De wetenschappelijke geslachtsnaam is afkomstig van matrix: baarmoeder, dat zelf weer afgeleid is van mater: moeder; en luidt vertaald: moederkruid. Dit omdat de plant aangewend werd bij baringen en ziekten van het kraambed. De Latijnse soortnaam is afkomstig van het Griekse woord chamaimelon. Dit woord bestaat uit chamai: klein, nederig, op de bodem, en melon is appel of kwee; dus op de bodem groeiende kleine appel. Waarschijnlijk sloeg dit op de geur als die van een appel en de min of meer ronde vorm van het hartje van de bloem. Vlaamse volksnamen die hierop duiden zijn: Apel, Appellijn en Ep(p)ellijn. Uit dit chamaimelon ontstond de Middellatijnse naam chamomilla, waaruit tenslotte kamille als volksnaam resulteerde. Dit was eveneens in andere landen het geval en zo ontstonden volksnamen als Camomille (Frankrijk), Kamille (Duitsland) en in Engeland Camomile.
In oude handschriften uit de vroege middeleeuwen komt men namen tegen als Camilla, of Camomilla. Een Oudmiddelnederlandse naam uit de dertiende eeuw was Meghedeblomen, ook Megdeblommen (Maagdebloemen). Deze namenzullen hun oorsprong wel hebben bij Dioscorides, want deze schreef de plant onder meer voor bij menstruatiemoeilijkheden. De namen Zere-ogenbloem duidt op het gebruik om oogziekten te genezen. Men kookte de Kamille in melk en legde het papje op de ogen.
Weinig inheemse geneeskruiden genieten zulk een goed onthaal als de kamille. De geneeskrachtige werking was in mijn jeugd vooral bekend als middel bij ontstoken tandvlees, tand- en kiespijn. vóór de tijd dat de kinine in gebruik kwam om koorts te verdrijven, werd de kamille hiervoor veel gebruikt.
De geur van de plant is goed waar te nemen wanneer men haar - vooral de bloemen - tussen de vingers wrijft. Deze geur wordt veroorzaakt door een etherische olie. Voor geneeskundige gebruik wordt zij ook massaal gekweekt en zelfs met grote maaimachines geoogst.
In de oudere Nederlandse Farmacopee vind men de plant aan onder het hoofd 'Flores chamomillae vulgaris' of Gewone Kamillen. In het volksgeloof beweerde men dat men de bloemhoofdjes voor 24 juni, Sint Jan, moest plukken, anders gingen de heksen op de plant wateren; elders geloofde men dat na die dag, de plant in de valse kamille (Anthemis arvensis) veranderde. Om het huis vrij van heksen te houden, moest men de plant boven de ingang van het huis of aan de zoldering hangen. Zodra een heks binnentrad begonnen de opgehangen planten te bewegen.
Kamille snuiven
Een populair kruidenboek uit de zeventiende eeuw, Ram's Little Dodoen adviseerde het opsnuiven van de geur van kamillebloemen, niet tegen lichamelijke kwalen, maar als een doe-het-zelf kalmeringsmiddel. Om de geest te kalmeren, snuif kamille, eet salie. . . was met mate, slaap goed en geniet van het horen van melodie en zang. Dit is een behartigenswaardig advies dat al dateert uit 1606 maar dat nu in 2022 nog steeds geldig is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten