Tijdens onze wandeling in Weris zijn we niet alleen met maretakken en menhirs bezig maar oogsten we deze keer ook de wortels van smeerwortel. Een goed moment, het afstervende blad is nog juist herkenbaar en de wortels hebben de energie van de zomer in zich opgeslagen.
Smeerwortel / Symphytum officinale is een inheemse vaste plant uit de familie van de ruwbladigen. Aai maar eens over het blad, dan zul je direct voelen dat deze plant ruw bladig is. De smeerwortel zelf heeft zijn naam ook niet gestolen. Het is de zwarte wortel die medicinaal het meest gebruikt word en dan vooral ook als smeersel (zalf), om de gewrichten te smeren en omdat er zoveel smeer (slijmstof) in de plant aanwezig is. Dat de plant smerig zou zijn, gaat mij iets te ver als naamverklaring. Ook de officiële Latijnse naam Symphytum verwijst naar zijn werking op het beenderstelsel ter genezing van botbreuken. Sumphuton betekent samengroeien. Ook in oude kruidenboeken zoals het Antidotarium Nicolai wordt hij Simfitum of Walwortel genoemd. Bij genezing van botbreuken ontstaat er een verdikking op de plaats waar het bot zich herstelt (callusvorming), een soor wal, verhoging dus. Mogelijk vandaar Waelwortel al zou waelen ook van kenteren kunnen komen, of van het Oudhoogduits wallen, wellen is helen, of zelfs waal als poel of plas. Genoeg mogelijkheden dus maar allemaal betekenissen die iets vertellen over de werking of de groeiplaats van de plant..
De naam Waelwortel en vele andere namen vinden we ook bij onze goeie ouwe Dodonaeus terug. Hij schrijft in zijn Cruydt-boeck: 'Dit cruyt heet in Griecx Symphyton, ende Symphyton mega. In Latijn Symphytum magnum en Solidago. In die Apoteke Consolida maior. In Hoochduytsch Walwurtz/ Schmerwurtz/ Schwartwurtz/ Schantzwurtz/ Beinwellen. In Neerduytsch Waelwortel. In Franchois Consyre'.
En over de medicinale werking heeft hij zoals gewoonlijk een mooi verhaal in petto: 'Die selve wortele ghestooten heylt ende gheneest alle versche wonden gelijck een plaester daer op gheleyt/ ende es soo seer heylsaem dat zy met eenen huspot oft andere stucken van vleesch ghesoden/ die stucken al tsamen aen een doet wassen'.
Ik heb het nog niet geprobeerd om brokken vlees in een hutsepot terug aan mekaar te laten groeien, maar het is wel een beetje waar, omdat de slijmstoffen in deze plant een waterbindend vermogen hebben. Veel van die straffe verhalen waren, volgens mij, toch vooral bedoeld om de werking van de plant beter te onthouden. Dus als geheugensteuntje.
zaterdag, november 23, 2019
vrijdag, november 22, 2019
Zomaar een blaasontsteking
Stel je voor. Krijg ik zomaar een blaasontsteking. Voor de eerste keer in mijn leven. Gelukkig zijn er ook eenvoudige kruidenmiddelen die dat kunnen genezen. Toch een beetje oppassen dat er geen nierontsteking van komt. De belangrijkste kruiden tegen blaasontsteking zijn vooral heide-achtigen zoals beredruif en recenter cranberry.
Cystitis is echter een typische vrouwelijke aandoening. Eén op drie vrouwen worden er mee geconfronteerd en bij de helft van de vrouwen komt de ontsteking regelmatig terug.
Levensbedreigend is deze blaasontsteking niet, maar ze kan wel pijnlijk zijn. Door een aantal
eenvoudige voorzorgsmaatregelen, zoals voldoende drinken, kan het risico op een infectie worden verkleind. De belangrijkste symptomen zijn vaak, moeilijk en pijnlijk urineren, soms met lage rugpijn en buikpijn, met troebele of sterk ruikende urine en zelfs met bloed in de urine.
Wanneer de infectie tot de blaas beperkt blijft, treedt meestal geen koorts op. Maar wanneer de
nieren geïnfecteerd geraken, kan dit hoge koorts, misselijkheid, vermoeidheid en hevige rugpijn het
gevolg zijn.
Vrouwelijke kwaal
Het feit dat drie keer zoveel vrouwen dan mannen last hebben van deze infectie, is vooral een
anatomische kwestie. De vagina, de uitgang van de urethra de urinebuis die naar de blaas loopt en
de anus liggen heel dicht bij elkaar. Een gevolg daarvan is dat de Escherichia coli bacteriën, die in
de darmen leven en er de spijsvertering bevorderen, gemakkelijker in de schede en de urethra terecht komen.
In de vagina kunnen de bacteriën weinig kwaad. Melkzuurbacteriën creëren er een zuur milieu, maar in de urinewegen kunnen ze zich wel vermenigvuldigen en een infectie veroorzaken.
Daarenboven is de urethra van de vrouw veel korter dan die van de man. De bacteriën moeten dus minder weg afleggen om de blaas te bereiken. Het voorkomen van bacteriën in de urine (bacteriurie), wil daarom niet zeggen dat er een infectie is. Daarvoor moet eerst een weefselreactie optreden. Dat gebeurt bij een zogeheten bacteriële adhesie of aanhechting. De E. coli bacteriën hebben een soort uitsteeksels, fimbriae of pili genoemd, waarmee ze zich aan het slijmvlies van de blaaswand kunnen vasthechten. Die pili produceren zogenaamde adhesines, die zich vasthechten aan specifieke monosaccharide receptoren op de urothele cellen. Als dit massaal gebeurt, krijgt men een ontstekingsreactie en de typische symptomen van een blaasontsteking.
Wetenschappelijk onderzoek Cranberry
Lang voordat de West Europeanen voet aan wal zetten in Noord Amerika, gebruikten de Indianen de cranberry omwille van haar voedzame en medicinale kwaliteiten. Ook de blanken zagen al snel het nut van het rode besje in. Omwille van de rijkdom aan vitamine C werd het tijdens scheepsreizen gebruikt als preventief middel tegen scheurbuik. Lang vóór de ontdekking van antibiotica gebruikte men in de Verenigde Staten geplette cranberry's en cranberrysap om urineweginfecties te voorkomen en te behandelen.
Men heeft lang gedacht dat de heilzame werking gelegen was in het feit dat de bessen de urine zuurder zou maken, en zo de bacteriën zou doden. Tot in de jaren zeventig door onderzoek bleek dat de urine van proefpersonen die geregeld cranberrysap dronken niet zuurder was dan die van mensen die geen sap gebruikten. In 1984 publiceerden onderzoekers van de Universiteit van Youngstown een studie, waaruit bleek dat de aanhechting van de E. colli bacterie aan de cellen van de wand van de urinewegen, verhinderd werd door de gunstige invloed van het cranberrysap. Ondertussen is er een lawine aan onderzoeken geweest waaruit bleek dat het vooral de rode kleurstoffen, proanthocyanidinen uit Cranberries zijn, die de aanhechting van de bacteriën aan de blaaswand verhinderen, waardoor deze met de urine uit het lichaam verwijderd kunnen worden. Het dagelijks drinken van twee glazen cranberrysap kunnen bijdragen tot het voorkomen van steeds terugkerende urinaire infectie.
Meer onderzoek
Phytothérapie (2019) 17:196–200 Effet synergique d’extraits de cannelle et de canneberge sur l’inhibition de l’adhésion d’Escherichia coli uropathogène aux cellules épithéliales de la vessie
Synergistic Effect of Cinnamon and Cranberry extracts on the Inhibition of uropathogenic Escherichia coli adherence to uroepithelial Cells. A. Leblanc1*, C. Blondeau1, S. Holowacz1, C. Langlois1 et L. Haddioui2
L’effet inhibiteur des proanthocyanidines (PACs) de type A de la canneberge sur l’adhésion d’Escherichia coli aux cellules uroépithéliales est bien documenté. Cette adhésion étant une des étapes précoces des infections urinaires (IU), la canneberge est utilisée dans la prévention de ces infections. La cannelle étant une autre source alimentaire de PACs de type A, nous avons testé son potentiel antiadhésif dans un modèle in vitro de cellules épithéliales de vessie humaine (lignée cellulaire T24). Dans ce modèle, un extrait de cannelle de Ceylan standardisé à plus de 8 % de PACs de type A2 a inhibé l’adhésion d’Escherichia coli. L’effet observé était dépendant de la dose de PACs. Les tests effectués en association avec un extrait de canneberge ont montré un effet synergique entre les deux extraits associés en certaines proportions. Ces résultats suggèrent que la cannelle pourrait être utile dans la prise en charge des IU.
The inhibitory effect of cranberry type-A proanthocyanidins (PACs) on the adhesion of Escherichia coli to uroepithelial cells is well known. As this adhesion is one of the early stages of urinary tract infections, cranberry is used for the prevention of these infections. Cinnamon, another food source of type-A PACs, was tested for its nonadhesion potential in an in vitro model of human bladder epithelial cells (T24 cell line). In this model, a Ceylon cinnamon extract standardized to contain more than 8% A2-type proanthocyanidins (PACs) inhibited the adhesion of Escherichia coli. The effect observed was dependent on the dose of PACs. Tests carried out in combination with a cranberry extract have shown a synergistic effect between the two extracts combined in certain proportions. These results suggest that cinnamon may be useful in the management of urinary tract infections.
Cystitis is echter een typische vrouwelijke aandoening. Eén op drie vrouwen worden er mee geconfronteerd en bij de helft van de vrouwen komt de ontsteking regelmatig terug.
Levensbedreigend is deze blaasontsteking niet, maar ze kan wel pijnlijk zijn. Door een aantal
eenvoudige voorzorgsmaatregelen, zoals voldoende drinken, kan het risico op een infectie worden verkleind. De belangrijkste symptomen zijn vaak, moeilijk en pijnlijk urineren, soms met lage rugpijn en buikpijn, met troebele of sterk ruikende urine en zelfs met bloed in de urine.
Wanneer de infectie tot de blaas beperkt blijft, treedt meestal geen koorts op. Maar wanneer de
nieren geïnfecteerd geraken, kan dit hoge koorts, misselijkheid, vermoeidheid en hevige rugpijn het
gevolg zijn.
Vrouwelijke kwaal
Het feit dat drie keer zoveel vrouwen dan mannen last hebben van deze infectie, is vooral een
anatomische kwestie. De vagina, de uitgang van de urethra de urinebuis die naar de blaas loopt en
de anus liggen heel dicht bij elkaar. Een gevolg daarvan is dat de Escherichia coli bacteriën, die in
de darmen leven en er de spijsvertering bevorderen, gemakkelijker in de schede en de urethra terecht komen.
In de vagina kunnen de bacteriën weinig kwaad. Melkzuurbacteriën creëren er een zuur milieu, maar in de urinewegen kunnen ze zich wel vermenigvuldigen en een infectie veroorzaken.
Daarenboven is de urethra van de vrouw veel korter dan die van de man. De bacteriën moeten dus minder weg afleggen om de blaas te bereiken. Het voorkomen van bacteriën in de urine (bacteriurie), wil daarom niet zeggen dat er een infectie is. Daarvoor moet eerst een weefselreactie optreden. Dat gebeurt bij een zogeheten bacteriële adhesie of aanhechting. De E. coli bacteriën hebben een soort uitsteeksels, fimbriae of pili genoemd, waarmee ze zich aan het slijmvlies van de blaaswand kunnen vasthechten. Die pili produceren zogenaamde adhesines, die zich vasthechten aan specifieke monosaccharide receptoren op de urothele cellen. Als dit massaal gebeurt, krijgt men een ontstekingsreactie en de typische symptomen van een blaasontsteking.
Wetenschappelijk onderzoek Cranberry
Lang voordat de West Europeanen voet aan wal zetten in Noord Amerika, gebruikten de Indianen de cranberry omwille van haar voedzame en medicinale kwaliteiten. Ook de blanken zagen al snel het nut van het rode besje in. Omwille van de rijkdom aan vitamine C werd het tijdens scheepsreizen gebruikt als preventief middel tegen scheurbuik. Lang vóór de ontdekking van antibiotica gebruikte men in de Verenigde Staten geplette cranberry's en cranberrysap om urineweginfecties te voorkomen en te behandelen.
Men heeft lang gedacht dat de heilzame werking gelegen was in het feit dat de bessen de urine zuurder zou maken, en zo de bacteriën zou doden. Tot in de jaren zeventig door onderzoek bleek dat de urine van proefpersonen die geregeld cranberrysap dronken niet zuurder was dan die van mensen die geen sap gebruikten. In 1984 publiceerden onderzoekers van de Universiteit van Youngstown een studie, waaruit bleek dat de aanhechting van de E. colli bacterie aan de cellen van de wand van de urinewegen, verhinderd werd door de gunstige invloed van het cranberrysap. Ondertussen is er een lawine aan onderzoeken geweest waaruit bleek dat het vooral de rode kleurstoffen, proanthocyanidinen uit Cranberries zijn, die de aanhechting van de bacteriën aan de blaaswand verhinderen, waardoor deze met de urine uit het lichaam verwijderd kunnen worden. Het dagelijks drinken van twee glazen cranberrysap kunnen bijdragen tot het voorkomen van steeds terugkerende urinaire infectie.
Meer onderzoek
Phytothérapie (2019) 17:196–200 Effet synergique d’extraits de cannelle et de canneberge sur l’inhibition de l’adhésion d’Escherichia coli uropathogène aux cellules épithéliales de la vessie
Synergistic Effect of Cinnamon and Cranberry extracts on the Inhibition of uropathogenic Escherichia coli adherence to uroepithelial Cells. A. Leblanc1*, C. Blondeau1, S. Holowacz1, C. Langlois1 et L. Haddioui2
L’effet inhibiteur des proanthocyanidines (PACs) de type A de la canneberge sur l’adhésion d’Escherichia coli aux cellules uroépithéliales est bien documenté. Cette adhésion étant une des étapes précoces des infections urinaires (IU), la canneberge est utilisée dans la prévention de ces infections. La cannelle étant une autre source alimentaire de PACs de type A, nous avons testé son potentiel antiadhésif dans un modèle in vitro de cellules épithéliales de vessie humaine (lignée cellulaire T24). Dans ce modèle, un extrait de cannelle de Ceylan standardisé à plus de 8 % de PACs de type A2 a inhibé l’adhésion d’Escherichia coli. L’effet observé était dépendant de la dose de PACs. Les tests effectués en association avec un extrait de canneberge ont montré un effet synergique entre les deux extraits associés en certaines proportions. Ces résultats suggèrent que la cannelle pourrait être utile dans la prise en charge des IU.
The inhibitory effect of cranberry type-A proanthocyanidins (PACs) on the adhesion of Escherichia coli to uroepithelial cells is well known. As this adhesion is one of the early stages of urinary tract infections, cranberry is used for the prevention of these infections. Cinnamon, another food source of type-A PACs, was tested for its nonadhesion potential in an in vitro model of human bladder epithelial cells (T24 cell line). In this model, a Ceylon cinnamon extract standardized to contain more than 8% A2-type proanthocyanidins (PACs) inhibited the adhesion of Escherichia coli. The effect observed was dependent on the dose of PACs. Tests carried out in combination with a cranberry extract have shown a synergistic effect between the two extracts combined in certain proportions. These results suggest that cinnamon may be useful in the management of urinary tract infections.
vrijdag, november 08, 2019
Ricinus communis (kruisboom of wonderboom)
Ricinus communis bevat giftige toxalbumines (zogenaamde lectines, waarvan ricine de voornaamste is in alle plantendelen. De zaden zijn de giftigste onderdelen van de plant. Uit de zaden wordt echter ‘wonderolie’ gewonnen. Omdat ricine achterblijft in de eiwitpulp die overblijft na het uitpersen van de zaden bevat wonderolie geen ricine. Wonderolie is hierdoor vrijwel niet giftig, maar werkt in doseringen van 10 gram of meer laxerend.
Ricine kan de eiwitsynthese stilleggen, waardoor cellen hun functie niet meer goed kunnen uitvoeren en/of celdood intreedt. Ricine kan zo een necrotiserende werking hebben op maag- en darmslijmvlies, lever, nieren, milt en het lymfatische systeem. De acute toxiciteitsgegevens voor Ricinus communis gelden voornamelijk de zaden en ricine. Fatale doses variërend van één tot zes zaden voor een kind en één tot twintig zaden voor een volwassene zijn gerapporteerd. In de literatuur worden diverse gevallen van vergiftiging met Ricinus communis beschreven waarbij acute en (sub)chronische toxiciteit optreedt in meerdere organen. Dit kan leiden tot dodelijke intoxicatie.
Gebruik in de volksgeneeskunde
Alle plantendelen van Ricinus communis kennen wereldwijd vele toepassingen in de volksgeneeskunde. De zaden worden gebruikt voor het afvoeren van wormen in de ingewanden en ook voor geboortebeperking. De zaden worden samen met de bladeren verpulverd en gebruikt in kompressen voor diverse huidaandoeningen, hoofdpijn en oorontsteking. De anti-microbiële activiteit van de zaden zou de werkzaamheid (behalve bij hoofdpijn) kunnen verklaren. Het gebruik van de zaden wordt vanwege de aanwezigheid van ricine voor elke toepassing afgeraden.
De olie uit Ricinus communis wordt uitwendig gebruikt bij bindvliesontsteking en bij vervuiling in het oog. Met olie doordrenkte tampons worden gebruikt bij gonorroe en bij sterke afscheiding. Wonderolie wordt vnl gebruikt als laxeermiddel bij kortdurende behandelingen van obstipatie. Hierbij wordt een dosis van 10-60 ml voor volwassenen aangegeven
De olie wordt, vaak in combinatie met een aftreksel van de bladeren van Ricinus communis, gebruikt bij huidaandoeningen, verbrandingen, reuma, gewrichtspijn, spit, pijn in de heup, hoofdpijn,
waterzucht, bloedstuwing en als menstruatie bevorderend middel. Ook wordt de olie toegepast als oordruppels bij oorontsteking of gehoorproblemen. De effectiviteit van de olie van Ricinus communis bij deze toepassingen is echter niet aangetoond.
Ricine kan de eiwitsynthese stilleggen, waardoor cellen hun functie niet meer goed kunnen uitvoeren en/of celdood intreedt. Ricine kan zo een necrotiserende werking hebben op maag- en darmslijmvlies, lever, nieren, milt en het lymfatische systeem. De acute toxiciteitsgegevens voor Ricinus communis gelden voornamelijk de zaden en ricine. Fatale doses variërend van één tot zes zaden voor een kind en één tot twintig zaden voor een volwassene zijn gerapporteerd. In de literatuur worden diverse gevallen van vergiftiging met Ricinus communis beschreven waarbij acute en (sub)chronische toxiciteit optreedt in meerdere organen. Dit kan leiden tot dodelijke intoxicatie.
Gebruik in de volksgeneeskunde
Alle plantendelen van Ricinus communis kennen wereldwijd vele toepassingen in de volksgeneeskunde. De zaden worden gebruikt voor het afvoeren van wormen in de ingewanden en ook voor geboortebeperking. De zaden worden samen met de bladeren verpulverd en gebruikt in kompressen voor diverse huidaandoeningen, hoofdpijn en oorontsteking. De anti-microbiële activiteit van de zaden zou de werkzaamheid (behalve bij hoofdpijn) kunnen verklaren. Het gebruik van de zaden wordt vanwege de aanwezigheid van ricine voor elke toepassing afgeraden.
De olie uit Ricinus communis wordt uitwendig gebruikt bij bindvliesontsteking en bij vervuiling in het oog. Met olie doordrenkte tampons worden gebruikt bij gonorroe en bij sterke afscheiding. Wonderolie wordt vnl gebruikt als laxeermiddel bij kortdurende behandelingen van obstipatie. Hierbij wordt een dosis van 10-60 ml voor volwassenen aangegeven
De olie wordt, vaak in combinatie met een aftreksel van de bladeren van Ricinus communis, gebruikt bij huidaandoeningen, verbrandingen, reuma, gewrichtspijn, spit, pijn in de heup, hoofdpijn,
waterzucht, bloedstuwing en als menstruatie bevorderend middel. Ook wordt de olie toegepast als oordruppels bij oorontsteking of gehoorproblemen. De effectiviteit van de olie van Ricinus communis bij deze toepassingen is echter niet aangetoond.
- Anonymous (2007) Final report on the safety assessment of Ricinus Communis (castor) seed oil, hydrogenated castor oil, glyceryl ricinoleate, glyceryl ricinoleate SE, ricinoleic acid, potassium ricinoleate, sodium ricinoleate, zinc ricinoleate, cetyl ricinoleate, ethyl ricinoleate, glycol ricinoleate, isopropyl ricinoleate, methyl ricinoleate and octyldodecyl ricinoleate. Int. J. Toxicol., 26, 31-77. 149 NTP (1992)
- Toxicity studies of castor oil (CAS No. 8001-79-4) in F344 rats and B6C3F1 mice (dose feedstudies), NTP TOX 12 NIH publication no. 92-3131. Via internet: http://ntp.niehs.nih.gov/ntp/htdocs/ST_rpts/tox012.pdf.
woensdag, oktober 23, 2019
Heemst en andere wortels
Valeriaan, heemst, kalmoes |
Voor ik morgen weer naar Belgie vertrek om mijn 32ste opleiding herborist op te starten, heb ik vandaag nog wat planten verzameld om in het weekend als demonstratiemateriaal te gebruiken. Geurige rozemarijn en salie, venkelzaden en wortels van valeriaan en heemst.
De heemst, marshmallow in het Engels, of Althaea offïcinalis in het Latijn. Deze plant word in de geneeskunde al lang gebruikt vanwege zijn verzachtende slijmstoffen. In Frankrijk werden de gedroogde wortels, Hochets de Guimauve, door de drogisten en apothekers verkocht om baby's te helpen bij het doorkomen van de tandjes. De wortels zijn hard en vezelig genoeg om er een baby op te laten bijten en worden langzaam zacht naarmate de slijmstoffen vrijkomen. Daarbij zijn ze ietwat zoet van smaak. De wortel heeft nog als extra voordeel dat hij een licht kalmerende invloed heeft op het maagvlies.
Het woord ‘Heemst’ en ‘Althaea’
Een etymologische verklaring voor het woord ‘Heemst’ lijkt er vreemd genoeg niet te zijn. Wel zou ook Hemst, Himst en Hoemst gebruikt geweest zijn. Daarentegen zijn er heel wat verklaringen voor de oude benaming ‘Witte malve’ of ‘Malassoo’, wat ‘week maken’ betekent. De officiële naam ‘Althaea’ was reeds bij Dioscorides bekend en is afgeleid van het Griekse ‘althaino’ (helen of genezen). Zoals bij vele andere planten speelt de geneeskracht een rol in de naamgeving. Bij Heemst vinden we dit ook terug in een aantal volkse benamingen zoals ‘Tandwortel’ en ‘Witte pappel’. De Duitse naam ‘Weispappel’ lezen we reeds bij Konrad van Megenberg (± 1250) en ‘Sammetpapel’ bij Cordus in zijn ‘Botanologicon’ uit 1534 en is terug te voeren tot het gebruik als papje bij abcessen.
Slijmplanten met hun vliesvorming op de huid zijn altijd als verzachtend, kalmerend en beschermend omschreven. Sterke verhalen hierover vinden we terug bij de Romeinse cultuurhistoricus M. Terrentius Varro (116 - 27 v. Chr.) die beschrijft hoe de priesteressen van Apollo over gloeiende kolen liepen met heemstzalf aan hun voeten. Iets gelijkaardigs vinden we ook bij de bekende Albertus Magnus. Hij vertelt dat magiërs met ingesmeerde handen allerlei voorwerpen uit het vuur konden halen zonder zich te verbranden.
Voor moderne magiërs, nep psychologen en andere mensenmanipulators volgt hier een Frans recept om vuurvast te worden: Heemstsap, vers eiwit, zaad van vlokruid (Plantago psyllium), fijngestampte kalk en mieriksap mengen; de handen hiermee insmeren, laten opdrogen en dan een tweede laag aanbrengen. Wanneer dit opgedroogd is, kan men met deze handen gloeiend ijzer dragen zonder zich te verbranden.
Uitproberen is natuurlijk op eigen risico!
zondag, oktober 20, 2019
Huelgoat, het meer en koninginnekruid
Het terras van ´La Grotte´ |
De eiken bij het begin van het woud beginnen hun bruin blad te verliezen, gestreepte leeuwenbek en uitgebloeid koninginnekruid laven zich aan het opstuivende water en terwijl alle planten langzaam aftakelen gaat navelkruid juist nu nieuw, fris blad vormen. Ieder plantje, boom en mens zijn eigen ritme, zo is het goed, zo zou het altijd mogen zijn.
Uitgebloeid koninginnekruid bij Huelgoat |
Een plant met blauw bloed. Het koninginnekruid, ook wel bekend onder de naam leverkruid. Geen zeldzame plant, want overdadig groeiend langs voedselrijke beekjes overal ten lande. Ook geen plant die we nog veel gebruiken, maar wel een vaste plant met een oude reputatie. Dus toch de moeite waard.
De oorsprong van de naam moeten we in Duitsland zoeken. En dan stuiten we al gelijk op een kleine vergissing, want het koninginnekruid blijkt niets met een koningin van doen te hebben, maar wel met een keizerin. Om precies te zijn keizerin Cunegonda, de echtgenote van Hendrik de Heilige. Omdat zij een klooster stichtte werd zij na haar dood, zo omstreeks 1030, heilig verklaard. Dat kon blijkbaar niet verhinderen dat taalbarbaren Cunegonda, Kunigunde verbasterden tot 'Königin', dat wij weer braaf in koningin vertaalden. In de apothekersboeken werd het Herba Sanctae Kunigundae genoemd.
Latere kruidkundigen gebruikten aftreksels van de bloemen en de bladeren als middel tegen hysterie, lever-, milt- en galblaasontstekingen. In grotere hoeveelheden werkte het als een braakmiddel. Het meest bekend was de plant als levermiddel, vandaar leverkruid. Dit is ook een vorm van signatuurleer, de bloemen hebben namelijk de kleur van de lever en met nog meer fantasie ook de vorm van een lever. We gebruiken de Eupatorium nu nauwelijks nog, ook al omdat er, o vreemd lot, leverbeschadigende pyrrolizidine-alcaloïden in ontdekt zijn. Aan de andere kant, leverdrainerende planten gebruiken als antigifmiddel lijkt mij de logica zelf, onze Mariadistel is daar een mooi voorbeeld van.
De soortnaam ‘cannabinum’ is afkomstig van Cannabis, spijtig genoeg verwijst het alleen maar naar de gelijkaardige vorm van het blad en niet naar een hallucinerende werking. Een oude Duitse naam is ook ‘Wasserhanf’ dus waterhennep, omdat hij vooral op vochtige plaatsen groeit.
Ook de naam Boeltjeskruid, bij Dodonaeus Boelkenscruydt, spreekt tot de verbeelding. Boelen, boeleren zou zo iets betekenen als vrijen, de plant werd vroeger als minnedrank gebruikt. Rond 1500 spreken Gesner en Brunswijck over Mannskraft en ook Mannsliebe wijst in dezelfde richting. Vroeger mengden de vrouwen de jonge blaadjes door de sla om die als liefdesmiddel te gebruiken
Dodoens over de plant.
Boelkens cruyt manneken/ in water oft wijn ghesoden/ es goet ende seer sonderlinghe teghen oude verstoptheyt der leveren/ ende der milten/ ende tgheneest die oude ende verouderde derdedaechse cortsen in dijer manieren inghenomen.
Dit selve cruyt ghesoden ende ghedroncken/ gheneest oock die quetsuren ende wonden/ ende es een seer goet wondecruyt/ ghenesende alle inwendighe ende uutwendighe wonden ende quetsuren.
Dat Boelkens cruyt wijfken es van ghelijcken werckinghe/ ende wordt noch boven dat andere tot den wonden drancken ghepresen.
maandag, oktober 14, 2019
Ajuin, oude en nieuwe recepten.
Wat is het verschil tussen voeding en medicijn, als uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de gewone ui, met zijn deftige naam Allium cepa, stoffen bevat zoals cepaënen en zwiebelanen, die een anti-inflammatoire en anti-astmatische werking bezitten. Dus een gewone groente met een medicinale werking .
Etymologie en botanie
De wetenschappelijke naam voor de gewone ui is dus Allium cepa L, volgens de binaire nomenclatuur die door Carl von Linné (Species Plantarum, 1753) werd ingevoerd. Het geslacht Allium omvat meer dan 600 soorten en hoort bij de deftige familie van de Lelie-achtigen. In het Hoogduits heette de ui nog Cibolla, waarvan het in bepaalde streken van Duitsland nog gebruikelijke "Bolle" afkomstig is (en onze eigen bloembol dus ook). In de volkstaal van het oude Rome had men nog een andere naam voor de ui, namelijk unio, hetgeen "enkele ui" betekende ter onderscheiding van knoflook dat in meerdere teentjes is verdeeld. Het Engelse "onion" en het Franse "oignon" zijn op deze volksnaam terug te voeren. Knoflook heette bij de Romeinen overigens allium; deze term werd pas veel later gebruikt als de ge slachtsnaam Allium voor alle lookgewassen.
Volkse middelen
In de volksgeneeskunde werd en wordt de ui in de vorm van vers geperst sap of als afkooksel of thee bij verschillende ziekten en klachten zowel inwendig als uitwendig toegepast. Zo wordt bijvoorbeeld het verse perssap gebruikt bij huidaandoeningen, insektensteken, zwellingen, ontstekingen, steenpuisten en zweren als als ontsmettend en rijpingbevorderend middel; galenische zalfbereidingen worden als bactericide en fungicide therapeuticum ingezet bij ontstoken wonden en bij nagelbedontstekingen.
Een oeroude methode van toepassing in de volksgeneeskunde is de volgende: men bakt de ui in de schil in een oven tot ze geheel zacht is. Vervolgens verwijdert men de droge buitenschil; de weke massa wordt tot een papje fijn gedrukt en aangebracht op de aangetaste plek. En wie kent nog de doorgesneden ajuin naast het bed, die de kwaadaardige bacteriën in de slaapkamer onschadelijk moesten maken?
Inwendig worden zowel sap als afkooksels toegepast als expectorans bij bijvoorbeeld angina, keelontsteking, hoesten en heesheid. Een heel eenvoudige hoestsiroop kun je maken door gelijke delen gesnipperde ui te mengen met suiker en dit 24 uur op kamertemperatuur te laten trekken, dan uitzeven en deze siroop als slijmoplossend hoestdrankje te gebruiken. Best is deze siroop regelmatig vers te bereiden en ook ajuin van goede kwaliteit (scherp en rood) te gebruiken.
De verse ui en haar bereidingen worden ook als spijsverteringsmiddel gebruikt. De milde galdrijvende, laxerende en diuretische werking is hierbij ondersteunend. Tenslotte geldt de ui op grond van haar bloedsuikerverlagende activiteit als een goed aanvulling bij lichte vormen van suikerziekte (ouderdomsdiabetes).
Ui, ouderwets en modern
Deze toepassingsvormen illustreren de betekenis van de ui als "huismiddel" en in de volksgeneeskunde. In de moderne fytotherapie worden het simplex en de daaruit gewonnen extracten toegepast bij
(1) symptomen die het gevolg zijn van arteriosclerose,
(2) hart-circulatieziekten en
(3) astma en klachten betreffende de ademhalingswegen.
Deze toepassingsgebieden zijn wetenschappelijk redelijk goed onderbouwd en de werkzame inhoudsstoffen van de ui grotendeels bekend, waardoor we in staat zijn de werkzame fracties en stoffen uit het ruwe materiaal te extraheren en zo gestandaardiseerde preparaten te verkrijgen.
De nieuwste uitkomsten van fytotherapeutisch onderzoek dienden als basis voor de ontwikkeling van een reukloos, gemakkelijk oplosbaar en goed te ver werken droog extract. Dit extract bevat vooral de polaire werkzame inhoudsstoffen in geconcentreerde vorm, maar mist de kwalijk riekende zwavelverbindingen, die voor het therapeutische effect minder belangrijk lijken te zijn en veel mensen ook afschrikken. Door deze nieuwe bereidingswijzen wordt de ordinaire ajuin een modern medicijn, gestandaardiseerd, goed gedoseerd en gemakkelijk in gebruik. Wat niet wegneemt dat voor de puur natuur kruidenliefhebbers de oude bereidingswijzen, zoals siroop en een doorgesneden ui naast je bed, nog altijd te gebruiken zijn en goede resultaten kunnen geven.
Voor verdere studie
Het wetenschappelijk onderzoek is overdonderend veel, hier enkele titels in verband met de luchtwegen en de bloedvaten:
Etymologie en botanie
De wetenschappelijke naam voor de gewone ui is dus Allium cepa L, volgens de binaire nomenclatuur die door Carl von Linné (Species Plantarum, 1753) werd ingevoerd. Het geslacht Allium omvat meer dan 600 soorten en hoort bij de deftige familie van de Lelie-achtigen. In het Hoogduits heette de ui nog Cibolla, waarvan het in bepaalde streken van Duitsland nog gebruikelijke "Bolle" afkomstig is (en onze eigen bloembol dus ook). In de volkstaal van het oude Rome had men nog een andere naam voor de ui, namelijk unio, hetgeen "enkele ui" betekende ter onderscheiding van knoflook dat in meerdere teentjes is verdeeld. Het Engelse "onion" en het Franse "oignon" zijn op deze volksnaam terug te voeren. Knoflook heette bij de Romeinen overigens allium; deze term werd pas veel later gebruikt als de ge slachtsnaam Allium voor alle lookgewassen.
Volkse middelen
In de volksgeneeskunde werd en wordt de ui in de vorm van vers geperst sap of als afkooksel of thee bij verschillende ziekten en klachten zowel inwendig als uitwendig toegepast. Zo wordt bijvoorbeeld het verse perssap gebruikt bij huidaandoeningen, insektensteken, zwellingen, ontstekingen, steenpuisten en zweren als als ontsmettend en rijpingbevorderend middel; galenische zalfbereidingen worden als bactericide en fungicide therapeuticum ingezet bij ontstoken wonden en bij nagelbedontstekingen.
Een oeroude methode van toepassing in de volksgeneeskunde is de volgende: men bakt de ui in de schil in een oven tot ze geheel zacht is. Vervolgens verwijdert men de droge buitenschil; de weke massa wordt tot een papje fijn gedrukt en aangebracht op de aangetaste plek. En wie kent nog de doorgesneden ajuin naast het bed, die de kwaadaardige bacteriën in de slaapkamer onschadelijk moesten maken?
Inwendig worden zowel sap als afkooksels toegepast als expectorans bij bijvoorbeeld angina, keelontsteking, hoesten en heesheid. Een heel eenvoudige hoestsiroop kun je maken door gelijke delen gesnipperde ui te mengen met suiker en dit 24 uur op kamertemperatuur te laten trekken, dan uitzeven en deze siroop als slijmoplossend hoestdrankje te gebruiken. Best is deze siroop regelmatig vers te bereiden en ook ajuin van goede kwaliteit (scherp en rood) te gebruiken.
De verse ui en haar bereidingen worden ook als spijsverteringsmiddel gebruikt. De milde galdrijvende, laxerende en diuretische werking is hierbij ondersteunend. Tenslotte geldt de ui op grond van haar bloedsuikerverlagende activiteit als een goed aanvulling bij lichte vormen van suikerziekte (ouderdomsdiabetes).
Ui, ouderwets en modern
Deze toepassingsvormen illustreren de betekenis van de ui als "huismiddel" en in de volksgeneeskunde. In de moderne fytotherapie worden het simplex en de daaruit gewonnen extracten toegepast bij
(1) symptomen die het gevolg zijn van arteriosclerose,
(2) hart-circulatieziekten en
(3) astma en klachten betreffende de ademhalingswegen.
Deze toepassingsgebieden zijn wetenschappelijk redelijk goed onderbouwd en de werkzame inhoudsstoffen van de ui grotendeels bekend, waardoor we in staat zijn de werkzame fracties en stoffen uit het ruwe materiaal te extraheren en zo gestandaardiseerde preparaten te verkrijgen.
De nieuwste uitkomsten van fytotherapeutisch onderzoek dienden als basis voor de ontwikkeling van een reukloos, gemakkelijk oplosbaar en goed te ver werken droog extract. Dit extract bevat vooral de polaire werkzame inhoudsstoffen in geconcentreerde vorm, maar mist de kwalijk riekende zwavelverbindingen, die voor het therapeutische effect minder belangrijk lijken te zijn en veel mensen ook afschrikken. Door deze nieuwe bereidingswijzen wordt de ordinaire ajuin een modern medicijn, gestandaardiseerd, goed gedoseerd en gemakkelijk in gebruik. Wat niet wegneemt dat voor de puur natuur kruidenliefhebbers de oude bereidingswijzen, zoals siroop en een doorgesneden ui naast je bed, nog altijd te gebruiken zijn en goede resultaten kunnen geven.
Voor verdere studie
Het wetenschappelijk onderzoek is overdonderend veel, hier enkele titels in verband met de luchtwegen en de bloedvaten:
- Hubbard GP, Wolffram S, de Vos R, et al. Ingestion of onion soup high in quercetin inhibits plateletaggregation and essential components of the collagen-stimulated platelet activation pathway in man: a pilot study. Br J Nutr 2006 ;96(3):482-488. View Abstract
- Kaiser P, Youssouf MS, Tasduq SA, et al. Anti-allergic effects of herbal product from Allium cepa (bulb). J Med Food 2009 Apr; 12(2):374-82. The results have shown a promising anti-allergic profile of ALC-02 that could be attributed to its potential antihistaminic, anti-inflammatory, and antioxidant activities
zondag, oktober 13, 2019
Zoethout tegen maagproblemen
zoethoutwortel |
jong zoethoutplantje met rups |
De onderzoekers hebben de vermindering in helicobacterbelasting gemeten aan de hand van urease-activiteit. Weefselonderzoek bracht evenwel geen daling in helicobacterdensiteit aan het licht en evenmin was het supplement in staat om helicobacter uit te roeien.
Het probioticum dat deelnemers van deze studie dagelijks namen, bevatte Lactobacillus paracasei HP7 (1 miljoen CFU/ml), waaraan 100 mg zoethoutextract was toegevoegd. Probiotische stammen zouden weerwerk bieden tegen helicobacteriën door de maagslijmvlies te verstevigen en kolonisatie en vestiging van helicobacter aan de maagwand te verhinderen. L. paracasei is een goede producent van melkzuur en heeft mogelijk daarom een sterkere werking tegen helicobacter dan andere lactobacillen.
Zoethout, een traditionele remedie tegen maagzweren.
Een van de belangrijkste toepassingen zowel in de Oudheid als in onze tijd is zijn gebruik bij maagzweren. Dioscorides vermelde reeds het gebruik bij maagzuur. In 1946 introduceerde de Nederlandse apotheker Revers het extract van Glycyrrhiza tegen maagzweren. Niet lang daarna werd het voornaamste werkzame bestanddeel glycyrrhetinezuur ontdekt. Vandaag word het gebruik van zoethout bij maagzweren steeds verder wetenschappelijk onderbouwd door de ontdekking van Helicobacter pylori, de veroorzaker van maagulcus.
Maagzweerbacterie
Tot nu toe verklaarde men de werking van zoethout bij maagzweren vooral door zijn beschermende werking op het maagslijmvlies en de invloed van glycyrrhizinezuur op de prostaglandinestofwisseling. Met de ontdekking van de Helicobacter pylori vroeg men zich af of zoethout mogelijk remmende werking heeft op die maagzweerbacterie. Daarom werd glycyrrhizinezuur en aanverwanten dan ook onderzocht in het Instituut voor medische microbiologie in Kiel. Men kon vastellen dat voornamelijk het glycyrrhetinezuur een sterke bactericide werking heeft op de Helicobacterbacteriën, en ook op de bacteriën, die resistent waren tegen sommige antibiotica.
Gebruik bij maagzweren
De gedroogde en ontschorste wortel bevat 7 tot 10% glycyrrhizine. Deze stof smaakt 50 maal zoeter dan suiker. Je kan bij maagzweer, 2 daags tot 50 gr zoethoutpoeder op eten of preventief zoethoutwortel gebruiken.
Referentie(s)
Yoon JY, Cha JM, Hong SS et al. Fermented milk containing Lactobacillus paracasei and Glycyrrhiza glabra has a beneficial effect in patients with Helicobacter pylori infection: A randomized, double-blind, placebo-controlled study. Medicine (Baltimore). 2019 Aug;98(35):e16601
woensdag, oktober 09, 2019
Bernagie geeft couragie
Niet dat het nu bernagiebloeitijd is, toch proberen in mijn Bretoense tuin de laatste hemelsblauwe bernagiebloemen de grauwe sombere regenwolken te verdrijven. Bernagie geeft couragie.
Al in de Romeinse tijd zei men van bernagie dat het de melancholie verdreef zelfs wanneer het op de grond werd gestrooid. 'lila ego borago gaudi semper ago', of zoals dat in de zestiende eeuw werd gezegd: 'ick die men noemt bernagie, gheef 't hert altijdt coragie'. Johan van Beverwijck haalde dit ook aan in zijn werk en schreef: 'en verweckt Blijschap des herten'. 'Bernagye ende Buglosse (ossetong) zijn goet voor de gene, die Flauw werden, verheugen de Swaarmoedige, en verquicken die uyt een langdurige sieckten komen'.
Ook Dodoens verwijst naar de verfrissende, opwekkende en ontspannende werking. Van desen cruyde/ en van zijnen bloemen schrijftmen/ dat zy in wijn gheleyt/ ende daer af ghedroncken/ den mensche vrolijck ende blijde maecken/ende alle droefheyt/ swaermoedicheyt/ ende melancholie verdrijven. Al houdt hij wel een slag onder de arm door dat 'schrijft men'. Toch is juist deze ontspannende werking van Borago de laatste jaren wat wetenschappelijk onderbouwd. Dioscorides en Dodoens waren ook niet gek!
De meest gebruikte naam is nu wel 'komkommerkruid', volgens sommigen omwille van de vorm van het zaad, maar meer waarschijnlijk om de koele, frisse smaak. In het Duits zegt men 'Gurkenkraut'. De blaadjes en de bloemen kunnen in de sla verwerkt worden.
Wat ook opvallend is, zijn de mooie bloemen die ietwat naar beneden hangen. Deze gekrulde bloemstengels, die men botanisch schichten noemt, zijn typisch voor de familie van de Ruwbladigen. In Vlaanderen werd de bernagie dan ook 'beschaamd meisje' genoemd.
In 1681 beschreef men een middel tegen de 'lammigheit, endie de spraak verloren hebben'. Men moest een handvol bernagie en guldenroede nemen, die in melk koken, een scheut oud bier toevoegen en daar een vol glas nuchter vandrinken. Tegen lammigheit en tegen melancholie wordt het nu niet meer gebruikt. Het is zelfs zo dat de plant de laatste jaren eerder negatief in het nieuws kwam, omdat het zoals vele andere ruwbladigen pyrrolizidine-alcaloïden bevat, stoffen die na langdurig gebruik de levercellen kunnen beschadigen.
Positief is dan weer dat de vette olie uit de zaden veel gammalinoleenzuur (GLA) bevat. Deze olie wordt zowel tegen eczeem, overgangsklachten, allergie en reuma gebruikt en bevat weinig of geen alkaloïden. Bernagie is zo, op een hele andere manier, aan een nieuw geneeskrachtig leven begonnen.
Al in de Romeinse tijd zei men van bernagie dat het de melancholie verdreef zelfs wanneer het op de grond werd gestrooid. 'lila ego borago gaudi semper ago', of zoals dat in de zestiende eeuw werd gezegd: 'ick die men noemt bernagie, gheef 't hert altijdt coragie'. Johan van Beverwijck haalde dit ook aan in zijn werk en schreef: 'en verweckt Blijschap des herten'. 'Bernagye ende Buglosse (ossetong) zijn goet voor de gene, die Flauw werden, verheugen de Swaarmoedige, en verquicken die uyt een langdurige sieckten komen'.
Ook Dodoens verwijst naar de verfrissende, opwekkende en ontspannende werking. Van desen cruyde/ en van zijnen bloemen schrijftmen/ dat zy in wijn gheleyt/ ende daer af ghedroncken/ den mensche vrolijck ende blijde maecken/ende alle droefheyt/ swaermoedicheyt/ ende melancholie verdrijven. Al houdt hij wel een slag onder de arm door dat 'schrijft men'. Toch is juist deze ontspannende werking van Borago de laatste jaren wat wetenschappelijk onderbouwd. Dioscorides en Dodoens waren ook niet gek!
De meest gebruikte naam is nu wel 'komkommerkruid', volgens sommigen omwille van de vorm van het zaad, maar meer waarschijnlijk om de koele, frisse smaak. In het Duits zegt men 'Gurkenkraut'. De blaadjes en de bloemen kunnen in de sla verwerkt worden.
Wat ook opvallend is, zijn de mooie bloemen die ietwat naar beneden hangen. Deze gekrulde bloemstengels, die men botanisch schichten noemt, zijn typisch voor de familie van de Ruwbladigen. In Vlaanderen werd de bernagie dan ook 'beschaamd meisje' genoemd.
In 1681 beschreef men een middel tegen de 'lammigheit, endie de spraak verloren hebben'. Men moest een handvol bernagie en guldenroede nemen, die in melk koken, een scheut oud bier toevoegen en daar een vol glas nuchter vandrinken. Tegen lammigheit en tegen melancholie wordt het nu niet meer gebruikt. Het is zelfs zo dat de plant de laatste jaren eerder negatief in het nieuws kwam, omdat het zoals vele andere ruwbladigen pyrrolizidine-alcaloïden bevat, stoffen die na langdurig gebruik de levercellen kunnen beschadigen.
Positief is dan weer dat de vette olie uit de zaden veel gammalinoleenzuur (GLA) bevat. Deze olie wordt zowel tegen eczeem, overgangsklachten, allergie en reuma gebruikt en bevat weinig of geen alkaloïden. Bernagie is zo, op een hele andere manier, aan een nieuw geneeskrachtig leven begonnen.
dinsdag, oktober 08, 2019
Migraine, natuurlijk bekeken
Moederkruid |
Moederkruid / Tanacetum parthenium |
Oorzaken
Hierbij moeten we onderscheid maken tussen oorzaken, die aan de basis liggen van het probleem, en triggers, die de aanvallen uitlokken, maar eigenlijk zelden de eigenlijke oorzaak zijn.
- Naast een erfelijke factor, spelen leefstijl, stress en psychische belasting, voeding en milieubelasting een belangrijke rol: op enkele decennia is de incidentie van migraine verdrievoudigd!
- Zowel endogene als exogene ontstekingsfactoren: gezien het basismechanisme een neurogene inflammatie is, zal ook het basaal ontstekingsniveau een belangrijke rol spelen.
- Maag en darmwerking, vooral darmflora, leverwerking (ontgifting) zijn mogelijke oorzaken van migraine.
- Ook hormonale factoren hebben een grote invloed
Triggers niet de oorzaak van migraine
De gangbare mening dat een migrainepatiënt enkel triggers dient te mijden, maar verder kerngezond is, lijkt mij verkeerd. Integendeel, het is meestal zo dat de meeste migrainepatiënten lijden aan andere ziektebeelden, en dat de migraineaanvallen eerder een teken van overbelasting zijn. Een op latere leeftijd plots optredende migraine is zeker een indicatie voor een verslechterde cardiovasculaire toestand en er zijn aanwijzingen dat er een verband is tussen angst en depressieve persoonlijkheidskenmerken en het risico op migraine.
Om migraine te voorkomen is het vooral belangrijk de ontvankelijkheid ervoor te verminderen: zorgen voor een goede basisgezondheid en (hormonale) evenwichten, en daarnaast risicofactoren vermijden.
De beste geneeskrachtige planten bij migraine
- Tanacetum parthenium / Moederkruid
- Zingeber / Gember
- Cannabis sativa / Hennep
- Petasites hybridus / Groot hoefblad
- Mentha piperita / Pepermunt (etherische olie)
- Lavandula / Lavendel (etherische olie)
- Leverplanten: Taraxacum, Cynara, Silybum
Het blad van de plant is ontstekingswerend (anti-inflammatoir) en pijnstillend door remming van ontstekingsmediatoren zoals prostaglandinen (PGE2) en thromboxanen, min of meer te vergelijken met de werking van aspirine
Het bladextract remt ook de allergiestoffen zoals histamine en serotonine, ook de afscheiding van serotonine uit humane bloedplaatjes wordt geremd, wat ook een rol kan spelen bij migraine,
De lichaamseigen stof tromboxane A2, die de arteriële vaatwanden samentrekt, wordt door moederkruid (parthenolide) geremd, waardoor de bloedvaten ontspannen (krampwerend op de bloedvaten). Allemaal farmacologische werkingen die een wetenschappelijke verklaring geven voor het gebruik van moederkruid bij migraine.
Bronnen en referenties
Het bladextract remt ook de allergiestoffen zoals histamine en serotonine, ook de afscheiding van serotonine uit humane bloedplaatjes wordt geremd, wat ook een rol kan spelen bij migraine,
De lichaamseigen stof tromboxane A2, die de arteriële vaatwanden samentrekt, wordt door moederkruid (parthenolide) geremd, waardoor de bloedvaten ontspannen (krampwerend op de bloedvaten). Allemaal farmacologische werkingen die een wetenschappelijke verklaring geven voor het gebruik van moederkruid bij migraine.
Bronnen en referenties
- Cady RK, Schreiber CP, Beach ME, Hart CC. Gelstat Migraine® (sublingually administered feverfew and ginger compound) for acute treatment of migraine when administered during the mild pain phase. Med Sci Monit. September 2005;11(9):PI65-PI69.
- Aegidius K, Zwart JA, Hagen K, Schei B, Stovner LJ: Oral contraceptives and increased headache prevalence - The Head-HUNT Study, Neurology 2006;66:349-353
- Becker WJ. Migraine and oral contraceptives. Can J Neurol Sci. 1997 Feb;24(1):16-21.
- https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/migraine
- https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/tanacetum-parthenium
zondag, oktober 06, 2019
Klimop als medicijn.
Als de bomen hun bladeren verliezen, valt het glimmend groen blad van de klimop des te meer op. Klimop is een geneeskrachtige plant maar wel ene met gebruiksaanwijzingen. Klimop bevat inhoudsstoffen die
een gunstige of juist een nadelige werking kunnen hebben
in of op het menselijk lichaam.
Jonge uitlopers en gedroogd blad werden al in het oude Egypte en Griekenland toegepast tegen hoofdpijn. Bladextracten waren slijmoplossend, zweetafdrijvend en koortsdrukkend en er werden ook magische krachten aan toegeschreven. Het zou bij uitwendig gebruik helpen bij builen en blauwe plekken. Dit sluit aan bij het hedendaagse volksgebruik van klimop in de wondverzorging als omslag bij brandwonden en zweren.
Tegenwoordig gaat het in de fytotherapie vooral om het gebruik van droogextracten die worden toegepast bij hoest als gevolg van longproblemen. Het extract heeft een antiseptische, mucolytische (slijmoplossende) en ontstekingsremmende werking die waarschijnlijk berust op de aanwezigheid van saponinen, met name alfa-hederine in het blad. Daarnaast wordt het inwendig gebruikt als pijnstiller tegen krampen.
Naast positieve eigenschappen kan het gebruik van klimop ook negatieve effecten hebben. Bij een te hoge concentratie van in de plant aanwezige saponin-glycosiden (waarvan de belangrijkste alfa-hederin, hederasaponin C en hederasaponin D zijn) zal er bij inname sprake zijn van vergiftigingsverschijnselen. Vooral bladeren en bessen bevatten genoemde stoffen. Het eten van grote hoeveelheden bessen leidt daarbij tot braken, diarree, koorts en stuipen. De bessen zijn erg bitter en nodigen niet uit tot consumptie. Het eten van bladeren kan leiden tot krampen. Contact met het plantensap uit de bladeren – bijvoorbeeld bij snoeiwerkzaamheden – kan leiden tot dermatitis; hiervoor wordt de stof falcarinol verantwoordelijk gehouden.
Hedendaags medicinaal gebruik
De toepassing bij luchtwegproblemen
met diverse triterpeensaponinen als belangrijkste actieve componenten, kwam in die loop van de 20ste eeuw steeds meer
centraal te staan. Enerzijds werd er altijd van uitgegaan dat de
saponinen een lichte keelirritatie opwekken die reflexmatig het
ophoesten bevordert. Anderzijds werden er spasmolytische
en bronchodilaterende effecten van het extract bij astmapatiënten vastgesteld. Die effecten bleken bij nader onderzoek
afkomstig van de saponinen maar flavonolderivaten bleken
ook bij te dragen aan het spasmolytisch effect.
In 2008 werd een ander werkingsmechanisme gesuggereerd en dit werd door in-vitro-onderzoek bevestigd: alfa-hederin in H. helix heeft beta-2-adrenerge* mimetische activiteit. Deze stof liet in vivo bij ratten ook nog een sterk leverbeschermende werking zien (tegen cadmiumvergiftiging). Daarnaast werken de verschillende saponinen mucolytisch en antibacterieel, onder andere tegen meticilline-resistente Staphylococcus aureus. In 2011 publiceerde de European Medicines Agency (EMA) haar monografie over klimopblad [7]. Het assessment report vermeldt dat klimop in zeer veel Europese landen op dat moment al een geneesmiddelenstatus heeft. Met name bij luchtwegaandoeningen bij kinderen (zoals astma en kinkhoest) wordt het veel gebruikt. Toch vermeldt de EMA als indicatie slechts natte hoest (well established use) en voor traditioneel gebruik: hoest bij verkoudheid. Omdat het om een tamelijk toxische plant gaat waarbij de dagdosering laag is – overeenkomend met 0,25-0,4 gram gedroogd blad per dag – zijn gestandaardiseerde bereidingen met bijvoorbeeld een droogextract de enige optie.
*β 2 ( beta 2 ) adrenerge receptor agonisten , ook wel adrenerge β 2 receptor agonisten , zijn een klasse van geneesmiddelen die inwerken op de β 2 adrenerge receptor . Net als andere β-adrenerge agonisten , veroorzaken ze de spieren soepel ontspanning. β 2 effecten adrenergische agonisten op gladde spieren veroorzaakt dilatatie van bronchiale passages , vasodilatatie in spieren en lever , ontspanning van de baarmoeder spieren en afgifte van insuline . Ze worden voornamelijk gebruikt voor de behandeling van astma en andere pulmonale aandoeningen, zoals COPD .
Referenties
Jonge uitlopers en gedroogd blad werden al in het oude Egypte en Griekenland toegepast tegen hoofdpijn. Bladextracten waren slijmoplossend, zweetafdrijvend en koortsdrukkend en er werden ook magische krachten aan toegeschreven. Het zou bij uitwendig gebruik helpen bij builen en blauwe plekken. Dit sluit aan bij het hedendaagse volksgebruik van klimop in de wondverzorging als omslag bij brandwonden en zweren.
Tegenwoordig gaat het in de fytotherapie vooral om het gebruik van droogextracten die worden toegepast bij hoest als gevolg van longproblemen. Het extract heeft een antiseptische, mucolytische (slijmoplossende) en ontstekingsremmende werking die waarschijnlijk berust op de aanwezigheid van saponinen, met name alfa-hederine in het blad. Daarnaast wordt het inwendig gebruikt als pijnstiller tegen krampen.
Naast positieve eigenschappen kan het gebruik van klimop ook negatieve effecten hebben. Bij een te hoge concentratie van in de plant aanwezige saponin-glycosiden (waarvan de belangrijkste alfa-hederin, hederasaponin C en hederasaponin D zijn) zal er bij inname sprake zijn van vergiftigingsverschijnselen. Vooral bladeren en bessen bevatten genoemde stoffen. Het eten van grote hoeveelheden bessen leidt daarbij tot braken, diarree, koorts en stuipen. De bessen zijn erg bitter en nodigen niet uit tot consumptie. Het eten van bladeren kan leiden tot krampen. Contact met het plantensap uit de bladeren – bijvoorbeeld bij snoeiwerkzaamheden – kan leiden tot dermatitis; hiervoor wordt de stof falcarinol verantwoordelijk gehouden.
Hedendaags medicinaal gebruik
In 2008 werd een ander werkingsmechanisme gesuggereerd en dit werd door in-vitro-onderzoek bevestigd: alfa-hederin in H. helix heeft beta-2-adrenerge* mimetische activiteit. Deze stof liet in vivo bij ratten ook nog een sterk leverbeschermende werking zien (tegen cadmiumvergiftiging). Daarnaast werken de verschillende saponinen mucolytisch en antibacterieel, onder andere tegen meticilline-resistente Staphylococcus aureus. In 2011 publiceerde de European Medicines Agency (EMA) haar monografie over klimopblad [7]. Het assessment report vermeldt dat klimop in zeer veel Europese landen op dat moment al een geneesmiddelenstatus heeft. Met name bij luchtwegaandoeningen bij kinderen (zoals astma en kinkhoest) wordt het veel gebruikt. Toch vermeldt de EMA als indicatie slechts natte hoest (well established use) en voor traditioneel gebruik: hoest bij verkoudheid. Omdat het om een tamelijk toxische plant gaat waarbij de dagdosering laag is – overeenkomend met 0,25-0,4 gram gedroogd blad per dag – zijn gestandaardiseerde bereidingen met bijvoorbeeld een droogextract de enige optie.
*β 2 ( beta 2 ) adrenerge receptor agonisten , ook wel adrenerge β 2 receptor agonisten , zijn een klasse van geneesmiddelen die inwerken op de β 2 adrenerge receptor . Net als andere β-adrenerge agonisten , veroorzaken ze de spieren soepel ontspanning. β 2 effecten adrenergische agonisten op gladde spieren veroorzaakt dilatatie van bronchiale passages , vasodilatatie in spieren en lever , ontspanning van de baarmoeder spieren en afgifte van insuline . Ze worden voornamelijk gebruikt voor de behandeling van astma en andere pulmonale aandoeningen, zoals COPD .
Referenties
- De Cleene M, Lejeune MC. Compendium van rituele planten in Europa. Mens en Kultuur, Gent, 1999.
- European Medicines Agency. Community herbal monograph on Hedera helix L., folium. 2011
- Holzinger F, Chenot JF. Systematic review of clinical trials assessing the effectiveness of ivy leaf (Hedera helix) for acute upper respiratory tract infections. Evid Based Complement Alternat Med 2011;2011:382789;doi:10.1155/2011/382789.
dinsdag, september 24, 2019
Knobbelige aardpeer goed voor onze darmflora
Aardpeer, die ouderwetse knobbelige groente wordt weer populair. De aardpeer vindt haar oorsprong in Noord-Amerika, waar ze eeuwenlang door de indianen als voedselplant werd gebruikt.
De aardpeer behoort tot het geslacht van de zonnebloemen. In tegenstelling tot de gewone zonnebloem (Helianthus annuus), is de aardpeer een overblijvende plant, die zich niet door middel van zaden maar door knollen vermenigvuldigt. Dit gewas vindt haar oorsprong in Noord-Amerika, waar ze eeuwenlang door de Indianen als voedselplant werd gebruikt. Rond het einde van de 16e eeuw kwam ze naar Europa. Hondius was een van de eerste Europeanen die in zijn kruidentuin van het buitengoed 'De Moufeschans' bij Terneuzen aardperen kweekte. Van daaruit verspreidde de plant zich over Zeeland en later over Vlaanderen. Rond 1600 werd de aardpeer de hoofdbron van koolhydraten in het West-Europese dieet totdat de aardappel het overnam in de 18° eeuw.
Dodonaeus
Voor Dodoens waren de aardperen nog nieuw, toch werden ze in zijn Cruydt-Boeck aangeprezen: ‘Die van Canada eten deze wortels voor een lekkere, doch gewone spijs. Hier te lande en in Frankrijk gegroeid worden ze gekookt en met peper gegeten. In Zeeland zijn ze ook in groot gebruik van half november af (want dan mag men ze goed beginnen uit de aarde te nemen) tot Pasen toe. Men mag ze koken, in meel wentelen, in boter fruiten of in de pan bakken en met suiker besproeien net zoals de suikerwortels of koken tussen twee schotels of anders in boter of olie stoven en met peper en gember, foelie of andere specerijen zoals kaneel en kruidnagelpoeder eten of met een saus van boter en azijn. De bladeren mag men in moes doen’.
Gezondheidsvoedsel
De stengels en de bladeren dienen als voer voor konijnen en vee; de wortelknol is daarentegen een smakelijk alternatief voor aardappelen. Omdat hij als suikers hoofdzakelijk uit fructose opgebouwde inuline bevat, is de aardpeer een geschikte groente voor diabetici. Inuline wordt niet omgezet tot zetmeel, maar wordt gefermenteerd in de dikke darm door goedaardige darmbacteriën, waardoor ze de darmflora gunstig beïnvloeden.
De knoestige knollen kunnen als aardappelen gegeten worden, alleen is de smaak duidelijk anders, zoet en waterachtig, ze smaken eerder naar artisjok, vandaar ook de Engelse benaming Jerusalem artichoke.
Aardperen zijn caloriearm, ze bevatten per 100 gr 16 gram koolhydraten, 2,5 gram eiwit, 0,4 gram vet, 4 milligram vitamine C, 10 milligram calcium, 3,5 milligram ijzer.
Ze zijn ook bij ons al lang bekend als gezondheidsvoedsel voor diabetici, ze zijn ook bijzonder geschikt als bulkvoedsel bij vermageringsdieeten en hun belangrijkste gezondheidswaarde is het verbeteren van de darmflora.
https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/86130-aardpeer-groente-en-geneeskruid.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/helianthus-tuberosis-aardpeer
De aardpeer behoort tot het geslacht van de zonnebloemen. In tegenstelling tot de gewone zonnebloem (Helianthus annuus), is de aardpeer een overblijvende plant, die zich niet door middel van zaden maar door knollen vermenigvuldigt. Dit gewas vindt haar oorsprong in Noord-Amerika, waar ze eeuwenlang door de Indianen als voedselplant werd gebruikt. Rond het einde van de 16e eeuw kwam ze naar Europa. Hondius was een van de eerste Europeanen die in zijn kruidentuin van het buitengoed 'De Moufeschans' bij Terneuzen aardperen kweekte. Van daaruit verspreidde de plant zich over Zeeland en later over Vlaanderen. Rond 1600 werd de aardpeer de hoofdbron van koolhydraten in het West-Europese dieet totdat de aardappel het overnam in de 18° eeuw.
Dodonaeus
Voor Dodoens waren de aardperen nog nieuw, toch werden ze in zijn Cruydt-Boeck aangeprezen: ‘Die van Canada eten deze wortels voor een lekkere, doch gewone spijs. Hier te lande en in Frankrijk gegroeid worden ze gekookt en met peper gegeten. In Zeeland zijn ze ook in groot gebruik van half november af (want dan mag men ze goed beginnen uit de aarde te nemen) tot Pasen toe. Men mag ze koken, in meel wentelen, in boter fruiten of in de pan bakken en met suiker besproeien net zoals de suikerwortels of koken tussen twee schotels of anders in boter of olie stoven en met peper en gember, foelie of andere specerijen zoals kaneel en kruidnagelpoeder eten of met een saus van boter en azijn. De bladeren mag men in moes doen’.
De stengels en de bladeren dienen als voer voor konijnen en vee; de wortelknol is daarentegen een smakelijk alternatief voor aardappelen. Omdat hij als suikers hoofdzakelijk uit fructose opgebouwde inuline bevat, is de aardpeer een geschikte groente voor diabetici. Inuline wordt niet omgezet tot zetmeel, maar wordt gefermenteerd in de dikke darm door goedaardige darmbacteriën, waardoor ze de darmflora gunstig beïnvloeden.
De knoestige knollen kunnen als aardappelen gegeten worden, alleen is de smaak duidelijk anders, zoet en waterachtig, ze smaken eerder naar artisjok, vandaar ook de Engelse benaming Jerusalem artichoke.
Aardperen zijn caloriearm, ze bevatten per 100 gr 16 gram koolhydraten, 2,5 gram eiwit, 0,4 gram vet, 4 milligram vitamine C, 10 milligram calcium, 3,5 milligram ijzer.
Ze zijn ook bij ons al lang bekend als gezondheidsvoedsel voor diabetici, ze zijn ook bijzonder geschikt als bulkvoedsel bij vermageringsdieeten en hun belangrijkste gezondheidswaarde is het verbeteren van de darmflora.
https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/86130-aardpeer-groente-en-geneeskruid.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/helianthus-tuberosis-aardpeer
zondag, september 22, 2019
Hop hop hop
Tijdens onze kruidenwandeling bij Hastiere in de Maasvallei vonden we nog nog mooie, groene hopbellen. Deze vrouwelijke bloeiwijzen zijn vooral bekend om hun sedatieve en oestrogene werking.
Bierbrouwers gebruiken de hopplant Humulus lupulus als smaakmaker voor hun product, de supplementenindustrie gebruikt diezelfde plant als bron van allerlei interessante bioactieve stoffen. Hop bevat onder meer humulones en lupulones. Dierstudies en in vitro-studies suggereren dat die stoffen via de GABA-receptor een antidepressieve en rustgevende werking hebben.
Studie
Suppletie met een extract van hop [Humulus lupulus] zorgt ervoor dat mensen die zich depressief, angstig of gestrest voelen beter in hun vel gaan zitten. Dat schrijven Griekse onderzoekers, verbonden aan de universiteit van Harokopio, in het wetenschappelijk tijdschrift Hormones.
De onderzoekers gaven 36 volwassen proefpersonen, die in milde mate last hadden van depressie, angst en stress, gedurende 4 weken een supplement met een extract van Humulus lupulus. Dagelijks slikten de proefpersonen 2 capsules, en in elke capsule zat 200 milligram extract.
Bij een andere gelegenheid slikten de proefpersonen gedurende 4 weken een placebo.
Voor en na de suppletieperiode vulden de proefpersonen een gestandaardiseerde vragenlijst in: de Depression Anxiety Stress Scale-21 [ASS-21].
Resultaten
Of de proefpersonen nu een placebo slikten of een supplement met Humulus lupulus-extract, hun gevoelens van depressie, angst en stress namen af. Maar de afname was significant groter als de proefpersonen het hopextract gebruikten.
Conclusie
"Our study presents novel data showing that daily supplementation with a commercially available hops dry extract for a 4-week period in a cohort of otherwise healthy young adults with at least mild self-reported depression, anxiety and stress symptoms can significantly reduce the levels of all these symptoms", resumeren de onderzoekers.
"This finding adds to the existing literature on the hops induced effects, since most of the existing clinical studies have used combinations of hops with other sedative plant extracts."
"Longer studies are required to explore the long-term efficacy and safety of this intervention, which should be also studied in older patients with depression and/or anxiety/stress disorders."
Bierbrouwers gebruiken de hopplant Humulus lupulus als smaakmaker voor hun product, de supplementenindustrie gebruikt diezelfde plant als bron van allerlei interessante bioactieve stoffen. Hop bevat onder meer humulones en lupulones. Dierstudies en in vitro-studies suggereren dat die stoffen via de GABA-receptor een antidepressieve en rustgevende werking hebben.
Studie
Suppletie met een extract van hop [Humulus lupulus] zorgt ervoor dat mensen die zich depressief, angstig of gestrest voelen beter in hun vel gaan zitten. Dat schrijven Griekse onderzoekers, verbonden aan de universiteit van Harokopio, in het wetenschappelijk tijdschrift Hormones.
De onderzoekers gaven 36 volwassen proefpersonen, die in milde mate last hadden van depressie, angst en stress, gedurende 4 weken een supplement met een extract van Humulus lupulus. Dagelijks slikten de proefpersonen 2 capsules, en in elke capsule zat 200 milligram extract.
Bij een andere gelegenheid slikten de proefpersonen gedurende 4 weken een placebo.
Voor en na de suppletieperiode vulden de proefpersonen een gestandaardiseerde vragenlijst in: de Depression Anxiety Stress Scale-21 [ASS-21].
Resultaten
Of de proefpersonen nu een placebo slikten of een supplement met Humulus lupulus-extract, hun gevoelens van depressie, angst en stress namen af. Maar de afname was significant groter als de proefpersonen het hopextract gebruikten.
Conclusie
"Our study presents novel data showing that daily supplementation with a commercially available hops dry extract for a 4-week period in a cohort of otherwise healthy young adults with at least mild self-reported depression, anxiety and stress symptoms can significantly reduce the levels of all these symptoms", resumeren de onderzoekers.
"This finding adds to the existing literature on the hops induced effects, since most of the existing clinical studies have used combinations of hops with other sedative plant extracts."
"Longer studies are required to explore the long-term efficacy and safety of this intervention, which should be also studied in older patients with depression and/or anxiety/stress disorders."
donderdag, september 12, 2019
Vliersiroop
Vlierbessen zijn bij de meeste mensen wel bekend. De donkere, paarse vruchten van Sambucus nigra hangen vanaf september volop aan de grillige vlierstruiken, de bessen moeten wel goed rijp geplukt worden. Niet alleen omdat dan de smaak beter is maar ook omdat in de onrijpe, groene bessen nog wat giftige blauwzuurverbindingen kunnen voorkomen.
Vliersiroop maken
Voor ongeveer een liter vliersiroop, pluk je een stuk of 4 à 5 trossen die liefst zo rijp mogelijk zijn. Kies mooie donkere trossen, met zo weinig mogelijk licht gekleurde besjes ertussen.
Op vlierstruiken en in de vliertrossen huizen vaak allerhande insecten. Spoel daarom eerst de trossen in
hun geheel, het eenvoudigst is om ze bijvoorbeeld in een gootsteen vol met water te leggen totdat ze volledig onder water zitten.
Een trucje om onrijpe bessen eruit te halen, is ze eerst van de steeltjes te halen, en dan pas te spoelen, onrijpe besjes zijn lichter dan water en komen bovendrijven, de rijpe zakken naar de bodem.
Neem een groot afsluitbaar recipiënt en verzamel hierin alle rijpe bessen. Je kan ze gemakkelijk van de trossen afritsen met behulp van een vork. Verwijder hierbij alle rotte en onrijpe bessen.
Giet nu rode wijn in het recipiënt totdat de bessen onder staan. Experimenteer wat met de soort wijn om de smaak aan te passen als je tenminste de siroop ook als een limonadedrank zou willen gebruiken.
Plet met een vork of lepel zoveel mogelijk besjes in de wijn, zodat de pitjes komen bovendrijven.
Dit maakt het contact tussen de besjes en de wijn beter. Sluit het recipiënt af, en laat het 1 à 2 dagen
staan.
Als het mengsel 1 à 2 dagen "gerijpt" heeft, filter het dan rechtstreeks in een steelpan. Voeg nu aan het bekomen wijn-sap-mengel de helft van dit volume aan suiker toe. Ik heb biologische ruwe rietsuiker gebruikt, maar gewone witte suiker, of andere zoetstoffen kunnen ook gebruikt worden.
Kook het suiker-sap-wijn mengsel op gedurende ongeveer 10 minuten. Meestal komt er wat schuim op drijven, dit kan je eraf scheppen. Na 10 minuten is de vliersiroop klaar.
Giet de siroop heet in verschillende kleine, hittebestendige flesjes (200 cc), en sluit deze goed af.
De vliersiroop blijft enkele maanden goed. Je kan hem voor de zekerheid in de koelkast bewaren.
Varianten kun je maken door het toevoegen van enkele specerijen, vooral dan kaneel enkruidnagel, niet alleen krijg je dan een andere (betere) smaak maar ook een aanvullende geneeskrachtige werking.
Vliersiroop is een klassiek middel bij verkoudheid en vooral bij virale infecties zoals griep. Een grog, een soort glühwein kun je maken door deze verdunde siroop te verwarmen, eventueel nog wat extra kruidnagel, kaneel of sinaasappel toe te voegen en zeer warm op te drinken.Natuurlijk is deze siroop verdund met spuitwater ook geschikt als limonade en verder ook te gebruiken in yoghurt, pudding of op pannenkoeken.
Wetenschappelijk onderzoek met vlierbessen
Vliersiroop maken
Voor ongeveer een liter vliersiroop, pluk je een stuk of 4 à 5 trossen die liefst zo rijp mogelijk zijn. Kies mooie donkere trossen, met zo weinig mogelijk licht gekleurde besjes ertussen.
Op vlierstruiken en in de vliertrossen huizen vaak allerhande insecten. Spoel daarom eerst de trossen in
hun geheel, het eenvoudigst is om ze bijvoorbeeld in een gootsteen vol met water te leggen totdat ze volledig onder water zitten.
Een trucje om onrijpe bessen eruit te halen, is ze eerst van de steeltjes te halen, en dan pas te spoelen, onrijpe besjes zijn lichter dan water en komen bovendrijven, de rijpe zakken naar de bodem.
Neem een groot afsluitbaar recipiënt en verzamel hierin alle rijpe bessen. Je kan ze gemakkelijk van de trossen afritsen met behulp van een vork. Verwijder hierbij alle rotte en onrijpe bessen.
Giet nu rode wijn in het recipiënt totdat de bessen onder staan. Experimenteer wat met de soort wijn om de smaak aan te passen als je tenminste de siroop ook als een limonadedrank zou willen gebruiken.
Plet met een vork of lepel zoveel mogelijk besjes in de wijn, zodat de pitjes komen bovendrijven.
Dit maakt het contact tussen de besjes en de wijn beter. Sluit het recipiënt af, en laat het 1 à 2 dagen
staan.
Als het mengsel 1 à 2 dagen "gerijpt" heeft, filter het dan rechtstreeks in een steelpan. Voeg nu aan het bekomen wijn-sap-mengel de helft van dit volume aan suiker toe. Ik heb biologische ruwe rietsuiker gebruikt, maar gewone witte suiker, of andere zoetstoffen kunnen ook gebruikt worden.
Kook het suiker-sap-wijn mengsel op gedurende ongeveer 10 minuten. Meestal komt er wat schuim op drijven, dit kan je eraf scheppen. Na 10 minuten is de vliersiroop klaar.
Giet de siroop heet in verschillende kleine, hittebestendige flesjes (200 cc), en sluit deze goed af.
De vliersiroop blijft enkele maanden goed. Je kan hem voor de zekerheid in de koelkast bewaren.
Varianten kun je maken door het toevoegen van enkele specerijen, vooral dan kaneel enkruidnagel, niet alleen krijg je dan een andere (betere) smaak maar ook een aanvullende geneeskrachtige werking.
Vliersiroop is een klassiek middel bij verkoudheid en vooral bij virale infecties zoals griep. Een grog, een soort glühwein kun je maken door deze verdunde siroop te verwarmen, eventueel nog wat extra kruidnagel, kaneel of sinaasappel toe te voegen en zeer warm op te drinken.Natuurlijk is deze siroop verdund met spuitwater ook geschikt als limonade en verder ook te gebruiken in yoghurt, pudding of op pannenkoeken.
Wetenschappelijk onderzoek met vlierbessen
- J Agric Food Chem. 2010 Sep 22;58(18):10143-6. Elderberry (Sambucus nigra L.) wine: a product rich in health promoting compounds.Total phenolic content of elderberry must and wine ranged up to 2004.13 GAE L(-1). Antioxidative potential of elderberry wine was in the range of red wine, and a tight correlation was detected between total phenolic content and antioxidative potential of elderberry wine. Anthocyanins were the most abundant phenolics in elderberry wine
- Krawitz C, Mraheil MA, Stein M, Imirzalioglu C, Domann E, Pleschka S, Hain T. Inhibitory activity of a standardized elderberry liquid extract against clinically-relevant human respiratory
maandag, september 09, 2019
Rozenbotteljam
Veel wilde en andere medicinale vruchten zijn nu te oogsten. Rozenbottels natuurlijk, Rosa
canina en Rosa rugosa. Deze laatste, Rimpelroos of Japanse bottelroos is veel vleziger dan onze
Hondsroos, je vind ze veel in de duinen, maar ook in de stedelijke plantsoenen, alhoewel dat
natuurlijk niet de properste plaatsen zijn om ze te plukken. Wacht niet te lang, want als deze
vruchten goed rijp zijn, vinden witte wormpjes het vruchtvlees ook wel smakelijk en gezond.
Soms kun je nu zelfs nog wat bloemen van de tweede bloei plukken, deze bloemen zijn bijzonder aromatisch en geschikt om een naar rozen geurende gelei of siroop te maken. Niet alleen rozenbottels, maar ook duindoorn en meidoornbessen kunnen nu geplukt worden.
Rozengelei of siroop
Een zeer eenvoudige rozensiroop kun je maken door een laagje bloemblaadjes van de rimpelroos om en om de bestrooien met suiker, ongeveer 1 week in een glazen bokaal op kamertemperatuur te laten trekken en dan uit te zeven. Je krijgt dan een zeer aromatische, wel nogal vloeibare siroop, die een licht ontsmettende en samentrekkende werking heeft en dus tegen keelpijn en heesheid werkzaam is. Maar natuurlijk kan hij ook als lekkernij op pannenkoeken of in nagerechten gebruikt worden. Om deze siroop langer te bewaren moet je evenveel suiker als rozenblaadjes gebruiken en eventueel de gevulde potjes of flesjes pasteuriseren.
Recept Rozenbotteljam.
Pluk de bottels (Rosa rimpelroos) als ze donkerrood zijn, eventueel een nachtje in de vriezer (daar worden ze zoeter van). Snijd ze doormidden en verwijder de kroon en de zaadje. Was ze goed af met koud water. Zet ze op met de witte wijn
Recept Rozenbotteljam.
400 g rozenbottels eventueel met ander fruit (framboos) of meidoornbessen
100 g suiker
75 ml sinaasappelsap
1 onbespoten citroen (schil en sap)
1 kaneelstokje, circa 100 g geleisuiker
Was de rozenbottels, maak ze schoon en halveer ze. Verwijder de pitjes. Doe hierna de bottels in een pan, bedek ze met de suiker en laat dit een nacht staan.
Voeg de volgende dag 75 ml water toe en breng het geheel aan de kook. Voeg dan ook het sinaasappelsap toe en laat alles 15 minuten sudderen. Wel af en toe te blijven roeren. Was de citroen met heet water, schil hem en pers het sap uit. Doe de schil en het sap met het kaneelstokje en de geleisuiker bij de bottels. Laat het geheel nog eens 5 minuten sudderen. Druk de massa boven een pan door een zeef en breng de jam opnieuw aan de kook. Giet of schep de jam vervolgens heet in de schone potjes (soda of vaatwasser!), sluit deze goed af en laat ondersteboven afkoelen.
Over de naam Rosa canina / Hondsroos
Canina is Latijns voor hond, een soort scheldwoord in de betekenis van: geen roos voor de tuin, een rotroos. Hondsroos, Duits Hundsrose, Engels dogs rose of dog briar, Frans rose de chien.
Vele fabels zijn hierover. Oude tuinlieden geloven dat deze plant gebruikt kon worden om hondsdolheid te genezen. Zo ook de Romeinen die geloofden dat een hieruit vervaardigde essence goed zou zijn tegen hondsdolheid. Plinius verhaalt dat een Romeinse soldaat gebeten was door een dolle hond en door zijn moeder was genezen met de wortel van de hondsroos. Zijn genezende krachten waren aan haar geopenbaard in een droom, vandaar de naam canina. Ook was de plant zo bekend bij de Grieken die het semina cynosbati noemden, kynos: is hond, en batos: is doornstruik. Honds‑roos bevat vele vitaminen en andere bestanddelen, waar een drankje van werd gemaakt die bijzonder geschikt was voor oude honden. Theophrastus beschrijft de hondsroos als een boomachtige struik en spreekt van de humbug van de farmacologen die bij het uitgraven van de wortel vreemde gebruiken toepassen. Zoals dat de vruchten van de hondsroos met afgewend gezicht geplukt moeten worden waardoor de ogen geen gevaar lopen.
canina en Rosa rugosa. Deze laatste, Rimpelroos of Japanse bottelroos is veel vleziger dan onze
Hondsroos, je vind ze veel in de duinen, maar ook in de stedelijke plantsoenen, alhoewel dat
natuurlijk niet de properste plaatsen zijn om ze te plukken. Wacht niet te lang, want als deze
vruchten goed rijp zijn, vinden witte wormpjes het vruchtvlees ook wel smakelijk en gezond.
Soms kun je nu zelfs nog wat bloemen van de tweede bloei plukken, deze bloemen zijn bijzonder aromatisch en geschikt om een naar rozen geurende gelei of siroop te maken. Niet alleen rozenbottels, maar ook duindoorn en meidoornbessen kunnen nu geplukt worden.
Rozengelei of siroop
Een zeer eenvoudige rozensiroop kun je maken door een laagje bloemblaadjes van de rimpelroos om en om de bestrooien met suiker, ongeveer 1 week in een glazen bokaal op kamertemperatuur te laten trekken en dan uit te zeven. Je krijgt dan een zeer aromatische, wel nogal vloeibare siroop, die een licht ontsmettende en samentrekkende werking heeft en dus tegen keelpijn en heesheid werkzaam is. Maar natuurlijk kan hij ook als lekkernij op pannenkoeken of in nagerechten gebruikt worden. Om deze siroop langer te bewaren moet je evenveel suiker als rozenblaadjes gebruiken en eventueel de gevulde potjes of flesjes pasteuriseren.
Recept Rozenbotteljam.
Pluk de bottels (Rosa rimpelroos) als ze donkerrood zijn, eventueel een nachtje in de vriezer (daar worden ze zoeter van). Snijd ze doormidden en verwijder de kroon en de zaadje. Was ze goed af met koud water. Zet ze op met de witte wijn
- Kook de wijn met de bottels al roerend tot een papje
- Laat 15 minuten koken en druk daarna de bottels door een zeef
- Voeg dan al roerend de suiker toe totdat deze is opgelost
- Voeg eventueel nog wat rozenblaadjes toe
- Haal de pan van het vuur en roer de rozenblaadjes door de jam
- Verdeel over goed schoongemaakte potjes
Recept Rozenbotteljam.
400 g rozenbottels eventueel met ander fruit (framboos) of meidoornbessen
100 g suiker
75 ml sinaasappelsap
1 onbespoten citroen (schil en sap)
1 kaneelstokje, circa 100 g geleisuiker
Was de rozenbottels, maak ze schoon en halveer ze. Verwijder de pitjes. Doe hierna de bottels in een pan, bedek ze met de suiker en laat dit een nacht staan.
Voeg de volgende dag 75 ml water toe en breng het geheel aan de kook. Voeg dan ook het sinaasappelsap toe en laat alles 15 minuten sudderen. Wel af en toe te blijven roeren. Was de citroen met heet water, schil hem en pers het sap uit. Doe de schil en het sap met het kaneelstokje en de geleisuiker bij de bottels. Laat het geheel nog eens 5 minuten sudderen. Druk de massa boven een pan door een zeef en breng de jam opnieuw aan de kook. Giet of schep de jam vervolgens heet in de schone potjes (soda of vaatwasser!), sluit deze goed af en laat ondersteboven afkoelen.
Over de naam Rosa canina / Hondsroos
Canina is Latijns voor hond, een soort scheldwoord in de betekenis van: geen roos voor de tuin, een rotroos. Hondsroos, Duits Hundsrose, Engels dogs rose of dog briar, Frans rose de chien.
Vele fabels zijn hierover. Oude tuinlieden geloven dat deze plant gebruikt kon worden om hondsdolheid te genezen. Zo ook de Romeinen die geloofden dat een hieruit vervaardigde essence goed zou zijn tegen hondsdolheid. Plinius verhaalt dat een Romeinse soldaat gebeten was door een dolle hond en door zijn moeder was genezen met de wortel van de hondsroos. Zijn genezende krachten waren aan haar geopenbaard in een droom, vandaar de naam canina. Ook was de plant zo bekend bij de Grieken die het semina cynosbati noemden, kynos: is hond, en batos: is doornstruik. Honds‑roos bevat vele vitaminen en andere bestanddelen, waar een drankje van werd gemaakt die bijzonder geschikt was voor oude honden. Theophrastus beschrijft de hondsroos als een boomachtige struik en spreekt van de humbug van de farmacologen die bij het uitgraven van de wortel vreemde gebruiken toepassen. Zoals dat de vruchten van de hondsroos met afgewend gezicht geplukt moeten worden waardoor de ogen geen gevaar lopen.
vrijdag, september 06, 2019
Paddenstoel
In de tuin op de wortels van een omgewaaide, oude populier groeien nu massaal bruine paddenstoelen. Volgens sommige deskundigen zouden het prachtvlamhoeden zijn met de officiële naam Gymnopilus junonius.
De genusnaam Gymnopilus betekent "naakte hoed", de soortnaam junonius is een verwijzing naar Juno, de godin die de echtgenote was van de oppergod Jupiter. Gymnopilus spectabilis en Pholiota spectabilis zijn synoniemen van Gymnopilus junonius. Spectabilis betekent "bezienswaardig", "opmerkelijk" of "fraai" (2).
Prachtvlamhoeden smaken enorm bitter (maar niet alle mensen kunnen dit proeven (3)) en zijn giftig. De bitter smakende stoffen (oligo-isoprenoïden) tasten het zenuwstelsel aan en kunnen braken en ingewandsstoornissen veroorzaken (11). De vruchtlichamen kunnen bovendien hallucinogene stoffen bevatten (psilocybine en psilocine), maar deze kunnen ook ontbreken (1,5,8). In het oosten van de VS en in Japan zijn de concentraties hoger dan in Europa. In Japan wordt de prachtvlamhoed waraitake genoemd, wat "giftige paddenstoel" betekent maar ook ohwaraitake "de paddenstoel van het groot gelach". Het eten van de prachtvlamhoed wordt daar geassocieerd met onbedaarlijke lachbuien en impulsief gedrag (4,6,10). De zwam bevat ook nog cytostatica (7).
Literatuur
1. Buck RW (1967) Psychedelic effect of Pholiota spectabilis. N Engl J Med 276:391-392.
2. Gymnopilus junonius (Fr.) P.D.Orton - Spectacular Rustgill. Webdocument op www.first-nature.com.
3. Hallock RM (2007) The taste of mushrooms. McIlvainea 17:33-41.
4. Emberger G (2008) Gymnopilus junonius. Webdocument op www.messiah.edu/oakes/fungi_on_wood.
5. Hatfield GM, Brady LR (1969) Occurrence of bis-noryangonin in Gymnopilus spectabilis. J Pharm Sci 58:1298–1299.
6. Jewell K, Volk T (2005) Gymnopilus spectabilis, the Waraitake or Big Laughing Gym, a hallucinogenic mushroom. Webdocument op botit.botany.wisc.edu/toms_fungi.
7. Kim KH, Choi SU, Lee KR (2012) Gymnopilin K: a new cytotoxic gymnopilin from Gymnopilus spectabilis. J.Antibiotics 65:135-137.
8. Kusano G, Koike Y, Inoue H, Nozoe S (1986) The constituents of Gymnopilus spectabilis. Chem Pharm Bull 34:3465-3470.
9. Miyazaki S, Kitamura N, Nishio A, Tanaka S, Kayano T, Moriya T, Ichiyanagi T, Shimomura N, Shibuya I, Aimi T (2012) Gymnopilin – a substance produced by the hallucinogenic mushroom, Gymnopilus junonius – mobilizes intracellular Ca2+ in dorsal root ganglion cells. Biomed Res 33:111-118.
10. Sanford JH (1972) Japan’s “Laughing Mushrooms”. Economic Botany 26:174-181.
11. Tanaka M, Hashimoto K, Okuno T, Shirahama H (1993) Neurotoxic oligoisoprenoids of the hallucinogenic mushroom, Gymnopilus spectabilis. Phytochemistry 34:661-664.
12. Taylor M (1983) Some common fungi of Auckland city. TANE (Journal of the Auckland University Field Club) 29:133-142.
13. Walters MB (1965) Pholiota spectabilis, a hallucinogenic fungus. Mycologia 57:837-838.
De genusnaam Gymnopilus betekent "naakte hoed", de soortnaam junonius is een verwijzing naar Juno, de godin die de echtgenote was van de oppergod Jupiter. Gymnopilus spectabilis en Pholiota spectabilis zijn synoniemen van Gymnopilus junonius. Spectabilis betekent "bezienswaardig", "opmerkelijk" of "fraai" (2).
Prachtvlamhoeden smaken enorm bitter (maar niet alle mensen kunnen dit proeven (3)) en zijn giftig. De bitter smakende stoffen (oligo-isoprenoïden) tasten het zenuwstelsel aan en kunnen braken en ingewandsstoornissen veroorzaken (11). De vruchtlichamen kunnen bovendien hallucinogene stoffen bevatten (psilocybine en psilocine), maar deze kunnen ook ontbreken (1,5,8). In het oosten van de VS en in Japan zijn de concentraties hoger dan in Europa. In Japan wordt de prachtvlamhoed waraitake genoemd, wat "giftige paddenstoel" betekent maar ook ohwaraitake "de paddenstoel van het groot gelach". Het eten van de prachtvlamhoed wordt daar geassocieerd met onbedaarlijke lachbuien en impulsief gedrag (4,6,10). De zwam bevat ook nog cytostatica (7).
Literatuur
1. Buck RW (1967) Psychedelic effect of Pholiota spectabilis. N Engl J Med 276:391-392.
2. Gymnopilus junonius (Fr.) P.D.Orton - Spectacular Rustgill. Webdocument op www.first-nature.com.
3. Hallock RM (2007) The taste of mushrooms. McIlvainea 17:33-41.
4. Emberger G (2008) Gymnopilus junonius. Webdocument op www.messiah.edu/oakes/fungi_on_wood.
5. Hatfield GM, Brady LR (1969) Occurrence of bis-noryangonin in Gymnopilus spectabilis. J Pharm Sci 58:1298–1299.
6. Jewell K, Volk T (2005) Gymnopilus spectabilis, the Waraitake or Big Laughing Gym, a hallucinogenic mushroom. Webdocument op botit.botany.wisc.edu/toms_fungi.
7. Kim KH, Choi SU, Lee KR (2012) Gymnopilin K: a new cytotoxic gymnopilin from Gymnopilus spectabilis. J.Antibiotics 65:135-137.
8. Kusano G, Koike Y, Inoue H, Nozoe S (1986) The constituents of Gymnopilus spectabilis. Chem Pharm Bull 34:3465-3470.
9. Miyazaki S, Kitamura N, Nishio A, Tanaka S, Kayano T, Moriya T, Ichiyanagi T, Shimomura N, Shibuya I, Aimi T (2012) Gymnopilin – a substance produced by the hallucinogenic mushroom, Gymnopilus junonius – mobilizes intracellular Ca2+ in dorsal root ganglion cells. Biomed Res 33:111-118.
10. Sanford JH (1972) Japan’s “Laughing Mushrooms”. Economic Botany 26:174-181.
11. Tanaka M, Hashimoto K, Okuno T, Shirahama H (1993) Neurotoxic oligoisoprenoids of the hallucinogenic mushroom, Gymnopilus spectabilis. Phytochemistry 34:661-664.
12. Taylor M (1983) Some common fungi of Auckland city. TANE (Journal of the Auckland University Field Club) 29:133-142.
13. Walters MB (1965) Pholiota spectabilis, a hallucinogenic fungus. Mycologia 57:837-838.
vrijdag, augustus 30, 2019
Onder de eucalyptusboom
Onder de eucalyptusboom. Aromatherapie in het echt. Eucalyptusolie, net als menthol, 'ontstopt' het bovenste deel van de luchtwegen in geval van neusverkoudheid. Het gevoel van vrijer ademhalen na inademing van eucalyptusolie {maar ook van pepermunt en kamfer) ontstaat door prikkeling en stimulatie van de koude-receptoren in de neus. Deze koude sensatie geeft een gevoel van beter en vrijer te kunnen ademhalen (Burrow 1983).
eucalyptol of 1.8-cineol |
Onder mijn eucalyptusboom |
Rudansky (2000) gebruikte Eucalyptus globulus om het slijm op te lossen bij een patiënt met cysticfibrose (taaislijmziekte). De patiënt, een 36 jarige vrouw, had last van longontsteking en pleuraal oedeem en werd behandeld met intraveneuze antibiotica (6 weken en daarna 3 weken zonder de middelen). Zij was verder afhankelijk van een zuurstofmachine. Haar slijm was dik, dicht en er zat bloed in. In samenwerking met haar behandelend arts, was Rudansky in staat de longelasticiteit van de patiënt te verbeteren. Hierdoor had de vrouw minder zuurstof uit de machine nodig. De dosering van de intraveneuze antibiotica werd verlaagd en na een tijd had de vrouw geen antibiotica meer nodig.
Ontstekingsremmend effect bij astma. Het is de verdienste van de wetenschapper Juergens, die zich in de ontstekingsremmende werking van cineol, hoofdbestanddeel van eucalyptus, heeft verdiept. Juergens en zijn team ontdekten dat de inname van cineol ontstekingsremmende effecten vertoonden door remming van de ontstekingsstoffen die overmatige slijmvorming veroorzaken. Zo remt cineol bij bronchiale astma de arachidonzuurmetabolieten leukotriëne B4, prostaglandine E2 en tromboxanen, TNF-alpha en interleukinen. De proefpersonen namen 3 dagen lang 3 x daags 200 mg 1,8-cineol in. Het testen van de monocyten in het bloed gebeurde voor de therapie, na de behandeling van 3 dagen (dag 4) en 4 dagen na het stopzetten van de behandeling (dag 9). De productie van arachidonzuur metabolieten was significant geremd op dag 4. Long-term systemic therapy with 1.8-cineol has asignificant steroid-saving effect in steroid-depending asthma. This is the first evidence suggesting an anti-inflammatory activity of the monoterpene 1.8-cineol in asthma and a new rational for its use as mucolytic agent in upper and lower airway diseases.
zondag, augustus 25, 2019
Echte salie oogsten
Het blad van de saliestruiken staat er nu weer gezond bij. Het moment om te oogsten, de bladeren te drogen of om er tinctuur mee te maken.
Salvia is een oeroude geneeskrachtige plant, waarover veel is geschreven [1]. Recent bleek maar weer eens hoe boeiend en belangrijk deze plant kan zijn. In een onderzoek met honderd vijf en zestig postmenopauzale vrouwen die een Salvia preparaat gebruikten hadden de vrouwen die Salvia innamen een beter vetspectrum in het bloed en minder aderverkalking: het preparaat:“improved the carotid intima thickness, lowered LDL and total cholesterol”.
Bij vrouwen in de overgang lijkt het inhaleren van de essentiële olie van Salie zelfs depressie te kunnen verminderen. [36 n] Ook opvliegers lijken positief op preparaten van de Salvia te reageren. [4][5][6] Zelfs de incontinentie problemen lijken positief beïnvloedbaar. [7]
Dierexperimenten laten zien dat Salvia de vaatwand beschermd. [8] Ook steunt Salvia de cognitieve functies. [9][10][11][12][13]
De essentiële olie van de Salie heeft ook duidelijke anti-bacteriële eigenschappen. [14][15][16][17] alsmede een anti-parasitaire werking. [18]. Ook beschermt de olie van Salvia tegen oxidatieve stress. [19] en heeft een extract van de plant een anti-ontstekingswerking. [20] Allemaal uiterst relevant gezien de hedendaagse problemen rond antibiotica-resistentie. Salie-olie kan zelfs de rotting van vis tegengaan [21].
Referenties
oliecellen van Salvia officinalis |
[2] Kwok T1, Leung PC2, Lam C3, Ho S4, Wong CK3, Cheng KF5, Chook P6. | A randomized placebo controlled trial of an innovative herbal formula in the prevention of atherosclerosis in postmenopausal women with borderline hypercholesterolemia. | Complement Ther Med. | 2014 Jun;22(3):473-80. doi: 10.1016/j.ctim.2014.03.010. Epub 2014 Apr 6.
[3] Lee KB1, Cho E, Kang YS. | Changes in 5-hydroxytryptamine and cortisol plasma levels in menopausal women after inhalation of clary sage oil. | Phytother Res. | 2014 Nov;28(11):1599-605. doi: 10.1002/ptr.5163. Epub 2014 May 7.
[4] Rahte S1, Evans R, Eugster PJ, Marcourt L, Wolfender JL, Kortenkamp A, Tasdemir D. | Salvia officinalis for hot flushes: towards determination of mechanism of activity and active principles. | Planta Med. | 2013 Jun;79(9):753-60. doi: 10.1055/s-0032-1328552. Epub 2013 May 13.
[5] Bommer S1, Klein P, Suter A. | First time proof of sage's tolerability and efficacy in menopausal women with hot flushes. | Adv Ther. | 2011 Jun;28(6):490-500. doi: 10.1007/s12325-011-0027-z. Epub 2011 May 16.
[6] De Leo V1, Lanzetta D, Cazzavacca R, Morgante G. | [Treatment of neurovegetative menopausal symptoms with a phytotherapeutic agent]. | Minerva Ginecol. | 1998 May;50(5):207-11.
[7] Seol GH1, Lee YH, Kang P, You JH, Park M, Min SS. | Randomized controlled trial for Salvia sclarea or Lavandula angustifolia: differential effects on blood pressure in female patients with urinary incontinence undergoing urodynamic examination. | J Altern Complement Med. | 2013 Jul;19(7):664-70. doi: 10.1089/acm.2012.0148. Epub 2013 Jan 29.
[8] Li CM1, Dong XL, Fan XD, Wu JH, Wang QH, Tian XL, Guo DJ, Wong MS, Qiu TQ, Chan SW. | Aqueous extract of danshen (Salvia miltiorrhiza Bunge) protects ovariectomized rats fed with high-fat diet from endothelial dysfunction. | Menopause. | 2013 Jan;20(1):100-9. doi: 10.1097/gme.0b013e31825b512d.
[9] Miroddi M1, Navarra M, Quattropani MC, Calapai F, Gangemi S, Calapai G. | Systematic review of clinical trials assessing pharmacological properties of Salvia species on memory, cognitive impairment and Alzheimer's disease. | CNS Neurosci Ther. | 2014 Jun;20(6):485-95. doi: 10.1111/cns.12270. Epub 2014 Apr 10.
[10] Perry NS1, Houghton PJ, Sampson J, Theobald AE, Hart S, Lis-Balchin M, Hoult JR, Evans P, Jenner P, Milligan S, Perry EK. | In-vitro activity of S. lavandulaefolia (Spanish sage) relevant to treatment of Alzheimer's disease. | J Pharm Pharmacol. | 2001 Oct;53(10):1347-56.
[11] Tildesley NT1, Kennedy DO, Perry EK, Ballard CG, Savelev S, Wesnes KA, Scholey AB. | Salvia lavandulaefolia (Spanish sage) enhances memory in healthy young volunteers. | Pharmacol Biochem Behav. | 2003 Jun;75(3):669-74.
[12] Perry NS1, Bollen C, Perry EK, Ballard C. | Salvia for dementia therapy: review of pharmacological activity and pilot tolerability clinical trial. | Pharmacol Biochem Behav. | 2003 Jun;75(3):651-9.
[13] Kennedy DO1, Dodd FL, Robertson BC, Okello EJ, Reay JL, Scholey AB, Haskell CF. | Monoterpenoid extract of sage (Salvia lavandulaefolia) with cholinesterase inhibiting properties improves cognitive performance and mood in healthy adults. | J Psychopharmacol. | 2011 Aug;25(8):1088-100. doi: 10.1177/0269881110385594. Epub 2010 Oct 11.
[14] Sienkiewicz M1, G?owacka A1, Pozna?ska-Kurowska K2, Kaszuba A2, Urbaniak A3, Kowalczyk E3. | The effect of clary sage oil on staphylococci responsible for wound infections. | Postepy Dermatol Alergol. | 2015 Feb;32(1):21-6. doi: 10.5114/pdia.2014.40957. Epub 2015 Feb 3.
[15] Akdemir Evrendilek G1. | Empirical prediction and validation of antibacterial inhibitory effects of various plant essential oils on common pathogenic bacteria. | Int J Food Microbiol. | 2015 Jun 2;202:35-41. doi: 10.1016/j.ijfoodmicro.2015.02.030. Epub 2015 Feb 28.
[16] Bozin B1, Mimica-Dukic N, Samojlik I, Jovin E. | Antimicrobial and antioxidant properties of rosemary and sage (Rosmarinus officinalis L. and Salvia officinalis L., Lamiaceae) essential oils. | J Agric Food Chem. | 2007 Sep 19;55(19):7879-85. Epub 2007 Aug 21.
[17] Jalsenjak V1, Peljnjak S, Kustrak D. | Microcapsules of sage oil: essential oils content and antimicrobial activity. | Pharmazie. | 1987 Jun;42(6):419-20.
[18] Mathew J1, Thoppil JE. | Chemical composition and mosquito larvicidal activities of Salvia essential oils. | Pharm Biol. | 2011 May;49(5):456-63. doi: 10.3109/13880209.2010.523427. Epub 2011 Feb 2.
[19] Porres-Mart�nez M1, Gonz�lez-Burgos E1, Carretero ME1, G�mez-Serranillos MP2. | Protective properties of Salvia lavandulifolia Vahl. essential oil against oxidative stress-induced neuronal injury. | Food Chem Toxicol. | 2015 Mar 14;80:154-162. doi: 10.1016/j.fct.2015.03.002. [Epub ahead of print]
[20] Abu-Darwish MS1, Cabral C, Ferreira IV, Gon�alves MJ, Cavaleiro C, Cruz MT, Al-bdour TH, Salgueiro L. | Essential oil of common sage (Salvia officinalis L.) from Jordan: assessment of safety in mammalian cells and its antifungal and anti-inflammatory potential. | Biomed Res Int. |2013;2013:538940. doi: 10.1155/2013/538940. Epub 2013 Oct 9.
[21] Emir �oban O1, Patir B2, Yilmaz O3. | Protective effect of essential oils on the shelf life of smoked and vacuum packed rainbow trout (Oncorhynchus mykiss W.1792) fillets. | J Food Sci Technol. | 2014 Oct;51(10):2741-7. doi: 10.1007/s13197-012-0795-8. Epub 2012 Aug 11.
[22] Lima CF1, Azevedo MF, Araujo R, Fernandes-Ferreira M, Pereira-Wilson C. | Metformin-like effect of Salvia officinalis (common sage): is it useful in diabetes prevention? | Br J Nutr. | 2006 Aug;96(2):326-33.
dinsdag, augustus 20, 2019
Oude glorie: Wilde bertram
Er zijn zo van die planten, die in vergetelheid een rustig leven leiden. Onopvallend, omdat ze niet gebruikt worden of omdat ze niet algemeen voorkomen of juist omgekeerd, omdat ze niet zeldzaam genoeg zijn, om eventueel beschermd te worden. Maar als je dan oude kruidenboeken bestudeerd, ontdek je dat zo'n plant een ongelooflijke reputatie gehad heeft. Zo'n een plant is de Wilde bertram.
Wie was Bertram en hoe wild was hij?
De naam is mogelijk afkomstig van de mythische figuur Perchta, leidster van het 'wilde heir', een groep van ongedoopte kinderzielen, die zij begeleidde op hun dooltochten. Alleen is het niet duidelijk wat deze wijze vrouw met de plant te maken had.
Onze bertramnaam kan ook een verbastering zijn van de Middeleeuwse naam voor deze plant 'piretrum'.
Een derde mogelijkheid, dat het afkomstig is van het oudduitse woord 'berchtram', wat vuurwortel betekent. De wortel smaakt scherp zoals Jan Yperman in 1310 al vertelde 'die wortel is lanck, ende brandende op den tonghe'. Hij werd dan ook tegen tandpijn ingezet, als ontsmettend en pijnstillend middel maar ook om te gebruiken vooraleer je naar de tandarts gaat,'piretrum' in azijn getrokken, ende gestreken tussen de tanden ende het tandvlees, dit doet de tant so wankelen dat hi goet is uit te halen'. Dodoens zegt ' tegen de killende tanden, die van de te onmatighe kouwe veroorzaect zijn' Hij noemt het dan ook tantcruyt'.
Nieskruid.
Die bloemen van desen cruyde voor die nuese ghehouwen ende gheroken doen niesen ende daer om heet dit cruyt Ptarmice ende Sternutamentaria, dat es Niescruyt. En volgens Dodoens is Wilde bertram ook goed tegen blauwe plekken en kneuzingen. Hij zegt dat ' die bladeren gruen ghestooten verdrijven die blauw gheslaghen ghevallen oft ghestooten plecken ende doen dat gheronnen bloet sceyden/ op die plaetse die ghequetst es'. Dit heel cruyt es van smaecke scerp ende bytende/ den Bertram volnaer van smaecke gelijck ende daer omme worddet oock wilden Bertram gheheeten.
Dodoens maakt dus een onderscheid tussen Bertram, Anacyclus pyrethrum en Wilde bertram Achillea ptarmica. Deze 2 planten worden blijkbaar wel eens verward, zo worden ze allebei door Zorn in Artsenijgewassen kwijlwortel genoemd, Hij schrijft ' Het verwekt zo het gekauwd word, kwijling en werd uit dien hoofde bij kiespijn voorgeschreven en van Boerhaven om die reden bij slijmerige keelziektes gebruikt'. De grote geneesheer Boerhave heeft het dus ook gebruikt..
De Latijnse naam Achillea ptarmica, van het Griekse ptarmusthai en van ptarmos, verwijst weer naar de niesverwekkende werking. Ook de Engelse naam Sneezewort, sneezeweed geeft hezelfde neusprikkeld effect aan en de Franse naam, Achillée sternutatoire verwijst naar zijn gebruik als snuifmiddel, als sternutatorium, zoals dat deftig in de apothekersboeken vermeld werd.
Uit de geschiedenis kennen we dus vooral 2 medicinale werkingen van Wilde bertram: pijnstillend, verdovend bij tandontstekingen en als snuifpoeder slijmoplossend en slijmuitscheidend.
Hedendaags
Wilde bertram wordt nu niet veel meer gebruikt, maar zijn prikkelend en verdovend effect is in de praktijk genoeg bewezen, deze werking doet mij sterk denken aan het effect van Rode zonnehoed bij tandontstekingen. Deze Echinacea purpurea is ook botanisch nauw verwant aan Achilleaptarmica. Zou onze Wilde bertram dezelfde ontstekingswerende en immuunversterkende werking kunnen hebben? En inderdaad in de plant werden alkylamides gedetecteerd, dezelfde stoffen die ook rode zonnehoed zijn werkzaamheid geven.
Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/achillea-ptarmica
Wie was Bertram en hoe wild was hij?
De naam is mogelijk afkomstig van de mythische figuur Perchta, leidster van het 'wilde heir', een groep van ongedoopte kinderzielen, die zij begeleidde op hun dooltochten. Alleen is het niet duidelijk wat deze wijze vrouw met de plant te maken had.
Onze bertramnaam kan ook een verbastering zijn van de Middeleeuwse naam voor deze plant 'piretrum'.
Een derde mogelijkheid, dat het afkomstig is van het oudduitse woord 'berchtram', wat vuurwortel betekent. De wortel smaakt scherp zoals Jan Yperman in 1310 al vertelde 'die wortel is lanck, ende brandende op den tonghe'. Hij werd dan ook tegen tandpijn ingezet, als ontsmettend en pijnstillend middel maar ook om te gebruiken vooraleer je naar de tandarts gaat,'piretrum' in azijn getrokken, ende gestreken tussen de tanden ende het tandvlees, dit doet de tant so wankelen dat hi goet is uit te halen'. Dodoens zegt ' tegen de killende tanden, die van de te onmatighe kouwe veroorzaect zijn' Hij noemt het dan ook tantcruyt'.
Bertram oogsten langs de Aulne |
Die bloemen van desen cruyde voor die nuese ghehouwen ende gheroken doen niesen ende daer om heet dit cruyt Ptarmice ende Sternutamentaria, dat es Niescruyt. En volgens Dodoens is Wilde bertram ook goed tegen blauwe plekken en kneuzingen. Hij zegt dat ' die bladeren gruen ghestooten verdrijven die blauw gheslaghen ghevallen oft ghestooten plecken ende doen dat gheronnen bloet sceyden/ op die plaetse die ghequetst es'. Dit heel cruyt es van smaecke scerp ende bytende/ den Bertram volnaer van smaecke gelijck ende daer omme worddet oock wilden Bertram gheheeten.
Dodoens maakt dus een onderscheid tussen Bertram, Anacyclus pyrethrum en Wilde bertram Achillea ptarmica. Deze 2 planten worden blijkbaar wel eens verward, zo worden ze allebei door Zorn in Artsenijgewassen kwijlwortel genoemd, Hij schrijft ' Het verwekt zo het gekauwd word, kwijling en werd uit dien hoofde bij kiespijn voorgeschreven en van Boerhaven om die reden bij slijmerige keelziektes gebruikt'. De grote geneesheer Boerhave heeft het dus ook gebruikt..
De Latijnse naam Achillea ptarmica, van het Griekse ptarmusthai en van ptarmos, verwijst weer naar de niesverwekkende werking. Ook de Engelse naam Sneezewort, sneezeweed geeft hezelfde neusprikkeld effect aan en de Franse naam, Achillée sternutatoire verwijst naar zijn gebruik als snuifmiddel, als sternutatorium, zoals dat deftig in de apothekersboeken vermeld werd.
Uit de geschiedenis kennen we dus vooral 2 medicinale werkingen van Wilde bertram: pijnstillend, verdovend bij tandontstekingen en als snuifpoeder slijmoplossend en slijmuitscheidend.
Hedendaags
Wilde bertram wordt nu niet veel meer gebruikt, maar zijn prikkelend en verdovend effect is in de praktijk genoeg bewezen, deze werking doet mij sterk denken aan het effect van Rode zonnehoed bij tandontstekingen. Deze Echinacea purpurea is ook botanisch nauw verwant aan Achilleaptarmica. Zou onze Wilde bertram dezelfde ontstekingswerende en immuunversterkende werking kunnen hebben? En inderdaad in de plant werden alkylamides gedetecteerd, dezelfde stoffen die ook rode zonnehoed zijn werkzaamheid geven.
Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/achillea-ptarmica
Abonneren op:
Posts (Atom)