donderdag, augustus 06, 2020

Oost-Indische kers

De Oost-Indische kers die uit Peru komt heeft zijn verkeerde naam o.a. te danken aan Dodoens die schreef: ´Indiaanse kers is uit Indië gebracht en ik heb ze voor het eerst gezien te Keulen in de hof van mevrouw Christine Bertolf, weduwe van de wijdvermaarde heer Joachim Hopper die dat van zaad dat ze uit Spanje gekregen had gezaaid was en in haar hof naarstig heeft onderhouden. Deze zeer vreemde en zeldzame soort is in het Latijn Nasturtium Indicum, dat is Indiaanse kers, genoemd omdat de bladeren naar de kers schijnen te smaken, ze is nochtans een soort van Indiaanse winde´.

Deze Oost-Indische kers, die dus uit Peru en omstreken komt, groeit in de landen van herkomst bij beekjes op berghellingen. In die landen is de kennis over de geneeskrachtige werking van de Oost-Indische kers al heel oud. Tot op de huidige dag worden daar de verse bladeren gebruikt bij de behandeling van allerlei soorten traumata, en vooral bij wonden met ontsteking. Deze toepassing berust onder andere op de antibiotische werking van benzylmosterdolie, die werkzaam is tegen virussen, bacteriën en soorten gisten en die bovendien de lichaamseigen afweerkrachten versterkt. Daarom wordt Oost-Indische kers bij ons ook gebruikt bij infectieziekten van de nieren, de afvoerende urinewegen en de luchtwegen en ook bij het stimuleren van de immunologische weerstand. In de volksgeneeskunde worden de verse bladeren gebruikt in een bloedzuiverende voorjaarssalade of ook, zoals in Peru, als verkoelend wondverband.

Naamgeving 
Onrijpe zaden op alcohol
Zowel de Duitse als de Latijnse naam van de Oost-Indische kers geven een beschrijving van het uiterlijk en het wezen van de plant: de stamper van de bloem bezorgde de plant het (Duitse) deel van de naam Kapuziner (kapucijner) omdat de stamper lijkt op die van een monnikskap. De aanduiding kers heeft betrekking op het Latijnse crescere = groeien. Zoals bekend groeit kers bijzonder snel.
De Latijnse soortnaam is weer afgeleid van het Latijnse 'tropaeum' hetgeen 'gesteunde, met wapens behangen boom' of trofee betekent. De plant was een symbool voor de Azteken, een zegeteken. Als de bladeren beschouwd worden als schilden en de bloemen als helmen, dan is die naam goed te begrijpen. De Oost-Indische kers werd pas in 1684 in Europa ingevoerd en werd lang alleen maar als sierplant gebruikt, en pas later voor het reinigen van het bloed in voorjaarssalades. De onrijpe knoppen en het zaad kunnen ingemaakt worden met azijn als vervanging van de (echte) kappertjes. In het land van herkomst wordt Oost-Indische kers bestoven door kolibries, die hun snavel diep in de stamper steken om zo bij de zoete en tegelijkertijd licht scherpe nectar te kunnen komen.

Oost-Indische kers antroposofisch bekeken
Oost-Indische kers lijkt onverenigbare tegenstellingen in zich te verenigen. De sappige bladeren zijn duidelijk verbonden met de aarde en een sterke uitdrukking van het waterige element. Als kleine kroontjes van vuur komen daar de bloemen boven uit die, net als hun speelgenoot de kolibrie, iets vogelachtigs, luchtigs hebben. De Oost-Indische kers verenigt water en vuur diep van binnen, want alle cellen bevatten de wateroplosbare vorm van de zwavelachtige, vurige benzyl-mosterdolie, maar ook van buiten, want de plant groeit oorspronkelijk in een tropisch, heet land, maar daar toch steeds in de buurt van waterlopen. Inwendig gebruikt heeft Oost-Indische kers vooral invloed op longen, nieren en blaas, organen die op een bijzonder intensieve manier te maken hebben met de wisselwerking tussen lucht en water. Het lijkt dat de plant, met zijn fraai vormgegeven vereniging van tegendelen, daar regulerend kan ingrijpen. De plant werkt ook uitstekend bij een door acne geplaagde huid, zowel wanneer er sprake is van overproductie door de talgklieren bij een doorgeschoten, vurige reactie als, bij een tegengestelde reactie van verharding en verstopping van de poriën. De Oost-Indische kers heeft geleerd om het vurige element aan banden te leggen en helpt met die wetenschap de huid om zichzelf weer te reguleren.

De belangrijkste inhoudsstof van Tropaeolum herba, folium en fructus (onrijp) is het glucosinolaat, een mosterdglycoside genaamd glucotropaeoline dat door het vrijkomende enzym myrosinase of door de darmflora zelf na hydrolyse wordt omgezet tot benzylisothiocyanaat (mosterdolie). Verder bevat het een viertal belangrijke flavonolen (lees antioxidanten), fenolzuren, ascorbinezuur (300mg/100g vers), bètacaroteen (pro-vitamine A), luteïne (45 mg/100g!), zeaxanthine, vitamine E, vitamine B2 en B3, bitterstoffen, etherische olie (60-80% trierucine), zwavel, jodium, ijzer, fosfor, mangaan, kalium, sporen arsenicum, enzymen en vette olie.

Voici la recette de lotion capillaire de Marie-Antoinette Mulot, Franse gediplomeerde herboriste van het eerste uur:
100g de semence de capucine, 100g de feuilles d'ortie piquante, 100g de feuilles de buis, 100g de feuilles de cresson, 500g d'alcool à 90°. Ecraser toutes ces plantes, laisser macérer dans l'alcool pendant 15 jours. filtrer, à utiliser en massage quotidien.

The flowers and other parts of the garden nasturtium are a good source of micro elements such as potassium, phosphorus, calcium and magnesium, and macro elements, especially of zinc, copper and iron. The essential oil, the extract from the flowers and leaves, and the compounds isolated from these elements have antimicrobial, antifungal, hypotensive, expectorant and anticancer effects. Antioxidant activity of extracts from garden nasturtium is an effect of its high content of compounds such as anthocyanins, polyphenols and vitamin C. Due to its rich phytochemical content and unique elemental composition, the garden nasturtium may be used in the treatment of many diseases for example the illnesses of the respiratory and digestive systems. High content of erucic acid in nasturtium seeds makes it possible to use its oil as treatment in adrenoleukodystrophy. It is also applied in dermatology because it improves the condition of skin and hair. 

Referenties
Praktisch
  • Nu alles vers als salade te gebruiken: blad, bloem, onrijpe groene zaden
  • Groot blad te gebruiken als wrap
  • Blad gekneusd als kompres bij abcessen (rijping)
  • Onrijpe groene zaden als kappertjes in azijn
  • Groene zaden op alcohol 40% als tinctuur bij infectieziekten 

Geen opmerkingen: