vrijdag, november 17, 2017

Wolfsmelk

 Ook in najaar en winter blijven ze glimmend aanwezig. Wolfsmelk en heksenmelk. Wolfsmelk is een verzamelnaam voor alle Euphorbia­ceae. Ze bevatten allemaal melksap dat giftig is, soms zelfs dodelijk giftig.In onze streken kent men de brede wolfsmelk, de stijve wolfsmelk en het kroontjeskruid, alle eenjarig terwijl de kruisbladwolfsmelk tweejarig is. Voor degenen die zich in de wolfsmelksoorten willen verdiepen: er is ook nog een amandelwolfsmelk, een moeraswolfsmelk,een cypreswolfsmelk en een heksenmelk. Al deze wolfsmelksoorten zijn vaste planten. Men vindt ze dus jaar op jaar weer terug in het wild of in de tuin.

De Euphorbia's hebben geen gewone bloemen, maar zogenaamde schijnbloemen. De bloemen, mannelijke en vrouwelijke, zijn piepklein en vormen samen met gele schutblaadjes de grotere schijnbloem.Naast deze inheemse wolfsmelksoorten kennen de meeste mensen wel de zogenaamde kerstster, de Euphorbia pulcherrima die vooral opvalt door de felrode of wit gekleurde schutbladeren rond de bloem.

Volgens de oude voorschriften, werden de Euphorbia's ook voor magische doeleinden gebruikt, onder andere verwerkt in heksenzalven. Vooral Euphorbia helioscopia, het kroontjeskruid zou veel gebruikt geweest zijn. Hij werd dan ook wel heksenmelk genoemd  Er werd aangenomen dat heksen het melksap inkookten, om er dan adders in te doden en van dit mengsel samen andere heksendranken en zalven te brouwen. Ook de alchemisten gebruikten grote hoeveelheden wolfsmelk, omdat het volgens hen een zilver­makende plant was. Het witte melksap heeft mogelijk tot deze veronderstelling geleid.

De naam Euphorbia zou volgens Plinius afkomstig zijn van Euphorbius, de lijfarts van koning Juba II, koning van Mauritanië die rond 50 voor Christus leefde. Deze arts nam al proeven met wolfsmelk, op zoek naar zijn geneeskrachtige werking. Een andere verklaring van de naam is, dat deze een samenstelling is van de woorden eu = goed en pherbos = voeden. Het gedroogde melksap werd in vroeger eeuwen namelijk ook gebruikt ter genezing van tbc­-patiënten. Tot in de twintigste eeuw werd onder de naam euphorbium nog wel gedroogd melksap in de apotheek gebruikt. De naam wolfsmelk die voor alle Euphorbia's gebruikt wordt houdt verband met de branderige, bijtende smaak die even pijnlijk is als de beet van een wolf. De wolfsmelk, bestanddeel van heksenzalven en heksendranken, werd ook wel in de volksgeneeskunde gebruikt, zij het uitsluitend uitwendig. Het ingedikte sap werd gebruikt op pleisters die in de diergeneeskunde toegepast werden en het verse sap blijkt een uitstekend middel te zijn om wratten kwijt te raken.

Geen opmerkingen: