zaterdag, februari 01, 2025

Smeerwortel in enkele vroegere kruidenboeken

De naam Symphytum afgeleid van het Griekse werkwoord 'sumphuoo' dat samengroeien of vergroeien betekent, en slaat op de helende werking van het kruid bij verwondingen. Dat de Smeerworlel in de geneeskunde werd aangewend, kunnen we opmaken uit de wetenschappelijke soortnaam officinale, wat wil zeggen dat de plant in de apotheek, in de officine aanwezig was.

In haar 'Physica' besteedt Hildegard von Bingen ( 1098- 1179) een apart hoofdstuk aan Smeerwortel, zij noemt het kruid 'Consolida maior' en beveelt de plant aan bij wonden en zweren van de opperhuid en het daaronder liggende weefsel. Maar bij diepe wonden raadt zij het gebruik ervan af.

De 'Circa instans', benoemd naar de eerste woorden van de tekst, is de grote geneesmiddelenstudie van de school van Salerno. Waarschijnlijk is dit werk ontstaan kort voor 1150 en was gedurende driehonderd jaar het referentiewerk voor de farmacie in geheel West-Europa. In de oorspronkelijke versie is er nog niets te vinden over een Smeerwortel-monografie.
Toch wordt 'Symphytum' vermeld in twee recepten, zonder verdere toelichting: In het hoofdstuk over 'Cinnanonum' als middel tegen ontstoken tandvlees en in het hoofdstuk inwendige bloeding, bij een voedselvergiftiging. Het bestand van de geneeskrachtige planten van de 'Circa instans' werd in de loop van de volgende honderden jaren regelmatig uitgebreid. En zo ontstond tenslotte ook een afzonderlijke monografie over Smeerwortel. Een vroege getuigenis daarvan vindt men in de zogenaamde 'Basler Circa
instans' uit de 14° eeuw. Dit handschrift (Basel, universiteitsbibliotheek) stelt een soort prentenhandschrift voor van de 'Circa instans', met meestal een onderschrift met de naam van de plant en een plantenbeschrijving. De Smeerwortel wordt met de naam 'Consolida maior', 'anagalicum' en 'Symphytum maius' vermeld

In de 15° eeuw ontstonden meerdere zeer grote handschriften over geneeskrachtige planten. De basis is in de regel een uitbreiding van de 'Circa instans-uitgave met aanvulling uit andere werken (b.v. de 'Pseudo-Serapion' en de 'Canon medicinae' van Avicenna). Het Symphytum-kapittel in deze handschriften komt overeen met de hoofdstukken uit de 'Materia medica' van Dioscorides,

De Smeerwortel in de chirurgie
In de geschiedenis van de farmacie en de geneeskunde wordt steeds de vraag gesteld, of de geneeskrachtige planten ook door de wondartsen op dezelfde manier werden gebruikt als in de kruidenboeken wordt weergegeven. Deze artsen hadden een eigen literatuur, die zich reeds zeer vroeg van de de volkstaal bedienden. Een van de bijzonderste werken over de medicinale literatuur van de Middeleeuwen is ongetwijfeld het artsenijboek van de Würzburgse chirurg Ortolf von Baierland, die reeds vóór 1300 is ontstaan. Hierin vindt men 'Symphytum' tesamen met vele andere ingrediënten voor een middel tegen 'Emoptoica', een longziekte, dat gepaard ging metbloedig slijm. Daarenboven wordt wordt de plant nog vernoemd bij de behandeling van wonden, fistels, rottend vlees en beenwonden.

De Smeerwortel in de vroegste gedrukte kruidenboeken
In 1485 verscheen in Mainz bij Peter Schöffer de 'Gart der Gesundheit'. Het was de eerste volledig geïllustreerde druk van een kruidenboek in de Duitse taal. De tekst stamt van Johann Wonnecke von Kaub stadsarts te Mainz. Het is een selectie van een groot aantal bronnen: 'Circa instans', 'Plinius',"Pseudo-Seraionischer Aggregator". Avicennas "Canon medicinae', e.a..
In het hoofdstuk 95 van de "Gart' wordt de Smeerwortel behandeld, met een afbeelding van de plant. Onder de namen 'Consolida maior' en ' Walwurz' worden echter twee planten behandeld. Alleen de tweede, de 'Grote' beschrijft de echte smeerwortel; de 'kleine Consolida" handelt weer over de 'steen-symphytum' zoals men deze terugvindt bij Dioscorides. Er staat geschreven: "Dewortel, fijngestampt en gedronken, neemt het bloedspuwen weg". De wortel zal ook gekwetste ledematen en bloeduitstortingen snel genezen, wanneer men ze op de wonden legt. Gekauwd, lest het de dorst en in wijn. als drank ingenomen, zal het de overmatige menstruatieboedingen stillen.

In het jaar 1500 verscheen het eerder onooglijke 'Kleine Destillierbuch' van de Straatsburgse wondarts Hïeronymus Brunschwig. Het bevat geen illustraties of plantenbeschrijvingen van smeerwortel, maar
zeer veel aanwijzingen. Zo werd het boekje medeverantwoordelijk voor de zogenaamde 'indicatielyriek', het overdreven opsommen van veel werkingen zonder serieuze bewijzen, die in he bijzonder een stempel drukte op de geneeskunde van de volgende eeuwen. Voor de wortel van de'Wallwurz' vernoemt Brunschwig de volgende indicaties: verse wonden, kloven aan de lippen, jicht (door in te wrijven), wild vuur, ieder gezwel en beenderbreuken. Door Brunschwig wordt voor de eerste maal de uitwendige behandeling van jicht (podagra) met smeerwortel vernoemd. Jicht veronderstelde alle vormen van reumatische pijnen. Maar er zijn slechts weinige auteurs die deze indicatie van Brunschwig hebben gevolgd.

Paracelsus (Theophrastus Bombastus von Hohenheim, 1493-1541) brengt niets nieuws aan voor 'Consolida', zoals hij de smeerwortel noemt. De wortel wordt bij verwondingen en beenbreuken aanbevolen.

 

Afbeelding. Comfrey. 16th century Italian illustration of a comfrey plant (Symphytum officinale), by Gherardo Cibo, 1568. Comfrey was used in traditional medicine to treat wounds, broken bones and bronchial problems. This plate is taken from Discorsi on Dioscorides' De Materia Medica by Pietro Andrea Mattioli, a work of herbal medicine first published in Italy in 1554.