Klimop bloeit in september-december en is in die periode een bron van nectar en stuifmeel aangezien er dan niet zoveel gewassen bloeien. Daarmee trekt de plant tijdens de bloei vlinders en andere nectarzoekers aan. De vruchten rijpen na de winter (maart) en zijn geliefd bij vogels (onder andere merels) die vervolgens zorgen voor de verspreiding van het zaad. Klimopblad is het favoriete voedsel van sommige rupsen en wandelende takken. Verder is een klimopstruik een slaap- en schuilplaats voor allerlei vogels. Ook nestelen heggenmus, merel, winterkoning erin en is het voor vlinders zoals de gehakkelde aurelia een plek om te overwinteren.
In de klassieke oudheid had klimop behalve op het fysieke vlak (leverprotectie) ook symbolisch een beschermende functie. De plant had eigenlijk een dubbelrol: hij was het symbool/zinnebeeld van dronkenschap maar gaf ook bescherming tegen dronkenschap omdat het blad de wijn onschuldig zou maken. Daarnaast zou hij aan de mens goddelijke vermogens schenken in de vorm van helderziendheid en profetie. Of was die profetie een uiting van dronkenschap? In de middeleeuwen zouden door het dragen van een klimopkrans heksen te herkennen zijn. Klimop is ook het zinnebeeld van liefde. Daarbij gaat het om eigenschappen zoals onsterfelijkheid, uitgelatenheid, trouw, gehechtheid, vasthoudendheid, blijvende affectie en vriendschap. Het groenblijvende karakter en de hechtende eigenschappen van klimop ondersteunen deze toegedichte eigenschappen. Een vorm van signatuurleer.
Inhoudsstoffen en werking
Zoals vele andere planten heeft klimop inhoudsstoffen die een gunstige of juist nadelige uitwerking kunnen hebben in of op het menselijk lichaam. Jonge uitlopers en gedroogd blad werden al in het oude Egypte en Griekenland toegepast tegen hoofdpijn. Bladextracten waren slijmoplossend, zweetafdrijvend en koortsdrukkend en er werden magische krachten aan toegeschreven. Het zou bij uitwendig gebruik helpen bij builen en blauwe plekken. Dit sluit aan bij het hedendaagse volksgebruik van klimop in de wondverzorging als omslag bij brandwonden en zweren. Tegenwoordig gaat het in de fytotherapie vooral om het gebruik van droogextracten die worden toegepast bij hoest als gevolg van longproblemen. Het extract heeft een antiseptische, mucolytische en ontstekingsremmende werking die waarschijnlijk berust op de aanwezigheid van saponinen, met name alfa-hederine in het blad. Daarnaast wordt het inwendig gebruikt als pijnstiller tegen krampen.
Naast positieve eigenschappen kan het gebruik van klimop ook negatieve effecten hebben. Bij een te hoge concentratie van in de plant aanwezige saponin-glycosiden (waarvan de belangrijkste alfa-hederin, hederasaponin C en hederasaponin D zijn) zal er bij inname sprake zijn van vergiftigingsverschijnselen. Vooral bladeren en bessen bevatten genoemde stoffen. Het eten van grote hoeveelheden bessen leidt daarbij tot braken, diarree, koorts en stuipen. De bessen zijn erg bitter en nodigen niet uit tot consumptie. Het eten van bladeren kan leiden tot krampen. Contact met het plantensap uit de bladeren – bijvoorbeeld bij snoeiwerkzaamheden – kan leiden tot dermatitis; hiervoor wordt de stof falcarinol verantwoordelijk gehouden.
Referenties
- European Medicines Agency. Community herbal monograph on Hedera helix L., folium. 2011.
- European Medicines Agency. Assessment report on Hedera helix L., folium. 2011
- Paulsen E, Christensen LP, Andersen KE. Dermatitis from common ivy (Hedera helix ssp. helix) in Europe: past, present and future. Contact Dermatitis 2010;62(4):201-9.
- Morfin-Maciel BM, Rosas-Alvarado A, Velázquez-Sámano G. Anaphylaxis due to ingestion of ivy syrup (Hedera helix L.). Report of two cases. Rev Alerg Mex 2012;59(1):31-6