Rozemarijn en olijfboom, twee Zuiderse planten die zich in Vlaanderen, toch thuis voelen. Zelfs na een stevige wintermaand zien ze er in mijn Haans tuintje nog geurend groen uit. De rozemarijn wil ook altijd weer bloeien in winter en vroeg voorjaar. En de olijfboom levert in deze periode, tenminste in het Zuiden zijn beroemde vruchten af. In de middeleeuwen was de rozemarijn, zoals vele andere kruiden, omgeven met veel bijgeloof. Men dacht dat dit kruid alleen in de tuinen van de rechtvaardigen groeide en men gebruikte het als magisch amulet ter bescherming tegen hekserij, tegen duivelse gevaren en in het bijzonder tegen het „boze oog". Een meer practische toepassing was het verbranden van de twijgjes als wierook tijdens banketten of in de rechtszalen van het zeventiende eeuwse Engeland om de rechter te beschermen tegen infectieziekten en gevangeniskoortsen. Beroemd of moet ik zeggen berucht is ook het l’eau de Reine d’Hongrie, dat er voor zorgde dat een jichtige zeventigjarige Hongaarse prinses haar gezondheid en jeugdig uiterlijk terug vondt en daardoor kon trouwen met de koning van Polen.
Het is zeker zo dat Rozemarijn in de meest zinnige en onzinnige mengsel aanwezig was. Zo zat het ook in de ‘Azijn der 4 rovers’ of de Pestazijn, die door dieven tijdens een pestepidemie gebruikt werd om ongestraft de pestlijders te kunnen beroven. Bij Paracelsus, de man die nog mythischer is dan rozemarijn zelf, zat het kruid verwerkt in zijn beroemde balsem ‘Opodeldoch’ tegen reumatische pijnen.
De al even bekende Madame de Sévigné (17de eeuw) schreef in haar literaire brieven ‘rozemarijn, ik heb het altijd bij mij en ik vind het geweldig tegen verdriet’.
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/biografie/35858-rozemarijn-zijn-geschiedenis.html
http://www.ema.europa.eu/docs/Community_herbal_monograph/2009/12/WC500018299.pdf
http://www.florahealth.com/flora/home/Canada/HealthInformation/Encyclopedias/Rosemary.htm
Geen opmerkingen:
Een reactie posten