Ook de toverhazelaar bloeit in onze Bretoense bostuin. Bloei is een groot woord voor de gele ministerretjes dichtbij de takken. Het is dan ook een wilde botanische soort, die in Noord-Amerika een grote reputatie had en heeft als geneeskrachtig kruid. Het zijn vooral de schors en het blad die gebruikt worden. Er zijn veel beschrijvingen over traditionele toepassingen van Hamamelis virginiana, waarbij waterige destillaten, extracten, zalven, crèmes, zetpillen, oertincturen en homeopathische verdunningen worden gebruikt.
Reeds in de Amerikaanse literatuur van de negentiende eeuw is er sprake van twee verschillende bereidingen:
(1)een oertinctuur, verkregen door extractie van de bast van Hamamelis virginiana met alcohol, en (2)Hamamelis- distillaat", dat de vluchtige bestanddelen van bloeiende Hamamelis-takken bevatte.Met het "Pond's Extract of Hamamelis", dat voor het eerst werd beschreven in1864 door Hale in zijn werk "New Remedies", werd het Hamamelis-destillaat bedoeld. "New Remedies" bevat een uitvoerige verzameling van beschrijvingen over succesvolle behandelingen van huid- en slijmvlies-wonden met het Hamamelis-destillaat, waarin een mild adstringerende, bloedstelpende en antiflogistische werking van deze bereiding naar voren komt.
Eind achttienhonderd wordt over de therapeutische toepassing van Hamamelis virginiana het volgende vermeld:"Het wordt uitwendig gebruikt, en wel onverdund als wrijfmiddel of 1op1 verdund met water als omslag bij brandwonden, bij kneuzingen, verstuikingen en de gevolgen daarvan; bij open wonden; bij insectenbeten en zwellingen ten gevolge van bevriezing; bij tepelkloven en pijnlijke borsten; alsmede varikeuze voetzweren, steenpuisten en negenogen."
De beschikbare beschrijvingen zijn hoofdzakelijk afkomstig uit dermatologische en deels ook uit chirurgische en algemeen medische praktijken en poliklinieken. Indicaties zijn huidbeschadiging, slijmvliezen en oppervlakkige bloedvaten (bv. aambeien), secundaire aandoeningen (bijv. ulcus cruris of flebostatisch syndroom. De Hamamelis-bereidingen worden in deze gevallen vooral uitwendig gebruikt, deels ook inwendig maar dan eerder als verdund homeopathicum.
Werkzaamheid als antiflogisticum: bij eczeem.
Sorkin vond dat een zalfbereiding uit Hamamelis-destillaat de doorbloeding van de huid vermindert na een latentietijd van gemiddeld 31minuten, terwijl de zalfbasis zelf (zonder Hamamelis) in de meeste gevallen een toename van de huiddoorbloeding tot gevolg had. Dit effect was zowel bij proefpersonen als bij patiënten met atopische neurodermitis of psoriasis aantoonbaar. De vermindering van de doorbloeding van de huid bedroeg gemiddeld 15% bij de proefpersonen en24% bij de patiënten. Bovendien werd bij twee patiënten de zuurstofspanning percutaan gemeten na toediening van de Hamamelis-zalf en na toediening van de zalfbasis (placebo). Ook hier resulteerde toediening van de Hamameliszalf in een afname van de zuurstofspanning in de huid, tegenover een toename na toepassing van alleen de zalfbasis. De afname van de doorbloeding van de huid respectievelijk van de gemeten zuurstofspanning geldt als een parameter voor het vaststellen van een antiflogistische werking.
Werkzaamheid bij anorectale klachten, bij aambeien
Steinhart heeft de werkzaamheid onderzocht van een Hamamelispreparaat in een open studie bij 70 patiënten met anorectale klachten. Proefcriteria waren pijn, branden, pruritus (jeuk) en de bevindingen van rectaal onderzoek. Het referentiepreparaat bevatte dezelfde hoeveelheid Hamamelis-bereiding, maar een andere zalfbasis. Het bleek dat de Hamamelis-bereiding beter werkte dan het placebo. Zo was na therapie met het proefpreparaat 98,2% van de patiënten vrij van symptomen (versus 30,6% bij toepassing van het referentiepreparaat) en bij 98,5% van de patiënten leidde rectaal onderzoek niet tot pathologische bevindingen (versus 18,1%)
Referenties
- Sorkin B. Hametumsalbe, eine kortikoidfreie antiinflammatorische Salbe.Physikalische Medizin und Rehabilitation, 1980, 21:53–57. 45. Korting HC et al. Comparative efficacy of Hamamelis distillate and hydrocortisone cream in atopic eczema. European Journal of Clinical Pharmacology, 1995, 48: 461–465.
- Knoch HG. Hämorrhoiden ersten Grades: Wirksamkeit einer Salbe auf pflanzlicher Basis. Münchener Medizinische Wochenschrift, 1991, 133:481–484.
- Knoch HG et al. Salbenbehandlung von Hämorrhoiden ersten Grades. Fortschritte der Medizin, 1992, 110:135–138. Reynolds JEF, Prasad AB. Martindale, the extra pharmacopoeia, 30th ed. London, The Pharmaceutical Press, 1996.
- Steinhart GP. Anorektale Beschwerden: viele Symptome und was tun?Ärztliche Praxis, 1982, 34:963–96