In de Oudheid was de klimop toegewijd aan de goden Donar en aan Bacchus. Beide goden hanteerden de bliksem als bewijs van manlijke kracht. Bacchus draagt een klimoprank om zijn staf en om zijn hoofd. Bij de Litouwers heet de klimop Perkunas naar de dondergod Pehrkon. Ook Alexander de Grote kroonde zichzelf met klimop bij de terugkeer van zijn tocht naar Indië. Trouwens veel meer goden en andere mannetjesputters lijken klimop wel als symbool voor macht en kracht beschouwd te hebben.
Volgens de mythologie zou de klimop dan ook goddelijke vermogens geven, in de eerste plaats die van helderziendheid en profetie. Wie een krans van klimop droeg, kon de heksen herkennen, zegt het middeleeuws volksgeloof. Het is ook merkwaardig, dat de klimop bij de liederlijke god Bacchus vaak voorkomt in gezelschap van de wijnstok en bij alle gelegenheden waar wijn gedronken wordt. Boven de herbergdeur hing in vroeger tijden een klimoprank of een eikentak. Men beweerde dat klimop de drinker tegen dronkenschap beschermde, zij maakte de wijn onschuldig. Zou klimop het kruid tegen een kater kunnen zijn? Toch maar niet proberen, klimopthee kan omwille van zijn zeepstoffen zeer irriterend zijn.
Meer over klimop. https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/64288-klimop-de-mythische-klimmer.html en https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/hedera-helix-klimop-1