zaterdag, november 04, 2017

Wandelles in mijn eigen Hoegaarden

Op onze Hoegaardse wandeling. De eerste les- en wandeldag van onze jaarcursus Leren in de natuur. Eten uit de natuur. We wandelen langs de oude spoorweg tussen Tienen en Jodoigne. Er is wel degelijk zo iets als spoorwegflora: sint janskruid, wilde marjolein maar ook veel tweejarigen zoals teunisbloem en toorts, maar ik wil nu wat kwijt over de woekerende, wilde Clematis of Bosrank. Klimmen, winden, hechten en hangen, dat doet deze liaan uit onze bossen. Ook hier in Hoegaarden drapeert hij zich over wilg, meidoorn en vlier.

Echt eetbaar of veilig geneeskrachtig is deze klimplant niet. Toch vinden we vreemde gegevens in oude kruidenboeken. Zo lees ik  'De heete en scherpe smaak van de Clematis toont zijn warme kracht. Het wordt gebruikt tot de ringen om de uitgezakte Lijfmoeder (baarmoeder) in te houden. De Bloemen, Zaaden, Schors en Wortel hebben een brandende kracht.' Dit en nog veel meer, o.a. dat de plant melaatsen geneest, wordt meegedeeld over onze mooiste en hoogst klimmende liaan, de Bosrank, vroeger Vinkoorde genoemd.

In Limburg, Voerstreek en de Ardennen is zij heel gewoon, elders zeldzaam. Heel wat mensen hebben haar in hun tuin gezet en genieten elk jaar van de vitaliteit waarmee zij de boom die haar mag dragen, bespringt, omhangt, overwoekert. Naar alle kanten graaien de lenige stengels en spreidt zij haar bladparen uit. Een overdaad aan groenig-witte bloemsterren bloeit de hele zomer door. Ze laten een knoedeltje vruchten na, die een lange dunne snavel dragen, bezet met lange zijdeachtige haren. Die zijn tot voorbij de winter zichtbaar. De Britten noemen ze Old man's beard (oude-mannenbaard) en de hele plant Traveller's joy (reizigersvreugd). De oude Gilbert White schreef in november 1788 in zijn dagboek, hoe de grauwe dotten Clematispluis als insecten in een storm door de lucht vlogen. Aan de liaan nog vastgehecht behoren Clematisvruchten met bedauwde spinnenwebben vooral als ze berijpt zijn tot de meest fotogenieke zaken in de natuur.

Onze wilde Clematis wordt nu niet meer in de tuin aangeplant, hij is vervangen door de vele mooie, maar toch ook protserige siersoorten en ja, het is ook niet aan te raden om deze sterk woekerende liaan zomaar op onze mini-tuintjes los te laten. Alhoewel ik zelf niks mooier en romantischer vind dan zo een oerwoudje direct bij de hand.

En o ja Dr.Bach heeft de Clematis vitalba wel opgenomen in zijn bloesemtherapie. Dr. Bach over Clematis: "Deze remedie brengt stabiliteit: zij brengt de mens op een meer praktisch plan; brengt hem 'terug op aarde' [zet hem met de voeten op de grond]; en stelt hem zo in staat zijn opdracht in deze wereld te vervullen"


woensdag, november 01, 2017

Over vogelmuur en een wild voedselboek

Op schrijver, fotograaf en natuurliefhebber Phillips ben ik altijd wel wat jaloers geweest. Je kost verdienen met rond te reizen in de natuur, daarover te schrijven en foto's te maken. Ja, daar droom ik ook wel van. Een van zijn boeken 'Puur natuur' doet mij helemaal watertanden. Het is niet alleen een praktisch boek over het gebruik van wilde planten in de keuken, maar ook een mooi boek met halsbrekende foto's van gerechten uit de natuur in de natuur gefotografeerd.

Puur natuur op tafel is een planten- en kookboek met recepten van de meest voorkomende wilde planten. Over bramen­jam, paardenbloemkoffie, lindenbloesemthee of vlierbloemenwijn. Oorspronkelijk eerder medicinale bereidingswijzen die dan later ook culinair gebruikt werden. Vroeger was dat heel gewoon, ouderwets arme mensen voedsel, daarna werd het alternatief en nu zelfs exclusief. Naast die bijna klassieke recepten heeft Phillips een aantal andere fascinerende bron­nen van natuurlijk voedsel, zoals zeewier en paddenstoelen geïnventariseerd, maar ook recepten opgenomen van de meest voorkomende onkruiden zoals weegbree, vogelmuur, paardenbloem en brandnetel. Philips komt tot de conclusie dat er verscheidene nage­noeg onontgonnen gebieden in het plantenrijk bestaan, die een avontuurlijke geest tal van mogelijkheden bieden om voortreffelijke en voedzame maaltijden te bereiden.

En omdat het nu toch een goed moment is om vogelmuur te zoeken. Een vogelmuursoep

1,5 liter (kippen)bouillon, mag ook andere bouillon zijn
6 voorjaarsuitjes (witte en groene gedeelten), in dunne rin­gen gesneden
1 grote aardappel, geschild en in blokjes gesneden
2 bosjes vogelmuur, afgeknipt, gewassen en ontdaan van de grofste steeltjes
zout en versgemalen zwarte peper
3 dl koffie room

Verwijder eventuele harde stelen van de vogelmuur en bewaar een paar takjes voor de garnering. Breng de bouillon in een grote pan met een dikke bodem aan de kook en zet het vuur iets lager. Voeg de uitjes, aardappel en vogelmuur aan de bouillon toe en laat alles 10 tot 15 minuten in de afgedekte pan zachtjes koken. Laat de soep vooral niet te lang op het vuur staan, anders verliest hij iets van zijn fijne smaak. Breng de soep met zout en peper op smaak en meng hem in een bekermixer. Giet de soep terug in de pan en roer de koffieroom er doorheen. Warm de soep weer op, maar laat hem niet meer aan de kook komen. Garmeer de soep met de takjes vogelmuur en dien warm op.

Puur natuur. Roger Phillips. Het boek dateert al van 1983, is ook niet meer in de handel, maar kan hier en daar nog wel tweede hands in een boekhandel of op internet gevonden worden. in een de vertaling en bewerking uit het Engels is van J.M. Veltman . Aanwijzingen voor het bereiden van gerechten en dranken uit ingrediënten die de vrije natuur van West-Europa biedt. Met bibliografie. en register. 160 Pagina's

Lees ook https://hobby-en-overige.infonu.nl/boeken/69657-puur-natuur-roger-phillips.html en https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/stellaria-media-vogelmuur

vrijdag, oktober 13, 2017

Olijfolie

Eeuwenoude olijfbomen in de buurt van Nyons. Foto Maurice Godefridi.
Het is nog tijdens mijn leven gebeurd dat eeuwenoude olijfbomen overal gerooid werden omdat die armzalige olijfolie niet meer gewaardeerd werd. Ondertussen word olijfolie weer, terecht als lekker en supergezond beschouwd. Bij deze dan maar eens wat belerende, praktische adviezen over het gebruik van deze olie.

Olijfolie bevat veel mono-onverzadigde vetzuren, die minder gevoelig zijn voor oxidatie (ranzig worden) dan de poly-onverzadigde vetzuren (maïs-, soja-, zonnebloemolie). Bovendien bevat olijfolie van nature veel antioxidanten, zoals polyfenolen, vitamine E, squaleen, carotenoïden.

Dat betekent echter niet dat olijfolie niet kan oxideren. Uit onderzoek blijkt dat het chlorofyl in ongeraffineerde olijfolie beschermt tegen oxidatie in het donker, maar oxidatie versnelt bij blootstelling aan licht. De concentratie antioxidanten daalt ook naarmate de olie langer bewaard wordt, omdat ze opgebruikt worden door het vangen van vrije radicalen tijdens auto-oxidatie en foto-oxidatie.

Om olijfolie te beschermen tegen oxydatie

Om te beginnen een wat vreemd advies: knijp een capsule astaxanthine uit in de fles. Dat is een krachtige antioxidant uit de carotenoïdenfamilie die de olie beschermt tegen oxidatie. Astaxanthine heeft een rode kleur, zo kan je duidelijk zien of de olie nog astaxanthine bevat. Wanneer de rode kleur vervaagt, wordt het tijd om de fles weg te gooien. Je kan dit ook doen met een capsule luteïne (een andere carotenoïde), deze heeft een oranje kleur. Vitamine E werkt ook, maar die is kleurloos, zodat je niet kan zien wanneer de olie niet langer beschermd is.

  • Vermijd het opwarmen van olijfolie, maar gebruik ze vooral in koude gerechten
  • Voeg olijfolie pas toe vlak voor je gaat eten
  • Je kan ze ook aan warme gerechten toevoegen, wanneer ze al op je bord liggen
  • Gebruik voor koken en bakken verzadigde vetten, zoals kokosolie
  • Als je toch olijfolie wil gebruiken om te bakken, houd de temperatuur dan zo laag mogelijk (giet een klein beetje water in de pan voor je de olie er in doet). Ik meng ook met echte boter.
  • Koop kleine flessen
  • Bewaar olijfolie op een koele, donkere plaats, niet op het aanrecht!
  • Sluit de fles altijd onmiddellijk na gebruik en zet ze meteen terug in de kast
Referentie: Choe E, Min DB. Mechanisms and Factors for Edible Oil Oxidation. Comprehensive Reviews in Food Science en Food Safety. Vol. 5, 2006.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/oleo-europea-olijfboom
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/olea-europea-olijfboom

dinsdag, oktober 10, 2017

Heilige tabak?

Nicotiana rustica in eigen tuin
Laat het duidelijk zijn. Ik heb nooit tabak in welke vorm dan ook gerookt. Behalve... even bij mijn plechtige communie op twaalfjarige leeftijd, dan meer als ritueel om volwassen te worden. Toch wil ik hier wat positieve dingen vertellen over die 'dodelijke' Nicotiana.

Nicotiana rustica is bij Indiaanse volkeren altijd als een heilige plant beschouwd. Hij was bekend onder de namen 'mapacho', 'heilige tabak', 'sjamaanse tabak' en 'wilde tabak'. De plant komt vooral voor in het tropische regenwoud van het Amazonegebied, de bladeren bevatten zowat 20 maal meer nicotine dan andere Noord-Amerikaanse tabaksplanten.
Nicotiana rustica werd vooral als ritueel middel gebruikt door bijna alle inheemse stammen van Amerika. Het zou de geesten gunstig stemmen en helpen bij een goede oogst of bij het verzamelen van voedsel. Daarnaast werd de plant gebruikt tijdens genezingsrituelen en andere ceremonies.

De plant werd ook als vredespijp gerookt. Nicotiana rustica speelt nog steeds een rol bij rituelen van de sjamanen in het Amazonegebied. Sommige stammen gebruiken het blad bij de bereiding van ayahuasca, maar meestal wordt de plant gerookt tijdens ayahuasca rituelen. De rook wordt als heilig beschouwd en dient om te genezen en te beschermen.

Bij deze dan ook nog een waslijst van wetenschappelijke onderzoeken over de 'gezonde' tabak.
It is well known that tobacco has dangerous effects on human health. However, some reports have demonstrated that this plant has some beneficial effects such as its action against ulcerative colitis pathogenesis due to its nicotine content and possibly some flavonoid components found in the ethanol smoke extract (Ko & Cho, 2005). In fact, there are constituents in tobacco smoke other than nicotine that have been reported to possess anti-oxidative properties (Chen & Loo, 1995Chen C, Loo G (1995): Cigarette smoke extract inhibits oxidative modification of low density lipoprotein. Atherosclerosis 112, 177–185. [Google Scholar]Kamisaki et al., 1997Kamisaki Y, Wada K, Nakamoto K, Kishimoto Y, Ashida K, Itoh T (1997): Inhibition by cigarette smoke of lipid peroxidation induced neurotransmitter release. Life Sci 60, 229–233. [Google Scholar]Lapenna et al., 1995Lapenna D, DeGioia S, Mezzetti A, Ciofani G, Consoli A, Marzio L, Cuccurullo F (1995): Cigarette smoke, ferritin, and lipid peroxidation. Am J Respir Crit Care Med 151, 431–435.[Crossref][PubMed][Web of Science ®][Google Scholar]).

Nicotiana rustica Linn. (Solanaceae) is an annual plant originating in Andean South America. Since antiquity, this plant has been used as a sedative by the old civilizations, in particular Maya tribes, to treat convulsions, fever, nervous affections, and pain of the eyes and the skin (Tierra, 1986Tierra M (1986): Healing herbs - tobacco: Native blessing or whiteman’s curse. Shaman’s Drum 9, 56–58. [Google Scholar]).

In ancient China, snuff was considered as a good remedy for many common illnesses such as colds, headaches, and stomach disorders. Therefore, it was preserved in small medicine bottles like other Chinese medicines (Denis, 2007Denis SKL (2007): Chinese snuff bottles: From the sanctum of enlightened respect III. Laurence King Publishing, London. pp. 7–8. [Google Scholar]).

In Morocco, it is used to treat ear pain, lesions, and cutaneous burns in rural zones. In traditional medicine, N. rustica is used as a vehicle for therapeutic cigarettes: mixed with Origanum vulgare Linn. (Lamiaceae) for pain of the throat, with Eucalyptus for bronchitis, or with leaves of Datura or Brugmansia for asthma and emphysema. This plant is also chewed as a preventive for toothache and decay (Bellakhdar, 1997Bellakhdar J (1997): La pharmacopée marocaine traditionnelle médecine arabe ancienne et savoirs populaires. Ibis Press, Paris, pp. 501–503. [Google Scholar]).

In addition, nicotine, the psychoactive component of tobacco products, is widely consumed by humans (Shields, 2000Shields PG (2000): Epidemiology of tobacco carcinogenesis. Curr Oncol Rep 2, 257–262.[Crossref][Google Scholar]Sutherland, 2002Sutherland G (2002): Current approaches to the management of smoking cessation. Drugs 62, 53–61.[Crossref][PubMed][Web of Science ®][Google Scholar]). The drug exhibits several pharmacological actions in the central and peripheral nervous systems and releases a number of neurotransmitters (Mihailescu et al., 2002Mihailescu S, Guzman-Marin R, DominguezMdel C, Drucker-Colin R(2002): Mechanisms of nicotine actions on dorsal raphe serotoninergic neurons. Eur J Pharmacol 452, 77–82. [Google Scholar]Miller et al., 2003Miller DK, Harrod SB, Green TA, Wong MY, Bardo MT, Dwoskin LP (2003): Lobeline attenuates locomotor stimulation induced by repeated nicotine administration in rats. Pharmacol Biochem Be 74, 279–286. [Google Scholar]). It induces pharmacological effects by acting on nicotinic acetylcholine receptors (nAChRs) (Dani, 2001Dani JA (2001): Overview of nicotinic receptors and their roles in the central nervous system. Biol Psychiat 49, 166–174. [Google Scholar]). It has been used as an alternative therapeutic agent for treating ulcerative colitis in some clinical trials (Guslandi & Tittobello, 1998Guslandi M, Tittobello A (1998): Outcome of ulcerative colitis after treatment with transdermal nicotine. Eur J Gastroenterol Hepatol 10, 513–515.[Crossref][PubMed][Web of Science ®][Google Scholar]Sandborn et al., 1997Sandborn WJ, Tremaine WJ, Offord KP, Lawson GM, Petersen BT, Batts KP, Croghan IT, Dale LC, Schroeder DR, Hurt RD (1997): Transdermal nicotine for mildly to moderately active ulcerative colitis. Ann Intern Med 126, 364–371. [Google Scholar]). Other animal and clinical studies have suggested the participation of the endogenous opioid system in different behavioral responses to nicotine, mainly concerning its antinociceptive and addictive properties (Berrendero et al., 2005Berrendero F, Mendiza´bal V, Robledo P, Galeote L, Bilkei-Gorzo A, Zimmer A, Maldonado R (2005): Nicotine-induced antinociception, rewarding effects, and physical dependence are decreased in mice lacking the preproenkephalin gene. J Neurosci 25, 1103–1112. [Google Scholar]).

woensdag, september 27, 2017

Kattenfluisteraar tegen wil en dank.


Wat overkomt me? Al 2 dagen hoor ik savonds een klagend kittenachtig geluid aan de bosrand. Eerst dacht ik dat het een vreemde, mij onbekende nachtvogel was. Tot dat ik vandaag op zoek naar paddenstoelen een zowat 6 weken jong katje aan de overkant van de beek in de bosrand vind. Een bleekros piepend beestje dat zich zelfs laat oppakken. Hoe kan dat? Wat overkomt mij? Kattenfluisteraar geworden tegen wil en dank. En....nu dus 8 katten in huis.

En wat overkomt die Bretoenen, dat ze niet alleen volwassen katten bij ons droppen maar nu ook hulpeloze kleine katjes aan hun lot overlaten. Onschuldig en weerloos.

zondag, september 24, 2017

Mierikswortel

Mierikswortel en smeerwortel. De witte en de zwarte.
Mierikswortel?  Geen probleem om deze witte wortel te kweken. Eerder een probleem  om hem in toom te houden of om hem uit de grond te ploeteren. Het is een plant en wortel die ik in mijn herboristenleven wel wat verwaarloosd heb. Nu ja, het is ook ondoenbaar, zelfs voor een herborist, om je met alle planten van de wereld bezig te houden. Nu echter, op ons 'landgoed' in Bretagne, heb ik enkele stevige planten staan en dus toch wat oogsten om op azijn en alcohol te zetten om respectievelijk een soort mosterd en een medicinale tinctuur te maken.

Over mierikswortel. De Latijnse naam is Armoracia rusticana. De naam Armoracia stamt wellicht van Amorica, een streek in het Franse Bretagne, waar vermoedelijk het stamland van de plant is te zoeken. Rusticana, een Latijns woord, betekent: van het boerenland.

Als we er van uitgaan, dat het op het boerenland rustig is, nou ja, lang geleden dan, dan begrijpt u het Latijnse woord rusticana in zijn tweede betekenis: rustig, rustiek. De mierikswortel is nauw verwant aan de rammenas en de rettich, beiden wortels met een bijzondere waarde. Rettich is een lange, witte wortel met een mosterdachtige smaak.Bijzonder smakelijk als u het fijn raspt door een salade. In de naam rettich zie je een verbastering van het Latijnse woord radix, dat letterlijk wortel betekent.

In een officiële Farmacopee, zeg maar, apothekersbijbel, uit 1747 lees ik: De krachten van mierikswortel zijn meer vermogende dan die van rammenas. Zij doen de Maanstonden (de menstruatie…) ontlasten en zij genezen scheurbuik.  Scheurbuik kennen wij in deze tijd niet meer. Scheurbuik is een ernstig ziektebeeld, dat veroorzaakt wordt door vitamine C tekort. In de 17de eeuw, ten tijde van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, voeren tal van schepen naar Indië om rijkmakende koopwaar op te halen. Zonder alle geldelijke inkomsten van de V.O.C. zouden de Amsterdamse grachten niet zo fraai gebouwd zijn. Al was het toen armoe en ziekte troef aan boord van de schepen. Vers voedsel was er niet. Jan van Riebeeck, de stichter van de Kaapkolonie, vermeldt in zijn dagboek, in 1656, dat hij lepelblad en mierikswortel liet verschepen naar Kaap de goede hoop. Halverwege de lange reis kregen de naar scheurbuik neigende schepelingen de kans om…ja, om even vitamine C rijk voedsel tot zich te nemen. Voor de vitamine C hebben we de mierikswortel niet echt meer nodig maar de bacteriedodende en antioxiderende glucosinolaten zijn des te interessanter.

Een eenvoudige tinctuur kun je maken door de fijn gemaakte wortel 14 dagen te laten trekken in 40% ethanol (gewichtsverhouding 1 op 5). Van deze tinctuur kun je  een half uur na de maaltijd 20 druppels op iets water innemen. Uw maag en darmen zullen er dankbaar voor zijn. Ook voor de luchtwegen, bij een opkomende verkoudheid, keelpijn, bronchitis, bacteriële infecties is deze tinctuur goed te gebruiken. Mosterdolieglycosiden of glucosinolaten waren en zijn de antibiotica uit de kruidengeneeskunde.

Mierikswortel…Een oud kruid, met een zeer rijke en betekenisvolle geschiedenis, dat nog steeds van waarde is, voor wie het wil zien en begrijpen.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/armoracia-mierikswortel
Bronchite. Une étude allemande portant sur plus de 1500 enfants de 4 ans et plus a examiné l'efficacité d'une extrait de plantes (Angocin Anti-Infekt N) contenant des racines de raifort et de capucine, comparée à celle d'un antibiotique standard. 634 ont souffert d'une bronchite durant l’étude. Suite au traitement avec l’extrait de plante, les symptômes reliés à la bronchite ont diminué de l'ordre de 80%, un effet semblable à celui obtenu par l'antibiotique testé dans l'étude. En outre, les chercheurs ont remarqué une fréquence moins élevée d’effets secondaires avec l’extrait de raifort.

https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/36242-mierikswortel-geschiedenis-en-teelt.html



vrijdag, augustus 18, 2017

Bretoense muizedoorn

 Tijdens onze Bretoense zomerstage oogsten we de wilde wortels van muizedoorn. We maken de grillige wortels schoon in de rivier bij ons huis en laten ze dan trekken op ethanol van 45%.

De bittere wortel van muizedoorn vormt één van de vijf ingrediënten van de bekende vijfwortel-likeur, de overige bestanddelen van deze likeur waren venkel, selder, asperge en peterselie. De wortel heeft urine-afdrijvende en laxerende eigenschappen en wordt verwerkt in medicijnen bij nierkwalen. Vroeger werd deze plant in de volksgeneeskunde veelvuldig gebruikt bij geelzucht, hoofdpijnen, menstruatiepijnen en borstklachten. Culpeper schreef het middel voor als: „Een afkooksel van de wortels als drankje en een papje van bessen en bladeren dat men op de betreffende plaatsen aanbrengt, hebben het vermogen gebroken beenderen en gewrichten, welke uit de kom geschoten zijn, weer aan elkaar te hechten resp. weer op hun plaats te brengen". Hij voegde er waarschuwend aan toe: „Hoe meer wortels men voor het afkooksel gebruikt hoe sterker dit wordt. Het kan geen kwaad maar ik hoop dat men zo wijs zal zijn, de sterke afkooksels ook voor de sterkste typen te gebruiken'.

Dodoens in 1554 wist al waar het echt voor goed was 'Die wortel van Stekende palme in wijn ghesoden ende ghedroncken doet water maken/ lost die urine/ breeckt den steen ende doet dat graveel rijsen ende afgaen/ ende mits dyen goet den ghenen die de droppelpisse hebben'. Als diureticum wordt de wortel nog steeds gebruikt en ook in de hedendaagse wetenschappelijke monografieën wordt Ruscus officieel erkend als vochtafdrijvend middel. Toch is nu vooral  zijn werking op het veneuze vaatstelsel het best bekend. De Rusci radix heeft samentrekkende, toniserende werking op de gladde musculatuur van de venenwanden.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ruscus-muizedoorn
Butcher’s broom was shown to be efficacious in treating hemorrhoids in a study of 124 patients, in which the patients were given 6 capsules per day of Cyclo 3 Fort for 3 days, followed by 4 capsules per day for 4 days. Sixty-nine percent of the patients rated butcher’s broom as having a good or excellent effect, and 75% of the treating physicians rated it similarly.


woensdag, augustus 16, 2017

Kruidenstage Bretagne: zeewier zoeken

Terugkomend van het havenstadje Roscoff stoppen we bij het plaatsje Locquénolé om zeesla, blaaswier, venkel en nog veel meer te zoeken.

Over zeesla / Ulva

Ulva is Latijn voor ‘moeras plant’. De zeer dunne, brede, platte bladeren zijn teer, golvend en transparant. Ze lijken op slabladeren en groeien tot 50 cm lang in verschillende vergelijkbare vormen. Bijna cirkelvormig of ovaal, of lang en dun met gehavende randen en geperforeerde gaten. Zeesla lijkt op en voelt als vetvrij papier, met een zijdezachte textuur. De meeste soorten zijn maar een of twee cellen dik.
Het groeit op een ondergrond waar het zich aan vastklampt met het "houvast". Die ondergrond kan bestaan uit stenen,maar zeesla kan ook op schelpdieren groeien!

Het oogsten en klaarmaken van zeesla


Eenjarig wier. Oogsten in het vroege voorjaar tot aan het einde van de zomer, kan 2 x per seizoen gesneden worden. Het gedijt goed in zowel voedingsstof-rijke als vervuild water, dus let goed op de oogstplaats. Pluk of snij de zeesla boven zijn ‘houvast’ bij laagtij. Los drijvende planten mogen geoogst worden mits zij vers en felgroen van kleur zijn. Spoel de bladeren goed af en droog ze snel op grasmatten, katoenen lakens of kranten.

Eet het vers met citroensap of in een groene salade. Rooster het in de oven op 95º en verkruimel het als smaakmaker in granen, soepen, salades. Voeg het toe aan vlees, vis, oesters en groenten. Of pak er vis mee in. Frituur het, of hak het fijn voor in een salade. Kook het samen met spinazie of fijngesneden kool. Eet het als snack, zoals nori of drink het als hete thee. Of sauteer zeesla in olijfolie en blus dit af met shoyu en gembersiroop. Gedroogd, in vlokken, kan het over aardappels gestrooid worden als extra smaakmaker.



donderdag, juli 06, 2017

Geschiedenis van lavendel

En nu we tijdens onze kruidenstage weer volop in de Franse lavendel zitten. Een uitgebreid verhaal over de geschiedenis van deze geurende plant.

Maurice in de lavendel
Bij Dioscorides was de algemeen gebruikte naam voor lavendel spica of aspic en dat lijkt dus eerder te verwijzen naar de spijklavendel Lavandula latifolia, ook Lavandula stoechas, de kuiflavendel werd reeds genoemd in zijn geschriften. Waarschijnlijk gebruikten zij een aftreksel of  maceraat in olie, gelijkend op andere geparfumeerde oliën in de oudheid. Het was dus mogelijk de Lavandula latifolia of Spijk die gebruikt werd, al is ook daar twijfel over. Een Oosterse plant die toen ook gebruikt werd was nl de Spikenard, Nard of Nardostachus. De bloemetjes van de Spijk werden gebruikt in het bad, als toiletwater en om op de grond te strooien. Dat was waarschijnlijk ook wel nodig om de onaangename geuren te bestrijden, en dat het tezelfdertijd ook een ontsmettend werking had, was meegenomen.

Plinius vermeldt ook de “Stoechas“ waarschijnlijk de kuiflavendel, en dat het de pijn in de heupen verlicht'  “Ischiadicos dolores et spinae levat agaricum potum...item stoechadis. Verder zou het  menstruatiebevorderend zijn, borstpijnen verlichten (astma?) en als anti-dote gebruikt worden.”Stoechas....menses ciet potu, pectoris dolores levat, antidotis quoque miscetur”. De echte lavendel, Lavandula angustifolia werd toen dus niet vernoemd


Eeuwen later schrijft de Engelse kruidkundige John Gerard.  "Het gedistilleerde water van lavendel, waarvan de geur wordt opgesnoven of waarmee de slapen en het voorhoofd worden natgemaakt, is verfrissend; voor hen die aan starzucht (catalepsie) lijden en voor hen met vallende ziekte, en die dikwijls flauwvallen... Het is van groot voordeel voor hen die verlamd zijn, als zij met het gedistilleerde water van de bloemen worden gewassen of ingewreven met de olie die van de bloemen wordt gemaakt en olijfolie, op dezelfde manier als rozenolie, wat zal worden uitgelegd in de verhandeling over rozen.'

En ook Parkinson gebruikte het blijkbaar uitbundig in het bad en om het linnen te parfumeren. In zijn Paradisi in sole paradisus terrestris, or a garden of all sorts of pleasant flowers, which ayre will permit to be nursed up, uit 1692 . "Lavendel wordt door ons bijna helemaal opgebruikt, om linnengoed te parfumeren, kleren, handschoenen en leer en de gedroogde bloemen om rustig te worden.....Dit wordt doorgaans samen met andere hete kruiden in baden gebruikt, in zalven of andere zaken die men neemt om kou te bestrijden.'

John Parkinson was arts en apotheker. Evenmin als Culpeper was hij het eens met de  kruidenkennis van zijn collega's, maar hij was blijkbaar een vriendelijk man, want het lag niet in zijn bedoeling 'doctoren te onderwijzen, maar om hun tot geheugensteun te zijn'.

Dodonaeus mag natuurlijk niet ontbreken in ons geschiedkundig overzichtje. Hij schrijft 'Lavender in wijn ghesoden ende gehdroncken lost die urine, verweckt die natuerlijcke cranckheyt der vrouwen ende iaecht die secondine ende doode vruchten  af.Die bloemen van Lavender alleen oft met Caneel, Noten ende Naghelen, ghenesen datcloppen van der herten ende die geelsucht ende sijn seer goet tseghen die popelsie ende tseghen die pijne ende swijmelinghen in thooft. Zy stercken dat hooft ende die lamme leden. Die Conserve van den bloemen met suycker ghemaeckt es oock tot den voorghescreven ghebreken seer goet tsmorghens een boon groot inghenomen.Water van Lavender bloemen ghedistilleert gheneest die lamme leden als zy daermedeghestreken ende ghewasschen worden.

En Culpeper als recht geaarde astroloog schrijft "Mercurius bezit dit kruid. Het wordt speciaal gebruikt bij klachten in het hoofd en de hersenen die uit kou voortkomen, beroerte, vallende ziekte, waterzucht, indolentie, krampen, stuipen, verlammingen en veel flauwvallen. Het versterkt de maag en bevrijdt de lever en milt van verstoppingen, wekt weeën op en drijft het dode kind en de nageboorte uit. De bloemen, indien in wijn geweekt, helpen hen om water te maken die daarmee gestopt zijn, of die gekweld worden door wind of koliek als de plek ermee wordt natgemaakt... Twee lepels vol van het gedestilleerde water van de bloemen helpt hen die hun stem hebben verloren, de rillingen en driften van het hart en flauwvallen en bezwijmen, aangebracht op de slapen of neusgaten om te worden geroken.'

Lavendel tegen rillingen en driften van het hart, beter kan het niet gezegd worden.Lavendel wordt in onze tijd algemeen beschouwd als een van de veiligste en van  veelzijdigste etherische olie voor therapeutische doeleinden. Zijn eigenschappen vertonen een evenwicht tussen yang (symphaticus) en yin (parasymphaticus), hij werkt dus harmoniserend. Het is een van de betere kruiden voor onze gestresseerde tijd, en is vooral geschikt voor mensen waarbij  het vegetatieve zenuwstelsel ontregeld is.

dinsdag, juli 04, 2017

Gouddistel in de Drôme

Tijdens onze kruidenstage in Bellegarde en Diois komen we regelmatig de gouddistel tegen. Helaas meestal zonder de bloem. Deze tegen de grond groeiende mooie distel is hier in de streek ooit gegeten geweest. Mijn enige poging om hem 'op zijn artisjoks' te verorberen was, zacht uitgedrukt, geen succes. Slijmerig en plakkerig, eerder geschikt om als eerste hulpmiddel te gebruiken. Ik mocht van geluk spreken dat mijn tong niet aan mijn gehemelte bleef plakken. 

Eetbaar betwijfel ik dus, boeiend in elk geval. De naam Carlina is waarschijnlijk afkomstig van het Italiaanse cardina, van cardo, distel en Carlo, Karel, zonder twijfel beïnvloed door de legende, waarbij een engel aan Keizer Karel deze distel aanwees als een remedie tegen de pest.
In het geslacht Carlina vinden we naast Carlina acanthifolia, Gouddistel ook Carlina acaulis, Zilverdistel en Carlina vulgaris, Driedistel. Franse namen zijn Carline à feuilles d'acanthe, cardabelle en baromètre. Wat verwijst naar het open en dicht gaan van de bloem bij een verschil in luchtvochtigheid. De bloem werd dan ook als barometer gebruikt en zelfs op de schuurpoorten gespijkerd niet alleen om het weer te voorspellen maar ook om de kwade geesten buiten te houden.

Dodonaeus en Carlina
In de oude literatuur bij Dodonaeus vind ik alleen de nauw verwante Zilverdistel besproken, en die 's werm in den iersten graedt/ ende drooge tot in den derden' en goed werd bevonden tegen heel wat aandoeningen. 'In wijn ghesoden es seer goet tseghen die verouderde pijne van der sijden/ ende tseghen dat sciatica/ alsmen drije croeskens van den wijn drinckt/ daer sy in ghesoden es. Dus tegen isschias of heupjicht, rugpijn, gewrichtsontstekingen.
Carlina in der selver maniere ghebruyckt es seer goet den ghenen die van binnen ghequetst oft gheborsten sijn/ ende die den cramp hebben. Tot den selven es oock dat sap van der wortel seer goet ghedroncken.
Die wortel van Carlina ghepoedert/ ende een drachma swaer inghenomen es seer goet tseghen die haestighe sieckte ghebruyckt/ want alsmen ghescreven vindt/ dat heyr van Carolus Magnus keyser van Roomen/ es hier voortijts van der Pestilentien met deser wortel bevrijt gheweest.
Ook hier dus een verwijzing naar de pest, die soms de haastige ziekte werd genoemd, omdat ze zo snel tot de dood leidde. Een Brusselse geneesheer, Louis Overdatz, schreef tijdens de pestepidemie in Vlaanderen van 1668 de schors van de pestwortel voor, de wortel moest dan wel bij volle maan, in de maand november of februari geoogst worden.

Opeten of geneeskrachtig gebruiken van deze gouddistel is ook voor mij niet direct nodig. Het aanschouwen van de schoonheid van deze distel in de natuur en de magie van zijn groeiplaats zorgt op zich al voor een lichamelijk en geestelijk groeiproces, waar geen enkele geneeskrachtige pil tegen op kan.

maandag, juni 26, 2017

Bendereis. Een dag naar refuge du Chatelleret

Langs de Cascades du Plaret Gény naar refuge du Chatelleret

Op onze tocht vanuit La Bérarde naar refuge du Chatelleret beslissen we aan de Passerelle du Plaret Gény om een ommetje te maken, dit betekent nóg meer klimmen. Het gaat langs lange haarspeldbochten die ons bij momenten de indruk geven steeds verder van onze bestemming weg te lopen. Gelukkig keren ze mettertijd weer richting watervallen zodat we na enkele honderden meters klimmen toch de Cascades de Plaret Gèny bereiken. De lucht is allesbehalve helderblauw en bij de waterval overvalt ons de koelte van het opspattende water. We genieten even van het prachtig panorama, het luid gebruis van het water en het grijs kruiskruid (Senecio incanus), altijdgroene steenbreek (Saxifraga paniculata) en vetblad (Pinguicula vulgaris).

Als we na de waterval even dalen, begint de echte plantenpret. Het valkruid (Arnica montana) bijt de spits af met zijn typische rozetjes en de beginnende bloei. Daarna volgen de vanille- en de bleke orchis (Nigritella nigra en Orchis pallens), gele alpenanemoon (Pulsatilla alpina), het sikkelgoudscherm (Bupleurum falcatum) en de grote gele bollen van de Trollius Europeaus.

En dan, net na een steile bocht, vinden we het schubbig zaagblad (Leuzea rhapontica). De bloei ervan doet op het eerste gezicht denken aan een distel maar dat is de Leuzea helemaal niet. Als we de plant wat naderbij bekijken, blijken de eerder grote bladeren zacht en aan de onderkant grijs, viltig. De kroonblaadjes staan op de typische ‘schubbetjes’ van de centaurea, en daar is hij dus ook familie van. Het is de eerste keer dat we deze plant in het wild zien, reden om er de nodige aandacht aan te besteden.  Niet ver van deze forse, in het oog springende plant, staan de Edelweisjes (Leontopodium alpinum) te pronken in al hun eenvoud. We treffen ze op hun best, de viltig witte sterretjes komen helemaal tot hun recht. Het is altijd een leuk weerzien met deze bloemen.

 De plantenpret blijft duren als we naast alpenasters (Aster alpinus)ook nog het berghertshooi (Hypericum montanum) vinden. De zwarte kliertjes boordevol hypericine zijn duidelijk zichtbaar en kleuren de vingers onmiddellijk donkerpaars bij het aanraken van de bloemen.

De verdere afdaling naar de refuge verloopt heel vlot. Bij elke waterval die we oversteken, voelen we nog steeds het temperatuurverschil. De wolken worden donker. De gewone huislook (Sempervivum tectorum) is de laatste plant die ons vergezelt tot aan de refuge. Daar aangekomen begint het te druppelen maar het stoort ons niet want het ommetje en de klim waren meer dan de moeite waard.

Met dank aan Hilde Couckuyt. Voor de tekst en de jarenlange ondersteuning.

dinsdag, juni 20, 2017

Sint janskruid, Jaag den duivel

Morgen de langste dag. Licht, zon en warmte volop en sint janskruid bloeit. Dus nu de mogelijkheid om dat zonnekruid in optimale omstandigheden te plukken en te verwerken.

Sint janskruid, een eenvoudige wilde plant, al eeuwenlang in gebruik als eerste hulpmiddel voor de huid, nu al jaren een topmedicijn tegen depressies. Een verwijzing naar de somberheid-verdrijvende werking vinden we al terug in zijn oude namen zoals 'fuga daemonum', jaag-den-duivel, zonnekruid en lichtkruid.

Sankt Johann ist dies Kraut geweiht
Es bluht zur hochsten Sommerzeit
Es hilft den Christen wie den Mohren
dank sein blattdurchsichtigen Poren
Den kranken Haut ist’ s eine Wonne,
dem dunklen Geist wird er zur Sonne.

Sintjansolie maken kan oa als volgt:
Ongeveer 25 gr verse bloemen en bloemknoppen worden met een beetje olijfolie in een glas of glazen vijzel gekneusd, mengen met de rest van 0,5 liter olie. Doe dit mengsel in een weckpot van wit glas. Laat de open pot (gaas) 2 tot 4 dagen in de zon staan. Elke dag even roeren. Dan de bokaal sluiten en enkele weken in de zon laten staan totdat de sintjansolie mooi rood word.
De olie zeven en de afgetrokken bloemen uitpersen. Het preparaat nog een week laten staan zonder roeren, de olie zal zich nu scheiden van het water uit de planten. De olie wordt dan voorzichtig afgegoten en in kleine flesjes gedaan. De geur, werkzaamheid en bewaartijd kan verbeterd worden door het toevoegen van 1% etherische olie van lavendel, ongeveer 20 druppels op 100cc sintjansolie.

Hypericum perforatum is zowat de enige plant die in de volle zon wordt getrokken. Uit onderzoek is nu gebleken dat daardoor het flavonoïdengehalte wel 4 keer hoger wordt. Een goede reden om sommige oude bereidingswijzen niet zomaar af te schrijven.

Phytother Res. 2009 Nov;23(11):1559-64. doi: 10.1002/ptr.2809. Evaluation of Hypericum perforatum oil extracts for an antiinflammatory and gastroprotective activity in rats.
Oil extracts of Hypericum perforatum L. (Oleum Hyperici) were prepared in three different ways according to the prescriptions from traditional medicine. Variability of constituents and biological activity were evaluated in the obtained oil extracts. The carrageenan-induced rat paw edema test has been used for screening the antiinflammatory activity, while the indomethacin-induced rat gastric mucosa damage test was used for evaluation of gastroprotective activity. All examined oil extracts possessed antiinflammatory and gastroprotective activity. Among them, the oil extract prepared by maceration with 96% ethanol, followed by extraction with sunflower oil by heating on a water bath (extract 2), in a dose of 1.25 mL/kg p.o., exhibited the highest antiinflammatory effect (95.24 +/- 11.66%) and gastroprotective activity (gastric damage score of 0.21 +/- 0.12). The same oil extract had the highest content of quercetin and I3,II8-biapigenin (129 +/- 9 microg/mL and 52 +/- 4 microg/mL, respectively). Quercetin and I3,II8-biapigenin exhibited antiinflammatory activity similar to those of indomethacin as well as significant gastroprotective activity. The results provide evidence for the usage of Oleum Hyperici as an antiinflammatory and gastroprotective agent, which has been based previously only on ethnopharmacological claims.

woensdag, juni 14, 2017

Superonkruidentijd

Begin juni lijken al onze superonkruiden te bloeien. Klaproos, korenbloem, echte kamille, gewone vlier, meidoornbloei net voorbij, duizendblad en sintjanskruid komen er aan. Hebben we meer nodig om gezond te worden?

Een akkeronkruid zoals echte kamille groeit waar mensen de grond omwoelen. Dus op de akkers en langs wegkanten, maar in onze moderne tijd vooral op plaatsen waar wegen aangelegd en huizen gebouwd worden. Gewaardeerd door de ene en vervloekt door de andere. Dat is het lot van de onkruiden. Waardering klinkt uit volkse namen zoals Moederkruid en Maagdebloemen, afkeer uit Stinkers en Stinkende kamille.

Matricaria / Chamomile wrap / Kamille-omslag
  • Chamomile flowers 
  • Wool blanket
  • Strainer Silk/cotton wrap
  • Bowl 
  • Wool wrap
  • Boiling water 
Procedure: 
Have the patient sit on the wool blanket, with the wool wrap partially rolled from both ends on the blanket at the level of the patient's mid-back. Roll the silk wrap from both ends (like a scroll) and place it near the bowl. Pour boiling water  over the chamomile into the bowl and let steep until the fragrance is released. Remove the  strainer and chamomile and drop the wrap into the bowl. Take out the wrap with a fork and put  into the wringing cloth or wring with heavy rubber gloves. Wring until dry.  Take the wrap in the wringing cloth to the patient, who should be sitting up to receive the wrap.  Apply the wrap as tolerated, but do not burn.
Start at the back and unroll the wrap quickly as  you move around to the sides.  Have the patient lie down on the wool wrap and continue  unrolling the hot wrap over the abdomen.  Quickly cover with the wool wrap. Cover the  patient with the wool blanket. Be sure that none  of the hot wrap is exposed to the air. Cover the  head lightly.
Leave on for 15 minutes, when you can remove  the whole thing or just the wet wrap (leaving the  wool wrap on and the patient covered).

Gebruik:
  • Buikkramp, darmgassen, verstopping, maagontsteking, maagzweer,
  • pijnlijke menstruatie, 
  • slapeloosheid, stress

vrijdag, juni 02, 2017

Klaproos, Spokebloem?

Klaprozen, ook zij bloeien weer. Op weg naar een kruidenweekend in de Hoge Venen zie ik ze massaal op de parking langs de autoweg. Vies van mensen en auto's zijn ze zeker niet. Integendeel. Spokebloem werden ze lang geleden ook genoemd.  Het verwijst naar het oude bijgeloof, dat: „als men met zulk een bloem in den mond komt te vallen, men het zal besterven". Staan ze daarom langs de autoweg zoals vroeger op slagvelden. Een vriendelijker verhaal vertelt, dat de Klaproos zo fier was over haar schoonheid, dat het God mishaagde en Hij toeliet, dat de duivel ze met zijn zwarte vingers aanraakte. Die aanraking is nu nog te zien aan de zwarte vlek in het binnenste van de bloemkroon.
In het Franse departement Haute-Marne heet de Klaproos in de volksmond Bouquet du diable of Duivelsboeket, omdat men meende, dat de duivel er zijn kransen van vlocht. In Wales draagt zij nog de volksnaam Llygad y cythraul, d.i. Duivelsoog. De bloemen zijn als grote gloeiende oogen, die tussen het koren glinsteren en met de vuurrode ogen van de duivel vergeleken worden. Naar het klappend geluid, dat kinderen met de bloemblaadjes kunnen maken (door een bloemblad op een door duim en wijsvinger gevormde ring te leggen en er dan hard op te slaan) draagt onze plant de naam Klaproos. Ook de Duitse naam is Klatschrose.

Reeds de Duitse arts Leonhard Fuchs (1501—1566) schreef in zijn kruidenboek daarover: Die Kinder haben ihr Kurzweil mit den Blumen, indem sie mit den Blattern Schnallen in der Hand oder Stirn machen". In enkele landen werden de soms in menigte tussen het koren voorkomende klaprozen met een vuur, zelfs met het hellevuur vergeleken, vandaar b.v. de Duitsche volksnaam Feuerblume en het Franse Herbe d'Enfer (Hellekruid).

Voor zo'n mooie bloem wel veel vervaarlijke namen en verhalen. Schoonheid is zeker schrikwekkend?

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/papaver-rhoeas-klaproos
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/papaver-rhoeas-klaproos

woensdag, april 05, 2017

Engelwortel in Bretagne

Terug thuis in Bretagne. Alles volop aan de groei. De grote engelwortel in de border is er altijd vroeg bij. Als tweejarige hebben ze altijd wel wat voorsprong. Het grote groene blad en vooral de stengels zijn nu te oogsten om ze te konfijten. Een traditioneel werkje maar niet altijd even gemakkelijk. Ze zijn namelijk niet gemakkelijk gaar te krijgen, best toch eerst wat schillen, in stukjes snijden, dan koken in water en daarna in suikerwater verder garen en konfijten.

Engelwortellikeur met jonge bladstelen

  • 100 g jonge engelwortelstengels
  • 2 kaneelstokken 
  • 2 kruidnagels 
  • 1 l brandewijn min. 40° 

Doe alles samen in een bokaal of fles en laat 4 tot 6 weken trekken.
Maak na die zes weken een siroop van 0,5 l water en 0,5 kg suiker Laat koken tot een lichte siroop. Laat afkoelen. Filter de engelwortel-brandewijn en doe er de suikersiroop bij.

Op de Scandinavische markten was ze sinds de 10de eeuw, wel gelijk met de verovering van IJsland door de Vikingen. Die brachten de plant in de 10de eeuw ook naar Europa en kwam het in de kloostertuinen in de latere Middeleeuwen, vooral de Benedictijner en Kartuizerkloosters teelden de plant. Toen kwam het verhaal van een engel bij een pestepidemie en kauwden artsen op de wortel om ze voor die plaag te behoeden. Nog in 1771 gaf de Franse auteur Autor Buchoz zijn lezers raad om bij pestepidemie de kleding met poeder van engelwortel te bestrooien.

In de volksgeneeskunde werd ze als tegenmiddel gebruikt bij alcoholvergiftiging. Tabernaemontanus, New Kreuterbuch, 1588,  "Wann einer von einem wütenden Hundt gebissen worden were/ der nemme Engelwurtzkraut und Wurtzel unnd thue darzu Rauthen. Zerstoss diese Stück wol unnd mach mit Honig ein Pflaster darauss/ streichs auff ein Tuch unnd legs über den Schaden/ das zeucht alles Gifft heraus."

In midden Duitsland wordt het sinds de 14de eeuw gekweekt. De kruidboeken van de 16de eeuw roemen het als een 'preservativum' in de tijd dat de pest heerst. Niet alleen tegen pest en besmettelijke ziektes, maar ook tegen boze invloed. Als je dit kruid bij je draagt zal je voor allerlei toverij bevrijd zijn. B. Carrichter zegt in de 16de eeuw over de heling van ziektes die door betovering, incantatio, bezocht zijn en beveelt een drank aan uit radix angelicae en Herba trichomanes 'voor verheffing van impotentie die aangetoverd is'. De Müncher pater Don Ferdinand Sterzinger schrijft in een schrift dat wie de heiliggeistwurzel bij zich draagt door alle mensen geliefd wordt, hetzelfde van de maggi plant.  In 1602 werd het geïntroduceerd in Niort, Frankrijk, een stad die net veel geleden had van de pestplaag en is sindsdien populair. Het wordt gebruikt om likeuren of aquavit te aromatiseren als Chartreuse, Bénédictine, Vermouth en Dubonnet), omeletten en forellen en als jam.

Hondius: leerdicht.
Als de peste door het landt
Henen loopt en Godes handt
Op der aerden is verheven;
Doe elck een saetgen geven
Dach voor dach om op te vasten
Van d'oprechte Angelica.

vrijdag, maart 10, 2017

Sleedoorngenot

De sleedoorn bloeit. Witte bloesem op zwart hout. Lente lacht ons toe. 

Deze tot 3 meter hoge struik met bijna zwarte takken en witte bloesem, vind je veel langs bosranden en in heggen samen met Meidoorn en Rozenbottel. Alle delen van de plant zijn ooit in gebruik geweest voor medicinale en andere doeleinden, zowel schors, bloemen, bessen en zelfs de doornen, nu maken we hoofdzakelijk nog gebruik van de donkerblauwe bessen. Ze bevatten veel looistoffen (wrange, samentrekkende smaak), vruchtenzuren (frisse smaak) en veel vitamine C. Een aromatische en gezonde siroop verkrijg door de goed rijpe vruchten in honing te laten trekken. Tegen diarree kun je van de gedroogde bessen een afkooksel maken (20 gr per liter water 1’ koken en 10’ laten trekken).

Vroeger waren vooral de bloemen medicinaal. Ze werden vermeld in de officiële apothekersboeken van Duitsland (DAB) en Zwitserland (Ph. Helv.) als licht laxeermiddel en gebruikt in bloedzuiverende voorjaarskuren. Ook in het vakboek Teedrogen van Wichtl wordt de Pruni spinosae flos, de bloemen van de Sleedoorn, vermeld als licht laxeermiddel, diureticum (urinedrijvend), diaforeticum (transpiratiebevorderend) en expectorans (slijmoplossend). Al wordt er bijgezegd dat het voornamelijk als volksmiddel in gebruik is.

Naast de mens hebben ook vogels, insecten en zelfs planten wat plezier aan de sleedoorn. De doornige struik is een geliefd plekje voor broedende vogels. Katten en andere belagers kunnen immers niet bij het nest komen zonder zich stevig te krassen. Plantjes zoals Maarts viooltje of Sleutelbloemen en Leverbloempje, die onder de hagen groeien zijn ook tegen vraat van koeien beschermd. En zelfs rupsen 'genieten' van de sleedoorn, in Mei vreten de rupsen van de spinselmot zich door de bladeren heen. Gelukkig maakt de sterke Slee snel weer nieuw blad aan.

Meer over sleedoorn http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/107505-sleedoorn-in-de-mythologie.html

donderdag, januari 19, 2017

Over de tonderzwam

De echte tonderzwammen worden al sinds de prehistorie door mensen gebruikt. Zo ontdekte men in een zak van Ötzi, een 5300 jaar oude ijsmummie, een voorwerp van gevlochten schimmeldraden van de echte tonderzwam. De wetenschappelijke naam Fomes fomentarius refereert aan zijn gebruik als tondel, vuurmaker. De geslachtsnaam Fomes is Latijn voor 'tondel' en de soortnaam fomentarius is afgeleid van het Latijnse fomentum, wat vertaald kan worden met 'warm houden'.

Oudere namen zijn Fungus Chirurgorum; Agaricus Chirurgorum; Fungus Quernus; Fungus Ignarius. Vruchtlichaam van een parasiet op loofhout, vnl. beuken en eiken: de echte Tonderzwam Fomes fomentarius (L. ex Fr.)  De zwam is meerjarig, zijdelings aangegroeid, hoef- of halfcirkelvormig tot 50 cm breed. Op de bovenzijde zijn ze bleekgrijs tot grijsbruin met een harde harsachtige schors, die duidelijk gegroefd is. De rand van het vruchtlichaam is afgerond en wat lichter. In een dwarsdoorsnede is duidelijk te zien, dat het hele vruchtlichaam bijna geheel uit in lagen gerangschikte buisjes bestaat, die wat donkerder zijn dan het vlees. Het vlees is vezelig stevig en roestbruin. Voor de grondstof is alleen het bruine vlees van belang.

Rond 1940 was de tonderzwam in ons land zeer zeldzaam; tegenwoordig door de veranderde bosbouwmethoden niet meer.  In een oud maar zeer lezenswaardig artikel van Schweers uit 1939 wordt uitvoerig ingegaan op het vroegere belang - vóór de komst van de Zweedse lucifer - van de tondelzwam voor de bereiding van tondel. Ook wordt ingegaan op de diverse modellen tondeldozen met vuurslag en vuursteen naast de onontbeerlijke tondel. Het bruine vlees werd niet alleen voor de bereiding van tondel gebruikt maar ook voor de bereiding van bloedstelpend verbandmiddel en.... lichte warme mutsjes.

De bereiding van het bloedstelpend materiaal is niet hetzelfde als de bereiding van tondel.
Goede beschrijvingen hierover geeft het "Huishoudelijk Woordenboek" van 1769.

Wondbedekking "Men scheid het buitenste harde gedeelte daar van af, snijd dezelve in min of meer dikke platte stukken, en klopt ze met een hamer, om ze zagt te maaken, en bewaart ze aldus: bij het gebruik legt men een stuk van deeze bereide swam op de wonde, van groote als het de wonde vereischt, om dezelve wel te dekken; over dit stuk legt men een ander dat grooter is, en hier over vervolgens een gevoeglijk verband." " Door zijne groote adstringerende kragt, heeft de swam ook die eigenschap het bloed kragtig te stempen in grote wonden, slagader-breuken en andere bloedstortingen."

Tondel "Snijd het buitenste harde en taaije gedeelte van deeze swammen af, en deelt ze in dunne stukken; legt ze vervolgens enige dagen te weeken in een loog van asch, en kookt ze daar na helder in die loog; gekookt en wel gedroogt zijnde, klopt ze ter deegen met een houten hamer, zo zal ze heel zagt worden, en een stukje daarvan door een vonk van't vuurslag terstond vuur vatten; Anderen kooken ze in een loog van salpeter; en nog anderen in pisse, het welk goed is; het koomt 'er maar hoofdzakelijk op aan, dat de swam door kooking en klopping wel zagt gemaakt zij; Deze bereide swam heeft doorgaans een bruinagtige koleur, en is heel zagt." 

Vroeger werd de Echte tonderzwam gebruikt bij de behandeling van tuberculose. Het effect was uitsluitend een vermindering van het door de ziekte veroorzaakte nachtelijke zweten.

Toekomst van tondelzwam als medicijn: suikerziekte en reuma.
Als wondmiddel of tondel zullen we in de toekomst de Fomes fomentarius waarschijnlijk niet meer gebruiken, behalve door overlevers in de natuur of mogelijk bij een totale vernietiging van onze moderne plasticbeschaving. Maar voor het gebruik als medicijn of voor de ontdekking van nieuwe moleculen, is ook nu weer gebleken dat planten en paddenstoelen een onmetelijke goudmijn kunnen zijn. Uit recent wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat een waterig extract van Fomes een invloed heeft op de vetzuur- en suikerstofwisseling in het bloed en waarschijnlijk vooral diabetici kan helpen om de bloedsuikerspiegel en het cholesterolgehalte te reguleren. Een alcoholisch extract heeft dan weer een anti-inflammatoire en pijnstillende werking, dus te gebruiken bij reumatische klachten, maar ook bij bursitis en andere gewrichtsontstekingen krijg je een sneller herstel.
Verder hebben de polysachariden uit de Fomes ook een immuunmodulerende werking en zijn dus waarschijnlijk te gebruiken om de weerstand bij infecties te verhogen.

Mogelijk kunnen we in de nabije toekomst weer gebruik maken van deze kennis uit de natuur. Planten en paddenstoelen zijn nu eenmaal, ook als chemisch fabriekje, al eeuwen bezig om stoffen aan te maken, stoffen die we nog niet kennen en waar wetenschappers en wij allemaal nog plezier aan kunnen beleven.

Onderzoek: Fang Yi Ke Da Xue Xue Bao. 2009 Mar;29(3):458-61.
[Immunomodulatory effects of Fomes fomentarius polysaccharides: an experimental study in mice]. [Article in Chinese] Gao HL1, Lei LS, Yu CL, Zhu ZG, Chen NN, Wu SG.

zondag, januari 01, 2017

Muizedoorn

De muizendoornen in onze Bretoense tuin pronken nu met hun felgroen blad en hun rode ronde bessen. Ruscus aculeatus is de Latijnse naam van deze bosplant. Zijn Engelse volksnaam Butchers broom' of  „slagersbezem" dankt hij aan zijn vroeger gebruik om het hakblok van de slager af te schrapen. Het is een typische struik met kleine schubachtige blaadjes, die op het eerste gezicht bladeren lijken, maar in feite platgegroeide takjes zijn. Vanwege de grote rode bessen is men de plant plaatselijk „bukshulst" of „kromhouthulst" gaan noemen. Vaak groeit hij in de buurt van echte hulst in bossen en op de rotsen. Volgens de literatuur kunnen de jonge scheuten gekookt als asperges gegeten worden, maar het is mij nog niet gelukt om daar iets fatsoenlijks van te brouwen.

Vijfwortellikeur

De bittere wortel van muizendoorn vormt één van de vijf ingrediënten van de bekende vijfwortel-likeur, de overige bestanddelen van deze likeur waren venkel, selder, asperge en peterselie. De wortel heeft urine-afdrijvende en laxerende eigenschappen en wordt verwerkt in medicijnen bij lever- en nierkwalen. Vroeger werd deze plant in de volksgeneeskunde veelvuldig gebruikt, bij geelzucht, hoofdpijnen, menstruatiepijnen en borstklachten. Culpeper schreef het middel voor als: „Een afkooksel van de wortels als drankje en een papje van bessen en bladeren dat men op de betreffende plaatsen aanbrengt, hebben het vermogen gebroken beenderen en gewrichten, welke uit de kom geschoten zijn, weer aan elkaar te hechten resp. weer op hun plaats te brengen", schreef hij. Hij voegde er waarschuwend aan toe: „Hoe meer wortels men voor het afkooksel gebruikt hoe sterker dit wordt. Het kan geen kwaad maar ik hoop dat men zo wijs zal zijn, de sterke afkooksels ook voor de sterkste typen te gebruiken .

Dodoens in 1554 wist al waar het echt voor goed was 'Die wortel van Stekende palme in wijn ghesoden ende ghedroncken doet water maken/ lost die urine/ breeckt den steen ende doet dat graveel rijsen ende afgaen/ ende mits dyen goet den ghenen die de droppelpisse hebben'. Als diureticum wordt de wortel nog steeds gebruikt en ook in de hedendaagse wetenschappelijke monografieën wordt Ruscus officieel erkend als vochtafdrijvend middel. Toch is nu vooral  zijn werking op het veneuze vaatstelsel het best bekend. De Rusci radix heeft samentrekkende, toniserende werking op de gladde musculatuur van de venenwanden.'Oral absorption may stimulate the a-adrenergic receptors of the smooth muscle cells of the vascularwall', wordt in de Commission E monografie vermeldt. approved its use as a supportive therapy  for  discomforts of  chronic  venous insufficiency,  such  as pain  and heaviness, as well as cramps in the legs, itching, and swelling. It is also approved as a supportive therapy for complaints of hemorrhoids, such as itching and burning. 

Belangrijkste toepassingen volgens monografie herboristen opleiding

  • Spataderen en veneuze stuwing
  • Aambeien
  • Kuitkramp, zwaar gevoel in de benen
  • Oedeem, vocht in de benen
  • Capillaire aandoeningen o.a. vrieswonden en acrocyanose

Enkele wetenschappelijke onderzoeken
Parrado F, Buzzi A. A study of the efficacy and tolerability of a preparation containing Ruscus aculeatus in the treatment of chronic venous insufficiency of the lower limbs. Clin Drug Invest 1999; 18:255-261.Facino RM, Carini M, Stefani R, et al. Anti-elastase and anti-hyaluronidase activities of saponins and sapogenins from Hedera helix, Aesculus hippocastanum, and Ruscus aculeatus: factors contributing to their efficacy in the treatment of venous insufficiency. Arch Pharm (Weinheim) 1995;328:721-724.

zaterdag, december 31, 2016

Marsman

Rond de jaarwisseling moet ik altijd weer even de mooie, bevlogen en enigszins bombastische gedichten van Hendrik Marsman lezen. Wie leest ze nog?

Vlam in mij, laai weer op;

hart in mij, heb geduld,

verdubbel het vertrouwen -

vogel in mij, laat zich opnieuw ontvouwen

de vleugelen, de nu nog moede en grauwe;

o, wiek nu op uit de verbrande takken

en laat den moed en uwe vaart niet zakken;

het nest is goed, maar het heelal is ruimer.

vrijdag, december 23, 2016

Oude boeken, maden en Maurice

Het is zowat 40 jaar geleden. Schrikwekkend maar ook indrukwekkend om dat te kunnen schrijven. Veertig jaar geleden!

Ik snuffelde toen wat rond in een tweedehandse boekhandel in Leuven, zoals ik in die tijd wel meer deed. Blijkbaar gedroeg ik mij verdacht of was de eigenaar het vele stelen van boeken hartsgrondig beu, in elk geval sprak hij mij aan en vroeg om mijn rugzak te mogen inkijken. Ik had daar inderdaad wat eigen boeken inzitten, zoals dat meestal het geval was, maar hij dacht dat ik die uit zijn winkel had gestolen. Ik werd zo bang dat de politie mijn eigen toen nog beperkte bibliotheek in beslag zou komen nemen, dat ik er niets beter op vond dan een honderdtal boeken in een grote plastic zak te steken en die buiten in het bos onder een struik te verstoppen. Van planten en struiken had ik toen nog niet veel verstand maar toch weet ik nog dat het een vlierstruik was. Nu een van mijn lievelingsstruiken.De boekenpolitie is gelukkig nooit bij mij thuis binnengevallen, maar het gevolg was wel dat de boeken na enkele dagen buiten te hebben gelegen nat waren geworden en dus beschadigd. Na minutieus droogwerk hebben toch nog wat boeken kunnen redden. Boeken getekend en getekend voor het leven. Sommige van die boeken steken nog altijd in mijn uitpuilende boekenkast en krijgen nu natuurlijke een bijzondere waarde. Net zoals rimpels of littekens bij de mens vertellen zij nog steeds het verhaal van vroeger.

Een van die getekende boekjes heb ik nu 40 jaar later nog eens opnieuw doorbladerd. De paarden van Kral en nieuwe avonturen uit 'Natura Artis Magistra' van G. Brands. Ik heb het toentertijd tweedehands, ja zeker, gekocht voor 0.90, geen eurocenten maar Nederlandse centen. Brands is een Nederlandse literaire schrijver die ook over de natuur korte verhalen, eerder impressies schreef.

Ik lees een stukje van G. Brands. De maden van de bromvlieg kunnen geen vast voedsel tot zich nemen. Evenals spinnen scheiden ze eerst een vloeistof af met een sterk oplossend vermogen en zuigen vervolgens het vloeibare vlees op.In verre landen, waar EHBO en ziekenhuis verstek laten gaan, wordt een lelijke wond al gauw bedekt met maden. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Want hoewel de aanblik nogal ongewoon is, is het een uitstekende manier om gangreen te voorkomen. De maden houden de wond rood en gezond tot de dokter er is. Dat bleek al tijdens de Eerste Wereldoorlog. Gewonden met maden waren er beter aan toe dan gewonden zonder. Sindsdien zijn maden in de medische wetenschap danig in onbruik geraakt. Maar je weet maar nooit.

Wil het toeval dat ik een tijdje geleden zelf een informatief stukje over madentherapie geschreven en gepubliceerd heb. Ik citeer mijn eigen 'Waarom komen vliegen in open wonden hun eitjes leggen? Het zal wel zijn om hun broedsel in een later stadium lekker voedsel te leveren. Of zouden die vliegen en maden ook een beetje bezorgd zijn om de genezing van menselijke of dierlijke verwondingen? Of zit de schepping gewoon goed in mekaar? Want wat blijkt, de maden die uit die vliegeitjes komen krijgen niet alleen lekker voedsel maar zorgen ook voor de genezing van de wonden'.En zo is de cirkel weer rond. Een mooie, muffe boekhandel 40 jaar geleden, natte boeken buiten en wormen in oude wonden. Mooi en lelijk, ondergang en opstanding, allemaal één leven

vrijdag, december 16, 2016

Alkaloïden: materiële stoffen met een spiritueel karakter

Alkaloïdplanten en entheogenen: ratio en emotio

Brugmansia sp. / Trompetbloem
Alkaloïden zijn stikstofhoudende organische verbindingen met een basisch karakter. Ze oefenen sterke fysiologische werking uit op mens en dier. De meeste alkaloïden hebben als basisstructuur een aminozuur: lysine, ornithine,  fenylalanine of tryptofaan. De namen van de alkaloiden worden gewoonlijk afgeleid van de geslachts- of soortnaam van de plant, waaruit ze voor het eerst geïsoleerd zijn, b.v. nicotine uit Nicotiana, atropine uit Atropa e.d., of vaak ook naar hun farmacologische werking (morfine = morfeus, de god van de slaap).
Plantenfamilies die rijk zijn aan alkaloïden zijn vooral de Papaverachtigen (stinkende gouwe, slaapbol), de Nachtschade-familie (bilzenkruid, doornappel en wolfskers) en de ranonkelachtigen  (monnikskap, ridderspoor).

De technische, moeilijke en rationele definitie van alkaloïden staat in schrille tegenspraak met de sterke, emotionele en hallucinogene werking van deze stoffen op de menselijke geest. Alkaloïden en vooral de planten, waar die stoffen in aanwezig zijn, waren en zijn nog steeds sterk verbonden met de mens en zijn geschiedenis. Wij mensen hebben een onvermijdelijk haat-liefde verhouding met deze planten. Ze trekken ons aan en stoten ons af. Ze genezen of doden. Ze verruimen ons bewustzijn of maken ons gek.

De ratio.
Aromatische aminen: ephedrine, capsaicine, colchicine, cathine en mescaline
-Capsicum annuum – Spaanse peper (capsaicine): huidprikkelend (hyperaemie), reumapleisters
-Colchicum autumnale – Herfsttijloos (colchicine): bij jicht als pijnstiller
-Ephedra- Zeedruif (ephedrine): stimulans voor sympatisch zenuwstelsel (adrenergicum), bronchienverwijdend (astma), stimulans gladde spieren en hartspier.
-Catha edulis – Khat (cathine): sympathicusstimulans, euforiserend
-Trichocereus (mescaline)
-Lophophora – Peyotecactus (mescaline, verwant aan noradrenaline)

Purine-alcaloïden: nicotine, lobeline, cafeine, theofylline en theobromine
-Lobelia inflata – Lobeliakruid (lobeline): stimulans ademhaling, bij astma
-Coffea arabica – Koffie (cafeine): stimulerend op centraal zenuwstelsel, gaat vermoeidheid tegen, verbetert concentratie en reflexgevoeligheid. Diuretische werking.
-Camellia sinensis – Chinese thee (cafeine, theofylline): zoals koffie
-Ilex paraguaniensis – Maté (cafeine)
-Cola nitida – Kolanoot (cafeine)
-Paulinia cupana – Guarana (cafeine)
-Theobroma cacao – Cacao / chocolade (theobromine) : weinig centraalstimulerende werking, meer spierrelaxans en diureticum

Tropaan-alcaloïden : hyoscyamine (atropine), scopolamine,
-Atropa belladonna – Wolfskers (heksenkruid) (hyoscyamine, atropine): parasympaticolyticum, remmend vooral op klierafscheiding (speeksel, zweet-, maagsapsecretie) en remmend op samentrekking gladde spieren (maag,  darm en bronchien). Gaat ook braakneiging tegen en heeft een pupilverwijdend effekt (bella donna, mooie vrouw).
-Datura stramonium – Doornappel (heksenkruid) (hyoscyamine, scopolamine): zoals Atropa maar meer centraal kalmerend en minder perifeer werkzaam. In anti-astmasigaretten
-Brugmansia arborea – Engelentrompet: nauw verwant aan Doornappel
-Hyoscyamus niger – Bilzekruid (heksenkruid)
-Mandragora officinarum – Alruin: ritueelplant bij uitstek.
-Erythroxylum coca – Coca (bevatten ook andere alcaloiden zoals cocaine): inwendig kleine hoeveelheden centraal stimulerend, grotere hoeveelheden euforiserend en hallucinogeen. Uitwendig verdovend (vaatvernauwend en verlammend op de gevoelszenuwen)

Chinoline-alcaloïden: kinine
-Cinchona succirubra – Kinaboom (bast, kinine): bitterwerking, dus eetlustopwekkend sederend op centraal zenuwstelsel en daardoor ook al pijnstiller en koortsverlager in gebruik, maar vooral bekend als malariamiddel.

Isochinoline-alcaloïden: papaverine, hydrastine, berberine, morfine, chelidonine
-Papaver somniferum – Slaapbol (morfine, codeine): verdovend
-Hydrastis canadensis – Canadese geelwortel (hydrastine)
-Chelidonium majus – Stinkende gouwe (chelidonine): spasmolyticum
-Berberis vulgaris – Zuurbes (berberine)
-Sanguinaria canadensis (sanguinarine = acetylcholinerase remmer)

Indol-alcaloïden (indolring): indolalkylaminegroep (bufotenine, psilocybine), indolcarbolinegroep (harmine, reserpine, yohimbine), indol ergolinegroep (lysergzuur LSD) -Psilocibe species – Kaalkopjes / Teonanacatl (brood der goden) (psilocybine verwant aan hersenhormoon serotonine): hallucinerend
-Peganum harmala – Siberische wijnruit (harmaline)
-Passiflora incarnata – Passiebloem (harmane): sederend
-Banisteriopsis Caapi – Ayahuasca (harmine = bèta-carboline): hallucinogeen
-Rauwolfia serpentina – Rauwolfia (reserpine): centraal sedativum, bloeddrukverlagend
-Corynanthe yohimbine – Yohimbine: afrodisiacum
-Claviceps purpurea – Moederkoorn (lysergzuren, LSDachtig): adrenaline en serotonine antagonisten: bloedvatvernauwend, bloeddrukverlagend, uterussamentrekkend.
-Turbina corymbosa – Ololiuqui (LSD achtig)
-Ipomoea violacea – Dagbloem (lyserginezuuramide, serotonine achtig)

Steroïd-alcaloïden
-Veratrum species – Nieswortel (veratrine): sterk bloedvatverwijdend, verlammend op gevoelszenuwen zoals aconitine): bij neuralgïen. Zeer giftig 1 à 2 gr grondstof (10 à 30 gr alcaloïde) is dodelijk voor de mens.
-Schoenocaulon officinale – Sabadilla: parasiet (hoofdluis) dodend, maar kan via huid opgenomen worden
-Aconitum napellus – Monnikskap (aconitine): Zeer giftig 1 à 5 gr is dodelijk, prikkelt eerst, en verlamt daarna de sensibele zenuwuiteinden. Lethale dosis verlamt de ademhaling, waarna hartstilstand optreedt.

Lupinane- alcaloïden (lupinine, sparteïne) vooral in Vlinderbloemigen
-Cytisus scoparia – Brem (sparteïne): prikkelgeleiding hart, verwijding coronairen
-Laburnum anagyroïdes – Gouden regen: cytesine, giftig zoals nicotine, maar ook braakverwekkend.

Pyrrolizidine-alcaloïden (schadelijk voor de levercellen)
-Symphytum officinale – Smeerwortel
-Petasitis hybridus – Groot hoefblad
-Senecio species – Kruiskruid e.a.

Literatuur
-Farmacognosie en fytochemie van planteninhoudsstoffen. Univ Brussel -Farmacognosie Receptuur. Dr. Van Os. 1962 -Psychofarmaca. Hersenen onder invloed. Solomon H. Snijder. -Die Welt der Heilpflanzen. Hans Funke 1980 -Pharmaceutische Biologie.. Teuscher 1983 -Elseviers gids van giftige planten. De Cleene. -Tirion giftige plantengids. De Cleene

Emotio: Entheogenen /  Hallucinogenen / Planten der goden.


De meeste hallucinogenen bevatten alcaloïden, niet verwonderlijk omdat het juist alcaloïden zijn die werkzaam zijn op de hersenen en het zenuwstelsel. Chemisch gezien lijken die stoffen sterk op de neurotransmitters in het zenuwstelsel, boodschapperstoffen die zorgen voor de overdracht van informatie. Volkeren van overal ter wereld hebben die planten dan ook gebruikt om contact te leggen met de spirituele wereld en met de goden. Het waren dus de planten der goden.
Amanita muscaria –Vliegenzwam: Soma, heilig brood uit de RigVeda
Atropa belladonna – Wolfskers: bessen, blad en wortel met tropaanalcaloïden (atropine) Banisteriopsis caapi – Ayahuasca (Slingerplant van de ziel)
Brugmansia arborea – Engelentrompet: tropaanalcaloïden.
 Cannabis sativa  - Hennep / Marihuana: geen alcaloïden, maar cannabinoïden (THC), vooral in vrouwelijke bloeitoppen
Claviceps purpurea – Moederkoorn: indolalcaloïden (lyserginezuren LSD) bloedvatvernauwend
Datura stramonium – Doornappel, Toloache: tropaanalcaloïden, vooral hyoscyamine en scopolamine
Hyoscyamus niger – Bilzekruid (heksenkruid, zalf): tropaanalcaloïden
Ipomoea violacea – Dagbloem, Ololiuqui (klimplant van de slang): zaden met LSD achtige stoffen (indolalcaloïden), overeenkomst met serotonine. Lophophora williamsii – Peyote: cactusvlees met mescaline, overeenkomst met noradrenaline
Mandragora officinarum – Alruin: wortel, tropaanalcaloïden, de ritueelplant bij uitstek Psylocibe mexicana – Kaalkopje: hele paddestoel gebruiken
Salvia divinorum – Heilige salie: blad wordt gekauwd, niet giftig
Stropharia – Teonanacatle (vlees van de goden)
Tagetes lucida: niet giftig, weinig hallucinogeen, dragongeur Trichocereus – San Pedrocactus (mescaline): zoals Peyote

Literatuur 
Schultes en Hofmann. Over de planten der goden. Spectrum 1979-1983 Stafford Peter. Psychedelics Encyclopedia. 1978- 1992. Adelaars Arno. Alles over paddo’s. Prometheus 1997. Rutten A.M.G.  Ondergang in bedwelming. Erasmus 1997. Soulaire J.  Cactus et Médecine. Thiebaut  1947. Lemaire Ton.  Godenspijs of duivelsbrood. Ambo 1995. Davis Wade.  De Slang en de Regenboog. Contact 1986. Plotkin M.J.  In de leer bij de sjamanen. 1995. McKenna Terence.  Voedsel der Goden. Entheon 1992 – 1998. Tijdschrift Panforum.  Bres 1996, 1997, 1998 Ecodrugs. Over producten in smartshops. Drugcentum. Castaneda Carlos. De lessen van Don Juan. De Bezige Bij 1972. (reeks) Huxley Aldous. Hemel en Hel / De deuren der waarneming. Contact 1956 – 1973 Snijder S.  Psychfarmaca. Natuur&Techniek 1968