Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/crataegus-laevigata-meidoorn
Zowel in het Oosten als in het Westen werd meidoorn gedurende eeuwen als voedsel en
als medicijn gebruikt. Het huidige gebruik van meidoorn voor hartproblemen gaat,
volgens de Franse dokter Leclerc, terug tot de 17de eeuw. Leclerc stelde reeds vast, dat
op basis van zijn 20 jaar ervaring met het toedienen van meidoornpreparaten, er geen
giftigheid in de organen optrad, enkel bij uitzonderlijk hoge dosissen trad er een
verlaging van de hartslag op en een lichte benauwdheid.
Volgens Gerhard Madaus vindt men als eerste toepassingen dat de bloemen tegen jicht
werden gebruikt. Quercetanus, de lijfarts van Henry IV, maakte voor zijn koning een
siroop tegen de “ouderdom”. Louise Bourgeois en J. du Chesne gebruiken de vruchten
tegen blaasontstekingen.
Van einde 19de eeuw tot vroeg in de 20ste eeuw werd het kruid door zowel homeopatische
als allopatische dokters gebruikt voor verschillende hart- en cardiovasculaire
problemen; en dit blijkbaar met klinisch succes.
Green, een Ierse dokter gebruikte meidoorn zeer intensief voor hartproblemen, maar
wel in het geheim. Na zijn dood in 1894, heeft zijn dochter het recept vrijgegeven; dit
bleek een tinctuur te zijn van de rijpe bessen van de meidoorn.
In Amerika maakte de meidoorn zijn intrede in de klinische toepassing rond 1896 om er
rond 1930 weer te verdwijnen
Een zekere J.C. Jennings van Chicago, publiceerde in 1896
een artikel in de “New York Medical Journal”, waarin hij over deze dr. Greene schrijft.
Hij schreef “ In de stad Ennis, in County Clare, Ierland, leefde, tot 2 jaar geleden een
befaamde dokter genaamd Greene, die gekend en geliefd was in een groot deel van
Ierland en delen van Engeland en Schotland voor zijn gereputeerde kennis om
hartklachten te genezen. “ De broer van deze Jennings die niet ver van Ennis woonde,
zorgde dat hij monsters van deze vruchten kreeg. Jennings bereidde er dan extracten
mee, zoals beschreven in de Britse farmacopee. Jennings schrijft verder : “Ik heb dit
dan tot op vandaag gebruikt op 43 patiënten die elk één of andere hartklacht hadden, en
ik moet zeggen dat de resultaten zeer positief waren.” Gebaseerd op zijn enthousiasme
voor het kruid, begon John Uri Lloyd, de belangrijkste apotheker in de geschiedenis van
de Amerikaanse kruidengenesskunde en eigenaar van Lloyds Brothers Pharmacists Inc van
Cincinnati, met het produceren van meidoorn medicatie.
Gebruik bij de Indianen :
Een aantal Noord Amerikaanse meidoorns werden als medicijn gebruikt door de
Indianen. De vrucht van de Crataegus Chrysocarpa werd door de Potawatomi gebruikt
tegen maagklachten. De Ojibwa gebruikten een afkooksel van de wortel van de meidoorn
om diarree en dysenterie te behandelen. De Chippewa gebruikten het afkooksel van de
wortel als tonicum en versterker voor vrouwelijke klachten. De vruchten werden gebruikt als diureticum voor lever- en blaas ontstekingen. Ook de Meskwaki
gebruikten de vruchten van de meidoorn voor leveronstekingen. Zij gebruikten het als
een algemeen tonicum, een constiperend middel, en een hartversterker. De
Omaha-Ponca en de Winnebagos aten de melige vruchten van de meidoorn als voedsel in
tijden van hongersnood. De Cherokee aten de ietwat bittere vruchten als
eetlustopwekker, maar ook om de bloedsomloop te verbeteren en krampen te verlichten.
Een van de westerse Noord Amerikaanse meidoornsoort, Crataegus Douglasii, werd door
de Thompson Indianen gebruikt voor maagstoornissen. Hiervoor werd de bast, het hout
of het sap gekookt. De Kwakiutl kauwden op de bladeren en gebruikten deze dan als
papje op wonden en zweren.
Vroeger gebruik in China :
De vruchten van de Crataegus pinnatifida werden gegeten om scheurbuik te genezen.
Ze werden ook gebruikt als mild laxeermiddel en tegen maagklachten. De bladeren en
twijgen werden gebruikt als tegengif. In de Oosterse geneeskunde hadden de vruchten
de volgende kwaliteiten : zuur, zoet en licht verwarmend. Ze werden gebruikt in
voorschriften om het eten te verteren en een indigestie te verhelpen die het gevolg was
van overdadig vleesgebruik, wat zich dan uitte in een gezwollen buik en pijn, of diarree.
Meidoorn werd voor het eerst vermeld als medicijn in de “Tang-Ben-Cao”, een Chinese
kruidenboek toegeschreven aan Su-Jing en anderen, gedateerd van 659 AD. Dit werk
wordt beschouwd als de 1ste officiële farmacopee in de wereld.