Een dagje Ardennen als toerist, is iets wat ik jaren geleden met mijn ouders regelmatig beleefde. Die gewoonte is altijd een beetje gebleven. Ook vandaag verkennen we weer de Ardennen, maar dan niet alleen met de ogen en de oren van een toerist, maar met de zintuigen van een mogelijk toekomstige bewoner. We rijden op de autoweg Brussel – Luxemburg en nemen bij Custinne afslag 24. Een vreemde afrit, van de achtbaan autostrade komen we terecht op een éénbaan holle weg. Een afrit naar nergens of toch ergens, dat is zeker de charme van Wallonië, ze durven nog een dure autoweguitrit aanleggen om zomaar in de natuur terecht te komen.
Custinne, klinkt hard maar lijkt aardig, al stoppen we hier niet, we willen zomaar naar het Mariaheiligdom Beauring. De herinnering van lang geleden is nochtans totaal negatief, een rommelig dorp met kitscherige Mariabeelden. Maar het is ook erg lang geleden en dus zal er wel veel veranderd zijn.
Eerst navigeren we nog langs Ver, ook een dorp en duiken dan door Houyet, de Lessevallei in. Houyet zelf blijft voor mij nog altijd een rommelig dorp, maar stroomopwaarts is het wel grandioos mooi wandelen, al doe ik dat nu niet. Van Houyet kronkelen we min of meer langs de Lesse, voorbij de dorpjes Hour la petite en Hour le grand, allebei tres petit, en via Focant, komen we dan in Beauraing.
Als bij wonder verrijzen hier de supermarkten Carrefour, Delhaize, Aldi en Lidl. Zijn hier zoveel mensen komen wonen? Of zit de Heilige maagd hier voor iets tussen? Beauraing blijft in elk geval een klein stadje, het heiligdom ziet er wel iets properder uit dan ik me van 45 jaar geleden kon herinneren. Maria zelf, het beeld bedoel ik, ziet er proper wit wit uit, geen lichtblauw randje zoals haar collega uit Lourdes. Eerlijk gezegd die uit Lourdes vind ik wel mooier. De Beauraingvrouw heeft ook een vreemd kroontje op haar hoofd. Het lijkt mij eerder een Ufo-antenne.
Wat mij als herborist wel aanspreekt is, dat Maria niet alleen boven op de spoorwegbrug verscheen, wel erg onromantisch van Maria, maar ook onder een doornige Meidoornstruik. Haar stenen beeltenis staat nu ook opgesteld onder die Meidoorn. Zou dat echt dezelfde struik zijn van 77 jaar geleden?
Mevrouw Gilberte Degeimbre is de laatste overlevende van de kinderen die toen de maagd zagen. Ze was toen 9 en ook nu nog altijd zeker van haar zaak. In verschijningen geloof ik persoonlijk niet, maar het blijft toch een mysterie hoe verschillende kinderen toen die verschijning samen beleefden, ook nu geen enkele twijfel vertonen en duizenden mensen, ook nu nog deze, toch niet zo aangename plek, met bussen vol komen bezoeken en er nog kracht uit putten ook. Dat is voor mij het echte wonder.
Wij dwalen ondertussen verder, door de Ardennen en door de heidense wereld. Naar Dion, niet naar Céline, maar naar nog een godvergeten dorpje op loopafstand van Frankrijk en de Maasvallei. Givet is in de buurt en de witte rookwolken van de kerncentrale vlakbij. Onschuldig maar toch dreigend.
We rijden verder naar een streek die mij meer aanspreekt. Belvaux Han sur Lesse. Mooier, plantenrijker en vroeger door mij veel bewandeld, dus ook een portie heimwee komt erbij. Bij het kasteel van Resteigne aan de Lesse drinken we een koffie. Tussen Resteigne kasteel en Belvau kun je helemaal langs de Lesse op en neergaand door het hellingbos genieten van een echte religieuze sfeer en een spirituele plantengroei. Dat de H.Maagd hier niet verschijnt, getuigt toch niet van goede smaak. In het hellingbos hier groeit onder andere het Heksenkruid, een weinig opvallend plantje met ragfijne dansende bloemetjes, als je op je knieën en liefst nog met een loupe erbij, het bloemetje bekijkt, is het alsof er een heksje op een bezemsteel over de mulle bosgrond zweeft. Wonderen zijn er overal te beleven, als je dat zelf maar wilt.
Aan de overkant van de Lesse, weet ik, ja zomaar uit mijn blote hoofd, nog Astragalus glycophyllos groeien, als dat niet heilig klinkt. Soms voel ik mij met al die Latijnse plantennamen een heidense hogepriesters. En als er dan toch religie moet bestaan, dan liefst een animistische natuurgodendienst .
In Belvau of Belvaux bij Han sur Lesse verdwijnt de Lesse in de grotten van Han, le gouffre de Belvau,hallucinant mooie om niet te zeggen magische plek waar de meest magische plant Atropa belladonna of de Wolfskers nog overdadig het schaduwrijke Belladonnastraatje bemand en hogerop in de warme rotsen, waar ik uren kan zitten, groeit welig het Wildemanskruid, Gamander en geurende wilde tijm. Hier voel je nog even de echte heiligheid in alles.
Gouffre de Belvaux, is het gat waar de Lesserivier de kalksteengrond van het Boine massief binnenstroomt via een duizelingwekkende sifon van zo'n 50 meter diep. De rivier koos deze ondergrondse route zo'n 100.000 jaren geleden. Bij heel veel regen in het voorjaar kan het gat al dat water niet direcht verwerken, waardoor het niveau van de Lesse tijdelijk verschillende meters kan stijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten