Onderweg! De voorbije nacht gelogeerd in mijn eigen sterrencampingcar onder de platanen van Parthenay in de buurt van Poitiers. Nu bij de aire des monts de Guéret. Op weg naar de Franse Queyras.
Info voor de motorhome. AIRE DES MONTS DE GUÉRET
Aire d'accueil publique sur voie expresse, munie d'une borne industrielle. Vidange eaux grises - vidange cassette WC - robinet temporisé pour rinçage cassette - robinet pour remplissage eau potable - poubelles sur le site. Le stationnement est possible à proximité immédiate de la borne de service, sur les stationnements réservés aux véhicules légers. Il n'y a pas d'emplacement de stationnement spécifiquement réservé aux camping-cars. Espace paysager de grande qualité qui s'insère dans l'environnement de bocage des Monts de Guéret. Het is vooral een zeer mooie, ecologische aire. Voor zover dat mogelijk is.
Info Parthenay
Parthenay is an ancient fortified town and commune in the Poitou-Charentes region in western France, sited on a rocky spur that is surrounded on two sides by the River Thouet. It is a sub-prefecture of the Deux-Sèvres department.
zondag, juni 24, 2012
zaterdag, juni 23, 2012
Onderweg: Chez Jean Mi
Ik zit bij Jean Mi. 'Chez Jean Mi, brasserie, pizzeria, bar'. Buffets à volonté aan de rand van Poitiers. Het is 9.30 in de morgen en ik heb al enkele uren gereden. Mijn eerste stopplaats is het op weg naar de Queyras, ik drink een grand café, deze keer zonder melk. Het is dit jaar al de tweede keer dat ik Frankrijk van West naar Oost doorkruis en ik begin zo waar al gewoontes te krijgen. Ook in Mei, maar dan savonds, stopte ik bij Jean Mi. Wel wat vreemd om zo snel routines op te bouwen. Of is het juist goed? Een manier om zekerheid, rust te verkrijgen.
Bosrijk plekje is het hier wel, wel bij een drukke doorgaande weg met stoplichten. Een plek waar de inwoners van Poitiers komen joggen en picknikken. Ontbijten kun je hier voor 5.90, wat ik niet doe. De koffie met een croissant, gekocht bij de buurman-bakker, volstaat voor mij. Ik zit in de beschutting van geel bloeiend hertshooi, Hypericum calycinum. Planten zijn altijd wel in de buurt. Achtervolgen zij mij of ik hen? Deze hertshooiheester is familie van ons zenuwversterkend sint janskruid, mogelijk heeft hij ook wel de werking van sint janskruid. Zenuwversterkend en rustgevend is voor mij ook wel de koffie en ... het rond kijken op dit terrasje. Dames in de zestig (mijn leeftijd) met gepoedelde hondjes ontbijten en drinken thee, hun hondjes slobberen water maar zitten zeker niet op de vieze grond. Ook zij genieten van gewoontes en ik geniet van hen. Ik zou hier wel wat langer kunnen rond hangen, maar de Alpen wachten. Tot de volgende keer Jean Mi
Bosrijk plekje is het hier wel, wel bij een drukke doorgaande weg met stoplichten. Een plek waar de inwoners van Poitiers komen joggen en picknikken. Ontbijten kun je hier voor 5.90, wat ik niet doe. De koffie met een croissant, gekocht bij de buurman-bakker, volstaat voor mij. Ik zit in de beschutting van geel bloeiend hertshooi, Hypericum calycinum. Planten zijn altijd wel in de buurt. Achtervolgen zij mij of ik hen? Deze hertshooiheester is familie van ons zenuwversterkend sint janskruid, mogelijk heeft hij ook wel de werking van sint janskruid. Zenuwversterkend en rustgevend is voor mij ook wel de koffie en ... het rond kijken op dit terrasje. Dames in de zestig (mijn leeftijd) met gepoedelde hondjes ontbijten en drinken thee, hun hondjes slobberen water maar zitten zeker niet op de vieze grond. Ook zij genieten van gewoontes en ik geniet van hen. Ik zou hier wel wat langer kunnen rond hangen, maar de Alpen wachten. Tot de volgende keer Jean Mi
donderdag, juni 21, 2012
Aardbei
Aardbeien! De smakelijke vrucht moet ik hier niet meer aanprijzen. Het blad is, logischerwijs minder bekend maar is ook medicinaal en als thee te gebruiken. Zijn gehalte aan looistoffen, net zoals in Chinese thee, maken er een goed drinkbare thee van, eventueel te combineren met framboosblad en braamblad. Wat langer getrokken of geconcentreerd kan deze thee tegen diarree gebruikt worden. Ook Dodonaeus in zijn CruydtBoeck vermeldt vooral de samentrekkende, adstringerende werking van het aardbeiblad. 'Eerdtbesien cruyt ghesoden en ghedroncken/ stelpt den loop des buycx ende der vrouwen overvloedighe natuerlijcke cranckheyt. Tselve water daer Eerdtbesien cruyt in ghesoden es in den mont ghehouden sterckt dat tantvleesch/ het gheneest die quade sweeringhen des monts ende verdrijft allen quade rueck daer uut. Tsap van den bladeren gheneest die roose ende alderhande roodicheyt in daensicht.'
Volgens de Natural Standard 'Strawberry (Fragaria spp.) is predominantly known for its bright red, edible fruit covered in small seeds. The fruit is fragrant, and high in fiber, vitamin C, folate, potassium, and antioxidants. Retrospective, epidemiological studies indicate that strawberry ingestion may reduce the risk of colorectal cancer. Preliminary research also indicates that strawberry may be useful as an anti-inflammatory and may help enhance iron absorption. Further research is needed to confirm these results.
Strawberry represents a valuable contrasting source of potentially healthy compounds and can represent an important component of a balanced diet if not allergic'.
Geschiedenis van de aardbei
In de bronstijd werd de aardbei al door mensen gebruikt, maar pas vanaf de 14e eeuw werden aardbeiplanten vanuit het wild in tuinen aangeplant. In die tijd werden ze vooral gebruikt als sierplant en voor medicinaal gebruik. De vrucht was klein en de planten waren niet erg productief. De aardbei zoals wij die kennen is ongeveer 200 jaar oud. In de 17e en 18e eeuw zijn uit de beide Amerika's de octoploïde soorten Fragaria virginia (Noord-Amerika) en Fragaria chiloensis (Zuid-Amerika) ingevoerd. In 1766 werd de aardbei voor het eerst uitvoerig beschreven door Antoine Nicolas Duchesne en gaf hij aan zijn beschreven soort de Latijnse naam Fragaria ananassa. Deze soort had echter ook veel kenmerken van de ingevoerde soorten. De in Europa inheems voorkomende soorten zijn of diploïd (2n=14) of hexaploïd (2n=42), terwijl de geteelde soort octoploïd (2n=56) is. Daarom wordt aangenomen dat de in Europa geteelde aardbei een hybride is van F. virginia en F. chiloensis en is de goede soortnaam Fragaria × ananassa. Later zijn ook kruisingen gemaakt met de octoploïde soort F. ovalis. In Californië werden vooral aardbeien geteeld met een zeer harde vrucht, vergelijkbaar met een appel. De in Europa geteelde vruchten waren daarentegen zacht. Kruisingen tussen deze twee typen aardbeirassen hebben de tegenwoordige, stevige rassen opgeleverd, die hierdoor goed verhandeld en over grote afstanden getransporteerd kunnen worden.
Van de ongeveer 136 rassen die tot de tweede wereldoorlog in Nederland zijn geteeld zijn er nog 22 verkrijgbaar.
In Nederland en België komen de diploïde Bosaardbei (Fragaria vesca) en de zeldzame hexaploïde Grote bosaardbei (Fragaria moschata) in het wild voor.
Lees ook http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/95832-aardbeien-geschiedenis-en-gezondheidswaarde.html
dinsdag, juni 19, 2012
Poëzie van het onooglijke
Bloemkool? bloemknop met smaak |
Walstro |
Walstro met geur, koningin der weide met smaak en de voetstap van de blanke man bij het heksenhuisje van Pont ar Gorret.
Maretakken bij het heksenhuisje |
Bloem, bloemeke, bloembloem |
Guido Gezelle dan maar citeren:
’t Is lentegroen genoeg,
voor honderdduizend oogen;
eilaas, ’k en hebbe er ik,
o grondig groene zee,
maar twee:
wie kander moedeloos,
den dwang mij doen gedoogen
van ’t geen mij tegenhoudt
nen tocht in al dat groen
te doen?
maandag, juni 18, 2012
Serratula in de tuin
Een miniborder aangelegd met kleurstofplanten. We beginnen klein en breiden uit naargelang we meer planten naar Bretagne kunnen transporteren. De meekrap, gele kamille, wede en zaagblad, die we nu aanplanten, hebben al een lange reis achter de rug. Vanuit mijn tuin in Bellegarde in de Franse Drôme zijn ze via België nu in Bretagne terecht gekomen. Hopelijk kunnen ze hier samen met mij tot rust komen.
Naast zijn gebruik al verfstofplant, werd het vroeger ook medicinaal gebruikt, al is er wel wat verwarring met andere planten.. Dodonaeus schrijft ‘Men geeft dit gehele kruid zeer nuttig te drinken met witte wijn aan diegene die van hoog gevallen zijn en enige leden verstuikt hebben of gebroken met een zware val, want het ontdoet het gestolde bloed'. Tegen spenen of aambeien: Neem de bladeren, kook ze in wijn en stoof de aambeien daarmee'. Blijkt nu dat de plant mogelijk een spierversterkende, anabole werking heeft.
Saw-wort (Serratula tinctoria) is an old but not well known dyeplant for yellow. There are written historical evidence of its use since Middle Ages. It was a valued dyeplant in Tuscany, Italy, and used like weld to get yellows and greens with woad to woollen fabrics (Cardon), and actually less of saw-wort than weld was required to get the same shade.
Saw-wort contains the same flavonids as weld, that is luteolin and its glycosides, and apigenin, but also other flavonols. It is considered to give as fast dye as weld. I also found an interesting abstract of a French study of it's flavonoids.
Saw-wort is a perennial plant, and it got my interest right away, because you don't have to sow it every year, only once is enough. You can buy the seeds from Germany from Ruhlemanns.
For dyeing you can use saw-wort from the second year on, so at first it is slow, but once it gets established the crop should be steady.
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/serratula-tinctoria-zaagblad
[Components of Serratula species; screening for ecdysteroid and inorganic constituents of some Serratula plants]
Over zaagblad dus, is wel een wat trieste naam voor dit familielid van de korenbloem. Het verwijst naar het getand, gezaagd blad. Serratula, Latijn serratus, serra: zaag, de scherp gezaagde bladrand, zaagblad.
Saw-wort (Serratula tinctoria) is an old but not well known dyeplant for yellow. There are written historical evidence of its use since Middle Ages. It was a valued dyeplant in Tuscany, Italy, and used like weld to get yellows and greens with woad to woollen fabrics (Cardon), and actually less of saw-wort than weld was required to get the same shade.
Saw-wort contains the same flavonids as weld, that is luteolin and its glycosides, and apigenin, but also other flavonols. It is considered to give as fast dye as weld. I also found an interesting abstract of a French study of it's flavonoids.
Saw-wort is a perennial plant, and it got my interest right away, because you don't have to sow it every year, only once is enough. You can buy the seeds from Germany from Ruhlemanns.
For dyeing you can use saw-wort from the second year on, so at first it is slow, but once it gets established the crop should be steady.
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/serratula-tinctoria-zaagblad
[Components of Serratula species; screening for ecdysteroid and inorganic constituents of some Serratula plants]
zaterdag, juni 16, 2012
Vlier voor de mensen
Vandaag heb ik mij een weg gebaand door de machtige braamstruiken op onze dijk langs de rivier l'Aulne en dat vooral om bij mijn bloeiende vlierstruik te geraken. Ik voelde me net een kleine ontdekkingsreiziger die zich met een machette een weg kapt door de brousse. De machette was nu wel vervangen door een grommende bosmaaier en lianen waren gewone braamstruiken. Toch was het indrukwekkend, rechts van mij de kolkende rivier, links het oude kanaal en boven mijn hoofd oude hoge populieren vol met mythische maretakken. De vlierbloesemwijn of -sap of -siroop zal dank zij deze inspanning des te beter smaken.
En om Dodonaeus nog maar eens te citeren in zijn beschrijving van de vlier: 'Aen dopperste van den tacken comen die witte bloemkens/ veel by een voort/ in groote breede croonen/ ghelijck die bloemen van Peen/ wassende. Ende als dese bloemkens gheresen sijn/ zoo volghen daer cleyne rondachtighe besiekens/ die ierst gruen sijn/ ende naermaels swert/ daer uut dat'. Het vreemde is wel dat Dodoens geen toepassingen van de vlierbloesem vermeld. Wel adviseert hij de bladeren ' met eenich moes oft pottagie gegheten/ doen camerganck hebben/ ende iaghen daer duer af taeye slijmachtighe fluymen ende waterachtighe vochticheden' en nog de bladeren voor uitwendig gebruik 'bladeren gruen ghestooten sijn goet gheleyt op die heete swillinghen ende vergaringhen/ ende met bocken oft ossen ruet vermenght versueten sy die pijne van dat fledercijn (jicht) daer op gheleyt'. Ook de bessen en zelfs in het bijzonder de zaden 'ghedroocht/ sijn oock goet den watersuchtighen ghebruyckt/ ende dijsghelijcx den ghenen die seer vet sijn ende gheerne magherder waren/ ontrent een vieren deel loots swaer tsmorghens met wijn inghenomen ende langhe tijt ghebruyckt'.
Maar wij gebruiken nu toch vooral de bloesem, transpiratiebevorderend (warm als thee) en immuunmodulerend om maar eens een modern woord te gebruiken. Dus bij verkoudheid en griep, en als je bij de eerste symptomen (koorts, slapte...) tot 6 keer daags een hete kop vlierbloesemthee drinkt, worden virussen serieus in toom gehouden.
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/35746-bloemen-in-mijn-bord-vlierbloesem.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22937-vlier-geen-verboden-vrucht.html
vrijdag, juni 15, 2012
Over kleefkruid
Kleefkruid kronkelt driftig tussen en over struiken in heggen en hagen. Ook op onze rivierdijk bij de Aulne groeit het vrolijk tussen brandnetel, vlier en hazelaar. Je vindt ten andere meer literatuur over de bestrijding van dit woekerend plantje dan over zijn geneeskrachtige werking.
De Latijnse naam 'Galium' komt van het Griekse 'gala', wat 'melk' betekent. Deze naam verwijst naar het tweevoudig gebruik dat men van de walstrosoorten maakte, bij het melken werd er een soort zeef van de lange hakerige stengels gemaakt, waarlangs de melk in de melkemmer werd gegoten om er stro en andere ongerechtigheden uit te halen. Verder werd het echt walstro gebruikt bij de bereiding van kaas om de melk te laten stremmen.
De Duitse benaming ' Labkraut' verwijst ook naar 'leb', 'stremsel'. 'Aparine' komt van het Griekse 'apeiro' dat 'vastpakken' betekent en uiteraard slaat op het klitten, kleven of juister haken van de plant. Ook onze Nederlandse naam 'Kleefkruid' verwijst daar naar.
In het oude Griekenland noemde kleefkruid 'philanthropon': 'mensenvriend', omwille van zijn klittende eigenschap, de Engelse naam voor de plant 'loveman' werd daar van afgeleid.
onze rivierdijk bij Pont ar Gorret |
Sommige auteurs beschouwen het als een belangrijk tonicum voor het lymfatische stelsel, te gebruiken bij gezwollen lymfeklieren, voornamelijk nuttig bij gezwollen amandelen en poliepen.
Kleefkruid heeft een mild diuretische werking, bevordert de leverwerking en heeft licht laxerende eigenschappen, het zorgt voor een niet onaanzienlijke bloedzuivering en het heeft een anti-inflammatoire werking : die kan voornamelijk worden toegepast bij huidaandoeningen, vooral bij psoriasis en droog eczeem, maar ook dermatitis en zweren. Net door die diuretische en ontstekingremmende werking van de plant werd ze aanbevolen bij oedemen en ter preventie van nier- en blaasstenen. Met kleefkruid kan je niergruis aanpakken, evenals blaasontsteking, prikkelbare blaas, pijn bij het wateren, overdreven veel wateren en bedplassen.
As it is a diuretic, Galium is useful in cystitis and is also anti-lithic (helps prevent the formation of calculi or stones). Galium is considered to be an alterative and blood cleanser and is detoxifying for skin conditions such as eczema and psoriasis. It is also anti-inflammatory. As a support for the lymphatic system it is prescribed for lymphadenitis, lymphadenopathy, lymphoedema and any affection of the lymphatics. There is uncertainty as to its physiological effects but it may be that its diuretic properties enable the kidneys to eliminate excess toxins. The major active constituents are believed to be iridoids, polyphenolic acids, alkanes, flavonoids and tannins.
De Amerikaanse Natural Standard is weer streng voor het kleefkruid. http://www.naturalstandard.com Cleavers (Galium aparine) is a climbing plant native to North America, Europe, and Asia. It has been used to coagulate milk. According to some herbalists, cleavers is a good lymphatic and blood purifying tonic and is often used to treat swollen glands and skin eruptions caused by lymphatic congestion. It has also been recommended as a diuretic for chronic cystitis (inflamed bladder) and prostatitis (enlarged prostate), and has been used traditionally as a treatment for epilepsy. Currently, there is insufficient evidence in humans to support the use of cleavers for any indication.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2372573/?page=1
http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/71920-geneeskracht-uit-hagen-en-heggen-kleefkruid-en-fluitenkruid.html
Galium aparine L. - a possible antipsoriatic agent. http://ukpmc.ac.uk/theses/ETH/233215
zondag, juni 10, 2012
Hartgespan en de mensen
Leonurus cardiaca / Hartgespan |
Planten vind je hier in de kruidtuin genoeg. Hartgespan of Leonurus is een van de soorten die nu in het oog springt. De naam is afgeleid van het Latijnse woord Leo=Leeuw en het Griekse woord Oura=staart. Letterlijk vertaald betekent het woord dus Leeuwenstaart. De Nederlandse naam hartgespan vind ik bijzonder mooi, verwijst naar zijn medisch gebruik, tegen het spannen van het hart, ritmestoornissen.
Enkele namen van Leonurus cardiaca
DE (Deutsch): Herzgespannkraut
EL (elliniká): Λεoντόνουρος o καρδιακός
EN (English): Motherwort
ES (espanol): Agripalma
ET (eesti keel): Lääne-sûdamerohi
FI (suomi): Nukula
FR (français): Agripaume
HU (magyar): szúrós gyöngyajak (szu'ro's gyo¨ngyajak)
IT (italiano): Cardiaca comune
Motherwort is often compared to valerian root. Both herbs promote menstration and exhibit some antidiarrhetic, hypotensive and sedative properties. Older studies concluded motherwort was not as effective as valerian root; but more recent studies have reached the opposite conclusion, rating motherwort's hypotensive action as much as three times as powerful as valerian root. Hypotension and sedation are generally observed in the activity of various and ill-defined glucosides, such as leonurin. Alkaloids, such as leonurinine, are probably responsible for the herb's observed effects on menstruation. The presence of astringent tannins account for motherwort's observed antidiarrheic properties.
These observed experimental properties of motherwort generally support its use as a remedy for nervous heart conditions. More research is needed to assess what, if any, support can be found for use of motherwort to treat gastrointestinal problems such as gas and cramps, menopausal problems, rheumatism, goiter, neuritis, neuralgia, and respiratory ailments.
Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/leonurus-cardiaca-hartgespan
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/45378-hartgespan-tegen-het-spannen-van-het-hart.html
woensdag, juni 06, 2012
Een ontmoeting met een moerascypres
Deze nog niet zo oude moerascypres kwam ik tegen terwijl ik een beetje doelloos rond dwaalde in het park van een Haspengouws stadje.
Een echte, subtiele ontmoeting van mens tot boom, van wezen tot wezen. De Taxodium, zoals zijn Latijnse, eerbiedwaardige naam luidt, is een indrukwekkende verschijning met zijn zachte, gegroefde stam,zijn lichtgekleurde, levende bladeren en zijn kegelvormige groeiwijze. Het is een naaldboom die in het najaar zijn naalden verliest en in het voorjaar met zijn nieuwe naalden vriendelijk de wereld toewuift. Alsof ze praten en zo ervaarde ik het ook, al begreep ik niet wat deze Taxodium wou zeggen.
Een echte, subtiele ontmoeting van mens tot boom, van wezen tot wezen. De Taxodium, zoals zijn Latijnse, eerbiedwaardige naam luidt, is een indrukwekkende verschijning met zijn zachte, gegroefde stam,zijn lichtgekleurde, levende bladeren en zijn kegelvormige groeiwijze. Het is een naaldboom die in het najaar zijn naalden verliest en in het voorjaar met zijn nieuwe naalden vriendelijk de wereld toewuift. Alsof ze praten en zo ervaarde ik het ook, al begreep ik niet wat deze Taxodium wou zeggen.
Madeliefje
Het madeliefje is zowat de bekendste plant uit onze inheemse flora. En daarbij ook nog door velen, zeker door de kinderen, gewaardeerd om zijn lief uiterlijk. Maar vreemd genoeg is hij als geneeskrachtig kruid weinig bekend noch toegepast. Het is ook zo dat er hedendaags weinig ervaring is met het gebruik en er weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan is met dit algemene plantje. Nochtans is hij helemaal niet giftig, noch stekelig of vies van smaak. Zou hij echt nergens voor te gebruiken zijn?
Dit schreef ik nog geen 2 jaar geleden over het madeliefje. Ondertussen lijkt dit plantje helemaal aan een revival toe. Zou goed zijn voor de huid, borstvertevigend, tegen kneuzingen en blauwe plekken (zoals arnica), na de bevalling te gebruiken tegen striemen, pigmentvlekken....... Ik schrijf 'zou goed zijn' wetenschappelijk is er wel enig onderzoek verricht, echter zonder sterke bewijzen voor de bovengenoemde indicaties. Wat natuurlijk niet wegneemt dat we zo'n veilig, niet giftig plantje gerust kunnen uitproberen. Vooral olie maken voor uitwendig gebruik lijkt me wel interessant.
Zie ook http://debronvanurd.blogspot.fr/2012/05/madeliefjes.html en http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/34087-in-de-naam-van-madeliefje.html en
http://www.annetanne.be/kruidenklets/uit-de-kruidenmand/kruiden-k-z/bellis-perennis-madeliefje/
Petite plante vivace à fleurs blanches, roses ou rouges, de la famille des Asteracées, la Bellis, porte également le nom de pâquerette du fait de sa floraison massive à Pâques. Son nom latin est riche de signification puisque bellis signifie beau et perennis signifie vivace, éternel... Beauté éternelle ceci pourrait donc résumer l'action de cette Astéracée, du moins c'est le message qu'ont voulu laisser nos ancêtres.
Largement présente dans toute l'Europe et le nord des Etats-Unis, la bellis était traditionnellement utilisée dans les soins de la peau puisque déjà à la Renaissance, elle entrait dans la composition d’onguents pour soigner les plaies et les tissus enflammés.
Quelques utilisations traditionnelles la réservaient au soin des rhumatismes et des coups. En homéopathie, on l’utilise d'ailleurs souvent avec l'arnica pour soulager les courbatures et les meurtrissures.
La macération huileuse de cette fleur permet d'extraire des composés naturels ayant les propriétés de tonifier les vaisseaux sanguins tout en décongestionnant les zones œdémateuses. On lui prête également des vertus raffermissantes sur les tissus relâchés.
Elle est donc largement utilisée dans les soins du buste, les soins après-grossesse pour retrouver tonus et fermeté et dans les soins tonifiants pour le contour du visage.
http://www.aroma-zone.com/aroma/ficheHVbellis.asp
De zeer streng wetenschappelijke Natural Database schrijft 'Common daisy is widely used in homeopathy, but is currently only rarely used in herbal medicine. Although homeopathic dosing is generally recognized as safe (GRAS; United States Food and Drug Administration (FDA) designation), there is a lack of well-designed clinical trials to support claims for efficacy related to the use of Bellis perennis. More research is needed in this area. Recent research has explored the possibility of using the plant in HIV therapy'.
Wetenschappelijk onderzoek Bellis perennis
Avato P, Vitali C, Mongelli P, et al. Antimicrobial activity of polyacetylenes from Bellis perennis and their synthetic derivatives. Planta Med 1997;63(6):503-507. View Abstract
Bader G, Kulhanek Y, Ziegler-Bohme H. [The antifungal action of polygalacic acid glycosides]. Pharmazie 1990;45(8):618-620. View Abstract
Desevedavy C, Amoros M, Girre L, et al. Antifungal agents: in vitro and in vivo antifungal extract from the common daisy, Bellis perennis. J Nat.Prod. 1989;52(1):184-185. View Abstract
Glensk M, Wray V, Nimtz M, et al. Triterpenoid saponins of Bellis perennis. Scientia Pharmaceutica 2001;69-73.
Gudej J, Nazaruk J. Flavonol glycosides from the flowers of Bellis perennis. Fitoterapia 2001;72(7):839-840. View Abstract
Nazaruk J, Gudej J. Apigenin glycosides from the flowers of Bellis perennis L. Acta Pol.Pharm 2000;57(2):129-130. View Abstract
Nazaruk J, Gudej J. Qualitative and quantitative chromatographic investigation of flavonoids in Bellis perennis L. Acta Pol.Pharm 2001;58(5):401-404. View Abstract
Oberbaum M, Galoyan N, Lerner-Geva L, et al. The effect of the homeopathic remedies Arnica montana and Bellis perennis on mild postpartum bleeding--a randomized, double-blind, placebo-controlled study--preliminary results. Complement Ther.Med 2005;13(2):87-90. View Abstract
Schopke T, Hiller K, Wray V, et al. Triterpenoid saponins from Bellis sylvestris, I. Structures of the major deacylsaponins. J Nat.Prod. 1994;57(9):1279-1282. View Abstract
Schopke T, Wray V, Kunath A, et al. Bayogenin and asterogenic acid glycosides from Bellis perennis. Phytochemistry 1992;31(7):2555-2557. View Abstract
Schopke T, Wray V, Kunath A, et al. Virgaureasaponin 2 from Bellis perennis L. Die Pharmazie 1-1-1990;45:870-871.
Siatka T, Kasparova M. [Seasonal changes in the hemolytic effects of the head of Bellis perennis L.]. Ceska.Slov.Farm 2003;52(1):39-41. The determination of haemolytic activity was carried out following the method of Pharmacopoea Bohemoslovaca IV. It has been found that the haemolytic activity of the drug changes in dependence on the time of collection of capitula during the year; it is lowest in March, then it increases, reaching the maximum in summer months (June, July, August), and then it decreases again.
Siatka T, Kasparova M, Dusek J. Seasonal variation in haemolytic activity of Bellis perennis L. leaves and roots. Folia Pharmaceutica Universitatis Carolinae 2002;85-89.
Dit schreef ik nog geen 2 jaar geleden over het madeliefje. Ondertussen lijkt dit plantje helemaal aan een revival toe. Zou goed zijn voor de huid, borstvertevigend, tegen kneuzingen en blauwe plekken (zoals arnica), na de bevalling te gebruiken tegen striemen, pigmentvlekken....... Ik schrijf 'zou goed zijn' wetenschappelijk is er wel enig onderzoek verricht, echter zonder sterke bewijzen voor de bovengenoemde indicaties. Wat natuurlijk niet wegneemt dat we zo'n veilig, niet giftig plantje gerust kunnen uitproberen. Vooral olie maken voor uitwendig gebruik lijkt me wel interessant.
Zie ook http://debronvanurd.blogspot.fr/2012/05/madeliefjes.html en http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/34087-in-de-naam-van-madeliefje.html en
http://www.annetanne.be/kruidenklets/uit-de-kruidenmand/kruiden-k-z/bellis-perennis-madeliefje/
Petite plante vivace à fleurs blanches, roses ou rouges, de la famille des Asteracées, la Bellis, porte également le nom de pâquerette du fait de sa floraison massive à Pâques. Son nom latin est riche de signification puisque bellis signifie beau et perennis signifie vivace, éternel... Beauté éternelle ceci pourrait donc résumer l'action de cette Astéracée, du moins c'est le message qu'ont voulu laisser nos ancêtres.
Largement présente dans toute l'Europe et le nord des Etats-Unis, la bellis était traditionnellement utilisée dans les soins de la peau puisque déjà à la Renaissance, elle entrait dans la composition d’onguents pour soigner les plaies et les tissus enflammés.
Quelques utilisations traditionnelles la réservaient au soin des rhumatismes et des coups. En homéopathie, on l’utilise d'ailleurs souvent avec l'arnica pour soulager les courbatures et les meurtrissures.
La macération huileuse de cette fleur permet d'extraire des composés naturels ayant les propriétés de tonifier les vaisseaux sanguins tout en décongestionnant les zones œdémateuses. On lui prête également des vertus raffermissantes sur les tissus relâchés.
Elle est donc largement utilisée dans les soins du buste, les soins après-grossesse pour retrouver tonus et fermeté et dans les soins tonifiants pour le contour du visage.
http://www.aroma-zone.com/aroma/ficheHVbellis.asp
De zeer streng wetenschappelijke Natural Database schrijft 'Common daisy is widely used in homeopathy, but is currently only rarely used in herbal medicine. Although homeopathic dosing is generally recognized as safe (GRAS; United States Food and Drug Administration (FDA) designation), there is a lack of well-designed clinical trials to support claims for efficacy related to the use of Bellis perennis. More research is needed in this area. Recent research has explored the possibility of using the plant in HIV therapy'.
Wetenschappelijk onderzoek Bellis perennis
Avato P, Vitali C, Mongelli P, et al. Antimicrobial activity of polyacetylenes from Bellis perennis and their synthetic derivatives. Planta Med 1997;63(6):503-507. View Abstract
Bader G, Kulhanek Y, Ziegler-Bohme H. [The antifungal action of polygalacic acid glycosides]. Pharmazie 1990;45(8):618-620. View Abstract
Desevedavy C, Amoros M, Girre L, et al. Antifungal agents: in vitro and in vivo antifungal extract from the common daisy, Bellis perennis. J Nat.Prod. 1989;52(1):184-185. View Abstract
Glensk M, Wray V, Nimtz M, et al. Triterpenoid saponins of Bellis perennis. Scientia Pharmaceutica 2001;69-73.
Gudej J, Nazaruk J. Flavonol glycosides from the flowers of Bellis perennis. Fitoterapia 2001;72(7):839-840. View Abstract
Nazaruk J, Gudej J. Apigenin glycosides from the flowers of Bellis perennis L. Acta Pol.Pharm 2000;57(2):129-130. View Abstract
Nazaruk J, Gudej J. Qualitative and quantitative chromatographic investigation of flavonoids in Bellis perennis L. Acta Pol.Pharm 2001;58(5):401-404. View Abstract
Oberbaum M, Galoyan N, Lerner-Geva L, et al. The effect of the homeopathic remedies Arnica montana and Bellis perennis on mild postpartum bleeding--a randomized, double-blind, placebo-controlled study--preliminary results. Complement Ther.Med 2005;13(2):87-90. View Abstract
Schopke T, Hiller K, Wray V, et al. Triterpenoid saponins from Bellis sylvestris, I. Structures of the major deacylsaponins. J Nat.Prod. 1994;57(9):1279-1282. View Abstract
Schopke T, Wray V, Kunath A, et al. Bayogenin and asterogenic acid glycosides from Bellis perennis. Phytochemistry 1992;31(7):2555-2557. View Abstract
Schopke T, Wray V, Kunath A, et al. Virgaureasaponin 2 from Bellis perennis L. Die Pharmazie 1-1-1990;45:870-871.
Siatka T, Kasparova M. [Seasonal changes in the hemolytic effects of the head of Bellis perennis L.]. Ceska.Slov.Farm 2003;52(1):39-41. The determination of haemolytic activity was carried out following the method of Pharmacopoea Bohemoslovaca IV. It has been found that the haemolytic activity of the drug changes in dependence on the time of collection of capitula during the year; it is lowest in March, then it increases, reaching the maximum in summer months (June, July, August), and then it decreases again.
Siatka T, Kasparova M, Dusek J. Seasonal variation in haemolytic activity of Bellis perennis L. leaves and roots. Folia Pharmaceutica Universitatis Carolinae 2002;85-89.
dinsdag, juni 05, 2012
Oogsttijd voor herboristen: echte kamille
Het is nu wel dé oogsttijd voor heel wat geneeskrachtige kruiden.Vooral bloemen en bloesems moeten nu geplukt worden. Om de voornaamste te noemen: echte kamille, korenbloem, vlierbloesem en vele soorten geurende rozen.
Over de echte kamille / Matricaria recutita
Het zijn hoofdzakelijk de bloemen die in juni, tijdens het begin van de bloei geplukt worden. Bij de inzameling in het wild moet worden gelet op verwisseling met andere, er op gelijkende composieten als Anthemis arvensis L., valse kamille; Anthemis cotula L., stinkende kamille (allebei met stroschubben en een gevulde bloembodem). Ook Matricaria maritima L., zeekamille; Matricaria perforata L. [M. inodora L. = Tripleurospermum inodorum (L.) Schultz Bip.], de reukloze kamille, waarvan de bloemen een pappus hebben (ook deze beide soorten hebben een gevulde bloembodem en geuren niet). Verder is er ook nog Matricaria discoidea DC = M. suaveolens Buch], de schijfkamille (een soort zonder lintbloemen, met gele vier-tandige buisbloemen; deze plant geurt wel en heeft ook een holle bloembodem zoals de echte kamille, maar geen witte lintbloemen. Al deze planten leveren ook een vluchtige olie maar zonder azuleen, een van de werkzame stoffen van de echte kamille.
Zie ook http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/74002-kamille-botanisch-en-farmacologisch-bekeken.html
Hier wat professionele info over de bacteriedodende werking van Matricaria zoals beschreven in de monografie van Natural Standard http://www.naturalstandard.com/
Antimicrobial effects: Antimicrobial activity of chamomile has been studied in vitro and the results have been encouraging; however, human data remains lacking. Chamomile oil is actively antibacterial and fungicidal at concentrations of at least 25mg/mL, as is the chamomile constituent bisabolol at concentrations of at least 1mg/mL. Alpha-Bisabolol, luteolin, quercitin, and apeginin have been theorized to possess antibacterial properties. The coumarin constituent, hernearin, may also have antibacterial and antifungal properties in the presence of ultraviolet light. High molecular weight polysaccharides with immunostimulating activity have been isolated from German chamomile. Two such studies demonstrated that gram-positive bacteria were more susceptible than gram-negative bacteria to chamomile oil. It was most effective against Staphylococcus aureus, Streptococcus mutans, and Streptococcus salivarius; with also Bacillus megatherium, Leptospira icterohaemorrhagiae, and Trichomonocidal bactericidal activity. It was also found to be somewhat effective as a fungicidal against Candida albicans. Concentrated chamomile extracts also inhibited the growth of several strains of fungi. The hydro-alcoholic extract of chamomile completely inhibited growth of group B Streptococcus. Two additional in vitro studies showed that chamomile blocked the aggregation of Helicobacter pylori and numerous strains of Escherichia coli. Methanol extracts of Matricaria recutita flowers had a MIC >100mcg/mL against 15 Helicobacter pylori strains in vitro. Chamomile methanol and chloroform extracts have also shown strong activity against several strains of Arcobacter. An ethanolic extract of the entire plant has been reported to inhibit the growth of poliovirus and herpes virus. The volatile oil of chamomile also inhibited Bacillus subtilis in vitro. German chamomile esters and lactones showed activity against Mycobacterium tuberculosis and Mycobacterium avium. Another in vitro study found that chamomile tea contains no flavonoids and are inactive against Bacillus cereus (strain RM3190) incubated at 21°C for 3, 15, 30, and 60 minutes. Chamazulene, alpha-bisabolol, flavonoids, and umbelliferone displayed antifungal properties against Trichophyton mentagrophytes and Trichophyton Rubrum .
Enkele wetenschappelijke onderzoeken
Wagner, H., Proksch, A., Riess-Maurer, I., Vollmar, A., Odenthal, S., Stuppner, H., Jurcic, K., Le Turdu, M., and Fang, J. N. [Immunostimulating action of polysaccharides (heteroglycans) from higher plants]. Arzneimittelforschung 1985;35(7):1069
Aggag, M. E. and Yousef, R. T. Study of antimicrobial activity of chamomile oil. Planta Med 1972;22(2):140-144.
Cinco M, Banfi E, Tubaro A, and et al. A microbiological survey on the activity of a hydroalcoholic extract of camomile. Int.J.Drug.Res. 1983;21(4):145-151.
Annuk, H., Hirmo, S., Turi, E., Mikelsaar, M., Arak, E., and Wadstrom, T. Effect on cell surface hydrophobicity and susceptibility of Helicobacter pylori to medicinal plant extracts. FEMS Microbiol.Lett. 3-1-1999;172(1):41-45. View Abstract
Turi, M., Turi, E., Koljalg, S., and Mikelsaar, M. Influence of aqueous extracts of medicinal plants on surface hydrophobicity of Escherichia coli strains of different origin. APMIS 1997;105(12):956-962.
Mahady, G. B., Pendland, S. L., Stoia, A., Hamill, F. A., Fabricant, D., Dietz, B. M., and Chadwick, L. R. In vitro susceptibility of Helicobacter pylori to botanical extracts used traditionally for the treatment of gastrointestinal disorders. Phytother Res 2005;19(11):988-991.
Cervenka, L., Peskova, I., Foltynova, E., Pejchalova, M., Brozkova, I., and Vytrasova, J. Inhibitory effects of some spice and herb extracts against Arcobacter butzleri, A. cryaerophilus, and A. skirrowii. Curr Microbiol. 2006;53(5):435-439.
Friedman, M., Henika, P. R., Levin, C. E., Mandrell, R. E., and Kozukue, N. Antimicrobial activities of tea catechins and theaflavins and tea extracts against Bacillus cereus. J Food Prot. 2006;69(2):354-361.
Zie ook
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/60342-kamille-recepten-van-vroeger.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen/matricaria-chamomile-wrap
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/matricaria-recutita-echte-kamille
Over de echte kamille / Matricaria recutita
Schijfkamille, niet te gebruiken |
kamillesiroop |
Zie ook http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/74002-kamille-botanisch-en-farmacologisch-bekeken.html
Hier wat professionele info over de bacteriedodende werking van Matricaria zoals beschreven in de monografie van Natural Standard http://www.naturalstandard.com/
Antimicrobial effects: Antimicrobial activity of chamomile has been studied in vitro and the results have been encouraging; however, human data remains lacking. Chamomile oil is actively antibacterial and fungicidal at concentrations of at least 25mg/mL, as is the chamomile constituent bisabolol at concentrations of at least 1mg/mL. Alpha-Bisabolol, luteolin, quercitin, and apeginin have been theorized to possess antibacterial properties. The coumarin constituent, hernearin, may also have antibacterial and antifungal properties in the presence of ultraviolet light. High molecular weight polysaccharides with immunostimulating activity have been isolated from German chamomile. Two such studies demonstrated that gram-positive bacteria were more susceptible than gram-negative bacteria to chamomile oil. It was most effective against Staphylococcus aureus, Streptococcus mutans, and Streptococcus salivarius; with also Bacillus megatherium, Leptospira icterohaemorrhagiae, and Trichomonocidal bactericidal activity. It was also found to be somewhat effective as a fungicidal against Candida albicans. Concentrated chamomile extracts also inhibited the growth of several strains of fungi. The hydro-alcoholic extract of chamomile completely inhibited growth of group B Streptococcus. Two additional in vitro studies showed that chamomile blocked the aggregation of Helicobacter pylori and numerous strains of Escherichia coli. Methanol extracts of Matricaria recutita flowers had a MIC >100mcg/mL against 15 Helicobacter pylori strains in vitro. Chamomile methanol and chloroform extracts have also shown strong activity against several strains of Arcobacter. An ethanolic extract of the entire plant has been reported to inhibit the growth of poliovirus and herpes virus. The volatile oil of chamomile also inhibited Bacillus subtilis in vitro. German chamomile esters and lactones showed activity against Mycobacterium tuberculosis and Mycobacterium avium. Another in vitro study found that chamomile tea contains no flavonoids and are inactive against Bacillus cereus (strain RM3190) incubated at 21°C for 3, 15, 30, and 60 minutes. Chamazulene, alpha-bisabolol, flavonoids, and umbelliferone displayed antifungal properties against Trichophyton mentagrophytes and Trichophyton Rubrum .
Enkele wetenschappelijke onderzoeken
Wagner, H., Proksch, A., Riess-Maurer, I., Vollmar, A., Odenthal, S., Stuppner, H., Jurcic, K., Le Turdu, M., and Fang, J. N. [Immunostimulating action of polysaccharides (heteroglycans) from higher plants]. Arzneimittelforschung 1985;35(7):1069
Aggag, M. E. and Yousef, R. T. Study of antimicrobial activity of chamomile oil. Planta Med 1972;22(2):140-144.
Cinco M, Banfi E, Tubaro A, and et al. A microbiological survey on the activity of a hydroalcoholic extract of camomile. Int.J.Drug.Res. 1983;21(4):145-151.
Annuk, H., Hirmo, S., Turi, E., Mikelsaar, M., Arak, E., and Wadstrom, T. Effect on cell surface hydrophobicity and susceptibility of Helicobacter pylori to medicinal plant extracts. FEMS Microbiol.Lett. 3-1-1999;172(1):41-45. View Abstract
Turi, M., Turi, E., Koljalg, S., and Mikelsaar, M. Influence of aqueous extracts of medicinal plants on surface hydrophobicity of Escherichia coli strains of different origin. APMIS 1997;105(12):956-962.
Mahady, G. B., Pendland, S. L., Stoia, A., Hamill, F. A., Fabricant, D., Dietz, B. M., and Chadwick, L. R. In vitro susceptibility of Helicobacter pylori to botanical extracts used traditionally for the treatment of gastrointestinal disorders. Phytother Res 2005;19(11):988-991.
Cervenka, L., Peskova, I., Foltynova, E., Pejchalova, M., Brozkova, I., and Vytrasova, J. Inhibitory effects of some spice and herb extracts against Arcobacter butzleri, A. cryaerophilus, and A. skirrowii. Curr Microbiol. 2006;53(5):435-439.
Friedman, M., Henika, P. R., Levin, C. E., Mandrell, R. E., and Kozukue, N. Antimicrobial activities of tea catechins and theaflavins and tea extracts against Bacillus cereus. J Food Prot. 2006;69(2):354-361.
Zie ook
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/60342-kamille-recepten-van-vroeger.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen/matricaria-chamomile-wrap
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/matricaria-recutita-echte-kamille
zondag, juni 03, 2012
Kruidtuin Leuven
In de kruidtuin Leuven met de herboristen in spe. Verkleumde mensjes bij frisse plantjes. In een hoekje van de tuin vinden we een aantal Siberische ginsengstruiken. Zoals de naam al aangeeft zijn het Russische planten met een ginsengachtige werking. Zo te zien kunnen een aantal herboristen dat versterkend kruid op dit moment wel gebruiken. We vinden hier een overvloed aan planten, ook aan geneeskrachtige planten, volgens familie gerangschikt: lipbloemigen (munt, salie, tijm..), schermbloemigen (venkel, dille, engelwortel), giftige en hallucinerende nachtschade-achtigen (wolfskers, bilzekruid, bitterzoet..) en eetbare ganzevoetachtigen ( brave hendrik bijvoorbeeld).
Wat info over de ganzevoeten vind je in mijn artikels op info.nu:
http://huis-en-tuin.infonu.nl/tuin/63694-meldeplanten-eetbaar-en-nog-meer.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/38725-ganzevoet-en-andere-meldes.html
Over Siberische ginseng: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/83624-eleuthero-de-siberische-ginseng.html
vrijdag, juni 01, 2012
Boterbloem
Toch maar eens wat schrijven over de boterbloemen, omwille van de lichte giftigheid houden herboristen zich er meestal niet mee bezig. Toch kleuren zij nu de wilde weilanden botergeel en beïnvloeden op die manier ook ons gemoed en dat is toch ook een vorm van psychofytotherapie. Liggend onder die gele glimmende bloemen maken ze alle grote en kleine kinderen gelukkig.
Wat werd er vroeger in de kruidenboeken over deze ranonkelachtige verteld?
De Flora Batava (1800) vermeldt over Ranunculus repens
De plant schijnt hierin van alle de Ranonkel-soorten onderscheiden te zijn, dat zij geheel geene scherpte heeft, onschadelijk voor het vee, en zelfs een aangenaam voeder voor hetzelve is, terwijl zij in tijd van nood door den mensch, gekookt, kan genuttigd worden, Mattuschka. Brugmans had hiervan zelfs eene groote hoeveelheid gebruikt, zonder eenigen hinder te ondervinden. Zie zijne 'dissertatio de plantis inutilibus et venenatis' (**) p. 47, schoon hij ze onder de onkruiden der weiden opnoemt, zoo als ook Beckmann. Volgens de Pan Suecus, zouden paarden en geiten dit alleen gebruiken. Door de voortlopende ranken, is het een waar onkruid op moeslanden en akkers.
(**) Brugmans schrijft: "Primo omnes, si Polyanthemon et Repentem excipias, homini noxii deprehenduntur. Hos enim magna satis dosi licet sumpserim, nullos inde sensi effectus noxios." Vrij vertaald geeft dat: "Ten eerste zijn alle (Ranunculus soorten), als je de Polyanthemus en Repens buiten beschouwing houdt, giftig voor de mens. Deze 2 heb ik echter in grote mate verorberd en ik heb er geen schadelijke effecten van gevoeld." De volledige titel van de dissertatie luidt: "Dissertatio ad quaestionen ab Academia regia scientiarum divionensi propositam, quaenam sunt plantae inutiles et venenatae, quae prata inficiunt, horumque diminuunt fertilitatem; quaenam porro sunt media aptissima illis substituendi plantas salubres ac utiles, nutrimentum sanum ac abundans pecori praebituras?" Groningen 1783. Referenties naar de dissertatie luiden meestal: " Dissertatio de plantis inutilibus et venenatis(, quae prata inficiunt, horumque diminuunt fertilitatem, et de mediis aptissimis illis substituendi plantas salubres ac utiles, nutrimentum sanum ac abundans pecori praebituras.)"
Over de knolboterbloem Huishoudelijk Gebruik,
'De Wortel kan zeker Meel of Styfzel opleveren (Parmentier.) Alle delen der Plant trekken blaren als Spaansche Vliegen, (Dodonaeus) en kunnen volgens Kropf tot dit oogmerk nog beter dienen dan Spaansche Vliegen. Van het blaartrekken der Bladeren heb ik een voldoende proef dit voorjaar gezien. — Een schadelyk onkruid in de weiden, (Beckman, Brugmans) waar van zelfs Paarden en Koeijen een afkeer hebben. (Linn. Bulliard.) Inzonderheid nadeelig voor het Vee, wanneer het groen op de Weiden wordt gegeten; doch minder schadelyk, wanneer het tot Hooi gedroogd wordt.'
Lees ook http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/82509-boterbloemen-mooi-maar-giftig.html
woensdag, mei 30, 2012
Nog over vlier en broeder Aloysius
Nog over vlier. Bij Broeder Aloysius vind ik het volgend vlierrecept om de ogen te verzorgen. 'Vlierbloemen in melk gekookt, daarin een brok wittebrood geweekt en dit tusschen dunnen linnendoekjes op branderige oogen gelegd, trekken spoedig allen brand eruit; ook oogwar wordt daardoor snel opgelost en genezen', schrijft hij. Zowel het woordgebruik als het recept is voor verantwoordelijkheid van Broeder Aloysius. Toch lijkt mij dit een goed, leuk, eenvoudig recept dat gemakkelijk te maken is en wel degelijk algemeen verzachtend is.
Lees over Broeder Aloysius http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/34510-broeder-aloysius-troost-der-zieken.html
Mijn afbeeldingen van de vlier vind je op http://pinterest.com/godefridi/sambucus-nigra-gewone-vlier/
Meer info over Sambucus op mijn website:https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/sambucus
Lees over Broeder Aloysius http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/34510-broeder-aloysius-troost-der-zieken.html
Mijn afbeeldingen van de vlier vind je op http://pinterest.com/godefridi/sambucus-nigra-gewone-vlier/
Meer info over Sambucus op mijn website:https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/sambucus
dinsdag, mei 29, 2012
Vlierbloesem plukken
Sambuci flos, zo beschrijven de oude apothekersboeken, de bloeiwijze van vlier. Deze bloesems worden medicinaal gebruikt omwille van hun zweetdrijvende en immuunversterkende werking bij virusinfecties met koorts, vooral bij verkoudheid en griep. De bloemtrossen kunnen nu, bij het begin van de bloei, geplukt worden. Ze worden achter de groene hoofdstengel afgeknipt en zo in trossen opgehangen en gedroogd. Na het drogen kun je eventueel de bloemen van de stengels afritsen om zo een smakelijker product te verkrijgen. Het plukken en drogen moet zonder kneuzen verlopen, omdat anders de witgele bloempjes bruin worden en gedeeltelijk hun waarde verliezen.
Vlierbloesem kunnen we niet alleen als medicijn gebruiken, maar we kunnen er ook een smakelijke limonade van maken, gedroogd in cake, koek of brood verwerken en de bloesems frituren als beignets.
Een recept: Vlierflensjes
Roer een glad pannekoekenbeslag van 200 g bloem, 3 eieren, snufje zout en een halve liter melk. Giet hiervan telkens een flinke lepel in de hete boter in een koekenpan en leg er een lepel afgestroopte vlierbloesem op. Bak de pannenkoeken aan weerskanten bruin, sprenkel er citroensap op en giet er honing over. Je kan de bloemen ook direct door het beslag roeren.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22937-vlier-geen-verboden-vrucht.html
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/35746-bloemen-in-mijn-bord-vlierbloesem.html
Elder flower has been traditionally used against catarrhal conditions (especially in the upper respiratory tract), such as the flu, colds and sinusitis (Madaus 1938; Hänsel et al. 1994; Braun 1997; Fleming 2000; Weiss and Fintelmann 2000; Bisset and Wichtl 2001; Barnes et al. 2002; WHO 2002; Valles et al. 2004; Guarrera 2005; Mills and Bone 2005). Use as expectorant (Grieve 1931; Chiej 1984; WHO 2002) and use in chest complaints (Grieve 1931; Chiej 1984) are also reported.
http://www.ema.europa.eu/docs/en_GB/document_library/Herbal_-_HMPC_assessment_report/2009/12/WC500018238.pdf
Vlierbloesem kunnen we niet alleen als medicijn gebruiken, maar we kunnen er ook een smakelijke limonade van maken, gedroogd in cake, koek of brood verwerken en de bloesems frituren als beignets.
Een recept: Vlierflensjes
Roer een glad pannekoekenbeslag van 200 g bloem, 3 eieren, snufje zout en een halve liter melk. Giet hiervan telkens een flinke lepel in de hete boter in een koekenpan en leg er een lepel afgestroopte vlierbloesem op. Bak de pannenkoeken aan weerskanten bruin, sprenkel er citroensap op en giet er honing over. Je kan de bloemen ook direct door het beslag roeren.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22937-vlier-geen-verboden-vrucht.html
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/35746-bloemen-in-mijn-bord-vlierbloesem.html
Elder flower has been traditionally used against catarrhal conditions (especially in the upper respiratory tract), such as the flu, colds and sinusitis (Madaus 1938; Hänsel et al. 1994; Braun 1997; Fleming 2000; Weiss and Fintelmann 2000; Bisset and Wichtl 2001; Barnes et al. 2002; WHO 2002; Valles et al. 2004; Guarrera 2005; Mills and Bone 2005). Use as expectorant (Grieve 1931; Chiej 1984; WHO 2002) and use in chest complaints (Grieve 1931; Chiej 1984) are also reported.
http://www.ema.europa.eu/docs/en_GB/document_library/Herbal_-_HMPC_assessment_report/2009/12/WC500018238.pdf
vrijdag, mei 25, 2012
Over peterselie
Onderzoekers van de universiteit van Missouri hebben de effecten van 'apigenine', een actieve stof in peterselie, op borstkanker bestudeerd en ondervonden dat het zeer effectief is bij tumoren die gelinkt worden aan progestageen. Dit hormoon wordt samen met oestrogeen gebruikt bij hormoonsubstitutietherapie voor vrouwen in de menopauze en staat bekend voor het vergroten van het risico op borstkanker.
Voor deze studie werd gewerkt met speciaal gefokte muizen waarbij borstkankercellen geïmplanteerd werden. Sommige van deze diertjes kregen een type progestageen toegediend (MPA of medroxy progesteron acetaat). Vervolgens kreeg een deel van de behandelde muizen ook apigenine.
Resultaat?
Bij de muizen die enkel MPA kregen, waren de tumoren gegroeid, terwijl de beestjes die ook apigenine hadden gekregen opvallend kleinere tumoren hadden. De actieve stof uit peterselie had de groei van de kanker daadwerkelijk afgeremd.
"We weten dat apigenine de progressie van de menselijke borstkankercellen vertraagt op drie manieren: het bevorderen van celdood, het voorkomen van celdeling en het onderdrukken van een gen dat geassocieerd wordt met kankergroei. Bovendien verkleint apigenine ook de diameter van de bloedvaten die verantwoordelijk zijn voor het voeden van kankercellen. Hierdoor krijgen tumoren slechts een beperkte stroom van voedingsstoffen, waardoor de kanker als het ware verhongerd en zich moeilijker kan verspreiden.
En wat zegt Dodonaeus in zijn CruydtBoeck uit 1554 over de Cracht ende werckinghe van de 'ghemeyne peterselie'
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/27456-peterselie-geschiedenis-van-een-gewoon-kruid.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/58486-peterselie-meer-dan-keukenkruid.html
Voor deze studie werd gewerkt met speciaal gefokte muizen waarbij borstkankercellen geïmplanteerd werden. Sommige van deze diertjes kregen een type progestageen toegediend (MPA of medroxy progesteron acetaat). Vervolgens kreeg een deel van de behandelde muizen ook apigenine.
Resultaat?
Bij de muizen die enkel MPA kregen, waren de tumoren gegroeid, terwijl de beestjes die ook apigenine hadden gekregen opvallend kleinere tumoren hadden. De actieve stof uit peterselie had de groei van de kanker daadwerkelijk afgeremd.
"We weten dat apigenine de progressie van de menselijke borstkankercellen vertraagt op drie manieren: het bevorderen van celdood, het voorkomen van celdeling en het onderdrukken van een gen dat geassocieerd wordt met kankergroei. Bovendien verkleint apigenine ook de diameter van de bloedvaten die verantwoordelijk zijn voor het voeden van kankercellen. Hierdoor krijgen tumoren slechts een beperkte stroom van voedingsstoffen, waardoor de kanker als het ware verhongerd en zich moeilijker kan verspreiden.
En wat zegt Dodonaeus in zijn CruydtBoeck uit 1554 over de Cracht ende werckinghe van de 'ghemeyne peterselie'
- Die ghemeyne Peterselie met andere spijse inghenomen es der maghen seer goet ende bequaem/ ende doet die spijse verteeren/ ende maeckt lust ende begheerte om eten/ ende doet water maken.
- Die wortelen van dese Peterselie in water ghesoden ende ghedroncken openen die verstoptheyt van der levere van den nieren ende van allen den inwendighen leden/ ende doen die urine lossen/ ende den steen ende dat graveel rijsen ende afgaen. Ende wederstaen alle fenijn.
- Tot den selven es oock dat saet seer goet ende beeter dan die wortelen/ dat niet alleen die verstoptheden opent ende den fenijne wederstaet/ maer oock alle winden ende opblasinghe doet sceyden. Ende daer om worddet in die Teriakel compositien vermenght.
- Tselve saet es oock seer goet tseghen den hoest/ in alle Electuarium ghedaen die daer toe dienstelick sijn.
- Die bladeren van dese Peterselie met broot vermenght/ ghenesen die roode gheswollen ooghen/ ende die sweerende borsten die met gheclontert soch verladen sijn.
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/27456-peterselie-geschiedenis-van-een-gewoon-kruid.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/58486-peterselie-meer-dan-keukenkruid.html
maandag, mei 21, 2012
St Blaise des Simples
Van Bellegarde en Diois naar De Haan aan Zee, onderweg nog eens een bezoekje gebracht aan Milly-la-Forêt, het kruidendorp in de buurt van Fontainebleau en aan de 'kruidenkapel'.
De kapel Saint-Blaise-des-Simples in Milly-la-Forêt werd opgericht in de XIIe eeuw. Vroeger was het een leprozenhuis dat de zieken behandelde met geneeskrachtige planten.
Tijdens de restauratie in 1959, heeft Jean Cocteau gezorgd voor de versiering van de Kapel: de kerkramen, de schilderijen van bijbelse scènes en geneeskrachtige planten (genoemd "simples"). De dichter werd begraven in 1963 in de kapel die hij zelf had versierd.
De kapel Saint-Blaise-des-Simples in Milly-la-Forêt werd opgericht in de XIIe eeuw. Vroeger was het een leprozenhuis dat de zieken behandelde met geneeskrachtige planten.
Tijdens de restauratie in 1959, heeft Jean Cocteau gezorgd voor de versiering van de Kapel: de kerkramen, de schilderijen van bijbelse scènes en geneeskrachtige planten (genoemd "simples"). De dichter werd begraven in 1963 in de kapel die hij zelf had versierd.
dinsdag, mei 15, 2012
Kruidenstage: bezoek siroperie
Dinsdag. Over de bergen van de Drôme naar Saou en naar Marie-Claire. Visite van Le Panicaut siroperie. Altijd leuk om een nog steeds enthousiaste en efficiënte Marie Claire bezig te horen en te zien. Elk jaar ook weer een kleine nieuwigheid, nu geen extra kruidensiropen maar wel een zuiveringsinstallatie en een nieuwe aanplant van Menthe verte en Menthe bergamot. Als muntsoorten, die zelf ook stevig groeien met hun wortelstokken door grassen en andere woekeraars geinfiltreerd worden, kun je beter een nieuw veld aanleggen. En dat heeft ze dan ook gedaan. De siropen die zij maakt kunnen als lekkernij en als medicijn gebruikt worden. Al mag ze dat niet zeggen. Soorten zijn lavendel, munt, tijm, rozen, brandnetel, venkel rozemarijn, kastanjebloemen, citroenmelisse en anderen.
http://www.siropsdeplantes-lepanicaut.fr/
L'EARL du PANICAUT vous propose des sirops de plantes issues de cueillette sauvage et de culture biologique et vous invite à découvrir le plaisir du goût associé aux bienfaits des plantes.
Les sirops de plantes biologiques du Panicaut sont fabriqués dans le Val de Drôme sur une ferme familiale de moyenne montagne en polyculture-élevage. Adhérent à l'association des Simples et contrôlé par l'organisme certificateur Qualité France, nous avons à coeur de vous proposer des produits qui nous l'espérons sauront vous satisfaire autant pour leurs qualités gustatives que médicinales.
Au coeur des Préalpes, entre Vercors et Provence prend sa source le Roubion au bord duquel se perche le petit village de Francillon sur Roubion. A 600 m d'altitude, dominant le village, se trouve la ferme de Lagier , bâtisse en pierres dont les premières fondations datent du XVe siècle.
Située face à la forêt de Saoû célèbre pour son synclinal perché, la ferme bénéficie d’une vue extrordinaire dans un site remarquable et préservé.
Cueillette sauvage et plantes cultivées
Sur les 14 plantes entrant dans la gamme de nos sirops, 7 sont issues de cueillette sauvage : le romarin, les bourgeons de pin sylvestre, le thym, les fleurs de sureau, les fleurs de châtaignier, les fleurs de tilleul, la lavande fine. A l'exception du romarin qui en culture n'a pu s'adapter à notre versant nord trop froid en hiver, toutes sont cueillies sur la ferme et ses alentours et sur le massif du Couspeau (900m d'altitude). En cueillette sauvage il est indispensable que la cueillette soit faite avec respect pour les sites, grâce à une bonne connaissance du cycle de la plante et de la botanique.
La sauge officicale, la menthe verte, la menthe bergamote, la mélisse, le fenouil, la sarriette et bien sûr les 80 pieds de roses anciennes à parfum sont cultivés selon le principe de l'agriculture biologique.
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/63442-siroop-in-de-oude-kruidenboeken.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/39984-rosa-is-een-roos.html
http://www.siropsdeplantes-lepanicaut.fr/
L'EARL du PANICAUT vous propose des sirops de plantes issues de cueillette sauvage et de culture biologique et vous invite à découvrir le plaisir du goût associé aux bienfaits des plantes.
Les sirops de plantes biologiques du Panicaut sont fabriqués dans le Val de Drôme sur une ferme familiale de moyenne montagne en polyculture-élevage. Adhérent à l'association des Simples et contrôlé par l'organisme certificateur Qualité France, nous avons à coeur de vous proposer des produits qui nous l'espérons sauront vous satisfaire autant pour leurs qualités gustatives que médicinales.
Au coeur des Préalpes, entre Vercors et Provence prend sa source le Roubion au bord duquel se perche le petit village de Francillon sur Roubion. A 600 m d'altitude, dominant le village, se trouve la ferme de Lagier , bâtisse en pierres dont les premières fondations datent du XVe siècle.
Située face à la forêt de Saoû célèbre pour son synclinal perché, la ferme bénéficie d’une vue extrordinaire dans un site remarquable et préservé.
Cueillette sauvage et plantes cultivées
Sur les 14 plantes entrant dans la gamme de nos sirops, 7 sont issues de cueillette sauvage : le romarin, les bourgeons de pin sylvestre, le thym, les fleurs de sureau, les fleurs de châtaignier, les fleurs de tilleul, la lavande fine. A l'exception du romarin qui en culture n'a pu s'adapter à notre versant nord trop froid en hiver, toutes sont cueillies sur la ferme et ses alentours et sur le massif du Couspeau (900m d'altitude). En cueillette sauvage il est indispensable que la cueillette soit faite avec respect pour les sites, grâce à une bonne connaissance du cycle de la plante et de la botanique.
La sauge officicale, la menthe verte, la menthe bergamote, la mélisse, le fenouil, la sarriette et bien sûr les 80 pieds de roses anciennes à parfum sont cultivés selon le principe de l'agriculture biologique.
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/63442-siroop-in-de-oude-kruidenboeken.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/39984-rosa-is-een-roos.html
maandag, mei 14, 2012
Plant aardige mensen
Wie van deze menselijke wezens
zou een reïncarnatie van
mariadistel, rozenwortel, wede, venkel,
tijm, salie, doornappel, alant, linde,
jeneverbes, ratelpopulier
of lavendel kunnen zijn?
Wandelen bij Bellegarde
Wandelen in Bellegarde zelf. Naar boven, naar de resten van het oude dorp, een bezoekje aan ons labyrint. En dan verder over de kam met zicht op Bellegarde, Montlahuc en het kerkhof. Jeneverbessen, wilde rozen en vooral mooie lindebomen bekoren hier het landschap. Hier op 850 meter hoogte zijn de lindebomen nog nauwelijks in blad, van bloesem is nog geen sprake. Mooi zijn ze wel, nog karaktervol een beetje kaal en toch botten barstend van leven. Voor het maken van een gemmomiddel (knoppen) is het wat laat en voor het oogsten van bloesem nog veel te vroeg. Dus nu alleen genieten van deze geweldige bomen. Is dat niet de grootste geneeskracht?
We wandelen verder, steken de D61 over naar de vallei van het verlaten huis (Champ Sigot), we vinden verschillende orchideeen, niet verwonderlijk, het is nu eenmaal orchistijd, mannetjesorchis, gevlekte orchis en vooral veel stevige purperorchis. We klimmen naar boven, naar Champ Sigot, in een weiland vinden we de eerste ratelaars. Parasietplanten die hun voedsel gedeeltelijk uit het gras halen, waar ze op groeien. Terug klimmend ontdekken we een veldje met de prachtige, blauw bloeiende gentianen. Dat zo'n een mini-roset zo'n maxi-bloem kan voortbrengen blijft me verwonderen. Via het plekje van de fossielen, de vallei van Marmione en vele andere interessante planten komen we terug in Bellegarde.
Over de ratelaars, Rhinanthus species
Ratelaars niet direct grote medicinale planten, maar wel bijzonder door de bloei en de zaadddoos. De zaden liggen er los in, waardoor ze, bij het schudden enig geluid maken. Rammelen of ratelen dus. Volgens de Pfaf website zou de plant goed zijn voor de ogen (ophthalmic) en een gele kleurstof bevatten. In de oudere kruidenboeken vinden we die werking ook terug. Niet te verwonderen ratelaar is nauw verwant aan ogentroost, de bekendste plant voor de ogen.
Culpepper and other old writers call this plant Rattle Grass, like the preceding species, but Gerard gives also the name of 'Pennygrass,' an allusion to the flattened, fairly circular outline of the capsules. The generic name, Rhinanthus, is derived from the two Greek words signifying nose and flower, from the projecting beak of the upper portion of the corolla. The specific name, crista-galli, means the crest or comb of a cock, because, according to Pliny, it has numerous leaves resembling a cock's comb. Parkinson, writing in 1640, also explains the name by saying the deeply-dented edges of the leaves 'resemble therein the crest or combe of a cocke,' but others have thought the name 'Coxcomb' refers rather to the notched calyx. In France it is called the 'Crête-de-coq.'
The Yellow Rattle was considered to have certain properties in common with Eyebright. Culpepper tells us that it 'is held to be good for those that are troubled with a cough or dimness of sight, if the herb being boiled with beans and some honey; put thereto be drunk or dropped into the eyes. The whole seed being put into the eyes draweth forth any skin, dimness or film from the sight without trouble or pain.'
http://www.botanical.com/botanical/mgmh/r/ratyel07.html
http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rhinanthus+minor
We wandelen verder, steken de D61 over naar de vallei van het verlaten huis (Champ Sigot), we vinden verschillende orchideeen, niet verwonderlijk, het is nu eenmaal orchistijd, mannetjesorchis, gevlekte orchis en vooral veel stevige purperorchis. We klimmen naar boven, naar Champ Sigot, in een weiland vinden we de eerste ratelaars. Parasietplanten die hun voedsel gedeeltelijk uit het gras halen, waar ze op groeien. Terug klimmend ontdekken we een veldje met de prachtige, blauw bloeiende gentianen. Dat zo'n een mini-roset zo'n maxi-bloem kan voortbrengen blijft me verwonderen. Via het plekje van de fossielen, de vallei van Marmione en vele andere interessante planten komen we terug in Bellegarde.
Over de ratelaars, Rhinanthus species
Ratelaars niet direct grote medicinale planten, maar wel bijzonder door de bloei en de zaadddoos. De zaden liggen er los in, waardoor ze, bij het schudden enig geluid maken. Rammelen of ratelen dus. Volgens de Pfaf website zou de plant goed zijn voor de ogen (ophthalmic) en een gele kleurstof bevatten. In de oudere kruidenboeken vinden we die werking ook terug. Niet te verwonderen ratelaar is nauw verwant aan ogentroost, de bekendste plant voor de ogen.
Culpepper and other old writers call this plant Rattle Grass, like the preceding species, but Gerard gives also the name of 'Pennygrass,' an allusion to the flattened, fairly circular outline of the capsules. The generic name, Rhinanthus, is derived from the two Greek words signifying nose and flower, from the projecting beak of the upper portion of the corolla. The specific name, crista-galli, means the crest or comb of a cock, because, according to Pliny, it has numerous leaves resembling a cock's comb. Parkinson, writing in 1640, also explains the name by saying the deeply-dented edges of the leaves 'resemble therein the crest or combe of a cocke,' but others have thought the name 'Coxcomb' refers rather to the notched calyx. In France it is called the 'Crête-de-coq.'
The Yellow Rattle was considered to have certain properties in common with Eyebright. Culpepper tells us that it 'is held to be good for those that are troubled with a cough or dimness of sight, if the herb being boiled with beans and some honey; put thereto be drunk or dropped into the eyes. The whole seed being put into the eyes draweth forth any skin, dimness or film from the sight without trouble or pain.'
http://www.botanical.com/botanical/mgmh/r/ratyel07.html
http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rhinanthus+minor
zondag, mei 13, 2012
Grot van de bron
Een bijzondere wandeling op onze kruidenstage is altijd weer de klim naar de geheime grot. Alhoewel, zo geheim is die nu al niet meer. Ook het mooie pad vanaf Cornillon is een kruidige ontdekking. In Mei bloeit er de tijm Thymus vulgaris 'linalol', voor de aromatherapie liefhebbers is het interessant om eens een chemotypeplant te zien en te ruiken. Ook wilde lavendel de 'vraie' zoals de Fransen hem noemen, is volop aanwezig, natuurlijk nog niet in bloei. Vele andere warmte- en droogteminnende planten zijn hier aanwezig bijvoorbeeld het Lazerkruid Laserpitium, die vreemd kronkelt, pas uit de leisteengrond te voorschijn komt.
Maar we willen naar onze geheime grot, al zijn er die dat liever niet willen en dat mag en kan dan ook. De overtocht door de rivier Oule en de klim schrikken sommigen toch wel af, zij kunnen rustig op dit mooie plekje bij de rivier blijven. De anderen moeten de rivier over, langs de sprinkelwaterval het natte pad op, op en neer langs een vochtig plekje waar het venushaar volop groeit en dan stijgen op het grinderige en warme pad. Planten zijn er ook bieslelie, engbloem, tijm....en struiken zoals bezembrem die ons houvast bieden. Bijzonder is ook de sprookjesachtige doorgang tussen de Canne de Provençe, daarna is het even schrikken langs de rotspassage, we komen op de kam en dan in de grot, waar zomaar de bron ligt van de beek en de waterval. Stilte, schoonheid, rust na de klim.
Over Laserpitium siler / Lazerkruid / Laserpitium siler is an upright, bushy perennial with deeply divided, dark green leaves and erect stems bearing umbels of white flowers in midsummer. Een plant die zelfs Dodoens al beschrijft, maar nu nauwelijks nog gebruikt wordt. Dodonaeus: 'Tsaet van Seseli met wijn ghedroncken sterckt ende verwermt die maghe/ het doet die spijse verteeren/ het versuet dat crimpsel ende weedom in den buyck/ het gheneest die coude huyverachtighe cortsen/ ende es seer goet tot die corticheyt van den adem ende langduerende verouderden hooft. In somma tes seer goet tot alle inwendighe leden'.
Maar we willen naar onze geheime grot, al zijn er die dat liever niet willen en dat mag en kan dan ook. De overtocht door de rivier Oule en de klim schrikken sommigen toch wel af, zij kunnen rustig op dit mooie plekje bij de rivier blijven. De anderen moeten de rivier over, langs de sprinkelwaterval het natte pad op, op en neer langs een vochtig plekje waar het venushaar volop groeit en dan stijgen op het grinderige en warme pad. Planten zijn er ook bieslelie, engbloem, tijm....en struiken zoals bezembrem die ons houvast bieden. Bijzonder is ook de sprookjesachtige doorgang tussen de Canne de Provençe, daarna is het even schrikken langs de rotspassage, we komen op de kam en dan in de grot, waar zomaar de bron ligt van de beek en de waterval. Stilte, schoonheid, rust na de klim.
Over Laserpitium siler / Lazerkruid / Laserpitium siler is an upright, bushy perennial with deeply divided, dark green leaves and erect stems bearing umbels of white flowers in midsummer. Een plant die zelfs Dodoens al beschrijft, maar nu nauwelijks nog gebruikt wordt. Dodonaeus: 'Tsaet van Seseli met wijn ghedroncken sterckt ende verwermt die maghe/ het doet die spijse verteeren/ het versuet dat crimpsel ende weedom in den buyck/ het gheneest die coude huyverachtighe cortsen/ ende es seer goet tot die corticheyt van den adem ende langduerende verouderden hooft. In somma tes seer goet tot alle inwendighe leden'.
Kruidenstage: stoomdestillatie
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22764-lavendel-in-geuren-en-kleuren.html
Stoomdestillatie: De planten worden verzameld in een destilleerketel of alambic. Water wordt verhit tot stoom en de stoom wordt door de planten geleid. De etherische oliën worden meegenomen door de stoom. De met oliën verzadigde stoom wordt afgekoeld en in een Florentijnse vaas of scheidtrechter worden de etherische oliën gescheiden van het water. Het water, nu hydrolaat of hydrosol genoemd, is ook bruikbaar. Belangrijk is dat bij het distilleren druk, temperatuur en tijd op de specifieke olie worden afgestemd. Bij sterke verhitting of grotere druk wordt de opbrengst groter ten koste van de kwaliteit. Ook kunnen dan veel actieve bestanddelen vernietigd worden.
zaterdag, mei 12, 2012
Verwilderde tuin, verwilderde gedachten
Mijn verjaardag vandaag en ik trakteer me op een dag werken in mijn jardin des simples. Het is zowat 10 maanden geleden dat ik hier nog was en toch zijn de planten er nog. Verwilderd? Wel ja maar het bevalt me wel. De wede is weer overal geel bloeiend aanwezig, ook de Griekse alant met zijn grote blad kan tegen een stootje, muskaatsalie is alom tegenwoordig. In een hoekje bloeien zelfs enkele rozenwortels, al moet ik die wel beschermen tegen de opdringerige alantplanten.
Het mooie aan een verwilderde tuin is dat je op ontdekkingstocht kan gaan. O! Ja! Rode zonnehoed, vuurwerkplant, Spaanse salie, wilde marjolein, vrouwenmantel.... ik herinner me wat ik zie en vergeet wat verdwenen is. En wat moet ik verwijderen uit deze volle tuin....paardenbloemen en grassen? Of toch alleen maar de paden vrijmaken? Ik begin zowaar te filosoferen, maar filosoferen en werken gaan goed samen.
Over de wede: http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/58818-wede-meer-dan-pastel.html
Het mooie aan een verwilderde tuin is dat je op ontdekkingstocht kan gaan. O! Ja! Rode zonnehoed, vuurwerkplant, Spaanse salie, wilde marjolein, vrouwenmantel.... ik herinner me wat ik zie en vergeet wat verdwenen is. En wat moet ik verwijderen uit deze volle tuin....paardenbloemen en grassen? Of toch alleen maar de paden vrijmaken? Ik begin zowaar te filosoferen, maar filosoferen en werken gaan goed samen.
Over de wede: http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/58818-wede-meer-dan-pastel.html
vrijdag, mei 11, 2012
Aire des Monts de Gueret en Bernard Bertrand
Nog steeds op weg naar Bellegarde. Zonder ontbijt, zonder koffie naar Bellac, Gueret, richting Montluçon...ik rij achter mijn GPS aan met een kritisch oogje op de wegenkaart. Autoweg, pas de péage, ter hoogte van St Sulpice en Gueretois stop ik bij een prachtige Aire (ja, die zijn er!). Hout, eco, met de rug naar de autoweg gekeerd, alle kruidenboeken van Bernard Bertrand in de winkel. Je zou van dit soort stopplaatsen gaan houden. De naam: Aire des monts de Gueret. Grote café au lait 2.50 euro en zon. Van puur genot fotografeer ik hier wat Franse paardenbloemen. Waarschijnlijk hebben die dezelfde waarde als de Belgische: diuretisch, leverstimulerend, spijsvertering bevorderend, bloedsuikerverlagend.
Over Bernard Bertrand
Ecrivain paysan depuis 1996, Bernard Bertrand est un spécialiste des usages traditionnels des plantes qu'il utilise aussi bien en tant que plantes médicinales,plantes sauvages comestibles,mais aussi leur principaux usages artisanaux (vannerie,menuiserie, écoconstruction,etc...) En boeken dat die man geschreven heeft, niet te geloven, wel met wat herhalingen, maar je moet het maar doen. Een lijstje:
Reeks kleine boekjes over brandnetel, vlier, paardenbloem, munt, smeerwortel...
Vol. 1 : Les secrets de l’ORTIE - 2002 (127 pages)
Vol. 2 : Sous la protection du SUREAU - 2000 (150 pages)
Vol. 3 : Le PISSENLIT, l’or du pré - 1999 (120 pages)
Vol. 4 : Le FRENE, arbre des centenaires - 2001 (132 pages)
Vol. 5 : Pour l’amour d’une RONCE - 1997 (160 pages)
Vol. 6 : Au pays des SAUGES - 2002 (160 pages)
Vol. 7 : Le COQUELICOT poète des champs - 1999 (128 pages)
Vol. 8 : La CONSOUDE, trésor du jardin - 1999 (144 pages)
Vol. 9 : Parfum de MENTHE - 1999 (175 pages)
Vol.10: L’éloge du PLANTAIN - 2000 (120 pages)
Vol.11: Une pensée pour la VIOLETTE - 2001 (168 pages)
Vol.12 : Au royaume secret du LIERRE - 2001 (191 pages)
Vol.13 : Divine ANGELIQUE - 2002 (143 pages)
Vol.14 : La BOURRACHE, une étoile au jardin - 2003 (159 pages)
Vol.15 : Mystérieuse PRELE - 2004 (160 pages)
Vol.16 : De mémoire d'EGLANTINE - 2006 (192 pages)
Vol.17 : L'AIL des ours - 2006 (190 pages)
Vol 18 : Le Bouleau - 2007 (168 pages)
Vol 19 : Des Gentianes et des hommes - 2009 (160 pages)
LA CUISINE SAUVAGE Vol.1 Au jardin - 2004 (128 pages)
LA CUISINE SAUVAGE Vol.2 Des haies et des talus - 2004 (128 pages)
SAVEURS D’ORTIE - 2001 (72 pages)
SAVEURS PRINTANIERES DE FLEURS SAUVAGES - 2002 (88 pages)
SAVEURS ESTIVALES DE FLEURS SAUVAGES - 2003 (88 pages)
SAVEURS DE SUREAU - 2004 (88 pages)
GRIGNOTAGES SAUVAGES, histoire d'une boîte à biscuits - 2007 (168 pages)
LA VANNERIE SAUVAGE initiation + DVD - 2006 (215 pages)
PURIN D’ORTIE & Cie - 2007 (112 pages)
PLANTES SAUVAGES A HISTOIRES - 2004 (110 pages)
LES QUATRE SAISONS DE LA CHEVECHE - 2005 (130 pages)
JE SUIS LE LOUP - 2006 (44 pages)
AGENDA "PLANTES ET SANTE" - 2007 (136 pages)
NICHOIRS & Cie - 2000 (240 pages)
MON POTE LE MOINEAU - 1996 (120 pages)
LA ROUTE DES GRUES - 1998 (216 pages)
LE REVE DE NILS HOLGERSSON - 2000 (64 pages)
LE BALLET DES GRUES - 2000 (64 pages)
JEAN DE PYRENE, REMOULEUR FRANCOIS - 1997 (120 pages)
L’HERBIER OUBLIE secrets de plantes retrouvés - 2004 (160 pages)
L’HERBIER EROTIQUE… - 2005 (211 pages)
LE BESTIAIRE SAUVAGE - 2006 (194 pages)
GLANER dans les PYRENEES - 2004 (180 pages)
GLANER sur les côtes de BRETAGNE, de VENDEE,de charentes,de gironde - 2005 (180 pages)
Le jardin médicinal à la carte - 2006 (132 pages)
Le carnet des simples médecines - 2009 (224 pages)
En zelfs wat kinderboeken, een soort sprookjes over oa engelwortel.
LES FLEURS D'EROS - 2005 (44 pages)
LES CHEVECHES AUX YEUX D’OR - 2002 (44 pages)
LE SECRET DE CUL-BLANC - 2003 (44 pages)
LE TRESOR DE JACASSE - 2003 (44 pages)
LES JARDINIERS DE LA FORET - 2004 (44 pages)
LA MISSION DES HERISSONS - 2005 (44 pages)
LE PERIPLE DES TROTTE-MENU - 2006 (44 pages)
LA LEGENDE D'ANGELIQUE - 2006 (44 pages)
LE RETOUR DES PAPILLONS - 2007 (44 pages)
L'exil de ferme-l'œil - 2008 (44 pages)
Au pays de l'ours - 2009 (44 pages)
L'herbier boisé - 2008 (192 pages)
L'herbier toxique - 2009 (180 pages)
donderdag, mei 10, 2012
Onderweg: Lussac en Affodil
Met terugwerkende kracht. In de gietende regen rij ik van Poullaouen Bretagne naar Bellegarde-en-Diois Drôme.
Van de regen naar de zon? Dwars door Frankrijk, nu niet van Noord naar Zuid maar van West naar Oost: Lorient, Nantes, Cholet, Poitiers... dobberend langs, liefst de niet te betalen autowegen (pas de péage). Voorbij Poitiers, zoekend naar een stop- en overnachtingsplaats en dat wordt een parkeerplaats met platanen (France, hoe kan het anders) in Lussac-les-Châteaux....
's Morgens zon, wat rond kijkend ontdekt ik een groot meer waar ik nog mooier had kunnen overnachten. Lussac blijkt ook meer te bieden, archeologisch, natuur en ook met wolven heeft het een ver verleden. Maar ik, de vluchtige reiziger moet verder, vanavond wil ik in Bellegarde zijn; nog zowat 500 kilometer te gaan, en af en toe stoppen en rondsnuffelen in de berm wil ik zeker wel doen.
Een stevige plant, waar ik zelf niet voor moet rond snuffelen, staat in deze streek overdadig en prominent bloeiend overal in de wegbermen. Asphodelus albus noemt deze indrukwekkende plant, die je eerder op een Afrikaanse steppe verwacht, dan als onkruid langs Franse wegen.
En zelfs onze edelachtbare Dodoens had er al verhaal over. ‘Dit gewas wordt bij de Grieken Asphodelos genoemd, in het Latijn Asphodelus en daarvan komt de bedorven Nederduitse naam affodille, de Latijnen noemen het ook Albucum of Albucus en Hastula regia. De steel met de bloemen heet in het Grieks Anthericos. Plinius schrijft ook dat de steel die de bloem draagt Anthericus heet, maar dat de wortels, dat zijn de bollen of klisters, Asphodelus genoemd pleeg te zijn’.
Dodonaeus ‘De gewoonste soort die we voor de echte Asphodelus houden hebben we Asphodelus major of Asphodelus albus major genoemd, dat is grote affodillen of grote witte affodillen'.
Volgens Theophrastus kan de bol gegeten worden net als de zaden. Uit de bollen wordt een slijm gehaald dat als een lijm gebruikt wordt door de boekbinders en schoenmakers. De melige wortelknol was bij Pythagoras een geliefd voedsel, met kaasjeskruid en vijgen leverde ze een goede maaltijd. De zetmeelrijke wortels bracht een inwoner van Duitsland in de vorige eeuw op de gedachte om een paar ton in te voeren voor consumptie. Waarschijnlijk vanwege de smaak werd dit experiment een fiasco. Bij de Grieken en Romeinen was het gewas ook in gebruik als medische plant, tegen slangenbeten en bij vrouwenziektes.
http://ser.lussac.free.fr/lussac.html
Van de regen naar de zon? Dwars door Frankrijk, nu niet van Noord naar Zuid maar van West naar Oost: Lorient, Nantes, Cholet, Poitiers... dobberend langs, liefst de niet te betalen autowegen (pas de péage). Voorbij Poitiers, zoekend naar een stop- en overnachtingsplaats en dat wordt een parkeerplaats met platanen (France, hoe kan het anders) in Lussac-les-Châteaux....
's Morgens zon, wat rond kijkend ontdekt ik een groot meer waar ik nog mooier had kunnen overnachten. Lussac blijkt ook meer te bieden, archeologisch, natuur en ook met wolven heeft het een ver verleden. Maar ik, de vluchtige reiziger moet verder, vanavond wil ik in Bellegarde zijn; nog zowat 500 kilometer te gaan, en af en toe stoppen en rondsnuffelen in de berm wil ik zeker wel doen.
Een stevige plant, waar ik zelf niet voor moet rond snuffelen, staat in deze streek overdadig en prominent bloeiend overal in de wegbermen. Asphodelus albus noemt deze indrukwekkende plant, die je eerder op een Afrikaanse steppe verwacht, dan als onkruid langs Franse wegen.
En zelfs onze edelachtbare Dodoens had er al verhaal over. ‘Dit gewas wordt bij de Grieken Asphodelos genoemd, in het Latijn Asphodelus en daarvan komt de bedorven Nederduitse naam affodille, de Latijnen noemen het ook Albucum of Albucus en Hastula regia. De steel met de bloemen heet in het Grieks Anthericos. Plinius schrijft ook dat de steel die de bloem draagt Anthericus heet, maar dat de wortels, dat zijn de bollen of klisters, Asphodelus genoemd pleeg te zijn’.
Dodonaeus ‘De gewoonste soort die we voor de echte Asphodelus houden hebben we Asphodelus major of Asphodelus albus major genoemd, dat is grote affodillen of grote witte affodillen'.
Volgens Theophrastus kan de bol gegeten worden net als de zaden. Uit de bollen wordt een slijm gehaald dat als een lijm gebruikt wordt door de boekbinders en schoenmakers. De melige wortelknol was bij Pythagoras een geliefd voedsel, met kaasjeskruid en vijgen leverde ze een goede maaltijd. De zetmeelrijke wortels bracht een inwoner van Duitsland in de vorige eeuw op de gedachte om een paar ton in te voeren voor consumptie. Waarschijnlijk vanwege de smaak werd dit experiment een fiasco. Bij de Grieken en Romeinen was het gewas ook in gebruik als medische plant, tegen slangenbeten en bij vrouwenziektes.
http://ser.lussac.free.fr/lussac.html
Abonneren op:
Posts (Atom)