dinsdag, januari 07, 2020

Taxus baccata

Als je in Bretagne woont en door het mythische woud van Huelgoat dwaalt, kom je ook af en toe imponerende Taxusbomen tegen. De Taxus heeft in de volksmond de weinig flaterende naam ‘venijnboom’. Deze naam heeft hij waarschijnlijk te danken aan het feit dat al zijn onderdelen giftig zijn met uitzondering van de felrode zaadmantel. Zowel mens als dier gaan er dus beter omzichtig mee om.

Botanisch 
Deze traag groeiende conifeer, die best gedijt in enigszins kalkhoudende grond, behoort samen met de jeneverbes tot de inheemse naaldboomsoorten. Ze worden niet echt bij de familie van de coniferen ingedeeld omdat ze geen kegels dragen maar wel zogenaamde schijnbessen. De taxus is een van de weinige echt wintergroene struiken en bomen van onze streken. Hij verdraagt zelfs strenge vorst, al is een beschutte plaats tegen oostenwind aan te raden.

Vrouwelijke bomen hebben kleine, alleenstaande, groene bloemen. De bloemen zijn moeilijk zichtbaar tot de vlezige zaadrok opzwelt en in de loop van september helder rood wordt. Typisch is dat de top van het zaadje niet omsloten wordt door de zaadrok. De zaadjes zijn blauw-violet. De taxus komt van nature voor in Europa en Noord Afrika. Hij is zeldzaam geworden in het wild en is daarom beschermd. Hij is echter des te meer aanwezig in tuinen en parken als solitaire of als haagplant. Redenen hiervoor zijn het feit dat hij altijd groen blijft, weinig last heeft van ziekten en gemakkelijk te snoeien is. Hij laat stevige snoei toe en zelfs voor vormsnoei leent hij zich heel goed. Over de hoogte en stamomtrek van de taxus worden nogal uiteenlopende cijfers gepubliceerd. De hoogte kan variëren van 1 tot 40 meter en de boomstammen kunnen een doorsnede tot 4 meter bereiken. Hij houdt van schaduw. Zo kan hij het perfect vinden onder een beuk. Taxus kan heel oud worden. Er zijn exemplaren gekend van meer dan 1000 jaar oud. Hoe oud ze precies zijn is moeilijk te zeggen omdat de meeste oude exemplaren holle stammen hebben en een betrouwbare telling van de jaarringen dus niet mogelijk is.

Taxus bij St Rivoal
Etymologie naalden van de taxus
De naam Taxus zou afgeleid zijn van het Griekse ‘taxon’ of ‘toxo’ wat ‘boog’ betekent. Andere bronnen vermelden dat de naam van het Latijnse ‘texo’ afkomstig is. ‘Texo’ betekent weven wat zou verwijzen naar het feit dat taxusbast vroeger gebruikt werd voor weef- en vlechtwerk. Baccata verwijst naar de rode schijnbessen. Het woord ‘toxisch’ zou een afgeleide zijn van taxus.

Volksgebruik 
Het zeer buigzame, taaie hout werd gebruikt voor vlecht- en snijwerk en voor het maken van bogen en schilden. Caesar zou opdracht gegeven hebben om Duitse taxusbossen te kappen omdat hij het hout nodig had om voldoende bogen te maken. Ook de Kelten maakten hun bogen en pijlen van taxushout. Ze doopten daarbij hun pijlen in taxus-as om de vijand dodelijk te treffen. Ze gebruikten de boom ook bij massale zelfdoding bij verlies in de oorlog.
Taxus werd vroeger veel aangeplant bij kerkhoven en bij pastorijen. Hij is het symbool van dood en rouw maar ook voor onvergankelijkheid. Deze schijnbare tegengestelde symboliek zit in het feit dat de boom heel giftig is maar zelf altijd groen en dus ‘levend’ blijft.

Taxine
Alle delen van de boom bevatten taxine, een alkaloïde, behalve de zaadmantel. Dit giftige bestanddeel blijft ook werkzaam na koken, drogen of bewaren van het plantenmateriaal. De naalden hebben het hoogste taxinegehalte en dit neemt toe met het vorderen van de seizoenen. Jonge lente- en zomerscheuten zijn dus minder gevaarlijk. Zaden bevatten ook taxine. Als er op de zaden gekauwd wordt, komt de taxine vrij en kan dit fatale gevolgen hebben voor zowel mens als dier. Bij vogels gaan de zaadjes in hun geheel door het spijsverteringsstelsel en veroorzaken voor hen daardoor geen kwalijke gevolgen.

Werking 
Het alkaloïde taxine werkt in op het hart en het ademhalingsstelsel, eerst stimulerend daarna verlammend met mogelijk de dood als gevolg. Paclitaxel en baccatine worden gebruikt in de chemotherapie onder andere onder de merknaam Taxol als cytostatica. In elke cel bevinden zich microtubuli. Dit zijn kleine, buisvormige structuren die de cel zelf aanmaakt en onmisbaar zijn voor de celdeling. Taxol verstoort de celdeling enerzijds door de aanmaak van microtubuli aan te wakkeren en anderzijds door te verhinderen dat de bestaande microtubuli worden afgebroken. Hierdoor stikt de cel als het ware in de eigen microtubuli en wordt een normale celdeling onmogelijk gemaakt.

Uit Herba 66 geschreven door Hilde.


Geen opmerkingen: