dinsdag, januari 07, 2014

Natte kaarten

Nog maar eens over nattigheid. Nu over natte kaarten. Topografische kaarten van Gran Paradiso, Vanoise, Mont-Blancgebied, Vercors en nog veel meer zijn ook niet ontsnapt aan de woede van het Bretoense water. En niet zo maar kaarten, meer een soort dagboek met routebeschrijvingen van de vele bergtochten die ik al zowat 30 jaar in de Alpen onderneem. De laatste dagen is mijn hele leven in boeken, kaarten, dagboeken en foto's aan mij voorbij getrokken. Het is zoals dood gaan, alleen minder erg want ik leef nog.

De kaart van de Verçors bijvoorbeeld herinnert mij aan de vele kruidenvakanties die we in de buurt van het stadje Die vele jaren georganiseerd hebben. Herinneringen aan de vele bijzondere planten die we daar ontdekt hebben, en zeker ook herinnering aan de vele bijzondere, lieve en minder lieve mensen die we daar ontmoet hebben.

Dit schreef ik over een wandeling op de Verçors: Op de kaart kijkend zie ik niet alleen wegen, paden en dorpen, maar ook eigen notities. Een dag in juli 1973 lees ik, vertrokken in Archiane om op te klimmen naar de haut plateaux du Verçors en dan weer af te dalen naar onze toenmalige verblijfplaats Abbeye de Valcroissant. Wat een afstand om op één dagje af te leggen en dan sleepte ik ook nog wat onervaren kruidenliefhebbers achter mij aan. Maar we deden het. 


....Een groene deuk in de rechte rotsen markeert de afdaling naar Valcroissant. Rechtsaf dus, als we rechtdoor wandelen zouden we in Chatillon en Diois uit komen. Wat ook niet mis is, maar wel ver van huis. Dus 1200 meter naar beneden, soms spectaculair onder de rechte rotsen door, indruk-wekkend zonder gevaarlijk te zijn. Soms, vooral lager, dalen en dwalen we in de mysterieuze hellingbossen onder de eeuwenoude, kronkelige Buxusbomen. Die palmboompjes, wat een verschil met de geciviliseerde buxusbolletjes bij de deftige Vlaamse villa's. Is het dat wat de mens van de natuur verlangt, dat die zich fatsoenlijk gedraagt? Deftig decor voor beschaafd vertier. Ondertussen daveren wij driftig de helling af, testosteron okselzweet, knikkende knieen en overbelaste spieren doen ons voelen dat we lichamelijk leven. Met je lichaam in het landschap!

http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/58414-wandelen-op-de-glandasse.html
En ik heb zelfs een website waar je meer over wandelen kan lezen: https://sites.google.com/site/kruidigwandelen/


zondag, januari 05, 2014

Verzopen smudgesticks

Ook onze smudgesticks zijn helemaal doorweekt uit het water te voorschijn gekomen. We drogen en verbranden ze dan maar op de houtkachel. Het is ook wel het goede moment om wat reinigingsrituelen uit te voeren. Doorweekte salie, hysop en bijvoet kunnen zo toch nog nuttig zijn. Vooral smeulende hysop geeft ons een goed gevoel.  Hysop komt in de Bijbel geregeld voor. Toegepast in ceremoniële reinigingsrituelen, maar ook om er een kwast van te maken om bloed te strijken of water te sprenkelen. Niet alleen de Joden, maar ook de oude Egyptenaren en Grieken gebruikten hysop in hun religieuze riten.

De bijbelse hysop was waarschijnlijk wel een andere plant. Israëlische botanici wijzen erop dat Hyssopus officinalis vroeger in Israël en de Sinaï niet voorkwam. De Bijbel bedoelt mogelijk de Syrische hysop (Origanum syriacum). Een plant die ook behoort tot de familie van lipbloemigen. Deze soort groeit vanouds wel in Kanaän en komt ook in de Sinaïwoestijn voor. De Europese hysop kreeg de Latijnse naam Hyssopus officinalis. De Syrische hysop werd door zijn afwijkende bloemkenmerken in het geslacht Origanum geplaatst.

Het Hebreeuwse woord ”ezov” is later in het Grieks vertaald met hysop. Hysop was in de oudheid een symbool van zuivering. Onder meer Egyptenaren en Grieken gebruikten de plant om tempels en heiligdommen te reinigen. Wanneer je de sterk behaarde scheuten met een scharlaken draad omwindt kun je er gemakkelijk een kwast van maken.

Ook de Israëlieten gebruikten de plant. Mozes beveelt hen in Exodus 12:22 om in de nacht voor de uittocht uit Egypte om met een bundeltje hysop het bloed van het paaslam aan de deuropening te strijken. De hysop wordt ook genoemd in de wet voor de reiniging van melaatsheid (Leviticus 14). Hier wordt geboden dat er twee levende reine vogels genomen moeten worden met cederhout, scharlaken en hysop. Waarschijnlijk moest hiervan een kwastje worden gemaakt waarmee het bloed van de vogel gesprenkeld moest worden op de melaatse.

Als hedendaagse mens vind ik al deze rituelen wel wat vreemd, maar nu in onze natte huis voel ik mij toch een beetje Mozes na de zondvloed en kunnen rituelen wel helpen om de weergoden te bezweren.


vrijdag, januari 03, 2014

Verzopen boeken


De Bretoense zondvloed, die ons huis heeft overstroomd, zorgde ervoor dat vergeten en nu verzopen boeken wat meer aandacht krijgen. De boeken die volledig doordrenkt waren, heb ik met mijn ogen dicht op de boekencomposthoop gegooid.

Enkele andere, hopeloos natte, maar unieke werken probeer ik toch nog de redden o.a mijn Frans apothekersboek van 1900 'L'Officine'. Ik rij er al dagen mee rond in mijn motorhome, waar dit bijzondere boek dicht bij de verwarming krullend op kan drogen. Het ziet er nu nog antieker uit en vreemd genoeg blijkt oud papier minder aan mekaar te plakken dan glimmend modern papier.

Ook het standaarwerk over kleurstofplanten van Dominique Cardon 'Le monde des teintures naturelles' probeer ik nog te redden, al is dat zo goed als hopeloos. Arbre à campeche ou bois d'Inde, pagina 209 kan ik nog net open krijgen. Ik lees 'D'abord exploité par les Espagnols dans toute la moitie est de la baie de Campeche....' Het kernhout van deze boom uit Midden- en Zuid-Amerika levert een blauwe kleurstof. Het duurt zowat 10 jaar voordat deze boom de kleurende bestanddelen heeft aangemaakt. Deze stof, haemateine, wordt ook gebruikt om wijn te kleuren. Het hout heeft een goed herkenbare smaak en een geur die enigszins aan viooltjes doet denken. En ja, nat en verkleurend campêchehout vond ik ook terug in een van de vele papieren zakjes met gedroogde kruiden, die door onze rivier de Aulne verzwolgen werd. Eén immense kruidenthee.
http://www.editions-belin.com/ewb_pages/f/fiche-article-le-monde-des-teintures-naturelles-6627.php

dinsdag, december 31, 2013

Zondvloed

Regen ruist rustig op het metalen dak van de motorhome. Onschuldige, vruchtbare druppels krijgen hier bij ons natte huis een dreigende dimensie. Vruchtbaar wordt vernietigend, kabbelende beekjes worden verwoestende stromen. 

Ons huis is in woonkamer en keuken één grote chaos maar de tuin lijkt ongeschonden zijn eigen weg te gaan. Speenkruiden zijn overal aan de groei, uitgespoelde knolletjes laten wel iets vermoeden van de voorbije waterkracht, ook plat geslagen grassen wijzen de richting aan van het weg getrokken water. In de kruidenborder gaan de valeriaan ‘phu’ en de platte peterselie uitbundig groen groeiend de rest van de winter in. Plantenonschuld? Hopelijk hebben zij geen geheugen voor rampspoed. Hopelijk wordt ook ons geheugen mettertijd gedeeltelijk op non-actief gesteld.

Over het speenkruid dan maar, troostend symbool van 'het nooit opgeven'. Zich onverwoestbaar blijven verspreiden met bolletjes en knolletjes. Ooit werden de jonge blaadjes vroeg in het voorjaar veel gegeten, daar getuigen ook de vele oude namen van. In de Franse Haute Marne werd speenkruid zelf ‘epinard des bucherons’ genoemd. In Roemenie was het ‘salata de cimp’ veld-salade of salbatica, wilde sla, in Duitsland grassalat of hinkelsalat. Scharbockskraut of scheurbuikkruid verwijst naar het vitamine C in de blaadjes. Maar het meest bekend is toch zijn gebruik tegen aambeien. Speenkruid in het Nederlands, maar ook erba di barrugo in de Provence. In de ME werd het zelfs hemmoroidum herba genoemd.

Hier bij ons huis groeit het ijverig speenkruid in overdaad bij de woeste rivier. Misschien helpt het ons om niet op te geven.

zondag, december 29, 2013

Mijn boekenleven een beetje verdwenen

Vandaag wat boeken proberen te redden uit ons verzopen huis. Ik begin maar met de echt verloren boeken te bekijken, de grotere exemplaren die onder in de boekenkast en dus in het water stonden. 
Enkele standaardwerken over kruidengeneeskunde oa Teedrogen van Wichtl en Groot handboek geneeskrachtige kruiden van Verhelst, maar ook een dure facsimile uitgave in 2 delen van Fuchsius De Historia Stirpium… En duur is dan nog niet mijn eerste criterium, de gevoelswaarde is heel wat belangrijker, boeken die ik al veertig jaar bezit en gebruik zoals Systematische fytotherapie van apotheker Meere… of zeldzame literatuur ooit gekocht in een muf ruikend boekenwinkeltje,
het Franse apothekersboek uit 1890 ‘L’Officine’ van Dorvault. Dit standaardwerk van duizend doorweekte bladzijden probeer ik toch nog te redden. Het is wel goed nat maar blijkbaar plakt dit honderd jaar oud papier minder aan mekaar dan hedendaags papier, waardoor het nog wel te redden lijkt.  Dus den ouwe Officine in de motorhome terug mee naar België.

En verder, het leven gaat verder 
mijn leven gaat verder, beter verder, anders verder, verder verder. Verzopen boeken roepen herinneringen op, krijgen terug aandacht, worden weer waardevol, terwijl ik sommige boeken al jaren niet meer had ingekeken, laat staan gelezen.
Ik leg den Dorvault dicht bij de loeiende verwarming van de motorhome en probeer bezwerende taal te spreken. Kan ik de natuur betoveren?

Boeken een meter hoger in de kast, zijn aan de zondvloed ontsnapt. Veel, heel wat mindere belangrijke werkjes, maar ik ben toch dankbaar dat Bloemen op ‘t bord, Een leven lang jong en Bijzondere groenten in uw moestuin aan de verdrinkingsdood zijn ontsnapt.
Ook ‘Geneeskracht uit het oerwoud’ van Maxwell hoort bij de gelukkigen. Naar dit boek was ik enkele weken geleden nog op zoek geweest. Want in welk huis, doos of kast was dat ook weer opgeslagen? De Haan, Bretagne, mijn motorhome, een doos bij Syntra Leuven of toch achtergelaten bij de lost generation books bij 'De druïde' in Leuven.

En de tuin overleeft
We kunnen nog niet veel opruimen, we wachten op de verzekeringexpert, dus drentel ik wat door de tuin, volg de richting van het nu verdwenen water, plat gestroomde graspollen wijzen mij de weg, een dun donker lijntje op de muren van het huis geven de waterhoogte aan, ook de plat geslagen eucalyptusboom wijst de waterrichting aan. Ik probeer de al zowat 4 meter hoge boom opnieuw recht te zetten, opnieuw naar de lucht te laten wijzen. Enkele andere afgewaaide takken helpen mij daarbij, als stut en toeverlaat. Het lukt voorlopig, al is de doorweekte grond geen echt houvast voor de oppervlakkige wortels van deze Eucalyptus….Alles lijkt een droom en dromen zijn toch niet waar.

zaterdag, december 28, 2013

Toch nog ochtend



Enkele dagen na de overstroming. 
We worden wakker in onze motorhome bij het meer van Huelgoat. 
Dampen stijgen op uit het meer, 
wolkjes en witte zwanen drijven geluidloos voorbij....

De natuur ontwaakt, onschuldig en angstaanjagend...

Het is gebeurd. Zondvloed.

We wonen in onze motorhome vlakbij ons eigen stenen huis. Een huis dat enkele dagen geleden door storm en ontij overspoeld werd. Gelukkig waren we niet aanwezig of was het juist ongelukkig dat we er niet waren? Had ik het wel willen zien? Hadden we de natuur tot de orde kunnen roepen? Hadden we…..?
Alleen de sporen zijn nu nog zichtbaar, in huis, in tuin en natuur. De hoge, oude populieren met immense maretakken staan nog overeind. Takken met grote bollen en blinkende bessen liggen her en der verspreid in de tuin, we hoeven niet meer in de hoge boom te klimmen om met een gouden sikkel de heilige mistels te plukken. De onverbiddelijke wind heeft zelf maretakken gesneden en wij hoeven nu, o noodlot, alleen nog te oogsten. En ja, we waren toch van plan om rituele voorwerpen te maken en wat kun je dan beter gebruiken dan oude maretakken. Ze moeten toch geluk brengen, wordt gezegd en zeker rond kerst en nieuwjaar. O noodlot!

dinsdag, december 24, 2013

December, ook tijd voor wierook

Het woord wierook betekent 'gewijde' of 'heilige' rook en het branden van wierook speelt in de rituelen van vrijwel alle religies en spirituele stromingen over de gehele wereld een belangrijke rol.
Het branden van wierook kent al een heel lang gebruik. Behalve als offergave en als medium waarmee gebeden naar de goddelijke wereld worden gedragen, wordt wierook ook gebrand vanwege de reinigende, ontsmettende werking en de stimulerende eigenschappen van de geur, die een krachtig effect hebben op lichaam en geest.
Wierook kan helpen een kamer of ruimte in huis te zuiveren van negatieve energieën, het kan een hulpmiddel zijn om een bepaalde toestand van bewustzijn te bereiken, het kan worden gebruikt als remedie bij lichamelijke ongemakken of simpelweg, en niet in de laatste plaats, om een aangename geur te verspreiden.

In het boek De betoverende wereld van wierook gaat Eva Sawada in op al deze aspecten van wierook en wordt de lezer geïntroduceerd in de betoverende wereld van de wierook: van de geurige mirre en wierook als geschenk voor het kindje Jezus te Bethlehem tot de gloeiende bundels salie, copal en lavendel die door de Noord-Amerikaanse medicijnmannen ter ontsmetting worden gebrand, van de Tibetaanse wierook voor medicinaal gebruik tot de reusachtige 'wierookstokken' die voor Chinese tempels worden aangestoken.

In algemene zin is wierook een harsachtige stof, die bij het verbranden in rook op gaat en een welriekende geur verspreidt. Kenmerkend is, voor vrijwel alle culturen het eeuwenlange gebruik van geurige gewijde rook ten behoeve van bepaalde riten en erediensten. De wierook wordt gebrand als offer aan goden en godinnen om bescherming af te roepen. De auteur schetst in kort bestek de geschiedenis van het gebruik van wierook, de wijze van branden en de bestanddelen. Zij geeft speciale voorschriften voor het samenstellen van wierookmengels die op houtskool moeten worden gebrand. Het instructieve gidsje, dat rijk geillustreerd is, wordt afgesloten met een overzicht van de soorten wierook die het best passen bij de planeten van het zonnestelsel, de chakra's, de grote arcana van de tarot, de kabbala en de dierenriem.

En daarna, kerstavond gebeurde het. Via mail kwam het afschuwelijke bericht binnen, dat ons huis in Bretagne overstroomd werd door de rivier. URGENT INONDATION.

maandag, december 23, 2013

Kruiskruid in de winter


Bewondering heb ik wel voor al die onkruiden, die zich ondanks de bestrijding door de mens toch kunnen handhaven in de natuur. Klein kruiskruid is zo'n onooglijk plantje dat zelfs nu in december nog kan bloeien en zaad vormen. Vroeger werd de plant zelfs gewaardeerd als medicijn. Opeten zou ik het nu niet te veel meer doen, want niet echt smakelijk en daarenboven bevat het ook nog alcaloïden die de lever kunnen beschadigen.

De geslachtsnaam Senecio is afkomstig van het Latijnse senex: grijsaard! Wat verwijst naar het overdadig en grijs zaadpluis dat verschijnt direct na de magere bloei. Of zoals Fuchsius het in oud-Nederlands al zei: “een graw oft wit wolleken/ dat is ees oudts mans graw oft grijs hayr ghelijck”. 
De soortnaam - vulgaris - betekent “gewoon”. Het is een algemeen  voorkomend plantje, dat overal opkomt: op net omgewerkte akkers en  tuingronden, op composthopen en akkerland. Het is een lastige gast; elk jaar ontstaan er meerdere generaties, het blijft aan de gang en als je het weg wilt, blijf je zelf ook aan de gang…. En juist daarom heb ik een grote bewondering voor deze gewone grijsaard.

De Nederlandse naam kruiskruid zou te maken hebben met de  kruisgewijze bladstand. Maar deze mening vindt niet veel bijval. Eerder denkt men dat de naam ontstaan is uit een gehoorfout. Het Duitse Kreuzkraut  zou op dezelfde manier ontstaan zijn: uit Greiskraut. Bij Heukels werd ooit over grijskruid gesproken en dit is waarschijnlijk ook een vertaling uit het Duits. Deze verbastering moet uit de vroege middeleeuwen dateren, want al in de elfde eeuw kom je Kreuzkraut tegen in de Codex Bonnensis.
De naam kruiswortel, op vele plaatsen in ons land gebruikt, vinden we al  bij Dodonaeus: “Dit cruyt is hier te lande Grindtcruydt ende Cruyscruyt  ende van sommige oock Cruyswortel gheheeten: in Hooch Duytschlant reuzwurtz ende Grindtkraut”.

Ook de naam kanariekruid, komt naast vogeltjeskruid voor: groenvoer voor kooivogels dus. Ook in andere landen. is het een gewaardeerd vogelvoeder, hetgeen blijkt uit de volksnamen Vogelkraut (Duitsland), Canary seed en Chickenweed (Engeland) en Seneçon des oiseaux (Frankrijk). Dit  Seneçon houdt natuurlijk verband  met de Latijnse naam Senecio. In (Zeeuws-)Vlaanderen en de eilanden ontstonden legio verbasteringen: van sencioen, tot sentse of saense juin en sinksenkruid en zelfs eksuun en ekejuun (Schouwen). In Engeland komen Sencion en Sinsion voor.

Interessant is de volksnaam grindkruid (al bij Dodonaeus: Grindcruyt). Grind was schurft! Dat kon je er dus mee bestrijden. Maar  het gebruik van kruiskruid voor dit doel was hier te lande geheel onbekend! Trouwens, duivekervel, knautia en ridderzuring werden met dezelfde naam aangeduid!

Geneeskruid? 
Men vertelde dat het sap goed was bij koorts, rillingen en woedeaanvallen  (gepaard gaande met een rood opgeblazen hoofd, wat men “dicken Kopf”  noemde) en in het algemeen ter afkoeling van gezwollen lichaamsdelen.  Het zou ook met het opgezwollen bloemhoofdje te maken kunnen hebben  en zo met de sympathie- of signatuurleer om het sap ter genezing van gezwollen ledematen of een gezwollen hoofd te gebruiken. In de oudheid was het echt een gewaardeerd geneeskruid, dat men bij  allerlei ziekten en kwalen aanwendde. Het sap en het blad werden als  verkoelend middel gebruikt bij ontstekingen en gezwellen. Plinius ziet  het haast als universeel middel!
In Waterland sprak men zelfs van heidens wonderkruid. Dit kan een  verbastering van wondkruid zijn, maar zou ook ontstaan kunnen zijn  omdat het in de oudheid immers als een universeel geneeskruid gold.  P. Nylandt schrijft: ‘Voor heete geswellen van het Fondament, ende  schamelijcke Leden om de Wonden te heelen, voor Graveel ende Steen.  Om de maendt-stonden te verwecken, ende voor Geel-sucht. Voor loopende Oogen. Voor pijn der Mage. Voor pijn in de Lenden en voor Podagra.‘
In Winschoten werd het plantje volgens Van Hall in de vorige eeuw nog  als huismiddeltje gebruikt bij stuipen. Het uitgeperste sap van de verse  plant werd dan op de polsen van het patiëntje gesmeerd. Ook werd het plantje vroeger wel in de wieg gelegd tegen beheksing van kleine kinderen.

Eetbaar?
Volgens Dodonaeus is de plant wel eetbaar! Hij schrijft:  ‘Cleyn Cruyscruyt wort hier in Nederlant met ander cruyden ghelijck  salaet met olie en Edick (azijn) in de wintersche maenden gegeten: ende  en is geen quade/ onliefflicke oft ongesonde spijse.’
Aan dit laatste twijfelt men nu echter sterk! Bij Gerhard Leibold lees je:  kruiskruid bevat stoffen, die bij hoge dosering giftig zijn voor de  lever... Volgens hem is de juiste dosis gezond voor de lever en helpt het  kruid ook bij menstruatieklachten...  Het plantje bevat inderdaad pyrrolizidine alcaloïden, die lang ingenomen levercellen kunnen beschadigen. Af en toe een beetje eten is niet gevaarlijk, maar smakelijk is het zeker niet.

zondag, december 22, 2013

De tijd van de maretak

Elk jaar, weer opnieuw, winterwandelen we in Wéris. Rechtopstaande stenen wachters uit een andere wereld, kruidenresten van een voorbije zomer en geelgroen oplichtende maretakken kruisen ons pad. Niet verwonderlijk dat Wéris nog steeds tot de verbeelding spreekt.

Bestaan er filosofische planten? Planten die je een les leren? Vele zogenaamde giftige planten zoals Bilzekruid, Doornappel en Alruin zijn een soort leraars, die ons spiritueel kunnen begeleiden. Niet alleen of zelfs niet in de eerste plaats door ze op te eten, maar door ze te ontmoeten in de natuur of er uitwendig gebruik van te maken. Bijvoorbeeld door er creatief mee om te gaan. Er amuletten, kettingen of collages mee te ontwerpen of ze gewoon in huis op te hangen.

Maretak is zo’n plant met een symbolische betekenis. Als groenblijvende halfparasiet groeiend in de kale populieren roept hij om geplukt te worden. Mooi is ook, dat je er echt een inspanning voor moet leveren, hij laat zich hoog in de bomen, niet zomaar plukken. De inspanning wordt dan een soort ritueel, krijgt emotionele betekenis. Dat is misschien ook de reden waarom ik me al de geplukte maretakken uit mijn eigen leven nog kan herinneren.

... de maretak uit Wéris in de schemering, de maretak zo groot als mijn kleine dochter, de hoog onbereikbare mistel die zomaar voor mijn voeten viel, de vogellijm in de oude appelboom uit de Voerstreek en de overdaad aan maretakken in de oude en hoge populieren.......

Volgens de druiden moest de plant geplukt worden in den zesden dag van de nieuwe maan na de winterzonnewende (21 december). Een opperpriester in een wit gewaad sneed de plant met een gouden sikkel af en ving haar op in zijn kleed. Hierna werden twee witte stieren geofferd. De drank, die uit de bessen bereid werd, bleef altijd haar kracht behouden en genas die ziektes, die men door betovering gekregen had, zoals pest, kanker, vallende ziekte, slangenbeten, vergiftiging en krampen.
Dioscorides en  Plinius adviseerden de maretak tegen steriliteit en epilepsie. En Lobelius schrijft ‘Maretakken die op d’eycke-boomen wassen zijn d’alderbeste, maer worden soo selden gevonden’.. Men kon er ook mee waarzeggen en de alchimisten begeerden de plant zeer, maar zegt Lobelius ‘mysterien ende secreten den ghemeynen lieden niet en behooren gheopenbaert te worden’. Een plant dus die zoals vele magische planten alleen door ingewijden (deskundigen?) gebruikt kan worden.

In de flora wordt de Viscum album heel wat nuchterder beschreven: Kleine, in omtrek bolvormige struik, die in de kroon van bomen op zwaardere takken groeit. Stengel gaffelvormig vertakt. Bladen langwerpig-spatelvormig, leerachtig, altijdgroen. Tweehuizig. Bloemen eindelings, zittend, in hoofdjes. Bloemdek geelachtig-groen. Vrucht besachtig, bolrond, wit, glanzig, met slijmachtig, taai vlees.

Samenstelling of werkzame stoffen in de plant

  • Polypeptiden o.a. viscotoxine (cardiotonisch)
  • Biogene aminen: choline, acetylcholine, histamine, tyramine
  • Flavonoïden: vooral quercetine
  • Fenylpropaanderivaten: syringin (cardiotonisch)
  • Glycoproteïne: lectine
  • Polysacchariden: galacturonanen, arabinogalactonen

Farmacologie of algemene fysiologische werking van Viscum

  • Hypotensivum door activiteit aminen, fenylpropaan-derivaten, flavonoïden o.a.: door verwijding perifere bloedvaten o.i.v.de parasympaticus
  • Anti-tumoraal (peptiden zoals lectine)
  • Ontstekingswerend (triterpenen)
  • Diureticum en ureumuitscheiding (saponosiden)
  • Spasmolyticum
  • Nevenwerkingen: Geen bij orale inname in normale doseringen, wel bij parenterale toedieningen (koorts, hoofdpijn, allergische reacties), geen bessen gebruiken of alleen in homeopatische verdunningen.

Indicatie, medisch gebruik vooral voor de bloedvaten, menstruatie en kanker

  • Hypertensie en subjectieve klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid, vage hartklachten
  • Vaatkrampen tijdens menopauze en in geriatrie (samen met Cimicifuga)
  • Atherosclerose met Knoflook, Meidoorn, Artisjok en anderen
  • Tumoren (Iscadorinjecties uit de antroposofie) Alleen professioneel te gebruiken bij kankertherapie om onder andere de weerstand te verhogen
  • Vroeger ook gebruikt bij: epilepsie, St. Vitusdans, hysterie, zeg maar ‘duivelse ziekten’, spirituele werking ook als amulet?

Lees meer op http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/84425-maretak-spiritueel-en-rationeel.html


zondag, december 15, 2013

Wandelen in Wéris: Pierre Haina

De twee en twintigste winterwandeling van de herboristenopleiding in Weris. Het dorp, het landschap, de maretakken, de stenen, de dolmens, Pierre Haina, de moderne druïde en de mensen die mee wandelen. Ze blijven wel tot mijn verbeelding spreken. 

Over de witte menhir

De Pierre Haina, soms ook Witte Menhir genoemd, is een natuurlijke rots in het dorp Wéris, gemeente Durbuy. Het is een van de legendestenen in het gebied, naast het Duivelsbed en de Pas-Bayard. De rots heeft een opvallende vorm: hij steekt als een stenen pilaar uit boven de onderliggende rotsmassa. Op die manier vormt de rots een natuurlijke menhir, de steen is vermoedelijk ooit bewerkt geweest. De Pierre Haina bevindt zich op 1,5 kilometer ten oosten van de Dolmen van Wéris en een kilometer ten noordoosten van het dorp Wéris. De rots bevindt zich op een heuvelrug aan de oostzijde van de vallei. In deze vallei liggen twee dolmens en een aantal andere menhirs. De verschillende megalieten in de omgeving zouden verschillende alignmenten met elkaar gevormd hebben.
Voor het megalithische systeem in de vallei was de Pierre Haina een belangrijk vizierpunt. De hoog gelegen uitstekende rots is goed zichtbaar vanaf verschillende van de megalieten. De rots werd jaarlijks met een equinox wit gekalkt, waardoor die nog meer zichtbaar was vanuit de omgeving.
Het rotsblok heeft een hoogte van ongeveer drie meter en staat schuin met een hellingshoek van 60 graden.

http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/44322-weris-menhirs-en-magische-verhalen.html
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/29284-winterwandeling-in-weris.html

vrijdag, december 13, 2013

13 - 12 - 13

Het getal 13 wordt al eeuwenlang als een ongeluksgetal beschouwd. Mogelijk heeft het te maken met het heilige getal 12, dat er net voor komt en dat deelbaar is door 1, 2, 3, 4 en 6. Terwijl 13 niet deelbaar is en dus fout. Wiskunde dus? Ook de Romeinen zagen al in het getal 13 een symbool van dood, verwoesting en ongeluk.

De angst voor het getal 13 heet officieel triskaidekafobie. Verschillende verhalen vertellen ons waarom dertien ongeluk zou brengen.

Zo zou het getal twaalf door God persoonlijk goedgekeurd zijn, er zijn bijvoorbeeld twaalf stammen van Israël. Dertien? Dat is er eentje te veel en is des duivels. Aan het laatste avondmaal zaten dertien man (Jezus en de twaalf apostelen) en niet veel later werd Jezus verraden.
Maar er zijn mogelijk ook andere redenen waarom dertien een ongeluksgetal is geworden. Zo werden op vrijdag de dertiende in 1307 alle Tempeliers opgepakt. En er is een Noorse sage waarin de duivelse god Loki als dertiende gast op een feest komt en de aarde in rouw dompelt.
Zo zijn er natuurlijk steeds meer verhalen ontstaan over de gevaren van vrijdag de dertiende. Bijvoorbeeld Victor Hugo schreef in zijn dagboek dat hij op 13 februari 1871 met een rijtuig, waarin 13 passagiers, een reis maakte naar Bordeaux, daar logeerde hij in een huis dat het nummer 13 droeg. Op 13 maart zat hij bij het teruglezen van deze notities te piekeren over het steeds terugkerende getal 13, toen hij vernam dat zijn zoon plotseling was overleden.

Trouwens, het woord ongeluksgetal zelf bestaat uit dertien letters. En hoe is het gesteld met magische of andere  planten die uit dertien letters bestaan?



woensdag, december 11, 2013

Meldertbos en zijn mammoetbomen


Meldert, deelgemeente van Hoegaarden. Als kind kwam ik hier veel vooral om mijn tante en nonkel Jen te bezoeken. Het bos was toen een geheimzinnig, donker en ontoegankelijk gebied. 

Nog veel vroeger was het eigendom van de Heren van Meldert. Nadat het kasteel gebruikt werd als kazerne voor de Duitse troepen in de tweede wereldoorlog, is het kasteeldomein in 1957  overgegaan naar de Aalmoezeniers van de Arbeid, die er een college van maakten. Het kasteelpark verwilderde volledig en sinds 1986 werden stelselmatig delen aangekocht als natuurreservaat. Sinds 2002 staat Natuurpunt in voor het beheer van het park.

Ik wandel door de verroeste, ooit statige toegangspoort het bospark in. Het pad is betegeld met herfstbladeren, een mooiere 'tapis plain' kan ik mij nauwelijks voorstellen. De lage winterzon scheert rood langs de toppen van de kale bomen. Het natte, glibberige pad naar omhoog leidt mij richting kasteel. In het bos zelf, halverwege de centrale dreef, staat een groep indrukwekkende mammoetbomen. Vreemd genoeg vielen ze mij pas op toen ik er vlakbij stond. Eerst werd mijn aandacht getrokken door een onnozel struikje met rode bessen, kardinaalsmuts, verstopt onder die reusachtige Sequoia's.




Zo ben ik wel, met mijn neus als een hond snuffelend over de grond wordt ik één met de kleine natuur totdat plots de immense bomen als reuzen over mij heen vallen. Overdonderend, indrukwekkend. Klein duimpje in sprookjesland.

In de verte doemt het vierkante kasteel op uit de mist. Ik sta zo perplex van de magie, begin te zweven en vergeet mijn voeten op te tillen, waardoor ik, gevangen door een braamstengel pardoes plat voorover in de modder val. Terug naar de werkelijkheid. Bemodderd maar wel intact kom ik overeind. En ik die vanavond nog de 'jury' ter verdediging van de eindwerken opleiding herborist, moet voor zitten.

In de gemmotherapie wordt de knoppen van Sequoia gigantea (Sequoiadendron giganteum / Mammoetboom) vooral gebruikt voor ouderen, de boom geeft nieuwe krachten zowel fysiek als mentaal. de knoppen herstellen de corticosteroïdenwaarden in het bloed. Deze werking verwondert mij helemaal niet, alleen al er naar kijken, doen de rillingen over je rug lopen. Een geweldenaar maar wel met een zachte huid. Stoer van binnen en teer van buiten. Het middel is aangewezen, lees ik, bij seniele aftakeling, ouderdomsklachten en prostaataandoeningen. Als ik honderd jaar ben zal ik deze reus onder de bomen wel kunnen gebruiken zeker?

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/25392-geneeskracht-van-knoppen-gemmotherapie.html

dinsdag, december 10, 2013

Sint-janskruid, juist in de winter

Les over de kruiden voor het zenuwstelsel. Vooral sint-janskruid besproken. Bloeien doet de plant nu zeker niet, maar de donkere dagen voor kerstmis zijn wel het goeie moment om deze euforiserende plant te gebruiken. De taak van sint-janskruid, licht brengen in de duisternis. Een plant die traditioneel geoogst wordt rond 21 juni, de langste licht dag van het jaar is ideaal om te gebruiken tijdens de kortste, de donkerste dag van het jaar. Hét kruid tegen winterdepressie.

Sankt Johann ist dies Kraut geweiht
Es bluht zur hochsten Sommerzeit
Es hilft den Christen wie den Mohren
dank sein blattdurchsichtigen Poren
Den kranken Haut ist’ s eine Wonne,
dem dunklen Geist wird er zur Sonne.


En zoals het vroeger tegen duivels, die in de mens waren gevaren, gebruikt werd, zo wordt het nu tegen gelijkaardige kwalen met de naam depressie en stress voorgeschreven. Het is het licht van het zonnekruid tegen de duisternis van de depressieduivel.
Vooral in de Middeleeuwen werd Hypericum als een ‘fuga daemonum’ beschreven, een jaag-den-duivel zoals het zelfs nu nog bekend is. Vele oude namen zoals Teufelsflucht en Walpurgisnacht, maar ook uitspraken van Dodonaeus “...de bloeme van Sint-Janscruydt... ‘t welek goet gheacht wordt om alle toverijen en de quade belesinghen krachteloos te maecken”, verwijzen naar de anti-demonische of somberheidsverdrijvende krachten van het Sint-janskruid.


Ik, een deel van de wereld, de wereld een deel van mij


Inter-net. Door internet wordt de hele wereld een deel van mij, kennis, gevoel, recht en onrecht wordt mij, soms prettig soms onverbiddelijk, voorgeschoteld. Ik moet het allemaal weten.  En vluchten kan niet meer.

De hele wereld wordt een deel van mij, en ik wordt een deel van de wereld. Mijn foto's, woorden, gedachten en gevoelens kan iedereen wereldwijd zien en lezen. Ik kom mezelf tegen op Google, op plaatsen waar ik het zelf niet had verwacht. Hoe moet dat aflopen? Is dit het holisme waar we naar op zoek zijn?

Mijn contact met de wereld en met jou: vlaamseherboristen@gmail.com

zondag, december 08, 2013

Kerstmarkten en wintergreen

Weer op bezoek bij mijn dochter in Breda. Op zondag bezoeken we het tuincentrum Intratuin. Gemengde gevoelens heb ik altijd bij dit soort winkelbezoeken. Plantencentum is het niet echt meer, nu vooral kerstmarkt, glinsterende bollen, kerstbomen in het echt, in plastic en zelfs in pallethout, recyclagekerstbomen zeker. Veel volk en weinig planten, meubels, kaarsen en .... kopen dat er gedaan wordt. Karren vol. Vreemd en verwonderd bekijk ik al dat geglinster. En nog vreemder, ik voel geen enkele behoefte om wat dan ook aan te schaffen, wat voelt het goed om niks nodig te hebben. De wereld draait door en ik wil er zelfs niet af.


En om het toch maar over een plantje te hebben. Een lieveling tijdens de kerstdagen. Bergthee of Gaultheria procumbens DC, groen glimmend blaadje, stevige rode bessen maar het geheim voor de herborist schuilt in de scherpzoete geur van gekneusde bes of blad. Methylsalicylaten, een soort aspirine geschikt om in massageolie pijnlijke spieren en gewrichten te vertroetelen. Mrs Grieve schrijft over wintergreen: Tonic, stimulant, astringent, aromatic. Useful as a diuretic and emmenagogue and for chronic mucous discharges. Is said to be a good galactogogue. The oil of Gaultheria is its most important product. It has all the properties of the salicylates and therefore is most beneficial in acute rheumatism, but must be given internally in capsules, owing to its pungency, death from inflammation of the stomach having been known to result from frequent and large doses of it. It is readily absorbed by the skin, but is liable to give rise to an eruption, so it is advisable to use for external application the synthetic oil of Wintergreen, Methyl Salicylate, or oil from the bark of Betula lenta, which is almost identical with oil of Gaultheria. In this form, it is a very valuable external application for rheumatic affections in all chronic forms of joint and muscular troubles, lumbago, sciatica, etc. The leaves have found use as a substitute for tea and as a flavouring for genuine tea. The berries form a winter food for animals, partridges, deer, etc. They have been used, steeped in brandy, to produce a bitter tonic taken in small quantities. The oil is a flavouring agent for tooth powders, liquid dentifrices, pastes, etc., especially if combined with menthol and eucalyptus.

Salicylaten komen in de natuur in verschillende vormen voor, en het is zelfs moeilijk om planten te vinden die helemaal geen salicylaten bevatten. Bekende voorbeelden zijn wilg, populier, moerasspirea en driekleurig viooltje. Maar bergthee bevat in zijn etherische olie waarschijnlijk het hoogste gehalte aan salicylaten. Zijn deze stoffen een troost voor eenzame mensen tijdens de kerst?

dinsdag, december 03, 2013

Les geven, over muizedoorn of butcher's broom

Onderweg. Net les gegeven bij Syntra Leuven. Planten voor het veneuze vaatstelsel besproken. Paardenkastanje natuurlijk, toverhazelaar, muizedoorn, cypres maar ook duizendblad en boekweit....Over muizedoorn, vreemde naam voor een plant. verstevigt bloedvaten en haarvaten, wordt vooral gebruikt om veel voorkomende aandoeningen als spataderen en etalagebenen te behandelen. Verder ook tegen aambeien. Uit een in 1999 uitgevoerd (niet blind) klinisch onderzoek, blijkt een statistisch significant positief resultaat bij de behandeling van aambeien en vermindering van de veneuze insufficiëntie in enkele andere studies.

Wat geschiedenis over muizedoorn. The common name “butcher’s broom” came from Europe, where butchers would bundle the shrub into a broom to sweep and cleanse their cutting blocks, due to the stiffness of the material.3 (It was later discovered that the essential oil in the plant is antibacterial.) Europeans have been using the shrub as a laxative and diuretic for almost 2,000 years. Many cultures soaked the rootstock in water or wine to help alleviate abdominal complaints. In the first century CE, Greek physicians used butcher’s broom to treat kidney stones. In the 17th century, the English herbalist Nicholas Culpepper used butcher’s broom to help the healing of fractured bones. He recommended that patients take a decoction of the root (made by boiling the plant’s woody parts) orally along with spreading a poultice of the berries over the fracture.

Verdere info 
http://kruidwis.blogspot.be/2013/01/zon-na-3-weken-regen_7.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ruscus-muizedoorn

zaterdag, november 30, 2013

Herboristen in spé

Het tweede weekend van de opleiding. De studenten komen helemaal naar De Haan aan Zee. Zelfs helemaal uit Enschede, knap dat mensen dat er voor over hebben. In de voormiddag wandelen we door het dorp, in de duinbossen, over de duinen en langs het strand.
De boksdoorn staat als eerste struik op ons programma. Deze plant is de laatste jaren beroemd geworden onder de naam gojibes, gezondheidsbesje uit het Verre Oosten, maar groeit hier gewoon in de duinen. Verder zien we hier meidoorn, de bessen zijn bijzonder geschikt voor een versleten hart, en zijn ook nu nog te plukken. Vooral bomen en struiken vallen nu het meeste op. Vlier is bijna bladerloos, de gestippelde, gegroefde schors en de laatste verlepte bladeren geven de struik een triest, wat verlopen uiterlijk, oude zwerver zonder onderdak. De kardinaalsmuts daarentegen met zijn groene, soepele takken oogt heel wat vrolijker.

We steken de weg en spoorweg over, in het duinbos vinden we nog groene pijpjes van de wilde bieslook, Allium species. Goed te eten op dit moment, zacht en met subtiele knoflooksmaak. Verder langs het paardenpad zijn het de kiemplantjes van de winterpostelein die frisgroen opvallen, nog niet veel aan te eten maar is straks wel onze wintersla bij uitstek. Resten van uitgebloeid nagelkruid is de klassieke plant langs deze paden. De hakerige zaden laten zich graag vervoeren via kleding en beharing om zich verderop weer uit te zaaien. Deze Geum wordt niet veel meer gebruikt, maar is zonder meer een goede geneeskrachtige plant, vooral de wortel is voor de darmen bij reizigersdiarree te gebruiken. Gewoon uitgebreid op een stukje wortel knabbelen en zo het sap met speeksel mengen en doorslikken.

Langs de rand van het bos zijn het vooral ruigtekruiden zoals bijvoet die hier graag groeien. De houtige stengels zijn ook in de winter herkenbaar. Geneeskrachtig maar niet veel meer gebruikt, vroeger was de wortel als amulet zelfs in gebruik tegen epilepsie. Wat we van dat soort gebruiken moeten denken, blijft moeilijk. De nuchterheid gebied ons dat ten strengste af te keuren, maar deze oude gebruiken eens goed onderzoeken lijkt me ook wel verstandig. Alleen waar moeten we in godsnaam beginnen?

Even doorstappen en we kunnen het duin in. Daar vinden we natuurlijk duindoorn, en dat vind ik het wonderbesje van bij ons. In de duinen voelen deze duindoornen zich volop thuis, naast hun hoofdwortel vormen ze veel horizontale uitlopers, waarmee ze zich woekerend kunnen uitbreiden. Deze krachtige uitlopers kunnen in de tuin zelfs de terrastegels verplaatsen.
Duindoorn heeft vooral in het Oosten een lange en gereputeerde geschiedenis achter zich. In Tibet was het een veel gebruikte plant. Zelfs de soldaten en paarden van Djengis Khan zouden hun uithoudingsvermogen te danken hebben aan het eten van duindoornbessen. Hopelijk niet hun agressiviteit. Het verhaal over de paarden-kracht vinden we ook bij de Oude Grieken terug. Zieke dieren werden niet opgeruimd maar vrij gelaten en kwamen later gezond terug omdat ze zowel bladeren als bessen van duindoorn gegeten hadden. Dus toch hyppos phaino, glimmende paarden.
Ook wij snoepen wat van de zuur-zoete bessen, zeker ook goed voor onze huid.

Over het duin heen, zien we de zee en laten de zoute, gezonde zeelucht door onze luchtwegen stromen. Lucht als voedsel. Ook dat is fytotherapie.

donderdag, november 21, 2013

Herfst aan de Zoete Waters

Binnendoor, zigzaggend met mijn motorhome langs de dorpen rond Leuven kom ik nog eens bij de Zoete Waters terecht. Even stoppen om wat groen te verzamelen voor de herboristencursus van vanavond. Stelen, blad en zaad van moerasspirea, reuzenpaardenstaart, zevenblad, hondsdraf, blad en knoppen van de linde en een soort waterkers, mogelijk de slanke waterkers....Terug bij de motorhome kom ik zomaar een mij bekende kruidenvrouw tegen. Vreemd toevallig dat we mekaar hier ontmoeten. Of toch niet zo vreemd, want wie loopt op zo'n kille herfstige dag nog verwilderd rond in de natuur. Tot nog eens ergens in de natuur, Hilde.

Nasturtium microphyllum (Boenn.) Airy-Shaw Rijpe vruchten 16-22 mm lang. Zaden in ieder hokje meestal 1-rijig, elk zaad aan weerszijde met ruim 100 mazen (sterke loep!). Stengel kantig, vlezig maar hol, aan de voet kruipend en wortelend. Bladen geveerd. Kroonbladen ca. 6 mm lang, langer dan de kelkbladen. Helmknoppen geel. Is te gebruiken zoals de witte waterkers, zit barstensvol met vitamine C en glucosinolaten.

dinsdag, november 19, 2013

Bingelkruid

In dit seizoen zijn het vooral eenjarige superonkruiden, die nog groeiend en bloeiend in de natuur aanwezig zijn. Over vogelmuur hebben we het al eerder gehad. Ook het eenjarig bingelkruid trekt zich van nattigheid en koude weinig aan. Waar mens of dier, bulldozer of poot de grond heeft omgewoeld, vestigt het plantje zich met veel plezier. Vreemd is wel dat het als warmte- en zonminnend wordt omschreven in de literatuur. Je vindt het vooral op omgewerkte grond, akkers, moestuinen, wijngaarden, bermen, braakliggende grond, spoorbermen, tussen bestrating, plantsoenen en in ruigten aan de voet van muren. En ja, dit soort biotopen vind je natuurlijk veel in de buurt van het overijverige mensenvolkje. De bloemen van het bingelkruid zijn meestal tweehuizig. De vrouwelijke bloemen komen alleen of soms met 2 of 3 bij elkaar voor in de bladoksels, 3 tot 4 mm en de mannelijke bloemen vormen veelbloemige aarachtige kluwens.

De naam bingelkruid.
Vreemde naam heeft deze plant ook wel. In België is “bingelen” een modern woord dat slaat op “huiswerk maken door studenten via het internet”. Het werd zelfs genomineerd voor het jongerenwoord 2011, maar ik neem aan dat dit niet de betekenis is van bingelen in bingelkruid. Bingelkruid hoort tot de wolfsmelkachtigen en het sap is giftig voor schapen en koeien. Ga je bingelen (risico's nemen) als je bingelkruid eet? In het etymologisch woordenboek vind je 'bengelkruid o., + Hgd. bingelkraut saamgest. met *bengel, waarin e = i vóór n, en i zelf = u, Mhd. bungel, afgel. van Ohd. bungo (Mhd. en Nhd. bunge) = knol, On. bingr = bolster (Zw. & De. bunke), verwant met bonk'. Zou het dan een bengel van een kruid zijn, een wildebras, een zwerver. Dat zie ik wel zitten. Het bingelkruid begint dat zelfs wat op mij te lijken of ik op het kruid, zeg maar een oude zwerver die met zijn motorhome rond dwaalt en zich overal vestigt.

Blijkbaar waren de bingelkruiden al bij Hippocrates, in de vijfde en vierde eeuw voor Christus, in gebruik. De plant werd vooral gebruikt voor de behandeling van menstruatieklachten en andere vrouwenkwalen. De schrijvers van kruidenboeken in de middeleeuwen adviseerde het gebruik van de thee bij oedeem, verstopping, slijmvorming in de bronchiën, gebrek aan eetlust en reuma en jicht.  In de volksgeneeskunde was thee van het verse kruid geliefd als laxerend en vochtafdrijvend middel. Ik zou het verse kruid nu zeker niet meer gebruiken, is irriterend mogelijk door de saponinen en peperachtige stoffen die in de plant aanwezig zijn.
Meer onderzoek naar de geneeskrachtige werking lijkt me wel nuttig. Ook de Latijnse naam Mercurialis verwijzend naar Mercurius, de god van de genezing, is veelbetekenend. Ook de Germanen hadden veel waardering voor het bingelkruid en wijdden het aan de god Wodan/Odin.

In de middeleeuwen was het bingelkruid zelfs bestanddeel van de heksenzalf, die volgens een oud recept de volgende negen kruiden moest bevatten: slaapbol, ijzerhard, godskruid (Mercurialis), huislook, lievevrouwenhaar (muurvaren), heliotroop (Heliotropium), bilzekruid, wolfskers en Aconitum (Monnikskap). Wel degelijk een giftig mengsel, alleen geschikt voor goddelijke of duivelse wezens.

Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/mercurialis-sp-bingelkruid