woensdag, februari 03, 2021

Fluorescerende groene gouwe

Stinkende gouwe. Het frisgroen blad ziet er teer en kwetsbaar uit, toch overleeft het winterse vorst. Zijn geheim wapen is het oranje-gele sap dat door zijn vaten stroomt. Antivries avant la lettre. 

In het boek Plantenschat: Inleiding tot de kennis der flora van Nederland – gepubliceerd in 1898 –  160 in ons land voorkomende planten, waaronder stinkende gouwe. “Het is een leelijke naam, de Hollandsche, die aan dit bloemenkind gegeven is, maar hij is merkwaardig juist tot in zijn beide helften afzonderlijk toe. Dat Gouwe staat met goud in verband, naar de goudgele kleur van het melksap, ’t welk de plant in zoo verbazende quantiteit in al zijn deelen afscheidt. Als gij u waagt aan het onvoorbereid afplukken van bloem of stengel, krijgt gij leelijke gele vlekken op uw vingers, die er in den eersten tijd niet afgaan en de geur van dat kleverige vocht is ver van aangenaam.” “Figuurlijk gesproken echter, staat de plant juist in een bijzonder goeden reuk; die Oogenklaar, zooals zij bijvoorbeeld in den Gelderschen achterhoek wordt genoemd, kan met haar bladeren wonden heelen en zuiveren, zoo meldt de onder het volk levende mare.”

Niet alleen in 1898 maar doorheen de voorbije 2000 jaar is stinkende gouwe beschreven en medisch gewaardeerd geweest.

De chelidonium majus wordt van oudsher uitwendig toegepast bij de behandeling van wratten, likdoorns en eelt. Hiervoor werd het sap met de geeloranje kleur gebruikt. Uit later onderzoek blijkt deze inderdaad een remmend effect te hebben op de normale celdeling. Dit giftige sap heeft een sterke geur en bittere smaak en kan de huid en slijmvliezen irriteren bij uitwendig gebruik. De plant heeft tevens een goede reputatie bij de behandeling van gal- en leverklachten. Er is enige bezorgdheid dat stinkende gouwe de lever nadelig kan beïnvloeden. Stinkende gouwe is in verband gebracht met veel gevallen van hepatotoxiciteit. 

Choleretische effecten. 

Een ethanolisch extract van stinkende gouwe verhoogt de galstroom. Chelidonium-extract lijkt de langzame golffrequentie en amplitude in de dunne darm te verminderen, wat de peristaltische beweging vertraagt ​.

Kanker

Sommige voorlopige klinische onderzoeken suggereren dat het nemen van tweemaal daags 30 ml van een orale oplossing gedurende 2 weken, anti-tumoreffecten kan hebben bij patiënten met slokdarm plaveiselcelcarcinoom. Elke dosis oplossing kwam overeen met 30 gram ruwe kruiden. In vitro en dieronderzoek suggereert dat stinkende gouwe nuttig zou kunnen zijn voor sommige soorten kanker. Cytotoxische alkaloïden gevonden in stinkende gouwe lijken apoptose in kankercellen bevorderen. Bovendien heeft onderzoek bij dieren aangetoond dat een stinkende gouwe-extract de groei van glandulaire maagkanker vermindert. Voorlopig onderzoek suggereert dat chelidonine, sanguinarine en chelerythrine activiteit kunnen hebben tegen cellen van uveaal melanoom, een bijzonder moeilijk te behandelen kanker. 

Typologie

Mensen die een gunstige reactie ervaren op deze plant lijken iets te hebben met de kleur geel: de gelaatskleur, het oogwit, de urine, de huidskleur of het tongbeslag is vaak gelig. Ook het type mens lijkt gelieerd te zijn aan de reactie. Zo lijken mensen die hun woede vaak inhouden, ofwel hun gal niet spugen, goed te reageren op het gebruik van de Chelidonium majus. 


Chelidonium majus--an integrative review: traditional knowledge versus modern findings. Marilena Gilca 1, Laura Gaman, Elena Panait, Irina Stoian, Valeriu Atanasiu. Chelidonium majus L. (family Papaveraceae), or greater celandine, is an important plant in western phytotherapy and in traditional Chinese medicine. Crude extracts of C. majus as well as purified compounds derived from it exhibit a broad spectrum of biological activities (antiinflammatory, antimicrobial, antitumoral, analgesic, hepatoprotective) that support some of the traditional uses of C. majus. 
However, herbal medicine also claims that this plant has several important properties which have not yet been scientifically studied: C. majus is supposed to have diuretic, antitussive and eye-regenerative effects. On the other hand, C. majus also has scientifically proven effects, e.g. anti-osteoporotic activity and radioprotection, which are not mentioned in traditional sources. Moreover, recent controversy about the hepatoprotective versus hepatotoxic effects of Chelidonium majus has renewed the interest of the medical community in this plant. This review is intended to integrate traditional ethno-medical knowledge and modern scientific findings about C. majus in order to promote understanding of its therapeutic actions as well as its toxic potential.

Lohninger, A. and Hamler, F. Chelidonium majus L. (Ukrain) in the treatment of cancer patients. Drugs Exp.Clin Res 1992;18 Suppl:73-77.  



Geen opmerkingen: