zondag, mei 12, 2024

Kruidige verjaardag, vitale vrouwen en wildemanskruid

En we vinden eindelijk na zovele jaren weer eens wild wildemanskruid en dat op mijn tachtigste verjaardag en dat op mijn meest vertrouwde natuurrots. 

Mijn ouderwets floraboek zegt dat wildemanskruid handvormige, veerdelige bladeren heeft met een opvallende zijdeachtige beharing. Deze overblijvende, tere plant, die 20-40 cm hoog wordt, bloeit van maart tot mei. De bloem heeft purper gekleurde bloembladeren en veel meeldraden en stampers. Na de bloei draagt de plant opvallende pluizige vruchten en die pluisjes vinden we nu op onze hallucinogene rots. 

De officiele naam Pulsatilla is mogelijk afgeleid van het Latijnse pulsare, dat kloppen, stoten of slaan betekent. Dit zou verwijzen naar de behaarde aanhangsels van de vruchten, die voortdurend in beweging zijn. De zaden hebben een lang, veerachtig pluimpje. Al die pluimpjes bij elkaar doen denken aan een wild kapsel. Vandaar de naam wildemanskruid. 

Het giftige sap van de verse plant kan op de huid of de slijmvliezen ontstekingsreacties geven. Vroeger werd het gedroogde kruid gebruikt tegen ontstekingen van maag, darmen en geslachtsorganen. Het werd echter in het bijzonder bij depressies toegepast. Planten met hangende bloemen werden sinds de oudheid als effectief beschouwd voor patiënten ‘die het hoofd laten hangen’. Een vorm van signatuurleer dus.

Nu wordt wildemanskruid alleen nog sterk verdund homeopathisch voorgeschreven, o.a. bij depressies, premenstrueel syndroom, migraine, maag en darmklachten, gewrichtspijnen, reuma en jicht, het middel is vooral geschikt voor 'jonge, blonde vrouwen met blauwe ogen'. En ik als oude, grijze, vitale man ben nu gelukkig om hier op mijn rots met vele vitale vrouwen zeldzame plantjes te mogen ontmoeten.

Dodonaeus over wildemanskruid of keukenschel
De bladeren, stelen en bloemen van keukenschel die zeer scherp van smaak zijn worden voor heet en droog gehouden tot in de derde graad, doorsnijdend, dun makend, natrekkend, verterend, zuiver makend, ja bezerend en dooretend van krachten. Daarom zal men het niet binnen het lijf gebruiken.

Nuchtere adviezen voor de teelt van wildemanskruid
Koude kiemer. Zaaien in de herfst of stratificatie van de zaden in de koelkast gedurende 4 weken in de lente, dan uitplanten. Pulsatilla staat erom bekend niet graag te ontkiemen - zaden die niet zijn ontkiemd, kunnen in kweekpotten in de tuin worden gezet en kunnen het jaar erop in het volgende seizoen ontkiemen.


zaterdag, mei 04, 2024

Mijn filosofische overdenking over beleving van planten

Met elke plant in mijn leven heb ik en ook jullie allemaal, ooit eens op een of andere manier voor de eerste keer kennis gemaakt. Bij sommige planten, vooral dan als baby, was dat in de vorm van voedsel, bijvoorbeeld worteltjes in potjes, waarvan ik toen niet wist dat het ooit levende planten geweest waren. Bij andere planten was dat, vooral als kind, in de natuur, bos en veld, bijvoorbeeld de brandnetel, die tot mijn stomme verbazing, een duidelijk en prikkelend antwoord had op mijn aanraking. Bij een derde groep planten, als volwassen mens, was het dikwijls omdat ik er iets over las, dus op een rationele manier. Je zou kunnen zeggen dat ik in verschillende levensfases op verschillende manieren kennis gemaakt heb met planten: als baby oraal-instinctief, als kind emotioneel-belevend en als volwassene rationeel-afstandelijk. Volledige kennis kan misschien pas ontstaan als ik zowel de baby, het kind als de volwassene in mij op de planten loslaat. 

Is dat de reden waarom ik bij het lezen over een plant, direct de behoefte krijg om hem in levende lijve te zien, aan te raken, te proeven en soms te oogsten of te verwerken? Door deze behoefte om op vele manieren met een plant kennis te maken ontstaat een jarenlange relatie met planten, waardoor een verdieping, een ware kennis ontstaat. Een echte relatie dus, waardoor, net zoals bij mensenvrienden, de plant en ik mekaar volledig en zonder woorden kunnen begrijpen. Planten waarmee ik zo een relatie heb of aan het opbouwen ben zijn onder andere, ik heb enige schroom om hun namen te noemen, lavendel, smalle weegbree, paardenbloem, maar ook uitheemse bengels, gastarbeiders zoals monnikenpeper en  rozenwortel.

Ik leid als zodanig een veelzijdig dubbelleven in verschillende stadia met vele planten. Ik heb zelfs foto’s, zaadjes, blaadjes of bloemen van deze geliefden in mijn portefeuille of in mijn broekzak. En soms, ik durf het nauwelijks te bekennen, soms draag ik ze als een amulet op mijn hart. Misschien wel de ultieme manier om te genieten van mekaar.

vrijdag, mei 03, 2024

Mellie Uyldert over paardenbloem, een herinnering

Paardenbloem evenals de weegbree een van de actiefste, nuttigste, rijkste kruiden, is overal te vinden. In het voorjaar gebruikt men het verse blad. Dit bevat veel kali en werkt daardoor sterk op de vocht afvoer door de nieren, vandaar de Franse naam. Wie konijnen heeft weet, dat paardenstekken een waterbuik genezen. Van de wortel wordt soms een voortreffelijk koffiesurrogaat gebrand. De plant is dus goed tegen alle soorten waterzucht.

Verder bevat het blad kalk, mangaan (onrust en angstige voorgevoelens wijzen vaak op mangaan gebrek), natrium (ontzuurt) , zwavel (reinigt de huid, geeft glanzend haar), kiezelzuur(stimuleert de vorming van nieuw bindweefsel in geval van etterende ziekten).

Ook bevat het blad choline, dat een sterk opwekkende, toniserende werking heeft, het stimuleert het autonomen zenuwstelsel, de klieren en de gladde musculatuur. De speeksel-, slijm- en zweetklieren worden aangevuurd, er wordt meer gal afgescheiden en de pancreas wordt wakker geschud (dus een eerste kruid bij diabetes, dan vooral de wortel). De bloedvaten worden door choline verwijd, de bloeddruk verminderd en de pols vertraagd. Bij een trage bevalling met te zwakke weeën wekt choline de weeën op. Alle nerveuze spanning, die remmend werkt, wordt opgeheven, zodat alle levensfuncties weer rijkelijk en in opgewekte samenwerking hun gang gaan.

Mensen die voortdurend emotioneel geprikkeld worden, bijvoorbeeld door samenwoning, wier onuitgesproken ergernis tot een gewoonte-houding is ingevreten en wier levensfuncties door een tot sleur geworden ongelukkig-zijn geremd worden zodat zij hun voedsel niet meer kunnen verteren – vinden baat bij de paardenbloem. De choline wentelt hen om tot een positieve levenshouding.

De paardenbloem bevat ook magnesium: deze voor hart en zenuwen zo zeer waardevolle bitter-aarde stilt alle kramp en geeft het hart moed.

Het valt de paardenbloemplukker onmiddellijk op hoe verschillende de bladeren gevormd kunnen zijn: soms met scherpe hoekige insnijdingen(de leeuwentanden), soms slechts flauwgolvend van omtrek. Dit ligt aan de standplaats en andere invloeden van de omgeving, waar de paardenbloem zich dadelijk naar richt.

Hoe meer licht-ether in de atmosfeer, hoe scherper ingesneden (driehoek), hoe meer vocht-ether, hoe vloeiender de bladrand. Men kan ook zijn keuze van bladeren bepalen naar eigen behoefte: wie het flitsende spirituele denken wil sterken, neme de hoekige bladeren; wie de sap stroming in zijn lichaam wil losmaken, de cellenbouw stimuleren en het instinct wekken, kiest de bladeren met zacht golvende rand.

De in de paardenbloem aanwezige saponine wekt de klieren op, in het bijzonder die van de slijmvliezen van de bronchiën, maag en darm en ook de zweetklieren. De saponine bevordert onder meer de opname van kalk en andere stoffen, waardoor de gehele stofwisseling in orde komt. De darmbeweging wordt gestimuleerd, waardoor verstopping opgeheven wordt. De spijsvertering wordt zo van begin tot eind gunstig beïnvloed. De bitterstof haalt de darm uit de kramp (via de sympathicus) en de choline doet hem levendiger samentrekken.

Zo worden ook de slappe venen, die de vlotte doorstroming van het veneuze bloed belemmeren door de bitterstof sterker, terwijl een krampachtige spanning van de venen door de choline wordt opgeheven.

Tenslotte bevat de paardenbloem ook nog inuline, een zetmeel dat in vruchtensuiker wordt omgezet en dus goed voedt.

De paardenbloem (blad en wortel) is dus tegen verscheidene groepen kwalen goed. Ze wekt leven in ziel en lichaam, sterkt, geeft moed. Ze regelt de stofwisseling, bevordert alle noodzakelijke afscheidingen en door stromingen, waardoor opgenomen stoffen ten volle verwerkt kunnen worden en het gestel ten goede komen, terwijl afval wordt opgeruimd.

De lever, die zetel van ons levensinstinct, wordt opgewekt, alle stuwingen, zwellingen en steenvorming worden opgeheven, de gal en de pancreas-producten vloeien vlot. Verder wordt al het overtollige vocht afgevoerd, het hart bevrijd en alle depôts van zuren en andere vergiften opgeruimd door nier- en darmwerkzaamheden: reumatiek, jicht, eczemen, verzweringen en vetdepôts verdwijnen. Men wordt slank. Scrofulose en verslijming worden opgeheven. Aambeien verdwijnen door vlottere bloedsomloop.

Vroeger at men in het voorjaar molsla: paardenbloembladen die bleek gebleven waren onder een molshoop. Men kan de groene (niet door honden bepiste planten.w.) evengoed eten, gemengd door kropsla en andere kruiden. Het bittere geeft de sla karakter.

Meer over de paardenbloem 

woensdag, mei 01, 2024

Wild gezaaid!

Nog maar wat zaden uitstrooien in het hellingbos bij mijn woning in B. De bosmaaiers zijn de voorbije week woest langs geweest en dus is er plek om illegaal te zaaien. Floravervalsing noemen sommige van mijn natuurvrienden dat maar als de varkens en de vogels dat mogen, dan mag ik dat ook. En ik vervals de flora niet want het zijn mijn floravrienden die hier dit biotoop thuis horen. Geel vingerhoedskruid en wolfskers mag en wil ik wel wat helpen om zich hier thuis te voelen maar ze moeten wel op eigen houtje volwassen worden. Dus zaadoverschotjes gestrooid met gulle hand en met gevoel en verstand. 

Over geel vingerhoedskruid. in Wallonië een inheemse, niet al te zeldzame plant. Geel Vingerhoedskruid is er te vinden op licht beschaduwde tot zonnige plaatsen op kalkrijke grond langs bosranden, struwelen en in kapvlakten. De geslachtsnaam Digitalis betekent “vingerhoed” en is afgeleid van het Latijnse woord digitus dat “vinger” betekent en verwijst naar de bloemkroon die op een vingerhoed lijkt. De Nederlandse geslachtsnaam is een letterlijke vertaling van de wetenschappelijke naam. De soortnaam lutea betekent “geel” en verwijst naar de kleur van de bloemen. 

Over de wolfskers. In Europa staat ze in bossen en bosranden en dan vooral op verstoorde plaatsen, zoals tussen natuurlijk puin bij rotshellingen of na (gedeeltelijke) kap van het bos. In Nederland en België is zij vroeger wel gekweekt en daarom wordt ze, vooral op bouwterreinen in oudere steden, er ook verwilderd gevonden. Op het löss in het Nederlandse Zuid-Limburg komt zij indigeen voor. In België is ze alleen indigeen in het Zoniënwoud en Wallonië. In Wallonië is ze vrij zeldzaam en beperkt tot de kalkrijkere bossen.  Belladonna was al in de oudheid bekend in Mesopotamië. Dichter bij huis, in de 13e eeuw, raadde de heilige Hildegard het gebruik ervan aan als zalf tegen kiespijn. In haar geschriften, wordt de Belladonna plant "dolo" genoemd. Pas in de 16e eeuw werd ze Belladonna genoemd en duidelijk beschreven. Daarna verloor ze haar karakter van magische of toverplant en werd ze gezien als een geneeskrachtige plant, die in apothekerstuinen werd gekweekt.

Muguetjes op 1 mei

Kreeg jij ook lelietjes-van-dalen of meiklokjes op 1 mei?  En waar krijg je muguetjes en snuivertjes? Het witte meiklokje wordt op 1 mei uitgedeeld om het einde van de winter te vieren. Het brengt de ontvanger geluk voor het volgende jaar; daarom worden ze ook wel porte-bonheur ‘geluksbrenger’ genoemd. In Frankrijk is de traditie om meiklokjes te geven nog heel bekend. En ook in België zijn er heel wat mensen die op die eerste dag van mei meiklokjes uitdelen aan vrienden en geliefden, zowel echte als virtuele.

Franse traditie

De traditie zou ontstaan zijn nadat koning Charles IX op 1 mei 1561 een bosje lelietjes-van-dalen kreeg om hem geluk en voorspoed voor het komende jaar te wensen. Wie de bloemen schonk, weet men niet, maar de koning was er zo blij mee, dat hij daarna op 1 mei alle vrouwen aan zijn hof een boeket meiklokjes gaf. Nu worden meiklokjes vaak geassocieerd met de Dag van de Arbeid, een dag die 121 jaar geleden werd ingevoerd in de meeste landen van Europa.

Muguetjes

De meiklokjes heten in Vlaanderen vaak muguetjes, soms uitgesproken als mugeetjes. Muguet de mai is de Franse naam voor de bloem. De benaming muguet verwijst naar de sterke geur van de bloem. Het woord is afgeleid van muskus, de sterk riekende stof van mannelijke muskusdieren. Naast de vorm van de bloemen, de plaats waar je ze vindt of de periode waarin ze bloeien, kan dus ook de geur bepalend zijn voor de naamgeving.

Nog veel andere namen

De lijst met namen voor het meiklokje is lang. Hier en daar hoor je piepertjes, volgens Paque omdat de bloemen nauwelijks over hun bladeren heen kunnen piepen. In Antwerpen, in Zeeland en in de streek van Bergen-op-Zoom zegt men ook wel eens fiepertjes. Daarnaast bestaan ook perrebloemen, waarin perre volgens Debrabandere naar een afsluiting verwijst. Daarvan is perk afgeleid. Paque noemt ook nog de perkbloemetjes, die zo genoemd worden omdat ze altijd in groepen of perken groeien. In de Brabantse dialecten wordt het bloempje ook wel snuivertje of snuifbloemetje genoemd. Snuif is bekend in de volksgeneeskunde. De namen verwijzen naar de tot poeder gewreven, sterk geurende bloemetjes, die op cocaïneachtige manier gesnoven werden met eens een niesbui tot gevolg.

Vanwege de geneeskrachtige maar niet ongevaarlijke stoffen die het plantje bevat, was het in de volksgeneeskunst niet zo erg in trek. Dat de bloemen als ‘druppels’ aan de steekjes hangen, was volgens middeleeuwse opvatting een teken dat de plant gebruikt kon worden bij een beroerte of bij vallende ziekte. De plant moest voor zonsopgang, wanneer de dauw nog aanwezig was, geplukt worden. Men moest het geheel laten trekken in malvezij, een zoete wijn uit Napoli di Malvasia. Men kreeg dan het beroemde aqua apoplectict Hartmanni of, vrij vertaald, Hartmann’s beroertewater. P.A. Matthiolus (1501-77), noemt een dergelijk aftreksel aurea aqua: guldenwater of goudwater, vanwege de goede resultaten bij het gebruik ervan bij vele ziekten. De essence verkregen uit de bloemen bewaarde men zelfs in gouden en zilveren flesjes. Na een tijd uit de medische belangstelling te zijn geweest, neemt deze belangstelling de laatste tijd weer toe.

De beroemde arts Galenus (131-201) meende dat de hersenen een soort klieren waren: een mening die lang heeft standgehouden. In aansluiting daarop beweerde hij dat de afscheiding van deze klieren door de neus geschiedde. Daaruit heeft zich de opvatting ontwikkeld dat niespoeder of snuif bij hoofdpijn en dergelijke bezwaren een goed middel is om het hoofd weer helder te krijgen. Voor oostelijk Salland staat als volksnaam Kriewelbloem genoteerd, en het is niet onmogelijk dat deze benaming daarmede in verband staat.

Een oude Duitse volksnaam luidde Niesekraut. Een beroemde snuif was indertijd de Schneebergersnuif. Een oud recept voor niespoeder, voorkomende in een Engelse farmacopee uit de achttiende eeuw, luidde: neem gelijke delen:

  • Foliorum asarum
  • Foliorum betonice
  • Herba majoranae
  • Florus convallariae maialis.
Geneeskrachtig maar gevaarlijk
De plant bevat een twintigtal hartglycosiden, waarvan convallatoxine en convallatoxol de belangrijkste zijn. Deze stoffen hebben uitwerking op de hartspier en bloedsomploop, die vergelijkbaar is met deze van de hartglycosiden in gewoon vingerhoedskruid (Digitalis purpurea). Het onoordeelkundig medicinaal gebruik van het meiklokje of lelietje-van-dalen is gevaarlijk. De marge tussen gewenste effecten en toxische bijwerkingen is soms heel nauw. Anderzijds geven ongevallen met deze plant buiten de medicinale sfeer, maar heel zelden aanleiding tot gevaarlijke vergiftigingen, waarschijnlijk omdat slechts 10% van de hartglycosiden in het lichaam wordt opgenomen.

Zware vergiftigingen door accidentele inname worden zelden gerapporteerd. Blootstellingen worden alleen beschreven in de korte periode waarin het plantje bloeit. Na inname treedt vaak braken op wat de opname van giftige stoffen beperkt. Het Antigifcentrum ontvangt jaarlijks 40 tot 60 oproepen in verband met het meiklokje. Meestal gaat het om 2 tot 4-jarige kinderen die op een steeltje of blaadje knabbelen, een besje opeten of van het vaaswater drinken. Bij volwassenen gaat het meestal om de accidentele inname van vaaswater. 

Bij dieren
Vergiftigingen bij dieren zijn zeldzaam. Dieren vermijden de verse plant omwille van de geur. Nochtans werden bij twee katten ernstige vergiftigingen gerapporteerd. Bij een hond werd een vergiftiging met dodelijke afloop beschreven. Ook pluimvee dat gedroogde plantenresten in de voeding krijgt kan vergiftigd worden. Studies bij dieren hebben niet kunnen aantonen dat het drinken van vaaswater aanleiding geeft tot vergiftiging.

zondag, april 28, 2024

Over bomen en het boek van Ton Lemaire


‘Alleen al gelet op de vele boeken die erover verschijnen, bestaat er de laatste tijd een opmerkelijke belangstelling voor bomen’, luidt de eerste zin die Ton Lemaire schrijft in nóg een boek over bomen en bossen. Daarin wandelt de cultureel antropoloog en filosoof door de eeuwenoude geografische, botanische en vooral cultuurhistorische aspecten van bomen en bossen. Een rijk gebied, waarin Lemaire volop grasduint

Het resultaat is in zijn eigen woorden ‘één lange ode aan de boom en geboomte’, in wat ‘mogelijk het laatste’ boek van Lemaire (82) zal zijn. Zo staat hij uitgebreid stil bij de eeuwenoude traditie om bomen te eren uit religieuze overwegingen – alleen al in de omgeving van de Oise, dicht bij Parijs, werden in de 19de eeuw nog 253 olmen, eiken, beuken en linden vereerd met Mariabeeldjes. Niet zelden groeiden zulke bomen uit tot bedevaartsplaats voor gelovigen. Lemaire signaleert het ‘vandalisme van de missionarissen’ die zich over de hele wereld met overtuiging stortten op het ontheiligen van bomen die door lokale bevolkingsgroepen werden aanbeden. Bomen konden de aandacht voor de Heer alleen maar in de weg staan.

Helende krachten

In de schilderkunst spelen de boom en het landschap pas een prominentere rol sinds de Italiaanse Renaissance van de 15de eeuw, later gevolgd door schilders uit noordelijk Europa. Pas vier eeuwen later zou het genre ‘landschap’ genoeg hebben aan zichzelf, beschrijft Lemaire in een passage over ‘de emancipatie van het landschap’. Niet toevallig in min of meer gelijke tred met een gestaag afnemende rol van religie in de westerse cultuur, aldus Lemaire.

Lemaire lijkt zelf ook tot de hedendaagse gelovigen te horen. In elk geval gelooft hij in de helende krachten van bomen, ook al een cultuur die kan bogen op vele eeuwen. Met nauwelijks verholen instemming verwijst hij in zijn naschrift naar Japanse onderzoekers die tot de conclusie zijn gekomen dat bomen fytonciden afscheiden, die niet alleen de bomen beschermen tegen ontstekingen door microben, maar zelfs de mens zouden beschermen tegen de vorming van kankercellen. Een geregeld ‘bosbad’ kan wonderen verrichten.

Voor wie daar sceptisch over is en het ‘vage dweperij met de natuur’ noemt, verwijst Lemaire naar de houding van de conventionele medische wetenschap tegenover alternatieve geneeswijzen. ‘Pas wanneer iets in (bio-)chemische, natuurwetenschappelijke, empirische enzovoort termen kan worden verklaard, lijkt het gelegitimeerd te zijn’, schrijft hij in zijn epiloog.

Lemaire beklaagt zich over de snel verstenende wereld, waarin een almaar uitdijende groeiende bevolking haar enige contact met de natuur onderhoudt aan het beeldscherm (groot of klein), dat de werkelijkheid slechts projecteert, zonder dat de mens er nog werkelijk deel van uitmaakt of er welzijn aan ontleent. Zijn boek eindigt met een pleidooi voor een nauwere en vooral ook minder oppervlakkige connectie van de mens met de natuur in het algemeen en met bomen en bossen in het bijzonder. ‘Hoe kunnen we met een gerust gemoed een bosbad nemen terwijl we weten dat wereldwijd de bossen verdwijnen omdat ze worden gekapt?’

Ton Lemaire: Bomen en bossen – Bondgenoten voor een leefbare aarde.

vrijdag, april 19, 2024

In de Colebivallei


Voorbereiding van ons kruidig weekend en de bosbadopleiding van volgende week. Vanaf het haventje van Anseremme wandelen we langs de Maas richting oude groeve en de rotsen van Freyr naar de magische vallei van Colébi. Grijs weer en regen begeleiden ons en maken de wereld nog geheimzinniger. We dringen de vallei in, alsof we vreemdelingen zijn. Worden we aanvaard door de eeuwige inwoners, door de oude palmboompjes die helaas het loodje leggen onder de sluipende aanvallen van de buxusmot? Worden we voor even aanvaard door beuken, eiken en esdoorn? Worden we aanvaard door mijn bescheiden lievelingen, hondsdraf, paarbladig goudveil, speenkruid en het zeldzame christoffelkruid? Regen ruist en oude, ontwortelde bomen versperren ons de weg. Vriendelijke versperringen, die ons uitnodigen om een inspanning te leveren, om door te dringen tot het kloppend hart van dit levend organisme. Kruipen en klimmen. Eén worden met andere ademende wezens.
Le Colébi est l'un des ravins les plus connus et les plus remarquables de Wallonie. Situé en rive droite de la Meuse, au sud de Dinant, il constitue un véritable canyon qui entaille perpendiculairement le plateau du Condroz sur près de 600 mètres de longueur. Le site présente de multiples intérêts. Sur le plan géologique, on notera l'existence de cuves, ou 'marmites', qui ont été creusées au cours des âges par érosion tourbillonnaire, quand le ruisseau de Falmignoul empruntait encore le fond du ravin. Les biotopes y sont très variés et contrastés. Ainsi, sur le versant exposé au sud, on peut admirer, entre des fourrés de buis (Buxus sempervirens) et d'épineux, quelques pelouses calcicoles où poussent le rare orchis singe (Orchis simia), la globulaire (Globularia bisnagarica) et autres plantes peu banales. Le versant d'exposition nord est quand à lui occupé par une magnifique érablière de ravin riche en fougères comme la langue de cerf (Asplenium scolopendrium), très caractéristique de ce type de forêt.

dinsdag, april 16, 2024

Over hondstong en wild weer

Wild weer vandaag. Wind, woeste regenvlagen. Een goeie weer om zaden van mottenkruid en rasperige hondstong in mijn wilde boshelling los te laten. Alsof ik wilde wezens hun vrijheid terug geef.

Hondstong of Cynoglóssum komt van de Griekse woorden kuoon, kunos: hond, en glossa: tong. De naam Hondstong is ontstaan omdat de vorm van het blad en het ruwe oppervlak ervan aan de ruwe tong van een hond deden denken. De soortnaam officinale wil zeggen dat het kruid in de geneeskunde werd gebruikt en in de officina: werkplaats, hier apotheek, aanwezig was.
Opvallend is dat bijna alle volksnamen, ook in het buitenland, met de woorden hond of tong verbonden zijn. Zoals Hondetong, Hondskruid, Hondstongwortel en Hounetong. Ook in de oude kruidboeken treft men alleen deze naam aan. Reeds in de twaalfde eeuw komt men Huntzunge tegen en in een Oudduits glossarium van nog oudere datum komen we de plant tegen als Hundezunga.

Natuurlijk was een plant met een dergelijke naam goed bij hondenbeten, zo vertelde men elkaar. In de Oudheid was de plant bij artsen bekend als koortsstillend middel. Door afkoking, hetzij van de bladeren hetzij van de wortel, bereidde men een pijnstillende en rustig makende drank, die vooral geprezen werd bij borstkwalen en verbrandingen. Dit laatste gebruik vinden we reeds bij Dioscorides vermeld. De arts P. Nijlandt (1682) deelt mede dat het recept van de laatstgenoemde luidde: ‘Neemt het sap van dit geheele Kruyt, vermenght het met gesmolten Varckensreusel ende bestrijckt het daer mede.’ In deeg gebakken hielp het, meende men, tegen aambeien; ‘inwendige speenen,’ noemt Nijlandt ze. Hij geeft eveneens een recept voor dit euvel: ‘Neemt de wortel die onderde assche gebraden is, snijt hier van de gedaente van een set-pil, ende steeckse in ’t Fondament.’ De pillen om de pijn in de buik te verzachten waren eertijds in de apotheek te verkrijgen en waren daar bekend als Pilulae de cynoglossa. 

Vanwege de niet zo aangename geur gebruikte men de plant om ratten en muizen te verdrijven; dit gebeurde vooral in Duitsland. De namen Raddekraut en Raddefluch (Rattenvlucht) wijzen daarop. Dat dit geen verhaaltje blijkt te zijn, kunnen we opmaken uit het experiment dat twee biologen van de universiteit van Klausenburg verricht hebben. Ze legden in een terrarium voedsel neer, waar omheen een krans van hondstong aangebracht was. De in het terrarium gebrachte muizen en ratten raakten het voedsel niet aan en stierven. 

Herderstasje, bloedstelpend en goed voor de baarmoeder

Een onooglijker plantje dan het Herderstasje kunnen we ons nauwelijks voorstellen. Een schraal vuilgroen onkruid met aangevreten blad en minimale vuilwitte bloemetjes, groeiend langs slordige wegkanten en akkers. Veel werk maakt het niet van zijn uiterlijk, alles lijkt op overleven afgestemd en daar is het dan ook een meester in. Het groeit, bloeit en vermeerdert zich snel en doet dat ook het hele jaar door. Altijd vind je wel hartvormige zaadjes aan de plant, met wat fantasie het enige aantrekkelijke aan deze Capsella.

Aan de vorm van de zaadjes heeft het dan ook zijn Latijnse en zijn Nederlanse naam te danken. Deze zaadjes zouden op een beursje of tasje van een herder lijken. Dus bursa pastoris, een pastorale beurs, ook de Engelse benaming is Shephard’s purse. Het voordeel voor een herborist is, dat Herderstasje overal te vinden is en in alle seizoenen te plukken. Het nadeel dat het steeds op vervuilde en stoffige plaatsen groeit en dus wel erg verontreinigd is.

Het plantje heeft altijd een zeer grote reputatie gehad in de volksgeneeskunde, dit staat in schril contrast met de onderwaardering in het wetenschappelijk onderzoek. Toch zijn er in het verleden wel wat onderzoekjes verricht naar de samenstelling van Capsella. Zo heeft men polypeptiden in de plant gevonden, stoffen die vooral in dierlijke organismen voorkomen, en die, net zoals het hormoon oxytocine, een stimulerende werking uitoefenen op de baarmoeder van ratten.

Mogelijk werkzame stoffen
  • Aminen: acetylcholine, tyramine, choline, stoffen die het parasympatisch zenuwstelsel activeren
  • Looistoffen, die bloedstelpend zijn
  • Flavonoïden: luteolin-7-rutinoside, quercitin-3-rutinoside, diosmine, die versterkend op veneuze vaatstelsel werken
  • mosterdolieglycosiden zoals in oa koolzaad
  • mineralen, vooral veel kalium, wat diuretisch werkzaam is
  • Jonge bladeren bevatten vitamine A (5.000 IE/100 g) en ascorbinezuur (91 mg/100 g) (Khare, 2007).
  • Er zijn relatief grote hoeveelheden mineralen in Capsella gerapporteerd, het Na-gehalte is wel laag? (Guil-Guerrero et al., 1999). Uit analyse van kruidenaftreksels en tincturen bleek Capsella essentiële elementen als Ca, Cu, Cr, Fe, K, Mg, Mn, Na en Zn te bevatten, waarvan sommige in relatief hoge hoeveelheden (Ca, Cr, K en Na).
Medisch gebruik samengevat
baarmoeder / menstruatie
  • Metrorragie, baarmoederbloedingen, combineren met Vrouwenmantel en Duizendblad
  • Menstruatieklachten, vooral te sterke bloedingen
  • postpartumbloedingen
Cardiovasculair
  • Hoge en lage bloeddruk samen met bvb meidoorn als thee
Uitwendig (bloedstelpend, looistofplant)
  • Neusbloedingen vers sap of hele plant in neus stoppen
Wat de bloedstelpende werking betreft, zijn er altijd sterke verhalen verteld over Capsella. Zo zou het volstaan de plant in de hand te houden of aan de voeten te leggen om bloedingen te stoppen. Ja, zelfs er alleen maar naar kijken zou al werkzaam zijn. Deze vermeldingen vinden we al terug in de Hortus Sanitatus van 1485. Of de verstandige mensen van toen dat ook echt geloofden weet ik niet, maar het zal wel geholpen hebben om de toepassingen van zo een plant beter te onthouden. Een geheugensteuntje dus.

Een probleem bij het Herderstasje zijn de nogal wisselende resultaten die je verkrijgt, de ene keer helpt het snel en de andere keer helemaal niet. Deze nogal wisselende ervaringen met Herderstasje hebben waarschijnlijk te maken met het kwaliteitsverschil tussen de verschillende planten in de natuur en is mogelijk afhankelijk van de oogsttijd, de grondsoort en de aanwezigheid van een soort schimmel op de plant. Het best is dan ook de oogsttijd zoveel mogelijk te spreiden en planten te plukken die er fris en nog bloeiend bij staan.

Werkingsmechanisme

Dierstudies met een alcohol extract van Capsella bursa-pastoris toonden een breed scala van farmacologische eigenschappen aan. Naast een afname van de capillaire doorlaatbaarheid beschreven dierstudies een ontstekingsremmende werking bij (geprovoceerde) oedeemvorming en een versnelde weefselregeneratie bij zweren. Daarnaast blijkt uit dierstudies dat Capsella bursa-pastoris een bloeddrukverlagende werking heeft, de diurese bevordert en een mild dempende werking heeft op het centrale zenuwstelsel.
In vitro studies lieten zien dat herderstasje extracten stimulerend werken op divers glad spierweefsel. Vervolgonderzoek toonde aan dat deze activiteit door twee niet-geïdentificeerde alkaloïden ontstaat en niet door histamine of acetylcholine zoals onderzoekers aanvankelijk dachten.

Contra-indicaties

Langdurig of extreem hoog gebruik van de plant kan interfereren met bestaande medicatie voor hypo- of hypertensie, schildklier- of hartfunctiestoornissen. Gebruik tijdens zwangerschap en lactatieperiode moet ontraden worden. Capsella bursa-pastoris heeft een reputatie als abortivum, het kan bovendien de menstruatiecyclus beïnvloeden. Van tyramine is bekend dat dit de uteruscontracties kan stimuleren.

Bijwerkingen

Contact met het zaad van het herderstasje kan een brandend gevoel geven waarna de huid rood kleurt, ook kunnen blaasjes op de huid ontstaan. Bij extreem hoge inname van extracten door muizen traden toxische reacties op als sufheid, pupil vergroting, verlamming van ledematen, ademhalingsproblemen en dood door ademstilstand.

Herderstasje als voedsel
De mens gebruikt Herderstasje al minstens 8000 jaar als voedsel. Er zijn zaden teruggevonden van "Catal Huyuk" in Turkije (ca. 5950 v.Chr.) En uit de maag van de "Tollund Man" (ca. 500 v.Chr. - 400 n.Chr.).
De jonge bladeren, met hun peperige smaak, kunnen worden gebruikt in salades of worden gekookt als spinazie, liefst met spinazie. De blaadjes worden verzameld voordat de plant bloeit. Ze worden pittiger met de jaren. Inheemse Amerikaanse stammen gebruikten Shepherd's Purse als potherb of kookten het met vlees. De Apache en Mescalero maalden de zaden tot meel en maakten er brood van, of gebruikten de gemalen zaden gewoon als smaakmaker.
Arme mensen uit het oude China en Rusland aten de zaden als voedsel. De wortels werden als “gembervervanger” (vers of gedroogd) gebruikt. Ze hebben echter geen gembersmaak.

Gebruik als insecticide?
Herderstasje werd in China een ‘levensbeschermende plant’ genoemd omdat men dacht dat het muggen zou aantrekken en doden. De zaden (wanneer ze in water worden geplaatst) fungeren als een soort "vliegpapier" voor muggen. De plant (mosterdolieglycosiden) zou giftig zijn voor muggenlarven.  Een kilo Capsella-zaad zou 10 miljoen muggenlarven kunnen doden.

Wetenschappelijk onderzoek uit monografie 'Dodonaeus opleiding'
Voor verdere studie vermelden we hier wat oudere maar wel interessante wetenschappelijke onderzoeken die geraadpleegd kunnen worden op PubMed.
  • Cancer Res (1976 Jun) 36(6): 1900-3 Kuroda K Akao M Kanisawa M Miyaki K. Inhibitory effect of Capsella bursa-pastoris on hepatocarcino-genesis induced by 3-methyl-4-(dimethylamino) azobenzene in rats.
  • Farmatsiia (1976 Jul-Aug) 25 (4):66-7 Kuroda K Akao M. Effect of Capsella bursa-pastoris on liver catalase activity in rats fed3'-methyl-4-(dimethylamino) azobenzene.
  • Gann (1975 Aug) 66 (4):461-2 Kuroda K Akao M Kanisawa M Miyaki K. Inhibitory effect of Capsella bursa-pastoris extract on growth of Ehrlich solid tumor in mice.
  • Shephard's Purse Iurisson SM. Vitamin content in shepherd's purse (Capsella bursa pastoris (L.)Medic.)
  • Gann (1974 Aug) 65(4): 317-21 Kuroda K Kaku T. Pharmacological and chemical studies on the alcohol extract of Capsella bursa-pastoris.
  • Life Sci (1969 Feb 1) 8(3): 151-5 Kuroda K Takagi K. Physiologically active substance in Capsella bursa-pastoris.
  • Nature (1968 Nov 16) 220 (168): 707-8 Kuroda K Takagi K. Studies on capsella bursa pastoris. I. General pharmacology of ethanol extract of the herb.
  • Arch Int Pharmacodyn Ther (1969 Apr) 178 (2): 382-91 Kuroda K Takagi K. Studies on capsella bursa pastoris. II. Diuretic, anti-inflammatory &anti-ulcer action of the herb

donderdag, april 11, 2024

De geur van de lente

Witte bloesem van sleedoorn en zoete kers. Een nog frisse aprilwind die door het eerste groene beukenblad waait. De eerste bijen laven zich aan de voorjaarsbloeiers, vogelgezang klinkt in tuin en bos en in de lucht hangt onmiskenbaar iets dat prikkelt. Geur, gevoel en chemie!

Die typische lentegeur is een mix van een paar ingrediënten. In de eerste plaats ruiken we opnieuw de aarde, met dank aan geosmine, een organische verbinding geproduceerd door onder meer bacteriën die in de bodem en in rottend materiaal leven. Geosmine is ook onderdeel van het petrichor, de frisse en toch aardse geur die ontstaat wanneer regendruppels open spatten op een droge bodem. Wij mensen zijn er heel gevoelig voor. 

“De eerste bloesems, zoals die van wilg en sleedoorn, en nu ook in april die van de fruitbomen. Zeker die laatste wakkeren dat lentegevoel aan: er komt weer overdaad aan, na de donkere winter waarin het allemaal wat minder is. De lente en winter verschillen zintuigelijk enorm, van licht over geluid tot temperatuur. Onze neus wijst ons misschien wel op het markantste verschil.”

Elk seizoen zijn eigen geur?
Ja, al is de winter bijna geurloos door de koude. Hoe kouder, hoe minder geurmoleculen bewegen en hoe minder wij ze oppikken. De lucht is ook droger in de winter, en daar houden onze geurreceptoren, ingebed in een slijmlaagje, niet van. De zomer vind ik het intenst. De warmte doet parfum, een alcoholoplossing, sneller verdampen. Daardoor kan het zijn dat het parfum dat je het hele jaar draagt, ’s zomers zwaarder overkomt. Het herfstaroma is ook nog vrij zwaar – denk aan compost, afgevallen bladeren – maar door de toenemende koude weer wat subtieler. Lentegeur is dan weer een en al subtiliteit. Lentebloemen zoals meiklokjes of fruitbloesem zijn veel geraffineerder dan zomerbloeiers als jasmijn of oranjebloesem.

Petrichor

Petrichor is de geur die ontstaat wanneer regen op droge grond valt. Het woord komt uit het Oudgrieks: πέτρα (petra) betekent 'steen' en ἰχώρ (ichōr) is in de Griekse mythologie het bloed van de goden.
De term is in 1964 geïntroduceerd door twee onderzoekers, de Australische geochemici Isabel Joy Bear en Richard Grenfell Thomas.[1] In het tijdschrift Nature werd dit fenomeen voor het eerst beschreven. In dit artikel werd petrichor beschreven als moleculen van plant- of dierenresten die via de lucht terechtkomen op oppervlakten waar zich mineralen, zoals aarde of steen, bevinden. Zolang het droog is zitten de petrichor-moleculen gewoon in de grond, wanneer het regent zullen deze moleculen zich losmaken uit de grond en zal de typische geur vrijkomen.
De organische verbinding die geroken wordt is geosmine. Dit betekent letterlijk aard-geur. De formule van geosmine is: 1,10-trans-dimethyl-trans-(9)-decalol.
Sommige wetenschappers menen dat mensen van deze geur houden, omdat hun verre voorouders voor hun voortbestaan van regen afhankelijk waren.[2]

1. I.J. Bear - R.G. Thomas, Nature of argillaceous odour, in Nature 201 (1964), pp. 993–995. doi:10.1038/201993a0.
2.  E. Palermo, Why Does Rain Smell Good?, LiveScience.com (21/06/2013).

donderdag, april 04, 2024

Daslookmomenten

Daslook (Allium ursinum) is een familielid van ui en prei. Het wordt ook wel wilde knoflook of boslook genoemd. 
Uit de ondergrondse bol komt een 10-50 cm hoge stengel met elliptische, smal-lancetvormige bladeren tot 20 cm lang. De witte bloemen verschijnen in tuilen van april tot mei. Daslook is wijdverspreid in het grootste deel van Europa en Azië. Het wordt al sinds de middeleeuwen gekweekt als medicinale, kruiden- en groenteplant. Tegenwoordig kan hij volop in het wild worden aangetroffen, voornamelijk in vochtige, schaduwrijke en voedselrijke oever- en loofbossen.

Mythologische informatie over wilde knoflook
In het Nederlands is de naam dus look van de dassen. Als je de officiele Latijnse naam Allium ursinum naar het Nederlands vertaalt, wordt het look van de beren. Van zogenaamde ‘berenplanten’ wordt gezegd dat ze bij hun consumenten ‘berenkrachten’ kunnen opwekken. De naam wordt vaak geassocieerd met vruchtbaarheid, vernieuwing en revitalisering. Iedereen die in het voorjaar wel eens een uitgestrekte daslookweide in het bos heeft betreden, krijgt een indruk van de ongebreidelde kracht van deze machtige plant.

Het rijke spectrum aan effecten van wilde knoflook
In de volksgeneeskunde wordt daslook – vergelijkbaar met knoflook – gebruikt bij maag-darmklachten zoals obstipatie of winderigheid, maar ook tegen hoge bloeddruk en aderverkalking [1]. Uit dierproeven op ratten bleek dat de gezondheidsbevorderende effecten van daslook op het hart- en vaatstelsel zelfs superieur zijn aan die van knoflook (waar wel veel uitgebreider onderzoek naar is gedaan): de gemeten verlaging van de bloeddruk en de regulatie van de bloedsomloop. lipiden en bloedsuikerspiegel hebben een beschermend effect. Mogelijk dus werkzaam bij hypertensie, arteriosclerose en hartbeschermend [3]. De zwavelverbindingen die het bevat hebben antioxiderende en antimicrobiële effecten. Daarom gebruik ik het graag bij luchtweginfecties en om het immuunsysteem te versterken. Daslook helpt ook bij het binden en verwijderen van gifstoffen uit het lichaam en het bevorderen van een gezonde darmflora [4].

Let op: De gepresenteerde onderzoeksresultaten dienen niet als instructies voor zelfbehandeling met een preparaat gemaakt van de plant. Ze worden hier genoemd als voorbeelden om het mogelijke potentieel van de plant te laten zien. Verdere studies zijn noodzakelijk. Daslook is nog niet als medicinale plant beschreven in officiële medische monografieën zoals Commission E of ESCOP. 
Er zijn geen contra-indicaties bekend. Er kunnen echter maagirritatie of huiduitslag optreden als gevolg van het ontgiftend, zuiverend effect van daslook, vooral als het te veel wordt geconsumeerd of bij gevoelige mensen [3]. 

Zelf daslook verzamelen? De geur zegt veel.
Als je de daslookplant niet goed kent, ie er vergissing mogelijk met giftige planten zoals lelietje-van-dalen, herfsttijloos, aronskelk of Salomonszegel. Alle delen van de plant zijn eetbaar. Voor medische doeleinden worden bladeren / kruiden (Allii ursini folium / herba, verzameld in april en mei) en bollen (Allii ursini bulbus, verzameld in september en oktober) gebruikt.  

Wat zit er in dasflook? 
  • Zwavelverbindingen (mosterdolieglycosiden) zoals alliine en allicine: wilde knoflook heeft een hoger gehalte aan zwavelactieve stoffen dan knoflook (tot 7,8 g vergeleken met 1,7 g per 100 g droge stof). Mosterdolieglycosiden hebben een sterk ontgiftende en stimulerende werking op het immuunsysteem.
  • Flavonoïden: antioxidante plantenpigmenten
  • Vitaminen B6 en C
  • Mineralen: vooral ijzer, magnesium, mangaan, kalium en calcium
  • Prostaglandinen: ontstekingsmediatoren
  • Lectines: potentieel kiemremmend
  • Adenosine: bloeddrukverlagend effect
Helaas gaan de zwavelhoudende ingrediënten gedeeltelijk verloren als ze worden gedroogd. Daarom wil ik je hieronder twee goede opties laten zien hoe je het hele jaar door van daslook kan genieten. 













Recept voor daslookpesto
In het voorjaar maakt wilde knoflook de geest wakker en is een van de klassiekers voor de traditionele lentekuur. Daslookpesto maak je bijvoorbeeld als volgt:

Basis:
  • 250 g verse wilde knoflookblaadjes
  • 200 ml olijfolie
  • zout en peper
Het basismengsel kan verfijnd worden door:
  • 150 g Pecorino of Parmezaanse kaas
  • 100 g pijnboompitten, pompoenpitten, zonnebloempitten of hazelnoten
Bereiding: Alle ingrediënten worden zorgvuldig gehakt en in een blender gemengd totdat het mengsel een uniforme consistentie heeft. Vul nu de pesto in gesteriliseerde potten. Voeg als laatste een laagje olijfolie toe om de pesto te bewaren en de pot luchtdicht af te sluiten. Als je hygiënisch hebt gewerkt, is de pesto, mits donker en koel bewaard, wel maanden houdbaar. Hoe meer verfijningen zoals noten of kaas worden toegevoegd, hoe korter de houdbaarheid. De pesto is geschikt voor pasta, in sauzen of met roomkaas op brood.

Moedertinctuur van daslook voor thuisgebruik
Als je daslook aan je medicijnkastje wilt toevoegen, raad ik aan een moedertinctuur van wilde knoflook te gebruiken:
Een donkere glazen fles losjes gevuld met fijn gemaakte bladeren, stengels en zelfs bloemen van daslook. Giet er vervolgens wodka of alcohol met ca. 40 volumeprocent bij tot het plantmateriaal bedekt is. Het geheel laat u 3 weken in het donker staan, wel één keer per dag schudden. Vervolgens zeef  en pers je alles en bewaar je de moedertinctuur in een donkere fles op een koele plaats.
Indien nodig (om het immuunsysteem te versterken, de spijsvertering te stimuleren ...) dagelijks 2 koffielepeltje puur of met een beetje water innemen. Voor een voorjaarskuur en ontgifting kun je op deze manier wilde knoflook maximaal 6 weken achter elkaar innemen.

Literatuur 
Geschiedenis van daslook
Er is goed bewijs voor het gebruik van daslook door Mesolithische mensen.  Verkoolde bollen van A. ursinum werden geïdentificeerd in de laat-mesolithische nederzetting in Halsskov in Denemarken (Kubiak-Martens 2002).  Men gaat er vanuit dat daslook een van de planten was die bijdroeg aan het dieet van jager-verzamelaars.  Allium ursinum was bekend bij de vroege Kelten en de oude Romeinen.  De Griekse arts Dioscorides noemde vier soorten uien, waaronder A. ursinum, en schreef ook een ontgiftende werking aan de plant toe (Meyer et al. 1999; Richter 1999).  Ramson / daslook was ook in de Middeleeuwen goed bekend;  het behoort tot de groep planten die vaak worden aangetroffen op middeleeuwse West-Slavische archeologische vindplaatsen (Celka 2011).  Karel de Grote nam A. ursinum op in zijn Capitulare de Villis imperialibis, waar hij formeel planten catalogiseerde, vooral die met geneeskrachtige eigenschappen, en documenteerde hoe de tuinen moesten worden gepland en verzorgd (Clickner 2011).  Hieronymus Bock verstrekte tekeningen van de plant in zijn Kreutterbuch, Lonicerus oordeelde dat wilde knoflook superieur was aan gewone knoflook (Richter 1999; Błażewicz-Woźniak et al. 2011; Strzelecka en Kowalski 2000; Madaus 1938).

In de Europese traditionele geneeskunde wordt daslook over het algemeen aanbevolen als spijsverteringsstimulans, als anti-microbieel middel, voor het verwijderen van gifstoffen uit het lichaam en om hart- en vaatziekten te voorkomen (Treben 1992; Macků en Krejča 1989; Leporatti en Ivancheva 2003).  Het werd verder vaak toegepast als middel bij ademhalingsproblemen, zoals verkoudheid met koorts of bronchitis.  A. ursinum is bij uitwendig gebruik effectief gebleken ter ondersteuning van wondgenezing, bij chronische huidaandoeningen en bij acne.

woensdag, april 03, 2024

Lemniscaat in de oude groeve.Geluk zit in een klein wormpje en in een bijzonder vormpje.

Hazelworm / Anguis fragilis

En in de oude steengroeve kom ik veel planten maar ook een hazelworm tegen en dat in lemniscaatvorm.

Wist je dat de hazelworm .. in het geval van een aanval een autotomie of zelf-amputatie kan uitvoeren? Net als andere hagedissen kan hij een deel van zijn staart afwerpen. Zijn staart terug laten groeien, kost echter veel energie en bovendien zal die nooit meer hetzelfde zijn. Zijn Latijnse naam Anguis fragilis betekent dan ook ‘breekbare slang’? En... zijn gevorkte tong werkt een beetje als een neus, hij vangt zo de feromonen van zijn soortgenoten op? Een bijzonder beestje dus. En als ik deze 'edelworm' dan ook nog in de vorm van een lemniscaat tegen kom, ben ik weer eens voor even gelukkig. Geluk zit in een klein wormpje en in een bijzonder vormpje.

Hazelworm in lemniscaatvorm. 
Een van de mooiste symbolen is het lemniscaat. De liggende acht. Het symbool voor oneindigheid. Naast de wiskundige betekenis, heeft het lemniscaat een veel diepere betekenis. Het heeft namelijk te maken met energie, met doorstroming, met kracht.
Groeien in zichtbaarheid maakt dezelfde beweging als het lemniscaat. Van voorgrond naar achtergrond. Van binnen naar buiten. Altijd in beweging. Het ene moment werk je aan de binnenkant, het andere moment aan de buitenkant, de vorm. Die wisselwerking geeft energie en kracht waardoor je groeit in zichtbaarheid.

De lemniscaat heeft een rijke en fascinerende geschiedenis. Het symbool verscheen al in de oudheid en is in verschillende culturen en tijdperken opgedoken. In de oude Egyptische cultuur stond de lemniscaat bekend als de ‘Ouroboros’, een afbeelding van een slang die zijn eigen staart opeet, en stond symbool voor de eeuwige cyclus van vernieuwing en wedergeboorte.
Het woord ‘lemniscate’ zelf is afgeleid van het Latijnse ‘lemniscatus’, wat ‘met linten versierd’ betekent. De wiskundige John Wallis introduceerde het symbool in de 17e eeuw als wiskundig symbool voor ‘oneindigheid’. Zijn keuze voor de liggende acht was niet willekeurig: het symbool betekent in feite ’tweeledigheid’, een perfecte illustratie van de dualiteit van oneindigheid.
In de eeuwen daarna heeft de lemniscaat verschillende verschijningsvormen aangenomen, in de wiskunde, de kunst, de spiritualiteit en zelfs in de popcultuur. Hoewel de precieze betekenis kan variëren, draagt het symbool over het algemeen een boodschap van oneindigheid, dualiteit, en de constante stroom van het leven. En dat maakt het tot een symbool dat net zo relevant en krachtig is vandaag als duizenden jaren geleden.

maandag, maart 18, 2024

PMS, vetzuren en teunisbloemolie

En omdat we tijdens het volgend weekend de kruiden voor het hormonaal systeem bespreken en ik me toch ook wat wil voorbereiden. Hier wat info over de teunisbloem of Oenothera biennis. In de zomermaanden zie je ze niet alleen op natuurlijke groeiplaatsen, maar ook in de bermen en taluds van autowegen en braakliggende terreinen. De tamelijk hoge plant met forse stengels en grote opvallende goud- tot oranjegele bloemen is meestal de Middelste teunisbloem, Oenothera biennis, een van de drie teunisbloemen die we in onze flora vinden. Met een beetje geluk kun je in de late namiddag zien hoe de bloemen zich openen. Dat doen ze namelijk nogal snel.
In de kruidengeneeskunde wordt vooral de vette olie uit het zaad gebruikt onder andere bij hormonale menstruatieklachten en PMS.

Het premenstruele syndroom PMS kenmerkt zich door aan de menstruatiecyclus verbonden klachten. Deze klachten manifesteren zich in de tweede helft van de cyclus en verdwijnen enkele dagen na het inzetten van de menstruatie.

Klachten als stemmingswisselingen, vochtophoping, pijnlijke borsten, hoofdpijn en eetbuien worden mogelijk veroorzaakt door een verhoogde gevoeligheid op normale hormonale schommelingen van de cyclus. Receptoren voor oestrogeen en progesteron bij PMS hebben een verhoogde gevoeligheid om zich te binden aan deze hormonen, waardoor hun effect in grote mate versterkt wordt. Ontregeling in de hypothalamus- hypofyse- ovariele as leidt tot verstoring tussen progesteron en oestrogeen. Dit zou samen met gebreken in het vetzuurmetabolisme PMS klachten verklaren.

Een mogelijk ander mechanisme van betekenis bij PMS zijn neuro-endocriene verbanden; het is vooral het beta-endorfine (behorend tot de endogene opiaatpeptiden) dat in verband gebracht wordt met premenstruele klachten. Het beta-endorfine is een neurotransmitter, werkzaam bij het vrijkomen van hypofysehormonen.

Een ander neuro-endocrien verband: door daling van oestrogeen vlak voor de menstruatie en rond de eisprong wordt minder serotonine aangemaakt, wat stemmingswisselingen kan geven. PMS klachten kunnen het gevolg zijn van veranderingen in neurotransmitters zoals serotonine en beta-endorfine. Lage oestrogeen spiegels of een verminderde gevoeligheid van oestrogeen veroorzaken PMS klachten
 
Teunisbloem
Teunisbloemolie lijkt de overgevoeligheid van de vrouw met PMS voor hormonale schommelingen in de cyclus te kunnen verminderen door gebreken in het vetzuurmetabolisme te herstellen. Teunisbloemolie bevat het essentieel omega-6 -vetzuur gammalinoleenzuur, die een precursor is van hormoonregulatoren (prostaglandines). Teunisbloemolie verlaagt de gevoeligheid van receptoren voor oestrogeen en progesteron direct door het gammalinoleenzuur en indirect via de synthese van prostaglandines. Hormonen binden zich door gebruik van teunisbloemolie minder makkelijk aan receptoren waardoor hun signaal wordt verzwakt: de gevoeligheid van de vrouw voor hormonale schommelingen wordt minder. Hierdoor nemen aan de menstruatie gerelateerde klachten af.

Teunisbloemolie is de eerste keuze bij menstruatieklachten en mastalgie, zowel aan de cyclus verbonden als niet aan de cyclus verbonden. De therapeutische dosering is drie tot vier gram per dag (totaal van 240-300 mg gammalinoleenzuur) gedurende de gehele cyclus. Het kan vier tot zes maanden duren voordat de gunstige effecten van teunisbloemolie goed werkzaam worden.

Andere voedingstoffen die het vetzuurmetabolisme gunstig beïnvloeden zijn vitamine E, zink, vitamine B6, OPC. Voeding die de omega-6  vetzuuromzetting negatief beïnvloedt is verzadigd vet, teveel linolzuur, alcohol en suiker. 

Bronnen en referenties
Horrobin, D.F., Omega-6 essential fatty acids; pathophysiology and roles in clinical medicine. 1990, Kentville: Wiley-Liss. 569.
Gateley, C.A., et al., Drug treatments for mastalgia: 17 years experience in the Cardiff Mastalgia Clinic. J R Soc Med, 1992. 85(1): p. 12-5.
Kleijnen, J., Evening primrose oil. Bmj, 1994. 309(6958): p. 824-5.


dinsdag, maart 12, 2024

Tongvarens

Tongvarens zijn zeldzaam maar in de schaduwrijke steile hellingen van de Maasvallei zijn die glimmende, goed herkenbare varens ook in de winter volop aanwezig.  De bladeren herinnerden de mensen uit de oudheid aan de tong van een hert.  Deze geneeskrachtige varen wordt al eeuwenlang gebruikt.  Tongvaren bevat tannines, slijm en andere ingrediënten die samen een slijmoplossend, hoeststillend, ontstekingsremmend, pijnstillend en zenuwversterkend effect hebben.  De plant is een lang gebruikt middel tegen hoest en bronchiale catarre.  Tongvaren heeft ook een versterkende werking op de lever en de milt.  Hildegard von Bingen raadt aan een elixer te bereiden, dat problemen in het maag-darmgebied, de lever en de milt verlicht.  Volgens Hildegard wordt de tongvaren op hete stenen tot poeder gedroogd.  Ze raadt dit poeder aan bij allerlei soorten pijn. Een mespuntje poeder zou een eerste hulpmiddel bij plotselinge aanvallen van zwakte zijn.  

Het wordt ook wel Hertstong of, in het Duits, Hirszunge genoemd. Dit vanwege de vorm van het blad dat op de lange smalle tong van een hert lijkt. Asplenium komt van het Griekse woord ‘splen’, wat milt betekent. Vroeger werd de Tongvaren gebruikt als middel tegen ontstekingen van de milt maar ook van de lever. Een thee van de bladeren werd gebruikt als middel tegen diarree en dysenterie. Ook werden de gekneusde bladeren gebruikt bij de behandeling van brandwonden.

De Griekse arts Dioscorides schreef in zijn De Materia Medica: "Dit kruid met wijn gedronken geneest de beten van de slangen en in azijn gekookt en veertig dagen achtereen gedronken maken ze de milt klein als zij te zeer gezwollen is, ja nemen ze geheel wegen vermorzelen zelf, zoals vele schrijven, de steen in de blaas."

Wetenschappelijk onderzoek
A. scolopendrium has been used for the treatment of wounds, bleeding, myalgia, lung, liver and spleen diseases, inflammation of gums, urogenital system disorders, and as a mild laxative, diuretic, astringent, diaphoretic and tonic.

The present study demonstrates selective anticancer potential of three Asplenium species, among which A. ceterach showed the most potent activity. The reported results bring new information on the mechanism of anticancer activity induced by treatment with extracts from A. ceterach, A. trichomanes and A. scolopendrium. The inhibiting effect against the cervical cancer cell line HeLa following exposition to A. ceterach extract was associated with increased SOD activity and a proapoptotic mechanism. Treatment with A. trichomanes extract also resulted in increased SOD activity, but the effect was milder compared to the sample from A. ceterach. Instead of a proapoptotic effect, A. trichomanes and A. scolopendrium samples induced necrosis in HeLa cell populations, indicating a different mechanism of anticancer activity. Further research on these extracts, especially the one from A. ceterach, could identify new compounds with anticancer and antibacterial activities. Thus, this fern species could represent a source of bioactive substances for production of more effective pharmaceutical products for treatment of cancer and infectious diseases.


Kruidenkussens. Ergens goed voor? Het kussen van kruiden.

Vroeger, wel lang geleden zoal in de sprookjes, was het heel gebruikelijk om kruiden direct in bed te leggen en erop te slapen om van de effecten ervan te profiteren. De zogenaamde “walstrokruiden” hadden verschillende taken: soms moesten ze de geliefde verleiden en de zintuigen wakker maken, soms moesten ze vrouwen ondersteunen tijdens de bevalling, en soms moesten ze de kinderen kalmeren en slaap opwekken.


Maar waarom werkt een kruidenkussen eigenlijk?

Washandje als kruidenkussen. Melisse en Hop.
Het zijn de essentiële oliën van de gedroogde kruiden die hier hun werking hebben. Zodra je je hoofd op het kussen legt, brokkelen de kruiden in de kussensloop af en komen de etherische oliën vrij en worden ze ingeademd. Het reukvermogen is nauw verbonden met het limbisch systeem in de hersenen, dat verantwoordelijk is voor emoties, stemmingen en geheugen. Door het inademen van aangename geuren die vrijkomen door de essentiële oliën kan het limbisch systeem worden gestimuleerd en kan een ontspannend of kalmerend effect worden bereikt.
Bij inademing komen de essentiële oliën ook via de luchtwegen en de longen in de bloedbaan en daarmee in het hele lichaam. Van sommige essentiële oliën is aangetoond dat ze ontspannende of kalmerende eigenschappen hebben die positieve effecten op het lichaam hebben.


Welke kruiden passen het best in een kalmerend kruidenkussen?

De volgende kruiden zijn bijzonder geschikt voor een kruidenkussen omdat ze kalmerende eigenschappen hebben en bekend staan ​​om hun ontspannende werking.

Lavendel ( Lavandula angustifolia )
Lavendel is waarschijnlijk een van de bekendste kruiden voor ontspanning en slaap. De droogbloemen worden gebruikt voor het kruidenkussen. De essentiële olie en aangename geur kunnen een kalmerend effect hebben en stress helpen verminderen. Commissie E, het HMPC en ESCOP bevestigen ook het effect ervan en bevelen lavendel aan bij toestanden van rusteloosheid of opwinding, evenals bij moeilijk inslapen.

Echte kamille ( Matricaria recutita )
Kamille wordt ook vaak gebruikt vanwege de kalmerende en slaapverwekkende effecten. Essentiële olie en geur kunnen ontspanning veroorzaken en een vredige slaap bevorderen. De gedroogde bloemhoofdjes worden gebruikt voor het kruidenkussen. ESCOP schrijft kamille toe aan een mild krampstillend effect.

Citroenmelisse ( Melissa officinalis )
Melissa, ook wel citroenmelisse genoemd, heeft een aangename citrusgeur. Het wordt traditioneel gebruikt om de zenuwen te kalmeren en stress te verlichten. De gedroogde bladeren worden gebruikt voor het kruidenkussen. Commissie E beveelt citroenmelisse aan voor zenuwgerelateerde problemen bij het in slaap vallen, ESCOP voor spanning, rusteloosheid en prikkelbaarheid, en het HMPC heeft citroenmelissebladeren geclassificeerd als een traditioneel kruidengeneesmiddel en beveelt ze aan om milde stresssymptomen te verbeteren en als slaapmiddel.

Hop ( Humulus lupulus)
Hop heeft een licht bittere, maar op een bepaalde manier bedwelmende geur. Als medicinale plant wordt hij vaak gebruikt in combinatie met andere kruiden om een ​​kalmerende, slaapbevorderende werking te bereiken. De gedroogde hopbellen worden gebruikt voor het kruidenkussen. Het HMPC heeft hop geclassificeerd als een traditioneel kruidengeneesmiddel en heeft de slaapbevorderende effecten ervan erkend. ESCOP en Commissie E bevelen ook hop aan tegen nervositeit, rusteloosheid en slaapstoornissen.

Roos ( Rosa gallica ea )
Geurige rozen hebben een zachte, bloemige en kalmerende geur. Ze kunnen helpen bij het bevorderen van ontspanning, een rustigere slaap en een groter welzijn, waarvoor ze ook bekend staan ​​in de volksgeneeskunde en de aromatherapie. De gedroogde bloemblaadjes worden gebruikt voor het kruidenkussen.

Linde ( Tilia sp.)
De lindebloesem heeft een zoete geur. De gedroogde bloesem worden gebruikt voor het kruidenkussen. Lindebloesem heeft naast zijn werking op de luchtwegen, vooral ook een ​​kalmerende en ontspannende werking heeft. De ESCOP en het HMPC bevestigen het gebruik van lindebloesem voor rusteloosheid en om milde stresssymptomen te verlichten.

Bedstro (Galium odoratum) of andere walstro-soorten
Het bedstro heeft zijn naam niet gestolen. De planten uit de walstrofamilie ontwikkelen een zoete cumarinegeur na het drogen. Volgens een legende zou een moeder, bezorgd over haar huilbaby, wanhopig over de velden hebben gedwaald tot ze bedstro tegenkwam. Ze plukte de bloemen, stopte die in het matrasje van de baby waarop het kind als een roosje in slaap viel.


Hoe maak je een kruidenkussen?

De keuze van kruiden kan het best gebaseerd zijn op persoonlijke voorkeur. Je kunt de geneeskrachtige planten afzonderlijk gebruiken of een mengsel van verschillende kruiden gebruiken om de gewenste geur en werking te bereiken. Hier heb ik de basisinstructies samengesteld die je kunt gebruiken om je eigen kruidenkussen te maken:

Materialen
  • Gedroogde kruiden met kalmerende werking. Je kunt één plant gebruiken of een mengsel van verschillende kruiden.
  • Stof, kussen zakje of washandje gemaakt van natuurlijke materialen zoals katoen of linnen.
  • Beschermhoes of een kussenhoes die eventueel gewassen kan worden. Het is belangrijk dat u ervoor zorgt dat u een tweede kussenhoes van de juiste maat heeft, die u als beschermhoes kunt gebruiken.
  • Extra geur met etherische olie vooral lavendel is zeer geschikt, wel voorzichtig zijn (irritatie, allergie)
Kruiden bereiden
Zorg ervoor dat de kruiden die u kiest volledig droog zijn om schimmel te voorkomen. Verwijder eventuele stengels of harde delen.
Vul het kussen met de gedroogde kruiden. Zorg ervoor dat het niet te strak of te los gevuld is. Bedek het kruidenkussen met de beschermhoes of stop het kruidenkussen in of onder je hoofdkussen.
Vermijd vochtige omgevingen, omdat vocht schimmel bevordert en dan wordt de kwaliteit van de kruiden aangetast en kan het kruidenkussen niet meer worden gebruikt. Het weinige vocht dat normaal gesproken ontstaat door lichaamswarmte is echter geen probleem. Door het kussen af ​​en toe zachtjes te schudden, wordt de geur opgefrist en blijven de essentiële oliën werkzaam. Het kruidenkussen zelf kan niet worden gewassen. 
Na verloop van tijd verdampen de essentiële oliën en neemt de geurintensiteit van de kruiden af. Wanneer dit gebeurt, hangt af van de kwaliteit van de kruiden, maar ook van hoe intensief het kussen wordt gebruikt. Persoonlijk vervang ik het om de 2 maanden.

Mensen met een allergie voor één van de gebruikte planten mogen deze niet gebruiken voor het kruidenkussen. Als het kruidenkussen vochtig is door hevig zweten, zorg er dan voor dat je het grondig droogt voordat je het opnieuw gebruikt. Controleer het kruidenkussen regelmatig op mogelijke schimmelgroei! Mogelijke schimmelgroei herken je bijvoorbeeld aan de wisselende geur van het kussen. 

Kruidenkussens. Ergens goed voor. Rustgevend, kalmerend en een mooi ritueel. Het kussen van kruiden.

Literatuur



maandag, maart 11, 2024

Goudsbloemzalf

Er zijn veel goede redenen waarom het de moeite waard is om je eigen zalf van goudsbloemen te maken.
Enerzijds weet je, als je de zalf zelf hebt gemaakt, precies welke ingrediënten erin zitten en kun je dus synthetische of onnodige stoffen uitsluiten.
Zelfgemaakte zalven zijn ook een prima manier om je huid op een natuurlijke en gezonde manier te verzorgen, zonder dat je je toevlucht hoeft te nemen tot dure producten uit winkel of apotheek. Door de zalf zelf te maken, kun je bovendien geld besparen en je huid op een natuurlijke manier verzorgen.
En misschien is olie of zalf maken een therapie op zich! Een ritueel. Het is ontspannend. Het is ook een fijne manier om bewust de tijd te nemen voor jezelf en je eigen gezondheid.

Het effect van goudsbloem
Goudsbloem ( Calendula officinalis ) is een van de bekendste geneeskrachtige planten in de natuurgeneeskunde. Het wordt al eeuwenlang gewaardeerd om zijn effectieve eigenschappen. Goudsbloembloemen bevatten tal van actieve ingrediënten die een positief effect hebben op de huid.
De belangrijkste actieve ingrediënten die uit het olie-extract kunnen worden gewonnen zijn de etherische olie, de triterpeenalcoholen en de carotenoïden [1]. Deze laatste zijn verantwoordelijk voor de kleur van de bloemen.
De ontstekingsremmende, antibacteriële en antioxiderende eigenschappen van deze ingrediënten maken calendula-olie (en de zalf) tot een ideaal huismiddeltje voor de huid [1]. Ook zou de zalf huidveroudering tegen kunnen gaan.

Wat zeggen Commissie E, ESCOP en HMPC over goudsbloem?
De goudsbloembloemen zijn beoordeeld door Commissie E, ESCOP en HMPC en worden aanbevolen voor uitwendig gebruik bij ontstekingsveranderingen in de slijmvliezen van mond en keel, evenals bij slecht genezende wonden.

Hoe calendulazalf op de juiste manier te bereiden: stapsgewijze instructies
Het is heel gemakkelijk om zelf goudsbloemzalf te maken en profiteer van de vele positieve eigenschappen van de geneeskrachtige plant. Met de volgende stap-voor-stap instructies kunt u uw eigen goudsbloemzalf bereiden.

Ingrediënten
  • 100 ml biologische olijfolie
  • 2 theelepels gedroogde goudsbloembloemen (van de apotheek of natuurvoedingswinkel)
  • 12 g bijenwas van hoge kwaliteit
materiaal
  • een pot en een glas dat in de pot past (voor een waterbad)
  • een zeef om te filteren
  • een houten of glazen stokje om te roeren
  • een leeg, gesteriliseerd zalfpotje
  • Etiket en pen om te schrijven
voorbereiding
  • Stap 1: Doe de goudsbloembloemen en de biologische olijfolie in een glas en plaats dit in een waterbad op laag vuur. Zorg ervoor dat alle bloemen bedekt zijn met olie. Roer indien nodig met het houten of glazen staafje. 
  • Stap 2: Laat de bloemen 1 uur weken in warme olie. Zorg ervoor dat het glas niet rammelt of danst in de pot, anders wordt de watertemperatuur te hoog.
  • Stap 3 : Zet na 1 uur het vuur uit. Je kunt de bloemen een nacht in de olie laten trekken. Bedek het glas hiervoor met wat keukenrol of een stuk stof.
  • Stap 4: Doe de volgende ochtend de olie in de zeef en knijp de bloemblaadjes goed uit. Ik gebruik een kleine lepel om de bloemen in de theezeef te drukken.
  • Stap 5: Doe de gefilterde olie terug in het glas, plaats het terug in het waterbad en voeg 10 -12 g hoogwaardige bijenwas toe. Meer was maakt de zalf vaster.
  • Stap 6: Smelt de bijenwas in de olie. Door steeds opnieuw te roeren, kun je dit proces een beetje versnellen.
  • Stap 7 : Zodra de was is gesmolten, kunt u uw vloeibare zalf in het schone, gesteriliseerde zalfpotje gieten. Laat de zalf volledig afkoelen voordat u het deksel erop draait.
  • Stap 8: Etiketteer het ten slotte en je goudsbloemzalf is klaar!

Het belang van bijenwas in calendulazalf
Bijenwas is een belangrijk bestanddeel in goudsbloemzalf en heeft tal van positieve eigenschappen voor de huid. Enerzijds zorgt het ervoor dat de zalf een stevige consistentie heeft en anderzijds versterkt de was de barrièrefunctie van de huid. Hierdoor wordt het binnendringen van vuil, bacteriën en andere ongewenste stoffen voorkomen.
Daarnaast verbetert bijenwas de celregeneratie, heeft het een antibiotische werking en verbetert het de elasticiteit van de huid, waardoor de huid zachter en soepeler wordt.

Gebruik voor goudsbloemzalf
De ontstekingsremmende en wondhelende effecten van goudsbloem maken de zalf tot een prachtig huismiddeltje voor in het medicijnkastje.

Mogelijke toepassingen

  • Snij- en schaafwonden
  • Zonnebrand en huidirritatie
  • droge huid
  • Insectenbeten
  • Behandeling van littekens
Let op: Als u grote, diepe, pijnlijke en geïnfecteerde wonden of eczeem, allergische huidreacties en zonnebrand met blaren heeft, gebruik dan geen goudsbloemzalf zonder eerst een arts of alternatief arts te raadplegen. Als er enige verslechtering optreedt tijdens het gebruik van de zalf of als de symptomen de eerste 3 dagen na gebruik niet verbeteren, dient u ook een arts of alternatief arts te raadplegen.

Bewaren van uw zelfgemaakte goudsbloemzalf
  • Schoon werken en aanbrengen en correcte opslag zorgen ervoor dat de goudsbloemzalf zo lang mogelijk meegaat.
  • Bewaar de zalf op een donkere, koele, droge plaats, bijvoorbeeld in een kast in een gang of koele badkamer.
  • Gebruik een schone, droge lepel om de zalf uit het potje te halen. Gebruik nooit je vingers om de zalf rechtstreeks uit het potje te halen; zo komen er ziektekiemen in de zalf!
  • Zorg ervoor dat de zalf niet in contact komt met water of vocht om schimmelvorming te voorkomen.
  • Gebruik de zalf niet als deze ranzig of onaangenaam ruikt of een ongebruikelijke kleur heeft. Dit kan een teken zijn dat het bedorven is. De zalf heeft meestal een rijke gele tot oranje kleur.


vrijdag, maart 08, 2024

Koolkompressen tegen gewrichtspijn

Tot de jaren zeventig van de vorige eeuw werden allerlei kompressen beschouwd als een gebruikelijk onderdeel van de zorg. Daarna verdwenen ze bijna volledig en verloren ze hun belang. Gelukkig beleven ze een renaissance, want de genezende toepassingen van bijvoorbeeld koolkompressen zijn heilzaam en meestal gemakkelijk thuis te gebruiken.

Kool als voedsel en medicijn
Kool (Brassica) maakt al sinds de oudheid deel uit van ons dieet. Lange tijd gedevalueerd als een ruwe maaltijd voor de arme man, zijn recepten voor heerlijke koolgerechten nu vaker te vinden. Kool komt in veel verschillende varianten voor, bijvoorbeeld als bloemkool, savooiekool, witte kool, rapen en spruitjes. Ze zijn allemaal gezond omdat alle koolsoorten naast water veel vitamines bevatten - waaronder vitamine C en B-vitamines - maar ook calcium, magnesium, foliumzuur, zink en ijzer. Bovendien bevat kool sulforafanen, kankerbestrijdende effecten hebben, ontgiftende flavonoïden en mosterdolie die de bloedcirculatie bevorderen. Kool staat ook al heel lang bekend als medicinaal middel: kool werd in de oude Romeinse geneeskunde al voor medicinale doeleinden gebruikt. Vooral bij ontstekingsprocessen zou het schadelijke stoffen, zoals ontstekingsmediatoren aantrekken en ervoor zorgen dat deze via de huid kunnen worden uitgescheiden.

Koolkompressen praktisch gebruik

Studies hebben de effectiviteit van kompressen met koolbladeren aangetoond, vooral bij artrose, maar ook bij pijnlijke borsten of borstontstekingen. En, niet in de laatste plaats, bij flebitis of slecht genezende wonden kunnen koolkompressen een aanzienlijke verbetering geven.

Welke kool gebruik je bij gewrichtspijn?

Bladeren van savooiekool (Brassica oleracea var. sabauda) en witte kool (Brassica oleracea var. capitata) kunnen worden gebruikt voor koolkompressen tegen gewrichtspijn. Er wordt gezegd dat de twee koolsoorten verschillende specifieke effecten hebben. Savooikool wordt voornamelijk gebruikt bij gewrichtspijn; de indicaties zijn voornamelijk ontstekingen en stompe verwondingen aan de gewrichten, artritis en jicht. Witte kool heeft zijn belangrijkste effect op processen met congestie met vocht in de gewrichten. Toch kunnen beide koolsoorten bij alle beschreven klachten worden gebruikt en bevorderen ze het genezingsproces.

Contra-indicaties
Er zijn geen contra-indicaties bekend voor toepassingen met koolbladeren. Koolkompressen kunnen echter soms een zeer sterk effect hebben en de pijn kan gedurende korte tijd verergeren. 

Koolkompres voor pijnlijke gewrichten
Voor een kooltopping heb je nodig: 
  • Biologische kool, indien mogelijk savooiekool
  • Mes
  • Snijplank en deegroller gemaakt van niet-absorberend materiaal zoals kunststof of roestvrij staal. Hout neemt het waardevolle plantensap op, wat je ook voor het kompres nodig hebt. Bovendien absorbeert het de geur permanent.
  • Handdoek
  • dunne katoenen of linnen doek - afhankelijk van de grootte van het kussen is een hoofddoek of een soortgelijk stuk stof geschikt voor kompressen
  • Bindmiddel voor bevestiging
  • Verbandclips of pleisters
Met een beetje vaardigheid kun je het kompres zelf aanbrengen. Het is wel gemakkelijker als je een tweede persoon hebt die je kan helpen.
  • Verwijder de buitenste, grote en donkere bladeren van de kool, was ze grondig en droog ze af met een doek.
  • Snij vervolgens met een mes de dikke centrale bladnerf en andere dikke bladnerven mooi vlak. Als de hoofdnerf erg hard is, knip deze dan uit. De bladnerven kunnen ongemakkelijk drukken als je ze laat zitten.
  • Verdeel vervolgens de bladeren op de snijplank en rol de bladeren krachtig met de roller tot het sap eruit komt en het sterk naar kool ruikt.
  • Plaats de handdoek op of rond het pijnlijke gewricht. Leg vervolgens de opgerolde koolbladeren als dakpannen op elkaar. Voor kleinere delen van het lichaam snijd je de koolbladeren in fijnere reepjes. Zet de koolbladeren vast met de dunne doek door deze erover uit te spreiden en op hun plaats te houden. Eventueel kan de kool ook rechtstreeks op de huid.
  • Wikkel nu het verband om de koolbladeren en de doek, niet te strak, en zet het uiteinde vast met de verbandclips of pleister. Als je geen verband hebt, kan een panty of een sjaal ook werken, afhankelijk van de grootte van het gewricht. Indien mogelijk moeten deze gemaakt zijn van natuurlijke vezels, zodat de huid goed kan blijven ademen.
Dit kompres blijft nu minimaal één en maximaal 12 uur op het gewricht zitten. Je kunt dus zonder problemen een koolpad 's nachts gebruiken. Het is raadzaam om gedurende deze tijd het gewricht niet te belasten.

Na toepassing
Nadat je het kompres hebt verwijderd, moet je uw huid wassen en drogen. Breng daarna zalf aan op de huid en ook een massage met olijfolie of sintjansolie kan het genezingsproces bevorderen.
Let op: Als de kool na een tijdje gaat stinken en bruin wordt, kan dit een teken zijn dat de kool al veel gifstoffen uit het lichaam heeft verwijderd, dan moet je het kompres verwijderen en indien mogelijk vervangen. Dit komt vooral voor bij acute ziekten. Als de bladeren droog en geel worden, kan dit betekenen dat de uitscheiding van gifstoffen is gestopt en de behandeling kan worden voltooid, of dat de kooldressing niet werkt.

Hoe vaak kan een koolkompres gebruikt worden?
Een koolkompres kan 1-2 keer per dag worden aangebracht en herhaald totdat de symptomen zijn verdwenen. Als de symptomen na 2-3 dagen echter niet significant verbeteren, dient u een arts of een geschikte therapeut raadplegen!

Literatuur
[1] ND-spectrum. Kool. Op internet: https://www.spektrum.de/lexikon/biologie/kohl/36571; Vanaf: 4 oktober 2022
[2] Thüler M. Verzachtende pakkingen. 12e editie Worb: Thüler; 2019
[3] Lauche R, Gräf N, Cramer H et al. Werkzaamheid van koolbladverpakkingen bij de behandeling van symptomatische artrose van de knie: een gerandomiseerde gecontroleerde studie. Clin J Pijn 2016; 32 (11): 964–971. DOI: 10.1097/AJP.0000000000000352
[4] Stichting Hacke D. Carstens. Koolkompres voor de pijnlijke knie (31-03-2016). Op internet: https://www.carstens-stiftung.de/artikel/kohlwickel-fuer-das-schreide-knie.html
[5] Boi B, Koh S, Gail D. De effectiviteit van koolbladtoepassing (behandeling) op pijn en hardheid bij borstverstopping en het effect ervan op de duur van de borstvoeding. JBI Libr Systeem Rev 2012; 10(20): 1185–1213. DOI: 10.11124/01938924-201210200-00001

Onderzoek. In 2016 kon een onderzoeksgroep van de Universiteit-GHS Duisburg-Essen aantonen dat 4 weken therapie met dagelijkse koolwikkels de kniemobiliteit verbeterde van patiënten met symptomatische kniegewrichtartrose stadia II-III Kellgren, de score was net zo effectief als dagelijks gebruik van diclofenacgel (10 mg diclofenac/g pijngel). De intensiteit van de pijn werd ook in dezelfde mate verminderd. Na 12 weken was het gebruik van koolwikkels superieur aan de pijngel en bleef de kwaliteit van leven en mobiliteit verbeteren.