donderdag, november 19, 2009

Met onze 'nieuwe' warme winters kan ik in het najaar niet alleen plantenwortels oogsten, maar staan er ook nieuwe, frisse bladeren van weegbree en paardenbloem klaar om geoogst te worden. Vooral aan de weegbree kan ik niet weerstaan. Daarom maar weer eens over dit onkruid nagedacht.

Een plantengedicht van Arthur van Schendel over Weegbree.

Weegbree
Ik had een wens toen ‘k naast een weegbree zat.
Men zegt dat een geduldig zieltje, van
De minnaar eens verlaten, in dit plantje
Haar woning vond aan alle ’s Heren wegen
En wachten mocht op de Verdwaalde, en dat zij
Een ieder die een schat verloren had
En zocht en vroeg, terechtwees naar zijn heil,
En bovenal was zij weldadig voor
De blindeman, die tastte met zijn stok.
Als die de bloem, die uit haar woning rees,
Maar raakte met de hand, zag hij in donker
En vond gewis de weg naar huis terug.
Het is maar volksgeloof, voor kindren, voor
Onnoozlen, maar de weegbree is mij dierbaar.

En ook mij is de weegbree dierbaar, dat onkruid, die tredplant, die masochistische plant, die beter groeit naar gelang hij meer vertrapt wordt, die plant die mij voor het eerst liet kennis maken met de geneeskracht van de natuur.
Hoe verwonderd was ik 42 jaar geleden op een frisse voorjaarsdag, toen ik voor de eerste keer het theoretisch gelees over kruiden in praktijk bracht en zo ontdekte hoe een vers gekneusd weegbreeblad de jeukende uitslag op mijn arm binnen de minuut neutraliseerde.

Zomaar in november een oogstdag van weegbreeblaadjes, voor herboristen is er in elk seizoen wel wat te verzamelen, zelfs bladeren op voorwaarde dat ze er gezond groen uit zien. Nu kan eventueel ook varkensgras, jong brandnetelblad, paardenbloemblad en veldzuring nog geoogst worden. In november is het natuurlijk vooral oogsttijd voor wortels.

Zie ook In de naam van... Weegbree | Kunst en cultuur: Taal
Zie ook Weegbree, wetenschappelijk bekeken | Wetenschap: Scheikunde

Geen opmerkingen: