Toch wordt 'Symphytum' vermeld in twee recepten, zonder verdere toelichting: In het hoofdstuk over 'Cinnanonum' als middel tegen ontstoken tandvlees en in het hoofdstuk inwendige bloeding, bij een voedselvergiftiging. Het bestand van de geneeskrachtige planten van de 'Circa instans' werd in de loop van de volgende honderden jaren regelmatig uitgebreid. En zo ontstond tenslotte ook een afzonderlijke monografie over Smeerwortel. Een vroege getuigenis daarvan vindt men in de zogenaamde 'Basler Circa
instans' uit de 14° eeuw. Dit handschrift (Basel, universiteitsbibliotheek) stelt een soort prentenhandschrift voor van de 'Circa instans', met meestal een onderschrift met de naam van de plant en een plantenbeschrijving. De Smeerwortel wordt met de naam 'Consolida maior', 'anagalicum' en 'Symphytum maius' vermeld
In de geschiedenis van de farmacie en de geneeskunde wordt steeds de vraag gesteld, of de geneeskrachtige planten ook door de wondartsen op dezelfde manier werden gebruikt als in de kruidenboeken wordt weergegeven. Deze artsen hadden een eigen literatuur, die zich reeds zeer vroeg van de de volkstaal bedienden. Een van de bijzonderste werken over de medicinale literatuur van de Middeleeuwen is ongetwijfeld het artsenijboek van de Würzburgse chirurg Ortolf von Baierland, die reeds vóór 1300 is ontstaan. Hierin vindt men 'Symphytum' tesamen met vele andere ingrediënten voor een middel tegen 'Emoptoica', een longziekte, dat gepaard ging metbloedig slijm. Daarenboven wordt wordt de plant nog vernoemd bij de behandeling van wonden, fistels, rottend vlees en beenwonden.
In 1485 verscheen in Mainz bij Peter Schöffer de 'Gart der Gesundheit'. Het was de eerste volledig geïllustreerde druk van een kruidenboek in de Duitse taal. De tekst stamt van Johann Wonnecke von Kaub stadsarts te Mainz. Het is een selectie van een groot aantal bronnen: 'Circa instans', 'Plinius',"Pseudo-Seraionischer Aggregator". Avicennas "Canon medicinae', e.a..
In het hoofdstuk 95 van de "Gart' wordt de Smeerwortel behandeld, met een afbeelding van de plant. Onder de namen 'Consolida maior' en ' Walwurz' worden echter twee planten behandeld. Alleen de tweede, de 'Grote' beschrijft de echte smeerwortel; de 'kleine Consolida" handelt weer over de 'steen-symphytum' zoals men deze terugvindt bij Dioscorides. Er staat geschreven: "Dewortel, fijngestampt en gedronken, neemt het bloedspuwen weg". De wortel zal ook gekwetste ledematen en bloeduitstortingen snel genezen, wanneer men ze op de wonden legt. Gekauwd, lest het de dorst en in wijn. als drank ingenomen, zal het de overmatige menstruatieboedingen stillen.
zeer veel aanwijzingen. Zo werd het boekje medeverantwoordelijk voor de zogenaamde 'indicatielyriek', het overdreven opsommen van veel werkingen zonder serieuze bewijzen, die in he bijzonder een stempel drukte op de geneeskunde van de volgende eeuwen. Voor de wortel van de'Wallwurz' vernoemt Brunschwig de volgende indicaties: verse wonden, kloven aan de lippen, jicht (door in te wrijven), wild vuur, ieder gezwel en beenderbreuken. Door Brunschwig wordt voor de eerste maal de uitwendige behandeling van jicht (podagra) met smeerwortel vernoemd. Jicht veronderstelde alle vormen van reumatische pijnen. Maar er zijn slechts weinige auteurs die deze indicatie van Brunschwig hebben gevolgd.