zaterdag, mei 16, 2020

Meidoorntijd. Over het verleden van de meidoorn.

Natuurlijk heb ik ook dit jaar, ondanks Corona, meidoornbloesem geplukt, vooral dan om tinctuur te maken. Deze Crataegus hoort zonder meer tot mijn toptien van geneeskrachtige planten. Zo een veilige, goed werkzame en veel voorkomende struik, waar je ook nog twee keer per jaar van kunt oogsten, is een zegen voor een herborist. Toch hier nu geen recepten of praktische tips maar wel enige geschiedenis van deze eenvoudige struik.
Zie ook  https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/crataegus-laevigata-meidoorn

Zowel in het Oosten als in het Westen werd meidoorn gedurende eeuwen als voedsel en als medicijn gebruikt. Het huidige gebruik van meidoorn voor hartproblemen gaat, volgens de Franse dokter Leclerc, terug tot de 17de eeuw. Leclerc stelde reeds vast, dat op basis van zijn 20 jaar ervaring met het toedienen van meidoornpreparaten, er geen giftigheid in de organen optrad, enkel bij uitzonderlijk hoge dosissen trad er een verlaging van de hartslag op en een lichte benauwdheid.
Volgens Gerhard Madaus vindt men als eerste toepassingen dat de bloemen tegen jicht werden gebruikt. Quercetanus, de lijfarts van Henry IV, maakte voor zijn koning een siroop tegen de “ouderdom”. Louise Bourgeois en J. du Chesne gebruiken de vruchten tegen blaasontstekingen. 
Van einde 19de eeuw tot vroeg in de 20ste eeuw werd het kruid door zowel homeopatische als allopatische dokters gebruikt voor verschillende hart- en cardiovasculaire problemen; en dit blijkbaar met klinisch succes. 

Green, een Ierse dokter gebruikte meidoorn zeer intensief voor hartproblemen, maar wel in het geheim. Na zijn dood in 1894, heeft zijn dochter het recept vrijgegeven; dit bleek een tinctuur te zijn van de rijpe bessen van de meidoorn. In Amerika maakte de meidoorn zijn intrede in de klinische toepassing rond 1896 om er rond 1930 weer te verdwijnen

Een zekere J.C. Jennings van Chicago, publiceerde in 1896 een artikel in de “New York Medical Journal”, waarin hij over deze dr. Greene schrijft. Hij schreef “ In de stad Ennis, in County Clare, Ierland, leefde, tot 2 jaar geleden een befaamde dokter genaamd Greene, die gekend en geliefd was in een groot deel van Ierland en delen van Engeland en Schotland voor zijn gereputeerde kennis om hartklachten te genezen. “ De broer van deze Jennings die niet ver van Ennis woonde, zorgde dat hij monsters van deze vruchten kreeg. Jennings bereidde er dan extracten mee, zoals beschreven in de Britse farmacopee. Jennings schrijft verder : “Ik heb dit dan tot op vandaag gebruikt op 43 patiënten die elk één of andere hartklacht hadden, en ik moet zeggen dat de resultaten zeer positief waren.” Gebaseerd op zijn enthousiasme voor het kruid, begon John Uri Lloyd, de belangrijkste apotheker in de geschiedenis van de Amerikaanse kruidengenesskunde en eigenaar van Lloyds Brothers Pharmacists Inc van Cincinnati, met het produceren van meidoorn medicatie. 

Gebruik bij de Indianen : Een aantal Noord Amerikaanse meidoorns werden als medicijn gebruikt door de Indianen. De vrucht van de Crataegus Chrysocarpa werd door de Potawatomi gebruikt tegen maagklachten. De Ojibwa gebruikten een afkooksel van de wortel van de meidoorn om diarree en dysenterie te behandelen. De Chippewa gebruikten het afkooksel van de wortel als tonicum en versterker voor vrouwelijke klachten. De vruchten werden gebruikt als diureticum voor lever- en blaas ontstekingen. Ook de Meskwaki gebruikten de vruchten van de meidoorn voor leveronstekingen. Zij gebruikten het als een algemeen tonicum, een constiperend middel, en een hartversterker. De Omaha-Ponca en de Winnebagos aten de melige vruchten van de meidoorn als voedsel in tijden van hongersnood. De Cherokee aten de ietwat bittere vruchten als eetlustopwekker, maar ook om de bloedsomloop te verbeteren en krampen te verlichten. Een van de westerse Noord Amerikaanse meidoornsoort, Crataegus Douglasii, werd door de Thompson Indianen gebruikt voor maagstoornissen. Hiervoor werd de bast, het hout of het sap gekookt. De Kwakiutl kauwden op de bladeren en gebruikten deze dan als papje op wonden en zweren. 

Vroeger gebruik in China : De vruchten van de Crataegus pinnatifida werden gegeten om scheurbuik te genezen. Ze werden ook gebruikt als mild laxeermiddel en tegen maagklachten. De bladeren en twijgen werden gebruikt als tegengif. In de Oosterse geneeskunde hadden de vruchten de volgende kwaliteiten : zuur, zoet en licht verwarmend. Ze werden gebruikt in voorschriften om het eten te verteren en een indigestie te verhelpen die het gevolg was van overdadig vleesgebruik, wat zich dan uitte in een gezwollen buik en pijn, of diarree. Meidoorn werd voor het eerst vermeld als medicijn in de “Tang-Ben-Cao”, een Chinese kruidenboek toegeschreven aan Su-Jing en anderen, gedateerd van 659 AD. Dit werk wordt beschouwd als de 1ste officiële farmacopee in de wereld.

dinsdag, mei 12, 2020

Watermunt, de wereld en mijn verjaar-dag

Ik waad langs de rivier door weelderig watermunt. De geur, herinnering aan gisteren. Verjaardagsgeur van vroeger, ook vandaag ben ik jarig en nog wel 76 jaar. Hoe is het mogelijk zo oud en groot te zijn en je toch kind en klein te voelen. 

De frisse, opwekkende maar tezelfdertijd weemoedige, oude geur van watermunt vertolkt mijn gevoel van dit moment. Coronavrij maar toch gebonden door Corona. De wereld is een legende geworden. Net zoals het verhaal over munt, Volgens sommigen zou de naam Munt en Mentha afgeleid zijn van Minthe, de nymf van waters, bossen en bergen. Deze sage van Ovidius luidt dat de dochter van de watergod Cocytus, Menthe of Minthe geheten, door Hades de god van de onderwereld bemind werd, maar door zijn jaloerse echtgenote Persephone in deze plant veranderd werd.

Volgens anderen zou de naam afkomstig zijn van minthos, waarmede de Grieken iets sterk ruikend aanduiden. Bij de Grieken werd de Munt als een heilig kruid beschouwd en men gaf de doden een bosje munt mee in het graf. Dit gebruik moet wel zeer oud zijn, want in Oudegyptische graven uit 1200-600 vooronze jaartelling treft men reeds dergelijke bundeltjes aan.

De smaak van watermunt is sterk, minder pepermuntig maar wel heel kruidig en je proef behalve een munt smaak ook iets zoets en hartigs. Daarom is deze munt ook heel geschikt voor hartige gerechten. In sausen, pesto en kruidenboter te gebruiken. Bij roerbak gerechten niet meebakken maar fijngesneden er overheen strooien en in couscous!

Ik verzamel wat blad van de watermunt om te drogen. Vers blad en bloem kan ook in salade. Hele toppen kunnen in een koude waterdrank. De drogerij van watermunt kan je later gebruiken als muntthee, aftreksels voor geneeskrachtige doeleinden of in het eten. De Engelse maken er de bekende mintsauce van die bij vet vlees wordt geserveerd. En dat is niet voor niets natuurlijk, het helpt de spijsvertering een handje.

Enkele recepten

Munttapenade
* 3 handen vol watermunt
* 1 handvol in stukjes gehakt (oud) brood
* scheut olijfolie
* peper en zout
* mosterd
* rode-wijnazijn
Hak de munt fijn en roer het door het brood. Roer er zoveel olijfolie door tot het geheel smeuïg is. Breng op smaak met peper en zout, mosterd en azijn. De saus komt beter op smaak als die een tijdje staat.

Tzatziki
* 1 komkommer
* 2 knoflooktenen
* 3 deciliter yoghurt
* 2 eetlepels olijfolie
* 2 eetlepels fijngehakte (water)munt
* peper en zout
Rasp de komkommer fijn, bestrooi met zout en laat zo’n 20 minuten uitlekken in een vergiet. Pel en snipper de knoflook. Meng de yoghurt met de knoflook, uitgelekte komkommer, olie en munt en breng op smaak met peper en zout.

En ja, er is best wel wat wetenschappelijke info over watermunt
López, V.; Martín, S.; Gómez-serranillos, M.P.; Carretero, M.E.; Jäger, A.K.; Calvo, M.I. Neuroprotective and Neurochemical Properties of Mint Extracts. Phytother. Res. 2010, 874, 869–874. [Google Scholar]
lsen, H.T.; Stafford, G.I.; Van Staden, J.; Christensen, S.B.; Anna, K.J. Isolation of the MAO-inhibitor naringenin from Mentha aquatica L. J. Ethnopharmacol. 2008, 117, 500–502. [Google Scholar] [CrossRef]
Conforti, F.; Ioele, G.; Statti, G.A.; Marrelli, M.; Ragno, G.; Menichini, F. Antiproliferative activity against human tumor cell lines and toxicity test on Mediterranean dietary plants. Food Chem. Toxicol. 2008, 46, 3325–3332. [Google Scholar] [CrossRef]
Senatore F, D'Alessio A, Formisano C, et al. (2005) Chemical composition and antibacterial activity of the essential oil of a 1,8-Cineole chemotype of Mentha aquatica L. growing Wild in Turkey. J Essent Oil Bear Plants 8: 148-153.
Esmaeili A, Rustaiyan A, Masoudi S, et al. (2006) Composition of the Essential Oils of Mentha aquatica L. and Nepeta meyeri Benth. from Iran. J Essent Oil Res 18: 263-265.
Voirin B, Bayet C, Faurec O, et al. (1999) Free flavonoid aglycones as markers of parentage in Mentha aquatica, M. citrata, M. spicata and M. piperita. Phytochem 50: 1189-1193.
Olsen HT, Stafford GI, Van Staden J, et al. (2008) Isolation of the MAO-inhibitor naringenin from Mentha aquatica L. J Ethnopharmacol 117: 500-502.

Mentha aquatica L. (water mint) is a perennial herbaceous plant belonging to the Lamiaceae family. Its name derives from the union of the greek term indicating the genus (Mentha) and of the latin word referring to the species habitat (aquatica). The species is characterized by an ascending stem which is fully hairy and branched. The leaves are short and opposite two by two with an oblong oval shape. The flowers are tiny, densely crowded forming a terminal hemispherical inflorescence, odorous and hermaphrodite with a color ranging from pink to violet. These bloom from June to October. Lastly, the fruit is formed by four oval nuculae with a warty surface. The phenotype with white flowers present the same morphologic characters.

This is a typical European-Asiatic species even if with some extensions to Northern Africa and America. In Italy, it can be found everywhere along the national territory where it grows along hydrous places like rivers, lakes and swamps but also in meadows and woods till the altitude of 1200 m a.s.l. As well as other Mentha species, M. aquatica hybridizes with other Mentha species generating several known hybrids such as Mentha × piperita, Mentha × suavis and Mentha × smithiana [2].

Ethno-pharmacological uses of the genus
In literature, there is no specific use about this species but, in general, the plants of this genus have been employed in many different fields and, in some cases, are still used. In particular, these uses were: pharmaceutics as a flavor corrective of some drugs and as herbal medicine for their analgesic, antigenotoxic, spasmolytic, antibacterial and astringent properties; cosmetics as a component of fragrances, creams and soaps ]; nutrition as a condiment, in the preparation of confectioneries and salads and as a flavoring of beverages and sweets.

zaterdag, mei 09, 2020

Koekoeksbloem bloeit


Als de lente enigszins op streek is, kun je zo vanaf midden april in de rand van struwelen, in natte graslanden, aan slootkanten en in loofbossen de roze bloemen zien van de dagkoekoeksbloem, Silene dioica. De bladeren zitten tegenover elkaar aan de stengels en zijn net als de stengels behaard. Het meest opvallend zijn de regelmatige, vijftallige roze tot rode bloemen boven in de plant

De dagkoekoeksbloem werd vroeger bij ons in de streek Dagbleumpkes en soms ook wel Vrouwenroosje genoemd. Dit mogelijk omdat men het idee had dat het consumeren van de bloemen de liefde kon opwekken. Om die reden heette hij in de Middeleeuwen ook wel Floramor. In Duitsland komt Amorrose voor en in Frankrijk compagnon rouge. Daarnaast kennen we in de plantenfamilie ook nog Brandende liefde, een vuurrood tuinneefje. Dus toch veel liefde in de namen of zou de verwijzing naar de liefde met de lipstickkleur van de bloemen te maken hebben.?

En wat met die koekoeksnaam? Dat het begin van hun bloeitijd met het horen van de teruggekeerde vogel in verband zou staan lijkt wel erg onwaarschijnlijk. Voordat de bloemen verschijnen is de koekoek allang in het land! Misschien heeft het met de schuimcicade te maken. Dit beestje maakt een soort schuim waarin zijn larven vochtig blijven en onzichtbaar zijn. Dat spul heet in de volksmond  ‘koekoeksspuug’. Andere planten die daar ook last van hebben, zoals de Pinksterbloem, heten hier en daar ook koekoeksbloem!

Medicinaal of ander verantwoord gebruik van de koekoeksbloem vind ik nergens, al zitten er wel saponinen in de plant. Niet verwonderlijk want familie van het enige echte zeepkruid. Bloemen in de sla is wel sierlijk en als sierplant in de border of vrolijk oplichtend aan de rand van onze bostuin mag hij er ook wel zijn. Laat ik het daar voorlopig maar op houden.

dinsdag, mei 05, 2020

De internet-herborist

Het was al lang de bedoeling en nu verplicht een virus ons om het ook te doen. Een 'schriftelijke' opleiding herborist aangevuld met virale en echte wandelingen. 

Programma
1. Kruidenmonografieën per seizoen en per werking (luchtwegen, spijsvertering....). Voorbeeld: in mei bespreken we basisplanten zoals gewone vlier / Sambucus nigra en Meidoorn / Crataegus species. We bespreken ongeveer honderd belangrijke eetbare en medicinale planten. Hoofdzakelijk planten van bij ons, die je zelf kan oogsten en verwerken.
2. Een verhaal en uitleg bij elke plant.
3. Fytoschema's. Bespreking van een aandoening. Griep, bloeddruk, eczeem, prostaatklachten.....
4. Kruidenwandelingen. 4 echte wandelingen, 1 per seizoen. Oogsten van wortels, blad, bloem en knoppen om te verwerken tot tinctuur, siroop of om te gebruiken in de keuken.
5. Goed te combineren met het eerste weekend van de opleiding herborist 24 en 25 oktober 2020.
6. Persoonlijk uitleg bij de info is mogelijk via vlaamseherboristen@gmail.com of via https://www.facebook.com/opleidingherborist

Praktisch
Starten kun je op elk moment. Inschrijven door storten van het inschrijvingsgeld 220 euro op rekening van Maurice Godefridi BE09 0010 5818 8457 met vermelding internet-herborist Dodonaeus 2020. Stuur ook een bevestigingsmail naar vlaamseherboristen@gmail.com met vermelding van een mailadres, waar het cursuspakket naar verzonden moet worden

Lijst te bespreken planten

Cursusboek Fytologie: alfabetische lijst van de besproken planten

● Achillea millefolium** Duizendblad IV ● Acorus calamus L. Kalmoes ● Aesculus hyppocastanum L.* Paardekastanje IV ● Agropyron repens L. Kweekgras VI ● Alchemilla vulgaris auct. non L.** Vrouwenmantel VII ● Allium cepa L. * Ui, Ajuin III ● Allium sativum L.* Knoflook IV ● Aloë species* Aloë soorten I ● Althaea officinalis L.** Heemst III ● Anethum graveolens L. Dille I ● Angelica archangelica L.* Aartsengelwortel I ● Angelica sinensis Chinese engelwortel / Tang kuei IX ● Angelica sylvestris L. Gewone engelwortel I ● Apium graveolens L. Selderij VI ● Arctium lappa L.* Grote klis VIII ● Arctostaphylos uva ursi (L.) SPRENG.* Beredruif VI ● Arnica montana L.* Valkruid VIII ● Artemisia abrotanum L. Citroenkruid ● Artemisia absinthium L.* Absint alsem I ● Artemisia dracunculus L. Dragon I ● Artemisia vulgaris L. Bijvoet I ● Asparagus officinalis L. Asperge VI ● Astragalus membranaceus** Astragalus IX ● Avena sativa* Haver V ● Betula pendula ROTH* Berk ruwe VI ● Brassica sp. Koolsoorten VII ● Bupleurum falcatum L. Sikkelgoudscherm IX ● Calendula officinalis L.** GoudsbloemVIII ● Capsela bursa pastoris L.* Herderstasje IV ● Carica papaya L.* Papaya I ● Carum carvi L. Karwij I ● Cassia angustifolia VAHL.* Senna I ● Centaurium minus MOENCH* Duizendguldenkruid I ● Cerefolium sativum L. Kervel ● Chelidonium majus L.* Stinkende gouwe II ● Chrysanthellum americanum (L.) VATKE 'Camomille d'Or' II ● Cichorium intybus L. Wilde cichorei II ● Cimicifuga racemosa L.* Zilverkaars VII ● Citrus aurantium L. ssp. Amara* Bittere oranjeappel I ● Cnicus benedictus L.* Gezegende distel I ● Codonopis pilosula (Franch) Nannf. Dangshen IX ● Cordyceps sinensis Rupsendoder IX ● Coriandrum sativum L. Koriander I ● Crataegus laevigata (Poiret) DC.** Meidoorn IV ● Cucurbita pepo L.* Pompoen VII ●
Tussen de Vitex agnus-castus
Cupressus sempervirens* Cypres IV ● Curcuma xanthorrhiza ROXB.* Geelwortel II ● Cynara scolymus L.* Artisjok II ● Echinacea purpurea L.** Rode zonnehoed III ● Echinacea angustifolia ● Eleutherococcus senticosis Maxim Eleuthero / Russische ginseng IX ● Epilobium parviflorum SCHREB.** Basterdwederik VII ● Equisetum arvense L.* HeermoesVI ● Eschscholzia californica* Slaapmutsje V ● Eucalyptus globulusL.* Eucalyptus ● Eupatorium cannabinum L. Koninginnekruid, Leverkruid II ● Fagopyrum esculentum Moench** Boekweit (plant) IV ● Ficus carica L.* Vijgenboom I ● Filipendula ulmaria (L.) MAXIM* Moerasspiraea VI ● Foeniculum vulgare MILLER** Venkel I ● Fragaria vesca L. Bosaardbei I ● Frangula alnus MILL.* Vuilboom I ● Fraxinus excelsior L. Es gewone VI ● Fucus vesiculosis L. Blaaswier e.a. soorten VII ● Fumaria officinalis L.* Duivekervel II ● Gentiana lutea L.** Gele gentiaan I ● Geum urbanum L. Nagelkruid I ● Ginkgo biloba L.* Japanse tempelboom IV ● Glycyrrhiza glabra L.** Zoethout III ● Hamamelis virginiana L.* Toverhazelaar IV ● Harpaghophytum procumbens DC.* Duivelsklauw VI ● Herniaria glabra L. Breukkruid VI ● Hieracium pilosella L.* Muizeoor VI ● Humulus lupulus L.* Hop V ● Hypericum perforatum L.** St. Janskruid V ● Hypophaea rhamnoides L. Duindoorn IX ● Juglans regia L. Walnootboom VIII ● Juniperus communis L.* Jeneverbes VI ● Lavandula officinalis L.** Lavendel V ● Lentinus edulis Shiitake paddestoelen ● Leonurus cardiaca L.* Hartgespan IV ● Leuzea carthamoides (Willd) DC Hirschwurzel IX ● Levisticum officinalis L. Lavas VI ● Lithospermum officinalis L.* Glad parelzaad VII ● Lycopus europeus L.* Wolfspoot VII ● Malva sylvestris L.* Kaasjeskruid III ● Matricaria discoidea DC. Schijfkamille I ● Matricaria recutita L.** Echte kamille I ● Medicago sativa Luzerne / Alfalfa IX ● Melissa officinalis** Citroenmelisse V ● Mentha x piperita L.** Pepermunt I ● Ocimum basilicum* Basilicum V ● Ocimum sanctum L. Heilige basilicum / Tulsi IX ● Ononis spinoza L.* Kattedoorn VI ● Orthosiphon stamineus L.* Indisch nierkruid VI ● Panax ginseng C.A. MEYER** Koreaanse Ginseng IX ● Passiflora incarnata L.* Passiebloem V ● Petroselinum stativum HOFF.* Peterselie VI ● Peumus boldus MOL. Boldo II ● Phaseolus vulgaris L. Bonenpeulen VI ● Pimpinella anisum L. Anijs I ● Pinus sylvestris L.* Grove den III ● Piper methysticum* Kava-Kava IV ● Plantago lanceolata L. e.a.** Smalbladige weegbree III ● Plantago psyllium e.a. Vlozaad I ● Polygonum bistorta L. Adderwortel I ● Polygonum multiflorum Ho Shou Wu IX ● Populus nigra L. Populier VI ● Primula veris L.* Sleutelbloem III ● Prunus avium L. Kersenstelen VI ● Pygeum africanum HOOK. Afrikaanse pruimelaar VII ● Quercus robur L.* Eik I ● Ranunculus ficaria L. Speenkruid IV ● Raphanus sativus L. var. nigra* Ramenas II ● Rheum palmatum L.* Chinese rabarber I ● Rhodiola rosea L.** Rozenwortel IX ● Ribes nigrum L.* Zwarte bes VIII ● Rosmarinus officinalis** Rozemarijn IV ● Rubia tinctorum L.* Meekrap VI ● Rubus fructicosus & idaeus* Framboos, Braam I ● Ruscus aculeatus L* Muizedoorn VI ● Ruta graveolens L.* Wijnruit IV ● Salix sp.* Wilg VI ● Salvia officinalis L.** Echte salie IV ● Sambucus nigra L.** Zwarte vlier IV ● Schisandra chinensis Schisandra IX ● Sequoiadendron giganteum Buchh. Mammoetboom VII ● Serenoa repens L. Dwergpalm VII ● Silybum marianum (L.) GAERTN** Mariadistel II ● Smilax sp. Sarsaparilla sp. VIII ● Solanum dulcamara L. Bitterzoet VIII ● Solidago virga-aurea L.** Echte guldenroede VI ● Solidago canadensis Canadese guldenroede VI ● Symphytum officinale L.** Smeerwortel VIII ● Tanacetum vulgare L. Boerewormkruid I ● Tanacethum parthenium** Moederkruid ● Taraxacum officinalis WEBER** Paardebloem II ● Thymus vulgaris L.* Echte tijm III ● Tilia cordata L. Linde IV ● Tilia sp.* Linde IV ● Tormentilla erecta* Tormentil I ● Trifolium arvense L. Hazepootje I ● Trigonella foenum graecum* Fenegriek IX ● Tussilago farfara L. Klein hoefblad III ● Uncaria tomentosa Catsclaw III ● Urtica dioica L.** Grote brandnetel VIII ● Vaccinium macrocarpum Veenbes (Cranberry) VI ● Vaccinium myrtillus* Blauwe bosbes I ● Vaccinium vitis idaea L. Rode bosbes I ● Valeriana officinalis L.** Echte Valeriaan V ● Verbascum thapsus L. ea.* Koningskaars ea. III ● Verbena officinalis L.* IJzerhard VII ● Vinca minor L.* Maagdenpalm IV ● Viola tricolor L.* Driekleurig viooltje VIII ● Viscum album L.* Maretak, Vogellijm IV ● Vitex agnus castus L.** Kuislam, Monikkenpeper VII ● Vitis vinifera L.* Druivelaar / Wijndruif IV ● Withania somnifera L.* Ashwaganda / Indische ginseng IX

Nota 1: de planten met een sterretje* zijn als monografie besproken in het cursusboek. Nota 2: de planten met 2 sterretjes zijn basisplanten Nota 3: de Romeinse cijfers duiden het hoofdstuk aan, waarin de planten opgenomen zijn. Fytologie: plantenlijst / Maurice Godefridi VHO









zaterdag, mei 02, 2020

De luister van de gele lis

De lisbloem van boven bekeken. Niet te verwonderen dat deze bijzondere bloem in de heraldiek gebruikt werd.
De Franse koning Lodewijck VII zou als eerste de mooie iris-bloem als wapenschild hebben gebruikt tijdens zijn kruistochten. De naam ‘de Lys’ wordt volgens sommigen verklaard als ‘bloem van de Leie’. Deze rivier heet in Frans-Vlaanderen ‘Lys’ en de gele lis groeit er in overvloed…. De gouden lis is steeds het symbool van het Franse koningshuis gebleven.

Het scherp geurende sap werd vroeger wel opgesnoven om een heftige hoestbui op te wekken. Het werd dus als nieskruid gebruikt omdat men dacht dat het bijvoorbeeld klachten als hoofdpijn kon verminderen. De verpulverde wortel werd zelfs als snuiftabak gebruikt, maar of dat wel een echt goed idee was…

Dodoens gebruikte de wortelstok van Gele lis als bloedstelpend middel. Een thee van liswortel gebruikte hij om de bloederige diarree die hoort bij difterie te genezen. Ook bloed in urine en bloed ophoesten werd er mee behandelt. De wortelstok geraakte echter in onbruik omdat de geweldig zure smaak braken en diarree veroorzaakt. Met de woorden van Dodonaeus: 'Die wortel van geel Lisch in water ghesoden ende ghedroncken gheneest dat roode melizoen/ ende stopt alle loop des buycx. Die selve wortele in der selver manieren ghebruyckt/ is goet tseghen dat bloetpissen ende bloetspouwen. Zy gheneest oock die vloet ende die overvloedighe cranckheyt der vrouwen/ ende stelpt alle bloetganck'.

De dikke wortelstokken van iris werden vermalen tot een aromatisch poeder. Dit poeder ‘Oris’ werd opgesnoven bij verkoudheid. Het was ook een vast onderdeel van geurmengsels omdat het aromatische oliën fixeert. Hierdoor kon je langer genieten van een potpourri of geurkussen.
Geurkruiden werden lange tijd zeer veel gebruikt. Niet enkel om de stank van huizen en openbare plekken te verdrijven maar ook om epidemieën veroorzaakt door 'slechte lucht' tegen te houden. Het verdrijven van stank werd dus beschouwd als een gezondheidsmaatregel.  Misschien kunnen we daar nog iets van leren.

https://fr.wikipedia.org/wiki/Fleur_de_lys#L%C3%A9gendes_sur_l'origine_des_fleurs_de_lys_de_France

maandag, april 27, 2020

De ontkrullende koningsvarens

Weer wandelen. Langs de rivier slaan de fors groeiende koningsvarens mij met verstomming. Hoe ze uit hun immense, dood lijkende worteleilanden plots tot leven komen.  Als je geconcentreerd kijkt, zie je ze bewegen. Ontkrullen, van foetus direct volwassen worden. Die levenskracht kunnen we op dit moment wel goed gebruiken. Koningsvaren opeten zou ik niet doen, zonde van de plant en gevaarlijk voor mezelf maar er bij gaan zitten, stil zitten terwijl in de achtergrond het Aulnewater snel voorbij vliedt, dat spreekt me wel aan.

Niet opeten dus, al werd de koningsvaren volgens Dodonaeus en andere 'Ouden' wel medicinaal gebruikt ‘Men houdt deze wortel van groot varen voor zeer nuttig (en vooral het middelste er van wat voor het beste en allerkrachtigste van die gehouden wordt) en niet alleen om alle wonden, kwade zeren en kwetsingen te genezen, maar ook om te helpen al diegene die gescheurd zijn, enig lid geslagen, geblutst, gekrakt, verstuikt of door een hoge val ontsteld hebben, te weten als men die gekookt of ook gestoten met enig nat ingeeft en daarom wordt ze van de gewone meesters en veldscheerders bij de wonddranken gedaan en veel gebruikt.
Zelfs er zijn sommige die verzekeren willen dat deze wortel zo krachtig is dat ze het bloed dat ergens in het lichaam geklonterd en gestold is en vast blijft steken ontdoen kan en van buiten door de wond drijven en voort laat komen'.

De koningsvaren (Osmunda regalis) bewaart de herinnering aan Osmundur, één der namen van den Noorschen dondergod. In Slavische legenden bloeit het varenkruid in den Johannisnacht, en wordt dan door een boozen geest bewaakt. Tegen middernacht vertoonen zich op de bladeren de bloemknoppen, die zich heen en weer bewegen, golvend en huppelend - omdat de booze geest de bloem voor menschenoogen verbergen wil. De knop wordt steeds grooter, gaat open als een kool vuur, ontplooit zich geheel juist, wanneer het twaalf uur slaat, en dit openen der bloem gaat gepaard met dondergerommel en verblindenden lichtglans, die zich wijd en zijd verspreidt. Deze bloem is een elektrische vonk en duurt niet langer dan een bliksemstraal. (Chodyko, Contes Slaves, 286. Sacharow, Erzählungen des Russischen Volks).

De Latijnse naam Osmunda komt al in een Engelse woordenlijst uit de dertiende eeuw voor (Earle) en wordt daar weergegeven met bonwurt, wat beenkruid betekent. Het Latijnse woord os betekent namelijk been, maar kan ook mond betekenen.  Volgens sommigen zou de naam osmunda dan ook beenzuiverend, volgens anderen mondzuiverend betekenen. (Latijn mundare = reinigen).
In de "Ortus Sanitatis" van 1485 schrijft men os-mundi. 'Dat wordt meer gedaan, alsof men er mond (of been) der wereld mee bedoelde'.

Veel wandelen heb ik vandaag dus niet gedaan, eerder slenteren, nadenken, filosoferen, praten met planten, een soort brevieren. De natuur proberen te lezen. Planten en bomen als een publieke bibliotheek.

donderdag, april 23, 2020

Coronawandeling naar Kersaliou

In de Bretoense holle wegen kom ik vreemde vormen tegen. Kronkelende bomen in clair-obscur, ontrollende bladeren van tongvarens alsof ze echt spreken, hollende wortels boven mijn eigen schrikwekkende hoofd. Als een mol boor ik mij door de holle weg naar de 3 dwerghuisjes van Kersaliou. Hier in de holle weg is er donkere geborgenheid, in de verte is er licht, openheid of ...... Coronagevaar?

Toch is er leven in Kersaliou. Geblaf van honden, gemurmel van mensen, twee auto's zelfs. Vreemde verwondering van mij. Na één maand Corona lijken loslopende mensen en auto's al tot een andere planeet te behoren.

Net buiten Kersaliou vind ik in de berm blauwe vrolijkheid. Bloeiende wilde orchideeën, mannetjesorchis. Mijn illustere voorganger Dodonaeus zegt het weer mooi 'Bij de Grieken worden al deze soorten van kruiden Orchies genoemd, bij de Latijnen Testiculi, dat is te zeggen klootjes of kulletjes door de gelijkenis die de wortelen van deze kruiden daarmee schijnen te hebben en omdat ze gewoonlijk twee bijeen plegen te groeien’. Mooi is ook dat volgens 'de Ouden' mannetjes- en vrouwtjesexemplaren naast mekaar groeiden 'en als het een van het ander gescheiden of uitgeroeid wordt het ander terstond begint te kwijnen en geleidelijk aan vergaat'. Dat deze orchideeën ook gegeten werden en als afrodisiacum gebruikt werden zal zeker niemand meer verbazen.

Orchis
Maar ik ben nog steeds meditatief aan de wandel en rechts van mij  lonkt alweer in de diepte de beekvallei. Een duik naar beneden brengt me, van de weg af, alweer in de geborgenheid van de bron, de beek en de mij vertrouwde planten. Paarbladig goudveil, watermunt, blauwe hyacinten, hondsdraf (ach de geur van mijn jeugd), lis en ander gejubel brengen me terug naar de grote vallei van de Aulne en terug naar ons kot.

Nota over de werking van mannetjesorchis op bloeddruk en bloedvaten
Niet dat ik van plan ben om beschermde orchideeën op te eten of als medicijn te gebruiken. Toch zijn de knolletjes voedzaam en hebben ze blijkbaar wel een medicinale werking. Orchis mascula shows antihypertensive and endothelial-modulating effects mediated through multiple pathways that include direct vasodilation by calcium channel blockade and reduction of plasma lipids by inhibition of biosynthesis, absorption and secretion. En Orchis significantly reduced lipid levels in tyloxapol and high fat diet-induced hyperlipidemia. In a second model, Orchis also reduced gain in body weight with a reduction in daily diet consumption. Hypertens Res 2009 Nov;32(11):997-1003. Antihypertensive, Antidyslipidemic and Endothelial Modulating Activities of Orchis Mascula

maandag, april 20, 2020

Zwartmoeskervel

Een Bretoense regendag vandaag. De katten zijn er niet dol op, maar voor de net ontkiemde spinazie, de peultjes en andere zaailingen komt de regen goed uit.

De bloeiende zwartmoeskervel blinkt nog meer dan gewoonlijk, de plant werd vroeger wilde selder genoemd. Ruikt en smaakt zeer aromatisch, maar aan de smaak moet ik toch wel wennen, Een beetje blad in de soep kan wel. De jonge vruchten en de bloemknoppen werden op azijn gezet om gebruikt te worden in salades, net als kappertjes. De droge zaden worden als peperig kruid gebruikt. Ze zijn ietwat bitter. De stengels worden geblancheerd zoals bleekselderij gegeten. De jonge wortel is, vooral gekookt, goed te eten. Ook de jonge scheuten zijn als bijzondere groente te proberen. Interessant is ook dat de grote, glimmende bladeren de hele winter, zeker in Bretagne, te oogsten zijn.

Bij Dodonaeus vinden we dat 'Het zaad van deze grote eppe alleen of met honigwater ingenomen verwekt de maandstonden van de vrouwen en jaagt de nageboorte en dode vruchten af, scheidt alle winden, verdrijft en verzoet de pijn en krampen van de buik, laat de plas rijzen en is zeer goed tegen de druppelplas'.

Wetenschappelijk zijn er wel wat  onderzoeken gedaan. The oil and the main constituents were assayed for cytotoxic activity on the human colon cancer cell line (HCT116) by MTT assay. Flower oil and isofuranodiene showed noteworthy activity on tumor cells with IC50 of 10.71 and 15.06 μg/ml, respectively. Analysis of the cytotoxic activity showed that wild celery oil and isofuranodiene are able to induce apoptosis in colon cancer cells in a time and concentration-dependent manner suggesting a potential role as models for the development of chemopreventive agents.

zondag, april 19, 2020

Peultjesdromen

De peultjes 'Ambrosia' komen al stevig op in onze Bretoense cirkeltuin. En wij die gedacht hadden hier in de zomer niet meer te zijn. Corona heeft daar anders over beslist. Dus toch zaaien en nog zaaien. Verwachtingen en hoop voor de toekomst.

Over peultjes dan maar en nog in 't Frans ook:
 Pisum sativum L. convar. axiphium 'Ambrosia'   Pois demi-nain. Rustique et précoce. Ses gousses longues de 10 cm, larges et plates, sont d'un joli vert clair. Productives. Saveur douce et aromatique. H = 70 cm. Periodes de semis de février à avril, en pleine terre, en lignes distantes de 60 cm. Déposer une graine tous les 3 cm et à 2 cm de profondeur, ou en poquets de 5 ou 6 graines distants de 40 cm. Butter puis tuteurer lorsque les tiges ont 15 cm de hauteur. Arroser régulièrement. Periodes de récolte 2 à 3 mois après le semis.

De naam Ambrosia doet mij ook dromen van een aards paradijs. Ambrozijn was voedsel voor de goden uit de Griekse en Romeinse mythologie, voedsel dat onsterfelijk zou maken. Ambrosia herinnert mij ook aan het goddelijk gedicht van Jan Engelman... Ambrosia, wat vloeit mij aan? uw schedelveld is koeler maan en alle appels blozen..... Zoete peultjes en erwtjes, kunnen zij de eeuwigheid oproepen?

Vandaag ook overal, in de border en in het wild, zaden van Oost-Indische kers gelegd. Alsof ik een kakelende kip ben, die eieren legt. Ben benieuwd of ze kunnen opboksen tegen brandnetels, zuring, smeerwortel, gele dovenetel en andere stevige groeiers. En ik ben ook benieuwd of wij hier dan nog ´groeien'.



donderdag, april 16, 2020

Hyacintenwandeling

Mijn nieuwe Coronawandeling, wandelen binnen een straal van 1000 meter, wordt een bluebell-wandeling. Hellingen vol wilde boshyacinten. Blauwe troost in sombere tijden. Bluebells bekijken en er aan ruiken kan, ze opeten zou ik omwille van de giftigheid niet doen. Al vind je ze in zeer oude kruidenboeken van oa. Dioscorides en Dodoens wel beschreven.

Dat klinkt bij Dodonaeus dan zo. 'De wortel van de hyacinthen is verdrogend in de eerste graad en verkoelend in het laatste van de tweede graad, ja tot het begin van de derde en het zaad is tamelijk afvegend en tezamen trekkend en verdroogt bijna tot de derden graad, maar anders middelmatig in het verhitten en het verkoelen gesteld, zo Galenus betuigt.
De wortel van de hyacint, zegt Dioscorides, met witte wijn vermengt en op het geslacht van de jonge kinderen gelegd belet dat ze niet ruig worden of haar krijgen aan hun lichaam (hormonale werking?), dezelfde wortel laat de kamergang ophouden en maakt de buik hard, met drank ingenomen laat plassen en helpt diegene die van de Phalangium of vergiftige spinnen gestoken of gebeten zijn.
Betoverd of betoverend beeld
Het zaad is zeer goed om diegenen te genezen die van de slangen gekwetst zijn en met wijn gedronken geneest en zuivert het de geelzuchtige mensen'.

De wilde hyacint werd vroeger ook wel 'snotnagel' genoemd, vanwege het slijm dat hij afgeeft bij het kneuzen van de bladeren en de viezigheid die de bol achterlaat op de handen en onder de nagels.

Maar ik ben nog altijd wild aan het wandelen. Hellingbosjes, beekvalleitjes. Kronkel, kronkel en dat allemaal binnen een straal van 1000 meter. Overal ook grote gaten, holen en sleepsporen. Zomaar dassenburchten. Hier moet ik snachts eens terug komen.
Ik volg weer een minibeekvallei richting bron en richting le lieu-dit Kervel. Zouden daar mensen zijn? In de verte ontwaar ik een fors silhouet. Een oerboer? Een Bretoense geest? Dichterbij gekomen blijkt het een dode boomstronk te zijn geboetseerd door de natuur. Betoverd of betoverend beeld, een Venus van.... of Hercules de Oude.  'S nachts terug komen lijkt me nu niet langer een goed idee.

Een overwoekerd pad leidt mij naar een breder grindpad en uiteindelijk naar de vijf huizen van Kervél. De verharde weg ben ik rap beu, nog even een duik in de diepte richting onze rivier en dan ben ik bij de oude brug en bij het vertrouwd silhouet van 'populier met maretakken´. Ons thuisteken.

In bijlage toch wat merkwaardige wetenschappelijke info over de boshyacinten

Bluebells synthesise a wide range of chemicals with potential medicinal properties. They contain at least 15 biologically active compounds that may provide them with protection against insects and animals. Certain extracts – water-soluble alkaloids – are similar to compounds tested for use in combating HIV and cancer. The bulbs of bluebells are used in folk medicine as a remedy for leucorrhoea, and as a diuretic or styptic, while the sap can be used as an adhesive.
http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/47711.stm

Bluebell saponins: Application of metabolomics and molecular networking. RuAngelie Edrada-Ebel, Vera Fitzsimmons-Thoss
Bulb, leaf, scape and flower samples of British bluebells (Hyacinthoides non-scripta) were collected regularly for one growth period. Methanolic extracts of freeze-dried and ground samples showed antitrypanosomal activity, giving more than 50% inhibition, for 20 out of 41 samples. High-resolution mass spectrometry was used in the dereplication of the methanolic extracts of the different plant parts. The results revealed differences in the chemical profile with bulb samples being distinctly different from all aerial parts. High molecular weight metabolites were more abundant in the flowers, shoots and leaves compared to smaller molecular weight ones in the bulbs. The anti-trypanosomal activity of the extracts was linked to the accumulation of high molecular weight compounds, which were matched with saponin glycosides, while triterpenoids and steroids occurred in the inactive extracts.  *Trypanosomen zijn eencellige organismen behorend tot het geslacht Trypanosoma. Er zijn verschillende soorten bekend die allemaal parasitair leven en bij mens en dier de oorzaak zijn van een aantal bijzonder gevaarlijke tropische ziektes, zoals in Afrika de slaapziekte en in Zuid-Amerika de ziekte van Chagas.


zondag, april 12, 2020

Oude eiken en ik

Nog een Coronawandeling. Vlakbij huis dus. Van het pad af, in de hellingbosjes langs de rand van de weilanden oude bomen ontmoeten. 
Vooral knoestige eiken staan hier, ze zien er verweerd uit door ouderdom en door hun verzet, ontsnapt aan de rooiwoede van de boeren. Ze bewegen samen langzaam door de eeuwen heen.

In de verte de zondagse boerderij, de koeien rustig in de wei, ook de tractor in rust met de grijptanden omhoog. Paasdag is het bij God, vreemde rust alsof de aarde stil staat, alleen Corona en ik nog actief. Ik daal nu af naar het beekvalleitje tussen oude en nieuwe braamscheuten, onder ontluikende hazelaars met onder mijn voeten wit bloeiende bosanemonen en blauwe boshyacinten. Vrolijke spikkels in het bruisende landschap. Ja...... het is voorjaar, lente toch?

Aan de overkant van het klaterend pratend minibeekje zie ik weer een groep oude wijze eiken vergaderen. Ze praten zonder woorden. Wat zou ik ze graag begrijpen. Vast grijpen, ze beklimmen, ze bewonderen, dat kan ik wel. Ze kronkelen en ik kronkel in het luisterend landschap met hen mee. In de verte zie ik al het silhouet van onze oude populier barstensvol maretakken, het thuis-teken van ons Bretoense huis.

https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/91860-eik-verhalen-en-verleden.html



maandag, april 06, 2020

Retro-wandeling: Gouffre de Belvaux en de Engbloem

In tijden van Corona, nu de vrijheid tot verplaatsen beperkt is, herbeleef ik mijn vroegere wandelingen. De Ardennen, Belvaux, herboristenopleiding zowat 15 jaar geleden.

Belvaux. Een klein, rustig dorpje en toch maar op 4 kilometer van het drukke, toeristische Han sur Lesse. Een café, een kerkje, 24 huizen en veel wandelmogelijkheden met een gevarieerde plantengroei. Belvaux ook aan de Lesse gelegen maar dan wel aan de achterkant van de grotten. De plaats waar de Lesse in de grotten verdwijnt. Het gat van Belvaux.

We vertrekken aan de brug over de Lesse en wandelen eerst nog op een smalle, verharde weg met de Lesse mee. Na 1 km net in de bocht klimmen we een grindweg op en weer neer en komen dicht bij de Lesse. Als we van het grindpad af links naar de afsluiting van het natuur- en dierenpark wandelen tot aan de poort kunnen we in de verte het gat van Belvaux zien, de plaats waar de Lesse in de grotten verdwijnt. In het domein kun je alleen maar binnen als je in Han het toeristische treintje neemt, maar zelf vind ik het aan deze kant van de afsluiting veel aantrekkelijker. Wildere natuur en wildere plantengroei, ondanks de panters en tijgers aan de overkant in hun kooi. Hoe wild is gevangen?

Gouffre de Belvaux
Aan en ondere onze vrije voeten groeien vooral schaduw- en vochminnende kruiden. Muskuskruid, gele dovenetel, zenegroen, maar nu eind september ook weldadig veel paddenstoelen. Wij wandelen in de miezerregen, de vallei van de droge beek door richting Wavreille . Zelf noem ik dit paadje het belladonnastraatje omdat hier aan de rand van het hellingbos enkele oude Wolfskersplanten groeien. Het was nu wel 6 jaar geleden dat ik hier nog was en ik hoop dat deze plantenvrienden er nog zijn. En gelukkig is dat nog het geval. Ze staan er op dit moment wel wat verregend bij en zonder glimmende bessen, maar de scheuten onder aan de oude wortels zien er nog levenskrachtig uit. Dit stukje natuur en deze Belladonna's bezoek ik al meer dan 25 jaar, het zal je dan hopelijk ook niet verwonderen dat ik deze planten als een soort vrienden beschouw. Hopelijk blijven zij hier nog lang gezellig groeien en kan ik hen alleen of met select gezelschap nog lang bezoeken.
Verder wandelend versmald het pad, we vinden wat bedstro, je weet wel dat geurend plantje voor de Maitrank. Het is natuurlijk nu niet het moment om het te plukken. Dat moet in Mei. Hier moeten ook Eenbes en ..groeien, maar die kan ik nu niet vinden. Verdwenen of nu niet zichtbaar?

We kruisen het beekje op een mooie, magische plek omringd door oude beuken in het hellingbos. Van hieruit klimmen we het bos uit naar het plateau en de weilanden. Boven draaien we scherp terug richting Gouffre de Belvaux, nu wel over een verharde landweg tussen de weilanden. De plantengroei in de bermen is wel interessanter dan je zou verwachten. Veel kalk- en warmteminnende kruiden zoals wilde marjolein, tijm, walstrosoorten, borstelkrans en in de heggen meidoorn, sleedoorn, hondsroos en kardinaalsmuts. Veel medicinale planten, een complete huisapotheek voor de mens maar ook voor de koeien in de wei.

We duiken nu weer de hellingbossen in en dalen terug naar de vallei tot aan de Lesse. Maar het mooiste moet nog komen. We verlaten het brede grindpad, links een voetpad nu stijl naar boven. Even stevig doorstappen, dat geeft mij nog altijd een lichamelijke maar ook een spirituele boost. Stevig wandelen is wat mij betreft, beter dan bidden of mediteren.

De kruidige rots
We komen boven nog steeds wandelend in het dichte struikgewas en dan plots staan we aan de rand van de rots. Het landschap en de hemel ligt hallucinerend open en bloot voor ons en aan onze voeten groeien overvloedig Zuiderse planten, hier ooit als bij wonder neergedaald. Nu eind september bloeit hier nog de zeldzame kalkaster, Aster linosyris, maar ook wilde tijm, zonneroosje, gamander, engbloem en walstro zijn alom aanwezig. Na het genot van verte en van dichtbij, wacht ons nog een uitdaging, het steile wat glibberige rotspad naar beneden. Net moeilijk genoeg om plezierig te zijn.

Wat heb ik hier in deze afdaling al lichamelijk maar vooral psychologisch avonturen beleefd. Mensen die bang werden en zo zichzelf ontdekten. Psychotherapie van de betere soort. Vandaag heb ik blijkbaar lichamelijk en geestelijk evenwichtige mensen mee. We komen zonder problemen beneden, alleen Hilde koos een wat moeilijkere route, maar ook die route was op haar maat gemaakt. Beneden kunnen we rustig kuierend nog een kilometer uitlopen, om terug bij de brug over de Lesse de wandeling gezond af te sluiten. Tot ooit nog eens, rots van mij.

Over de Engbloem in het Cruydeboeck van Dodonaeus
De Engbloem is één van de typische planten op mijn kruidige rots. Een plant met een geneeskrachtige reputatie, die al bij de Romeinen maar ook bij Dodonaeus beschreven werd: ' Dit cruyt wordt gheheeten in Griecx ende in Latijn Asclepias/ van sommighen Cission, Hederula, Cissiphyllon ende Hederae folium/ ende nu ter tijt Hirundinaria. In Hoochduytsch Schwalbenwurtz. In Neerduytsch Swaluwortel. Dit cruyt heeft sijnen naem naer den ouden Esculapius die in Griecx Asclepios ghenaempt wordt. Dien den Griecke ende Heydenen toe scrijven/ dat hy die ierste geweest es die de conste der Medecynen ghevonden heeft/ ende daer om oock voor een god van den selven ghehouwen ende gheeert.
Dodonaeus noemt hem dus Zwaluwwortel, een naam die we ook in de hedendaagse Latijnse naam 'hirundinaria' terugvinden.

Het vertrouwen in de geneeskrachtige werking van deze plant was in de Oudheid zo groot dat men hem de naam van de God der geneeskunde Asclepios heeft gegeven. Ook Dodoens schreef hem nog genezende krachten toe: 'Die wortel van dit cruyt in water ghesoden ende ghedroncken verdrijft dat crimpsel ende weedom in den buyck/ ende es seer goet den ghenen die van eenich fennijnich ghedierte oft van eenen verwoeden hont ghebeten sijn/ niet alleen als voor inghenomen/ maer oock van buyten daer op gheleyt. Die bladeren ghestooten sijn seer goet gheleyt op die quade sweeringhen van den borsten ende van die moedere.

De witte engbloem (Vincetoxicum hirundinaria, Vincetoxicum album en Cynanchum vincetoxicum) is dus toch wel een giftige plant, die bij de maagdenpalmfamilie (Apocynaceae) behoort. Omdat de plant braakneigingen opwekt, is hij vroeger ook gebruikt geweest als tegengif; vandaar de geslachtsnaam Vincetoxicum. De witte engbloem komt in heel Europa voor. De plant staat in België op de lijst van beschermde planten.
Hij wordt 30-120 cm hoog en heeft gaafrandige, min of meer lancetvormige bladeren. De bladvoet is hartvormig en de bladsteel 5-10 mm lang. De stengels staan stevig rechtop maar de bloeitoppen buigen naar de grond toe. De witte engbloem, de naam zegt het al, bloeit met kleine, witte bloemen van mei tot augustus. De engbloem groeit vooral op droge, kalkrijke grond tussen het gras aan de rand van struweelbosjes.

Tijmtijden

In deze onzekere Coronatijden zoek ik materiële en psychologische steun bij de vele versterkende, immmuunmodulerende en mogelijk anti-virale planten die mij omringen .... vlier, rode zonnehoed, brunel, maar ook vele ontsmettende planten met mosterdolieglycosiden zoals veldkers, daslook, mierikswortel en rammenas zijn nu nuttig. Zelf heb ik ook veel vertrouwen in de mij dierbare lipbloemigen zoals echte salie, rozemarijn, lavendel en vooral tijm. Spijtig genoeg heb ik niet veel verse tijm meer in de tuin, gelukkig had ik nog wat stevige tijmtinctuur in voorraad, die ik nu volop gebruik, puur 5 druppels in de mond mengen met speeksel en dan pas doorslikken.
Om mijn intuïtief, gevoelsmatig vertrouwen in tijm te ondersteunen ga ik maar weer op zoek naar rationele, wetenschappelijke onderbouwing. Het is niet mijn gewoonte om anderstalige teksten van anderen hier te publiceren. Maar nood breekt wet.

Nowadays natural products such as pure compounds and also plant extract scan provide unlimited opportunities for new antiviral drugs (13). Infectious viral diseases have remained important global issues for animals and humans. According to the dependency of viruses on host cells, only a few effective antiviral drugs are available to treat viral diseases. Nowadays finding new substances with intracellular and also extracellular antiviral activities is a need. These substances must affect viruses without harming the host cells. In ovo injection method was designed because studying the plants in vitro and in vivo is time consuming and expensive.. In this method, the plants were first screened for antiviral activity in ovo and then the best plants were selected for the next step.

The amount of active constituents of the plants depend on the geographical distribution, season of collection, and climatic and ecological condition of the collection site (14). Studies show that many plants that are used in traditional medicine to treat viral diseases contain high levels of compounds such as alkaloids, terpenes, flavonoids, naphthoquinones, coumarins and anthraquinones (15). The mechanism of action of these compounds is killing the virus and/or interfering with viral replication. The most important glycoproteins in NDV (Pseudo-fowl pest or Newcastle disease) are haemaglutinin neuramidase and fusion proteins, which are necessary for attachment and multiplication. Protease inhibition activity is observed in some substances of these plants, thus these compounds can interfere with the cleavage of these glycoproteins and inhibit virus attachment (15).

T. vulgaris (thyme) has essential oils which contain mixtures of different volatile and lipophilic substances, such as sesquiterpenes, monoterpenes, and phenylpropanoids. These substances have been proposed to be part of the preformed defense system of higher plants (13). Reports indicate that these substances can be active against microorganisms such as fungi, yeasts, viruses and bacteria. The present study revealed that extracts of the plants under study could be active against NDV and reduce virus yield. In another study, T. vulgaris was found effective against HSV-1/HSV-2. This plant, with the help of essential oils, interferes with the virus envelope, and also masks viral components which are necessary for attachment, penetration, or entry into host cells (13).

Chemical analyses of A. millefolium show the presence of essential oils, tannins, flavonoids, sesquiterpene lactones, alkamides, inulin and ascorbic acid in the plant. The essential oil of A. millefolium possesses antioxidant and antimicrobial properties. This plant also reduces virus titer in vivo(16). The NDV is an enveloped virus and presumably these plants deactivate this virus by affecting the virus envelop. These plants could be used as additives in bird food to reduce the effectiveness of the virus; however, this should be proved in vitro and in vivo. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4138681/

13. Reichling J, Schnitzler P, Suschke U, Saller R. Essential oils of aromatic plants with antibacterial, antifungal, antiviral, and cytotoxic properties--an overview. Forsch Komplementmed. 2009;16(2):79–90. doi: 10.1159/000207196. [PubMed] [CrossRef] [Google Scholar]
14. Rajbhandari M, Mentel R, Jha PK, Chaudhary RP, Bhattarai S, Gewali MB, et al. Antiviral activity of some plants used in Nepalese traditional medicine. Evid Based Complement Alternat Med. 2009;6(4):517–22. doi: 10.1093/ecam/nem156. [PMC free article] [PubMed] [CrossRef] [Google Scholar]
15. Bakari GG, Max RA, Mdegela RH, Phiri EC, Mtambo MM. Antiviral activity of crude extracts from Commiphora swynnertonii against Newcastle disease virus in ovo. Trop Anim Health Prod. 2012;44(7):1389–93. doi: 10.1007/s11250-012-0076-6. [PubMed] [CrossRef] [Google Scholar]

zaterdag, april 04, 2020

Nu te plukken als voedsel

    berenklauw, daslook en brandnetel





    vrijdag, april 03, 2020

    Coronawandeling langs de Aulne

    koningsvaren worteleilandjes
    Even ontsnapt uit de tuin. In Frankrijk in Coronatijden geldt de 1/1/1 regel. Alleen 1 uur en 1 km van huis wandelen. 

    Ik wandel door het weiland langs de rivier richting Locmaria, dat had ik in al die jaren zelf nog nooit gedaan. Meestal wandel of fiets ik langs het iets verder gelegen fietspad, de oude spoorweg, nu lijkt het wel alsof ik mij wil verstoppen. Terecht misschien. Voor Corona?
    Het coronavirus zit niet in mijn lijf maar wel in mijn hoofd. Gelukkig kan het klateren van het water en de grillige plantengroei het virus uit mijn hoofd spoelen. Planten, ze zijn er, fris en fel meer dan ooit. Daslook voorop. Zijn brede bladeren versieren de rand van de rivier, mooi geurend groen en natuurlijk zijn ze eetbaar en geneeskrachtig. Volgens de Flora Batava zouden....'De bolletjes bezitten een wormdrijvende, bederfwerende en pislozende kracht...en volgens sommigen zouden deze planten kunnen dienen om er mede ratten en mollen te verdrijven. Sinds eeuwen is het Daslook geen onbekende in de geneeskunde. De plant werd aangewend bij darminfectie, als wormmiddel en vooral bij verkalking der bloedvaten.
    In de volksgeneeskunde werd hij als een soort panacee beschouwd, getuige onderstaand oud Engels versje:
    ‘Eat leeks [prei] in Lide [maart] and Ramsons [daslook] in May
    And all the year after the Physicians may play.’
    Hetgeen vrij vertaald wil zeggen:
    ‘Eet prei in maart en daslook in mei; dan heeft men het gehele jaar geen dokter nodig.’

    Aan de rand van de rivier zie ik regelmatig kleine eilandjes, ontstaan door de oude wortels van de koningsvaren, indrukwekkende planten die hier massaal veel voorkomen. Nu zijn de bladeren nog niet zichtbaar maar de wortels zijn wel begroeid met bloeiend speenkruid en zelfs forse planten van de zeer giftige dodemansvinger willen er zich vestigen. Misschien moet ik mij ook op zo'n mini-eilandje in quarantaine terug trekken.
    Voorlopig blijf ik nog even in beweging, steek schichtig het fietspad over en de helling op om via een reeën-pad opnieuw naar mijn eigen nest te vluchten.



    maandag, maart 30, 2020

    Stress vermijden is virusinfectie voorkomen

    Sheldon Cohen was een verkoudheidsexpert. Hij ontdekte onder meer dat levensgeluk, slaap, kinderen en sociale steun beschermen tegen verkoudheid. Cohen onderzocht het effect van stress op kans op besmetting met vijf verkoudheidsvirussen - en eentje daarvan was coronavirus 229E. Da's een ander coronavirus dan het Covid-19-virus.
    De andere virussen waren rhinovirus type-2 [RV type 2], rhinovirus type-9 [RV type 9], rhinovirus type-14 [RV type 14] en het respiratory syncytial virus [RSV].

    Sheldon en zijn medewerkers druppelden de virussen in de neus van in totaal 394 proefpersonen, en keken vervolgens wat er gebeurde. Aan de hand van vragenlijsten hadden ze bepaald hoeveel psychologische stress de proefpersonen op dat moment in hun leven ervoeren, en aan de hand daarvan de Psychological-Stress Index van de proefpersonen bepaald.

    Resultaten
    Hoe hoger de Psychological-Stress Index, hoe groter de kans dat de proefpersonen verkouden werden.
    Voor alle virustypes vergrootte psychologische stress de kans op ziekte.

    Conclusie
    "The consistency of the stress-illness relation among three very different viruses - rhinovirus, coronavirus, and respiratory syncytial virus (as well as among rhinovirus types)- was impressive", schrijven de onderzoekers.

    "This observation suggests that stress is associated with the suppression of a general resistance process in the host, leaving persons susceptible to multiple infectious agents, or that stress is associated with the suppression of many different immune processes, with similar results."

    "The results also suggest that infection and reinfection may be effectively prevented by its daily use throughout the year, with an enormous potential savings to national industry in terms of reduced sick days. This product clearly exhibits excellent antiviral activity and warrants further investigation to determine the nature and method of its viral destruction."

    Da's duidelijk. Als je jezelf wilt beschermen tegen het coronavirus, ga dan stress uit de weg. Voor sommige mensen zal dat in deze angstige dagen makkelijker gezegd zijn dan gedaan.

    Bron: N Engl J Med 1991; 325:606-12.

    woensdag, maart 18, 2020

    Vlier tegen virussen

    Gewoonlijk gebruik ik van vlier niet het blad, wel de bessen en bloesem, toch dringen de nieuwe vlierscheuten zich nu op. Alsof ze zeggen, gebruik mij, jullie hebben ons nodig. Vroeger werden de bladeren ook meer gebruikt, maar omdat ze niet smakelijk en ook braakverwekkend kunnen zijn, zijn we steeds meer bes en bloesem gaan gebruiken. Nu met het Coronavirus word oa door Buhner geadviseerd om het mogelijk sterker anti-viraalwerkende blad als decoct (gekookt) te gebruiken. 

    Hier toch ook wat recenter onderzoek over vlierbessen. Australische moleculaire wetenschappers van de University of Sydney onderzochten vlierbessen en hun werking op influenzavirussen. De onderzoekers experimenteerden met cellen in reageerbuizen, niet met proefdieren of mensen. Ze maakten hun extracten van vlierbessen zelf, op basis van Tasmaanse vlierbessen. Ze brachten verdund vlierbessensap, samen met een influenza-A-virus (H1N1) in contact met laagjes niercellen [MDCK]. Als de virussen de cellen konden besmetten, verkleurden ze wit. Hoe sterker de concentratie vlierbessensap, hoe geringer was het aantal besmette cellen. De bescherming tegen virussen was het werk van polyfenolen in vlierbessensap. Vooral cyanidin-3-glucoside was actief, ontdekten de onderzoekers. Waarschijnlijk blokkeren die polyfenolen de werking van eiwitten waarmee het virus cellen binnendringt en zich reproduceert.

    In een ander experiment brachten de onderzoekers vlierbessenextract in contact met A549-longkankercellen, en bepaalden de aanmaak van ontstekingsfactoren door de cellen. Ze ontdekten dat vlierbessensap de aanmaak van interleukine-6 verhoogde met een factor 207, die van interleukine-8 met een factor 28 en die van TNF-alfa met een factor 60.
    Dat zou wel eens kunnen betekenen dat vlierbessensap niet alleen de kans vermindert dat het influenzavirus cellen binnendringt, maar ook het immuunsysteem activeert om met virussen besmette cellen aan te vallen.

    Dit immunologische effect van vlierbes was niet het werk van polyfenolen als cyanidin-3-glucoside, ontdekten de onderzoekers. Op basis van eerder gepubliceerd onderzoek vermoeden ze dat de afgifte van ontstekingsfactoren vooral wordt veroorzaakt door polysachariden in vlierbes.

    Conclusie
    "Elderberry showed potent antiviral activity [...] against influenza infection", schijven de onderzoekers. "These data support the use of Sambucus nigra berries as nutraceutical ingredients for the management of influenza infection." Bron: Journal of Functional Foods 54 (2019) 353-60.

    Meer over vlier https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/sambucus en https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/87762-vlierbessensiroop-met-wijn.html

    zondag, maart 15, 2020

    In zelf opgelegde quarantaine en even over aardperen

    Nu we ons voor enige tijd afgesloten hebben van de Coronawereld rekenen we voor onze voedselvoorziening, naast de aangekochte groenten en granen, ook wel een beetje op het wild voedsel in de tuin en ook een heel klein beetje op de restjes van onze groentetuin. Op overschotjes waar we niet zo verzot op zijn, zoals aardperen. Zeker je kan er wel wat lekkers mee maken, maar ze staan er toch vooral omwille van hun historische en medicinale waarde en om ze te observeren en er wat over te schrijven. Over aardperen dus om het virus even proberen te vergeten.

    Aardperen zijn naaste familie van de zonnebloemen. De knollen lijken zowel op gemberwortel als op knobbelige nieuwe aardappelen. Onder hun lichtbruine schil, met soms wat gele, rode of paarse tinten, zit romig, wit, krokant en zoet vruchtvlees. De nootachtige smaak heeft wat weg van artisjok, schorseneer en Chinese waterkastanje. Onder de grond vormen zich aan de wortels uitlopers, die aan de top uitgroeien tot een knol. Per plant zijn er wel dertig tot veertig. Ze wortelen soms diep, en dat maakt het moeilijk om ze tijdens het oogsten grondig te verwijderen. Daardoor blijven ze gedurende jaren spontaan in de tuin en kunnen ze flink woekeren.

    Aardperen zijn caloriearm. Per 100 gram (311kJ / 74 kcal) bevatten ze 16 gram koolhydraten, 2,5 gram eiwit, 0,4 gram vet, 10 milligram calcium, 3,7 milligram ijzer en 4 milligram vitamine C. Een van de belangrijke voordelen van aardperen is dat ze geen suiker opslaan. Ze bevatten inuline, een koolhydraat dat wordt omgezet in fructose en dat voor diabetici zonder de tussenkomst van insuline kan worden opgenomen. Inuline wordt zelfs niet verteerd tot zetmeel, maar wordt gefermenteerd in voor de dikke darm nuttige zuren die ook de gezonde bacteriën ( lactobacilli ) in de darmflora gunstig beïnvloeden.

    Een nadeel is dat deze fermentatie tot winderigheid kan leiden bij mensen die gevoelig zijn voor gasproducerend voedsel. Zij mogen aardperen in geen geval rauw eten en moeten ze koken voor ze de aardperen bakken. In het begin van de zeventiende eeuw schreef de Engelse botanicus John Goodyer al dat aardperen ,,walgelijke, stinkende winden veroorzaken die de buik pijnlijk deden opzetten en meer voor varkens dan voor mensen bestemd waren". Aardperen die een maand gekoeld werden bewaard (onder de grond of diepgevroren), veroorzaken echter minder winderigheid dan aardperen in het begin van het seizoen. 
    Ze zijn ons al lang bekend als gezondheidsvoedsel voor diabetici, zijn ook bijzonder geschikt als bulkvoedsel bij vermageringsdiëten en zijn algemeen gezondheidsbevorderend door hun invloed op de darmflora.

    En hier ook wat stevige wetenschappelijke info Helianthus tuberosus / Jerusalem artichoke
    Helianthus tuberosus L. (Jerusalem artichoke) is a perennial herb from Asteraceae family, originating from the United States where it was cultivated by the indigenous inhabitants. It has a 1,5–3 m tall stem, large leaves, fleshy tubers and yellow sunflower-like flowers [11]. The content of compounds contained in Jerusalem artichoke tubers depends strictly on the harvest conditions and topinambur clones. Helianthus tuberosus L. tubers are a rich source of carbohydrates [12]. It is one of the main sources of inulin in higher plants, its content reaches up to 85% of the dry matter of tubers [13]. 
    The content of free sugars such as glucose, fructose and sucrose is much lower and rarely exceeds 6–8% of dry matter. Proteins present in topinambour tubers reaches up to 10% of dry matter. It contains almost all essentials amino acid such as tryptophan and threonine [11, 14] to the high content of inulin in topinambour tubers, it has been used in folk medicine, and found an application in the treatment of many diseases such as diabetes and rheumatism. This polysaccharide also has a diuretic, aperients, cholagogue, spermatogenic, stomachic and tonic effect [15]. 

    Phytochemical studies demonstrated that topinambour is a source of coumarins, polyacetylenic derivatives, unsaturated fatty acids and sesquiterpenes. Aerial biomass of this plant contain cellulose, hemicelluloses, uronic acids, lignins, proteins and lipids [16, 17]. In addition, due to the presence of many biologically active substances, such as phenolic compounds and flavonoids, leaves of Jerusalem artichoke have also found an application in medicinal purposes [18, 19]. They have been used for treatment of skin wounds, bone fractures, swellings and to reduce pain. These applications are closely related to the activity of Helianthus tuberosus L. leaves, which had shown anti-inflammatory, antispasmodic, antimicrobial, antifungal, antipyretic and analgesic effects [19,20,21].

    Referenties
    11.Ma XY, Zhang LH, Shao HB, Xu G, Zhang F, Ni FT, Brestic M. Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus), a medicinal salt-resistant plant has high adaptability and multiple-use values. J Med Plant Res. 2011;5:1272–9.
    Google Scholar
    12.Baldini M, Danusco F, Turi M, Vannozzi GP. Evaluation of new clones of Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus L.) for inulin and sugar yield from stalks and tubers. Ind Crop Prod. 2004;19:25–40. https://doi.org/10.1016/S0926-6690(03)00078-5.
    13.Saengthongpinit W, Sajjaanantakul T. Influence of harvest time and forage temperature on characteristic of inulin from Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus L.) tubers. Postharvest Biol Technol. 2005;37:93–100. https://doi.org/10.1016/j.postharvbio.2005.03.004.
    14.Kays SJ, Nottingham SF. Chemical composition and inulin chemistry. In: Biology and chemistry of Jerusalem artichoke.; CRS press: Boca Raton; 2008. p. 53–96. https://doi.org/10.1201/9781420044966.ch5.
    15.Pan L, Sinden MR, Kennedy AH, Chai H, Watson LE, Graham TL, Kinghorn AD. Bioactive constituents of Helianthus tuberosus (Jerusalem artichoke). Phytochem Lett. 2009;2:15–8 https://doi.org/10.1016/j.phytol.2008.10.003.
    16.Cabello-Hurtado F, Durst F, Jorin-Novo JV, Werck D. Coumarins in Helianthus tuberosus: characterization, induced accumulation and biosynthesis. Phytochemistry. 1998;49:1029–36 https://doi.org/10.1016/S0031-9422(97)01036-4.
    17.Matsuura H, Yoshihara T, Ichihara A. Four new Polyacetylenic glucosides, methyl ,.BETA.-D-GlucopyranosylHelianthenate C-F, from Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus L.). BiosciBiotechnolBiochem. 1993;57:1492–8 https://doi.org/10.1271/bbb.57.1492.
    18.Yuan X, Gao M, Xiao H, Tan C, Du Y. Free radical scavenging activities and bioactive substances of Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus L.) leaves. Food Chem. 2012;133:10–4 https://doi.org/10.1016/j.foodchem.2011.09.071.
    19.Chen F, Long X, Liu Z, Shao H, Liu L. Analysis of phenolic acids of Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus L.) responding to salt-stress by liquid chromatography/tandem mass spectrometry. ScientificWorldJournal. 2014;568043 https://doi.org/10.1155/2014/568043.
    20.Ahmed MS, El-Sakhawy FS, Soliman SN, Abou-Hussein DMR. Phytochemical and biological study of Helianthus tuberosus L. Egypt J Biomed Sci. 2005;18:134–47.
    21.Gengaihi SAE, Enein AMA, Elalla FMA, Baker DHA. Molecular characterization and antimicrobial activities of chicory and Jerusalem artichoke plants. Int J Acad Res. 2009;1:66–71.