Paardenbloem evenals de weegbree een van de actiefste, nuttigste, rijkste kruiden, is overal te vinden. In het voorjaar gebruikt men het verse blad. Dit bevat veel kali en werkt daardoor sterk op de vocht afvoer door de nieren, vandaar de Franse naam. Wie konijnen heeft weet, dat paardenstekken een waterbuik genezen. Van de wortel wordt soms een voortreffelijk koffiesurrogaat gebrand. De plant is dus goed tegen alle soorten waterzucht.Verder bevat het blad kalk, mangaan (onrust en angstige voorgevoelens wijzen vaak op mangaan gebrek), natrium (ontzuurt) , zwavel (reinigt de huid, geeft glanzend haar), kiezelzuur(stimuleert de vorming van nieuw bindweefsel in geval van etterende ziekten).
Ook bevat het blad choline, dat een sterk opwekkende, toniserende werking heeft, het stimuleert het autonomen zenuwstelsel, de klieren en de gladde musculatuur. De speeksel-, slijm- en zweetklieren worden aangevuurd, er wordt meer gal afgescheiden en de pancreas wordt wakker geschud (dus een eerste kruid bij diabetes, dan vooral de wortel). De bloedvaten worden door choline verwijd, de bloeddruk verminderd en de pols vertraagd. Bij een trage bevalling met te zwakke weeën wekt choline de weeën op. Alle nerveuze spanning, die remmend werkt, wordt opgeheven, zodat alle levensfuncties weer rijkelijk en in opgewekte samenwerking hun gang gaan.
Mensen die voortdurend emotioneel geprikkeld worden, bijvoorbeeld door samenwoning, wier onuitgesproken ergernis tot een gewoonte-houding is ingevreten en wier levensfuncties door een tot sleur geworden ongelukkig-zijn geremd worden zodat zij hun voedsel niet meer kunnen verteren – vinden baat bij de paardenbloem. De choline wentelt hen om tot een positieve levenshouding.
De paardenbloem bevat ook magnesium: deze voor hart en zenuwen zo zeer waardevolle bitter-aarde stilt alle kramp en geeft het hart moed.
Het valt de paardenbloemplukker onmiddellijk op hoe verschillende de bladeren gevormd kunnen zijn: soms met scherpe hoekige insnijdingen(de leeuwentanden), soms slechts flauwgolvend van omtrek. Dit ligt aan de standplaats en andere invloeden van de omgeving, waar de paardenbloem zich dadelijk naar richt.
Hoe meer licht-ether in de atmosfeer, hoe scherper ingesneden (driehoek), hoe meer vocht-ether, hoe vloeiender de bladrand. Men kan ook zijn keuze van bladeren bepalen naar eigen behoefte: wie het flitsende spirituele denken wil sterken, neme de hoekige bladeren; wie de sap stroming in zijn lichaam wil losmaken, de cellenbouw stimuleren en het instinct wekken, kiest de bladeren met zacht golvende rand.
De in de paardenbloem aanwezige saponine wekt de klieren op, in het bijzonder die van de slijmvliezen van de bronchiën, maag en darm en ook de zweetklieren. De saponine bevordert onder meer de opname van kalk en andere stoffen, waardoor de gehele stofwisseling in orde komt. De darmbeweging wordt gestimuleerd, waardoor verstopping opgeheven wordt. De spijsvertering wordt zo van begin tot eind gunstig beïnvloed. De bitterstof haalt de darm uit de kramp (via de sympathicus) en de choline doet hem levendiger samentrekken.
Zo worden ook de slappe venen, die de vlotte doorstroming van het veneuze bloed belemmeren door de bitterstof sterker, terwijl een krampachtige spanning van de venen door de choline wordt opgeheven.
Tenslotte bevat de paardenbloem ook nog inuline, een zetmeel dat in vruchtensuiker wordt omgezet en dus goed voedt.
De paardenbloem (blad en wortel) is dus tegen verscheidene groepen kwalen goed. Ze wekt leven in ziel en lichaam, sterkt, geeft moed. Ze regelt de stofwisseling, bevordert alle noodzakelijke afscheidingen en door stromingen, waardoor opgenomen stoffen ten volle verwerkt kunnen worden en het gestel ten goede komen, terwijl afval wordt opgeruimd.
De lever, die zetel van ons levensinstinct, wordt opgewekt, alle stuwingen, zwellingen en steenvorming worden opgeheven, de gal en de pancreas-producten vloeien vlot. Verder wordt al het overtollige vocht afgevoerd, het hart bevrijd en alle depôts van zuren en andere vergiften opgeruimd door nier- en darmwerkzaamheden: reumatiek, jicht, eczemen, verzweringen en vetdepôts verdwijnen. Men wordt slank. Scrofulose en verslijming worden opgeheven. Aambeien verdwijnen door vlottere bloedsomloop.
Vroeger at men in het voorjaar molsla: paardenbloembladen die bleek gebleven waren onder een molshoop. Men kan de groene (niet door honden bepiste planten.w.) evengoed eten, gemengd door kropsla en andere kruiden. Het bittere geeft de sla karakter.
Meer over de paardenbloem