maandag, november 23, 2009

Ode aan Mellie Uyldert.
Dit jaar, zomaar op bijna 101 jarige leeftijd overleden, maar wat zeggen cijfers als je aan Mellie denkt. En wie is die mevrouw Uyldert? Kruidendeskundige, astrologe, heks of heilige?

Nuchter, een beetje biografie
Ook Mellie uyldert werd geboren en wel letterlijk een eeuw-igheid geleden, in 1908. Ze werd, door de scheiding van haar ouders, voornamelijk door haar moeder en in de geest van een terug naar de natuurbeweging beweging 'Rein Leven' opgevoed. Ze had vroeg belangstelling voor filosofie, ging echter al snel esoterische wetenschappen zoals astrologie en theosofie bestuderen. In 1942 is ze begonnen met het geven van voordrachten en cursussen over kruiden.

Enige jaren later, in 1947 startte ze met een eigen tijdschrift De Kaarsvlam, dat nog steeds bestaat en nu wordt uitgegeven door de Mellie Uyldert Stichting. Ze gaf ook les aan verschillende natuurgeneeskundige instituten. Verder schreef ze heel wat jaren voor het tijdschrift Onkruid. In 1984 raakte ze in opspraak voor haar zogenaamd racistische theorieën . Mellie 'vluchtte' naar België, waar ze nog lang doorging met het geven van cursussen en het schrijven van boeken in het conferentiecentrum Oasis op de Kalmthoutse heide. Ze werd enkele jaren geleden opgenomen in een antroposofisch verzorgingshuis te Blaricum waar ze dit jaar, een eeuw oud, overleed.

De taal der kruiden
Maar ik wil het het vooral over het boek van Mellie Uyldert 'De Taal der Kruiden' hebben. Het boek dateert al uit de jaren zestig. De tijd waarin het geloof in een nieuwe liefdevolle, romantische wereld samen ging met hard protest tegen een technische, gemechaniseerde wereld. We wilden achteruit vooruit. En toen verscheen Mellie Uyldert een ouderwetse geest pleitend voor een spirituele wereld zonder de oude godsdiensten. Aantrekkend en afstotend tegelijkertijd. Ik las haar boek de taal der kruiden om feiten over geneeskrachtige planten te kennen en ontdekte een boek en een vrouw die in de natuur niet alleen ecologische maar ook spirituele verbanden zag. Boeiend maar voor mij als nuchter kind van zijn tijd ook irriterend, overdreven soms zelfs bespottelijk. Maar ik kon op een of andere manier haar toch aanvaarden zoals ze was. Mellie Uyldert.

Nu 2009
Het was lang geleden dat ik de taal der kruiden nog ter hand had aangenomen, maar nu bij haar heengaan, want dood is niet de juiste terminologie voor Mellie, kon ik niets anders dan het boek kriskras opnieuw lezen. Ouderwets romantisch geschreven, maar opvallend vele feitelijke gegevens, tradities, verhalen, geschiedenis en gedichten en die overvloed van gegevens zo vlot verbonden met haar eigen levensopvattingen. Verwarrend ouderwets mooi! De waarheid, zal het wel niet zijn, maar één waarheid wel en daar kunnen we wel wat van leren.

Een boek voor wie?
Bij Mellie Uyldert en bij dit boek past ook wat ouderwetse taal. Wie zou zo'n boek nu nog willen of kunnen lezen? Is het de plantkundige, die met zijn trommel door sloten waadt en onder heggen kruipt om het zeldzaam kruid te vinden, waarvan de boeken spreken?

Of de kruidendokter, die het veld ingaat voor zijn zieken, en volgens de traditie het uur kiest van de dauw of van de middagzon, of de avondschemering, om het kruid te plukken als het vol is van geneeskracht in zijn etherische oliën?

Of de huisvrouw of huisman, die voor de maaltijd naar het kruidenhoekje van de moestuin gaat om er het toekruid voor de soep en voor de sla te snijden en het zaad te oogsten voor de thee, die menige winterkwaal verdrijven zal?

Of de natuurliefhebber, die elke zondag de stad ontvlucht om in de stilte te genieten van de argeloze weligheid van al dat welgedijend groen en de bloemen, open naar de zon?

Nog een citaat uit de inleiding:
De taal der kruidenWie is het, die de taal der kruiden verstaat? Haastige voetstappen gaan over de weg — het stof waait over de wegberm, over de frisse blaadjes van de weegbree, over de rozetten van de paardebloem, over de dovenetel onder de heg en over de opgeheven kandelaartjes van het hondsdraf. De regen valt en wast de blaadjes weer schoon. Haastig gaan de mensen voorbij, gevangen in hun gedachten, in hun zorgen. Met geld en boodschappentas spoeden ze zich naar de drogist, naar de groentenwinkel — trappen op het uiengras dat hun soep zou willen kruiden en op de kamille, die bereid is hun pijn te verzachten. Terwijl zij met blinde ogen en dove oren door het zorgvolle leven jachten, leeft en werkt de ganse schepping om hen heen, om hen alles te schenken wat zij behoeven.

De taal der kruiden
Mellie Uyldert

zondag, november 22, 2009

Allium molly en de Odysseus?

Allium molly en de Odysseus? Ik heb, wel wat laat, nog enkele bolgewassen aan de grond toevertrouwd. Niet de superdikke en populaire soorten zoals tulpen en hyacinten, dat is niet zo direct mijn ding, maar de lieve, kleine bolletjes met bescheiden bloemen zoals crocus- en alliumsoorten. Vooral van de geelbloeiende Allium molly hou ik wel, ook al omdat het een 'wilde' soort is en in het verleden ook als geneeskrachtig beschreven werd. Allium molly is door zijn ontdekker, Linnaeus, genoemd naar een oude 'toverplant' met de naam Moly of Môlu. In zijn gebied van oorsprong, zuidelijk Europa, geloofde men dat wanneer deze Allium molly in de tuin tot bloei kwam, dit een goed voorteken was. De toverplant moly word vermeld in de Odysseus van Homerus. In deze Odyssee verandert de godin Kirke de metgezellen van Odysseus in varkens door ze drugs toe te dienen waardoor, zoals Homerus schrijft, 'een mens zijn vaderland vergeet'. Kirke's helse kruiden bestonden uit doornappel of alruin en monnikskap, een combinatie die zich tot in de 20ste eeuw in de apotheek heeft gehandhaafd als een uitwendig pijnstillend middel. Aconitine uit monnikskap veroorzaakt na inname een specifieke jeuk en tinteling van de huid, alsof je stekelige varkensharen krijgt. Odysseus krijgt echter van Hermes een kruid dat als tegengif werkte en, ongevoelig geworden voor het vergif, dwingt hij Kirke met het zwaard zijn makkers weer uit hun roes te halen. De anti-drug van Hermes noemde Moly en werd beschreven als een bolgewas met witte of met gele bloemen. Zou dat wonderbaarlijke bolgewas onze Allium molly geweest kunnen zijn? Of toch eerder het sneeuwklokje, Galanthus nivalis, dat het alkaloïde galanthamine bevat, waarvan bekend is dat het de giftige parasympaticolytische werking van de tropaanalkaloïden uit doornappel en mandragora kan neutraliseren. Wat een ingewikkelde en bevreemdende gedachtenkronkels een herborist toch kan hebben, door alleen maar wat kleine witte knolletjes in de grond te stoppen. H. Marzell, 1964:47. F.C. Czygan. Hellas und phytopharmaka.Deutsche Apoth. Ztg. 1995 ;135:15-19. Ducourthial. Flore magique et astrologique de l'Antiquité.

donderdag, november 19, 2009

Met onze 'nieuwe' warme winters kan ik in het najaar niet alleen plantenwortels oogsten, maar staan er ook nieuwe, frisse bladeren van weegbree en paardenbloem klaar om geoogst te worden. Vooral aan de weegbree kan ik niet weerstaan. Daarom maar weer eens over dit onkruid nagedacht.

Een plantengedicht van Arthur van Schendel over Weegbree.

Weegbree
Ik had een wens toen ‘k naast een weegbree zat.
Men zegt dat een geduldig zieltje, van
De minnaar eens verlaten, in dit plantje
Haar woning vond aan alle ’s Heren wegen
En wachten mocht op de Verdwaalde, en dat zij
Een ieder die een schat verloren had
En zocht en vroeg, terechtwees naar zijn heil,
En bovenal was zij weldadig voor
De blindeman, die tastte met zijn stok.
Als die de bloem, die uit haar woning rees,
Maar raakte met de hand, zag hij in donker
En vond gewis de weg naar huis terug.
Het is maar volksgeloof, voor kindren, voor
Onnoozlen, maar de weegbree is mij dierbaar.

En ook mij is de weegbree dierbaar, dat onkruid, die tredplant, die masochistische plant, die beter groeit naar gelang hij meer vertrapt wordt, die plant die mij voor het eerst liet kennis maken met de geneeskracht van de natuur.
Hoe verwonderd was ik 42 jaar geleden op een frisse voorjaarsdag, toen ik voor de eerste keer het theoretisch gelees over kruiden in praktijk bracht en zo ontdekte hoe een vers gekneusd weegbreeblad de jeukende uitslag op mijn arm binnen de minuut neutraliseerde.

Zomaar in november een oogstdag van weegbreeblaadjes, voor herboristen is er in elk seizoen wel wat te verzamelen, zelfs bladeren op voorwaarde dat ze er gezond groen uit zien. Nu kan eventueel ook varkensgras, jong brandnetelblad, paardenbloemblad en veldzuring nog geoogst worden. In november is het natuurlijk vooral oogsttijd voor wortels.

Zie ook In de naam van... Weegbree | Kunst en cultuur: Taal
Zie ook Weegbree, wetenschappelijk bekeken | Wetenschap: Scheikunde

maandag, november 16, 2009

Wilgenschors / Cortex salix

Wilgenschors / Cortex salix Schors oogsten van bomen en struiken doe ik niet zo veel meer. Het is zowat 13 jaar geleden dat ik nog eens een tinctuur van wilgenschors gemaakt heb. Toen van een fors gesnoeide boom uit mijn eigen tuin, en ik schreef in mijn dagboek 'om mijn eigen gewrichten wat ge-wilg-iger te maken'. Vandaag heb ik het nog eens geprobeerd met de gele, gemakkelijk te schillen schors van de schietwilg. Gewone wilgen hebben als jonge boom een gladde schors, die later diep gegroefd wordt. De kleur van de schors is donkerbruin of grijs. De kroon van de boom is onregelmatig net als de stam en de takken. Het geheel doet wat rommelig aan. Wilgen zijn nauw verwant aan populieren, met in de winter dit verschil dat een wilg geen of hoogstens slecht ontwikkelde eindknoppen heeft, terwijl deze bij een populier juist opvallen omdat ze groot en puntig zijn. Aan het eind van de winter staan wilgen in de startblokken om uit te lopen zodra de temperatuur naar omhoog gaat en dan tonen ze hun 'katjes', de opvallend witte, viltige omhulsels van de knoppen. 

Dioscorides over de wilg 
De meeste medische auteurs uit de oudheid hebben de wilg in hun geschriften vermeld en zijn deugden bezongen. Zij beschreven vooral de verkoelende eigenschappen. De voornaamste gebruiksaanwijzingen waren koorts, hoofdpijn, bloedspuwen en onmatige geslachtsdrift. 
Dioskorides schrijft in zijn De Medica Materia Libri Sex, cap. CXVII (in vertaling) : De wilg is voldoende bekend : zijn zaad, bladeren, schors en sap hebben stoppende kracht. Stukgewreven bladeren met een weinig peper in wijn gedronken is nuttig voor darmlijders en met water ingenomen maken zij dat de vrouwen niet zwanger worden. Wilgenzaad in drank is nuttig voor degene die bloedspuwen. As van de schors in azijn gemacereerd neemt eksterogen en wratten weg door die ermee droog in te wrijven. Het sap uit de bladeren en de schors met rozenwater in een kelk van granaatappel verwarmd, helpt tegen de oorpijn. Een decoct ervan is uitermate nuttig voor de jichtlijders, het reinigt het lichaam van huidschilfers. Men verzamelt gedurende de bloeitijd het sap, dat bij insnijding uit de schors sijpelt, in de wonde wordt een sap aangetroffen dat zeer krachtig is om de stoffen die schadelijk zijn voor de ogen weg te nemen. 

Pijnstillend, bloedstelpend en contraceptief zijn dus volgens Dioskorides de voornaamste gebruiksaanwijzingen, waarbij het bloedstelpende en natuurlijk het pijnstillende (aspirinestoffen) ook nu nog bekend zijn, maar hoe zit dat met het contraceptieve? Zou het alleen de bevruchting tegen gaan omdat de wilg en vooral de katjes de 'goesting' verminderen, dus anaphrodisiaak zijn? Of is er meer aan de hand? 

Van Maerlant over de wilg 
Ook gedurende de Middeleeuwen leverde de wilg een courante medicijn. In ons taalgebied is Jacob van Maerlant de eerste die in de 13de eeuw over de wilg schrijft en dan nog in dichtvorm ook : Salix es der wilghen name een nuttelic boem van grooter vrame Men seghet wie dat wilgebloemen in sine spise hevet ghenomen dat hem luxurie over waer neporret nemmermeer dar naer sap gheduwet huten bloemen ende in enen dranc ghenomen dat es goet ieghen den rede sine blade in watre mede ghestroiet omtrent hem die leghet in heeter sucht enties pleghet het vercoelt die quade lucht die dar es vander grooter sucht.  Jacob van Maerlant wist dus, dat de wilg alle hitte van koorts en geslachtsdrift bestrijdt en dat zijn bladeren kunnen gebruikt worden om de ziekenkamer te verfrissen.

zondag, november 15, 2009

Nu het blad van bomen en struiken af valt, komen de bomen in hun blootje te staan en vertonen ze hun verborgen kwaliteiten. Geneeskrachtige knoppen maar ook de takken met schors van wilg en vuilboom bijvoorbeeld vertellen nu hun verhaal.
Vergeten verhalen en vreemde namen, zoals ze ook te lezen zijn in oude kruidenboeken. Die boeken ruiken al even muf als de schors van wilg en vuilboom. En dat bedoel ik dan positief.

Bijvoorbeeld de namen van Vuilboom / Rhamnus frangula
Nederlands: Sporkenhout; Vuilboom; Boombast; Bastjes; Buskruithout; Hondsboom; Hondjeshout; Jeujesboom; Pijlboom; Pijlhout (Rety); Ramenasbast; Stinkeboom; Steenbast; Vuilsporkenboom; Laxeerhout; Laxeerbast; Ramandelbast; Boerenrhabarbe; Rhamnusbast; Sprokkenhout; Spork; Bloedplant (Poperinge); Bloedzijkenhout (Brab.); Bloedzijkers (Huldenberg); Hondelaar (Oostvl.); Hondsknop (Poppel); Peggenhout (Brecht); Poerhout (Oostvl.); Pinnekenshout (Geel); Bloedhout (N. Ned.); Hondebeien (N. Ned.); Kraaibessen (N. Ned.); Stinkhout (N. Ned.); Sprokkel (N. Ned.); Honzelaar; Sulferhout (Brugge); Wakelenhout (N. Ned.).

Frans: Bourdaine; Bourgène; Frangule; Aune noir; Bois noir; Rhubarbe des paysans; Puène; Coudrier noir; Bois a poudre.

Duits: Faulbaum; Pulverholz; Stinkbaum; Grindbaum; Gelbholz; Aalkirsche; Bruchholz; Schwarzerle; Schiessholz; Zapfenholz.

Engels: Alder-buckthorn; Butcher's pricktree; Arrow-wood; Stinking roger; Black aldertree.

De vreemde naam vuilboom verwijst mogelijk naar de onaangename geur van de verse bast, of misschien naar het laxerend effect van bes en schors, zeg maar het vuil dat wordt verwijderd. Ook schapen en geiten kregen het schijt of gingen bloed zijken door aan de schors te knabbelen.
Wel veel smerigheid met deze stinkeboom, gelukkig bleken de takken van het pijlhout ook geschikt voor het maken van pijlen en peggen, kleine spiekes voor het repareren van versleten klompen, vandaar het peggen- of pinnekenshout.
De takken breken ook gemakkelijk, waardoor er veel sprokkelhout onder deze struiken ligt, hout dat vroeger verzameld werd om de kachel aan te maken. En zo spreken wij nu nog altijd over het sporkehout, al sprokkelen we dat hout al lang niet meer.

zaterdag, november 14, 2009

Hevig weer aan zee, altijd goed voor schuimbekkende golven en indrukwekkende wolken, alsof boven beneden en beneden boven word. Wolken rollen onder de golven. Golven bollen boven de wolken.

vrijdag, november 13, 2009

Ashwaganda, Indisch adaptogeen

Ashwaganda of andere adaptogene planten zijn goed te gebruiken in de overgang van het ene seizoen naar het andere. Het zijn niet voor niks planten die ons helpen met aanpassen, adapteren. Zeker als we via de media zo gedreigd worden met die onverbiddelijke varkensgriep, kunnen deze planten ons een handje helpen. Bij deze wat info over recent wetenschappelijk onderzoek met Withania somnifera uit het tijdschrift HerbalGram   
Ashwagandha – The Energy Builder The Northern Hemisphere is entering the cold and flu season complicated this year by the fear of the H1N1 flu strain. Since people with compromised immune systems are at the most risk, it makes sense to strengthen the immune system with supplements such as vitamins A and C and colloidal silver. However, the best defense against the winter ailments as well as the environmental stressors often experienced at this time of year is to have a strong, vital body. Ashwagandha, also known as winter cherry or withania, is an Ayurvedic herb that is used in the same manner that traditional Chinese medicine uses ginseng. HerbalGram 070593-387 covers a randomized, controlled trial which evaluated the use of ashwagandha in chronically stressed subjects. The researchers found that ashwagandha effectively lowered cortisol levels and C-reactive protein as well as improved stress scores. Ayurveda states that ashwagandha "gives the vitality and sexual energy of a horse." The herb is used to strengthen the reproductive, nervous, and respiratory systems. Ayurveda doctors prescribe ashwagandha for conditions such as general debility, nervous exhaustion, overwork, insomnia, multiple sclerosis, rheumatism, skin afflictions, anemia, infertility, coughs, and difficulty breathing. It is a gentle herb as it is used in both the elderly and children. Ashwagandha shares the dual nature of being a rejuvenative and aphrodisiac as well as a nervine and sedative. It is often used in a milk decoction as well as in medicated ghee (clarified butter) and medicated oil. When taken with milk, honey and/or basmati rice can be added. Used in this way, ashwagandha is thought to inhibit aging and regenerate the system. The herb is considered sattvic (restores balance) and promotes deep, dreamless sleep. 

 Ashwaganda is een Indische plant, die ook in Europa goed te kweken is. Zelf maak ik regelmatig tinctuur van de wortel. Zie afbeelding.

Kaardebol


Zo ziet Kaardebol er uit na de bloei, en in de loop van herfst en winter verandert de kleur langzaam van roestbruin naar grijs en de structuur van stevig stekelig naar bros rafelig. Het lot van ieder levend wezen. De schoonheid van sterflijkheid!

Weverskaarde, kaardedistel, kaardekruid, kannewasser
wijwaterdistel, wol- en wouddistel
wie verzint al die woorden?
Zelfs kam, gendarmhoed en herderstaf heeft hij als naam gekregen.
En dan nog de romantische Franse namen: Cuvette de Venus, Bain Notre-Dame,
en Verge de pasteur. Passen die goed bij mekaar?
En het houdt niet op: Cabaret des oiseaux, Peignerolle en chardon à bonnetier.

Hoe vergankelijk zijn woorden?
Nu noemt hij Dipsacus sylvestris of Dipsacus fullonum.

Meer over kaardebol. https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/dipsacus-kaardebol

woensdag, november 11, 2009

Laat thuis van het les geven in Leuven. Bij het openen van het tuinhek valt het laatste blaadje van mijn Ginkgo-boompje. De stoep is bezaaid met de gele V-vormige bladeren. Hoe zou het gesteld zijn met de geneeskrachtige kwaliteiten van afgevallen bladeren? Zouden zij ook goed zijn tegen geheugenproblemen, vergeetachtigheid, impotentie bij ouderen, circulatieproblemen en mogelijk zelfs tegen de ziekte van Alzheimer?

Gelijk glinsterend gouden vogeltjes
Vallen de geheugenblaadjes
In de avond van de herfst

Vrij naar Akiko Yosana (1878 – 1942)

zaterdag, november 07, 2009

Aartsengelwortel of Grote engelwortel.

Angelicawortels kunnen nu geoogst worden. Als je de stevige wortels uit de grond trekt, wordt je omringd door de aromatische geur. Zouden echte engelen zo ruiken? Niet zeemzoet maar krachtig kruidig. Als dat zo zou zijn, wil ik wel naar de engelenhemel.

Meer info over Engelwortel op www.herborist.infoteur.nl. artikel 29054 Engelwortel in de Oud-Noorse samenleving.
Een citaat: In de wetgeving voor West-Noorwegen van het jaar 940 staat het als volgt: "Indien iemand een angelica-tuin heeft aangelegd, mag hij de planten meenemen, indien hij vertrekt." Het is duidelijk, dat mensen, die bij iemand werkten,vaak een angelica tuin voor privé gebruik aanlegden, en de planten uit deze tuin mochten meenemen, indien zij verhuisden. De waarde die de oude Noren aan deze tuinen hechtten, ziet men uit andere wettelijke bepalingen: "Indien iemand in de angelica tuin van iemand anders gaat en iets steelt, is hij rechteloos"
Waarom kwam juist deze plant op deze wijze onder een soort wettelijke bescherming te staan bij de oude vikingen?

donderdag, november 05, 2009

Zwarte toorts langs de Maas.

Onderweg in de Franse Maasvallei, wij kronkelen mee met de Maas tot Monthermé, waar we royaal langs de rivier kunnen parkeren en dus ook voor de nacht bivakkeren. Het is nog wel vroeg maar met het grijze weer en de wintertijd begint de avond al rond 3 uur in de middag. Dus stoppen we op tijd. Ik wandel nog even langs de Maas door een somber Monthermé. Veel vertier is er niet, altijd weer een groot verschil met Vlaanderen. Weinig cafés en dan nog gesloten ook op zondagmiddag. Zo iets kunnen wij ons in België nauwelijks voorstellen. Langs de Maas besnuffel ik zoals een rechtgeaarde herborist nog wat planten. In de hoge muren, die de stad moeten beschermen tegen een buiten zijn oevers tredende rivier, groeit stevige Rode valeriaan, Groot glaskruid en Muurleeuwenbek. Niks uitzonderlijk maar toch. Wel uitzonderlijk is de geel bloeiende Zwarte toorts, Verbascum nigrum. Ja, je leest het goed, wel wat idioot maar de 'zwarte' toorts bloeit geel. Al is de naam toorts of kaars nu in dit donkere, sombere weer wel goed gekozen. Met mijn paraplu bescherm ik mezelf, mijn fototoestel en de vlammende toorts en maak zo een mooi plaatje van de plant. Al zou de mooiste foto nu wel Maurice met toorts en paraplu geweest zijn. Helaas kan ik zelf dat gevoelig plaatje niet vastleggen.

Zie ook: Koningskaars voor de keel | Mens en gezondheid: Alternatief

zaterdag, oktober 31, 2009

Ellezelles heksenwandeling

Wandelen doe ik altijd weer. Nu net over de grens met Wallonië. Ellezelles, het zogenaamde heksendorp. We volgen hier het heksenpad. Bij de Heilige Kerk ontmoeten we mekaar. Niet vermomde heksen-herboristen, toekomstigen en verledenen. Bekenden en veel onbekenden.Gelukkig opnieuw een levende vereniging. Gezellig en geloofwaardig. Dus wandelen! 

Eerst een toerke rond de kerk langs het steegje en dan het dorp uit en het veld in.
Op de paden komen we natuurlijk onverbiddelijk onze eeuwige tredplanten tegen, weegbree, varkensgras, schijfkamille. Zij hebben ons nodig en wij hen ook. Langs de akker met een soort koolzaad, het juiste ras ken ik niet, groeit nog bloeiende ereprijs en één zielig bloemetje van de Echte kamille. In de omgewoelde grond langs de akkerrand ontkiemen er al wriemelend veel andere akkeronkruiden. Ik zeg er niets van, ze zijn nog nauwelijks te herkennen, mogelijk Klaproos en Korenbloem of dat stel ik me toch voor. Beter herkenbaar zijn Bijvoet en Grote klis op een braakliggende akker, ook zij blijven trouw aan hun biotoop. En ik blijf een beetje te veel trouw aan mijn klassieke verhalen over deze ruwe ruigtekruiden. Mooi zijn deze planten zeker niet. En als je niet mooi bent moet er maar iemand spannende verhalen over jou vertellen. Een plant of mens moet ergens de aandacht mee trekken.

Dus, hoe zit het nu met die Bijvoet, bij de voet, is het werkelijk zo dat in de schoen gedragen het vermoeidheid zou verdrijven. Nu ja, als de soldaten van Hannibal de Alpen overgetrokken zouden zijn met dit plantje onder hun voeten, dan moet het voor ons toch ook wel een hulp kunnen zijn. Op deze trage wandeling hebben we het niet direct nodig, al klimmen we nu wel het bos in, daar groeien weer andere kleine plantjes en grotere betonnen koppen, die ons vol afgrijzen aankijken. De planten zijn weer dagdagelijks, hoe is het mogelijk dat ik mij toch nog kan blijven verwonderen over dat onooglijk groen. Over het woekerend Zevenblad, dat negenachtig blad heeft en pronkt met een majestueuze Latijnse naam Aegopodium podagraria, wat wil zeggen geitenvoet en voetjicht, naar de vorm van het blad en naar zijn geneeskrachtige werking.

We staan op een smal steil pad, nogal ver van mekaar zo met zijn vijf en twintigen en ondertussen willen er ook wat mountainbikers naar beneden. Dus is het wel even drummen en moeten onze mensenvoeten wel tussen de geitenvoeten gaan staan, waardoor ik een ander ouderwets en kruipend plantje ruik, hondsdraf, de geur van mijn jeugd. De geur van goed gevoel maar ook de geur van ver verleden. Toch gaan we ook nu gewoon verder, het bos weer uit met vergezicht op Ellezelles en de rest van het Pays des Collines. IJzeren gebeeldhouwde koppen staren samen met ons het landschap in. De beeldhouwer Vandewattijne heeft zich hier wel een beetje vereeuwigd.

Ergens komen we ook boven in een ander dorpje, bij een boerderij vinden we florissante, glimmende kaasjeskruiden. Het is duidelijk te zien dat ze profiteren van de koeienstront. De onrijpe groene zaadvormpjes werden vroeger als kinderbroodjes gegeten. Ook de naam kaas verwijst naar het eetbare of naar de vorm van de vruchtjes. Het zijn medicinaal ook nu nog gebruikte slijmstofplanten die kinderkeeltjes kunnen verzachten en kuchhoestjes oplossen.
We dalen terug richting Ellezelles langs haag en heg, vinden nog wat uit de kluiten gewassen heelblaadjes. Hoe is het mogelijk om met zo'n naam niet meer in de medicinale mode te zijn. Daarmoeten we ooit iets aan doen. Ook deze plant heeft een indrukwekkende officiële naam Pulicaria dysenterica, dus tegen dysenterie en tegen vlooienbeestjes. Maar ja, dysenterie en vlooienbeestjes zijn er niet veel meer, dus hebben we onze vlooienplant ook niet meer nodig zeker?

We komen in het dorp, wandelen voorbij het merkwaardige café La Cigale et la Fourmi en rijden dan naar de plaatselijke brouwerij-café, waar we genieten van het heksenbier Quintine. Zou de heks Quintine wel blij zijn met onze vreemde aandacht voor haar verbrand persoontje. Misschien moetenwe de mooie heks-herborist van vroeger weer herwaarderen. De wijze vrouw, eenvoudig, troostend zonder toverende tierlantijntjes, en zeker zonder bochel of gekromde neus. Willen de echte heksen-herboristen opstaan

woensdag, oktober 28, 2009

Gin(k)go biloba

Zie dit kleinood in mijn gaarde:
boomblad uit de oriënt,
siert met zijn geheime waarde,
ingewijden welbekend.

Leeft het als een enkel wezen,
innerlijk in twee gedeeld?
Of vormt juist het uitgelezen
tweetal één herkenbaar beeld?


Langzaam rijpende ideeën
werpen op die vragen licht.
Voel je niet dat ik in tweeën
eenling ben in mijn gedicht?


Origineel van Goethe

Dieses Raums Blatt, der von Osten
Meinem Garten anvertraut,
Gibt geheimen Sinn zu kosten,
Wie 's den Wissenden erbaut.

Ist es ein lebendig Wesen
Das sich in sich selbst getrennt?
Sinds es zwei, die sich erlesen,
Dass man sie als eines kennt?

Solche Fragen zu erwidern
Fand ich wohl den rechten Sinn;
fühlst du nicht an meinen Liedern,
Dass ich eins und doppelt bin?

ginkgo, mijn geheugenblaadjes in de herfst

zondag, oktober 25, 2009

Zon dag en vijgenboom

Zondag, zon dag aan zee. Het vijgenblad aan onze huisboom verkleurt langzaam naar geel, veel groene vijgen worden zichtbaar, maar zullen helaas niet af rijpen. Maar nieuwe bladknoppen lonken al naar volgend jaar.

In de gemmotherapie worden deze knoppen (gemmo) vers in een mengsel van glycerine, ethanol en water getrokken om zo een glycerinemaceraat te verkrijgen, dat vooral gebruikt wordt tegen maagontsteking en maagzweren met psychosomatische oorzaak. Dus geschikt voor overspannen managers met maag en darmproblemen.

Zouden we ook van die onrijpe vijgen een soortgelijk middel kunnen maken? Het zijn in zekere zin toch ook plantendelen in groei, die mogelijk ook veel hormonale stoffen bevatten, net zoals de boomknoppen. Stoffen zoals auxinen, gibberillinen en cytokinen, veel -inen die de plant nodig heeft om nieuw leven te geven en waar wij als mens ook van proberen te profiteren. Gemmotherapie dus.

Literatuur: Handboek Gemmotherapie van Ted Gerretzen.

zaterdag, oktober 24, 2009

Rode zonnehoed

Rode zonnehoed / Echinacea purpurea. Mag ik wat wetenschappelijk doen? Rode en andere zonnehoeden zijn nu volledig uitgebloeid, maar de stengels met hun stekelige zaaddozen staan nog stevig rechtop. Ze worden niet voor niks in de Duitse taal 'Egelskopf' genoemd. Mooie planten voor de klassieke border, geneeskrachtig van bloem tot wortel en ook wetenschappelijk onderzocht van boven tot onder. Bij deze dan ook een nuchtere opsomming van enige recente literatuur, voor de curieusneuzen onder ons.

De foto is Echinacea pallida, uit mijn Franse kruidentuin in Bellegarde en Diois.

New Novel Uses For Isobutylamide-Rich Preparations of Echinacea
Two significant novel discoveries have been made through our federally-sponsored Echinacea research. First, we have characterized that the class of compounds in Echinacea known as alkamides specifically isobutyl amides are not immuno-stimulatory but are immno-inhibitory and anti-inflammatory. This discovery may further and more effectively explain why Echinacea is effective during the onset stage of rhinovirus (cold and flu virus) infections. High concentrations of this class of compounds are now being studied through pharmacokinetic, in-vitro, and in-vivo studies to determine more specifically the mechanism through which isobutylamide-rich Echinacea preparations are effective.

Title: Echinacea in infection.
Author: Birt,-D-F; Widrlechner,-M-P; Lalone,-C-A; Wu,-L; Bae,-J; Solco,-A-K; Kraus,-G-A; Murphy,-P-A; Wurtele,-E-S; Leng,-Q; Hebert,-S-C; Maury,-W-J; Price,-J-P
Citation: Am-J-Clin-Nutr. 2008 Feb; 87(2): 488S-92S
Abstract: Ongoing studies have developed strategies for identifying key bioactive compounds and chemical profiles in Echinacea with the goal of improving its human health benefits. Antiviral and antiinflammatory-antipain assays have targeted various classes of chemicals responsible for these activities. Analysis of polar fractions of E. purpurea extracts showed the presence of antiviral activity, with evidence suggesting that polyphenolic compounds other than the known HIV inhibitor, cichoric acid, may be involved. Antiinflammatory activity differed by species, with E. sanguinea having the greatest activity and E. angustifolia, E. pallida, and E. simulata having somewhat less. Fractionation and studies with pure compounds indicate that this activity is explained, at least in part, by the alkamide constituents. Ethanol extracts from Echinacea roots had potent activity as novel agonists of TRPV1, a mammalian pain receptor reported as an integrator of inflammatory pain and hyperalgesia and a prime therapeutic target for analgesic and antiinflammatory drugs. One fraction from E. purpurea ethanol extract was bioactive in this system. Interestingly, the antiinflammatory compounds identified to inhibit prostaglandin E(2) production differed from those involved in TRPV1 receptor activation.

Title: Cytotoxic activity of polyacetylenes and polyenes isolated from roots of Echinacea pallida.
Author: Chicca,-A; Pellati,-F; Adinolfi,-B; Matthias,-A; Massarelli,-I; Benvenuti,-S; Martinotti,-E; Bianucci,-A-M; Bone,-K; Lehmann,-R; Nieri,-P
Citation: Br-J-Pharmacol. 2008 Mar; 153(5): 879-85
Abstract: BACKGROUND AND PURPOSE: The n-hexane extracts of the roots of three medicinally used Echinacea species exhibited cytotoxic activity on human cancer cell lines, with Echinacea pallida found to be the most cytotoxic. Acetylenes are present in E. pallida lipophilic extracts but essentially absent in extracts from the other two species. In the present study, the cytotoxic effects of five compounds, two polyacetylenes (namely, 8-hydroxy-pentadeca-(9E)-ene-11,13-diyn-2-one (1) and pentadeca-(9E)-ene-11,13-diyne-2,8-dione (3)) and three polyenes (namely, 8-hydroxy-pentadeca-(9E,13Z)-dien-11-yn-2-one (2), pentadeca-(9E,13Z)-dien-11-yne-2,8-dione (4) and pentadeca-(8Z,13Z)-dien-11-yn-2-one (5)), isolated from the n-hexane extract of E. pallida roots by bioassay-guided fractionation, were investigated and the potential bioavailability of these compounds in the extract was studied. EXPERIMENTAL APPROACH: Cytotoxic effects were assessed on human pancreatic MIA PaCa-2 and colonic COLO320 cancer cell lines. Cell viability was evaluated by the WST-1 assay and apoptotic cell death by the cytosolic internucleosomal DNA enrichment and the caspase 3/7 activity tests. Caco-2 cell monolayers were used to assess the potential bioavailability of the acetylenes. KEY RESULTS: The five compounds exhibited concentration-dependent cytotoxicity in both cell types, with a greater potency in the colonic cancer cells. Apoptotic cell death was found to be involved in the cytotoxic effect of the most active, compound 5. Compounds 2 and 5 were found to cross the Caco-2 monolayer with apparent permeabilities above 10 x 10(-6) cm s(-1). CONCLUSIONS AND IMPLICATIONS: Compounds isolated from n-hexane extracts of E. pallida roots have a direct cytotoxicity on cancer cells and good potential for absorption in humans when taken orally.

Title: Effects of echinacea on the frequency of upper respiratory tract symptoms: a randomized, double-blind, placebo-controlled trial.
Author: O'Neil,-J; Hughes,-S; Lourie,-A; Zweifler,-J
Citation: Ann-Allergy-Asthma-Immunol. 2008 Apr; 100(4): 384-8
Abstract: BACKGROUND: Upper respiratory tract infection symptoms are a common cause of morbidity. Herbal preparations of the plant Echinacea purpurea have immune-enhancing properties. OBJECTIVE: To compare the frequency of upper respiratory tract symptoms in individuals receiving E. purpurea capsules and those receiving placebo to evaluate the preventive efficacy of echinacea. METHODS: In a randomized, double-blind clinical trial, 90 volunteers recruited from hospital personnel were randomly assigned to receive 3 capsules twice daily of either placebo (parsley) or E. purpurea for 8 weeks during the winter months. Upper respiratory tract symptoms were reported weekly during this period. RESULTS: Fifty-eight individuals were included in the final data analysis: 28 in the echinacea group and 30 in the placebo group. Individuals in the echinacea group reported 9 sick days per person during the 8-week period, whereas the placebo group reported 14 sick days (z = -0.42; P = .67). Mild adverse effects were noted by 8% of the echinacea group and 7% of the placebo group (P = .24). CONCLUSION: Prophylactic treatment with commercially available E. purpurea capsules did not significantly alter the frequency of upper respiratory tract symptoms compared with placebo use.

En natuurlijk zijn ook eigen ervaringen een vorm van wetenschappelijk onderzoek. Als het knabbelen op een stukje verse bloem mij binnen enkele minuten verlost van tandpijn, dan heb ik natuurlijk geen wetenschappelijk onderzoek meer nodig om te weten dat het werkt. Maar wel nieuwsgierig blijven onderzoeken, wetenschappers!

dinsdag, oktober 20, 2009

Kruidenlessen aan levenden.
Weer een weekend mij ondergedompeld in mensen en kruiden, in gekruide mensen, in planten met handen en voeten, in kruidenwiskes en andere rita's. Les over looistoffen, slijmstoffen, bitterstoffen, dus over zogenaamde inhoudstoffen in planten. Gelukkig kunnen we nogal wat van deze geneesstoffen, zoals ik ze graag noem, met onze zintuigen ervaren, proeven, ruiken, zien en zelfs voelen. Zo worden chemische stoffen in de plant toch wat menselijk voor ons. We wandelen gelukkig ook, wandellessen dus over planten en hun geneesstoffen, alsof we chemische stofjes tegen komen tussen de straatstenen. Weegbree met zijn slijmstoffen, soms is het alsof er snot in zijn zaadaren hangt, weinig appetijtelijk, maar mogelijk zegt dit kruid wel 'dat hij goed is voor onze eigen snotterende neusvleugels'.

Zelfs fructo-oligosacchariden of FOS komen we tegen in de gedaante van de gele Morgenster en de Paardenbloem, stoffen die zo heilzaam zijn voor onze darmflora. Ja! Flora groeit er niet alleen op straat maar ook zomaar in onze eigen darmen. Wij wandelen verder, de omgeving hier is erg rommelig, om niet te zeggen lelijk: spoorweg , vervallen arbeidershuisjes, stort- en rommelrandjes, maar toch hangt elk onnozel plantje vol van vreemde, verborgen verhalen. We moeten het maar ontdekken! Is dat misschien de essentie van het beroep van herborist, het ontdekken van onooglijke maar hoopgevende dingen in onze eigen omgeving. Weegbree, brandnetel, paardenbloem en varkensgras kunnen ons daarbij helpen. De namen klinken zo gewoon, maar hun geheim is groots.

dinsdag, oktober 13, 2009

Herfst! Bomen verliezen hun bladeren, maar krachtige knoppen staan al klaar om nieuw leven te geven. Niet verwonderlijk dat, wij mensen, die knoppen voor onze eigen gezondheid zijn gaan gebruiken.

GEMMOTHERAPIE, of geneeskracht van knoppen.

Wat is Gemmotherapie? In elk geval geen chemotherapie. Snelgroeiende plantendelen vooral knoppen, maar ook jonge scheuten en haarwortels worden gemacereerd, getrokken in alcohol en glycerine. We krijgen dan een soort tinctuur, die we glycerine-maceraten noemen.
Uit analyses blijkt dat deze snelgroeiende plantendelen een grote hoeveelheid zeer werkzame plantaardige groeihormonen en andere groeistoffen bevatten naast enzymen en aminozuren. Deze stoffen vertonen een sterke biologische werking in ons lichaam. Dit is door middel van wetenschappelijk onderzoek aangetoond. Ook ontdekte de wetenschappers dat gemmotherapie een stimulatie veroorzaakt van het RES (ons afweersysteem), dit effect is te meten met behulp van de "Halpern-test". Het RES, reticulo-endotheliale systeem speelt een belangrijke rol bij de uitscheiding van de opgehoopte gifstoffen in organen. Een van de belangrijkste werkingsgebieden van de gemmotherapie is dan ook "drainage" ofwel het lichaam stimuleren om deze toxische stoffen uit te scheiden.
Deze drainagemiddelen werken niet alleen op de uitscheidingsorganen zoals nieren, lever en huid maar ook op het bloed- en lymfestelsel. Toch hebben de verschillende gemmopreparaten ook een vrij sterke organotrope werking b.v. Rosmarinus officinalis 1 D werkt stimulerend op de levercellen. Gemmotherapie kan als een afzonderlijke therapie toegepast worden vooral bij chronische kwalen.

DE GEMMO-MIDDELEN

Aesculus hippocastanum (Paardekastanje) heeft een versterkende werking op de vaatwanden. Voorkomt ontstekingen van de spataderen en werkt bevorderend op reeds ontstoken vaatwanden.
Aangewezen bij: Aambeien. Spataderen. Anaalkloven. Kneuzingen.
Alnus glutinosa (Zwarte els) bevordert de doorbloeding van de haarvaten en werkt net als de Wilde kastanje ontstekingsremmend. Goede resultaten bij behandeling van chronische verkoudheden van onduidelijke oorsprong en allergische neusverkoudheden. Gecombineerd met Ribes nigrum werkt het tegen allergische astma. Veel gebruikt na hersenbloedingen om de kwalijke effecten daarvan op te heffen. Te gebruiken bij: Chronische- en allergische verkoudheden. Bronchitis. Blaas- en nierontstekingen. Aderontstekingen en urticaria.
Abies pectinata of Abies alba (Ziverspar) Zorgt ervoor, dat het kalkgehalte van de botten op peil blijft. Bevordert het vasthechten van kalk op de botten. Aangewezen bij: Groeistoornissen, stimuleert de botgroei. Osteoporose. Tandverval, Engelse ziekte, Osteomyelitis.
Acer campestris (Spaanse aak) verhoogt de lichaamseigen afweer. In combinatie met Fraxinus excelsior (Es) bij galstenen en galblaasontsteking. Gecombineerd met Tilia tomentosa bij angstneurosen en stress. Te gebruiken bij : Gordelroos.
Ampelopsis veitchii (Wilde wingerd) is ontstekingswerend, pijnverzachtend. Vooral toegepast bij chronische ontstekingen van het bewegingsapparaat. Aangewezen bij : Artritis en chronische reuma. Ziekte van Dupuytren. Bindweefsel verhardingen. Verklevingen na operaties, ontsteking of ongevallen.
Betula pubescens (Zachte berk) Algemeen tonicum dat de afweermogelijkheden van het organisme verhoogt door de lichamelijke en mentale zwakte te bestrijden. Darmtonicum. Afvoer verhogend. Stimuleert de ontgiftiging van de lever. Samen met Succus Betulae (berkensap) is het algemeen drainage middel om urinezuur te verwijderen. Aangewezen bij: Jicht
Carpinus betulus (Haagbeuk) werkt op neus-keelholte en de luchtwegen. Bevordert de genezing van beschadigde slijmvliezen. Kramp opheffend in bovengenoemde gebieden. Hoest onderdrukkende werking. In combinatie met Cornus sanguinea tegen bloedingen veroorzaakt door anti-coalgulantia. Te gebruiken bij: Spastische- en chronische luchtpijpontstekingen. Rokershoest. Bronchitis. Vergiftiging door anti-coalgulantia (bloedverdunners).
Castanea Vesca (Tamme kastanje) heeft een sterke werking op de lymfecirculatie. Drainage van het lymfesysteem in de benen. Te gebruiken bij : Spataderen, veneuze stuwingen en cellulitis.
Cedrus libani (ceder van Libanon) is zeer goed voor droog eczeem, dus bij huidaandoeningen waarbij verhoornings-stoornissen een rol spelen. Te gebruiken bij : Droog eczeem. Schilferend eczeem. Ichtyosis. Pruritus (Jeuk)
Cercis siliquastrum (Judasboom) heeft een goede werking bij patiënten met een verstoorde arteriële bloedsomloop. Krachtige werking op de bloedstolling; voorkomt arteriële embolieën. Aangewezen bij : Ziekte van Buerger. Ontsteking arteriële bloedvaten (Arteriitis juvenilis) Trombose van het netvlies.
Citrus limonum (Citroenboom) werkt regulerend op de stollingstiid. Het beste middel bij acute trombose. Aangewezen bij : Verlengde stollingstijd. Acuut weefselversterf. Infarcten van allerlei soort. Nabloedingen in schedel-, borstkas- en buik.
Crataegus laevigata (Tweestijlige meidoorn) Een uitsteken hartmiddel. Versterkt de hartspier. Heeft een pijnstillende werking bij hartpijnen. Te gebruiken bij: Hartinsufficïentie. Hartkrampen. Tachycardie. Ritmestoornissen. Angina pectoris. Inspanningsbenauwdheid.
Corylus avellana (Hazelaar) herstelt de elasticiteit van het longweefsel. Werkt stimulerend op het leverweefsel. Aanwezen bij: Longfibrose. Longemfyseem. Leverinsufficïentie. Benauwdheid. Levercirrose.
Fagus sylvatica (Beuk) Activeert de nieren. Verhoogt de urine produktie. Aangewezen bij : Nierstenen. Nierinsufficïentie. Jicht. Waterzucht. Naeffecten van een shock.
Ficus carica (Vijgeboom) normaliseert maagsapuitscheiding. Helende werking op het maagslijmvlies. Regulerende werking op het para- en orthosympatisch zenuwstelsel. Gaat littekenvorming van het maagweefsel tegen. Te gebruiken bij : Maagzweren. Maagslijmvlies ontsteking. Luchtslikken. Klachten van een ongeval: Hoofdpijn, duizeligheid leeg of ziektegevoel in het hoofd.
Fraxinus excelsior (Es) Specifiek jichtmiddel toe te passen bij acute en chronische jicht en bij diverse aandoeningen die gepaard gaan met een verhoogd urinezuurgehalte van het bloed. Aangewezen bij: Jicht acuut en chronisch
Ilex aquifolium (Hulst) Naast een vochtafdrijvende werking ook urinezuur verlagend. Te gebruiken bij: Jicht en hoge bloeddruk.
Juglans Regia (Notenboom) is drainagemiddel bij huidaandoeningen van diverse aard. Herstelt de darmflora. Aangewezen bij: Huidinfecties. Geïnfecteerd eczeem. Krentenbaard. Ulcus cruris (open been) Chronische alvleesklier ontsteking. Chronische ontstekingen van allerlei aard.
Juniperus communis (Jeneverbes) Ernstige leverziekten. Naeffecten van geelzucht, hepatitis. Spataderen van de slokdarm en maag. Buikwaterzucht. Chronische nierbekkenontsteking. Aangewezen bij: Ernstige Leverinsufficïentie. Levercirrose. Geelzucht. Portale hoge bloeddruk.
Ligustrum vulgare (Liguster) werkt zuiverend en adstringerend bij slijmvliesaandoeningen Te gebruiken bij: Aften. Witte vloed. Diarree. Bronchitis. Keelpijn.
Olea europea (Olijfboom) wordt vooral gebruikt bij hoge bloeddruk. Verlaging van cholesterolgehalte. Te gebruiken bij: Hoge bloeddruk, aderverkalking. Te hoog cholesterolgehalte.
Pinus montana (Bergden) Niet ontstekingsachtige reumatiek. Anti-artritische werking. Combineren met Ribes nigrum & Vitis vinifera voor een langdurige kuur. Te gebruiken bij : Artrose.
Populus nigrum (Zwarte populier) werkt vooral op het slagadersysteem van de onderste ledematen. Krampopheffende werking van de slagaders van de onderste ledematen. Te gebruiken bij: Krampen in benen en voeten. Artritis in benen en voeten met doorbloedingsstoornissen. Chronisch reuma. Chronisch polyartritis
Prunus amygdalus (Amandelboom) Normaliseert het bloedbeeld. Versterkt de bloeddrukverlagende werking van Olea Europea. Te gebruiken bij: Gestoorde bloedstolling. Antisclerotische werking bij bejaarden.
Quercus pedunculata, Quercus robur (Zomereik) verbetert de afweermechanismen van het organisme door de lichamelijke en mentale zwakte (asthenie) te bestrijden. Te gebruiken met Betula Pubescens. Aangewezen bij: Stimuleren van de bijnierschors. Bij een te hoge bloeddruk. Vermoeidheid. Overbelasting. Drainage en algemeen tonicum.
Ribes nigrum (Zwarte bes) Dit belangrijk middel in de gemmotherapie werkt op de bijnierschors. Stimuleert de afscheiding van ontstekingsremmende hormonen. Lichte cortisone-achtige werking. Aangewezen bij: Allergieën. Alle soorten van ontstekingen
Rosa canina (Hondsroos) bij behandeling van migraine en hoofdpijnen. Aangewezen bij: Chronische hoofdpijnen. Jeugd keel-en neusaandoeningen. Groeistoornissen bij kinderen. Migraine (afwisselen met Ribes nigrum en Tilia tomentosa)
Rosmarinus officinalis (Rozemarijn) Kramp opheffend, reguleert de galblaas. Verbetert de leverwerking. Aangewezen: Leverstoringen, galstenen, chronische galblaasontsteking.
Rubus idaeus (Framboos) Bij gynaecologische aandoeningen combineren met Ribes nigrum. Remmend effect op de hypofysevoorkwab. Regulering van de eierstokafscheiding. Te gebruiken bij menstruatieklachten.
Rubus fructicosus (Braam) Werkzaam bij slagaderlijke aandoening zoals ontstekingen van slagaderen. Aangewezen bij: chronische bronchitis, emfyseem en slagaderontstekingen.
Secale cereale (Rogge) Werkt op directe wijze stimulerend op de levercel. Bij ernstige leverstoornissen combineren met Juniperus communis. Aangewezen bij : Hepatitis. Na effecten van hepatitis. Lever insufficiëntie. Geelzucht.
Sequoia gigantea (Sequoia) voor ouderen, geeft nieuwe krachten fysiek & mentaal. Herstelt de corticosteroïdenwaarden in het bloed. Combineren met Ribes nigrum. Aangewezen bij: Seniele aftakeling. Ouderdomsklachten. Prostaataandoeningen. Myomen.
Sorbus domestica (Peerlijsterbes) verhoogt de spanning van de aderwanden. Bij vrouwelijke patiënten: circulatiestoornissen door de menopauze veroorzaakt. Te gebruiken bij: Zware benen, spataderen, doorbloedingsstoornissen. Aderontsteking.
Syringa vulgaris (Sering) Specifieke werking op de hartkransslagaderen. Heeft een antikrampwerking waardoor een betere voeding van de hartspier ontstaat. Combineren met Crataegus. Aangewezen bij: Angina pectoris. Lichte, slechte hartwerking. Storingen in de kransslagaderen.
Tamarix gallica (Franse tamarisk) Bevordert de aanmaak van rode bloedlichaampjes. Bloedarmoede. Verhoogde cholesterolwaarden.
Tilia tomentosa (Zilverlinde) Kalmerend middel zonder bijwerkingen. Overprikkeldheid. Slapeloosheid. Neurosen. Bedwateren. Neuralgieën. Mentale onrust.
Ulmus campestris (Iep of Olm) Specifieke werking op de huid. Goed toepasbaar bij eczeem. Breekt urinezuren af. Nat eczeem. Acne. Impetigo.
Vaccinium vitis idaea (Rode bosbes) Regulering van de darmfunctie. Alle problemen met betrekking tot de darmpassage, diarree of verstopping. Alleen als er geen organische afwijkingen aanwezig zijn. Chronische darmklachten.
Virburnum lantana (Wollige sneeuwbal) Bezit een rustgevende werking op het long gedeelte. Vermindert bronchiale krampen en herstelt de ademhalingsfunctie. Te gebruiken bij astma, Cara.
Viscum album (Maretak) Wordt vooral voor de overgang gebruikt. Oorsuizingen. Combineren met Sorbus domestica.
Vitis vinifera (Wijnstok) Regulerend effect op de leukocyten en lymfocyten. Bij artrose met Ribes nigrum en Pinus montana. Goedaardige gezwellen. Artrosis deformans.
Zea mais (Mais) verbetert herstel van hartweefsels na infarct. Nabehandeling hartinfarct. Bescherming tegen hartinfarct.

Literatuur
Adrianne Philippe – La Gemmothérapie. Atlantica.
Gemmotherapy. Brochure Dolisos.
La Phytothérapie rénovée. Dr. M.Tétau et C. Bergeret. Maloine 1983
Gemmothérapie. Dr. Paul Henry.

zondag, oktober 11, 2009

Unieke eik met maretak

CHÊNE à GUI.
We zijn al verschillende jaren op zoek naar een maretak op een eik. Je weet wel, de druïden die met hun gouden sikkel bij volle maan maretakken uit de eeuwenoude eiken snijden. De groeiplaatsen van 'chêne à gui' zoals ze in Frankrijk genoemd worden, vind je wel terug in allerlei documenten en zelfs op websites, maar als je er naar op zoek gaat, is ofwel de eik gekapt of zijn de maretakken verdwenen. We begonnen zo langzamerhand te denken dat maretakken op eiken een fabeltje waren.

Twee jaar geleden: een reis naar de eiken, met of zonder maretakken
We zijn op zoek naar de Chêne à gui. De legendarische mistel op de eik. De eerste zouden we moeten vinden bij het Fôret de Saint-Amond bij het dorpje Tramont. Maar hoe moeten we in een heel Frans bos één eik vinden met mogelijke Maretakken. Een wegwijzer zou wel handig zijn, maar zou ook een spirituele afgang betekenen. En tot overmaat van ramp zijn er wel 3 Tramontdorpjes (Lassus, StAndré en Emy).

Het weer is wonderbaarlijk. Waanzinnige wolken, stortbuien afgewisseld met brede opklaringen. Zonlicht dat laag over de al felgroene akkers scheert. En overal hier veel water en waters, Rijn, Moezel en Maas die zelfs wat uit hun oevers durven treden.
Bij het Bois de Amond rijden we door het dal van de Aroffe. Normaal een beekje van 2 meter breed, nu een bruin bruisende rivier van 10 meter. De weg ligt gelukkig hoog genoeg tot we in het dorpje Aroffe zelf komen, waar het gat onder de brug al dat water niet kan opvangen en dus over de weg zelf verder stroomt, een beetje ‘inodation’ noemen ze dat in het Frans. Gelukkig hebben we een andere route om in Tramont te komen en ondertussen hebben we alle boerendorpjes even bekeken, van Aouze, over Rainville, langs Pleuvezain, naar Vicherey, waar we even stoppen bij de kerk, mogelijke overnachtingsplaats, maar zoals gewoonlijk toch nog wat verder rijden om uiteindelijk toch in Tramont St André te landen.
De villages hier zijn echt wel van God en de wereld verlaten. Al is de autostrade vlakbij en zijn er kerken en kapelletjes op overschot. In Tramont is de kerk zelf het enige verlichte gebouw en wij, als goddelozen, overnachten er weer vlak bij. We worden zelfs om het kwartuur door de kerkklok opgeroepen en om het uur krijgen we een hele serenade. Benieuwd hoe dat vannacht zal aflopen.

2 maart: de oude eik van Tramont

Zwaar bewolkte maar droge ochtend in Tramont. Wel ja, de klokken van de kerk waren geen succes. De plaatselijke, in trainingspak gestoken, overbuurman weet van geen klokken, maar weet zomaar waar die oude eik is. En nog wel vlakbij. Wel even een steile weg op en daar aan de rand van het bos staat hij. Verhakkeld, van veel zware takken ontdaan maar indrukwekkend afstekend tegen de woeste wolken en wij als kikkers tegen hem opkijkend. Wel degelijk een indrukwekkende eik maar helaas zonder maretak. Zouden zij mede gesneuveld zijn samen met zijn oeroude takken? En wanneer zou dat dan gebeurd zijn?

Varennes sur Amance.
Dan maar verder naar de tweede Chêne a gui een hondertal kilometers verder in Varennes sur Amance. We rijden nog altijd door een overstroomd landschap. Gelukkig hebben ze hier de wegen wat hoger aangelegd. Zo lijkt het wel alsof autos amfibie-achtig over rivieren varen. Met de woeste wolken als golven boven ons en de riviergolven als schuimende wolken onder ons, dansen we met onze witte motorhome door een droomwereld.
In Varennes landen we weer vlak bij de kerk. De klokken zijn er ook. Stoten we ons weer aan dezelfde steen? Maar eerst wandelen naar een andere zogenaamde Misteleik. Een prachtige wandeling door bos en veld, dat wel, maar uiteindelijk na 2 uur wandelen vinden we een bewegwijzerde eik aan de rand van het bos maar zonder maretak.

3 maart: Gros chêne en het bos van Longchamp.

Vandaag een derde poging ondernemen om de mythische Misteleik te vinden. We moeten dan naar het dorpje Longchamp en beter noch naar het bos van Longchamp. Onderweg, op de grens van 2 departementen, in de buurt van Essertenne, zien we plots een bordje met ‘Gros Chêne’. Een smalle laan met vrij jonge Seqoiua leidt ons naar een echt oude, hoge en nog intacte eik maar natuurlijk zonder Mistel. Maar ook zonder mag hij er onverbiddelijk zijn.
Uiteindelijk iets na de middag in Longchamp, een vrij saai dorp met een faiancefabriekje. Maar hoe moeten we hier in het nabije woud van 2000 hectare een 'chêne remarquable' vinden. In de plaatselijke Bar Tabac vragen we met enige pudeur naar weer zo’n oude eik. Welke geschifte toeristen komen in de winter buiten de toeristische routes naar een onnozele eik vragen in een woud van duizenden bomen? De waard weet van niks, maar gelukkig zat de plaatselijke houthakker (le bûcheron) aan de toog een biertje te drinken. En hij wist van een hele oude eik in zijn jeugd, waar wel 4 kinderen voor nodig waren om hem te omarmen. Helaas was die boom ziek geworden en hadden ze hem vorig jaar moeten vellen. Daar sneuvelde ook onze derde poging om een Chêne a gui te ontdekken.

2 jaar later: Isigny-le-Buat en de ultieme Chêne à gui.

We ondernemen deze week onze ultieme poging om een maretak-eik te vinden. Helemaal naar Normandië, op de grens met Bretagne in het dorpje Isigny-le-Buat moet de ultieme eik uit mijn dromen staan. We vergeten even de 700 kilometer er naar toe. We naderen het onooglijk dorpje! Onderweg spieden we naar alle oude eiken in de weilanden, zowel eiken als maretakken zijn erhier in overvloed, maar een maretak op een eik, dat zien we nog niet. We komen aan in Isigny en parkeren bij de Mairie. De eerste de beste monsieur die ik beleefd aanklamp, heeft nog nooit van een maretak in een eik gehoord. Hij denkt dat ik de eikenstraat zoek.

Twee jonge gemeentewerkers zijn de plantsoenen aan het snoeien. Dat moeten toch bomenkenners zijn, zou ik denken. Helaas heeft die vriendelijke jonge man nog nooit van een oude eik gehoord. Gelukkig komt zijn vrouwelijke collega erbij, die vaag wel over die eik heeft gehoord. Ze begeleid mij naar het gemeentehuis, waar ze allemaal wakker schieten. In de gang hangt zelfs een grote foto van de eik in zijn gloriedagen. Helaas heeft hij tijdens de beruchte storm verschillende takken verloren en lijkt op sterven na dood. Maar ik wil hem nu ook in het echt zien. De 2 vriendelijke gemeentewerkers met hun vrachtwagentje vol gesnoeid hout rijden ons voor, buiten het dorp een smal gelukkig wel verhard veldweg op, ze stoppen bij een boerderij tussen de weilanden. De boer is niet thuis. De gemeentemensen wijzen mij aan het eind van een weiland een verhakkelde eik aan. De Chêne à gui! Een ondanks

alles, indrukwekkende eik met op de weinig overgebleven takken nog steeds immense bolvormige maretakken. Ik kruip onder de prikkeldraad door, de zompige grond onder het gras is doorboord met duizenden gaten van de koeienpoten, maar ik ren, ik zweef naar de chêne à gui. Bij het naderen wordt de stam, de takken en de maretakken steeds indrukwekkender. De laagste stoere tak is nog beladen met mistels, maar ik kan er net niet bij. Met enige overmoed wring ik mij tegen zijn stam omhoog, bengelend met één hand aan de misteltak, kan ik met mijn andere hand met enige moeite een bescheiden stukje afbreken. Dan moet ik de tak lossen en plof in de drassige koeienmodder. Maar niets kan dit magisch moment nog verbreken. Ik heb eindelijk een 'chêne a gui' gezien, gevoeld en beleefd.

zaterdag, oktober 10, 2009

Huizen, heiligen en hallucinogenen

Een dagje Ardennen als toerist, is iets wat ik jaren geleden met mijn ouders regelmatig beleefde. Die gewoonte is altijd een beetje gebleven. Ook vandaag verkennen we weer de Ardennen, maar dan niet alleen met de ogen en de oren van een toerist, maar met de zintuigen van een mogelijk toekomstige bewoner. We rijden op de autoweg Brussel – Luxemburg en nemen bij Custinne afslag 24. Een vreemde afrit, van de achtbaan autostrade komen we terecht op een éénbaan holle weg. Een afrit naar nergens of toch ergens, dat is zeker de charme van Wallonië, ze durven nog een dure autoweguitrit aanleggen om zomaar in de natuur terecht te komen.

Custinne, klinkt hard maar lijkt aardig, al stoppen we hier niet, we willen zomaar naar het Mariaheiligdom Beauring. De herinnering van lang geleden is nochtans totaal negatief, een rommelig dorp met kitscherige Mariabeelden. Maar het is ook erg lang geleden en dus zal er wel veel veranderd zijn.
Eerst navigeren we nog langs Ver, ook een dorp en duiken dan door Houyet, de Lessevallei in. Houyet zelf blijft voor mij nog altijd een rommelig dorp, maar stroomopwaarts is het wel grandioos mooi wandelen, al doe ik dat nu niet. Van Houyet kronkelen we min of meer langs de Lesse, voorbij de dorpjes Hour la petite en Hour le grand, allebei tres petit, en via Focant, komen we dan in Beauraing.

Als bij wonder verrijzen hier de supermarkten Carrefour, Delhaize, Aldi en Lidl. Zijn hier zoveel mensen komen wonen? Of zit de Heilige maagd hier voor iets tussen? Beauraing blijft in elk geval een klein stadje, het heiligdom ziet er wel iets properder uit dan ik me van 45 jaar geleden kon herinneren. Maria zelf, het beeld bedoel ik, ziet er proper wit wit uit, geen lichtblauw randje zoals haar collega uit Lourdes. Eerlijk gezegd die uit Lourdes vind ik wel mooier. De Beauraingvrouw heeft ook een vreemd kroontje op haar hoofd. Het lijkt mij eerder een Ufo-antenne.
Wat mij als herborist wel aanspreekt is, dat Maria niet alleen boven op de spoorwegbrug verscheen, wel erg onromantisch van Maria, maar ook onder een doornige Meidoornstruik. Haar stenen beeltenis staat nu ook opgesteld onder die Meidoorn. Zou dat echt dezelfde struik zijn van 77 jaar geleden?

Mevrouw Gilberte Degeimbre is de laatste overlevende van de kinderen die toen de maagd zagen. Ze was toen 9 en ook nu nog altijd zeker van haar zaak. In verschijningen geloof ik persoonlijk niet, maar het blijft toch een mysterie hoe verschillende kinderen toen die verschijning samen beleefden, ook nu geen enkele twijfel vertonen en duizenden mensen, ook nu nog deze, toch niet zo aangename plek, met bussen vol komen bezoeken en er nog kracht uit putten ook. Dat is voor mij het echte wonder.

Wij dwalen ondertussen verder, door de Ardennen en door de heidense wereld. Naar Dion, niet naar Céline, maar naar nog een godvergeten dorpje op loopafstand van Frankrijk en de Maasvallei. Givet is in de buurt en de witte rookwolken van de kerncentrale vlakbij. Onschuldig maar toch dreigend.

We rijden verder naar een streek die mij meer aanspreekt. Belvaux Han sur Lesse. Mooier, plantenrijker en vroeger door mij veel bewandeld, dus ook een portie heimwee komt erbij. Bij het kasteel van Resteigne aan de Lesse drinken we een koffie. Tussen Resteigne kasteel en Belvau kun je helemaal langs de Lesse op en neergaand door het hellingbos genieten van een echte religieuze sfeer en een spirituele plantengroei. Dat de H.Maagd hier niet verschijnt, getuigt toch niet van goede smaak. In het hellingbos hier groeit onder andere het Heksenkruid, een weinig opvallend plantje met ragfijne dansende bloemetjes, als je op je knieën en liefst nog met een loupe erbij, het bloemetje bekijkt, is het alsof er een heksje op een bezemsteel over de mulle bosgrond zweeft. Wonderen zijn er overal te beleven, als je dat zelf maar wilt.
Aan de overkant van de Lesse, weet ik, ja zomaar uit mijn blote hoofd, nog Astragalus glycophyllos groeien, als dat niet heilig klinkt. Soms voel ik mij met al die Latijnse plantennamen een heidense hogepriesters. En als er dan toch religie moet bestaan, dan liefst een animistische natuurgodendienst .

In Belvau of Belvaux bij Han sur Lesse verdwijnt de Lesse in de grotten van Han, le gouffre de Belvau,hallucinant mooie om niet te zeggen magische plek waar de meest magische plant Atropa belladonna of de Wolfskers nog overdadig het schaduwrijke Belladonnastraatje bemand en hogerop in de warme rotsen, waar ik uren kan zitten, groeit welig het Wildemanskruid, Gamander en geurende wilde tijm. Hier voel je nog even de echte heiligheid in alles.

Gouffre de Belvaux, is het gat waar de Lesserivier de kalksteengrond van het Boine massief binnenstroomt via een duizelingwekkende sifon van zo'n 50 meter diep. De rivier koos deze ondergrondse route zo'n 100.000 jaren geleden. Bij heel veel regen in het voorjaar kan het gat al dat water niet direcht verwerken, waardoor het niveau van de Lesse tijdelijk verschillende meters kan stijgen.

dinsdag, oktober 06, 2009

Nachtvlinder.
Deze foto van een Franse nachtvlinder vond ik terug in mijn oude fotobestanden. Een magische mot die bij ons Franse huis tegen de buitenlamp vloog. Wie kent deze reuzenvlinder met zijn grote ogen?

Het Franse dorpje in de buurt noemt ook La Motte, maar daar zal mijn mot wel niks mee te maken hebben.

Een zeker Dirk, die mij kent, maar die ik niet zo direct ken, laat mij weten dat de vlinder een nachtpauwoog Saturnia Pavonia vrouwtje is. Legt o.a eitjes op braam, bosbes, meidoorn, struikheide, wilg en vuilboom.