zondag, augustus 02, 2015

De bende bij de refuge en de genepl

Terug in de Franse Alpen bij Vallouise, wel 11 jaar na mijn eerste bezoek. Veel is er niet veranderd, de bergen blijven nu eenmaal op hun plaats. Alleen op de eindparking in de vallei 'Pré de Madamme  Carle' moet je nu betalen om te parkeren. We wandelen naar de refuge Glacier Blanc, een breed pad zigzaggend naar boven, indrukwekkend landschap met zicht op de Dôme des Ecrins en zijn gletsjer die voor geoefende wandelaars zelfs te beklimmen is  maar daar zullen we ons vandaag niet aan wagen. 

We willen wel graag een onooglijk plantje, genepi des glaciers vinden. Naar omhoog dus, op 2200 meter komen we bij de torrent, het water komt rechtstreeks van de gletsjer. Deze nog steeds grote gletsjer kwam ooit tot op de parking, daar raakten de gletsjertongen van de witte en zwarte gletsjer mekaar. Nu kunnen we ons hier over de glad gepolijste rotsen al wandelend verplaatsen. Op een hoogte van 2200 meter werd de eerste refuge gebouwd. een gerestaureerd gebouwtje is nu een herinnering aan die refuge Tuckett. Construit en 1886 pour suppléer un abri sous roche utilisé par les premiers alpinistes, l'ancien refuge Tuckett est le témoin de l'époque pionnière de l'alpinisme en Vallouise dans la seconde moitié du XIXe siècle.

Hogerop dan maar tot aan de refuge Glacier blanc en daar op een onoogelijke plaats langs het paadje naar het toilet vinden we enkele exemplaren van de mythische Genepi noir. En ja, echt de geur van de gelijknamige likeur. La plante qui est un tonicardiaque, sert à confectionner un alcool, mais peut également se consommer en tisane. On la trouve dans de nombreuses préparations culinaires de la région.
Depuis toujours, les haut-alpins, privés d’un rendement suffisant des vignes, distillent les alcools blancs, alcool de poires, vins de noix, “Pétafouere” et macérations de plantes. Parmi ces dernières, les fameux génépis.
Huile essentielle, principe d’amertume, tanin et résine, les vertus des tiges aériennes des génépis sont réputées traditionnellement pour soigner les troubles de l’appareil respiratoire. En infusion, les brins calmaient la toux des petits montagnards et le transit digestif des estomacs fragiles.

http://www.ecrins-parcnational.fr/

woensdag, juli 29, 2015

Wandelen van Chateau-Ville-Vieille naar Aiguilles

menhir Pierre Fiche
In de Franse Queyras. In Chateau-Ville-Vieille, waar we in gite, op camping en in motorhome verblijven. We wandelen van Chateau-Ville-Vieille naar Aiguilles. Niet langs de grote weg maar langs het natuurgebied van de Astragale Queu de renard. Deze vlinderbloemige plant is nu met het warme weer al volledig uitgebloeid maar staat toch met zijn beige zaadpluim volop te pronken.
Op de website van Florealpes wordt deze soort als volgt beschreven. Cet astragale ne passe pas inaperçu. Ses énormes grappes de fleurs jaunes et brunes l’ont rendu emblématique du Queyras, région où il est très présent. Le fait qu’il soit localement très présent n’enlève rien au fait qu’il soit protégé au niveau national. Ook andere warmteminnende, Zuiderse planten vinden we hier meer, als we tenminste rond 1500 meter hoogte blijven wandelen, maar dat zijn we natuurlijk niet van plan. Andere soorten met een mediterrane oorsprong zijn Centranthus angustifolius (Smalbladige spoorbloem), Laserpitium gallicum (Lazerkruid), Myricaria germanica (Duitse tamarisk), Nepeta nepetella, Ononis natrix
(Geel stalkruid), Ononis cristata (O. cenisia), Salvia aethiopis en Echinops ritro.


Gouddistel / Carlina acanthifolia
Eerst klimmen we nog stevig van 1300 meter naar een hoger gelegen GR-pad op zowat 2000 meter   Onderweg bezoeken en beklimmen we de merkwaardige menhir La Pierre Fiche. Boven op het brede GR-pad is het mooi en makkelijk wandelen. we vinden hier veel rosetten van de stekelige gouddistel, helaas zonder bloemen. In Franse Alpen wordt de plant le baromètre genoemd en de bloem tegen de deuren van stallen gespijkerd. De gedroogde plant reageert als een barometer op de luchtvochtigheid en zou huis en haard beschermen tegen boze geesten.

De laatste wandelkilometers naar Aiguilles zijn een echt plantenparadijsje voor herboristen. Grillige jeneverbessen, zuurbes en niets minder dan wilde hysop en wilde karwij groeien zomaar langs de wegrand. De hysop wordt door plaatselijke herboristen verwerkt in een likeur, net zoals de beroemde génepi. We plukken een handjevol bloeitoppen en kunnen dan weer zo blij als een kind de laatste meters naar Aiguilles uitwandelen.

Over hysop
Hysop is duidelijk een van van de belangrijkere planten uit de geschiedenis van de kruidengeneeskunde. De bijbel, Dioscorides noem maar op, allemaal hebben ze op een of andere manier hysop besproken en bewonderd. Vooral voor verkoudheid en astmatische aandoeningen was het in het verleden en ook nu nog bekend. Alhoewel de hysop uit de bijbel mogelijk een Origanumsoort geweest is. In elk geval Dioscorides had het wel over de echte hysop ' gekookt met wijnruit en honing helpt het tegen verkoudheid, ademnood...schrijft hij. En dat is dan ook eeuwen achter mekaar overgenomen door andere kruidkundigen.
Bij Dodonaeus, ook fan van Dioscorides, klinkt het zo 'Hysope met vijghen, Wijnruyte ende huenich in water ghesoden ende ghedroncken, es seer goet den ghenen die verstopt van borsten ende cort van adem sijn, die swaerlijck kichen ende eenen swaeren verouderden hoest hebben. Tot den selven ghebreken es zy oock goet met huenich vermenght ende dicwils ghelect'.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/55411-hysop-heilig-en-aards-verleden.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/hyssopus-officinalis-hyssop-1
https://www.youtube.com/watch?v=G43Wy3w7oL0
http://sites.google.com/site/kruidwis/

zondag, juli 26, 2015

Wolfskers bij Mont Dauphin

Tussen 2 kruidenstages door rij ik richting Queyras, we zijn we bij Guillestre en bij Mont Dauphin. In de kruidentuin, boven in de versterkte stad ontworpen door de beroemde Vauban, vinden we ook enkele wolfskersplanten vol met glimmende bessen. De tuin was vroeger bedoeld als voedselreserve bij een mogelijke belegering, Die sterk verdovende, hallucinogene planten moesten als pijnstillers dienen tijdens operaties. Of waren ze ook als verzetje bedoeld voor de soldaten of... om zelfmoord te plegen?

Eén gestolen besje bezorgt mij een veertigtal rijpe zaden en een paarse, vlekkerige hand. Zo'n éen flinke bes kan je geest al in de war brengen en zeven zijn voor een licht gewicht mens als ik, mogelijk al dodelijk. Zo'n stevige plant met honderd bessen kan hier dus een ware ravage aanrichten maar ik klaag daar niet over. Integendeel, de kracht van planten op lichaam en geest verbaast mij nog elke dag. Hier in de Alpen zijn het natuurlijk ook de bergen die ik bewonder, die mij klein maar terzelfdertijd ook groot maken en die me boven mezelf doen uitstijgen.

Een besje Belladonna
Atropa belladonna was al vroeg bekend als medicijn en als pijnstillend roesmiddel, zowel Theoprastus (300 voor) als Dioscorides (1ste eeuw na) kenden zijn gebruik. Matthiolus schreef in 1560 dat sommige adelijke dames het sap in de ogen druppelden om mooie grote pupillen te verkrijgen. Die wijd geopende pupillen zijn ook te bewonderen op de schilderijen van Renaissanceschilders zoals Botticelli en Rafaël. Belladonna werd toen dus gebruikt als een soort, toch wel straffe, oogmascara.Ook Hildegard vermeld uitvoerig de Dolo, zoals zij de Wolfskers noemt. Zij schrijft 'het is gevaarlijk voor iemand om het te eten of te drinken, want het verwart zijn geest alsof hij dood is.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/atropa-belladonna-wolfskers


zaterdag, juli 04, 2015

Gewillige gewrichten?

Mijn gewrichten hebben de laatste weken nogal geleden onder het wandelen in de bergen, het wieden in onze kruidige border, het maaien, het hakken en het oogsten. 
Dus weer wat tinctuur van de bloeiende moerasspirea en de schil van de wilg gemaakt. Ons overstromingsgebied langs de rivier hier in Pont ar Gorret, lijkt wel een kruidenveldje voor reuma- en artroselijders. Wilg, brandnetel, moerasspirea  en groot hoefblad zijn manshoog aanwezig. Met de sikkel probeer ik mij een weg te banen naar de rivier. Verneteld (goed voor gewrichten) en ver-kleefkruid bereik ik het verfrissende water.

Over de wilg schreef Van Maerlant (13de eeuw) in  der naturen bloeme 
Men zegt het dat wie wilgenbloemen
in zijn spijs heeft genomen
dat zijn wulpsheid over waart
en nooit meer geprikkeld wordt daarna.
Het sap geduwd uit de bomen
en in een drank genomen
dat is goed tegen de koorts.
Zijn bladeren in water mede
worden gestrooid omtrent hem die ligt
in hete zuchten en dit gebruikt
verkoelt de kwade lucht
die daar in is van grote zucht. (astma)

Filipendulae flores en Salix cortex
Dioscorides melde al 2000 jaar geleden dat de wilg de zwangerschap verhindert. In de oudheid gold de wilg als symbool van kuisheid en onvruchtbaarheid. Om die reden bestrooiden de vrouwen van Thesmophorien hun leger (bed) met onvruchtbare (manlijke) twijgen. Op het eerste zicht lijkt het dus niet zo aantrekkelijk om wilgenkatjes te snoepen, maar het is dan ook de schil of jonge schors die ik gebruik en die heeft al een lange traditie als pijnstillend, koortswerend en ontstekingswerend middel.

Wetenschappelijk onderzoek en de eeuwenoude praktijk bevestigen de pijnstillende werking
Au cours d’un essai à double insu, un mélange de plantes (Reumalex®) renfermant 46 % d’écorce de saule a été légèrement supérieur au placebo pour soulager les douleurs arthritiques des sujets5.
Au cours d’une étude de deux semaines auprès de 78 sujets souffrant d'arthrose, les chercheurs ont constaté une diminution de 14 % de la douleur chez les sujets ayant pris un extrait de saule (240 mg de salicine par jour) et une augmentation de 2 % chez ceux ayant pris le placebo6.
Au cours d’un essai, 127 participants souffrant d'arthrose du genou ou de la hanche ont été répartis en trois groupes7. Ils ont pris, durant six semaines, soit un extrait de saule (240 mg de salicine), soit 100 mg d'un médicament anti-inflammatoire (diclofénac), soit un placebo. Le saule a été légèrement plus efficace que le placebo, mais nettement moins que le diclofénac.
Selon une étude d’observation récente (2008), l’extrait de saule est aussi efficace que des médicaments anti-inflammatoires pour réduire les douleurs de l’arthrose du genou et de la hanche8. Selon les auteurs, l’effet de l’écorce de saule serait plus lent à se faire sentir, mais est associé à moins d’effets indésirables que les traitements classiques.

5. Mills SY, Jacoby RK, et al. Effect of a proprietary herbal medicine on the relief of chronic arthritic pain: a double-blind study.Br J Rheumatol 1996 Sep;35(9):874-8. Texte intégral : http://rheumatology.oxfordjournals.org
6. Schmid B, Ludtke R, et al. Efficacy and tolerability of a standardized willow bark extract in patients with osteoarthritis: randomized placebo-controlled, double blind clinical trial.Phytother Res 2001 Jun;15(4):344-50.
7. Biegert C, Wagner I, et al. Efficacy and safety of willow bark extract in the treatment of osteoarthritis and rheumatoid arthritis: results of 2 randomized double-blind controlled trials. J Rheumatol. 2004 Nov;31(11):2121-30. Texte integral : www.jrheum.com
8. Beer AM, Wegener T. Willow bark extract (Salicis cortex) for gonarthrosis and coxarthrosis - Results of a cohort study with a control group. Phytomedicine. 2008 Sep 22.

 La salicine n’est qu’un des principes actifs de l’écorce de saule. La dose généralement suggérée de 240 mg par jour est très inférieure aux doses d’antidouleur habituellement fournies par les salicylates de synthèse (de 1 300 mg à 2 600 mg par jour). Plusieurs autres molécules dans l’écorce de saule, des flavonoïdes par exemple, ont un effet anti-inflammatoire qui complète l'effet de la salicine et expliquerait l’efficacité de la plante à si petit dosage9.
9. Willow bark extract: the contribution of polyphenols to the overall effect. Nahrstedt A, Schmidt M,et al. Wien Med Wochenschr. 2007;157(13-14):348-51. Review.

donderdag, juni 25, 2015

In de bergen: Lac de l'Eychauda en col des Grangettes

 Na 2 uur klimmen tegen een natuurlijk stuwmuur op, komen we bij Lac de l'Eychauda. Een bergmeer op 2500 meter hoogte tussen toppen van 3000 meter. Het is middag en dus is dit de ideale plaats om te picknikken, gewoon brood en kaas in ons veel-sterren restaurant. De achtster, ook een plantje heeft ons de weg gewezen. Smeltende sneeuwvelden aan de overkant voeden het meer. In Juni zijn de bergen op hun mooist, veel water, witte sneeuw, bruine rotsen en blauw van water en lucht. Romantisch, lieflijk om naar te kijken en te fotograferen maar ruig en vermoeiend om in te wandelen en in te leven.

We kunnen vandaag een toer (boucle) maken. Voorbij het meer kunnen we naar de col des Grangettes 2684 meter . Altijd weer spannend.......hoe is de andere kant van de kam? En deze keer ziet het er echt spannend uit. Ruwe, gespleten, gekartelde rotsen gebarsten tot grind en gruis. Het pad onzichtbaar, verborgen onder sneeuw en gruis. Dat we naar beneden moeten is het enig zekere, al is recht naar beneden nooit het juiste spoor. Tussen de rotsen zigzaggend afdalend, proberen we het pad op te sporen of markeringen te vinden. Plantjes zijn hier niet veel te vinden en daarbij heb ik al genoeg werk met mezelf. Soms moeten we afklimmen in plaats van afwandelen. En daarbij ben ik ook nog de gids en moet ik dus zorgen dat ook de anderen heelhuids beneden geraken.

Speuren, enkele meters aangetrapt gruis....is dat een menselijk of een dierlijk spoor?  Mensensporen kan ik volgen, gemzensporen niet. Hoe gems ik ook wil zijn, knikkende knieën en krakende gewrichten verraden mijn mens zijn en mijn ouderdom. Leef-tijd is het hier anders wel en genieten doen we des te meer als we rotsen en glijdend gruis achter ons laten en gras en bergplantjes aan onze voeten voelen. Bergnagelkruid, zonneroosjes, rozenkransjes, alpenvrouwenmantel, de klassiekers die ik al honderen keren gezien heb maar die mij gelukkig nog altijd in vervoering kunnen brengen. Geneeskrachtig ook, maar dat ze er gewoon zijn is gezond genoeg voor mij.

Over achtster / Dryas octopetala
De Duitse naam Silberwürz, zilverwortel en de oude Nederlandse naam zilverkruid verwijzen naar de kleur van het blad. In de noordelijke landen werd de plant naar de sneeuwhoenders genoemd, omdat die zich met het blad en de vrucht voeden.
Drys is een oude naam voor eik, het blad maar dan vele maatjes kleiner, heeft de typische vorm van het eikenblad. Het tweede deel van de naam octopetala en de Nederlandse naam Achtster, verwijst naar de acht bloemblaadjes.
In de tuin is Dryas octopetala goed te kweken. De plantjes vragen een zonnige en goed gedraineerde grond. De bloei kan soms uitbundig zijn, maar er kunnen ook jaren zijn dat er weinig bloemen verschijnen. Je kan daar weinig aan doen; het is vooral een kwestie van de juiste temperatuur en regen op het juiste moment. Ook in de natuur zie je van jaar tot jaar grote verschillen in bloei. Vermeerderen kan door zaaien, maar als je eenmaal een plant in de tuin hebt, kun je gewortelde uitlopers af nemen of je kunt de planten vermeerderen door ze te stekken.
Het is niet echt een bekende medicinale plant, maar de naam Thé suisse, verwijst wel naar zijn sporadisch gebruik als drank. Er zijn ook looistoffen en flavonoïden in het blad gevonden, zoals er ook in de Chinese thee zitten. En waarschijnlijk hebben ze daardoor ook een anti-oxidantwerking en bij het drinken van grotere hoeveelheden ook een stoppende werking.

On commence par stationner devant Chambran, un superbe petit hameau de montagne entièrement en pierres et bois, flanqué de sa petite chapelle. Démarrage sur la piste qui sort du hameau et court dans le Vallon de Chambran. Après les parcs à brebis et une cascade à gauche on commence à apercevoir le verrou de Coste du Laou derrière lequel nous trouverons le lac de l'Eychauda.
La piste se termine à la cabane pour laisser place à un sentier qui se met à monter plus franchement dansles rochers du haut du Vallon de Chambran.
Pendant la montée vers le lac un petit coup d'oeil en arrière nous fait découvrir au loin les communes de Pelvoux et Vallouise.En regardant vers le bas on peut voir le sentier en lacets que nous venons de parcourir depuis le fond du vallon.
Nous arrivons enfin au verrou de Coste du Laou pour découvrir le Lac de l'Eychauda (2514 m) dans son écrin rocheux fermé au nord par la Crête des Grangettes (2844 m).
Nous contournons le lac par la droite pour monter au Col des Grangettes (2684 m) verrouillé à l'est par le Roc de la Montagnolle.
La vue depuis le Col des Grangettes est un superbe spectacle : sous nos pieds le Lac de l'Eychauda prolongé par la vallée de Pelvoux,à droite (donc à l'ouest) le glacier de Séguret Foran sous la Pointe des Arcas (3479 m) et le Dôme de Monêtier (3404 m).

dinsdag, juni 23, 2015

In de Alpen. Zeldzaamheden op de Crêtes de Vars: edelweiss, berardia en génépi

Onze Alpenbende heeft iets met rood. Twee jaar geleden volgden we de rode bollen op het steile en deels door storm verwoeste pad naar Le Derochoir. Vorig jaar waren er de rode vlagjes naar Col deCoux (zie Herba 75). Ook vandaag wagen we ons weer aan rood, deze keer aan de rode wegaanduiding van de trial die hier vorige week doorging. Die markering komt overeen met de Tour de Crêtes de Vars maar in de tegengestelde richting. Onze gids belooft ons massa’s edelweiss Leontopodium alpinum en génépi, dus daar kunnen we niet nee tegen zeggen.

Op stap
De vertrekplaats ligt iets van onze berghut weg, dus moeten we eerst nog een eindje rijden met de wagen. Dat moet langs smalle weggetjes met hier en daar brokstukken van de rotsen op en vernielde wegmarkeringen langs de weg. Niet bepaald een geruststellende start van de dag … in de bergen verplaats ik me liever met mijn twee voeten dan op vier wielen. We rijden tot aan de parking van de refuge Basse Rua en moeten daarvoor zelfs door een dierenafsluiting rijden. De horizontaal gespannen draad blijkt bij nader inzien een soort antenne die dwars over de weg hangt en gaat gelukkig langzaam open als we die met de neus van onze auto raken.

Op het infobord kunnen we ons tochtverloop bekijken: Parking refuge
Basse Rua – 1731 m, Col de laCoulette – 2362 m, Crêtes de Vars 2600 m, Col de la Scie – 2376 m, Parking refuge Basse Rua – 1731 m. We kunnen steeds de rode tekens van de trial volgen en daarnaast geven ook gele bollen nog eenshet pad aan tot aan de Col de la Coulette.
De gids wijst ons de kam waar wenormaal gezien binnen enkele uren op zullen wandelen. Dit lijkt ons vóór de start ongeloofwaardig want die bevindt zich nog torenhoog boven ons. Zullen we daar echt vandaag nog geraken? Uit mijn rugzak komt de fijne geur van vers brood als belofte voor de middag. Tegen die tijd zijn we al een heel stuk dichter bij de kam … of dat zou toch zo moeten zijn.

De eerste flora van de dag
We starten in het bos waar de berendruif Arctostaphylos uva-ursi een frisse indruk en intro geeft op een brede keiweg tussen veel groen van alpenweegbree Plantago alpina, bolrapunzel Phyteuma orbiculare, ruige weegbree Plantago media, kranskartelblad Pedicualaris verticillata, esparcette Onobrychis viciifolia en brilkruid Biscutella laevigata. Op het pad plots ook een strookpaardenbloemen Taraxacum officinale. Die troffen we deze week nog niet veel aan, ook zo voor de absintalsem Artemisia absinthium, die we hier deze week voor het eerst zien.

Door het bos lopen is nu zeker wel een zaligheid want de zon laat haar van haar felste kant zien en voelen. Het bos levert ons een rode eekhoorn Sciurus vulgaris op. Het diertje vlucht vliegensvlug tot boven in een boom maar we hebben het schuwe diertje op zijn vluchtroute wel heel goed kunnen volgen. Ook vliegen Muscidae - Brachycera vliegen vliegensvlug, maar dan wel rondom ons heen. Ze zijn met velen maar hun aanwezigheid wordt door ons niet erg op prijs gesteld.
Als we de boomgrens voorbij zijn, valt de zon op ons hoofd en dat tijdens het klimmen. Maar als we even later halt houden in de schaduw om wat uit te blazen, krijg ik het al snel koud en moet een fleece redding brengen. Nauwelijks te geloven dat het verschil in temperatuursgevoel in zo’n korte tijdsspanne zo groot kan zijn. Pauze betekent ook altijd wat tijd om de flora in de nabije omgeving nauwkeuriger te verkennen. Zo vinden we een soort kleine valeriaan Valeriana, steenbreek spec. Saxifraga spec., zoals de altijdgroene steenbreek Saxifraga paniculata, en een piepklein walstrootje Galium.

We klimmen verder naar de pas, die blijkbaar geen naam heeft maar wel een bijzonder mooi panorama biedt. In dat panorama ligt aan de horizon de Col de Coulette op ons te wachten. We stappen er in haarspeldbochten door de alpenweide heen. Bij de tweede bocht ontdekken we de eerste edelweissjes.
Ze staan hier eigenlijk niet echt in hun biotoop maar daar malen we niet om. Ze zijn prachtig met hun witfluwelen bloemblaadjes. Bij deze is de gids al één van zijn beloftes nagekomen. Op naar de volgende zeldzame plant.
De klim naar de col is lang en geleidelijk. Telkens we een bocht nemen, zien we meer blauwe lucht en minder groen. We naderen de horizon langs paden omzoomd met achtster Dryas octopale, kogelbloemen Globularia, Polygonum viviparum, rozenkransjes Antenaria dioica en één vanilleorchis Nigritella. Verder is de weide wellicht ondermijnd door marmottengangen want overal zijn nestgaten te zien.

Even pauzeren, dan weer doorbijten
Hier in de weide zijn er heel wat minder vliegen maar ze geven niet op. Eénmaal de col bereikt zijn ze weer even massaal aanwezig, net als een groep joelende kinderen op bergvakantie. We bekijken even hun spel maar zoeken dan toch een plaatsje aan de andere kant van de col voor de middagpauze. Het is er rustiger en vooral ook warmer want hier is minder wind. Nu kan ik na de geur, ook genieten van de smaak van het meergranenbroodje uit mijn rugzak. Na de picknick blijven we lang genieten van de omgeving.
Als we onze tocht verder zetten en beginnen aan de klim naar de kam, komt plots een heel felle wind opzetten. We moeten onze petten goed over onze oren trekken en krijgen het nauwelijks warm ook al is het stevig klimmen. Op een eerste plateau zien we de bladeren van de kortstelige wegdistel Berardia subacaulis, nog zo’n zeldzaamheid in de bergen. Na wat speurwerk vinden we ook een exemplaar in bloei. Deze laaggroeiende plant uit de distelfamilie heeft sterk behaarde grijsgroene bladeren en een gele bloem. Het is pas de tweede keer ooit dat ik die plant zie. De eerste keer dateert nog uit het analoge fototijdperk, toch al even geleden. Ondanks de vrij penibele omstandigheden - zeer steile groeiplaats én de fameuze rukwind - proberen we de Berardia toch op de digitale plaat vast te leggen.

We wandelen verder in een zeer ruig landschap, op rotsige, smalle paden tussen enorme stenen blokken die door erosie allerlei vormen aangenomen hebben. Met wat fantasie kunnen we er wel wat figuren of beelden in zien en lijkt het wel of we door een openluchtmuseum wandelen. We moeten echter alle aandacht bij het pad houden want het is vrij belangrijk dat we onze voeten precies op de juiste plaats kunnen neerzetten, hindernissen kunnen overbruggen en niet al te dicht bij de rotsrand lopen. Na dit moeilijke stuk is het even wachten tot we weer allemaal samen zijn. Hierboven is het meer dan genieten van het zalige landschap en de opvallende stilte. Als ik wat op adem ben gekomen, is het weer tijd om de directe omgeving af te speuren. Een bergvenkel Meum athamanticum ruikt naar kervel Anthriscus en een vale gier Gyps fulvus zweeft langzaam over de kam heen. Een perfect plaatje.

De finish in zicht
Nu we echt op de kam zijn, loopt het wat gemakkelijker. We blijven nog een beetje in de linkerflank van de berg lopen maar af en toe krijgen we rechts een opening in de rotsen waardoor we de refuge en de parking onder ons zien. Deze morgen stonden we daar beneden nog vol ongeloof naar deze hoogte te kijken ... . Nu voelen we ons stiekem een beetje trots dat het ons gelukt is om het onwaarschijnlijke van deze morgen toch te bereiken. ‘Le moment suprême’ komt echter als de génépi zich laat zien. In de kloven staat hij heerlijk geel te pronken in de zon. Het is de gletsjergénépi Artemisia glacialis met zijn gele bolletjes als bloeiwijze. Deze soort is niet zo aromatisch als de zwarte alsem Artemisia génépi die we enkele dagen geleden zagen maar dat kan de pret niet bederven. De plantenliefhebbers onder ons zijn weer in de zevende hemel.
Naast de onooglijk kleine plantjes zijn er nog steeds de enorme rotskunstwerken. De erosie speelt met
harde en zachte steen en weer kan de fantasie aan het werk. De kam is zeer afwisselend, rechts eerder ruw en stenig, links neigt die al naar alpenweide en dus groener. Dat maakt dat er langs beide zijden een verschillende flora is, rechts nog wat verloren viooltjes Viola spec., links gaat de groene weide zelfs over in bosstrookjes. We horen de nog steeds felle wind door de bomen fluiten en de geur van hars die daarbij vrijkomt, doet ons goed. Zonder dat we er erg in hebben, komen we zo op Col de Scie. Er staat een mast met zonnepanelen, wellicht voor de trial van vorige week. Hier begint onze afdaling best aangenaam met lange haarspeldbochten op een zacht bospad en in een tapijt van dennennaalden. Een bospad met weinig onderbegroeiing dat zorgt voor wat rust in het herboristenhoofd.

Na het bos is de achtster Dryas octopetala aanvankelijk weer volop aanwezig maar langzamerhand neemt de diversiteit aan planten in de alpenweide weer toe met alle kleuren die we ons kunnen voorstellen. De warme zon zorgt voor heerlijke geuren als we bloemenveldjes passeren. Hierboven staat de Turkse lelie Lilium martagon nog in knop. De wilde akelei Aquilegia vulgaris is op verschillende plaatsen te bewonderen. Toch knap hoe die bloem opgebouwd is. Ze ziet er telkens anders uit, afhankelijk van welke kant je ze bekijkt. Ook de donkere akelei Aquilegia atrata, een witgekleurde bosooievaarsbek Geranium sylvaticum en gele gentianen Gentiana lutea langs de rand laten zich zien. Tijdens het afdalen, blijven we hopen op een bloeiende Turkse lelie maar we bereiken de parking zonder dat deze hoop ingelost wordt. Met de frisse herinneringen aan de Berardia, edelweiss en génépi, komen we veilig en wel weer bij de auto’s aan.

donderdag, juni 18, 2015

Rozenblaadjeshoning

Rozenblaadjes hebben we allemaal al wel eens geroken, maar heb je ze al ooit gegeten? Stevige rozenblaadjes vooral van de rimpelroos getrokken in honing, zijn goed te eten als zoet, aromatisch broodbeleg, in muesli, in allerlei nagerechten of als geur- en smaakstof in koek of cake.

Rose Petal Honey 
Rosa rugosa / Rimpelroos bij Domaine du Bonsoy
What you’ll need… a small jar enough rose petals to fill the jar gently honey to fill the jar. Once your rose petals have been cleared of any insects, place them into your jar. Put in enough roses that you gently fill the jar but they aren’t completely crammed in there. (Unless they are dusty there is no need to wash the rose petals. In fact your honey will be stronger in flavor if you don’t rinse them.) Next fill the jar with honey.
 I like to gently warm the honey to make sure it has a syrup-like consistency. Being slightly warmed and more fluid helps it to better infuse the petals.  I often add the honey in two steps. First I fill the rose petal jar with honey and stir it well to release air bubbles. Then I add more honey to fill the jar again. I recommend waiting at least three days before you eat the honey. The honey will pull out the moisture from the roses, infusing it with their perfumed flavor. There is no need to strain the petals and we keep our rose petal honey on the counter. If you live in a warmer climate you may want to keep it in the fridge. This honey will keep for a long time.

Rozengelei of siroop
Een zeer eenvoudige rozensiroop kun je maken door een laagje bloemblaadjes van de rimpelroos om en om de bestrooien met suiker, ongeveer 1 week in een glazen bokaal op kamertemperatuur te laten trekken en dan uit te zeven. Je krijgt dan een zeer aromatische, wel nogal vloeibare siroop, die een licht ontsmettende en samentrekkende werking heeft en dus tegen keelpijn en heesheid werkzaam is. Maar natuurlijk kan hij ook als lekkernij op pannenkoeken of in nagerechten gebruikt worden.

Over rozen en rimpelroos Rosa rugosa
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/rosa-canina
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/39984-rosa-is-een-roos.html


woensdag, juni 10, 2015

Prostaatverzachtende wilgenroosjes

Al enkele weken aan het wachten op de eerste bloeiende basterdwederikken of te wel kleinbloemige wilgenroosjes. Vandaag in de toontuinen van Hoegaarden de eerste bloeienden gezien en geoogst. En dus kunnen we opnieuw tinctuur en extract maken om gezwollen prostaatklieren te verzachten.


Epilobium hirsutum
Epilobium parviflorum Schreber  Small Flowered Willow Herb. Recent biological testing by Ducrey and Hartmann proved that the tannins Oenothein A and Oenothein B are extremely potent inhibitors of 5-a-reductase ( which metabolises testosterone into dihydrotestosterone ) and aromatase ( which converts testosterone into 17-B-estradiol ).In the case of Aromatase Oenothein A showed an inhibition of 70 % at 50 uM during in vitro testing. Against 5-a-reductase Oenothein A had a 50 % reduction at only 1.24 uM and Oenothein B a 50 % reduction at 0.44 uM. Finasteride shows the same result at 5 nM. This leads to the conclusion that Oenothein B is a potent 5-a-reductase inhibitor

 A German research study confirmed that epilobium contains the active beta-sistosterol, a plant hormone that is the active component in Saw Palmetto - a known and proven 5-AR inhibitor.

 But why is the Aromatase inhibiting function of Oenothein B so important? The inhibition of DHT increases the conversion of Testosterone into Estrogen with the help of Aromatase. . A decrease in DHT allows free testosterone to be converted to Estrogen because the DHT has been shut off. A 90 % block of DHT increases the free Testosterone by up to 30 %. Estrogen in men itself inhibits the production of gonadotropin-releasing hormone (GnRH), luteinizing hormone (LH) and follicle-stimulating hormone (FSH). As estrogen increases and testosterone decreases many men become prone to gynocomastia, increased body fat and body hair and much lower sex drive. The only way to avoid this is taking an aromatase inhibiter. Oenothein B does provide you with the best of both worlds. A very effective 5-AR and Aromatase inhibition in one product without any side effects.

 Aan Maria Treben komt de eer toe, ons bewust gemaakt te hebben van deze Epilobiumsoorten. Planten die lange tijd totaal in de vergetelheid geraakt waren. De basterdwederik soms ook kleinbloemig wilgenroosje genoemd telt wel een tiental verschillende soorten. Het onderscheid tussen deze soorten is moeilijk te maken en er zijn aanwijzingen, dat de kleinbloemige Epilobiumsoorten zoals Epilobium parviflorum, Epilobium montanum, Epilobium roseum en Epilobium palustre, medisch gezien het meest werkzaam zijn. Ondertussen blijken ook alle andere Epilobium en Chamaenerionsoorten werkzaam te zijn. Sinds het grote succes van de boeken van Treben werden de kruiden in vele gevallen puur empirisch gebruikt, hetgeen interessante successen heeft opgeleverd.
Ondertussen zijn er verschillende klinische onderzoeken gepubliceerd, die bevestigen dat Epilobium-thee of het in capsules geleverde totale extract van de plant, daadwerkelijk een werkzaam en beslist onschadelijk middel is, met een breed werkingsspectrum voor prostaatadenoom en ziekten, die eruit voortkomen.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/epilobium-basterdwederik





dinsdag, juni 09, 2015

Een mooie tuin met heermoes

Herboristjes in spé. Afsluiting van het eerste jaar in de mooie, volle tuin van Yves. Een Bacchusprieeltje met klimmende wijndruiven en geelbladige hop: bier en wijn broederlijk verenigd, een forsbloeiende Russische rabarber, pioenrozen, santolina met olijfgeur, waterdrieblad...... Een hellingtuin vol met een overvloed van stevige struiken en toch hadden de herboristen nog het meeste belangstelling voor een braakliggend stukje tuin overwoekerd met 'mooie' heermoes. Er werd ijverig geoogst en de eigenaar zag dat het goed was. Heermoes Equisetum arvensis vervelend voor de grond maar gezond voor onze gewrichten en voor de hele verpakking van ons lichaam. Morgen dus tinctuur maken, drogen en tot poeder vermalen, met honing mengen of verwerken met wat zout en andere kruiden om soep, rijst en ander voedsel te aromatiseren.

Heermoes, akkerpaardenstaart, Equisetum arvense
Dioscorides maakte reeds melding van heermoes als wondhelend, bloedstelpend en urinedrijvend middel. Galenus deed in de 2de eeuw voor Christus de uitspraak dat heermoes: 'pezen kan helen, zelfs als ze doormidden zijn gesneden'. In de middeleeuwen lijkt het gebruik weg te deemsteren, Hildegard von Bingen bevond het kruid onbruikbaar voor medische doeleinden. Culpeper beschrijft in de 17de eeuw de paardenstaart als middel tegen uit- en inwendige bloedingen, als heler van verse wonden en hulpmiddel bij huidproblemen. Kneipp, de grondlegger van de hydrothérapie, herontdekte de plant als veelzijdig geneeskruid, te gebruiken in zitbaden en als warme omslagen.

De plant Hippuris zou adstringerend werken, haar sap bloedvloeiingen van de baarmoeder stillen. Met wijn gedronken verdrijft ze de plas, eigenschappen die het volksmedicijn nog aan Equisetum toeschrijft. Daartegen is er niets meer te vinden van het gebruik als hoest- en wondmiddel wat Dioscorides van Hippuris opgeeft. Overigens gebruikt hij ook een hetera hippuris, een andere hippuris die ook als een Equisetum herkend is. Plinius noemt die door de Grieken genoemde plant equisaetum of paardenhaar. In een nieuwe aarden pot gekookt verteert (extinguit) het de milt van de hardlopers, haar kracht om bloed te stellen is zo groot dat het genoeg is om haar in de hand te houden. Wat hij verder over het gewas zegt komt niet overeen met de vermeldingen van Dioscorides.

Opvallend is dat ook Marcellus Empiricus de herba hippuris als middel voor miltziektes noemt.
In de 12de eeuw wordt het cauda equi genoemd door Albertus Magnus. Zijn bron schijnt het ‘Kanon’ van de Arabische arts Avicenna te zijn. Hij vermeldt ook de bloedstelpende eigenschappen.
H. Bock beschrijft vooral de kleine, klein Schaffthew of Katssenschwentz en beschrijft er twee vormen van, de steriele en bloeiende. Ook het gebruik om te poetsen was in zijn tijd gebruikelijk en verder zijn bloedstelpende eigenschappen. In latere tijden is ze dus vooral bij Kneipp bekend geworden. Die roemt haar bij plasmogelijkheden als enig en onvervangbaar, bij bloedingen verhaalt hij wat Dioscorides een 2000 jaar al zei. In de Pfalz werd het bij vingerzeer, panaritium, gebruikt.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/92520-heermoes-veelzijdig-geneeskrachtig.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/equisetum-arvense-heermoes

vrijdag, juni 05, 2015

Kamille levensverlengend?

Echte kamille bloeit langs wegen en velden. Bloemen plukken brengt me helemaal terug naar mijn jeugd. Naar de korenvelden, naar het Moriske van 60 jaar geleden. De geur van gisteren. 
Wie had ooit gedacht dat het vervelend onkruid van toen, een levensverlengende werking zou kunnen hebben.
Dat moet blijken uit de epidemiologische studie van Bret Howrey University of Texas. Howrey bestudeerde Mexicaanse Amerikanen, en ontdekte dat in ieder geval onder Mexicaanse vrouwen het gebruik van kamillethee een forse levensverlengende werking lijkt te hebben.

In kamille, wetenschappelijke namen: Matricaria chamomilla en Matricaria recutita zitten onder meer terpenoiden zoals alpha-bisabolol, maar ook apigenin-analogen en azulenes. Die mix van stoffen heeft een rustgevende werking, waardoor je beter kunt slapen. Bovendien gaan mensen die kamillethee drinken minder tobben en piekeren, [J Clin Psychopharmacol. 2009 Aug;29(4):378-82.] en verzacht kamille depressies. [Altern Ther Health Med. 2012 Sep-Oct;18(5):44-9.]
Tegelijkertijd hebben de bestanddelen van kamille in cel- en dierstudies ook een gezondheidsbevorderende werking. Alpha-bisabolol en de apigenin-analogen in kamille remmen bijvoorbeeld kankercellen. [Biochem Biophys Res Commun. 2004 Mar 12;315(3):589-94.] [Mol Cell Pharmacol. 2009 Jan 1;1(3):138.]
In een uitstekende overzichtsstudie noemde de voedingswetenschapper Janmejai Srivastava kamille "a herbal medicine of the past with bright future". [Mol Med Rep. 2010 Nov 1;3(6):895-901.]

Studie
In zijn onderzoek analyseerde Bret Howrey de gegevens van 1677 Mexicaanse 65-plussers, die allemaal woonden in Zuidelijke staten van de VS. Van hen dronk 14 procent wel eens kamillethee. De gegevens waren verzameld in de periode 2000-2007.

Resultaten
De sterftekans van de Mexicanen die kamillethee dronken was 29 procent lager dan die van de groep als geheel, ontdekte Howry. Onder de vrouwen verminderde het drinken van kamillethee de sterftekans met 33 procent, onder de mannen was het effect van kamille niet statistisch significant. Dat zou wel eens kunnen komen omdat de mannen beduidend minder kamillethee dronken dan de vrouwen, vermoedt Howrey.
"The question soliciting information on chamomile use asked about any use in the last 12 months but did not specifically request information regarding duration of use or frequency", schrijft de onderzoeker. "Thus, it is plausible that even if men reported use of chamomile they may have used it sporadically or at lower doses than women."

Conclusie
"Chamomile use among Mexican Americans was associated with a reduction in all-cause mortality", concludeert Howrey. "The exact pathway for a reduction in mortality is unknown and represents an important area for future research. Studies with improved granularity in the measure of chamomile use in dosage and duration will lead to a better understanding of the role of chamomile in reduced mortality."
Bron:Gerontologist. 2015 Apr 29. pii: gnv051.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/60342-kamille-recepten-van-vroeger.html
http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/74002-kamille-botanisch-en-farmacologisch-bekeken.html

Genitaliëngeur?

Soms hebben heel gewone struiken of bomen zo hun geheime kantjes. Oude gebruiken, medicinale toepassingen, magische krachten of vreemde geuren. De Viburnums zijn zo'n plantengeslacht die, als brave sierstruiken onze tuinen bevolken, maar waarvan de bloemen heel verschillende, intrigerende geuren verspreiden. Geuren met een geschiedenis.
Er zijn soorten met een zwaar zoete, tropische geur, anderen verspreiden een vluchtig fris, bijna citroenachtig aroma en verder zijn er ook Viburnums die ons neusorgaan met een stinkende zwavelgeur teisteren.

Nog merkwaardiger was mijn ontdekking dat sommige van die geuren, van zoet tot zuur, in verband gebracht werden met de geur van de genitaliën. En dan ook genitaliënbloem genoemd werden. Bloemen die een vaginale geur verspreiden en dan ook nog bij menstruatieklachten gebruikt worden. Is dat geen ouderwetse signatuurleer!

In de randen van bossen, maar ook in zelfstandige struwelen en hagen vind je nu de  bloeiende Gelderse roos, Viburnum opulus, zijn platte bloeiwijzen bestaan uit twee typen witte bloemen. De bloeiwijzen zijn tuilen. De grote bloemen aan de buitenrand zijn geslachtsloos en dienen om  hele bloeiwijze meer aantrekkelijk te maken voor bestuivers. Mijn moment om net zoals vliegjes even te snuffelen aan de grote steriele en aan de zeer kleine fertiele bloemen. De grote bloemen zijn geurloos alleen de kleine lijken een subtiele zoetzure geur te verspreiden, maar om daar vaginale geur in te herkennen moet een mens wel veel fantasie hebben. Of moeten de bloemen ouder zijn? Of verwelkt zijn?

In een klassiek boek over seksuele voorlichting uit 1929, Het volkomen huwelijk van Dr. Th. van de Velde, het standaard voorlichtingsboek uit die tijd. Het enige boek ook dat mijn ouders bezaten en dat ik als kind zowat 60 jaar geleden ontdekte in de linnenkast, diep verborgen onder een stapel dekens. In dat zedige boek schrijft Van de Velde over het clitoraal smegma, een zachte vetmassa, die door de daar aanwezige smeerklieren wordt bereid. Hij beschrijft de geur die van aangenaam naar zeer onaangenaam kan overgaan. En... vergelijkt de geur met viburnumbloesem in zijn tuin. 'Zijne pas ontloken bloesems hebben een reuk, die aan dien van vrouwelijke genitalia herinnert. Het valt mij telkens op dat mannen met blijkbare voorliefde aan deze bloesem ruiken....’. En hij schrijft er bij dat zelf zeer onervaren mannen, het graag ruiken.Worden deze bloesems ouder, zegt hij, dan verandert hun reuk meer en meer, om ten slotte het zeer onaangename ranzig-scherp-zoutige kenmerk aan te nemen, dat ons gynaecologen maar al te zeer bekend is.

Ja, planten en wat mensen, herboristen of anderen er van maken, blijft me verbazen.

http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/58256-viburnum-met-vaginale-geur.html

Recept:
In de fytotherapie wordt voornamelijk de schors gebruikt in de vorm van tinctuur als krampwerend en pijnstillend middel bij menstruatieklachten. Tinctuur Viburnum opulus: verse geschilde schors 50 gram 3 tot 6 weken laten trekken in 250cc ethanol van 60°. Uitzeven, in bruine flesjes en donker bewaren. Dosering 3 maal daags 10 tot 20 druppels als pijnstillend middel gebruiken, niet langer dan enkele dagen.




zondag, mei 31, 2015

Kruiden- en mensenwandeling


In mijn broekzak vind ik nog een verkreukt, plat geperst blaadje met een harsige geur. Van waar blad? Van wat blad? En dan besef ik... het blad én de broek zijn van de zondagse, Hollandse kruidenwandeling met Evelien, Aukje en vele anderen. 
Kruidig wandelen bij de Utrechtse heuvelrug, Nederlandse heuvels, alhoewel Hollandse ondernemingsgeest die heuvels wel wat hebben geholpen met een afgraving. Wat dan weer een mooi meer opleverde.
Dus op en neer in Nederland, heideachtig gebied hier in de Zanderij zonder veel heide maar wel met sint janskruid nog net niet in bloei, tormentil en andere ganzerikken, verdwaalde rimpelrozen en een meute mensen, die als gezellige, intelligente schapen samenklitten rond onooglijke plantjes. Mensen met neus, handen, ogen en mond snuffelend langs de grond. Ratio en emotio. Aarden en hemelen!

Ik kom zelf wat langzaam op gang, mogelijk door een onrustige, angstige voorbije nacht. Maar wandelen, praten, ruiken en steeds meer kruiden op op ons pad werkt genezend. Grote wilde tijm, vrouwenmantel en betonie werken ook zonder ze op te eten geneeskrachtig.

Mythische planten zoals betonie zijn we in de hedendaagse fytotherapie wat vergeten, vroeger was het een plant met grote betekenis. Betonie wordt in Grieks Cestron en Psychotropon genoemd, schrijft Dodonaeus in 1554. Psycho-tropon, versterkend voor de geest? 'De gedroogde bladeren van betonie die een vierdeel lood zwaar met honingwater ingenomen zijn, zijn goed voor diegene die hun zenuwen genomen worden of ontkrimpen. Item, de vrouwen die met de baarmoeder gekweld zijn'. 

Betonie of bettonike was bij Dioscorides, 2000 jaar geleden, al een zeer gewaardeerde plant, hij werd voor niet minder dan 47 verschillende aandoeningen aanbevolen, tegen breuken, baarmoederverzakking, giftige beten, leverproblemen, nier- en blaasproblemen enz. Misschien toch een plant die we weer eens opnieuw moeten onderzoeken en gebruiken.

In elk geval, nu gehurkt op de Utrechtse heuvelrug bij een bosje betonie voel ik oude en nieuwe krachten langs mijn eigen rug stromen. 

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/stachys-betonica-officinalis-betonie

woensdag, mei 27, 2015

Margriet

Bij de ingang van domaine du Bonsoy bloeien uitbundig wilde margrieten gemengd met blauwbloeiend beemdkroon en in het weiland er achter eindeloos veel gele boterbloemen. Zou de boer blij zijn met zo'n weiland? De paarden en een meute echte ezels lijken er in elk geval geen last van te hebben.
Wilde margrieten zien er vrolijk en fris uit, toch verspreiden ze een minder okselfrisse geur. Medicinaal worden ze nauwelijks nog gebruikt, toch vreemd voor zo'n algemene en niet giftige plant.

Door de eeuwen heen vinden we wel veel toepassingen van deze margriet. Of was er verwarring met echte kamille of madeliefje?
De Engelse beroemde herborist Gerard schreef: 'Dioscorides saith that the floures of Oxeie made up in a seare cloth doe asswage and washe away cold hard swellings, and it is reported that if they be drunke by and by after bathing, they make them in a short time wellcoloured that have been troubled with the yellow jaundice.'
Culpepper tells us that it is 'a wound herb of good respect, often used in those drinks and salves that are for wounds, either inward or outward' . . . and that it is 'very fitting to be kept both in oils, ointments, plasters and syrups.' He also tells us that the leaves bruised and applied reduce swellings, and that 'a decoction thereof, with wall-wort and agrimony, and places fomented or bathed therewith warm, giveth great ease in palsy, sciatica or gout. An ointment made thereof heals all wounds that have inflammation about them.'

Toch werden er vroeger ook kritische bemerkingen gemaakt. Zo lezen we in het 6de deel van Afbeeldingen der Artsenijgewassen uit 1801. ' Men meenden dat het wondheelend, urinedrijvend, en tot uitdrijving der inwendige etterstoffen van dienst zij. De schrijver Krauss zegt verder' wie slaat er nu geloof aan dit wondermiddel?'

Op de serieuze hedendaagse website 'Plants for the future' vinden we 'The whole plant, and especially the flowers, is antispasmodic, antitussive, diaphoretic, diuretic, emmenagogue, tonic and vulnerary. It is harvested in May and June then dried for later use. The plant has been employed successfully in the treatment of whooping cough, asthma and nervous excitability. Externally it is used as a lotion on bruises, wounds, ulcers and some cutaneous diseases. A decoction of the dried flowers and stems has been used as a wash for chapped hands. A distilled water made from the flowers is an effective eye lotion in the treatment of conjunctivitis'.
Toch is er weinig wetenschappelijk onderzoek te vinden voor zijn medisch gebruik. Aan de vreemde geur kunnen we wel aflezen dat er in elk geval etherische olie in de plant aanwezig is en dat is al eerder onderzocht. The oil of  L. vulgare contained much more aliphatic acids and esters than the oils of the other investigated Asteraceae species but had a very low concentration of polyacetylenes.

Eigen ervaringen met het medisch gebruik van Leucanthemum vulgare heb ik niet. Mogelijk zijn de bloemen als lotion vooral goed voor de huid.

Nota: Content and composition of essential oils in some Asteraceae species
Proceedings of the Estonian Academy of Sciences (Impact Factor: 0.37). 01/2011; 60(1):55-63. DOI: 10.3176/proc.2011.1.06. The content and composition of the essential oils of five Asteraceae species from Estonia were studied. The oil yields ranged from traces up to 0.2%. By using GC-FID and GC-MS methods a total of 115 compounds were identified and significant qualitative and quantitative differences were observed among the studied species. The main constituents of the essential oils of the studied Asteraceae species were as follows: Chamomilla recutita: bisabolol oxide A (39.4%), bisabolone oxide A (13.9%), (Z)-en-yne-dicycloether (11.5%), bisabolol oxide B (9.9%), α-bisabolol (5.6%), and chamazulene (4.7%); Chamomilla suaveolens: (Z)-en-yne-dicycloether (37.2%), geranyl isovalerate (22.9%), (E)-β-farnesene (15.6%); Anthemis tinctoria: α-eudesmol (10.2%), γ-cadinol (8.7%), γ-cadinene (4.0%); Matricaria perforata: (Z,Z)-matricaria ester (77.9%), (E)-β-farnesene (3.5%), matricaria ester isomer (3.5%), and matricaria lactone (3.0%); and Leucanthemum vulgare: (E)-β-farnesene (7.3%), hexadecahydrocyclobuta[1,2:3,4]dicyclooctene (5.3%), decanoic acid (4.9%), and γ-eudesmol (4.5%). The number of compounds found in all plant oils studied was 14.



dinsdag, mei 26, 2015

Vlierefluiten

Peterselievlier
Van uit Hastière via Dinant, Anhée, Yvoir en Spontin de E411 op richting Brussel, Wavre, Hamme Mille en Haasrode. Vroeger mijn toeristische route, nu mijn werkroute naar Syntra Haasrode. Kruiden kijken tegen 100 kilometer per uur. Margrieten uitbundig wuivend, knallende rode klaprozen en volle vegen meidoornbloesem.

Langs de Maas aan de achterkant van het kasteel van Freyr wat wild lesmateriaal geoogst. Fluitenkruid, smeerwortel bloemtrossen, de eerste vlierbloesems en de laatste meidoornbloemen
Volop gezondheid oogsten kan nu weer.

Van de vlier gebruiken we vooral de bloesem en in het najaar de rijpe bessen. Dat er door de eeuwen heen grote verschillen in gebruik geweest zijn, kunnen we lezen bij Dodoens (1554)
'De bladeren en jonge scheuten van de gewone vlier die met enig moes of stamppot gegeten worden laten naar toilet gaan en jagen daardoor af de taaie, slijmachtige fluimen en waterachtige vochtigheden.
De groene middenschors van de takjes van vlier is de bladeren en jonge scheuten vrij gelijk, anders dan dat ze van werking veel sterker is en met geweld en turbulentie het water afjagen als je het in neemt.
De besjes en vooral de gedroogde platte zaadjes zijn ook zeer goed om door de waterzuchtige gebruikt te worden en zo ook door diegene die zeer vet zijn en graag magerder waren als het ongeveer een vierendeel lood zwaar ’s morgens met wijn ingenomen en lange tijd gebruikt wordt.
De bladeren die groen gestampt worden zijn goed om op de hete zwellingen en verzamelingen te leggen en met bokken- of ossenvet vermengd verzachten ze de pijn van het jicht als het daarop gelegd wordt.'

En als bijwerking, zogenaamde hindernisse (blad en schors) schrijft Dodoens  'De vlier is van zijn eigen natuur de menselijke natuur heel tegen en tegengesteld, het maakt grote walging en beroerte in de maag, darmen en buik, het ontstelt het hele lichaam en beneemt de kracht, macht en gezondheid van de lever'.

Gelukkig gebruiken we nu alleen nog de bloesem en de rijpe bessen.

http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/35746-bloemen-in-mijn-bord-vlierbloesem.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/sambucus



vrijdag, mei 22, 2015

Meidoornbloesem oogsten, het moment voor ons hart

Het wordt de hoogste tijd om meidoornbloesem te oogsten. Pluk, snoei de bloeiende eindtakken en droog ze in hun geheel, om na het drogen, bloem en blad van de stekelige stengels te ritsen. Je kan van de verse bloemen met blad ook een goede tinctuur maken bvb 50 gr kruid op 250 cc ethanol van 45° tot 60° 3 weken laten trekken.

Wat geschiedenis
Het huidige gebruik van meidoorn tegen hartproblemen gaat, volgens de Franse dokter Leclerc terug tot de 17e eeuw. Leclerc stelde vast, dat op basis van zijn 20-jarige ervaring met meidoornpreparaten, er geen giftigheid in de organen optrad,
Volgens Gerhard Madaus vindt men als eerste toepassingen dat de bloemen tegen jicht werden gebruikt. Quercetanus, de lijfarts van Henry IV, maakte er voor zijn koning een siroop tegen de “ouderdom”.  Vanaf eind 19e eeuw tot vroeg in de 20e eeuw werd het kruid door zowel homeopatische als allopatische dokters gebruikt voor verschillende hartproblemen.
Green, een Ierse dokter gebruikte in in zijn praktijk een geheim en goed werkzaam middel tegen hartzwakte. Na zijn dood in 1894, heeft zijn dochter het recept vrijgegeven en dat bleek een tinctuur te zijn van de rijpe bessen van meidoorn.

Dodonaeus over de naamgeving: ‘Hier te lande heet dit gewas gewoonlijk haghedoren of witte hagedoren, in Hoogduits Hagdorn’. Het Engelse hawthorn is zo genoemd naar de haw, of dit laatste is een verbastering van hagu dat in oud-Engels hagathorn of haegthorn was, hag: levende omheining, vergelijk Duitse Hage en verder oud-Hoogduits Haco: Haken, de haagdoorn, Duits Hagedorn, dorn van Sanskriet dri, oud-Hoogduits Zeran, Gotisch teiren: bezeren. Duitse Eggendorn, Hagenboum en Hanelpeffe bij Hildegard, Hage, Hachtun, Haichtun (tun: tuin) Hagdorn, Haginbaum en Hanelpeffe bij Hildegard, Haweide, Haweife of Haweike, Heckdorn, Hegdorn.
Dodonaeus ‘In Frankrijk heet het aubespine, in Italië bagnia en amperlo, in Spanje pirlitero’.
De Franse naam aube-epine verwijst naar zijn voorjaarsbloei, of de morgen van het jaar, aube betekent de komst van de dag, het witte of grijze twilight, voor zonsopgang, of van alba spina: en zo ook witte doren.

Pharmacological studies suggest that the primary active components of hawthorn leaf and flower are the flavonoids and oligomeric procyanidins, specifically those with a lower degree of polymerization. Hawthorn fruit consists mainly of oligomeric and polymeric procyanidins and relatively low levels of flavonoids.
In the 1990s, 13 clinical studies with 6,815 participants showed positive effects on cardiac insufficiency. Most of these studies were conducted using a dry extract of hawthorn leaf and flower standardized to a dose of 9 mg or more per day of oligomeric proanthocyanidins (OPCs). Since the turn of this century, more than a dozen clinical trials have been conducted assessing the safety of hawthorn (occasionally in combination with other botanical components) and its cardiovascular benefits, especially cardiotonic activity. https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/crataegus-laevigata-meidoorn

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/95993-meidoorn-geschiedenis-van-geneeskracht.html

zaterdag, mei 09, 2015

Oleocanthal uit olijfolie doodt tumorcellen

Er zijn al meerdere gezondheidsbevorderende eigenschappen bekend van olijfolie. Maar blijkbaar beschermt (goede) olijfolie ook tegen kanker, tenminste een stofje uit de olie heeft dat effekt. .Een recent onderzoek meldt dat oleocanthal (OC), een fenolcomponent uit extra vierge olijfolie in vitro binnen de 30 minuten celdood induceert in tumorcellen, terwijl het gezonde cellen ongemoeid laat.

Volgens de onderzoekers hebben tumorcellen minder stabiele membranen dan gezonde cellen, en OC zou door verhoging van de lysosomale membraanpermeabiliteit necrotische celdood of apoptose induceren, dit door inhibitie van sfingomyelinase-activiteit. Het blijkt bovendien proliferatie te onderdrukken bij gezonde cellen. Wat nog niet wil zeggen dat olijven en de olijfolie hetzelfde effect hebben. Toch is het zo dat die zeer kleine hoeveelheden op lange termijn ingenomen dezelfde werkingen kunnen vertonen.
Vroegere studies onderzochten al de antioxidatieve, anti-inflammatoire en pijnstillende eigenschappen van oleocanthal.

Referenties

  • LeGendre O, Breslin P, Foster D. Oleocanthal rapidly and selectively induces cancer cell death via lysosomal membrane permeabilization (LMP).Molecul & Cellul Oncology. 2015
  • Smith AB, Han Q, Breslin PA, Beauchamp GK. Synthesis and assignment of absolute configuration of (-)-oleocanthal: a potent, naturally occurring non-steroidal anti-inflammatory and anti-oxidant agent derived from extra virgin olive oils. Org Lett. 2005 Oct 27;7(22):5075-8
  • Beauchamp GK et al. Phytochemistry: ibuprofen-like activity in extra-vergin olive oil. Nature 2005: 437:45-46.  De stof remt dezelfde enzymen als ibuprofen (COX-1 en COX-2). Vijftig gram olijfolie zou daardoor een tiende van het effect hebben van een ibuprofenpilletje. Dat lijkt erg weinig effect, maar, schrijven de onderzoekers, “het is bekend dat regelmatige lage doses aspirine, een andere COX-remmer, cardiovasculaire gezondheidsvoordelen biedt.” Ontstekingen van de vaatwand zijn voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor verstoppingen, die uiteindelijk tot hartinfarcten en hersenbloedingen kunnen leiden. Vandaar dat een kleine dagelijkse dosis van een ontstekingsremmend middel bescherming biedt.

dinsdag, mei 05, 2015

Witte natuur

De plantennatuur barst uit zijn botten. En ik lijk af en toe wel mee te botten en te.....barsten. Alles verandert, alles nieuw. Ik op zoek naar een nieuwe kapper, nieuwe dokter, nieuwe bank ergens hier. 
En... ondertussen bloeit de meidoorn, flirten de fluitenkruiden in de grasberm en durven zelfs de eerste margrieten zich bloot te vertonen. Wild weer ook, regenvlagen, woeste wolken en plots brandende zon. Leven. Leven.

Witte bloemenonschuld. Fluitekruid, margiet en meidoorn.Ik durf die onschuld nauwelijks te plukken. En toch, is er niks beter dan de witte meidoornbloesem om al de oudere en al de jongere gestresseerde harten van de wereld te verlichten.

Meidoorn is vooral goed voor de doorbloeding van de hartspier, werking die zowel te danken is aan de lichte verwijding van de krans­slagaders als, naar onderzoek heeft aangetoond, de bevordering van de bloedtoevoer in reeds beschadigde delen van het hart. Daarom is de toepas­sing vooral succesvol bij een hart dat verouderingsverschijnselen vertoont en als middel ter voorkoming van hartproblemen. Bij mensen van middelbare leeftijd bijvoorbeeld, die de eerste tekenen van hartslijtage bespeuren, zoals kort­ademigheid, snellere polsslag en een gevoel van druk bij inspanningen. Hier kan meidoorn, mits op tijd en over een lange periode ingenomen, de noodzaak van sterkere medicijnen voorkomen. Tegenwoordig gebruikt men meidoorn bij voorkeur in de vorm van druppels met een exact gehalte aan werkzame stof . Men neemt daarvan driemaal daags 15 tot 20 druppels in gedurende een langere periode.

Ook meidoornthee is te gebruiken. Hiervoor worden de bloemen gebruikt, maar ook wel het blad of een mengsel van beide. Meidoornbloesemthee ( flores crataegi) 2 theelepels per kop, 2 tot 3 maal daags. Overgieten met kokend water. Om een toereikende hoeveelheid werkzame stoffen te bereiken dient de thee langer te trekken dan meestal gebruikelijk is, zowat 15 tot 20 minuten. Zoeten met wat honing versterkt de werking. Meidoornbloemen op zich hebben een goede invloed bij beginnende en lichte vormen van hartzwakte en doorbloedingsstoornissen van de kransslagaderen.

Een kruidenmengsel voor een zwak hart, ouderdomshart, gestresseerd hart, hoge bloeddruk en ritmestoornissen kan er als volgt uitzien:
  • hartgespan (herba leonuri) 10,0
  • sint-janskruid (herba hyperici) 20,0
  • meidoornbloemen (flores crataegi) 50,0
  • melissebladeren (folia melissae) 20,0
Dosis: 2 theelepels per kop. Overgieten met kokend water en 15 tot 20 minu­ten laten trekken. 2 tot 3 koppen per dag. Gebruikelijk is een kuur van enkele maanden.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/86269-hartmiddelen-uit-de-natuur.htm
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/112136-meidoorn-voor-hart-en-bloedvaten.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/109717-meidoorn-of-crataegus-wetenschappelijk-onderzocht.html

donderdag, april 30, 2015

Daslook hopelijk geen dwaaslook

Daslook oogsten in de boshelling bij mijn huis. Wild voedsel is in de mode , toch is het meer dan mode, eerder een elementaire behoefte, een oergevoel, een manier om zich verbonden te voelen met de natuur. Toch schuilen er bij het oogsten ook addertjes of eerder andere planten onder het daslook, in mijn geval (zie foto) een exemplaar van de aronskelk. Deze Arum is niet alleen minder smakelijk maar ook giftig en dus minder geschikt om in de pesto te verwerken.
Over de smakelijke daslook durf ik nauwelijks nog schrijven, nu we overstelpt worden met oppervlakkige daslook FB berichten. Ik zou daar blij mee moeten zijn, toch is dat niet altijd het geval. Plukken van wilde planten moet met kennis van zaken gebeuren, zowel voor de bescherming van de mens als voor de bescherming van de natuur. Hopelijk nemen we dan ook de tijd om die kennis te verwerven. Veel in de natuur aanwezig zijn, planten bestuderen, meewandelen met ervaren mensen en af en toe, bijna symbolisch, enkele blaadjes plukken om ze voorzichtig op te eten. Wilde planten mogen geen schrokvoedsel zijn, daar hebben we onze gecultiveerde groenten voor. Groenten die ten andere ooit ook wilde planten waren.

Over aronskelk
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/arum-aronskelk
Over daslook
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/allium-ursinum-daslook

vrijdag, april 24, 2015

Ginkgo geheugenboom

Een geheugenboom die al zowat 20 jaar in een grote pot met ons mee verhuist, hebben we nu eindelijk in de volle, blote grond geplant. Ik ben benieuwd. Is het schrikken of genieten? Groeien of ten onder gaan?

Ginkgo gedicht van Goethe

Zie dit kleinood in mijn gaarde:
boomblad uit de oriënt,
siert met zijn geheime waarde,
ingewijden welbekend.

Leeft het als een enkel wezen,
innerlijk in twee gedeeld?
Of vormt juist het uitgelezen
tweetal één herkenbaar beeld?

Langzaam rijpende ideeën
werpen op die vragen licht.
Voel je niet dat ik in tweeën
eenling ben in mijn gedicht?




En het origineel 

Dieses Baums Blatt, der von Osten
Meinem Garten anvertraut,
Gibt geheimen Sinn zu kosten,
Wie's den Wissenden erbaut.

Ist es ein lebendig Wesen,
Das sich in sich selbst getrennt?
Sind es zwei, die sich erlesen,
Dasz man sie als Eines kennt?

Solche Frage zu erwidern,
Fand ich wohl den rechten Sinn:
Fühlst du nicht an meinen Liedern,
Dasz ich Eins und doppelt bin?

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/27938-ginkgo-een-oude-boom-voor-nieuwe-kwalen.html
http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/59887-ginkgo-geschiedenis-van-de-geheugenboom.html

dinsdag, april 21, 2015

Paardenbloemplezier

Is er een plant die mooier, algemener en geneeskrachtiger is dan onze ordinaire paardebloem? Nee dus, zou ik zeggen. En toch, waar is de waardering voor deze wonderplant? Moet iets of iemand zeldzaam worden voor we het of hem waarderen?



Serieuze info over de paardenbloem vind je op mijn website
 https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/taraxacum

Maar curiositeiten over zo'n vrolijke plant mogen ook wel verteld worden. Dus nog maar eens Dodonaeus citeren: Sommige geloven in Italië als iemand het sap van dit kruid met olie vermengt en daarmee zijn lichaam bestrijkt dat hij daardoor geliefd en aangenaam bij grote heren en prinsen zal wezen, op die manier dat hij van die alles verkrijgen zal dat hij begeert. Maar dit durven noch en mogen we niet verzekeren, gemerkt dat we niemand weten die dat onderzocht heeft en voorwaar zulke kracht van de kruiden te willen verwachten dat is naar onze mening van de natuur al te veel gevergd’. En daar kan ik het mee eens zijn maar toch dompel ik ik me elk jaar, voor alle zekerheid, maar eens onder in de bloeiende paardenbloemen.

vrijdag, april 17, 2015

Wilde bijen

En toen.... werd ik omgeven door een zwerm wilde bijen, ze hadden ons huis uitgekozen om zich te vestigen. Plots troepten ze samen in een hoekje van het dak en enkele uren later hadden ze zich onder de dakpannen gevestigd ... Moeten we nu vereerd zijn met dit bezoek of ons ongerust maken?

Blijkbaar trekken bijenverkenners (speurbijen) er op uit om een geschikte nieuwe woonplaats te zoeken. De keuze van de bijenzwerm voor een bepaalde nestplaats is uiteraard zeer belangrijk. De nieuwe nestplaats moet onder andere voldoende groot zijn en beschutting geven tegen kou, wind en regen. Zwermen blijken de volgende voorkeuren te hebben:
liever op 5 meter hoogte dan op 1 meter hoogte,
liever een kleine vliegopening van 15 centimeter dan van 75 centimeter,
liever een vliegopening naar het zuiden dan naar het noorden,
liever een volume van 40, dan van 10 of 100 liter,
liever een reeds eerder door honingbijen bewoond nest (met bijenraat),
liever een bijenwoning die meer dan 300 meter van de oude bijenwoning ligt

Bijen in huis! Wordt vervolgd!

donderdag, april 16, 2015

Costus

Bijzondere en zeldzame planten zaaien is een werkje waar je veel geduld voor moet hebben. Eerst moet je zaad vinden, dat ook nog kiemkrachtig is, daarna moet je het op de juiste manier zaaien, lang wachten op het ontkiemen en dan moeten de plantjes ook nog willen groeien. Van de vorig jaar door Marylene gezaaide mythische costus zijn er uiteindelijk twee exemplaren aan de groei geraakt en die heb ik vanavond met een grote kluit grond en de nodige eerbied overgeplant naar onze grote border. In de koelte van de nacht kunnen ze hopelijk bekomen van de schok.

Saussurea costus (synonymous with Saussurea lappa), locally known as Kuth is a robust perennial herb of the Western Himalayas, distributed in Pakistan and India. The species is endemic to a geographically limited part of the Himalayas, and grows on moist slopes at altitudes of 2600-4000 m (Shah 2006) and (Hajra, Rao, Singh and Uniyal 1995).
In Himachal Pradesh and Uttarakhand, the species has been under cultivation since the 1920s and 30s (Butola and Samant 2010) and (Kuniyal et. al. 2005). The species has been used in traditional healthcare systems of the region since times immemorial. Among the species of Saussurea, S. costus is the most commercially viable species.
Its medicinal properties are well documented in traditional Chinese medic ine, the Tibetan system of medic ine, and ayurvedic medicine. The roots of S. costus have a strong and sweet aromatic odour with a bitter taste, and are used as an antiseptic and in controlling bronchial asthma, particularly of the vagotonic type.
Preparations made from this species are also reported to cure various diseases and conditions. The oil extracted from the roots is known as Costus Oil, whic h is used in high-grade perfumes and in the preparation of hair oil. Costus Oil is also said to be effec tive in the treatment of leprosy. In the Himalayan states of India, the roots are used as insecticide to protect shawls and woollen fabrics, and as incense. In the Lahaul and Spiti distric ts of Himachal Pradesh, dried leaves of  S. costus are smoked as tobacco and the upper parts of its plants are used as fuel and fodder. (Butola and Samant 2010).

De naam Costus komt oorspronkelijk uit het Sanskriet, Kustha wat betekent: “dat wat staat in de aarde”. De naam Saussurea werd aan de plant gegeven door De Candolle ter ere van de Zwitserse plantkundige Horace Benedict de Saussure (1746-1799).

In de Romeinse tijd werd er al in de vorm van een specerij handel in gedreven, Dioscorides onderscheidde drie soort Saussureas. De beste was de Arabische, dan de Indische en tenslotte de Syrische, scherp en zwaar. Hij gebruikte de Costus al uitgebreid als geneeskruid in baden, dampbaden, zalven, pasta’s, als poeder en in drankjes.


De plant heeft grote hartvormige bladeren en harige vruchten. Hij bloeit van juli tot augustus en het zaad rijpt van augustus tot september. De bloemen zijn hermafrodiet (mannelijke en vrouwelijke organen) en worden bestoven door insecten. Groeit in half schaduw of volle zon. De wortel wordt geoogst in de herfst of het voorjaar, dan gedroogd voor later gebruikt of er wordt een etherische olie van geproduceerd en parfum. Vers ruikt de parfum naar viooltjes, als de olie ouder wordt krijgt hij een vreemde geitachtige geur.

Dodonaeus over Costus: .... is het beste als hij vers is, wit, vol en vast, droog, niet vermolmt en niet zwaar van reuk, dan scherp van smaak en de tong nijpt en heeft een verwarmende kracht, verwekt en laat plassen en drijft de maandstonden af, geneest de gebreken van de baarmoeder, zowel er op gelegd als in badstoven of berokingen gebruikt. Vier scrupels zwaar van deze Costus ingenomen zijn goed tegen de beten of steken van de slangen of adders. Met wijn en alsem gedronken is het goed tegen de pijn in de borst, trekking, kramp en opblazen en met mede gedronken verwekt tot onkuisheid, met water gebruikt drijft het de brede wormen uit de buik en met olie op de huid gesmeerd eer de koortsen aankomen verbetert het beven en schudden.
Het is ook goed tegen allerlei jicht en reuma en wordt op de huid gestreken tegen de malligheid en met water of honig gemengd neemt het de sproeten weg en verbetert alle gebreken van de huid in het aanzicht en wordt ook gedaan bij de week makende zalven en bij de dingen die men bereidt tegen de pest en vergif’. Dit zijn de woorden van Dioscorides.
Dan Galenus en Egineta zeggen dat allerlei Costus bitter is en zeer nuttig om alle vochtigheid van binnen naar buiten te trekken en om de breuken en pijn van de zijden te genezen. Andere weken of koken deze wortel in brandewijn en bestrijken de lamme lede daarmee want Costus is zeer doordringend van krachten en wordt geschat voor heet in de derde en droog in de tweede graad, maar Galenus zegt er bij dat hij blaren op de huid laat komen en daarom is hij noch heter dan in de derde graad’.