Kruidenlessen aan levenden.
Weer een weekend mij ondergedompeld in mensen en kruiden, in gekruide mensen, in planten met handen en voeten, in kruidenwiskes en andere rita's. Les over looistoffen, slijmstoffen, bitterstoffen, dus over zogenaamde inhoudstoffen in planten. Gelukkig kunnen we nogal wat van deze geneesstoffen, zoals ik ze graag noem, met onze zintuigen ervaren, proeven, ruiken, zien en zelfs voelen. Zo worden chemische stoffen in de plant toch wat menselijk voor ons. We wandelen gelukkig ook, wandellessen dus over planten en hun geneesstoffen, alsof we chemische stofjes tegen komen tussen de straatstenen. Weegbree met zijn slijmstoffen, soms is het alsof er snot in zijn zaadaren hangt, weinig appetijtelijk, maar mogelijk zegt dit kruid wel 'dat hij goed is voor onze eigen snotterende neusvleugels'.
Zelfs fructo-oligosacchariden of FOS komen we tegen in de gedaante van de gele Morgenster en de Paardenbloem, stoffen die zo heilzaam zijn voor onze darmflora. Ja! Flora groeit er niet alleen op straat maar ook zomaar in onze eigen darmen. Wij wandelen verder, de omgeving hier is erg rommelig, om niet te zeggen lelijk: spoorweg , vervallen arbeidershuisjes, stort- en rommelrandjes, maar toch hangt elk onnozel plantje vol van vreemde, verborgen verhalen. We moeten het maar ontdekken! Is dat misschien de essentie van het beroep van herborist, het ontdekken van onooglijke maar hoopgevende dingen in onze eigen omgeving. Weegbree, brandnetel, paardenbloem en varkensgras kunnen ons daarbij helpen. De namen klinken zo gewoon, maar hun geheim is groots.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten