donderdag, juni 10, 2010

Verbena, gevonden zaad

Nog wat zakjes vergeten zaad gevonden. Wel laat maar toch uitgezaaid. Blauw ijzerhard, een al geopend pakje van Vreekens zaden. De wetenschappelijke naam is Verbena hastata, familie dus van onze inheemse, bescheiden maar wel bijzonder geneeskrachtige plant Verbena officinalis. De Amerikaanse 'hastata' werd vooral door de Indianen veel gebruikt.

Volgens Mrs. Grieve, in 'A modern Herbal '... Verbena hastata (Blue vervain, Wild Hyssop, Simpler's Joy) is indigenous to the United States, and is used unofficially as a tonic emetic, expectorant, etc., for scrofula, gravel, and worms. A fluid extract is prepared from the dried, over-ground portion.

Verbena hastata - Plants For A Future database report
Is Verbenin a Cure for Epilepsy? | Henriette's Herbal Homepage
Verbena Hastata. Blue Vervain, Simpler's Joy. | Henriette's Herbal Homepage
Verbena. | Henriette's Herbal Homepage
Verbena.—Vervain. | Henriette's Herbal Homepage

zondag, juni 06, 2010

Verloren tuin

Een vervallen, al zowat 60 jaar verlaten spoorwegemplacement, gestorte sintels, verbrokkelde perronmuren. Het klinkt allemaal niet direct aantrekkelijk, maar toch zijn oude industriële gebiedjes net zoals verlaten steengroeven boeiende natuur- en plantengebieden.
Gebieden verandert door mensen, verlaten en dan weer herovert door de natuur, zorgen voor een grote diversiteit aan planten.

Zo is het ook gegaan in Weelde Statie, tussen Turnhout en Baarle Hertog, de reeds 60 jaar verlaten spoorweg, was niet zomaar een spoorweg maar ook een overslagstation tussen België en Nederland, wat voor een nog grotere diversiteit zorgde. In België werden sintels van hoogovens en kachels gebruikt als fundering voor het gebied, in Nederland werd meer grind en dergelijke gebruikt. Op het emplacement ontwikkelde zich door het gebruik van kalk-, as- en steenkoolresten een typische plantengroei.

Aan de rand van het stationsgebied aan het eind van de stationsstraat heeft ook 30 jaar een herborist gewoond en een tuin gehad, waardoor de diversiteit in plantengroei nog verder werd vergroot. Die herborist ben ik zelf.

Wij wandelen vanuit de stationsstraat, vertrekkend bij nummer 18, en bij de summiere resten van de vroegere kruidentuin. Hier vinden we nu nog meidoorn, peterselievlier, enkele oude palmboompjes en een bloeiende en geurende rozenstruik, waar het klassieke rozenwater uit gedistilleerd werd. Achter die struiken en bomenrij, zijn de echte resten te vinden van de tuin. Nog veel Agrimonie, toortssoorten, wilde marjolein maar ook het zeldzame Kroonkruid. Een plant niet direct geschikt om op te eten, hij bevat net zoals vingerhoedskruid hartglycosiden, giftig maar in de juiste dosering stimulerend voor de hartspier. Achter in de 'tuin' in het nattere en voedselrijkere gedeelte woekeren, tot mijn groot genoegen, nog steeds de reuzenbereklauw, het groot hoefblad en de hop.

Summiere resten van de vroegere tuin, vinden we ook buiten de tuin. Wilde marjolein, venkel en zelfs salie hebben blijkbaar betere plekjes gevonden op de verhoogde berm langs het fietspad. De trein raast hier niet meer voorbij en ook de herborist heeft andere oorden opgezocht, toch vinden we nog sporen van die verleden tijd.


Lees verder: Wandelen in Weelde | Reizen en recreatie: Reisverhalen

vrijdag, juni 04, 2010

Terug thuis bij de rimpelroos

Terug 'thuis'. Of toch terug in België. Of toch terug in Vlaanderen. Waar is een mens thuis? Hier in Vlaanderen toch hetzelfde weer als in Frankrijk, dezelfde planten, met kleine variaties. Ik pluk vandaag wat meidoornbloemen, net voor de regenbui. Na de bui pluk ik in de duinen stevige, vettige rozenblaadjes van de Rosa rugosa of Rimpelroos. Ze hangen nog vol met dikke regendruppels en geuren naar verse regen, rozen en zoete zonde. Ik maak er dan ook een zoete siroop van, te gebruiken als limonade, in nagerechtjes en als medicijn. Maar waar zijn deze rozenblaadjes goed of slecht voor? Vroeger werden de oude mythische rozen oa Rosa gallica, waar het rozenwater van gemaakt wordt, veel gebruikt. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt echter dat de zeer algemeen voorkomende rimpelroos dezelfde medicinale eigenschappen bezit als de bloemen van die oude rozen en van onze inheemse Rosa canina. In de Chinese kruidengeneeskunde werden ze ten andere al veel langer gebruikt.
Een citaat uit de Canadese monografie van Health Information Encyclopedia: 'Chinese medicine recommends rose petal tea from large-hip or wrinkled rose, Rosa rugosa Thunb., for regulating vital energy or "qi", for strengthening blood circulation, for treating stomachaches and dysentery, and also for alleviating liver pains and joint pain. The high concentration of anthocyanins in the petals give credence to these indications because anthocyanins are known for their ability to strengthen the vascular system, prevent blood platelet stickiness and also have powerful antioxidant, antibacterial and antinflammatory activity.
Dus maar verder gaan met het plukken van rimpelroosblaadjes.



vrijdag, mei 28, 2010

HaansTuintje

Na bijna een maand Bellegarde, nu terug bij de planten in mijn Haans tuintje. De planten werden verzorgd door de bovenbuur en lijken allemaal nog in leven te zijn. Een Arnica montana, och arme in een potje, blijkt zelfs te bloeien en mijn Sinicuichi, Heimia salicifolia en Vitex agnus castus die ik allebei al een beetje opgegeven had, hebben terug blad gevormd. Bij deze wil ik ze dan ook officieel als winterhard beschouwen. Na zo'n strenge winter in een pot overleven, al is het dan aan zee, dat verdient wel een diploma. Over de vijgenboom, die hier al voor mij aanwezig was, hoef ik geen woorden vuil te maken. Hij is er, in volle glorie met groene vijgen en al. Dat wordt smullen als we er op het goeie moment zijn.

Als ik het tuintje zo weer met verse ogen bekijk, blijken er tot mijn verbazing weer meer planten terecht gekomen te zijn dan ik me voorgenomen had. Heemst, Engelwortel, Russische rabarber en Acanthus bijvoorbeeld, te groot voor dit tuintje, maar achter in hun hoekje zijn ze niet stuiten in het gezelschap van Valeriaan en wat muntsoorten. Veel kattenstront in de grond zeker?

Vooraan onder de overhang van het balkon, droog en zonniger, groeien mijn 'Zuiderse' planten. Bij God, ik heb toch een te grote Provençaalse tuin hier 1000 kilometer vandaan. Toch staat er rozemarijn, tijm, olijfboom, oregano en onvoorstelbaar florissant een Kerryplant, Helychrisum italicum. Hij warmt zich op tegen de witte gevel en krijgt van mij dus ook een winterhard getuigschrift.
Morgen zal ik ze wat verder vertroetelen, water geven, droge stukjes weg te nemen  en hier en daar bramen, ontkiemend varkengras en uitgebloeide winterpostelein weg wieden. Met excuses aan het varkensgras.

Heimia salicifolia - Plants For A Future database report
Entheology.org - Preserving Ancient Knowledge

De maagd, de eik en de wilg

We staan idyllisch bij de Maas in Frankrijk, la Meuse zomaar in Domrémy-la-Pucelle. Voor wie dat niets zegt en moeilijke Franse woorden zoals la pucelle niet begrijpt, het is niks minder als het dorpje waar 'De Maagd van Frankrijk' geboren werd, dus voor de zéér moeilijke verstaanders Jeanne D'Arc of Jehanne d'Arc. Erg toeristisch is het hier op dit moment niet, het is ook nog altijd een klein dorpje, mogelijk zelfs minder belangrijk dan in de 15de eeuw, de tijd van Jeanne.

Als herborist heb ik mij voorgenomen om hoofdzakelijk over planten te schrijven en dus probeer ik ook Jeanne in verband te brengen met een plant. Dat blijkt niet zo moeilijk. In het hier aanwezige Jehanne-centrum vind ik een klein boekje, folder over het geboortehuis van Jeanne, wat zelfs in het Nederlands verkrijgbaar is. Ik sla het open en het eerste hoofdstuk gaat over de plaats waar Jeanne haar stemmen en de boodschap voor het Franse volk gehoord zou hebben. En dat was toch wel bij een oude beuk in de buurt van het dorp. Dus toch terug bij de planten! De boom was een natuurwonder, een prachtige beuk waarvan de takken zich naar de grond bogen en zo een natuurlijke kamer vormden.

In de 17de eeuw toonden men nog deze beroemde feeënboom zoals hij genoemd werd, die op enkele honderden meters ten zuiden van het dorp stond, niet ver van de weg die langs de linkeroever van de Maas liep en aan de rand van het 'Bois Chenu' groeide. Men vertelde dat de feeën deze indrukwekkende boom veel bezochten. De legenden die aan deze beuk verbonden waren deden dus veronderstellen dat Jeanne haar boodschap bij die boom ontvangen had. Deze beuk was in de tijd van Jeanne d'Arc blijkbaar een bekende boom, waarbij het water van de bron in de buurt ook nog geneeskrachtig was. De jonge mensen uit Domrémy gingen er op feestdagen wandelen, dansen of picknicken. Ook Jehanne zou er regelmatig geweest zijn.

Na de terechtstelling van Jeanne bleef 'aux Bois Chenu' verbonden met haar en werd de feeënboom, de boom van de maagd genoemd. Ook Montaigne, die in 1587 in Domrémy verbleef vermelde de boom. Aan het eind van de 16de eeuw werd in de buurt van de boom een kapel gebouwd ter herinnering aan Jeanne d'Arc. En nog veel later, vanaf 1881 werd er een basiliek gebouwd. De basiliek Saint-Jeanne d'Arc zou op de plek staan waar Jeanne de stemmen van heiligen hoorde, die haar opriepen Frankrijk te bevrijden van de Engelsen.

Het 'Bois Chenu' of het eikenbos is er nog wel, maar de legendarische beuk is helaas al lang verdwenen. Wat ik wel nog vond, in een weiland vlak bij het dorp was een groep merkwaardige wilgenbomen. Niet dat zij iets met Jeanne te maken hebben, maar het zijn wel een vijftal verbonden bomen, waar de plaatselijke schapen de nacht doorbrengen, een nogal opvallende eenheid vormend met het landschap. Vanuit de motorhome kijk ik één avond en één morgen op dit lieflijk landschap, en zie het idyllisch reilen en het zeilen van de schapen, hoe zij traag en herkauwend door het landschap bewegen. En ik kan niks anders dan er Jeanne bij fantaseren en hoe zij 600 jaar geleden hier de schapen hoedde en hoe zij de stemmen hoorden. Hier op de parking onder de lindebomen kun je, tenminste als je op het goeie moment aanwezig bent, nog iets van die verloren tijd terug vinden. Dwalen in de schemering langs de Maas met zijn witglinsterende waterranonkels, naar het kerkhof buiten het dorp wandelen, het verwilderd tuintje met zijn bloeiende akeleien ervaren. Nu nog even romantisch leven, morgen rijden we weer naar het drukke België.

-->

maandag, mei 24, 2010

Bij La Charce

Bij La Charce, op de hoogte van de geologisch steenformatie, ben ik nog eens rustig in mijn eentje in de stenige rivierbedding van de rivier L'Oule gaan snuffelen. Op zoek naar planten, wat dacht je? We vinden hier een combinatie van vochtminnende soorten oa Mentha en droogte-minnende planten zoals Linum sufructicosum, Thymussoorten, Teucrium, Saponaria ocymoides en nog een aantal soorten, die ik niet direct thuis kan brengen.
Merkwaardig! Er werd hier nog een derde biotoop geschapen, waar ik minder gelukkig mee ben. De gemeentelijke stortplaats, waar wel weer andere planten kunnen en willen groeien, maar waar de Linum en Thymussoorten onder 3 meter vuilnis bedolven worden.
Vreemde kronkel in het gemeentelijk beleid, waarbij elk gat opgevuld moet worden. al zullen ze hier in de Franse Drôme nog veel werk hebben om alles te egaliseren.

Wilde Pioenroos bij Bellegarde en Diois



Na een vermoeiende fietstocht van La Motte naar Bellegarde, wil ik toch nog graag in de vallei van Marijke en Michael de wilde pioenen bekijken. Bij het afstappen van de fiets knikken mijn knieën, toch sleep ik mezelf nog 800 meter verder en daar staan ze dan in volle glorie. Geheimzinnig oplichtend in de ruige begroeiing van de beekvallei. Hoe kunnen ze hier zomaar leven en overleven? Als tuinmens heb ik de neiging om ze te verzorgen, wat 'onkruid' weg te wieden en verdroogde, stekelige takjes van sleedoorn en consoorten weg te snoeien. Maar ik hou me in, ze groeien hier zonder mensenhulp. En elk jaar weer opnieuw.

Pioenroos, magisch, medisch en eetbaar | Kunst en cultuur: Mythologie

zaterdag, mei 22, 2010

De Beerboom

L'éternité, on ne semence pas

L'éternité, on ne semence pas. Aan deze uitspraak van mijn 83 jaar oude Franse buurman Pierre moest ik vanmorgen denken. Toen ik naar de tuin ging zag ik de eerste frêle klaproos bloeien. Toen ik even later terug kwam lagen de rode blaadjes al op het zwarte asfalt. De klaproos! Ze bloeit maar heel even maar wel fel en vlammend rood.
's Avonds wandelde ik voorbij de afvalcontainers en daar zag ik Pierre voor de eerste keer dit jaar. L'éternité, on ne semence pas?

In de naam van... Klaproos | Kunst en cultuur: Taal

En na al deze filosofische mijmeringen toch nog wat wetenschappelijke verwijzingen naar de medicinale klaproos.

donderdag, mei 20, 2010

Achyranthes in de tuin?

Het begint op te schieten in mijn Jardin de Simples. Het weer is verbeterd, zonnig maar wel nog winderig koud en de bestelde zaden van zowel Lauris als Ruehlemans zijn hier op mijn Franse adres gearriveerd. We hebben de meesten vandaag dan ook gezaaid.

Kleurstofplanten natuurlijk, oa Coreopsis tinctoria, Carthamus tinctoria (Saffloer) en andere tinctoria's, verder had ik vooral Chinese adaptogenen besteld oa Astragalus membranaceus, Maca en Ashwaganda. Ze aan de harde Bellegardegrond toevertrouwen, is altijd een beetje afscheid nemen. Maar, met dat zaad in mijn broekzak te laten zitten, schieten we ook niks op. Dus zaaien maar.

De meeste van deze planten heb ik ooit al een of meerdere keren gezaaid. Elk jaar probeer ik ook wat nieuwe planten te kweken. Nieuw, voor mij ten minste. Zo'n nieuweling is Achyranthes aspera, een plant in gebruik bij de Ayurvedische geneeskunde. Hij zou gemakkelijk te zaaien zijn en zou goed zijn tegen een resem van kwalen. Hou je vast: verkoudheid, bronchiale aandoeningen, maagproblemen, ooginfecties, reuma, huidaandoeningen, tandpijn en tandverzorging, hormonale klachten en als toemaatje is het ook nog goed tegen hondsdolheid en cholera. En dat is niet alleen indikationslyriek, zoals de Duitsers zeggen, maar daar zijn ook wetenschappelijke aanwijzingen voor.






dinsdag, mei 18, 2010

Le Petit Epeautre

Hét graan in Drôme en Provençe is Le Petit Epeautre, Eenkoorn of Triticum monococcum. Het  is een van de vroegst gecultiveerde graansoorten maar wordt tegenwoordig nog zelden geteeld. De soort, die verwant is met spelt, werd blijkbaar al  in 7000 voor Christus in Mesopotamië verbouwd. Resten van eenkoorn zijn bij de gletsjermummie Ötzi gevonden. Eenkoorn stelt geen hoge eisen aan de grond en is resistent tegen veel ziekten. Eenkoorn wordt vooral verwerkt in patisserie, maar laat zich net als rijst goed verwerken in soep, pudding en pap. Zelf kneed ik van het gekookte graan samen met wat kaas en een geklopt ei, gehakte balletjes, die ik bak in boter en eet als een hartige hap bij de warme maaltijd of koud bij de broodmaaltijd.
Na de Romeinse tijd verloor eenkoorn sterk aan populariteit, omdat de graantjes moeilijk te pellen zijn en de oogst minder opbrengst geeft.

Eetbaar dus, maar ook eeuwige schoonheid, een graanveldje glinsterend en golvend in de ondergaande zon tussen Luc en Diois en Poyols.

Triticum monococcum - Plants For A Future database report

maandag, mei 17, 2010

Gouddistel / Le Baromètre

Op een wandeling tijdens de kruidenstage ontdekten we een zaadbol van de Gouddistel, die niet uitgevlogen was, zal ik maar zeggen, waardoor de zaden met dit natte weer hutje mutje op mekaar in hun moederplant ontkiemden. Nu probeer ik ze zelf met de paplepel groot te brengen. Benieuwd hoe dat afloopt en of we ooit van die glimmende gouddistels zullen genieten.

Deze goudgele gronddistel groeit vooral op warme, kalkrijke plateaus. De bloem opent zich alleen bij veel zon, droogte en warmte. De bloem wordt in Drôme en Provençe nog altijd op de boerderijdeuren gespijkerd als barometer en om kwade krachten buiten te houden. De Provençaalse naam ‘Artichaut sauvage’ wijst op zijn gebruik als groente, net zoals de artisjok.
Volgens een zekere Jean Chapus werd de gouddistel in het bed van jong gehuwden gelegd om ze wakker te houden. Wel triest als je dit nodig heb als pas getrouwd paar!
Gouddistel, le baromètre | Dier en natuur: Natuur


vrijdag, mei 14, 2010

Le Claps

Vandaag hebben we, de deelnemers aan de kruidenstage Rita, Hilde, Wiske, Yolande, Maurice... ook even bij de Claps gewandeld. De Claps bij Luc en Diois, een chaos van grote rotsblokken, die in het begin van de 15de eeuw los kwamen van de achterliggende Pic de Luc (1084m). De steenstroom kwam in de Drôme-rivier terecht en vormde twee meren. In het kleine Lac du Claps wordt nu eeuwen later nog gezwommen en het lijkt ook alsof het allemaal gisteren gebeurd is.

De grote steenmassa maakt natuurlijk de meeste indruk, maar de kleine rotsplantjes tussen die blokken zijn voor ons herboristen natuurlijk ook het bewonderen waard. Bergvenkel, Echte tijm, Artemisiasoorten, Gipskruid en Zonneroosjes. We proberen nog maar eens te ruiken aan de tijm om zijn chemogeurtype te herkennen. Is het geraniol (rozengeur), thymol (tijmgeur) of toch linalol (citroenzoetgeur)?

donderdag, mei 13, 2010

Streepzaad


Ik sta weer bij het kerkhof in Bellegarde, voor mij in de verte de boerderij van Pierre en Pierrette, nog verder weg de silhouet van een echte berg en onder mijn voeten de onooglijke rozetten van het Stinkend streepzaad. In het begin dacht ik dat het, met alle respect, de doden waren die de scherpe jodiumachtige geur verspreiden, die hier af en toe opdook. Gelukkig was het niks anders dan een plantje van niemandal, Crepis foetida.


Streepzaad en ander eetbaar wild blad | Mens en gezondheid: Gezonde voeding

dinsdag, mei 11, 2010

Kruidenstage

Tweede dag van onze kruidenstage. Op bezoek bij siroperie Le Panicaut. Je ziet het. Indrukwekkend maar nat zicht op het fôret de Saou en de Couspeau, de plaats waar Marie Claire Bouttier als het beter weer is, haar tijmvoorraad gaat plukken om siroop te maken. Het is Thymus vulgaris chemotype linalol, die daar groeit een soort die zoeter ruikt en smaakt dan de klassieke tijm met thymol. Marie Claire plukt begin Mei een eerste keer op 600 meter en enkele weken later een tweede keer op 900 meter. Ideaal wordt geplukt bij het begin van de bloei, maar weer- en andere goden beslissen daar wel eens anders over.

Tijm, de vele chemische variaties ofwel chemotypes | Wetenschap: Scheikunde
Wandelen in Saoû | Reizen en recreatie: Reisverhalen

Saoû


Op onze kruidenstages hangen we niet altijd in de bomen of snuffelen we niet altijd met onze neus over de grond. Soms zitten we in een gezellig café bijvoorbeeld  'Le oiseau sur sa branche' in het ministadje Saoû, en drinken een plaatselijk bier gebrouwen door, hoe kan het anders, een Belg Markus genaamd. En dat is ook de naam van het bier.

Daarna de nattigheid trotserend hebben we nog een  kleine wandeling gemaakt in het hart van het Fôret de Saoû bij het vroegere hotel en jachtverblijf  'Auberge des Dauphins', een namaak Petit Trianon à la Versailles. 
Het ligt er al meer dan 50 jaar verlaten bij, maar het was ooit een buitenhuis van een miljardair uit de Elzas en een heus twee sterrenrestaurant. Het bos van Saoû strekt zich uit over 13 km tussen de steile kliffen van Roche-Colombe (886m) en de Trois-Becs: le Veyou (1589m), le Signal (1559m) en la Roche Courbe (1545 m). Het is een spectaculair voorbeeld van een geologische plooi gevormd door spitse bergtoppen en bedekt met een dicht bos van eiken, beuken en ceders. Het wordt bevolkt door gemzen, everzwijnen, steenmarters, wezels, marmotten en roofvogels. 

Al die beesten hebben we nu niet gezien, maar wel wat typische bosplanten zoals Bedstro, Stinkende gouwe, Peperboompje en  Doorlevende judaspenning. In de Drôme vind je natuurlijk meer licht- dan schaduwplanten, in die zin is dit bosbiotoop wel uniek voor de streek. Als herborist was ik wel blij met het Bedstro, ik had nog 10 takjes nodig om wat Maitrank te maken en dat heb ik hier kunnen plukken.

Wandelen in Saoû | Reizen en recreatie: Reisverhalen

zondag, mei 09, 2010

Geparfumeerde tuin

Tussen de regenbuien door, toch nog wat gewerkt in de tuin. Wat niet vanzelfsprekend is, de zware Bellegardegrond plakt onverbiddelijk aan laarzen en klompen. Mijn passende oplossing voor dat probleem; ik strooi zakken fijngemalen kruidenafval van de kruidengroothandel Herbier du Diois over de paden en in de borders. Zo plakt de grond veel minder, ruikt de tuin nog geuriger, en wordt de grond bemest en ontsmet.

Van de natte nood een deugd makend, kan ik nu zonder problemen wat kwetsbare eenjarigen zoals Nigella sativa, Nigella damascena en Escholtzia overplanten, ook de reeds eerder overgeplante diepwortelende verfstofplanten zoals Wede en Wouw kunnen nu nieuwe haarwortels vormen, al zou de temperatuur daarvoor enkele graadjes hoger mogen zijn. De kruidenboer in mij gaat toch nog klagen!

Die Escholtzia's of te wel Slaapmutsjes hebben hun naam niet gestolen, de bloemen zien er uit als een ouderwetse puntige slaapmuts en ze worden ook als sedativum gebruikt. Weer een voorbeeld van signatuurleer, aan het uiterlijk van de plant moet je kunnen aflezen waar hij goed voor is. Deze slaap-verwekkende werking heeft Escholtzia een beetje overgenomen van zijn grote broer of zus de Slaapbol, Papaver somniferum. De hele bloeiende plant met wortel en al wordt geoogst en vers in alcohol van 45° gezet om dan 14 dagen te laten trekken op kamertemperatuur (gewichtsverhouding plant / alcohol 1 op 5), maar dat is werk voor eind juni of begin juli.

Volgens Rätsch zou the common California poppy (Eschscholzia californica) has been used in pediatric medicine as a mild sedative and analgesic, that California Indians chewed its fresh leaves as a sedative for toothaches, and that smoking its leaves induces a mild state of euphoria.

The Encyclopedia of Psychoactive Plants: Ethnopharmacology and Its Applications. Christian Rätsch
Plantaardigheden.nl - Slaapmutsje - Eschscholzia californica Beschrijving
Natural Health Product Monograph - California Poppy


vrijdag, mei 07, 2010

Meiklokje


Het Meiklokje bloeit, ook op mijn lievelingsplek, het kerkhof van Bellegarde en Diois.
Muguet de Mai, Amourette, Lelietje der dalen, Lily of the valley, souvenir ja herinnering aan een lang vervlogen verleden. Het stenen meiklokje geurt niet, maar verspreid wel een etherisch aura. 


Waar zou de mens in dit graf aan gestorven zijn?
Aan een versleten hart waar ons lieflijk lelietje goed voor is?


donderdag, mei 06, 2010

Paardenbloemen

Wat moet een mens, in dit geval een herborist, over zo'n algemene plant als de paardenbloem schrijven. Dat hij er gewoon massaal is en dat het weinigen nog verwonderd? En toch heeft juist deze paardenbloem  een symbolische betekenis voor mij.  Het bijzondere van het gewone. Kracht en schoonheid zonder franjes.

Zijn aanpassingsvermogen is onvoorstelbaar groot, op enkele meters afstand van mekaar, kan een droog groeiend exemplaar een sterk getand blad bezitten, terwijl in het vruchtbaar en vochtig weiland daarnaast de bladeren vettig, vol en breed kunnen zijn.

Mellie Uyldert probeert met deze signatuur aan de plant zelfs karakteriële eigenschappen toe te schrijven. Zo zou de sterk getande soort meer geschikt zijn voor energieke, wat agressieve mensen en de weelderige exemplaren voor rustigere karakters. Mogelijk wat ver gezocht, maar toch weten we ondertussen dat er verschillen zijn in werking en in botanie, zelfs zo veel verschil dat de plantkundigen van onze paardenbloem maar ineens meer dan 200 soorten gemaakt hebben.

Op dit moment hier in Bellegarde bloeien ze nog volop, zelf maak ik vooral in het najaar van de wortels een leverstimulerende en spijverteringsbevorderende tinctuur, maar een voorjaarskuur met verse blaadjes is ook niet te versmaden. Mijn dosering: drie maal daags een vers blaadje kauwen. Verder is het nu ook goed mogelijk om een soort confiture te maken van de bloemen. Dat is hopelijk een werkje voor de volgende dagen.

In de naam van... Paardebloem | Kunst en cultuur: Taal

woensdag, mei 05, 2010

Wouw

Wouw! Wel ja, ook dat is de naam van een plant. Op deze regenachtige dag probeer is de jonge wouwplanten, die liever op het pad groeiden dan in de border, dan maar over te planten. Dat is niet vanzelfsprekend, want met hun penwortels van al 20 cm lang kunnen ze wel goed tegen de droogte maar slecht tegen het overplanten.

Zoals uit de wetenschappelijke naam Reseda luteola blijkt behoort Wouw tot de Resedafamilie. Reseda's hebben rechtopstaande bloemtrossen van meestal kleine, geelgroene bloemen. Ze bevatten gele en roodachtige kleurstoffen, die in de nazomer blad en vruchten mooi oranje kleuren. Wouw werd vroeger vooral gebruikt om zijde te verven, het geeft een mooie, duurzame gele kleur. De gehele bloeiende plant wordt geoogst voordat hij zaad vormt .

Maar er is meer, uit recent wetenschappelijk blijkt dat het extract een anti-inflammatoire werking heeft, en dus goed te gebruiken is tegen zonnebrand. Due to excellent skin tolerance combined with potent anti-inflammatory properties s-RE bears potential especially for the prevention but also for the treatment of inflammatory skin conditions such as UV-induced erythema.


Mijn artikel op herborist.infoteur: Wouw of Reseda luteola | Dier en natuur
Dyer's Weed Or Weld (Reseda Luteola, L.)
Topical application of solubilized Reseda luteola ... [J Photochem Photobiol B. 2009] - PubMed result