woensdag, november 23, 2022
Vitex, zijn geschiedenis en medisch gebruik.
maandag, november 21, 2022
Aardpeer of Topinamboer
woensdag, november 16, 2022
Het pratende bos ontsluierd
Eerder, in 2014, schreven we over het wood wide web, gevormd door schimmels die bomen met elkaar laten communiceren. Myceliumdraden van schimmels zorgen niet alleen voor de uitwisseling van informatie, maar ook van voedingsstoffen.
Er leken onder de grond grote functionele netwerken te bestaan die dwars ingingen tegen Darwin's survival of the fittest. Nee, onder de grond werd uitgebreid samengewerkt in plaats van gewedijverd, ten bate van bijvoorbeeld jonge boompjes die weinig licht vingen. In de symbiose tussen planten en hun schimmels leverde de plant koolhydraten (suikers), en hielp de schimmel de plant aan water en stoffen als fosfor en stikstof.
Sommige wetenschappers stelden zelfs voor om bossen expliciet te beheren om schimmelnetwerken te beschermen
Transport van suikers en voedingsstoffen
Dit fascinerende verhaal is terug te voeren op wetenschappelijk onderzoek uit de jaren '80 en '90, waaruit zou blijken dat er bossen zijn waarin suikers en voedingsstoffen tussen de wortels van verschillende bomen worden getransporteerd. En van de eerste onderzoekers op dit gebied en voorloper van het pratende bosverhaal was David Read, destijds botanicus aan de Universiteit van Sheffield, die in 1984 in een artikel aantoonde dat met een radioactieve vorm van koolstof gelabelde verbindingen via schimmels tussen laboratoriumplanten konden stromen.
In 1997 toonde Suzanne Simard aan dat er sprake was van een overdracht van koolstof in twee richtingen, tussen jonge douglassparren en papierberken in een bos. Kort daarna bekritiseerde een groep senior onderzoekers de studie, omdat er methodologische fouten in zaten die de resultaten in de war stuurden. Dr. Simard reageerde op de kritiek, en zij en haar collega's ontwierpen aanvullende studies om deze aan te pakken.
Zowel wetenschappers als niet-wetenschappers verbonden vergaande conclusies aan deze onderzoeksresultaten. Uitgebreide schimmelnetwerken zouden alom tegenwoordig zijn in bossen in de hele wereld. Ze zouden bomen met elkaar laten praten. Sommige wetenschappers stelden zelfs voor om bossen expliciet te beheren om schimmelnetwerken te beschermen. Ook het bredere publiek omarmde het idee gretig. Het concept kwam aan bod in talrijke mediaverslagen, tv-programma's en bestsellers, waaronder een winnaar van de Pulitzerprijs. Indrukwekkend bewijs, maar de manier waarop ik het geheel van dat bewijs interpreteer, is totaal verschillend
Reality check leidt tot verdeelde reacties
Totdat een tegenbeweging op gang kwam - ook vanuit de wetenschap. In een recent overzicht van gepubliceerd onderzoek vonden drie wetenschappers - Dr Justine Karst, Dr Jason Hoeksema en Prof. Melanie Jones - weinig bewijs voor de aanname dat gedeelde schimmelnetwerken bomen helpen te communiceren, middelen uit te wissen of te gedijen. Volgens hen hebben wetenschappers nog niet aangetoond dat deze webben wijdverspreid of ecologisch belangrijk zijn in bossen. Collega-onderzoekers reageren verdeeld. Sommigen vonden het de hoogste tijd voor een reality check, anderen zijn ervan overtuigd dat verder onderzoek veel van de hypotheses over schimmels in bossen zal bevestigen. Zoals Colin Averill, een mycoloog aan de ETH Zürich, die zei dat het door Dr. Karst verzamelde bewijs indrukwekkend is. Maar, voegde hij eraan toe, "de manier waarop ik het geheel van dat bewijs interpreteer is totaal verschillend."
En vorig jaar stelde Kathryn Flinn, een ecoloog aan de Baldwin Wallace University in Ohio, in Scientific American dat Dr. Simard en anderen de mate van samenwerking tussen bomen in bossen hadden overdreven. De meeste deskundigen, schreef Dr. Flinn, geloven dat groepen organismen waarvan de leden hun eigen belangen opofferen voor de gemeenschap zich zelden ontwikkelen, een resultaat van de krachtige kracht van natuurlijke selectie onder concurrerende individuen. Terug naar Darwin, dus.
Zelfs sommigen die ooit het idee van gedeelde schimmelnetwerken propageerden, heroverwegen die hypothese inmiddels. Dr. Jones, één van de co-auteurs van Dr. Simard in 1997, zegt spijt te hebben dat zij en haar collega's in het artikel schreven dat zij bewijs hadden voor schimmelverbindingen tussen bomen. In feite, zegt Dr. Jones, hebben ze niet onderzocht of schimmels de koolstofstromen bemiddelden.
Eenduidige resultaten boeken lastig
In een presentatie van dit voorjaar op basis van het onderzoek op de International Mycorrhiza Society-conferentie in Peking, betoogde Dr. Karst dat veel van het bewijs dat gebruikt wordt om de bosbrede webhypothese te ondersteunen andere verklaringen zou kunnen hebben.
Eenduidige resultaten boeken, valt ook niet mee. Zo hebben sommige onderzoekers, waaronder Dr. Karst zelf en haar collega's, fijne mazen aangebracht en soms greppels of luchtgaten tussen de zaailingen aangebracht om veronderstelde schimmelnetwerken te verstoren en vervolgens getest of die veranderingen de groei veranderden. Maar die tactieken verminderen ook de hoeveelheid grond waaruit een zaailing direct voedingsstoffen of water kan halen, of ze veranderen de mix van schimmels die binnen de mazen groeien, wat het moeilijk maakt om het effect van een schimmelnetwerk te isoleren.
Ook zijn pogingen gedaan tot onderzoek met DNA-microsatellieten; lastig onderzoek, dat veel tijd kost, meer dan onderzoekers gewoonlijk gegeven is. Uitgebreide veldstudies die meer klaarheid zouden kunnen brengen, verhouden zich immers slecht met de gebruikelijke tijdsschema's voor wetenschappers die afhankelijk zijn van subsidies. Karst's voorlopige conclusie is: "Wetenschappers zijn vectoren geworden voor ongefundeerde beweringen." Dat neemt niet weg dat, voor haar, ook zonder onomstotelijk bewijs voor het pratende bos "het bos een zeer mysterieuze en prachtige plek is."
zaterdag, november 12, 2022
Herboristische buitendag en poëtische planten. Over beekpunge.
Buitendagen, boerenwormkruid en buitenmensen
Over planten dan maar, over boerenwormkruid. Poëtisch en chemisch levend, bitter en zoet smakend, aantrekkend en afstotend geurend, alle tegenstellingen tegelijk in deze Tanacetum.
Recept tegen hoofdluis; meng een deel boerenwormkruid met 2 delen appelazijn, doe het in een fles
en schud hel elke dag gedurende drie dagen. Last van luizen, doe het spul op je hoofd en
ga 30 minuten zitten met een plastic of andere afdekking. Was je haar daarna. Doe dit indien nodig later
nog een keer.
dinsdag, november 08, 2022
Vasten, lignanen, klis en kankercellen
Een koolhydraatarm dieet of vasten remt de groei van veel kankercellen af, maar sommige kankertypes zijn daartegen bestand. Suppletie met arctigenin, een lignaan uit de plant Arctium lappa, ondermijnt echter de weerstand van die hardnekkige kankertypes. Dat concluderen onderzoekers van Toyama Medical and Pharmaceutical University in Japan uit in vitro- en dierstudies die ze hebben gepubliceerd in Cancer Research.
Arctium lappa heet in gewoon Nederlands Grote Klis of Grote Klit, en in het Engels Burdock. De voornaamste actieve stoffen in Arctium lappa zijn lignanen, zoals arctigenin, arctiin, nordihydroguaiaretic acid, secoisolariciresinol, sesamin.
Kanker en vasten
Kankercellen zijn kwetsbaarder voor chemokuren en aanvallen van het immuunsysteem als ze weinig glucose kunnen opnemen. Daarom vermindert een leefstijl met veel beweging en een matige inname van kilocalorieën de kans op kanker, vermoeden wetenschappers.
Sommige kankercellen kunnen zich echter wapenen tegen een lage toevoer van glucose. Ze verhogen hun aanmaak van het anabole signaalmolecuul Akt. [Cancer Res. 2000 Nov 1;60(21):6201-7.]
De onderzoekers screenden extracten van 500 planten, die in de traditionele Japanse Kampo-geneeskunde worden gebruikt, op stoffen die het proces saboteren waarmee kankercellen zichzelf resistent maken tegen vasten. Zo stuitten ze op arctigenin uit Arctium lappa.
Studie
De onderzoekers experimenteerden met de pancreaskankercel PANC-1, die goed is bestand tegen vasten. De Japanse onderzoekers stelden de kankercellen onder verschillende condities bloot aan arctigenin.
Resultaten
In de figuur hieronder zie je onder meer dat arctigenin kankercellen doodde als ze wel serum en aminozuren tot hun beschikking hadden, maar geen glucose.
Lignaan in Arctium lappa maakt vasten dodelijker voor kankercellen
Twee andere lignanen in Arctium lappa, nor-dihydro-guaiaretic acid en sesamin, hadden volgens de Japanse in vitro-studies ook enige kankerremmende werking, al was die beduidend minder dan die van arctigenin.
De onderzoekers implanteerden in een dierstudie PANC-1-cellen in muizen, en wachtten vervolgens 64 dagen. De onderzoekers injecteerden bij de helft van de proefdieren dagelijks een oplossing met arctigenin in hun dunne darm [Treated]. Het humane equivalent van de gebruikte dosis is grofweg 20-30 milligram per dag.
We hebben geen flauw idee of je a. zoveel arctigenin via Arctium lappa-supplementen kunt binnenkrijgen, en b. hoe snel enzymen bij mensen arctigenin omzetten in inactieve stoffen.
Conclusie
De onderzoekers hopen dat arctigenin uiteindelijk nuttig zal blijken in de bestrijding van kanker. De stof heeft weinig bijwerkingen, en toevoeging aan reguliere behandelingen kan die misschien effectiever maken.
Bron: Cancer Res. 2006 Feb 1;66(3):1751-7.
donderdag, november 03, 2022
Citroenmelisse goed tegen overslaand hart
Na drie maanden daalde het aantal onregelmatige hartslagen van 3270 naar 2150. Bij een derde van de patiënten was de frequentie van onregelmatige hartslagen met meer dan 70% verminderd.
Het hartritme daalde met twee slagen per minuut, wat wel statistisch maar uiteraard weinig klinisch significant is. Verder was er een beduidende impact op het niveau van triglyceriden, totaal cholesterol en nuchtere bloedglucose. Ook het HDL- en LDL-niveau gingen de gunstige richting uit, maar niet significant.
Een overslaand hartslag heet in medische termen extrasystole of premature ventrikelcontractie. Als meest voorkomende vorm van hartritmestoornis komt extrasystole bij alle leeftijdsgroepen voor en is ze vaak relatief weinig ernstig, doch ook niet gezond. Aan deze studie namen deelnemers met lichte vorm van extrasystole deel, waarbij een 24-uursmeting een optreden van extrasystolische hartslagen bij minder dan 15% van de hartslagen registreert.
Kheirkhah J, Ghorbani Z, Salari A et al. Melissa officinalis tea favourably affects the frequency of premature ventricular beats and cardiometabolic profile among patients with premature ventricular contraction: A randomised open-label controlled trial. Int J Clin Pract. 2021; 75(10):e14644 doi:10.1111/ijcp.14644
Plantaardige hormonen en anticonceptiva
Heel wat planten bevatten scheikundige stoffen met hormonale werking. Deze zogenaamde fyto-oestrogenen kunnen de geslachtshormonen van mens en dier beïnvloeden en dus ook gebruikt worden bij menstruatieklachten, in de overgang maar ook bij potentieproblemen en zelf om de vruchtbaarheid te verhogen of te verlagen.
Deze hormonale planten zijn wijd verspreid over de hele plantenwereld. Zo bevatten vooral steroïdsapogeninen, stoffen die gevonden zijn in zowat 2000 plantensoorten uit een honderdtal families, vooral bij de Vlinderbloemigen, de Helmkruid-, de Nachtschade-, de Narcis-, de Lelie- en de Dioscorea-achtigen.
Extracten uit Parelzaadsoorten (Lithospermum) vertonen oestrogene en anticonceptieve eigenschappen. Het actief bestanddeel is waarschijnlijk lithospermzuur. Lithospermzuur bezit antigonadotrope en bloedsuikerverlagende eigenschappen. De antithyreotrope werking steunt wellicht op een direct antagonistisch effect t.o.v. thyroxine. Lithospermum officinale wordt aangewend bij lichte vormen van hyperthyreose (vermoedelijk een blokkade van de gonadotropine-afscheiding uit de hypofyse voorkwab).. De zaden werden in de volksgeneeskunde o.a. gebruikt als weeën-bevorderend middel. In India, Afrika en bij sommige indianenstammen worden reeds gedurende honderden jaren door de vrouwen lithospermumaftreksels gedronken, speciaal voor hun vruchtbaarheidsremmende eigenschappen.
Maar het meest succesvolle contraceptivum van plantaardige aard is waarschijnlijk de thee die getrokken wordt uit de bladeren van de Mexicaanse plant, Montanoa tomentosa. Deze kan zowel de menstruatie als de bevalling beïnvloeden en heeft zeker een invloed op de vruchtbaarheid. Recenter onderzoek heeft de doeltreffendheid van het hoofdbestanddeel "zoapatanol" aangetoond.
- The zoapatle I — A traditional remedy from Mexico emerges to modern times. Contraception,Volume 27, Issue 3, Pages 211-225 A. Gallegos
- Carro-Juárez, M., et al. (2004). Aphrodisiac properties of Montanoa tomentosa aqueous crude extract in male rats. Pharmacology, Biochemistry and Behavior 78(1) 129-34.
- Landgren, B. M., et al. (1979). Clinical effects of orally administered extracts of Montanoa tomentosa in early human pregnancy. American Journal of Obstetrics and Gynecology 135(4) 480-
- Robles-Zepeda, R. E., et al. (2005). Volatile organic compounds of leaves and flowers of Montanoa tomentosa. Flavour and Fragrance Journal 21(2) 225-27.
- Pedrón N., et al. (1985). The zoapatle. VII. Anti-implantation effect in the rat of zoapatle aqueous crude extract (ZACE) from Montanoa tomentosa and Montanoa frutescens. Contraception 31(5) 499-507.
- PIRI PIRI ROOTS (Cyperus spp.) C. articulatus L., C.chalaranthus Presl.: Ciperaceaes.”Piripiri”,”zacoo”, “puru piri”. Wild and cultivated. Flu, febrifuge, hemostatic and vulnerary. snake bites; abortifacient. As an astringent , to decoct the rhizomes powdered; Flu, rhizomes decoction; Hemorrhages, rhizomes powder decoction. The people from the jungle attribute magical powers to piri piri, they drink the leaves and flower infusion to awake the love feelings of a desired/loved person. Piripiri: Quichua word used to refer to Cyperus articulatus L. [and other Cyperus spp.]. Vickers &Plowman 1984
dinsdag, november 01, 2022
Herinnering aan Allerheiligen in Frankrijk. Bellegarde.
- 500 g cerneaux de noix de moi
- 2 liter alcohol van 45°
- 1 citroen
- 6 kruidnagels (clous de girofle)
- 350 g suiker
- Verse noten met de citroenschil en de kruidnagels laten trekken in de alcohol (eau de vie) gedurende 2 maanden. Daarna uitzeven, de suiker toevoegen, nog enkele dagen laten rusten en daarna opdrinken natuurlijk.
- Heemstwortel: zacht, zoet, wit en lang: tederheid, omarming
- Heggerank, de valse Alruin, dik en driedubbel vertakt: angst, agressie, macht
- Smeerwortel: zwart van buiten, wit en zacht van binnen. Ben ik zo? En de anderen?
- Rozenwortel, 3 babywortels terug gevonden, zoetgeurend, groot glimmend hoofd met spartelende beentjes, durf ik hen aan een touwtje rijgen?
- Valeriaan: vreemde, muffe geur, zweetgeur maar toch troostend en vertrouwd. Geur van bed en baarmoeder?
- Alant Griekse: kloeke aardse wortel met een hemelse geur.
zaterdag, oktober 15, 2022
Monografie van Meidoorn uit Pocket Guide to Herbal Medicine
donderdag, oktober 13, 2022
Planten en hun naam: Eupatórium cannabinum, lever- of koninginnenkruid
(Agrimonia eupatória), maar is in de elfde eeuw door Avicenna, ook bekend als Ibn Sina, een beroemde Arabische arts, verward met het lever-kruid.
verbastering of vertaling precies is geweest, is niet bekend. Dodo naeus geeft wel de Duitse benaming Kunigundkraut maar niet de verbasterde naam. Het is dus mogelijk dat via Dodonaeus de naam in omloop gekomen is en door de bevolking - zijn 'Cruydt-Boeck' werd veel gelezen - is verstaan als Koninginnekruid. De plant kreeg de naam Kunigundekraut naar de in 1200 door paus Innocentius heilig verklaarde Kunigunde. Zij was de gemalin van keizer Hendrik 11 en stierf in 1033, en gold als de patrones van zieke kinderen. Zo zouden volgens oude verhalen vele zieken genezen zijn, nadat deze haar graf bezocht hadden.
De naam Hommelskroet in Zuid-Limburg is gemakkelijk te verklaren wanneer men weet dat hommeien donderen betekent. De plant maakte dan ook een onderdeel uit van de kruidwis, die op 15 augustus - Maria tenhemelopneming - naar de kerk gedragen werd om gewijd te worden, om daarna thuis als afweer van
donder en bliksem te kunnen dienen. Dit is een gekerstend gebruik, want in vroeger tijden was de plant aan Donar, de god van donder en bliksem gewijd, en werd in de huizen ter beveiliging tegen blikseminslag opgehangen.
woensdag, oktober 12, 2022
Paddenstoelentijd.Over judasoren.
Paddenstoelen! Geheimzinnig en spannend zijn ze altijd wel geweest. Denk maar aan de vele onheilspellende volksnamen die aan heel wat paddestoelen werden gegeven: heksenboleet, duivelsei, duivelsbroed, stinkzwam, om de fameuze heksenkringen niet te vergeten. Maar zijn onze zwammen meer dan magisch en hoe werden ze in de klassieke kruidenboeken bekeken. Een voorbeeld Judasoor.
Judasoor, een van de vele paddenstoelen die tot de verbeelding spreekt. In elk geval tot mijn verbeelding. Alleen de naam Oor al, die hij te danken heeft aan zijn oorschelpachtig uitzicht en zijn slappe maar toch elastische structuur. En 'Judas' wat zou verwijzen naar de Jezusverrader, die zich uit wroeging zou verhangen hebben aan een vlierboom. Vandaar dat deze zwam zoveel op vlierstruiken vegeteert.In het jeugdstadium zijn ze kelk-, mossel-, of schotelvormig, later rond en geplooid, onregelmatig gegolfd en gelobd. Aan de oppervlakte zijn ze fluwelig behaard en olijfkleurig. De binnenzijde is sterk gerimpeld en geaderd. Het gehele vruchtlichaam is geleiachtig elastisch, bij opdrogen donkerder, zwart of grijsbruin, hard en gebocheld.
Het gehele jaar door, maar vooral in de periode van herfst tot voorjaar, op afgestorven stammen en takken van vooral de vlier, maar ook op ander loofhout zoals notenboom, Wilg en Beuk, in zowel de tropen als in gematigde streken over de gehele wereld.
In de oude kruidboeken.
Lobelius vermeldt over het voorkomen en uiterlijk: Judas ooren. Auriculae ludae. "Aende tacken van Vlier die een iaar oudt is/ principalijck Noortwaerts/ groeyet een schorsachtich oft leerachtich aenwas/ dat om sijn diversche crachten wel weerdich is bekent te wesen/dwelck vanden ghemeyden man in Duytslant ende Enghellant Judas-oore ghenoemt wordt/ midts dat de gedaente van een oore heeft/ ende met een knorachtich ende gherimpelt ghewas dat veel ploykens ende hollekens heeft de oore ghelijck is/ maer bruyn van verwe/ ende zeer hert: niet-te-min in dwater gheleyt/ soo wordet sachte/ ende swillende ghelijck een sponsie." In de 16de eeuw werd Judasoor, geweekt in wijn of rozenwater, gebruikt om ontstekingen te genezen. In Hongarije word een aftreksel in azijn nog gebruikt om te gorgelen bij keelontsteking.
In de keuken.
De zwam blinkt niet uit door een uitzonderlijke smaak. Lobelius vermeldt: "Van smaecke ist gheheel laf ende ghelijck een ghesoden vel oft leer." Toch is Judasoor in het Oosten en in Chinese restaurant in het Westen vrij veel in gebruik. Ze zijn ze bekend als zwarte zwam. Ze worden vooral verwerkt in salades en soepen, maar ook in de vegetarische keuken zijn ze natuurlijk goed te gebruiken.
Een recept: Veggiwok
- 200 gram seitan in stukjes of sojagehakt (gemarineerd)
- 4 judasoren, vers of gedroogd en geweekt
- 6 gedroogde shi-takes, geweekt of verse
- 1 teen knoflook, gesnipperd
- olijfolie
- gemberwortel
- wortel in reepjes
- 1 stuk tofoe, grof
- 2 sjalotjes, in stukjes
- 1 losgeklopt ei
Verwarm olijfolie in een wok, doe er de gember, de sjalotjes en de seitan bij. Roerbak met behulp van een houten spatel gedurende 5 tot 10 minuten. Voeg de paddenstoelen en de wortel toe en bak enkele minuten tot de wortelstukjes beetgaar zijn. Roer de tofoe erdoorheen en laat heet worden. Roer het los geklopte ei er door. Dien op met rijst of deegwaren.
dinsdag, oktober 04, 2022
Amarant, graan van de goden
De Spaanse veroveraars verboden de 'heiligschennende' plechtigheden, waarbij deze amarantgodenfiguren aan bod kwamen. De missionarissen werden verantwoordelijk gesteld voor het uitroeien van deze plant. Maar bepaalde etnische groepen boden weerstand: ze onderhielden in het geheim kleine akkertjes van hun heilige plant, en vanaf de onafhankelijkheid van Mexico in 1810 verscheen de huautli en alegna weer in het openbaar onder de vorm van lekkernij.
Samen met de maïs en de boon is de amarant één van de vijf belasting-betaalmiddelen in het Aztekenrijk: jaarlijks bracht het zowat 21 ton zaden op ! De amarant groeit goed, zelfs in open en winderige habitats, laat zich gemakkelijk kruisen en past zich snel aan andere ecologische leefmilieus aan. De domesticatie onder de Azteken bestond er vooral in planten te zoeken met een grotere opbrengst aan zaden, die werden vergaard en bijgehouden om in tijden van nood te worden verwerkt. Zo kwam het dat amaranten met hun zwarte zaden, die dienden als groente en als versiering, geleidelijk aan vervangen werden door planten met witte zaden, die een hogere voedingswaarde hebben.
Diezelfde selectie vergrootte tevens de hoeveelheid rode kleurstof die uit de plant kon worden getrokken, en die door de Oud Mexicanen werd gewaardeerd om haar godsdienstige bijbetekenis : rood was immer de kleur van bloed, de kleur van de duivel, het vuur en het gevaar. Ook andere wilde amarantsoorten worden gekweekt en verzameld, o.m. Amaranthus cruentus, die de rode kleurstof leverde; A. blitoides en A. hybridus die als wilde groente worden gegeten.
De bladeren van de amarant hebben een hoge voedingswaarde en het zaad bevat een buitengewoon hoog percentage aan eiwitten, en de voor de mens essentiële aminozuren. De zaden worden tot bloem verwerkt om er beschuiten, marsepein, tamales en dergelijke mee te bereiden. Samen met honing en melasse van rietsuiker maakt men er ook turron mee, een zachte nougat, die zowat in alle straten van Mexico te koop wordt aangeboden. Wat nog van de plant overblijft, dient daarna als veevoeder. De bladeren kunnen rauw of gekookt als groente gegeten worden. In Europa vinden we ook verschillende verwilderde Amarantsoorten die ook te gebruiken zijn.
woensdag, september 28, 2022
Maakt Echinacea mensen minder angstig?
Wij kennen de rode zonnehoed vooral als plant voor het immuunsysteem, maar uit onderzoek blijkt Echinacea angustifolia mensen ook minder angstig te maken. Dat ontdekten onderzoekers van het Hongaarse Institute of Experimental Medicine in Budapest. Een dosis van 40 milligram extract heeft al effect.
Alkylamides
In Echinacea zitten alkamides. Het maakt niet uit of je te maken hebt Echinacea purpurea, Echinacea angustifolia of Echinacea pallida, in alle soorten Echinacea vind je alkamides. In het lichaam interacteren Echinacea-alkamides met de cannabinoid CB1-receptor, en verminderen daardoor waarschijnlijk pijnsensaties. Ook remmen alkamides de afbraak van de endocannabinoid anandamide. Dat is een neurotransmitter die een rol speelt bij pijn, depressie, de werking van het geheugen, de vruchtbaarheid en het hongergevoel.
Onderzoekers vermoeden dat de alkamides in Echinacea ook iets doen met andere - en misschien nog onbekende - cannabinoidreceptoren, en via die receptoren het immuunsysteem effectiever maken.
Dierstudies
In dierstudies ontdekten de Hongaren een paar jaar geleden dat Echinacea-suppletie gevoelens van onrust en angst vermindert. [Phytother Res. 2010 Nov;24(11):1605-13.] Dat kwam niet als een volslagen verrassing. Dezelfde onderzoekers bewezeb eerder dat het verminderen van de concentratie anandamide en het blokkeren van de CB1-receptor in dieren angstgevoelens in de hand werken. [Eur J Neurosci. 2002 Oct;16(7):1395-8.]
En verdraaid: in ratten werkte het. Het werkte zelfs erg goed. De hoeveelheid Echinacea-extract die een merkbaar effect had was volgens de Hongaren 3-8 mg/kg lichaamsgewicht/dag. Extracten van Passiflora-planten hebben in dierstudies bijvoorbeeld pas effect bij 400 mg/kg/dag, extracten van Valeriana officinalis bij 100 mg/kg/dag en extracten van Turnera aphrodisiaca bij 50 mg/kg/dag.
Humaan onderzoek
De onderzoekers publiceerden in 2013 in Phytotherapy Research de resultaten van een humane studie. Daarin kregen 33 gezonde vrijwilligers gedurende een week dagelijks 20 of 40 mg extract van Echinacea angustifolia. Het gebruikte preparaat was gemaakt door het Hongaarse ExtractumPharma. [expharma.hu]
De onderzoekers lieten de proefpersonen dagelijks vragen beantwoorden, zodat ze aan de hand van scores konden aangeven hoe angstig, tobberig en bezorgd de proefpersonen waren. De onderzoekers ontdekten dat Echinacea angustifolia al binnen enkele dagen de totaalscore verlaagde. Twee weken nadat het gebruik was gestaakt was die score nog steeds verlaagd.
Conclusie
"The need for intermittent treatment with anxiolytics that have a rapid onset of action and that of utilizing non-conventional therapies can be met by the Echinacea angustifolia extract tested in this and earlier studies", concluderen de onderzoekers.
Gepatenteerd
De onderzoekers hebben patenten op hun naam staan voor het gebruik van Echinacea als middel tegen angstgevoelens en tobberigheid. [Application number: 12/304,558; Publication number: US 2009/0285907 A1]
Bron: Phytother Res. 2013 Jan;27(1):54-61.
zaterdag, september 10, 2022
Ganzevoeten, eetbaar en nog meer
Tijdens onze buitendag bij Weelde Statie, de plek waar ik het grootste deel van mijn leven gewoond heb, vinden we ook een akkertje met veel melde- of ganzenvoet-achtigen.
De ganzenvoetfamilie (Chenopodiaceae) heeft haar naam te danken aan het geslacht Chenopodium, het is een groep doorgaans welig tierende 'onkruiden' uit gematigde en warme gebieden. Veel soorten uit dit plantengeslacht hebben bladeren waarvan de omtrek met enige fantasie aan die van een ganzenvoet doen denken. Deze planten familie is om een aantal redenen interessant.
In de eerste plaats is dit plantengeslacht economisch van betekenis omdat ze een aantal bekende groenten bevat zoals spinazie, rode biet en snijbiet. Verder is het opvallend, dat ook veel wilde ganzenvoetsoorten eetbaar zijn en, als 'primitieve' groenten, waarschijnlijk een rol hebben gespeeld in het voedingspatroon van onze voorouders. Ook van economische betekenis is de suikerbiet die in de 18de eeuw werd ontwikkeld uit 16de eeuwse 'wortelbiet'. Tenslotte telt de familie een aantal soorten die zich aan zee thuis voelen. Tot deze zoutplanten behoren de zeekraal en klein schorrenkruid (Suaeda maritima). Ze hebben het voor andere planten vaak dodelijk zeezout nodig om in leven te kunnen blijven en werden vroeger vaak verbrand om het looghoudend as als wasmiddel te gebruiken.Als geneeskrachtige planten worden de Ganzenvoetachtigen niet meer gebruikt, toch vond ik een merkwaardig wetenschappelijk onderzoek, waaruit blijkt dat het zaad van Chenopodium album een 'potent sperm-immobilizing agent' is. Een waterig aftreksel, extract van de zaden bleek bij ratten een vrij sterke contraceptieve werking uit te oefenen. Nog vreemder is dat 2000 jaar geleden Hyppocrates volgens Leclerc het zaad voorschreef « lorsque la semence de l'homme se putréfie dans l'utérus ». Dus om gezond sperma te verkrijgen. Wel opvallend, mogelijk ook onrustwekkend maar zeker interessant om verder te onderzoeken.
De naam Melde komt van het werkwoord ‚malen’. De zaden kunnen tot meel gemalen, het blad als bladgroente bereid. een recept, met het blad. Laat wat melde smelten in de pan, meng met blokjes mozzarella en basilicum, draai dit alles in een hartig flensje en laat het even frituren in olie. Opdienen met rijst en rauwkost.
https://sites.google.com/view/kruidwis1/kruiden-planten-van-a-tot-z/atriplex-hortensis-tuinmelde
vrijdag, augustus 26, 2022
Koningin der weiden
Vandaag wat bloeitoppen (tweede oogst) van moerasspirea geoogst in de magische tuin van Cascatelles.
Vroeger werd de plant Koningin der weiden of geitenbaard genoemd. Verder vinden we ook de namen bokkenbaard, stijfstok, spierkruid, reinette, olmkruid, wolfvlinder, robbroodskruid, zwanepoot, kamerbloem, magerman, ijzermaalkruid, zwanenpoot en koemommel,
- Latijns: Filipendule ulmaria (L.) Maxim
- Frans: Reine des Près, Spirée ulmaire, Filipendule ulmaire, Fausse Spirée
- Engels : Meadowsweet, Bridewort, Honey-sweet, Lady of the meadow, Meadow Queen
Net als de roos maakt ook deze decoratieve plant deel uit van de familie Rosaceae of eenvoudigweg de Roos-achtigen. Vroeger rekende men moerasspirea bij het geslacht Spirea en dit verklaart meteen het tweede deel van de Nederlandse naam. Het eerste deel doet ons vermoeden dat dit kruid iets heeft met vochtige bodems. En inderdaad, het staat graag met de voeten in het water en gedijt dus prima in moerassige gebieden!
De botanische naam Filipendula ulmaria betekent “Filipendula”, opgehangen aan een draad, wat verwijst naar de wortelknollen die met een soort draad met de lange wortels verbonden zijn. Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, ‘Filipendula’, is afkomstig van de Latijnse woorden ‘filum’ dat ‘draad’ betekent en ‘pendulum’ dat ‘hangen’ betekent. Met deze ‘hangende draden’ worden de karakteristieke wortels beschreven. Het tweede deel, ‘ulmaria’ betekent in het Latijn ‘zoals een iep’. . De soortnaam ulmaria dankt de plant aan het feit dat de bladeren gelijken op die van de Ulmus of olm. Niet dat de moerasspirea op een iep lijkt (enkel het blad vertoont een gelijkenis) maar het geeft wel aan dat beide dezelfde werkzame stoffen hebben. Het Nederlandse'spirea' komt van het Griekse woord 'speiraie' dat 'spiraal' betekent en de vorm van de zaden beschrijft.
De geur van de moerasspirea bedwelmde eeuwenlang mens én de vorsten. Tijdens de middeleeuwen strooiden de edellieden moerasspirea over de plaveien van hun paleizen en kastelen. Het parfum van de plant verdrong minder hygiënische geuren. Koningin Elisabeth I noemde de spirea haar lievelingsbloem die haar redde van onophoudelijke hoofdpijn.
Voor de druïden was de plant, naast de maretak, een van de geliefde planten bij mystieke overgangsrituelen. De druïden hadden enkele favoriete kruiden waaronder de moerasspirea, watermunt en ijzerhard. We treffen de plant ook dikwijls aan in verschillende recepten van de druïden, vooral in rituelen waarbij de plant als offergave gebruikt werd, wellicht om haar zwoele zoete geur. In vroeger dagen diende het vaak als een brouwkruid voor heilige bieren
In de Mabinogion wordt verhaald, dat moerasspirea diende als één van de magische ingrediënten om de bloemenmaagd “Bloddeuedd” te creëren, die bestemd was om de bruid te zijn van Llew Llaw Gyffes. Zodoende wordt moerasspirea geassocieerd met liefdesmagie. Helaas duurde het magische huwelijk niet lang. Moerasspirea zou meer geschikt zijn voor het vinden van een passionele maar kortstondige affaire dan voor huwelijksgeluk. Het wordt ook geassocieerd met het geschenk van moed en bescherming en kan gebruikt worden om af te stemmen op het rijk van de feeën.
In het Engels wordt de plant Meadowsweet genoemd, maar een oudere naam is Meadwort of Medwort. In het boek van Chaucer : "The Knights tale", staat de plant zo vermeld als één van de vijftig ingrediënten van een drank, gebaseerd op Mead of mede, een honingdrank die populair was in de Middeleeuwen. Aan de mede werden dan kruiden toegevoegd. Het oude woord 'wort' betekent zoveel als plant. De naam 'Bridewort' verwijst dan weer naar het gebruik om de plant op de vloeren te strooien tijdens een huwelijksfeest.
In Groot-Brittannië zijn reeds in vondsten uit het Bronzen tijdperk sporen van moerasspirea gevonden. In graven daterend uit die tijd zijn stuifmeelkorrels gevonden die na onderzoek van moerasspirea bleken te zijn. Dit wil zeggen dat men wellicht een soort bloemenkrans meegaf aan de overledene. Aan het meer van Llyn y Fan Fach in Wales trof men de gecremeerde resten aan van een jong meisje met ernaast stuifmeel sporen van moerasspirea en potten en stenen werktuigen.
woensdag, augustus 10, 2022
Orval en de kruiden
Tijdens de jansenistische crisis vinden we voor het eerst in 1725 het vernoemen van een apotheek en van een de naam van een apotheekbroeder in de Abdij van Orval. De meest onverzettelijke van de jansenisten vormden een clan, aangevoerd door de prior. Ze organiseerden geheime bijeenkomsten in de "apotheek." Op de avond van 21 september vluchtten twaalf ordegeestelijken en drie werkbroeders uit het klooster. Onder hen bevonden zich twee apothekers.
Zich baserend op het feit dat de apotheek van Orval gediend heeft als schuilplaats voor de opstandelingen, meent dr. Hollenfeltz dat de apotheek zich moet bevonden hebben in de zuidwestelijke vleugel van de ruimte, genoemd 'T binnenhof van de Bernardijnen", aan de rand van de binnenplaats waar zich ook de gastenkamer (nu lapidarium) bevond. In ieder geval werden na 1770 het ziekenverblijf en de apotheek in één en hetzelfde gebouw ondergebracht. De ziekenverpleging wordt vooral geïllustreerd door de figuur van broeder Antoine Perin (1738 - 1788). Bij zijn overlijden wordt hij broeder chirurg genoemd (studeerde anatomie en chirurgie in Parijs) en wordt hij vervangen door een inwonende dokter.
dinsdag, juli 19, 2022
Boerenwormkruid op zijn best
De naam Boerenwormkruid kreeg deze soort omdat de landelijke bevolking haar gebruikte om maden en ingewandswormen te verdrijven; andere namen die hierop attenderen zijn: Pierenkruid, Pierenkruud, Wiermskrûd, Wild wormkruid, Wormkroed, Wormvaren, Wormzaad en Wurmkruid. In een oud kruidboek vinden we vermeld: ‘Het saet van dit cruydt wordt van het gemeen volck tegen de wormen des buycks, soo wel de lange als de ronde, gebruyckt: want het jaegt die uut, en doodtse, in wat manieren dattet ingenomen wordt.’ De verdrijving van de ingewandswormen wordt veroorzaakt door de sterke etherische olie die de plant bevat. Uitwendig werd de olie bij rheuma gebruikt. De jonge bloemknoppen verwerkte men vroeger in eierkoeken, die men dan aan kinderen gaf om maden en darmparasieten te verdrijven.
De naam Kruidwes, in Zuid-Limburg aan de plant gegeven, slaat op het gebruik om haar met andere bloeiende planten te verwerken in kruidwissen die op 15 augustus, Maria tenhemelopneming, naar de kerk gebracht worden om aldaar door de priester te worden gewijd. Vaak bestond zo’n tuil alleen uit bloeiende exemplaren van het Boerenwormkruid. In Salland en de Achterhoek heet de plant Reinevaar, en in Zuid-Limburg spreekt men van Reinvaren. Deze namen zijn volgens ons van Duitse oorsprong, waar zij Rainfarn genoemd wordt, en het is duidelijk dat de namen in de genoemde Nederlandse gebieden zijn overgenomen en verbasterd tot Reinevaar en Reinvaren. Trouwens de taal- en spraakgrens tussen deze gebieden is nooit scherp getrokken geweest. In de vroege middeleeuwen heette zij in het Duitse taalgebied Rainevane, Reinefano, en bij Hildegard von Bingen Reynfan. De naam Rainfarn is een verbastering van de genoemde middeleeuwse namen, zoals Reinevane. Dit ‘farn’ in plaats van ‘fan’ was voor de landelijke bevolking begrijpelijker, want de geveerde bladeren hebben iets weg van die van varens. In de loop der eeuwen werd het fan niet meer gebruikt en werd en bleef het Rainfarn. Zo vinden we bij Dodonaeus (1608) de naam Reynvaer, maar in ‘Den grooten Herbarius’ van 1514 staat zij nog genoemd als Reinvaen.
De naam is aldus te lezen: een plant die als een vaan of vlag aan de reen of rein staat. Dit rein of reen beduidt een berm, een verhoogde zoom of grens tussen twee akkers. In het Duits betekent Rain eveneens berm, en Fahne vaan. In Twente komt volgens de opgave van Heukels de naam Gingber voor. Wat betekent deze naam? Heeft het iets met gember te maken en/of met het gebruik van het kruid in de eierkoeken om de smaak te verhogen?
Boerenwormkruid wetenschappelijk
Chrysanthemum of Tanacetum vulgare bevat 0,1-0,3 % vluchtige olie, vooral in de bladeren en bloemknoppen. De gedroogde bladeren bevatten 0,48-0,94 % vluchtige olie, de bloemknoppen 0,74-1,76 % en de stengel < 0,01 %. De vluchtige olie bestaat uit ongeveer vijftig componenten waarvan thujon, kamfer, borneol en 1,8-cineol van belang zijn voor de werking. Het oliegehalte en de samenstelling van de olie uit Chrysanthemum of Tanacetum vulgare varieert afhankelijk van de herkomst van de plant. De olie kan duidelijk één hoofdbestanddeel bevatten, maar ook meerdere componenten die in min of meer gelijke gehaltes voorkomen. Hoewel grote verschillen wat betreft de samenstelling van de vluchtige olie kunnen bestaan, zijn planten met verschillende samenstelling van de olie uitwendig morfologisch niet te onderscheiden. Vermeld wordt dat de vluchtige olie van Chrysanthemum vulgare tot 77 % thujon kan bevatten, waarvan 19 % alfa-isomeer en 58 % beta-isomeer. De JECFA geeft aan dat de vluchtige olie van Chrysanthemum vulgare gemiddeld ongeveer 50 % thujon bevat.
De vluchtige olie wordt gezien als belangrijkste werkzame stof in Chrysanthemum vulgare en heeft in vitro remmende effecten op bacteriën en schimmels. De geur van de olie en de bloemen van Chrysanthemum vulgare is afschrikwekkend voor insecten(18).
Chrysanthemum vulgare wordt gebruikt als middel om insecten, vlooien en luizen uit huis te verdrijven en bij de productie van likeuren. In de volksgeneeskunde wordt het kruid gebruikt als antiwormmiddel en abortivum en bij aandoeningen aan het maagdarmstelsel, gebrek aan eetlust, problemen met urineren, dysmenorroe, jicht, reuma, zenuwpijn, migraine, hysterie, nervositeit, slapeloosheid en duizeligheid.
Uitwendig wordt het kruid gebruikt als concentraat of zalf bij respectievelijk scabiës en jeuk aan de anus, en als badextract ter ondersteuning van de behandeling van reumatische klachten. Als doseringen bij inwendig gebruik worden 1-2 gram als aftreksel en 2-4 gram als poeder aangegeven. Het is niet duidelijk aangegeven wat de dagdosis is. De olie van Chrysanthemum vulgare wordt in de volksgeneeskunde gebruikt bij infecties in het maagdarmstelsel,gewrichts- en reumatische pijn, maagkrampen, duizeligheid, wormen en dysmenorroe.
Uitwendig wordt het gebruikt bij jicht en reuma en bij verwondingen. Aangegeven wordt dat het gebruik als antiwormmiddel niet meer te rechtvaardigen is, omdat er tegenwoordig betere middelen zijn. De werkzaamheid van de overige toepassingen is wetenschappelijk niet aangetoond. De bloemen van Chrysanthemum vulgare worden gebruikt om insecten, luizen en vlooien uit bijvoorbeeld bedden en hondenhokken te verdrijven. Daarnaast worden de bloemen in de volksgeneeskunde gebruikt bij spoelworminfestatie, oxyuriasis, spastische colitis, maagpijn, nervositeit en hysterie. Als dosering wordt hierbij meermaal daags 1-3 gram aangegeven. Een maximumdosis wordt hierbij niet vermeld. Voor uitwendig gebruik wordt 40 gram bloemen gekookt in 1 liter zout water. De werkzaamheid bij deze toepassingen is niet aangetoond. Als bijwerking van het gebruik van Chrysanthemum vulgare wordt het mogelijk optreden van contactsensibilisatie genoemd. Het gebruik van Chrysanthemum vulgare als geneeskrachtig kruid wordt niet aangeraden vanwege de risico’s die het kruid met zich meebrengt doordat met name de olie van Chrysanthemum vulgare toxisch is.
Verschillende gevallen van vergiftiging met Chrysanthemum vulgare zijn beschreven. Bij misbruik van Chrysanthemum vulgare-olie om bijvoorbeeld abortus op te wekken, zijn vergiftigingen met letale afloop gerapporteerd. Symptomen zoals braken, buikpijn, ontstekingen aan het maagdarmkanaal, bewustzijnsverlies, tonisch-clonische spasmen, roodheid van het gezicht, niet reagerende pupillen, gezichtsstoornissen, epileptische aanvallen, versnelde ademhaling, onregelmatige hartslag, bloedingen van de baarmoeder, nier- en leverschade en pupilverwijding worden hierbij vermeld. Abortus vond slechts in enkele gevallen plaats(18,29). Sterfte kan optreden door het stoppen van de bloedcirculatie of de ademhaling of door orgaanschade(106).
JECFA (1981) WHO/FAO Joint Expert Committee on Food Additives. Toxicological evaluation of certainfood additives and contaminants. Thujone. WHO Food Additives Series 16. 107 Opinion of the Scientific Committee on Food on Thujone (expressed on 2 December 2002). Via internet http://ec.europa.eu/food/fs/sc/scf/out162_en.pdf
zondag, juli 17, 2022
Origanum, zomervreugde langs de Maas.
Wilde oregano (Origanum vulgare), verwarrend genoeg meestal “wilde marjolein” genoemd, is een kruid dat rijk is aan het fenol carvacrol dat zich kenmerkt door een pittige bittere smaak met een lichte warmtesensatie. Dit in tegenstelling tot Origanum majorana of echte marjolein dat ook wel zoete oregano wordt genoemd en veel in de keuken wordt gebruikt, maar minder rijk is aan therapeutische substanties.
De meest krachtige wilde origanumvariëteiten groeien in de oostelijke mediterrane berggebieden op een kalkrijke grond. Carvacrol is de meest onderzochte inhoudsstof en synthetisch carvacrol wordt al meer dan vijftig jaar gebruikt in reinigingsmiddelen als lysol en Listerine om instrumenten en werkoppervlakken te desinfecteren. Heden ten dage is de interesse in de oorspronkelijke plantensubstanties weer actueel, omdat de resistentie van bacteriën en schimmels tegen moderne medicijnen als antibiotica ons nopen nieuwe oplossingen te vinden.
Vele plantaardige substanties blijken in meer of mindere mate een breedspectrum therapeuticum te zijn tegen zowel bacteriën, gisten, schimmels, parasieten als virussen. Wilde oregano-olie lijkt in dit opzicht een alleskunner. Veterinair onderzoek ten behoeve van de veeteelt en pluimveehouderij ziet mogelijkheden om het antibioticagebruik terug te dringen middels het gebruik van wilde oregano-olie in voeders. De humane voedingsindustrie is meer geïnteresseerd in wilde oregano-olie als natuurlijk conserveermiddel. De oude Egyptenaren gebruikten oregano al om voeding te conserveren en wonden te reinigen. De oude Grieken pasten het ook toe bij hoofdpijn, zweren, longziekten, astma en spasmen. In het huidige Griekenland wordt thee van oregano als volksmedicijn gebruikt bij verkoudheden, keelpijn, griep, maagzweren en andere maag-darmklachten.
zaterdag, juli 02, 2022
Kruidenstage. Pepermunt oogsten en distilleren.
Pepermuntthee en pepermuntolie worden van oudsher gebruikt bij maag en darmklachten, dyspepsie, misselijkheid, winderigheid, enteritis, gastritis, diarree, galproblemen, galstenen en bij verkoudheid.
Pepermuntolie verlicht ook klachten van een spastische dikke darm. Pepermuntolie wordt uitwendig (verdund) gebruikt bij spanningshoofdpijn, neuralgie, spierpijn, gewrichtspijn en jeuk. Ook is pepermuntolie (in combinatie met eucalyptusolie en eventueel lavendelolie) effectief gebleken bij hoofdluis. Bij neusverkoudheid, een verstopte neus kan pepermuntolie aan een dampbad worden toegevoegd of (verdund) op de borst worden gesmeerd. Niet dat de neusverstopping minder wordt, maar het geeft wel het subjectieve gevoel beter te kunnen ademen.
Pepermuntolie heeft een antivirale werking en remt het herpes simplex virus. Eventueel in combinatie met tea tree olie (of kruidnagelolie), helpt munt mogelijk ook tegen opkomende koortsblaasjes. Het wetenschappelijke bewijs dat pepermunt(olie) werkt bij gezondheidsklachten is vooralsnog het best onderbouwd voor (functionele, non-ulcer) dyspepsie, intestinale dysbiose en spastische dikke darm (IBS).
Wat geschiedenis van de muntplant
Munt, mint, muntje, mentha. Het zit niet alleen in tandpasta of in snoepjes, maar is een echte, groene plant. En zijn gebruik begon al heel lang geleden. Bij Ovidius bijvoorbeeld die beschreef hoe de dochter van de watergod, Menthe of minthe genaamd, door de god van de onderwereld bemind werd maar door diens jaloerse echtgenote in een plant veranderd werd. Die goden toch, maar zo kunnen wij nu toch genieten van al die frisse munten en die vreemde verhalen.
Andere coryfeeën uit die tijd, Hippocrates en Dioscorides op kop, noemden de munt vaak in hun geschriften over geneeskunde. Plinius schreef het gebruik ervan voor in 41 geneeskrachtige dranken en in sommige daarvan werd het kruid apart genoemd als maagmiddel, versterkend middel en carminatief. De Romeinse soldaten verbreidden de muntplanten over het gehele Romeinse rijk. Reeds in de negende eeuw werd dit kruid in vele Europese kloostertuinen gekweekt. In de Middeleeuwen werden muntbladeren niet alleen in de keuken gebruikt, maar het verpulverde blad diende ook om de tanden wit te maken, mondzweren te genezen, beten van dolle honden te helen, de pijn van wespensteken te verlichten, te voorkomen dat de melk zou stremmen en om ratten en muizen te verjagen.