woensdag, januari 18, 2012

Vuilboom of sporkehout

Rhamnus frangulae cortex

Niet dat ik veel schors van bomen of struiken oogst. Toch is het nu ook het moment om medicinale schors te verzamelen bvb de ongeveer 3 jaar jonge takken van Rhamnus frangula.
Vuilboom, sporkehout, pijlhout, sprokkel, houtjeshout, bloedboom, stinkboom en buskruithout. Allemaal namen van de Rhamnus frangula die met zijn gespikkeld hout de schaduwrijke randen van onze bossen bevolkt. Ook allemaal namen die wat vertellen over het vroeger gebruik.

Rhamnus cathartica L., die in ons land vrij zeldzaam voorkomt in bosachtige streken en in de duinen. Dit voorkomen van doornen, die echter ontbreken bij Rhamnus frangula, schijnt tot de naam Rhamnus geleid te hebben. Het Keltische woord "ram" betekent namelijk doornstruik. Het woord frangula is afgeleid van het Latijnse "frangere, breken en heeft betrekking op de breekbaarheid van het hout. De Nederlandse naam vuilboom houdt verband met de onaangename geur van de verse bast, al wordt er ook wel eens beweerd dat deze naam te maken heeft met het laxerend effect, zeg maar het vuil dat wordt uitgescheiden. Meer lezen over dit oude laxeerkruid http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/35573-vuilboom-of-sporkehout.html


 Wetenschappelijk onderzoek en werking vlgs EMEA  
 Frangula bark belongs to the stimulant laxatives. Emodin-9-anthrone is the most important metabolite,  which is produced by the bacteria of the large intestine. The mode of action is based on two  mechanisms. Firstly, colonic motility is increased leading to a reduced transit time. Secondly, an  influence on secretion processes by two concomitant mechanisms, namely inhibition of absorption of  water and electrolytes (Na + , Cl - ) into the colonic epithelial cells (antiabsorptive effect) and increase of  the leakiness of the tight junctions and stimulation of secretion of water and electrolytes into the lumen  of the colon (secretagogue effect), results in enhanced concentrations of fluid and electrolytes in the  lumen of the colon.     These findings are based on investigations with different anthrones deriving also from other  anthranoid-containing herbal substances, but the results of these investigations are not always  consistent

Results of investigations of Capasso F et al. 1983 (55) in rat isolated colon suggest that the laxative  properties of aloin and 1,8-dihydroxyanthraquinone may depend, at least in part, on increased  prostaglandin synthesis by the intestinal tissue.    Frangula bark predominantly contains the anthranoids as anthraquinones. Therefore it is supposed that  the influence of frangula bark on fluid absorption and on secretion processes is lower than the  influence of other anthranoid-containing herbal substances. Data of a direct clinical comparison of the  effects are missing (8).  

Cressari A et al. 1966 (11) investigated different constituents of the frangula bark to evaluate the  laxative effect in comparison to a standard senna leaves extract (amount of anthranoids not mentioned)  in mice. Glucofrangulin and frangulin only showed a laxative effect after oral administration. This  effect was nearly 4 to 5 times stronger than the effect of the senna extract. The effect of emodin was  comparable with the effect of the senna extract. Physcion and chrysophanol had no noteworthy effect.     The administration of a methanolic extract of frangula bark (17.5 % anthranoid glycosides calculated  as 1,8-dihydroxyanthraquinon-glycoside) in mice resulted in a dose dependent decrease of the  intestinal transit time. After oral administration of 50 mg/kg body weight defaecation after 4 h took  place in 20 % of the mice, after oral administration of 100 mg/kg body weight in 40 %. The ED 50  was  mentioned with 121.5 mg/kg body weight (12, 13).    A methanolic extract of frangula bark (23 % glucofrangulin, 2 % frangulin, 0.5 % aglyka) had a  laxative effect in mice with a weight of 20 g after oral administration. The ED 50  was 3.66 mg/20 g  body weight. The ED 50  of another frangula extract with 25 % glucofrangulin, 1.5 % frangulin and 0.5  % aglyka was 2.45 mg; the ED 50  of pure glucofrangulin A was 7.97 mg, of pure frangulin A 2.37 mg  and of pure emodin 4.67 mg /20 g body weight (7).    The administration of an aqueous suspension of 0.6 g pulverised bark (12 mg anthranoids  (glucofrangulin and frangulin) had a laxative effect in humans after 6 to 24 h (12, 14)



maandag, januari 16, 2012

Amara aromatica

Posted by Picasa
Angelica archangelica, Gentiana lutea, Foeniculum vulgare, Centaurium minus, Angelica, Artemisia (smudgesticks), Gentiana lutea, Artemisia en Foeniculum

De bitterstofplanten voor de spijsvertering zoals besproken in de herboristen opleiding

 Zij wekken de eetlust op en bevorderen de vertering van het voedsel. Dus uitermate geschikt om voor een copieuze maaltijd te gebruiken. Vandaar ons aperitief voor het eten. Aperitivum is in feite een medische term en betekent gewoon eetlustopwekkend.
Veel likeuren zoals Benedictine en Chartreuse zijn dan ook niets anders dan aftreksels van bitterplanten op alcohol. De meest beruchte is nog steeds de absint, een groen goedje waar Van Gogh en andere schilders aan verslaafd waren. De Genepi is een ander, nu nog veel gedronken aperitief, gemaakt uit verschillende Artemisia- en Achilleasoorten. Dit sterke drankje wordt je overal in de Alpen te pas en te onpas aangeboden. Vooral in de Franse berghutten, waar ik kind aan huis ben, moet je oppassen om niet dronken de bergen ingestuurd te worden.

Enkele artikelen over bitterstofplanten
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/60681-engelwortel-geschiedenis-van-een-kruid.html
http://eten-en-drinken.infonu.nl/dranken-overig/22916-gele-gentiaan-likeurplant-voor-de-maag.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/26788-venkel-een-beetje-geschiedenis.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22839-artemisia-de-grijze-tover-in-de-tuin.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/36412-in-de-naam-van-duizendguldenkruid.html

Herboristen Opleiding 'Dodonaeus' kruidwis

woensdag, januari 11, 2012

De koolboom

Medicijn van de armen werd het vroeger wel genoemd. Een 'kruid' dat je altijd bij de hand hebt.

Enkele oude volkse koolrecepten: Bij heesheid, bronchiale aandoeningen, hardnekkige hoest en vroeger zelfs bij kinkhoest in gebruik: Een geconcentreerd afkooksel drinken (5-6 bladeren op 1 liter water, minstens 30 minuten laten koken; zeven; met honing zoeten) of 1 tot 2 glazen koolsap, met zoveel mogelijk honing gezoet, per dag drinken, of drie- tot viermaal daags 1 lepel hoestdrank nemen van rodekoolsiroop (deze siroop werd in de achttiende eeuw bij voorkeur gebruikt als geheim middel bij tering en was bekend onder de naam 'Boerhaave siroop'). Deze stroop is heel gemakkelijk te maken: stamp rodekool bladeren fijn en druk ze vervolgens door een schone doek of zeef om het sap te verkrijgen; weeg het sap en voeg er de helft van het gewicht aan honing bij; zachtjes laten koken; afschuimen en door laten koken tot het de dikte van een siroop heeft gekregen. Ik zou er nog bij willen zeggen dat een  lepel  van  deze  siroop,  dagelijks genomen  op  nuchtere  maag, preventief werkt bij mensen met zwakke luchtwegen.


http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/38829-koolblad-als-eerste-hulpmiddel.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/66195-kool-een-kleine-geschiedenis.html
Uit grootmoeders kruidenkast. Jean Palaiseul. Origineel: Nos grand-mères savaient...

dinsdag, januari 10, 2012

Memorie


Een vreemde dag vandaag. Bruno mee helpen begraven, geen fait-divers, tranen achter de ogen, heidense kerk en magisch mooi kerkhof. Zou hij zijn kerkhof zelf hebben uitgekozen? Het zou me niks verbazen. 

Citaat in memorie uit 'Ongewone medicijnen voor tevredenheid'. ' Vroeger dacht ik er nauwelijks aan dat ik maar een korte tijd zou vertoeven in deze avontuurlijke wereld waarvan ik de nauwelijks hoorbare hartslag steeds duidelijker waarneem ondanks het feit dat ik een beetje doof geworden ben... Dat besef vervult mij nu met dankbaarheid en stelt mij in staat tot genieten.
Wanneer ik 's nachts wakker lig, luister ik naar de wind in de bomen, naar het riviertje dat zich extra druk voortbeweegt na de regen... Die wind en dat voorbij stromende water doen mij eraan denken dat ik binnenkort ook 'voorbij' ben. Daarom zijn deze, mijn laatste jaren, belangrijk. Geladen. Mooi en kostbaar'.


En dan, ik, 's avond weer les geven en praten over flavonoïden, mosterdolieglycosiden, looistoffen, etherische olie en bitterstoffen. En het nog plezant vinden ook.

maandag, januari 09, 2012

Winterpluk

Claytonia perfoliata / Winterpostelein
Ik klaag liever niet over het warme of koude, het droge of het natte weer. Ik kan nu nog wat groene plantenresten verzamelen als demonstratiemateriaal voor de herboristenles van morgenavond. In volgorde van plukken vind ik duizendblad, kraailook, zeepkruid, winterpostelein, raket met een geel minibloempje, kleine brandnetel, een kaal grijs takje gojibes, knoppen van verschillende bomen (geurende populier, zwarte es en eik). Ik wandel nu het duinbos in en vind verschrompelde oranje besjes van de duindoorn, als onderbegroeiing nieuw groen van fluitenkruid, judaspenning en hondsdraf. En niet vergeten wilde rucola. De tramsporen overstekend kom ik in een Haans hellingbosje terecht met veel vlier, meidoorn en bessenstruiken. Ik pluk vlierscheuten, geurende knoppen van Ribes en ronde blaadjes van het klein kaasjeskruid.
Dat zal het dan wel zowat zijn en daar kan ik mijn studenten morgen al wat mee zoet houden.
http://huis-en-tuin.infonu.nl/tuin/44645-postelein-en-winterpostelein.html

vrijdag, januari 06, 2012

La Condition Humaine


Een wijze kennis, Bruno is gisteren op 82 jarige leeftijd overleden. 'Un vieillard qui meurt, c'est comme une bibliothèque qui brûle', staat ergens geschreven. Gelukkig heeft hij, ook veel wijze dingen geschreven. Ik zal hem de volgende maanden dan ook een beetje levend proberen te houden door hem af en toe te citeren.
Eindelijk ben je dan zo ver dat je bijna weet hoe te leven… en dan is het bijna tijd om afscheid te nemen.’ schreef Bruno in 'Klein testament'. Dit boekje is de zelfondervraging van een eigen-wijze man die van het eenvoudige houdt. Kiezelstenen zijn voor hem waardevoller dan diamanten. Roestig ijzer vindt hij mooier dan zilver of goud.

Mens zijn:
Tussen hemel en aarde.
Met lege handen
Licht en donker,
voor eeuwig onvoltooid.
Met een gat in mijn hart
En een zingende kraai in mijn hoofd

La Condition Humaine, beeld gebeiteld uit de granieten pilaar, die ooit dienst deed als stut voor ons eigen balkon.
Bruno-Paul De Roeck, schrijver, beeldhouwer en mens.

donderdag, januari 05, 2012

Drie koningen, mirre en wierook


Zesde-eeuws mozaïek met de Drie Wijzen
 in de Basiliek van Sant'Apollinare Nuovo in Ravenna, Italië





Drie koningen zagen vanuit verschil­lende werelddelen een ster in het Oosten staan, zij volgden die heldere ster en kwamen zo uit bij een stal in Bethlehem waar ze de eerste "vreemden" waren om Jezus te begroeten. Althans zo wordt het al eeu­wenlang verteld. In werkelijkheid is er geen enkele vaststaande historische reden om driekoningen drie-koningen te noemen.
Toen Jesus nu geboren was te Bethlehem van Juda in de dagen van koning Herodes, zie, toen kwamen er Wijzen uit het oosten te Jerusalem. Ze zeiden: Waar is de Koning der Joden, die zo juist geboren moet zijn? Want we hebben zijn ster in het oosten gezien, en zijn gekomen, om Hem te aanbidden. (Petrus Canisiusbijbel)

In het Evangelie volgens Matteüs wordt blijkbaar  nergens over koningen gespro­ken. Enkel het woord 'wijzen' wordt vermeld. Bovendien staat er ook nergens letterlijk dat ze met drie waren. We weten enkel zeker dat er drie geschenken waren: goud, mirre en wie­rook. Volgens de ene onderzoeker wer­den die drie geschenken gekozen omdat het simpelweg de duurste din­gen waren die toen in het Oosten te krijgen waren. De andere ziet er eerder symbo­len in: goud voor Jezus' koningschap, wierook voor zijn goddelijkheid en mirre voor zijn zalving.

En zelfs over die mirre van 2000 jaar geleden bestaan twijfels. Wat er ook van zei, harsen en wierook waren 2000 jaar geleden wel bekend. En ook nu, zijn het nog steeds mysterieuze producten, waar opnieuw spirituele en geneeskrachtige eigenschappen aan worden toegeschreven. Wat mij betreft, mogen wijze verhalen voor eeuwig blijven bestaan, op voorwaarde dat men er geen dogmatische betekenis aan geeft.

Over de mirre van de driekoningen lees mijn artikel http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/48248-myrrhe-in-de-bijbel.html en ook over wierook kun je een artikel vinden http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/39615-wierook-geur-en-geneeskracht.html

maandag, januari 02, 2012

Sangoma


Als je al zo lang leeft en al zo lang schrijft over kruiden, dan kan het niet anders dan dat je jezelf wel eens herhaalt. Bij deze wil ik mezelf bewust herhalen. De volgende tekst schreef ik in mijn dagboek van december 1995.

Sangoma! Is de titel van het boek van James Hall, een moderne Amerikaan die na een zware lichamelijke opleiding traditioneel genezer werd in Swaziland. Sangoma betekent zoiets als sjamaan, medicijnman of mag ik zeggen, herborist.
Het boek van Hall doet mij dromen van een herborist en mens die zijn kennis niet alleen verkrijgt door zijn hersenen vol te proppen met rationele informatie over planten, maar daar ook lichamelijke inspanningen voor moet leveren. Een herborist die op expeditie gaat naar de Kalahariwoestijn om duivelsklauw te oogsten, die zelf valkruid verzamelt op gevaarlijke plekken in de Alpen, die slaapt in de natuur op een bed van wilde tijm.

Pas dan, wordt een mens weer verbonden met zijn eigen lijfelijke natuur! Pas dan wordt kennis in je bloed opgenomen! Pas dan wordt kennis echt kracht! Kruiden worden dan meer dan medische of modische planten. Herboristen worden dan weer spiritisten die in de oude aarde de nieuwe hemel ervaren.

James Hall kijkt me op de kaft van zijn boek tweemaal aan. Eénmaal als de modieus geklede, zelfbewuste Westerling trots op zijn gerestaureerde Cadillac uit 1937. Een tweede maal als sangoma, in een eenvoudige lendendoek gehuld, ernstig, vol van oer-ervaringen. Ik wil niet kiezen tussen die twee. Ik wil ze gewoon allebei een beetje zijn.

Het dagboek vind je op mijn website https://sites.google.com/site/kruidwis/dagboek-van-een-herborist/dagboek-herborist-1995
Sangoma. Hall, James ISBN9789044980127 (9044980122) UitgeverA W Bruna Uitgevers B.V.


donderdag, december 29, 2011

Gelukkige...kruiden

Posted by Picasa
Arnica montana (Valkruid), Calendula officinalis (Goudsbloem!, Echinacea species (Zonnehoed), Plantago lanceolata (Smalle weegbree), Hypericum perforatum (Sint-janskruid), Symphytum officinale (Smeerwortel) en nog eens Arnica montana (Valkruid). De basiskruiden voor de huid zoals ze ook besproken worden in de herboristenopleiding

maandag, december 26, 2011

Herba

De nieuwe herba, het tijdschrift van de herboristen vereniging, is vandaag in mijn brievenbus gevallen. Een beetje kerstnummer is het wel geworden, niet dat er kerst-tierlantijntjes in staan, maar wel wat artikels over specerijen en over een verdwenen kruid van meer dan 2000 jaar geleden, de Sylphion. 
Verwarmende specerijen horen toch wel bij deze periode van het jaar. 


Cinnamomum / Kaneel
Editoriaal uit Herba 64: Een spece-rijke wereld
Winterse dagen! Koude en donkerte vragen blijkbaar om licht en warmte. Dus worden de straten en huizen extra verlicht en de vuurkorven op de kerstmarkten aangestoken. Daar vinden we ook drank en voedsel vol verwarmende kruiden en specerijen. Zou het toevallig zijn dat het nu ook de tijd van de chocolade is? Troostende chocolade en marsepein. Verwarmende kaneel en kruidnagel in de warme glühwijn moeten ons zowel lichamelijk als geestelijk beschermen. Lichamelijk tegen virale en bacteriële ver-koud-heden en geestelijk ons troosten, het winterse leven wat gezelliger en vriendelijker maken.

Daarom nu deze herba over verwarmende kruiden zoals gember en kaneel. Nu zijn deze specerijen gewone, ordinaire producten geworden maar ooit waren het dure en mysterieuze planten, waar verre, gevaarlijke reizen voor werden ondernomen. En, waar spectaculaire verhalen over verteld werden.

De herkomst van de specerijen sprak tijdens de Middeleeuwen alleszins tot de verbeelding. Tijdens de Oudheid was men zich reeds terdege bewust van de oosterse herkomst van specerijen, en later, tijdens de hele Middeleeuwen, werd deze kennis voortdurend levendig gehouden door allerlei legendes. Maar het Oosten lag veraf, en was mysterieus, ondoorgrondelijk (met bovendien een totaal andere godsdienst), het Oosten was tegelijkertijd aantrekkelijk en angstaanjagend, en slechts weinig westerlingen, behalve enkele illustere uitzonderingen, reisden erheen. Vooral het gebied rond de Indische Oceaan sprak erg aan, "die besloten, exotische droomwereld waarnaar het middeleeuwse Westen zo verlangt, hortus conclusus van een tegelijk verrukkelijk en gruwelijk paradijs, " zoals Jacques LeGoff het zo mooi stelt.
Volgens de christelijke traditie was het Oosten ook de plek waar het Aardse Paradijs zich bevond : het is in de tuin van Eden, die door wilde dieren en een vlammengordijn wordt beschermd en waarvan de poort sinds de zondeval gesloten is, de plaats waar de vier heilige stromen ontspringen: de Ganges, de Tigris, de Eufraat en de Nijl. En het was precies langs de Nijl dat de oosterse koopwaar naar Alexandrië en de mare nostrum werd vervoerd. Op die wijze, zo vertelt Joinville rond 1250, kwamen de kruiden "uit het aardse paradijs",... "de wind laat ze uit de bomen van het Paradijs vallen, zoals de wind bij ons verdorde takken laat vallen ". Als de specerijen uit een paradijs komen dat ver weg in het Oosten gelegen is, laten ze ons dan niet even proeven van de vruchten uit een verloren gewaand paradijs?

Mooi toch! Het 'niet-weten' daar heb ik nu wel eens heimwee naar. Het kunnen fantaseren over een vreemde onbekende wereld. Het creëren van je eigen aardbol. Ik wens jullie dan ook een eigen, mooie wereld in 2012.
herboristenvereniging www.herboristen.be

vrijdag, december 23, 2011

Onze kerst-boom

Wandelend langs het natuurgebiedje bij mij om de hoek, kom ik een grote, grove den tegen, die omgevallen over de omheining mij de weg wil versperren. Of.. wil hij ontsnappen uit het natuurgebied. Of.. wil hij mij de gevaarlijke moeite besparen om hoog in de boom te moeten klimmen om enkele takken te oogsten  voor het maken van mijn kerstboom?

Nu hangen enkele takken van die omgevallen den onderste boven in de woonkamer en roepen herinneringen op. Aan het ouderlijk huis van lang geleden, aan kind, koude, zwarte kraaien op de witte sneeuw. Aan vroeger, niks nieuws onder de zon zeker. En vroeger is niet beter, noch slechter. Mijmeringen, momenten, vluchtig als het verleden.

En ik, die als herborist hier alleen maar wat medicinale en andere  info wou verstrekken over Pinus sylvestris. Over de geur, de etherische olie, de knoppen en het hars die zo vele verschillende toepassingen hebben.

Nog veel langer geleden noemt Dodonaeus die hars "Een schoone claere vetticheyt" en de ' keernen van den Pijnnootkens, zegt hij, 'sijn goet voor die longhene, sy suyveren die borst ende doen die fluymen lossen ende daer en boven zoo voeden sy oock wel ende maken redelick goet bloet/ ende daer om zoo sijn sy goet den ghenen die hoesten ende uutdrooghen in alle manieren ghebruyckt ende inghenomen'.

Pinus was ooit een menselijk of goddelijk wezen, de vriendin van de natuurgod Pan. Zij werden overvallen door de ijzige Noorderwindgod Boreas, waarbij Pinus het leven liet. Pan veranderde haar toen in een pijnboom om zo eeuwig bij haar te kunnen zijn. Het huilend geluid in de pijnbomen herinnert nog steeds aan die wandaad van de windgod en aan het verdriet van Pinus en Pan.

woensdag, december 21, 2011

Peucedanum officinale in de plantencataloog van Rühlemann's


Ik heb hem nog niet ontvangen, de nieuwe zaadcataloog van Ruhlemann's. Toch ben ik al volop de 'oude' aan het bestuderen om voor volgend jaar wat planten of zaden te bestellen, zeker ook omdat we in 2012 weer een grote, nieuwe, eigen tuin zullen bezitten .
In de cataloog van Ruhlemann's vind je niet alleen medicinale planten en zaden van over de hele wereld maar ook interessante gebruiksinformatie over al die bijzondere planten. Hier een voorbeeldje van een tekst over een vroeger bekende schermbloemige Peucedanum, een plant die ik zelf ooit bij Ruhlemann's gekocht heb en die ondertussen, in pot, al enkele verhuizingen achter de rug heeft

"Echter Haarstrang" Ein großer aromatischer Doldenblütler.
Erst mal muss ich sagen, dass man kaum etwas über den echten Haarstrang in den heutigen Kräuterbüchern findet, obwohl es ein Kraut mit starken Inhaltsstoffen ist. Nur in den alten Kräuterbüchern von Culpeper, Mattioli, Dioscorides oder Tabernaemontanus ist er häufig ausführlicher beschrieben, was seine Wertschätzung in früheren Zeiten unterstreicht.

Die Pflanze ist in ganz Mitteleuropa verbreitet, kommt aber relativ selten vor. Verwendet werden hauptsächlich die stark aromatischen Wurzeln, aus denen auch ein gummiartiges Harz tritt, das durch Eintrocknen des aus der angeschnittenen Wurzel austretenden Milchsaftes, des sogenannten Haarstranggummis, gewonnen wird. Aber auch das fenchelartige Laub wird verwendet. Wie viele Peucedanum-Arten, zu denen früher auch der gewöhnliche Dill (Anethum) gezählt wurde, gilt auch der Haarstrang als Aphrodisiakum. Sonstige Wirkungen? Viele. Gegen Kopfschmerzen, Blähungen, Unfruchtbarkeit. Appetitanregend, auswurffördernd, hustenlindernd. Tabernaemontanus schreibt: „Die unfruchtbaren Weiber sollen die Haarstrangwurtzel klein schneiden, darnach auff Kolen legen, unnd den Rauch darvon durch ein Trechter in die Mutter empfangen, das reiniget sie dass sie zu der Empfängnuss tüchtig werden.“ oder auch: „Der Geruch von der Wurtzel erweckt die Schlaffsüchtigen. Das thut auch so man die zu Pulver stösset, mit Essig und Rosenöle temperirt und die Nasslöcher anstreich.“

Peucedanum in
 CruydtBoeck Dodonaeus 
Meine Anregung: junge Schösslinge oder die Wurzel haben wegen ihres sehr angenehmen, würzigen Duftes Potenzial als Würzpflanze. Das Harz aus der angeschnittenen Wurzel wurde einst als Ersatz für Asant genommen, welches ja auch zum Würzen genutzt wird.
http://www.kraeuter-und-duftpflanzen.de/Pflanzen-und-Saatgut/Haarstrang-Hundszunge/H-Einzelsorten/Echter-Haarstrang-Pflanze

Peucedanum bij Dodonaeus
En om van het Duits naar het oud Nederlands over te stappen, hier een citaat uit het Cruydtboeck van Dodoens:
Tsap van der wortel van Peucedanum alleen/ oft als Plinius scrijft/ met bitter Amandelen ende Ruyte inghenomen es seer goet tseghen die cortheyt van den adem/ het versuet die pijne ende weedom des buycx/ het sceydt alle winden ende opblasinghen van der maghen/ ende alle inwendighe leden/ het doet die milte cleyn worden/ het maeckt saechten camerganck ende iaecht daer duer af die taye coude fluymen ende die heete geele cholerijcke vochtigheden.
De werking lijkt zo te lezen nogal op venkel, dus voor de spijsvertering en de luchtwegen, vooral als krampwerend middel. Dodoens noemt de plant trouwens varkensvenkel.

Nog veel meer toepassingen worden vermeld bij Dodoens, waaronder ook wat merkwaardige beschrijvingen en die citeer ik nogal graag. Niet om Dodoens belachelijk te maken, integendeel, in dit geval is het een toepassing bij o.a. epilepsie. 'Tsap van Peucedanum met olie van Roosen ende azijn vermenght es seer goet tseghen die groote rasernie (krankzinnigheid)/ Phrenitides in Griecx gheheeten/ verouderde groote pijnen ende swijmelinghen in thooft/ swaere becommerlijcke ongheruste slapen/ ende tseghen die vallende sieckte op thooft ghestreken'. Veel van deze curieuze beschrijvingen vind ik ook gewoon grappig om te lezen (mag dat?), maar we kunnen er mogelijk ook interessante aanwijzingen in terug vinden om de plant ook in onze moderne tijd therapeutisch te gebruiken..

maandag, december 19, 2011

Mijn kruidige siertuin: Meidoorn

De donkerste dagen van het jaar zijn dé gelegenheid om gezellig binnen te blijven, na te denken en te lezen. Voor mij is dat lezen dikwijls herlezen. Het moment om oudere boeken uit mijn bibliotheek opnieuw  te lezen of ten minste te doorbladeren.
Ik herlees ook wel eens wat ik zelf ooit geschreven heb. Dan ben ik soms beschaamd over mezelf, over de slechte zinsbouw of de rare ideeën. Gelukkig kan ik ook wel eens goedkeurend knikken over mijn eigen teksten en soms ben ik zelfs redelijk tevreden, zelfs zo tevreden dat ik met die teksten wel eens een boekje durf samenstellen. En dat... bescheiden aanbieden aan andere kruidenliefhebbers. Bij deze een stukje tekst uit 'De kruidige siertuin' met als ondertitel 'een tuin als huisapotheek'.

Wat  is  een  kruidige  siertuin?
Heel lang geleden leefden wij mensen in de natuur, we aten uit de natuur en we gingen  dood in de natuur. Dat natuurlijk leven had waarschijnlijk een heleboel voordelen, maar ook heel wat nadelen. Nu, zien we dikwijls alleen nog maar de voordelen. Nu, proberen we die bedreigde natuur weer in ons leven en dus ook in onze tuin op te nemen. Dat kan een beetje met een kruidige siertuin. Een tuin die op een bescheiden manier rekening houdt met het natuurlijke, het ecologische van planten, maar ook met hun gebruiks- en schoonheidswaarde. 
Een tuin dus met enige principes. Principes waar je natuurlijk mag en misschien zelfs moet van afwijken. Een tuin vol van planten, die (1)natuurlijk, (2) mooi en (3) gezond zijn. Een ecologische en kruidige siertuin waar je al je zintuigen de kost kan geven.
Ecologie zonder ergernis, esthetiek zonder franjes en gezondheid zonder complexen, dat moet mijn kruidige siertuin zijn.

In deze brochure, die ik ook gebruik als cursusboekje bij een lessencyclus over natuurlijk en kruidig tuinieren, worden medicinale planten besproken die samen een mooie border vormen.

Een filosofisch stukje over de meidoorn
Net zoals de Vlier is ook de Meidoorn niet weg te denken uit ons landschap en ons leven. Veel te weinig beseffen we dat struiken en bomen letterlijk het landschap en het leven vullen. Tuin en natuur stofferen de lege ruimte en geven ons net zoals een interieur een vertrouwd gevoel en structuur voor ons dagelijks handelen. Wel grote woorden om een gewoon struikje in te leiden. En toch waar! Wat kan de lange lijnen van de meidoorn in een heggenlandschap vervangen? Of de grillige bosjes aan de rand van een weiland, waar de koeien schaduwen of hun vacht schuren?  Of wat zou ik zijn zonder mijn herinnering aan die grillige Ardeense meidoorn, de enige overlevende van een oude heg. Sporen in het landschap laten sporen na in mezelf. Emotioneel omgaan met de natuur is essentieel, al moet we daarom ons verstand nog niet verliezen. Verstand is toch een beetje bewaker van het gevoel.

Maar het boekje  is niet alleen filosofisch maar ook praktisch. Een citaat:
Het best te gebruiken is de Meidoorn voor het ouderdomshart of om de gevolgen van een hartinfarct te verminderen. Verder is de plant ook te gebruiken bij een verhoogde bloeddruk, dan eventueel combineren met de vochtafdrijvende Guldenroede of bij ritmestoornissen, dan is een mengsel met Citroenmelisse of Hartgespan zeer geschikt. Door zijn versterkende werking op de hartspier is de plant ook te gebruiken bij duursporten. Geen echt pepmiddel maar het zorgt er wel voor dat je hart een inspanning langer kan volhouden.
Eigen aan de moderne natuurgeneeskunde is het gebruik van traditionele kruiden met een wetenschappelijk goed onderbouwde werking en dat met zo weinig mogelijk bijwerkingen. Meidoorn  is daar een goed voorbeeld van, het is dan ook onze basisplant voor hart en bloedvaten.

De brochure 'De Kruidige Siertuin' van 60 bladzijden is te verkrijgen voor 10 euro, verzendingskosten en digitale versie inbegrepen. Bestelling via vlaamseherboristen@gmail.com.

vrijdag, december 16, 2011

Over klaverzuring en conglomeraat

Nog op wandel in Wéris, zondagnamiddag 11 december . Op de middag eten we met de hele groep bij 'la Pierre Levée' in Wéris, daar zit gewoonlijk en nu dus ook de nieuwe druïde, die ondertussen ook beoefenaar van Armeense mystiek is geworden. Wéris is wel dé plaats in België om materie met geest te verbinden. Wij eten nu wel materie, als is dat maar omelet met sla. En zoals je weet, wie een omelet wil maken moet eieren breken.
Wat dit alles met mekaar te maken heeft, is ook voor mij niet duidelijk. We kunnen maar beter weer gaan wandelen, de ene voet voor de andere zetten. We beginnen met een stevige klim, eerst wel even op de verharde weg maar draaien zodra we de kans krijgen rechts een bospad in en dan links terug naar omhoog. Nu is dit mooi bospaadje goed bewandelbaar, vroeger was het eerder de bedding van een beekje. Zou het 'pad' geworden zijn omdat ik daar af en toe kom? Dat wil ik me wel graag inbeelden.
Resten van rotsen, beginnende menhirs, liggen hier overal verspreid. Poddingsteen is het, het lijkt wel wat op grove beton, toch is het natuurlijk materiaal ooit onder immense druk samengeperst door de aarde zelf.


We komen op een breder bospad aan de rand van een open dennenbos. Op de overgang tussen bos en weg groeien meestal ook wat meer planten, zowel bos- als tredplanten. De bosplanten die we hier met enige moeite kunnen herkennen zijn het zenegroen, de brunel, het bosviooltje en de dicht gevouwen blaadjes van de witte klaverzuring. Oxalis acetosella is de Latijnse naam van het lieflijk klaverzuringtje. Geen zuring is het, maar het smaakt wel fris zuur en zit vol met oxaalzuur, vandaar zijn naam. Het werd vroeger wel "Alleluia" genoemd...kondigde met zijn vrolijk witte bloemetjes de lenteklokken aan.
De bladeren en bladsteelstjes kun je zeker in het voorjaar goed eten. Ze geven een friszure smaak aan slaatjes, mayonaise of soep.
We waren nog steeds op wandel. Wordt hopelijk weer vervolgd.

Info over poddingsteen
Conglomeraat is een sedimentair gesteente (of afzettingsgesteente) en is ontstaan door het afzetten van grind of grover sediment, dat vervolgens is verkit en verhard tot een vast gesteente. Het gesteente is dus te herkennen aan grove afgeronde fragmenten van mineralen of gesteenten, die we rolstenen noemen en die bijeengehouden worden door fijner cement zoals zand, klei of kalk. Conglomeraat is eigenlijk het afbraakproduct van oude gebergten en bestaat vooral uit harde en duurzame mineralen en gesteenten die bestand zijn tegen verwering en erosie. Al de menhirs bij Weris zijn 'gemaakt' van conglomeraat of puddingsteen.

Historische info over Witte klaverzuring
In het handschrift van Meester Jan Yperman, 'Cyrurgie' uit de dertiende/ veertiende eeuw, lezen we: 'Acetosa dats surkele' waarmede hij waarschijnlijk de Klaverzuring heeft bedoeld, want later schrijft hij, 'Die gebernt es van viere entie ogen geswollen, dien salmen surkele stoten ende daer op leggen: Coccoxlook.' Deze laatste naam van Koekoekslook vindt men voor de Klaverzuring ook vermeld in Die Ortis Sanitatis van 1514. Oude benamingen die op deze zure smaak betrekking hebben zijn Surckel en Suyringb.

De naam Hazenklever in de Achterhoek, Hazenklaver in Zuid-Limburg, zou op een oud Germaans volksgeloof berusten, dat beweerde dat ge­wonde hazen en reeën dit kruid opzoeken om hun verwondingen te ge­nezen. Een andere lezing is dat deze dieren het plantje als voedsel gebruiken. In Duitsland komt de overeenkomstige naam Hasenklee voor. Bij Brunfels (1542) komt men reeds de naam tegen.

Bij vele planten die vroeg in het jaar bloeien komt men de naam Koekoeks­bloem tegen. Dit staat in verband met het bloeien van de plant op het tijdstip dat de koekoek bij zijn terugkomst zijn roep doet horen. Vroeger beweerde men dat de koekoek het kruid zou eten en daaruit zou dan de naam Koekoeksbrood zijn ontstaan. Andere dergelijke namen zijn Koekoeksklaver, Koekoeksla en Koekoekslook.

Namen als Soere klaver, Zure klaver en Zuurklaver zijn zonder meer begrij­pelijk, maar met Alléluia is het anders gesteld. Deze volksnaam heeft de Klaver­zuring gekregen omdat zij rond Pasen bloeit, wanneer in de kerk het 'Alléluia' gezongen wordt. Deze naam is wel zeer oud, want we komen hem reeds in de vroege middeleeuwen tegen. Men plukte het ook rond Pasen, om het als geneeskruid te gebruiken. Onder Alleluya was het ook in de apo­theek bekend, zoals ook Dodonaeus schrijft . 'Coecoecksbroot es goet inghenomen den ghenen die een crancke ende onstercke maghe hebben, want het drooght ende versterckt die maghe ende het doet appetijt hebben. Tselve cruyt es oock goet tot die quade vuyle stinckende sweeringhen van den mont/ alsmen den mont spoelt met den water daert in ghesoden es'.

donderdag, december 15, 2011

Menhir Men hir


Menhirs. Antennes uit een stenen tijdperk? Ondanks Wifi, 3G, GSM en GPS zijn deze grote stenen nog altijd tot onze verbeelding sprekende monumenten. Stoere stenen uit een verleden tijd.
We wandelen er eerbiedig langs, erop en erover. Heiligschennis of speelse rituelen?

Wat betekenen die blokken? Beloven ze ons een verleden? Of een toekomst? Alleen maar vragen en geen antwoorden, dat is het leven. Dat is een goed leven!

Menhirs bij de dolmen van Oppagne.
Deze 5 menhirs werden zeer lang, 3000 jaar geleden opgericht, later weer begraven en in de 19de eeuw vond men drie stenen terug, de overige twee pas in 1986. In 1997 plaatsten archeologen ze weer in hun oorspronkelijke positie. Dit was mogelijk omdat er in de bodem nog sporen waren van de kuilen waarin ze ooit stonden. De vijfde steen werd niet rechtgezet, de oorspronkelijke standplaats was onvindbaar.

De dolmen van Oppagne, bekend als 'Le Petit Dolmen' ligt 1.6km verwijderd van de dolmen van Wéris. Het hunebed bevindt zich in een geul zodat enkel de drie sluitstenen zich boven het grondniveau bevinden.
De dolmen van Oppagne werd slechts in 1888 ontdekt. In tegenstelling tot die van Wéris was deze voor z'n ontdekking overdekt met grond. Félix, zoon van boer Antoine Lambert, wou zijn vader een plezier doen: hij zou die grote stenen in het veld, die het ploegen altijd extra moeilijk maakte, wel eens uitgraven en doen verdwijnen. Maar .... gelukkig hield hij zijn gedachten tijdens het graven erbij: hij vond dat er toch wel erg veel gelijkenis was met die bekende dolmen van Wéris, zo'n anderhalve km verder! En dus werden de archeologen er bij gehaald. Deze dolmen werd verder gerestaureerd in 1906.

dinsdag, december 13, 2011

Kersensap drinken om beter te slapen?

In een onderzoek van Howatson dronken 20 gezonde vrijwilligers een week lang tweemaal daags 30 ml kersensap van de Montmorency kers of een placebodrank. 


Zoete kers, zure kers, vogelkers
De Montmorency kers is een zure kers die voorkomt in de Verenigde Staten, Canada en Frankrijk. De kers is zeer populair in de Verenigde Staten en wordt veel gebruikt in ‘cherry pies’ en jams, maar wordt ook in gedroogde vorm en als sap verkocht.
Voorafgaand en tijdens het onderzoek werden urinemonsters verzameld om het gehalte aan melatonine te bepalen. Melatonine is het belangrijkste hormoon dat de slaap en het dag-nachtritme reguleert. Verder droegen de deelnemers een actigraaf, een soort horloge dat de bewegingsactiviteit en de lichtintensiteit meet. Het aantal bewegingen vertegenwoordigt de lichaamsactiviteit en wordt per tijdseenheid in het geheugen van de actigraaf opgeslagen. Computeranalyse van deze opgeslagen data geeft belangrijke informatie over het dag- en nachtritme. De deelnemers hielden ook een dagboek bij met hun slaappatroon.
De resultaten wezen uit dat wanneer de deelnemers een week lang het kersensap dronken, het melatonineniveau in de urine significant was verhoogd met 15-16% in vergelijking met de controlegroep. Verder bleek dat de deelnemers die het kersensap dronken gemiddeld 15 minuten langer in bed bleven, gemiddeld 25 minuten langer sliepen, en de ‘slaap efficiency’, een maatstaf voor de slaapkwaliteit, ook met 5-6% was verbeterd.

Howatson G, Bell PG, Tallent J, et al. Effect of tart cherry juice (Prunus cerasus) on melatonin levels and enhanced sleep quality. Eur J Nutr. 2011 Oct 30. View Abstract

Al eerder onderzocht Glyn Howatson de invloed van Montmorency-kersen op twintig atleten die de marathon van Londen liepen. De ene helft van de lopers kreeg een placebo, de andere helft echt kersensap.
Dat dronken ze gedurende vijf dagen voor de marathon twee keer per dag. Na de wedstrijd moesten ze het drankje nog twee dagen blijven drinken. Atleten die het kersensap dronken, herstelden sneller van een marathon dan de placebogroep. Ook kwamen ontstekingen en oxidatieve stress minder voor in de groep die het kersensap dronk. Het effect moet nog verder worden onderzocht, maar dr. Howatson denkt dat het kersensap ook kan bijdragen aan de behandeling van ontstekingsziektes, zoals artritis.

Over de zure kers (Prunus cerasus)
Morellen oftewel zure kersen. Morellen zijn veelvuldig terug te vinden in bakkersproducten, conserven of als likeurproducten. De morel is juist bijzonder geschikt voor begeleiding van schotels op basis van vlees en wild, maar ook voor het maken van jam en gelei, gebak of Limburgse vlaai. Mont morency: De kers van Montmorency staat bekend als een vroege kersensoort. Deze kleine kers met een dieprode schil en zacht vruchtvlees is familie van de amarelle en de morel en wordt reeds sinds de 17e eeuw gekweekt in de streek van Montmorency. Zijn kookvastheid en zijn licht zurige smaak maken het tot een gewilde vrucht in de keuken.

Cherries
Cherries contain polyphenols, which may have antioxidant, anticancer and anti-inflammatory properties. However, there is limited scientific evidence to support these uses.
In a new study, researchers sought to assess the reported high levels of melatonin in Montmorency cherries and there potential effects on sleep quality. Melatonin is a hormone produced in the brain. The synthesis and release of melatonin are stimulated by darkness and suppressed by light, suggesting the involvement of melatonin in circadian rhythm. Several human studies have suggested that taking melatonin by mouth may reduce the time it takes to fall asleep.
Researchers randomly assigned 20 participants to receive tart cherry juice concentrate or placebo for seven days. Sleep quality and levels of melatonin in the urine were evaluated throughout the study period.
The researchers found that total melatonin content was significantly higher in the tart cherry juice group when compared to the control group. Furthermore, the tart cherry juice group saw significant improvements in the time in bed, sleep efficiency and total sleep time.

The authors concluded that drinking tart cherry juice may significantly increase melatonin levels and improve sleep quality. Larger-scale studies are necessary to further evaluate these findings.

zondag, december 11, 2011

Wandelen in Wéris

Meidoornbessen
Zou het al ons wandeljubileum zijn? Wandelen we in Wéris voor de twintigste keer? We vertrekken aan de kerk in het dorp. De kruidenmensen, de bomen rond de kerk en het kerkgebouw zelf brengen mij in de juiste (goede) stemming. De notenboom (Juglans regia) en de lindeboom (Tilia) staan er al eeuwenlang. Gelukkig moet ik er zelf niet zo lang blijven staan. We wandelen via veldwegen richting dorp en dolmen van Oppagne. Verdroogde en verrotte resten van planten, zaadjes en hier en daar kiemplantjes  maken van deze kruidenwandeling een plezante puzzelronde. Zijn die slordige slierten in de meidoornheg kleefkruid? En die verrotte rode besjes meidoorn? Die volrode bessen beginnen met enige fantasie wel wat op een bloedend hart te lijken en ze zijn dan ook bijzonder goed voor een versleten hart. De mooiste bessen zijn ook nu nog te oogsten. Ik heb zelfs de indruk dat de kwaliteit in november beter is. De kleur wordt naargelang de herfst vordert donkerder rood. Mogelijk zitten er op dit moment meer geneeskrachtige anthocyanen in.
Mistelbessen

In de ons omringende weilanden, ooit boomgaarden geweest, staan nog wat oude appelbomen, appelen lijken deze knoestige bomen niet veel meer op te leveren maar mistels met glazig glimmende vruchtjes des te meer. De maretakken ritueel oogsten zal voor vanavond zijn.

Ondertussen zijn we nog niet ver geraakt. Dus maar even goed doorstappen. We steken de weg van Oppagne naar Barvaux over, komen in een stukje holle weg met veel vlier, meidoorn en sleedoorn en dan aan de eerste huizen van Oppagne. Op een hoek, een braakliggend stukje grond bij de beek vinden we veel smeerwortel. Het half vergane blad is nog goed herkenbaar, verteerd levert het blad een voedzame en humusrijke grond, interessant om in de composthoop te verwerken. Wij oogsten wat wortels, met het mini-zakmesje lukt dat niet zo goed, met een snoeischaar al wat beter. De zwarte wortels zien er geweldig geneeskrachtig uit, ze kraken en knakken sappig onder ons wroetend geweld. In dankbaarheid ontvangen we hun gaven. Dat klinkt bijna religieus. Maar zolang het natuurreligie is, kan ik daar mee leven.

Wordt mogelijk vervolgd.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23071-meidoorn-beschermer-van-hart-en-huis.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/84425-maretak-spiritueel-en-rationeel.html

dinsdag, december 06, 2011

Salvia tegen herpes?

Salvia 'purpuracens' in tuin Bellegarde
In Heidelberg vergeleken onderzoekers de effecten van een aantal verschillende extracten gemaakt van twee cultivars van salie op het HSV-1 en HSV-2 herpesvirus. Alhoewel alle geteste extracten sterk virusremmend werkten, bleek de tuincultivar effectiever dan de cultivar uit de Schwabische bergen. Het 20% ethanolextract had IC50-waarden van 0,18 mg/ml voor HSV-1 en 0,04 mg/ml voor HSV-2. De ethanolextracten deden het beter dan de waterextracten. Om meer zicht te krijgen op het mechanisme van deze werkzaamheid werden de extracten in deze studie ook bij verschillende stadia van de infectie toegediend. Beide cultivars werkten zowel goed tegen het vrije virus als wanneer de extracten preventief werden toegediend aan de celkweken. Volgens de onderzoekers zijn er perspectieven voor de uitwendige toepassing van deze extracten bij terugkerende herpesinfecties.
Schnitzler P, et al. Comparative in vitro study on the anti-herpetic effect of phytochemically characterized aqueous and ethanolic extracts of Salvia officinalis grown at two different locations. Phytomedicine 2008;15:62-70.

Herpes simplex is een infectie die kleine, pijnlijke, met vocht gevulde blaasjes op de huid of slijmvliezen veroorzaakt. De blaasjes verdwijnen, maar het virus blijft in een inactieve staat achter in de cellen. Van tijd tot tijd wordt het virus geactiveerd en begint het zich te vermeerderen, waarbij vaak een uitbarsting van blaasjes ontstaat op dezelfde plaats als tijdens de eerdere infectie.
Herpes simplex virus 1 (HSV-1): veroorzaakt de koortslip en oogontsteking
Herpes simplex virus 2 (HSV-2): veroorzaakt genitale herpes

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23507-echte-salie-eeuwige-geneeskracht.html

donderdag, december 01, 2011

Valeriaan oogsten

Een historische foto

Het rooien van valeriaanwortel zoals het zowat 50 jaar geleden bij Lessines gebeurde. De mijnheer in zwart kostuum was duidelijk geen boer of arbeider, waarschijnlijk de apotheker in wiens opdracht het telen van de valeriaan toen gebeurde.
De foto is afkomstig uit 'Pharmacognostische commentaar op de Belgische pharmacopee IV' uit 1941

Een uittreksel uit het boek
Cultuur, inzameling en bereiding : In ons land worden in 't voorjaar uitloopers of neuzen van in 't wild groeiende planten, meestal in de natte gron­den bij Ninove en Denderleeuw, gezocht en als plantmateriaal door de kwee­kers gekocht en op het veld uitgepoot. In het najaar worden dan het rhizoom en de wortelen van de eenjarige bladrosetten geoogst. 
In andere streken gaat men soms op een andere wijze te werk ; namelijk men oogst de ondergrondsche plantendeelen van tweejarige planten, waarvan men de bloemen tijdig heeft afgesneden om uitputting van het rhizoom en de wortelen te voorkomen, en de aan de uitloopers ontstane jonge plantjes worden terug in den grond geplant.
Deze wijze van cultuur levert soms ontaardingsverschijnselen op, zoodat de cultuur zooals zij in ons land wordt beoefend beter blijkt ; bovendien wordt valeriaanwortel in cultuur verkregen uit plantenmateriaal afkomstig van in 't wild groeiende planten meer naar waarde geschat. Zelden wordt uit het zaad gekweekt.


Het blijkt verder dat de grondstof beter niet gewasschen wordt vooraleer te drogen. Aanhangende aardestukjes kunnen na drogen door ziften of kammen worden verwijderd. De P. Helv. V schrijft voor de in den herfst verzamelde grondstof bij een t° beneden 40° te drogen. Volgens W. Strazewicz (Ph. Z. h. 1933, bl. 481) is de in Mei verzamelde drogerij rijker aan vl. olie, daarentegen armer aan droogrest. De reukelooze versche grondstof neemt tijdens het drogen den kenmerkenden valeriaanreuk aan.
Valerianae radix
De beteekenis van de Belgische valeriaancultuur blijkt uit de opbrengstcij­fers, welke ongelukkig reeds dateeren van 1914; de opbrengst bedroeg toen 250 à 300 ton per jaar.

Macroscopische kenmerken : Dikke, centrale, bultige wortelstok van 3 tot 5 cm. lang op 1 à 3 cm. breed, met, op den top, ofwel schubben, ofwel het spoor van den fistelachtigen, gerimpelden stengel. Aan dit aanhangsel van den wortelstok ontspringen talrijke, draderige, ge­rimpelde bijwortels, die zoodanig ineenwarren dat zij den stengelvoet bijna volkomen bedekken.  Groenachtig bruin van kleur ; reukeloos in verschen toestand, maar met, na droging, een sterken kenmerkenden, onaangenamen reuk ; zoetachtig en weinig bitter van smaak. 
De drogerij  bestaat uit bijwortelen, rhizoom en enkele uitloo­pers, die uiterlijk niet te onderscheiden zijn van de bijwortels (Goester). Alle deelen zijn aardachtig grijsbruin. De P. B. IV geeft aan als kleur groen-achtig bruin, dit is zeker minder juist.

Valeriaanwortels kunnen ook nu nog geoogst worden om ze te drogen of om er een tinctuur mee te maken.


woensdag, november 30, 2011

Chimpansees en Antiaris toxicaria

Dat ook dieren planten als medicijn kunnen gebruiken, is voor een gemiddelde herborist niet verwonderlijk. Wetenschappers hebben dat nu ook nog eens onderzocht. Ze observeerden 40 wilde chimpansees in Oeganda en ontdekten dat de apen naast hun klassiek voedsel ook planten aten die geneeskrachtig en in grotere hoeveelheden zelfs giftig zijn. De dieren bleken ook precies te weten welke delen van de plant ze nodig hadden. Zo aten de apen onder meer bladeren van de Antiaris toxicaria. Die bladeren zijn hartversterkend maar ook giftig. In Indonesië en Maleisië werd het sap van deze oepasboom (antiaris toxicaria), 'oepas antiar' als pijlgif gebruikt. Deze bevat het hartgif antiarine, waarvan de werking vergelijkbaar is met die van digoxine uit Vingerhoedskruid. Deze boom blijkt in het verleden ook door mensen veel gebruikt geweest te zijn en zelfs enige mythische allures te hebben. Zo lees ik in 'Mythical Plants of the Middle Ages'

Antiaris toxicaria
 the fabled Bausor Tree of narcotic fumes
The first voyagers to Malay returned with grisly tales of a poisonous tree growing on the islands near Cathay, which was called the Bohun Upas--the tree of poisons. To the medieval traveler this tree was to be shunned, as it produced narcotic and toxic fumes which killed plants and animals for miles around. If one were to fall asleep in the shade of this tree, he would never awaken. Malaysians supposedly executed prisoners by tying them to the trunk of this great tree. By the 15th c. the tales of this tree had grown fantastic, and highly stylized drawings of the Bohun Upas were in some of the first printed books. The legend itself was probably based on the Bausor Tree (Antiaris toxicaria), which produces a poisonous latex used by natives on arrowtips. http://www.godecookery.com/mythical/mythic02.htm

In 'The Elements of Materia Medica and Therapeutics, Vol. II, 3th American ed., geschreven door Jonathan Pereira in 1853 staat: 'It is one of the largest forest trees of Java, being from 60 to 100 feet high. The milky juice is collected by incision, and is then inspissated by boiling along with the juice of arum, galanga, onions, &c The poison, when brought to this country, is found to be a thick fluid of a grayish-brown or fawn-colour, and an unpleasant odour. It consists, according to Pelletier and Caventou, [Ann. Chim. et Phys. t. xxvi. p. 44.] of a peculiar elastic resin, slightly soluble gummy matter analogous to bassorin, and a bitter matter, soluble in water. This bitter matter is composed of a colouring matter absorbable by charcoal, an undetermined acid, and antiarin, the active principle of the plant, and which is precipitable by tincture of galls. More recently, Mulder [Pharmaceutisches Central-Blatt für 1838, S. 511.] has submitted this juice to analysis, and found it to consist of vegetable albumen 16.14, gum 12.34, antiar-resin 20.93, myricin 7.02, antiarin 3.56,sugar 6.31, and extractive 33.70. The antiar-resin was composed of C16H12O. Antiarin consisted of Cl4H10O5. Sir D. Brodie [Phil. Trans, for 1811.] says, the poison renders the heart insensible to the stimulus of the blood. Magendie and Delile [Orfila, Toxicol. Gén.] found that, besides acting on the brain and spinal marrow, it proved emetic. 

En om terug te komen op het wetenschappelijk onderzoek en de chimpansees. Ook de anti-bacteriële Ficus capensis werd door de dieren gebruikt, net als de pitten van Cordia abyssinica (tegen malaria en bacteriën). Verder aten de apen regelmatig bladeren van de Ficus urceolaris tegen wormen.
De chimpansees leren blijkbaar van elkaar. Ze kijken de kunst af van apen die een rolmodel vormen vanwege hun leeftijd of status, zo meldt het blad Physiology & Behavior.

Over Antiaris

Herbs of Choice en Mentha piperita


Een van de betere boeken over medicinale planten is aan zijn 3de herziene editie toe.

TYLER’S HERBS OF CHOICE: THE THERAPEUTIC USE OF PHYTOMEDICINALS, 3RD EDITION

Does Echinacea fight the common cold? Does St. John’s Wort (SJW) really counteract depression? What about chondroitin for joint health? Today’s healthcare professionals are increasingly confronted with questions from patients who want to use herbal supplements to treat various conditions. A critical and scientific assessment of medicinal plant research by an internationally recognized researcher and writer in the field, Tyler’s Herbs of Choice: The Therapeutic Use of Phytomedicinals, Third Edition combines the scientific aspects of herbal medicine, phytomedicine, and pharmacognosy with the modern clinical trials that support the rationale for using plant products in healthcare.

The original edition of this volume was authored by the late Professor Varro E. Tyler, a true giant in the field of pharmacognosy and pharmacy education. Following in Tyler’s footsteps, Dennis V.C. Awang, co-editor of the journal Phytomedicine, recognized the need for a revised third edition, in light of how quickly the clinical literature surrounding the dietary supplement market is growing.

Millions of consumers are demanding natural treatment options from their doctors and pharmacies in a variety of forms, from herbal teas to tinctures and capsules. Tyler’s Herbs of Choice: The Therapeutic Use of Phytomedicinals, Third Edition effectively fosters understanding in patients and practitioners of the role that herbs and phytomedicinal products can play in both self-care and healthcare.

De planten in Herbs of Choice worden niet alfabetisch besproken, maar volgens hun voornaamste werking op orgaansystemen. Wat voor het gebruik veel praktischer is. Een voorbeeld uit het boek

Significant carminative herbs: Peppermint
Although many plant materials contain volatile oils and therefore possess some carminative properties, one of the most effective and widely used is certainly peppermint. Consisting of the leaves and flowering tops  of Mentha x piperita L. (family Lamiaceae), this herb is officially listed in  the NF XVII. It contains 0.5–4 percent (average of about 1.5 percent) of a volatile oil composed of 50–78 percent free (*)-menthol and from 5 to 20  percent menthol combined in various esters such as the acetate or isovalerate. It also contains (+)- and (*)-menthone, (+)-isomenthone, (+)-neomenthone, (+)-menthofuran, and eucalyptol, as well as other monoterpenes.61
Although flavonoid pigments found in the leaf may also exert some physiological effects,62 there is little question that most of the activity is due to  the constituents of the oil, primarily menthol. Peppermint oil has long been an extremely popular flavoring agent in  products ranging from chewing gum to after-dinner mints. It is probably  the most widely used carminative, acting in the broad sense defined by Schilcher.57
The German Commission E has found peppermint or its volatile oil to be effective as a spasmolytic (discomfort caused  by spasms in the upper digestive tract), a stimulant of the flow of bile, an antibacterial, and a promoter of gastric secretions. 63 On the other hand, in 1990, the U.S. Food and Drug Administration declared peppermint oil to  be ineffective as a digestive aid and banned its use as a nonprescription  drug for this purpose. 64 What this actually means is that the FDA was not  presented with evidence proving the efficacy of peppermint as a digestive  aid. As previously explained, this would not be financially feasible in the  United States. It does not mean that peppermint oil is an ineffective aid to digestion.

One of the most frequent diagnoses made for patients because of  gastrointestinal complaints is non-ulcer dyspepsia. It is characterized by  motility disturbances with bloated abdomen, a feeling of fullness, diffuse pain, nausea, vomiting, and intolerance of foodstuffs. The efficacy and  safety of the herbal combination of peppermint oil (90 mg) and caraway  oil (50 mg) in an enteric-coated capsule have been studied in a doubleblind, placebo-controlled multicenter trial in patients with non-ulcer dyspepsia. After four weeks of treatment, the group of patients treatedwith the herbal combination had improved significantly with few adverse effects.65
Peppermint oil is also used to relieve the symptoms of irritable bowel syndrome, and experimental evidence indicates that it acts by relaxing intestinal smooth muscle by reducing calcium availability in the  muscle membrane.66

Peppermint is GRAS listed, and both it and peppermint oil are recognized as flavoring agents in the NF XVII. Peppermint tea is prepared by pouring about 2/3 cup of boiling water over a tablespoonful of the recently dried leaves and steeping for five to ten minutes. Drink this  amount of tea three to four times daily between meals to relieve upset  stomach. Peppermint spirit (USP XXII), an alcoholic solution containing 10 percent peppermint oil and 1 percent peppermint leaf extract, is  also available in pharmacies. The usual dose is 1 ml (20 drops) taken with water.
Regular consumption of peppermint tea is considered safe for normal  persons, although excessive use of the volatile oil (0.3 g = 12 drops) may  produce some toxic effects. 67. Allergic reactions to menthol have also been  reported. 67–69. Peppermint tea should not be given to infants or very small  children because they often experience an unpleasant choking sensation  due to the menthol.70

maandag, november 28, 2011

Mansoor op mijn oog

Ik kon het niet laten. Wat jonge aartsengelwortels uit de volle grond in potjes overgeplant, ook een mansoor (de plant) gescheurd en een forse Russische rabarber uit de grond gehaald. Is dat al voorbereiding voor een mogelijke verhuis volgend jaar?

Mansoor of Asarum europaeum
Mansoor overplanten en scheuren gaat gemakkelijk, alleen kunnen ze er niet zo goed tegen. Afwachten dus of ze dat gescheur overleven.
Mansoor werd vooral als geneeskrachtig kruid verspreid vanuit Midden- en Zuid-Europa en West-Azië. In Nederland en België komt het nog als schaduwminnende bodembedekker in tuinen voor.
De Romeinen brachten het plantje de Alpen over. Vermelding van Mansoor vinden we o.a. in de “Capitulare de villis” van Karel de Grote en in “Physica”van abdis Hildegard von Bingen. Ook in de kruidenboeken van Fuchs (Basel 1543), Matthiolus (Praag 1563) en Hieronymus Bock vinden we het terug. Bock schrijft dat de plant helpt bij longziekten, waterzucht, geelzucht, zowel als bij lever- en miltziekten. Maar hij merkt ook op de dat de plant de vrucht van de vrouw kan doden.

En ook Dodoens beschrijft zijn Cracht ende werckinghe
  • Die wortelen van desen cruyde met wijn ghesoden ende ghedroncken doen water maken ende die urine lossen ende sijn goet tseghen die droppelpisse ende den ghenen die hoesten/ die cort van adem ende verstopt van borsten sijn/ ende die eenich ledt vercrompen oft ghespannen hebben.
  • Die selve wortel in der selver maniere ghebruyckt wederstaet alle fenijn ende alle beten ende steken van den slanghen ende fenijnnighen ghedierten.
  • Haselwortel es oock met wijn ghesoden goet den ghenen die water laden ende die pijne ende weedom in die hope hebben.
  • Haselwortel met huenich wijn inghenomen/ verweckt die natuerlijcke cranckheyt der vrouwen ende iaecht af die secondine ende andere vuylicheyt.
  • Die bladeren van Haselwortel met wijn ghestooten ende tsap daer af ghedroncken doen overgheven ende iaghen met dat braken af taye fluymen ende geele vochticheyt.
  • Die selve bladeren ghestooten sijn goet gheleyt op die pijne ende weedom in thooft/ op die verhitte sweerende ooghen/ op die borsten met melck verladen alsmen tsoch verdrooghen wilt/ ende op dwilt vier sonderlinghe alst ierst beghint te comene.
Een hele waslijst van werkingen. Toch is het ook wel een gevaarlijke plant de stof asaron stimuleert de slijmkliersecreties, is sterk irriterend, het veroorzaakt een branderig gevoel in de mond en een prikkelend effect in de neus, waardoor het vroeger ook samen met andere kruiden als snuiftabak gebruikt werd.

http://www.health24.com/natural/Herbs/17-666-676,65371.asp
http://www.npsoregon.org/kalmiopsis/kalmiopsis15/rochelang.pdf


donderdag, november 24, 2011

Arbutus unedo

Nog in Bretagne. We bekijken vooral huizen, kruisen, keien en merkwaardige kerken. Bij een huis hoort natuurlijk ook een tuin, en in een van die tuinen vind ik een stevige Arbutus unedo in volle bloei. De aardbeibomen zijn oude bekenden voor mij, ik heb ze tijdens mijn vele verhuizen van de ene naar de andere tuin gesleept.

De plant heeft vroeger ook enige reputatie gehad als geneeskruid tegen blaasontsteking. De ontsmettende stof arbutine heeft zijn naam aan deze plant te danken. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat hij ook wel andere geneeskrachtige kwaliteiten bezit. Mogelijk dus een nieuwe toekomst voor deze aardbeiboom.

Med Chem. 2008 May;4(3):219-28.
Aqueous extract of Arbutus unedo inhibits STAT1 activation in human breast cancer cell line MDA-MB-231 and human fibroblasts through SHP2 activation.
results suggest that the employment of the Arbutus unedo aqueous extract is promising, at least, as an auxiliary anti-inflammatory treatment of diseases in which STAT1 plays a critical role.
Arbutus unedo prevents cardiovascular and morphological alterations in L-NAME-induced hypertensive rats Part I: cardiovascular and renal hemodynamic effects of Arbutus unedo in L-NAME-induced hypertensive rats.

Bretagne, Huelgoat en het navelkruid

We zijn weer even geland in Bretagne. Huelgoat of 'Hoog Bos' noemt het stadje hier. Het immense eikenwoud in de omgeving is doorsneden met beken, rivieren en diepe dalen en op de koop toe bestrooid met immense keien in de meest vreemde vormen. 

Het is zonder meer het mooiste stukje Bretoens binnenland. Overal ook  geel bloeiende gaspeldoorn en bruinrood verkleurende adelaarsvarens. Bretagne op zijn best.

In de zomer is het meer, het bos en de rotsblokken van Huelgoat wel kermisattractie nummer één. Nu eind november is het er eenzamer en echter. De immense keien drijven in donkerte en mist. Verdord blad, mos en navelkruid bedekken de blote rotsblokken.

Navelkruid is de mooie naam voor het rotsplantje met rond, vet en vlezig blad en een putje in het midden van dat blaadje . Vandaar de navelnaam? In elk geval een mysterieus plantje dat past bij de mythische bossen van de Finistère. Ooit werd het ook geneeskrachtig gebruikt als verzachtend en samentrekkend middel. Om het in de oude taal van Petrus Nijlandt te beschrijven, wat bijna Bretoens klinkt:  'Navel-kruydt heeft gelijvige, ronde, en aen de kanten een weynigh gesneden bladeren, die onder in ’t midden op een kleyn steelken gehecht zijn, tusschen de bladeren spruyt een dunne steel, in verscheyde zijde-tackskens gedeelt, en ordentelijck met veel witte of bleeck purpere bloemkens behangen.  Navel-kruyt is verkoelende, vochtmakende en een weynigh t’samen-treckende van aert en krachten.  Geschikt voor 'Voor heete Geswellen en vuurige Puysten: Neemt het gestooten Kruyt en leght het plaester-wijs op. Voor sweeringe van de Darmen: Zied de wortel in Wijn, en laet daer af drincken, of laet van het gedistilleert water van dit Kruydt gebruycken'.

Nombril de Vénus wordt het in het Frans genoemd en de Bretoense naam is Krampouez, wat kleine pannenkoek betekent. Naar de ronde vorm van het blad en natuurlijk ook omdat Bretoenen mogelijk de grootste pannenkoekeneters ter wereld zijn.  Als we hier volgend jaar bij Pont ar Gorret komen wonen zal ik zeker wat met dat navelkruid moeten doen en ook veel 'crêpes de blé noir' eten.

Namen: Umbilicus rupestris / Rotsnavelkruid / Nombril de Vénus / Navelwort / Felsen-Nabelkraut

La forêt d'Huelgoat est une forêt domaniale vaste de 1147 hectares qui s'est développée pour l'essentiel sur des terrains granitiques entre 80 et 210 mètres d'altitude, en bonne partie sur les versants en pente assez forte de la Rivière d'Argent et de ses affluents. Elle est un reste de l'antique forêt de Brocéliande. Sa composition était traditionnellement formée de chênes (35 %), de hêtres (25 %), de pins sylvestres (40 %). Cette forêt a été gravement sinistrée par l'ouragan de 1987 qui a renversé ou cassé 900 000 m3 de bois. Dans la zone touristique de la forêt, 90% des peuplements ont été détruits. Les sites ont été nettoyés et replantés.