitiligo
voor uitwendig gebruik [4]
  • Eczeem, neurodermitis, psoriasis
Dosering
De uitgevoerde klinische onderzoeken wijzen op een dagelijkse dosis van maximaal 3 gram zwarte komijnzaad of de olie ervan. In de handel verkrijgbare zwarte komijnpreparaten bevatten slechts een kleine hoeveelheid thymoquinon, de stof die de effectiviteit van Nigella bepaalt [2]. Een preparaat rijk aan actieve ingrediënten is echter een voorwaarde voor een succesvolle behandeling. Voor voedingssupplementen die zwarte komijn bevatten, moet daarom het thymoquinongehalte worden aangegeven en moet de dagelijkse dosis maximaal 30 mg bedragen [3].

Bijwerkingen
In de uitgevoerde onderzoeken werd jeuk of misselijkheid slechts af en toe gemeld. Allergische huidreacties komen zelden voor na orale toediening of contact allergieën treden op bij lokaal gebruik [2].

Interacties zijn mogelijk. Bij proefpersonen remde zwarte komijn de afbraak van geneesmiddelen gemedieerd door cytochroom CYP2D6. De resultaten van in vitro- en dierproeven kunnen niet eenvoudig worden overgedragen op mensen en moeten voor elke stof worden getest in farmacologische onderzoeken bij mensen [2].

Toxiciteit
Zwarte komijnzaden en de olie die daarvan wordt gemaakt, worden algemeen als veilig (GRAS) erkend door de Amerikaanse Food and Drug Administration (USFDA),

Een onlangs gepubliceerd onderzoek naar de acute en subchronische toxiciteit van zwarte komijnolie met 5% thymoquinone toonde aan dat het “No Observed Adverse Effect Level” (NOAEL) bij ratten 5 mg/kg lichaamsgewicht bedroeg. Dit komt overeen met een dagelijkse dosis van minder dan 50 mg/dag thymoquinone voor volwassenen [3].

Conclusie

Sinds de oudheid worden zwarte komijnzaden en hun olie gebruikt om de gezondheid te behouden en verschillende ziekten te behandelen. Nieuwe onderzoeksresultaten wijzen op het rationele gebruik ervan bij diabetes mellitus, hoge bloeddruk en stoornissen van het lipidenmetabolisme, allergisch astma, hooikoorts en eczeem, evenals bij sommige auto-immuunziekten.

Literatuur

[1] Blaschek W, Hilgenfeldt U, Holzgrabe U et al. HagerROM 2016. Hager's encyclopedie van medicijnen en medicijnen. Berlijn/Heidelberg: Springer; 2016
[2] Chrubasik-Hausmann S. Zwarte komijn. Op het internet. https://www.uniklinik-freiburg.de/fileadmin/mediapool/08_institute/rechtsmedizin/pdf/Addenda/Schwarzk%C3%BCmmel.pdf Vanaf: 2 februari 2023
[3] Khaikin E, Chrubasik-Hausmann S, Kaya S et al. Screening van het thymoquinongehalte in commerciële Nigella sativa-producten om een ​​veelbelovende en veilige onderzoeksmedicatie te identificeren. Voedingsstoffen 2022; 14:3501
[4] Vlachojannis J, Chrubasik-Hausmann S. Met zwarte komijn tegen SARS-CoV-2. Zschr Fytotherapie 2023; 44:1-4

donderdag, januari 18, 2024

Sneeuw in Bonsoy. Magische natuur. Gelderse roos, glinsterende sneeuw en genitaliëngeur


Gedempt geluid, glinsterende sneeuw, alleen op de wereld.

Gelderse roos of Viburnum. Deze vruchten worden pas gegeten als de vorst er over heen is gegaan. En dan nog. De smaak is bitter en zelfs de vogels mijden ze. Ze hangen dan ook vaak nog in de winter aan de struiken. Pas wanneer het gevroren heeft worden ze soms door lijsters en pestvogels gegeten. Deze vruchten bevatten cumarinen, diterpenen en glycosiden die spijsverteringsklachten kunnen veroorzaken. De bessen veroorzaken, rauw gegeten, braken en diarree, maar zijn gekookt ongevaarlijk. Maar de bessen verbergen ook een groot geheim. 

Er zijn Viburnumsoorten met een zwaar zoete, tropische geur, anderen verspreiden een vluchtig fris, bijna citroenachtig aroma en verder zijn er ook Viburnums die ons neusorgaan met een stinkende zwavelgeur teisteren.Nog merkwaardiger was mijn ontdekking dat sommige van die geuren, van zoet tot zuur, in verband gebracht werden met de geur van de genitaliën. En dan ook genitaliënbloem genoemd werden. Bloemen dus die een vaginale geur verspreiden.


 

woensdag, januari 17, 2024

Een eenvoudige crème voor droge handen in de winter

Goudsbloem / Calendula flores
Onze handen hebben de neiging bijzonder droog te worden in de winter. Daar zijn verschillende redenen voor: de koude lucht buiten bevat minder vocht en als we in verwarmde ruimtes verblijven, onttrekt de verwarmde lucht ook vocht aan onze huid. Bovendien belast het veelvuldig handen wassen en contact met irriterende stoffen zoals desinfecterende gel de huidbarrière extra. Hierdoor worden de natuurlijke oliën die onze huid beschermen sneller weggespoeld, en dat kan leiden tot uitdroging, irritatie en zelfs tot kloven.

Een eenvoudige crème om droge handen te voorkomen en de huid soepel te houden.
Er zijn veel redenen om je eigen natuurlijke cosmetica te maken. Het is beter voor het milieu en ze bevatten geen twijfelachtige additieven of chemicaliën die uw huid kunnen beschadigen. Het volgende recept met sesamolie, calendulatinctuur en rozenwater is niet alleen gemakkelijk te maken, maar geeft ook de winterverzorging die je nodig hebt.

De ingrediënten voor natuurlijke cosmetica in detail
De drie ingrediënten van dit eenvoudige natuurlijke cosmetische recept - sesamolie, calendula-tinctuur en rozenwater - vormen een voedende en huidverzorgingscombinatie die perfect is voor schrale en droge handen in de winter.

Sesamolie
Sesamolie (Sesamum indicum) is meer dan alleen een culinaire olie. Het is rijk aan vitamine A en E, voedt de huid en zorgt voor intensief vocht. Sesamolie werkt ook ontstekingsremmend en kalmeert geïrriteerde, rode plekken op de huid. Door de lichte consistentie wordt het gemakkelijk opgenomen zonder een vettig laagje achter te laten. Bovendien houdt het de huid aangenaam soepel en heeft het een milde, onopvallende geur die snel verdwijnt.

Goudsbloem tinctuur
Het gebruik van goudsbloemen (Calendula officinalis) in de huidverzorging is een klassieker. Het staat bekend om zijn kalmerende en regenererende eigenschappen. De tinctuur, gemaakt door de actieve ingrediënten van goudsbloem in alcohol te extraheren, heeft een ontstekingsremmend en wondgenezend effect op huidirritaties. De positieve monografieën van Commissie E, ESCOP en HMPC bevestigen dit effect ook en bevelen aan om goudsbloem uitwendig te gebruiken voor milde huidontstekingen en kleine wondjes. In dit recept dient de goudsbloemtinctuur vanwege het alcoholgehalte ook als conserveermiddel.

Rozenwater
Rozenwater (ook wel rozenhydrolaat genoemd) hydrateert de huid. De roos (roze) staat ook bekend om zijn huidvoedende, ontstekingsremmende en verzachtende eigenschappen. Het is zeer huidvriendelijk en zelfs geschikt voor de gevoelige, delicate en reeds rode of gebarsten huid. In dit recept zorgt het rozenwater er ook voor dat de sesamolie sneller en dieper in de huid trekt.

Het mengsel van de drie ingrediënten heeft een zeer positief effect op de droge huid in de winter. Sesamolie voedt de huid, calendula-tinctuur kalmeert en ondersteunt de genezing, terwijl rozenwater de huid hydrateert.

Ingrediënten (voor 30 ml):
  • 20 ml biologische sesamolie
  • 5 ml goudsbloemtinctuur
  • 5 ml rozenwater / rozenhydrolaat
  • een klein, leeg flesje met een spuitopzetstuk
Vul gewoon alle ingrediënten in de lege fles en je bent klaar. Olie en water mengen van nature niet. Daarom moet je de fles voor gebruik krachtig schudden, zodat er voor korte tijd een homogene vloeistof ontstaat. 
Waarom meng ik olie met water? De olie wordt hierdoor veel beter opgenomen en blijft niet zo lang vettig op de huid. Zoals je ziet, simpel en zuiver, zonder emulgatoren of conserveermiddelen. Als de sesamolie niet rijk genoeg is voor je huid, kun je deze vervangen door een vette olie, zoals avocado-olie.
 


Over de inhoudsstoffen van peterselie

Peterselie een zeer gewoon keukenkruid en toch hebben vele inhoudsstoffen van deze Petroselinum crispum (Mill.) een sterke geneeskrachtige werking. De plant bevat variërende hoeveelheden van een vluchtige olie met waterafdrijvende eigenschappen;  ongeveer 0,1 procent van de olie wordt aangetroffen in de wortel, 0,3 procent in het blad en 2-7 procent in de vrucht. Het aquatische, waterafdrijvend effect wordt toegeschreven aan de aanwezigheid van twee belangrijke stoffen: myristicine en apiol.  De concentraties van deze bestanddelen variëren afhankelijk van de soort peterselie.  Sommige bevatten 60-80 procent apiol en andere 50-60 procent myristicine.  Naast hun aquatische eigenschappen werken zowel apiol als myristicine als baarmoederstimulans, apiol werd ooit op grote schaal gebruikt als abortusmedicijn.  De olie bevat ook aanzienlijke hoeveelheden furanocoumarinen of psoralenen, verbindingen die bij blootstelling aan zonlicht lichtgevoeligheid veroorzaken.  Vanwege de aanwezigheid in de vluchtige olie van deze baarmoederstimulerende en fotosensibiliserende bestanddelen, wordt het gebruik van de olierijke zaden of de geïsoleerde olie, met hun groter toxisch potentieel, niet aanbevolen. 

De Duitse Commissie E beveelt de bladeren en  wortels van peterselie als aquaretica, als waterafdrijvend middel bij aandoeningen van de urinewegen en voor de behandeling van niergruis.  Gemiddelde dagelijkse dosis is 6 g. Niettemin kan voor zwangere vrouwen en personen met een lichte huidskleur die onderhevig kunnen zijn aan fototoxische effecten, de consumptie van peterselie, hetzij als voedingsstof, hetzij voor therapeutische doeleinden, het beste worden vermeden.  Zoals het geval is met andere aquaretica die vluchtige olie bevatten, werkt peterselie prikkelend op de epitheelweefsels van de nieren, waardoor de bloedstroom en de glomerulaire filtratiesnelheid toenemen.  

Meer info

maandag, januari 08, 2024

Roken tegen Parkinson? En andere kruiden?

Hoe ongeloofwaardig het ook klinkt, het is echt waar volgens NRC-columnist en oud-hoogleraar Martijn Katan: onderzoek toont aan dat roken de kans op parkinson verkleint. Dat effect wordt niet verklaard door andere verschillen tussen rokers en niet-rokers. Ook matige alcoholconsumptie zou beschermend kunnen werken tegen parkinson.

Dat betekent niet dat we maar weer massaal moeten gaan roken en drinken. De winst tegen parkinson wordt namelijk teniet gedaan door de grotere risico's op andere ziektes.
Bewegen verlaagt de kans op parkinson en verzacht de symptomen bij degenen die al gediagnosticeerd zijn. Maar, waarschuwt Katan, sporten als rugby en boksen met een risico op hersenschudding verhogen het risico juist weer.

Katan wijst er verder op dat koffiedrinkers minder kans hebben op parkinson, zonder andere ziektes te veroorzaken. Over voeding wordt gezegd dat melkconsumptie mogelijk de kans op parkinson verhoogt, hoewel dit niet overtuigend is bewezen. Biologisch eten, met minder bestrijdingsmiddelen, helpt misschien ook maar lijkt de kans om geen parkinson te krijgen maar weinig te verlagen.

Katan zette deze feiten op een rij omdat hij wil duidelijk maken dat we altijd ergens last van kunnen krijgen en dat een tegenstrategie weer andere effecten oproept. Omdat we ouder worden, komen nieuwe kwalen op waar we iets tegen willen doen. 

Katan is van mening dat parkinson voornamelijk te wijten is aan verdere vergrijzing. Het lijkt vaker voor te komen omdat mensen ouder worden. Hij denkt dat leeftijdsgebonden aandoeningen zoals parkinson en dementie onvermijdelijk zijn en dat euthanasie in de toekomst meer in zwang komt als een manier om er geen last van te krijgen. Het is een keer klaar, zegt Katan nauwelijks verholen.

Hoe dat ook zij: het op een zuipen en drinken zetten tegen parkinson is een slecht idee. Al helemaal als je wat ouder bent, want met een slok op val je veel gemakkelijker van de trap.


Enkele kruiden en voedingssupplementen  bij ziekte van Parkinson

Omega-3 vetzuren ondersteunen de prikkeloverdracht
Voor een gezonde hersenstofwisseling hebben de neuronen voldoende omega-3 vetzuren nodig. Omega-3 vetzuren ondersteunen de prikkeloverdracht onder invloed van dopamine en remmen de productie van ontstekingsbevorderende en neuronbeschadigende stoffen.

Ginkgo biloba voor een betere doorbloeding
Dit kruid is een sterke antioxidant en verbetert de doorbloeding van de hersenen. Het kan ondersteunen bij de aanmaak van dopamine. Aanbevolen dosering die vaak worden genoemd is twee maal daags 80 mg.

Brahmi (Bacopa monniera) bekend vanuit de Ayurveda
Dit Ayurvedische kruid wordt in de Ayurvedische geneeskunde voor diverse neurologische klachten en aandoeningen. Het is een sterke antioxidant en verbetert de doorbloeding in de hersenen. Het helpt de stemming en geheugen verbeteren. Aanbevolen dosering die vaak worden genoemd is twee maal daags 100-200 mg.

Parkinson en Mucuna pruriens
Mucuna pruriens is een plant waarvan bestanddelen deel uitmaken van tenminste 200 verschillende ayurvedische preparaten. Mucuna pruriens preparaten worden reeds honderden jaren gebruikt in de traditionele ayurvedische geneeskunde. Het preparaat heeft een duidelijke werking op diverse systemen voor overdracht van zenuwprikkels (neurotransmitter systemen), waaronder het dopaminesysteem.

In 2004 werden de eerste belangrijke behandelresultaten van een placebo-gecontroleerde klinische studie gepubliceerd. Het ging om de effecten van 15 en 30 gram van een preparaat van deze zaden bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Die resultaten waren bemoedigend. 

Alfa liponzuur geeft bescherming door voorkomen van te lage glutathion
Schade door vrije radicalen wordt gezien als een cruciale factor in het ontstaan en verergeren van de ziekte van Parkinson. Er is sprake van een verlies van zenuwcellen in de substantia nigra in de hersenen. Een belangrijk verschijnsel dat optreedt in deze cellen bij het begin van de ziekte van Parkinson is verlies van de meest voorkomende antioxidant in het lichaam, glutathion (GSH). Omdat de cellen door dit GSH-tekort niet langer beschermd zijn tegen radicalen treedt er een verstoring op van de functie van de mitochondriën, de “energieleveranciers” van de cel.
Vooral de remming van de mitochondriën door de verhoogde radicalenbelasting leidt tot deze stoornis. Uiteindelijk sterft de cel. Onderzoek heeft aangetoond dat de cellen beschermd werden door R-alfa-liponzuur aan de cellen toe te voegen na wegvallen van GSH. Er trad veel minder verstoring op van de
mitochondriën. De voedingsstof R- alfaliponzuur biedt aanwijzingen voor een beschermende rol bij patiënten met de ziekte van Parkinson.


zaterdag, januari 06, 2024

Wilg, gewillige bomen

Wilg, gewillige bomen. Wie kent ze niet! Ook nu, in de winter is er geneeskrachtig met deze boom wat mee aan te vangen. Het oogsten van de schil. Het afpellen heb ik het lang geleden geleerd van mijn geit, die met haar tanden een stukje los knabbelde en met 1 ruk een meter lange sliert los trok. 

Over de schors van de schietwilg dus. Salix alba is de officiële naam van de boom en de schors is de originele bron van salicylzuur, een bekend Non Steroid Anti Inflammatory Drug (NSAID). Het wordt gebruikt om inflammatoire aandoeningen, koorts en pijn te verlichten. Hoewel salicylzuur pas sinds 1897 officieel op de markt is, bestaat dit middel al meer dan 3500 jaar. In een Egyptisch schrift, dat 877 medicijnrecepten bevat, staat namelijk een recept tegen reuma en rugpijn. We weten nu dat de werkzame substantie van dit recept vooral op salicylzuur berustte. 

Ongeveer duizend jaar later schreef Hippocrates over het sap van de wilgenbast, dat het zou helpen tegen koorts en pijn. Onderzoek geeft aan dat de anti-inflammatoire activiteit van Salix te danken is aan synergetische effecten van flavonoïden, tanninen en salicylalcoholen. Gezamenlijk zorgen deze voor enerzijds een remmend effect op de productie van vrije radicalen en anderzijds op het enzym cyclo-oxygenase hetgeen de omzetting van arachidonzuur naar prostaglandinen remt [1]. 

Anti-inflammatoir

 Er is een gerandomiseerd, placebo gecontroleerd onderzoek gedaan naar de effectiviteit van Salix alba bij oudere mensen met osteo-artritis. Het onderzoek is uitgevoerd in een ziekenhuis en de pijn is gemeten door zowel patiënt als arts. De effectiviteit van Salix alba werd aangetoond, maar kon niet verklaard worden door de gebruikte hoeveelheid salicine (240 mg p/d). Salicine is een salicylalcohol dat anti-inflammatoire en analgetische eigenschappen bezit nadat de lever het heeft omgezet in salicylzuur. Salix alba heeft behalve nog veel meer salicylalcoholen ook flavonoïden en tanninen die kunnen bijdragen aan de werking. Daarom werd er meer onderzoek gedaan om te kijken of er een ander mechanisme aan ten grondslag lag. COX-2 (een cyclo-oxygenase) en lipoxygenase werden geremd en het bleek dat het enzym COX-1 niet werd beïnvloed, terwijl dat het enzym is welke voor de vele, met name gastrointestinale bijwerkingen van aspirine verantwoordelijk is [5].

In een andere studie werden drie groepen patiënten (n=210) met niet specifieke lage rugpijn gedurende vier weken gevolgd. Zij kregen twee gestandaardiseerde doseringen van Salix alba: één met 120 mg of één met 240 mg salicine per dag. Het aantal pijnvrije patiënten voor tenminste vijf dagen in de vierde week van behandeling nam toe in de placebogroep naar 4, in de 120 mg - groep naar 15 en in de 240 mg - groep naar 27. Het aantal patiënten dat tramadol nodig had verminderde naar 33 in week 4 voor de placebogroep, naar 10 voor de 120 mg - groep en naar 3 voor de 240 mg - groep. De totale Arhus-index, pijnindex, invaliditeitsindex en fysieke beperkingsindex veranderden niet in de placebogroep, maar verbeterden wel in de 120 mg - en 240 mg - groep [6].

Referenties

1. Farinacci M, Colitti M, Sgorlon S; Immunomodulatory activity of plant residues on ovine neutrophils; Veterinary Immunology and Immunopathology 126 (2008) 54–63
2. Poblocka-Olech L, van Nederkassel A.M., Vander Heyden Y et al; Chromatographic analysis of salicylic compounds in different species of the genus Salix; J. Sep. Sci. 2007, 30, 2958 – 2966
3. Poblocka-Olech L, Krauze-Baranowska M; SPE-HPTLC of procyanidins from the barks of different species and clones of Salix; Journal of Pharmaceutical and Biomedical Analysis 48 (2008) 965–968
4. Sharpe, P.A.; Granner M.L., Conway J.M. et al; Availability of Weight-Loss Supplements: Results of an Audit of Retail Outlets in a Southeastern City; Journal of the American Dietetic Association December 2006 Volume 106 Number 12
5. Williamson E.M.; Synergy and other interactions in phytomedicines; Phytomedicine,Vol. 8(5), pp. 401–409
6. Gagnier,JJ; ND, van Tulder M.W; Berman B et al; Herbal Medicine for Low Back Pain, A Cochrane Review; Spine Volume 32, Number 1, pp 82–92

donderdag, januari 04, 2024

Klimop, de mythische klimmer

Klimop, in onze tijd een gewone, wat woekerende grondbedekker, was ooit een plant met spirituele betekenis. Hoe kunnen planten door de eeuwen heen zo totaal verschillende betekenissen krijgen?

In de Oudheid was de klimop toegewijd aan Donar en aan Bacchus. Beide goden hanteerden de bliksem als bewijs van manlijke kracht. Bacchus draagt een klimoprank om het hoofd  Bij de Litouwers heet de klimop Perkunas naar de god van de donder- en bliksemgod Pehrkon. Ook Alexander de Grote kroonde zichzelf met klimop bij de terugkeer van zijn tocht naar Indië. Trouwens veel meer goden en andere mannetjesputters lijken klimop wel als symbool voor hun macht en kracht beschouwd te hebben.

Klimop, mythologische krans

Volgens de mythologie zou de klimop dan ook goddelijke vermogens, in de eerste plaats die van helderziendheid en profetie, aan de mens verschaffen. Wie een krans van klimop droeg, kon de heksen herkennen, zegt het middeleeuws volksgeloof. Het is ook merkwaardig, dat de klimop zo vaak voorkomt in gezelschap van de wijnstok, bij Bac­chus, en bij alle gelegenheden waar wijn gedronken wordt. Boven de herbergdeur hing in vroeger tijden een klimoprank of een eikentak. Men beweerde dat klimop de drinker tegen dronkenschap beschermde, zij maakte de wijn onschuldig.

De klimop was ook een zinnebeeld voor de liefde, de omhelzende, alhoewel je het ook als verstikkende kan beschouwen! Vooral in Engeland is de altijd groene Ivy zeer geliefd geweest. Een middeleeuws vers, waarschijnlijk gezon­gen onder het versieren met klimop, is een duidelijk bewijs van de vermenging van heidense natuurliefde met Latijns kerkgezang:

The most worthye she is in towne;
He that seyth other, do amysse;
And worthy to bere the crowne;
Veni, coronaberis.
Ivy is soft and melk off speech,
Ageynst all balt she is blysse;

Klimop geneeskrachtig
In vroegere tijden werd klimop dan ook veel meer dan nu in de genees­kunde gebruikt. Hildegard von Bingen noemt de rechtopstaande soort goed voor de milt. Verder gaf men toen thee, tinctuur en poeder van de bladeren tegen allerlei kwalen, als catarrh, rachitis, voetjicht, TBC, geelzucht, waterzucht, enz.
Tegenwoordig vertrouwt men het sap niet meer en gebruikt de klimop alleen nog voor uitwendige be­handelingen. Het afkooksel van de bladeren b.v. tegen hoofduitslag en -ongedierte, brandwonden en zweren. Een oud volksmiddel tegen ekster­ogen is een in azijn gedrenkt klimopblad. Gekneusde bladeren trekken het etter uit zweren.

Klimop bij Dodoens
Ook Dodoens adviseerde in de 16de eeuw klimop toch vooral ook voor uitwendig gebruik, bij verwondingen, tegen brandwonden maar ook als sap om door de neus op te snuiven of in het oor te druppelen. Tsap van den bladeren ende dijsghelijcx oock van den vruchten/ duer die nuese opghehaelt/ suyvert die herssenen/ ende treckt daer uut/ duer den nuese/ die taeye fluymen ende andere couwe vochticheden daer die herssenen mede verladen sijn. Dus meer als slijmoplossend middel; dit gebruik voor de luchtwegen is wetenschappelijk wel aangetoond.
Dat zuiveren van de hersenen klinkt voor ons wel bijzonder vreemd. In de 16de eeuw en ook nog lang nadien ging men er vanuit dat het opsnuiven van kruiden, denk maar aan de snuifdoos, de hersenen kon prikkelen. Mogelijk heeft het ook te maken met een diepere ademhaling en een betere zuurstofvoorziening.

Klimop in 2 gedaanten
Een merkwaardigheid van klimop als plant is haar dubbele gedaante: de vorm die met hechtwortels tegen huizen en bomen opkruipt, heeft drie ­tot vijflobbige bladeren. Die van de bloeiende takken zijn eirond met 'n puntje, terwijl een stek van zo'n tak een struik met alleen eironde bladeren voortbrengt.
Klimop, Hedera helix. Een plant die groen blijft, bloeit in de winter, tegen andere planten opgroeit en van gedaante kan veranderen, zo een plant moet wel tot de menselijke verbeelding spreken. Het is dan ook niet te verwonderen dat klimop door de eeuwen heen als een mythische plant werd beschouwd.

dinsdag, januari 02, 2024

Mellie Uyldert, braam en begeestering

Er is in onze tijd een groeiend terugverlangen naar het natuurlijk leven. Men wil niet langer gevangen zitten in steriele flats....Dit citaat lijkt vandaag geschreven maar dateert van 1970, en staat te lezen op de achterflap van een boek van Mellie Uyldert. Ondertussen is dat dus 53 jaar geleden en ook toen wou men weer romantisch terug naar de natuur. Er is in die halve eeuw technisch gezien onvoorstelbaar veel verandert, maar toch lijkt er, gelukkig, in de mens een natuurgevoel te blijven bestaan.

Dat boek van Mellie Uyldert, waar ik het nu over heb, noemt Plantenzielen, het was zowat 10 jaar geleden dat ik het nog echt gelezen had, maar in de Kerstperiode heb ik de neiging om dat soort spirituele kruidenboeken nog eens, met gemengde gevoelens, ter hand te nemen en te lezen. Als nuchter mens lijken mij de feiten die er beschreven worden nogal twijfelachtig maar de fantastische, sprookjesachtige sfeer, die uit het boek zweeft, wil ik af en toe wel graag ondergaan.
In haar 'nieuwe' boek schrijft de achterflap, behandelt Uyldert tal van onderwerpen, die U tevergeefs in andere kruidenboeken zoekt. En dat is waar, zij beschrijft het geheime leven van de hondsdraf, de wijnruit en de klimop. Heeft het over het zieleleven van de planten, over boomgeesten, over vriendschap en vijandschap in de moestuin en over planten die vuurvast maken. Even straf als onze hedendaagse Harry Potter.

Zelf lees ik zulke boeken om de mooie historische en folkloristische gegevens over planten, die je zeker bij ons in andere boeken weinig terugvindt en die bij Mellie Uyldert op een doorleefde manier beschreven worden. Maar het lezen van deze filosofische kruidenboeken, zal ik ze maar noemen, zorgt ook voor evenwicht met de vele wetenschappelijke, rationele literatuur die ik moet en wil lezen.

Een aangepast citaat: Braamstruik spiritueel bekeken
Langs bosranden, op de hei en in de duinen staan wilde braamstruiken. Hun blad is nu bruin en hun lage, in de wind zwaaiende loten, schuren met de harde kanten over elkaar. Wenn die Brombeeren rasseln im Winde, zeggen de Duitsers, dan wordt de winter streng. Pas op, als je er langs gaat, dat hun scherpe, iets gebogen en omlaag gerichte stekels zich niet vasthaken in je kleren of je hand open scheuren! Een braamhaag is de beste bescherming voor een plek die men ontoegankelijk wil houden.
Daarom heeft men er vanouds heilige plaatsen mee omringd. Maria im Dornhag heet vaak een oude heilige plek, waar men later een Mariabeeld op heeft geplaatst.
Maar niet alleen als wapen dienen die stekels: zie hun rode gloed! Zij geleiden de vuurkracht, die de op aarde neerdalende levensgeest met zich voert. Zo staan de braamstruiken als vurige ridders om hun vorst heen en geven zijn kracht door. Het brandende braambos! Waar bramen groeien, daar is een plaats van kracht.

De braamstruik (Rubus fructicosus) behoort bij de mens op aarde, die de ontvangen kracht gebruikt in de menselijke daad. Het menselijke blijkt uit de vijftallige bloemen, zoals die van de wilde roos, de appel en andere familieleden: vijf is het getal van de mens. De vijfpuntige ster die naar boven wijst, is het teken van de opstrevende mens, die in de vijfhoek past, wanneer hij met de armen schuin omhoog en wijdbeens staat. In oude inwijdingsgrotten vindt men een vijfhoek in de rotswand uitgehouwen, waarin de mens bij zijn inwijding moest gaan staan. De mens heeft ook twee maal vijf tenen en twee maal vijf vingers, waarmee hij de aarde grijpt en de ruimte. Vijf is het getal van de wil. Het blad van de braam is soms drie-, soms vijf- soms zeven-tallig. Een vijftallig samengesteld blad is als een hand: de macht van de mens over de stof. Elke zomer maakt de braamstruik nieuwe lange loten, die letterlijk om zich heen grijpen. Vindt een jonge loot een
hoog aangrijpingspunt in heg of boom, dan groeit zij opwaarts, maar raakt zij de aarde, dan ontwikkelt zij op die plek wortels, die in de aardbodem dringen en zo een nieuwe plant doen ontstaan. Zo stemt de braamstruik met die mens overeen, die zowel in het geestelijke als in het aardse leven actief is.

Van die jonge loten kan men thee trekken tegen huiduitslag. Van de verse loten, bladen en bloemen trekt men met kokend water een goed spoel- en gorgelwater voor gevallen van keel- en mondpijn, amandelontsteking, gezwollen tandvlees en aften. De vuurkracht doodt ziektekiemen en het looizuur trekt slijmvliezen en tandvlees samen. Dit looizuur verbindt de denkpool en de levenspool van de min of meer gespleten mens en maakt hem weer uit één stuk!
Het versterkt de zenuwen, o.a. die van de spijsvertering, het droogt het al te waterige (lymfatische, vegetatieve, maan-achtige) op, en daarom in de braambladthee ook goed tegen diarree, witte vloed en slijmhoest. In de laatste maand van de zwangerschap gedronken, versterkt de braambladthee de spieren die straks het kind moeten uitdrijven en zal daardoor de bevalling verlichten en versnellen.

Het verse braamblad kan men met de witte onderkant op huiduitslag leggen teneinde het kwaad er uit te trekken. De vruchten, dus de bramen, zijn rijk aan vitaminen en mineralen een heerlijk voedsel. Het sap versterkt de vaatwanden. Zo kan de mens de krachten van de braam overnemen om zichzelf en anderen te versterken. Maar luister ook naar haar ritselend verhaal van oude tijden die gaan terugkomen, van braamhagen of heilige plaatsen van kracht. Ga over het veld en luister. Die Bromheeren rasseln im Winde.

Mellie Uyldert wist nog niks van anthocyanen en anti-oxydanten, maar ze wist dus wel dat braamsap én begeestering goed is voor hart, bloedvaten en voor nog veel meer.

donderdag, december 14, 2023

Hondsdraf, eenvoudig geluk

Ook nu vind ik nog hondsdraf als ik langs winterse boswegen wandel. En... als ik de geur van hondsdraf ruik, word ik teruggeworpen in de tijd, naar het Moriske die langs de bosrand zijn eigen kleine avonturen beleefde
De naam Hondsdraf kende ik toen niet, maar de geur van dit kruipend plantje, dat uitbundig langs de bosrand groeide en waar we doorheen liepen of kropen, zal voor altijd verbonden blijven met mijn jeugd. Dit altijd groene plantje groeit weelderig op vochthoudende, beschaduwde grond samen met brandnetel en andere ruigtekruiden.

Etymologie en volks gebruik

De naam hondsdraf is mogelijk afgeleid van Gundreba, gund van wond, etter en reba van rank, en is verder nog terug te vinden als Gondref, Hondraf en Onderhave. Volgens andere opvattingen zou de naam Gundelrebe te maken hebben met de Oudnoorse walkurensagen, of zou "gun" wijzen op vochtigheid en dus de standplaats van de plant aangeven. In Duitsland behoorde Hondsdraf tot de negen witte donderdagskruiden en was het een "cultusspijs" die het hele jaar door gegeten als groente of in soep beschermde tegen allerlei ziekten.

Vroeger werd het kruid ook Nepeta glechoma genoemd wegens de nauwe verwantschap met Kattekruid. Nog andere namen waren Hoefijzertjes, Kruip-door-de-tuin, Blauwe ganzemuur, Knikelblèden, Puteblome,Tongerbloem (beschermt huis tegen donder en onweer), Zere ogenbloem (reeds Otto Brunfels vernoemt het in 1532 tegen "flyssende Augen"). Bij Hildegard von Bingen (12e eeuw) was het bekend als geneeskruid bij borstkwalen en als wondmiddel. Brunfels loofde Hondsdraf als effectief bij "vloeiende ogen" en bij zweren, uitslag en fistels.

Dodonaeus en hondsdraf
Volgens Dodonaeus opent 'Onderhave in water ghesoden ende ghedroncken die verstoptheyt van der levere ende van der milten, ende es seer goet seven daghen achter een ghebruyckt, den ghenen die de geelsucht hebben. Onderhave in der selver manieren dertich oft veertich daghen ghebruyckt es goet den ghenen die dat sciatica dat es pijne in die hope hebben. Dit self cruyt ghewreven ende in die ooren ghesteken/ beneempt dat tuyten ende gheneest dat qualick hooren'.
Dus vooral goed volgens Dodoens voor lever en gal, geelzucht, isschias en uitwendig in de oren gestoken tegen oorsuizingen.

Abraham Munting en hondsdraf
Wel veel merkwaardige toepassingen omdat hondsdraf hedendaags, als het al nog gebruikt wordt vooral voor de luchtwegen bekend is. In het door mij hoog gewaardeerde standaardwerk van Abraham Munting Nauwkeurige beschrijving der Aardgewassen worden nochtans dezelfde toepassingen vermeld als bij Dodoens. Hondsdraf is ook een bittersmakende plant, en dat zijn meestal planten die spijsvertering, gal en lever aanzetten. Ook uitwendig vermeld Munting de plant. 'Het sap op wennen en wratten gelegd, doet ze verdwijnen en afvallen', schrijft hij.

Tegen jeuk
In vele recentere volkse literatuur is het vooral bekend tegen jeuk en andere irritatie op de huid, meer bepaald veel in gebruik en ook werkzaam tegen brandnetelirritatie. Mellie Uyldert schrijft in dat verband dat er in de buurt van planten, die irriteren ook altijd een plant groeit, die de irritatie wegneemt. Brandnetel en hondsdraf groeien dikwijls in hetzelfde biotoop.
Deze werking op de huid is mogelijk te verklaren door de recent gevonden anti-inflammatoire werking van hondsdraf, de extracten remmen verschillende ontstekingsfactoren zoals IFN gamma, TNF-alpha en IL-6, ook bij sommige reumatische aandoeningen en bij bursitis zou hondsdraf werkzaam kunnen zijn.

Hondsdraf, voor mij herinnering uit een ver, kind zijn verleden maar ook nu nog klein geurgeluk als ik door winterse bossen dwaal.