zondag, november 15, 2009

Nu het blad van bomen en struiken af valt, komen de bomen in hun blootje te staan en vertonen ze hun verborgen kwaliteiten. Geneeskrachtige knoppen maar ook de takken met schors van wilg en vuilboom bijvoorbeeld vertellen nu hun verhaal.
Vergeten verhalen en vreemde namen, zoals ze ook te lezen zijn in oude kruidenboeken. Die boeken ruiken al even muf als de schors van wilg en vuilboom. En dat bedoel ik dan positief.

Bijvoorbeeld de namen van Vuilboom / Rhamnus frangula
Nederlands: Sporkenhout; Vuilboom; Boombast; Bastjes; Buskruithout; Hondsboom; Hondjeshout; Jeujesboom; Pijlboom; Pijlhout (Rety); Ramenasbast; Stinkeboom; Steenbast; Vuilsporkenboom; Laxeerhout; Laxeerbast; Ramandelbast; Boerenrhabarbe; Rhamnusbast; Sprokkenhout; Spork; Bloedplant (Poperinge); Bloedzijkenhout (Brab.); Bloedzijkers (Huldenberg); Hondelaar (Oostvl.); Hondsknop (Poppel); Peggenhout (Brecht); Poerhout (Oostvl.); Pinnekenshout (Geel); Bloedhout (N. Ned.); Hondebeien (N. Ned.); Kraaibessen (N. Ned.); Stinkhout (N. Ned.); Sprokkel (N. Ned.); Honzelaar; Sulferhout (Brugge); Wakelenhout (N. Ned.).

Frans: Bourdaine; Bourgène; Frangule; Aune noir; Bois noir; Rhubarbe des paysans; Puène; Coudrier noir; Bois a poudre.

Duits: Faulbaum; Pulverholz; Stinkbaum; Grindbaum; Gelbholz; Aalkirsche; Bruchholz; Schwarzerle; Schiessholz; Zapfenholz.

Engels: Alder-buckthorn; Butcher's pricktree; Arrow-wood; Stinking roger; Black aldertree.

De vreemde naam vuilboom verwijst mogelijk naar de onaangename geur van de verse bast, of misschien naar het laxerend effect van bes en schors, zeg maar het vuil dat wordt verwijderd. Ook schapen en geiten kregen het schijt of gingen bloed zijken door aan de schors te knabbelen.
Wel veel smerigheid met deze stinkeboom, gelukkig bleken de takken van het pijlhout ook geschikt voor het maken van pijlen en peggen, kleine spiekes voor het repareren van versleten klompen, vandaar het peggen- of pinnekenshout.
De takken breken ook gemakkelijk, waardoor er veel sprokkelhout onder deze struiken ligt, hout dat vroeger verzameld werd om de kachel aan te maken. En zo spreken wij nu nog altijd over het sporkehout, al sprokkelen we dat hout al lang niet meer.

Geen opmerkingen: