zaterdag, september 15, 2012

Zaden oogsten


Oenanthe crocata

Zaden oogsten in de natuur, is één van de kleine en nuttige genoegens, die ik mij niet laat ontnemen. Rond kijken, observeren, in detail bekijken (bril wel opzetten), kleine hoeveelheden rijp zaad plukken en in papieren zakjes stoppen (of desnoods los in mijn broekzak). Het is nu het moment om bijvoorbeeld de zaden van echte guldenroede en de gewone engelwortel te oogsten. Ook brandnetelzaad is rijp, alhoewel ik die niet echt wil zaaien maar wel gebruiken om een tinctuur te maken. Zelf heb ik de donkere zaden van de giftige dodemansvingers geoogst, niet om mijn buurman te vergiftigen maar gewoon uit curiositeit.




Het recept van wijn van brandnetelzaad: 

Rijp brandnetelzaad, dat in de nazomer meestal overvloedig aan de grote brandnetels (Urtica dioica) te vinden is, moet u van de plant rissen. Ik zou aanraden daar wel handschoe­nen bij aan te trekken! Dit zaad stampt je in een vijzel fijn. U doet 50 gram zaad in een literfles en giet daar 3/4 liter witte wijn overheen. Dit mengsel 20 dagen laten staan. Zo nu en dan de fles goed schudden. Daarna zeeft u het mengsel en voegt u ongeveer 100 gram honing toe. De wijn is, wanneer u haar goed afgesloten in de koelkast bewaart, ongeveer een maand houdbaar. U moet er 1 tot 3 keer per dag een likeurglaasje vol van drinken.http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/45877-brandnetelroede-en-brandnetelwijn.html


vrijdag, september 14, 2012

Vrouwenmantel

Alchemilla bloeit nu voor de 2de maal, tenminste als je in juni de eerste bloei met blad geoogst heb. Traditioneel werd vrouwenmantel, hoe kan het ook anders bij vrouwenkwalen gebruikt. Wetenschappelijk gezien is het vooral een looistofplant. Nicolas Culpeper schreef in 1653 “dit is een van de opmerkelijkste wondkruiden en daardoor zeer geprezen voor alle wonden, inwendig en uitwendig”. Op de slagvelden van de 15e en 16e eeuw was de vrouwenmantel een van de populairste wondkruiden, wat mede te danken was aan het hoge looistofgehalte van de plant. De bladeren en bloeiende toppen werden het meest gebruikt, vooral als vaginaal spoelmiddel bij witte vloed en vaginale pruritus. Als mond spoelmiddel paste men het toe bij bloedend tandvlees, aften en als gorgelmiddel bij keelpijn. Bij hevige menstruatie of diarree kun je ook kruidenthee van vrouwenmantel drinken. Een goed combinatie is samen met framboos- en /of braamblad.
Het meest opmerkelijke in de praktijk is zijn progesteron-achtige werking, waardoor werkzaam bij pijnlijke menstruatie en PMS.

Zie mijn monografie op https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/alchemilla-sp-vrouwenmantel en
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23198-vrouwenmantel-thee-uit-de-tuin.html


Clin Drug Investig. 2006;26(10):567-73. Treatment of Aphthous Stomatitis with topical Alchemilla vulgaris in glycerine. Shrivastava R, John GW. Naturveda-Vitro-Bio Research Institute, ZAC de Lavaur, Issoire, France.
Recurrent aphthous ulceration is the most common oral mucosal disease known. It presents as three types: minor (most prevalent), major and herpetiform. However, there are no well established effective and reliable treatments of this condition. Alchemilla vulgaris (Lady's Mantle) has traditionally been used in oral hygiene and was recently shown to accelerate wound healing when used in combination with glycerine. The objective of this study was to determine whether this combination is effective in the treatment of the most prevalent form of aphthous ulcers.
An open-label study was conducted in 48 otherwise healthy male and female patients aged 4-44 years to determine the putative healing properties and tolerability of a standard 3% extract of A. vulgaris in glycerine (Aphtarine) on common minor oral ulcers. Patients with major or herpetiform ulcers were excluded from the study.
Topical application three times daily of Aphtarine gel to minor mouth ulcers relieved discomfort and produced complete healing in the majority of patients (60.4%) within 2 days and in 75% within 3 days, compared with 10.4% and 33.3%, respectively, without treatment and 15% and 40%, respectively, with commonly available treatments. Most patients appreciated the product's ease of application, taste and texture. Aphtarine was well tolerated locally and most patients rated the product good to excellent overall.
________________________________________________________________________________

Alchemilla is one of an aggregate of species collectively referred to as lady's mantle, all possessing similar medicinal properties. Many are cultivated. Medieval alchemists collected rain water or dew collected in the leaf center and used it for its purported magical and medicinal powers. This custom derived from the plant's generic name, alchemilla , which is from the Arabic word, “alkimiya” (universal cure for disease). In medieval tradition, it was used to treat wounds and female ailments. It has long been dedicated to the Virgin Mary, since the leaf lobes resemble the edges of a mantle. Among lady's mantle's historical uses are as a mild astringent, anti-inflammatory, diuretic, menstrual cycle regulator, treatment for digestive disorders, and relaxant for muscular spasms. Externally, it was used widely in bath preparations, wound healing, skin bruises, and as an herbal cosmetic.
________________________________________________________________________________

Les Alchémilles sont douées de vertus ‘progestérone mimétiques’, c'est-à-dire agissent à la manière de la progestérone ; il est bien connu que l’un des multiples effets de la progestérone sécrétée naturellement au niveau ovarien est de contribuer à l’élimination de l’eau des tissus (les oestrogènes agissent de manière inverse).http://christian-escriva-helichryse.promonature.com/precis%20phytotherapie%20extrait%203.pdf


dinsdag, september 11, 2012

Vlierbessen plukken?

Een beetje klagen dan maar. Vlierbessen plukken blijkt dit jaar niet goed te lukken. Niet rijp, wel rijp en dan door de vogels verorberd, weinig struiken hier in Pont ar Gorret en de weinige exemplaren zijn dan nog gebarricadeerd door manshoge braamstruiken en zaadvormende brandnetels. Logisch! Brandnetels, bramen en vlier horen nu eenmaal in hetzelfde biotoop thuis.

Gekrast en verneteld tot onder mijn oksels kom ik thuis met 10 armzalige vliertrosjes. Verwonderen doet het me wel, want wie had ooit gedacht dat ik ooit nog zulke inspanningen zou moeten leveren om enkele kilo's vlierbessen te vinden. Maar..... morgen zullen die bessen er moeten aan geloven.

Mijn vroegere verhalen over de vlier te lezen http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22937-vlier-geen-verboden-vrucht.html en http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/87762-vlierbessensiroop-met-wijn.html

En ik lees in een van mijn oude boeken:  Het bessen plukken werkt in ieder geval bloeddrukverhogend want dit is een hele klus, er moeten altijd veel bessen geplukt worden'. Daar kan ik dit jaar enig begrip voor opbrengen.

Verhalen over de vlier zijn onuitputtelijk, leuk maar ook wel verwarrend. Voor en tegen. De herborist Evelyn schreef in 1706  "A certain house in Spain, seated amongst meny Elder-treed diseased and killed almost all the inhabitants, which when at last they were grubbed up became a very wholesome and healthy place". Men verhaalt van degenen die onder een vlier in slaap vielen dat die nimmer meer wakker werden.
Maar... de struik was ook de woning van de goede huisgeest, de hollermoeder, die het huis beschut tegen vuurgevaar en het vee voor ziektes.


Een merkwaardig recept van Dodonaeus wil ik nog wel vermelden. Die besiekens sonderlinghe die platte sadekens ghedroocht/ sijn oock goet den watersuchtighen ghebruyckt/ ende dijsghelijcx den ghenen die seer vet sijn ende gheerne magherder waren.
Hij voegt er wel direct een “hindernisse” aan toe: Die Vlier es van sijn eyghen natuere den menschelijcker natueren heel tseghen ende contrarie/ hy maeckt groote walginghe ende beruerte in die maghe/ dermen ende buyck hy onstelt dat heel lichaem/ ende beneemt die cracht/ macht ende ghesontheyt van der levere.

maandag, september 10, 2012

Winde


Over de akkerwinde heb ik het al gehad, de haagwinde bloeit iets later, hij heeft wat tijd nodig om naar omhoog te klimmen om dan zijn witte bloemkelken verleidelijk de lucht in te steken. De witte, agressief groeiende wortels werden vroeger als een drasticum gebruikt. Drastisch groeien ze wel en na ze opgegeten te hebben, kunnen ze ook de darmen drastisch laten reageren. Laxerend dus. Ook de bloemen en de bladeren zijn licht laxerend en daardoor veiliger dan de wortel, ze zijn verder ook te proberen als kompres tegen huidzweren en abcessen.

Volgens Dextreit en vele andere oudere Franse herboristen is  Convolvulus  sepium  (Grand  liseron). Laxatif recommandé  dans  l'insuffisance  hépatique  ou  l'engorgement  du  foie.  Utilisé  aussi  dans  l'asystolie,  l'urémie  et les  cirrhoses. Dose  :  Deux  ou  trois  pincées  de  feuilles  par  tasse  d'eau bouillante.  Infuser  10  minutes.  Une  tasse  avant  chaque  repas.

Volgens een nog oudere autoriteit Dodonaeus zijn de Clocxkens winde anders ' in der medecynen niet dienstelijck oft profijtelijck als Galenus ende Plinius scrijven'.

In de Flora Batava wordt de akkerwinde als ' Een goed voeder voor Runderen, Paarden, Schaapen, en Geiten. (Linn. Reuss) niet voor varkens (Linn.) De Bloemen ook zeer goed voor de Beyen. (Sw. Abh.) Doch voor het overige is deeze Plant een der schaadelijkste onkruiden voor de Bouwlanden, omdat zij niet alleen door haare wortelen veel voedsel uit den grond trekt, maar door derzelver slingerenden Steel de graan-gewassen nederdrukt, en belet op te groeien. — Met recht heeft dus de Maatschappij van Landbouw, te Amsterdam, Ao. 1793. bij eene Prijsvraag over de middelen om schadelijke Planten uitteroeijen, deeze Plant bijzonder genoemd. Wenschelijk is het, dat van twee ingekomen Stukken, volgens het Programma der Maatschappij van 1797 elk met een Zilveren Medaillen bekroond, eenig algemeen gebruik zal kunnen gemaakt worden. De uitroeijing van deeze Plant is te moeilijker, om dat elk afgesneeden gedeelte van den wortel weder uitspruit, volgens Rosier.

Goed voeder voor dieren? Twijfelachtig en er zijn ook hallucinogene stoffen in blad en wortel ontdekt verwant aan de tropaanalcaloïden in bilzenkruid en doornappel. Dus wel wat voorzichtig zijn. Wordt vervolgd, zoals het leven.

http://leesmaar.nl/cruijdeboeck/deel3/capitel051.htm
http://leeswerk.nl/florabatava/01/met_tekst/0013.htm
http://kruidwis.blogspot.fr/2012/07/akkerwinde-pispotjes.html
Raymond Dextreit. La cure végétale. Toutes les p l a n t e s p o u r se g u é r i r. Janvier 1984
http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Calystegia+sepium

woensdag, september 05, 2012

Weidechampignon

We hebben wat weidechampignons in de tuin gevonden. Lekker! Helaas voorlopig nog niet genoeg om een maaltje te bereiden. Medicinaal gezien heeft deze paddenstoel mogelijk een anti-allergische werking.

In een ver verleden werden paddenstoelen weinig gewaardeerd. Zo schrijft Beverwijck; "Want zij groeien haastig in een nacht uit een grove, aardachtige en dampige stof zodat ze noch van de inwendige warmte, noch van de lucht gerijpt werden. Daar naast kunnen zij gemakkelijk uit enige verrotting die daar omtrent is als ook van slangen, padden en diergelijke vergiftige beesten enig vergif deelachtig worden. Zodat de kampernoelies niets anders zijn dan een vuiligheid of een zweet der aarde dat uitgeworpen wordt door een overtollige vochtigheid. Zo is het leven van den keizer Claudius, die met Campernoelyen, die hij zeer graag at, vergeven is, ook de Bisschop Borromeo, met twee van zijn huisgenoten, door het eten er van gestorven is".
Angst voor paddenstoelen is enigszins te begrijpen, ook nu is er ook bij mij, nog enige huivering bij het plukken van wilde paddenstoelen.

De weidechampignon is wel goed herkenbaar toch zijn er vergissingen mogelijk met withoedige knolamanieten, die hebben wel witte lamellen en een vliezige beurs aan de knolrand.
Ook met de braakverwekkende Karbolchampignon is verwisseling mogelijk, hij groeit echter in lichte bossen, tuinen en parken en verschilt verder door het geel aanlopende vlees in de steelknol, en natuurlijk door zijn karbolgeur bij het koken.

http://www.volkoomen.nl/f/paddESTOELEN.FAM.htm
https://sites.google.com/site/kruidwis/zwammen-fungi


woensdag, augustus 29, 2012

Netelborder, steenborder of wilde border

Bezig met een nieuwe border. Tussen eik en hazelaar, een overwoekerd plekje met brandnetel en braam, ik heb niks tegen netel en braam maar de variatie aan planten mag wel wat groter. We beginnen er zomaar aan.  Het is wel augustus, midden zomer, maar ik oogst toch wat wortelstokken van Canadese guldenroede, wilde asters, puntwederik, vind ook wat wollige munt en moerasandoorn ... en plant de zielige stengels tussen de afgemaaide brandnetels. In het Zuiden moet je dit niet proberen maar hier in Bretagne beginnen na een goeie week aster en guldenroede al nieuwe stengelscheuten te vormen. Worden zij de nieuwe woekeraars?
Niet alleen planten met wortelstokken maar ook planten met een groot blad kunnen de concurrentie met de netels aan. Dus ook wat Griekse alant en Russische rabarber er tussen gebracht. En gelukkig had er zich ook al een pompoen genesteld.

Enkele dagen later breng ik tussen de aanplant  hooi aan, gemaaid gras, dunne takjes en dies meer. Zeg maar oppervlaktecompostering en nadat ik de rand ook wat gefatsoeneerd heb, begint mijn netelplekje al enigzins, op een weliswaar zielige, maar wel echte border te lijken. Op het hooi breng ik een nieuwe laag luchtige bosgrond aan en poot er planten, die ik nog in potten had staan. Stevig groeiende maar wel bijzondere exemplaren zoals balsemwormkruid, kardoen, kattenkruid en lavas. En nu maar afwachten. Afwachten? Eerder in de gaten houden en ingrijpen wanneer het nodig is. Observeren! Dat doe ik nog het liefst van allemaal.

Puntwederik
Lysimachia punctata staat bekend als een woekerende vaste plant en die heb ik juist nodig in mijn wilde border. Lysimachia punctata vormt namelijk ondergronds veel worteluitlopers. Toch is de plant in sommige situaties goed toe te passen zoals bijvoorbeeld op plekken in de schaduw waar extra kleur gewenst is. De bloei van de puntwederik valt in de periode juni-juli. Lysimachia punctata wordt circa 120-130 cm hoog. De standplaats van de Puntwederik kan zonnig tot schaduw zijn. Hier in het Bretoense binnenland vind je de plant ook wild of verwilderd langs wegranden.

Niet zo direct medicinaal te gebruiken, toch bevatten de wortels een ' benzoquinone pigment, embelin, showed a significant cytotoxic activity in vitro against B16 and XC cell lines with ED50 values of 13 microg/ml and 8 microg/ml, respectively'. Fitoterapia. 2005 Jun;76(3-4):333-5. Cytotoxic activity of embelin from Lysimachia punctata. Podolak I, Galanty A, Janeczko Z.

En de gele bloemen bevatten een vette olie ipv nectar, die door specifieke bijen bevlogen worden. 'Some plants are known to produce mostly fatty oil in the flowers, instead of nectar. This oil is exclusively collected by specialized oil-bees, the pollinators of the oil-plants. Thirty-six compounds were detected in the scent samples, several of which were flower-specific. Pentane extracts of flowers and floral oil were tested on Macropis fulvipes in a biotest. Flower and oil extracts attracted the bees, and some of the compounds identified are seldom found in the floral scent of other plants; these may have been responsible for the attraction of the bees. J Chem Ecol. 2007 Feb;33(2):441-5. Epub 2006 Dec 7. Flower scent of floral oil-producing Lysimachia punctata as attractant for the oil-bee Macropis fulvipes.

zaterdag, augustus 25, 2012

Zeewier, gezegend wier?

Zeewier aan de Bretoense kust. Al die verschillende soorten die op mekaar lijken en toch anders zijn. Ik word er wel wat hopeloos van. Gelukkig zijn de meesten niet giftig en dus eetbaar, mits je ze goed verwerkt. Want er zo op kauwen is toch wel een taaie bedoening. Maar... wat een overvloed aan voedsel dat hier zomaar ligt weg te rotten! Veterwier of spaghettiwier? Vingerwier of Palmwier?

Vingerwier / Laminaria digitata
De vingervormige deelbladeren verklaren de Nederlandse naam. Deze bruinwier kan wel 2 meter lang worden. De steel is dik en buigzaam. Het vingerwier heeft hechtwortels. Hiermee zetten ze zich vast op stenen onder water. Het is een soort die kenmerkend is voor die rotskusten die zelden droog vallen. Dit wier is goed eetbaar, je kunt het als ‘kelp’ in natuurvoedingszaken vinden. Kelp bevat vitamine B2, niacine, choline, caroteen, algeninezuur en ook nog sporenelementen. Herboristen gebruiken kelp ter behandeling van vetzucht en constipatie (slijmstoffen).


Het Vingerwier vormt de basis van de kelpwouden in de Noordzee.  Kelp is verankerd aan de losse zandige zeebodem. Tijdens stormen kan het vingerwier loskomen  van de ondergrond en zich weer verder vestigen of aanspoelen op het strand. Visserij is een bedreiging voor deze wouden, de netten beschadigen het kelpwoud. Kelpwouden zijn de broedkamers voor veel soorten vis, en het  verdwijnen ervan in de Noordzee is een van de redenen van de afname van de vis in de Noordzee.

Chorda filum (Linnaeus) Stackhouse / Veterwier 
Een zeer opvallend bruinwier. De soort vormt lange (tot wel 4,5 meter) onvertakte draden van zo'n 3 tot 7 mm dikte, meestal licht- tot middelbruin van kleur en met een leerachtig uiterlijk, wel wat slijmerig aanvoelend. Van binnen hebben ze een sponsachtige structuur. De volgroeide plant is met lucht gevuld; oudere exemplaren zijn vaak buitengewoon taai. Vaak in kluwens aangespoeld op het strand.
Chorda filum, commonly known as dead man's rope or sea lace among other names, is a species of brown algae in the genus Chorda. It is widespread in the temperate waters of the northern hemisphere. The species also has numerous other common names related to its physical appearance. Names include mermaid's tresses, cat's gut, bootlace weed, seatwine, and mermaid's fishing line.




dinsdag, augustus 21, 2012

Oude eik onderweg

Op eikenbomen geraak ik nog lang niet uitgekeken. Dit misvormd exemplaar ontmoette ik ergens onderweg. Wat heeft hij ooit meegemaakt?

En den herborist in mij, vraagt zich af, of zo'n exemplaar een betere, een slechtere of een andere geneeskrachtige werking heeft.

Mijn avonturen met eiken vind je op http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/91860-eik-verhalen-en-verleden.html
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/62027-frankrijk-meaulne-eiken-en-een-kathedraal.html
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/34844-maretak-op-de-eik-van-isigny-le-buat.html

maandag, augustus 20, 2012

Onderweg


Onderweg. Naar Bretagne. Op de autoweg is het alsof je in een koker, afgesloten van het landschap, door de wereld raast. Hier en daar kun je er uit, maar je moet er wel voor betalen. In de afsluiting heeft de bosrank net zoals de roofvogel  een nieuw biotoop gevonden. Ik kijk achter de afrastering van de aire naar de akker en het heggenlandschap in de verte. Daar waar de boer al eeuwen verder boert

zaterdag, augustus 18, 2012

Warm wandelen

Stokroos 
Gewandeld op mogelijk de heetste dag van het jaar. Vertrekkend aan het tramstationnetje in De Haan. In het stof van de spoorlijn vinden we al direct het klein kaasjeskruid met bloem en onrijp zaad, vorm van het zaad moet zijn naam verklaren. Als kind aten we die, nog groene zaadjes, als broodjes. Hier op een mogelijke loop- en pisplaats voor hondjes en anderen, kun je het maar beter niet eten.
Wij zigzaggen verder tussen de fin-de-siècle villa's van De Haan, vinden voor we het duinbos in duiken nog de goed eetbare, wilde rucola met typische geur en verder de ronde, geurende blaadjes van look-zonder-look, jonge brandnetel en zevenblad. Via het bobbelige paardenpad met robertskruid en nagelkruid komen we op de weg naar Wenduine uit. Aan de rand van de weg, op zijn blijkbaar geliefde plaats, groeit stevig de bijvoet. Geen mooie plant en nu ook al uitgebloeid, maar wel een klassieke geneeskrachtige plant, ook ritueel veel gebruikt oa in de kruidwis, een zomerboeket dat in huis en stal werd gehangen ter bescherming  tegen duistere krachten.

Zijn er nog duistere krachten in deze maatschappij, buiten auto, GSM en ander stralend goed?
Wij steken de weg over naar een duinenpad dat ons naar het strand kan brengen. Hier is het domein van de stekelige struiken met vitaminrijke bessen: duindoorn, hondsroos en rimpelroos. Ze zorgen er niet alleen voor dat het duin op zijn plaats blijft maar voorzien vogels en herboristen van anti-oxydantrijk voedsel. Ik ruik al de gistende geur van rijpe bessen, later op het jaar kunnen snoepende vogels er zelfs zat van worden.
Sommigen van ons worden nu eerder duizelig van de onverbiddelijke hitte, vooral als we even op het hete zand van open duin en strand komen. Hoe is het mogelijk dat mensen nu nog bloot in de zon willen liggen. Wij, haasten ons weg van het strand. En sluiten af in het tuintje van onze Haanse villa, waar we aan de ingang opgewacht worden door stokrozen en binnen beelden vinden bijna verstopt tussen planten. Kleurrijke papiermachébeelden van een eigenwijze kat, vogeltjes en andere vormen tussen venkel en teunisbloem.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22584-de-tuin-als-huisapotheek-heemst-en-kaasjeskruid.html
http://huis-en-tuin.infonu.nl/tuin/42069-stokroos-mooi-maar-ook-geneeskrachtig.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/30603-kruidwis-rituele-planten-en-hun-betekenis.html


zaterdag, augustus 11, 2012

Zeegroenten onderweg

Van zee via zee naar zee. Voor een bergmens zit ik wel erg veel aan zee. Van Bretagne naar Belgische kust. Overnachten doe ik, natuurlijk in mijn motorhome, bij een oesterkwekerij in de buurt van St Malo. Tussen de kweekbakken en met zicht op zee. De immense verschillen tussen eb en vloed zorgen voor eindeloos verre stranden begroeid met zeewier maar ook met de echte zeegroenten zoals strandbiet, lamsoor en zeekraal.

Zeekraal / Salicornia
zeekraal bij  Saint-Benoît-des-Ondes
Zeekraal is een pioniersplant en als geen andere plant bestand tegen zoute omstandigheden. De plant neemt het zout op tijdens de groei en heeft daardoor een zilte smaak. Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Salicornia, is een combinatiewoord uit het Latijn, want sal of salis is 'zout' en cornu is 'hoorn'. Dat laatste probeert de vorm van de geledingen te duiden.
Tijdens het begin van de industriële revolutie was er in Engeland een enorme vraag naar zeekraal omdat voor de fabricage van glas en zeep soda nodig was. Zeekraal werd in grote hoeveelheden geoogst en op het strand verbrand. De overblijvende as bevatte hoge concentraties aan dat natriumcarbonaat.
Voor glas en zeep wordt het niet meer gebruikt, het wordt nu eerder als voedsel, zelfs als 3 sterrenvoedsel beschouwd. Enkele voorbeeldjes:
  • Garnalen op een bedje van kort gekookte zeekraal
  • Salade met zeekraal, kerstomaatjes en mozzarella
  • Koken met peultjes en geroosterd sesamzaad
Zeekraal kan alleen jong gegeten worden omdat bij een wat oudere plant de geledingen houtig worden. De groente heeft de beet van augurk en smaakt visachtig zout. Voordat hij in de verkoop kan, moeten ze een etmaal in zoet water staan om het zout er uit te laten trekken. Zeekraal is gezond en zit boordevol vitamines en het onmisbare jodium.

Young stems - raw or cooked as a potherb, added to soups etc. The plant is at its best for eating in late summer. The stems are very succulent, but have a thin woody core that is easily removed. They are best harvested when about 15cm long, the top 10cm being used leaving the bottom 5cm to produce new shoots. They require little cooking, just adding them to a soup for the last few minutes of cooking is sufficient. The plant has a salty flavour and makes a very pleasant raw nibble. The young shoots can be pickled after first boiling them in their own salted water. 
Seed. Rich in protein. The seed is rather small and fiddly to utilize. An edible oil is obtained from the seed. A high quality, it is similar to safflower oil (Carthamnus tinctoria)

The medicinal and therapeutic properties of Salicornia have long been known for centuries and in recent years certain flavonoids which have powerful antioxidant activity have been isolated in salicornia. The bioflavonoids quercetin, isorhamnetin and certain glycosides present in this plant have the potential for use as chemo-preventive agents in the fight against cancer.

Strandbiet / Beta maritima
De strandbiet bereikt maximaal een hoogte van zo'n meter. Hij heeft kale rechtopstaande stengels die soms rood aanlopen. Het kost de plant moeite om die stengels hemelwaarts te houden en dus vallen ze vaak om. In de bladoksels ontstaan vervolgens nieuwe bladeren. De plant bloeit met een aar van groene of roodachtige bloemen. De strandbiet gewoonlijk te vinden aan inhammen in de kust, zowel de natuurlijke (schorren, strandvlakten, kiezelstrandjes, aan de voet van duintjes) als de meer kunstmatige (zeedijken, havenkommen en zeeweringen.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Beta, is een bijzonder oud woord. Het is de Latijnse naam voor biet. De meeste woordenboeken maken het zich gemakkelijk door te claimen dat het woord uit het Keltisch stamt. Maar omdat niemand dat meer spreekt, loopt dat spoor dood. Veel waarschijnlijker is het dat het woord beta afstamt van de Griekse letter bèta (β) omdat de zaadjes die vorm aannemen wanneer ze opzwellen. Het tweede deel, vulgaris, betekent 'gewoon' en we herkennen daarin ook nog het Nederlandse woord 'vulgair'. Het derde deel, maritima, betekent '(aan) zee'

Het waren als eerste de Grieken die de strandbiet als medicijn en voedsel gingen gebruiken. De latere Romeinen begonnen de biet al als veevoer te verbouwen en zij zorgden voor de verdere verspreiding over het Europese continent. Sommige Romeinen beschouwden de biet zelfs als een lustverhoger, een afrodisiacum. Anderen dachten weer dat je het wel twee maal moest koken om maagpijn en winden te voorkomen. 

Lamsoor / Limonium
Lamsoor (Limonium vulgare) behoort tot de strandkruidfamilie (Plumbaginaeae) en tot die familie behoren behoorlijk wat zoutminnende planten. Logisch, zou je zeggen want als je nabij het zilte zeewater wilt gaan wonen dan moet je als plant wel van zout houden. Lamsoor komt voor aan de Europese kusten van de Atlantische Oceaan en sporadisch aan die van de Middellandse Zee. 
Zijn domein strekt zich uit vanaf de gemiddelde hoogwaterlijn tot de gemiddelde springvloed lijn. Zo blijft hij voldoende met zijn wortels in het vocht staan. Lamsoor is een tot 50 centimeter hoge plant, heeft grauwgroene bladeren en bloeit omstreeks midden augustus met paarsblauwe bloemen. Dat heeft hem in Engeland de naam sea lavender opgeleverd. Deze plant vermeerdert zichzelf via zijn wortels en daardoor kunnen hele velden lamsoor violet kleuren.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Limonium, wordt vreemd genoeg vaak in verband gebracht met limon ('limoen') of leimon ('grasland'), maar wat lamsoor met een citrusvrucht of met een weiland te maken heeft is onduidelijk. Nee, de enige juiste verklaring is dat het woord afstamt van het oud-Griekse woord lemnos dat 'baai' of 'zeearm' betekent. Het tweede deel, vulgare, betekent 'gewoon' of 'echt'. 
Lamsoor houdt ervan om met zijn voeten in het zoute water te staan, maar het teveel aan zout wordt door grote aantallen zoutklieren uitgescheiden. Daardoor wordt het inwendige zoutgehalte niet hoger dan die van het omringende zeewater.

Van lamsoor wordt gezegd dat het een ontsmettende werking zou kunnen hebben. Dat is een logische gevolgtrekking omdat het door het opgenomen zeewater jodium, fluor, broom en heel veel natriumchloride (zout) bevat. Die stoffen hebben allemaal een desinfecterende werking. De wortels bevatten veel bittersmakende tannine en die hebben een wat samentrekkende werking, zoals sterke thee of rode wijn dat soms ook kan hebben. De wortels van lamsoor zouden daardoor ook bloedingen stelpen.

Meer over zilte groenten: http://www.levenmetwater.nl/static/media/files/concept_eindrapportage_Zilte_Landbouw_Texel.pdf






vrijdag, augustus 10, 2012

Guldenroede en dophei

Nog even wat plukken, voor ik morgen voor een week naar België vertrek. Op vakantie???? De dopheide bloeit en we willen er een mededrank mee bereiden.

Heidegebieden zijn er hier genoeg. Dopheide, struikheide, brem maar vooral gaspeldoorn vinden we veel. En deze stekelige struik maakt het niet altijd gemakkelijk om schramvrij te plukken. Ik rij, met de auto deze keer, richting Scrignac, langs de weg bloeit de dophei nog volop maar ondanks de rustige wegen, wil ik toch liever in een proper heidegebied plukken. Dat vind ik tussen Scrignac en Guerlesguin, waar naast de dopheide ook de struikheide voorzichtig aan zijn bloei is begonnen. Een grote bos dophei, Erica tetralix is vlug geplukt, alhoewel het wel wat zoeken is naar nog fris bloeiende struiken.
In het terugrijden vind ik veel bloeiende guldenroede langs de wegkant, de bloeitoppen zijn een van onze beste nierkruiden en van deze Solidaginis herba wil ik vandaag nog tinctuur maken.

Heidevelden, de oergebieden van vroeger. Mellie Uyldert kon er zo mooi, ouderwets romantisch over schrijven. 'In het voorjaar schuimt het goudgeel van de brem over het heipad, die taaie struiken, sober en houtig, bij de hei behorend. En met hun allen vormen zij de heidegemeenschap: de droge grond met haar paarse, honinggeurige heidekleed, het dennenbos met de bosbessen, de jeneverbes, de groepjes berken en in het najaar de vele paddenstoelen! De dophei bij het poeltje, met de kruipwilg, de kraaiheide met haar zwarte besjes voor de kraaien, de vossebes en de veenbes. De roosjes en de bramen. De brem. De witte vuur-stenen. De eenzaamheid en de wind met zijn oude verhalen, de jagende wolken. De schapen, de elk jong scheutje opknabbelen en zo de hei bewaren, die anders in bos zou veranderen. En in de nazomer, als de heide bloeit, het gonzende bijenvolk, dat de honing komt halen, af en aan vliegend uit de korven, die de imker aan de rand van de heide gezet heeft des nachts. De zon, de stilte, het zoemen'. Uit Plantenzielen.

Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/36317-heide-zijn-geschiedenis.html

donderdag, augustus 09, 2012

Zaad, hoop voor volgend jaar

rode zaaddoos rozenwortel
 De laatste dagen heb ik ook wat vaste planten gezaaid. Hoop voor volgend jaar. Het is, wat mij betreft nu een goede zaaitijd voor vaste planten, in de natuur beginnen de eerste zaden ook te rijpen en zijn ze dus vers te plukken. 

Gezaaid: 

  • de zwarte zaden van zwartmoeskervel die ik geoogst heb aan de kust, 
  • de rozenwortelzaden geoogst een maand geleden in de Alpen
  • de zaden van de vuurwerkplant, in juli onrijp geoogst in mijn Provençaalse tuin en verder laten afrijpen hier in Pont ar Gorret
  • zaad van moederkruid gisteren 'gestolen' aan de rand van een tuin bij Huelgoat
  • muskuskaasjeskruid, rijp zaad vond ik in een oude groeve bij Carhaix

een internationaal gezelschap wordt het wel, en volgende week ook nog eens rondkijken 'on my way to Belgium'

woensdag, augustus 08, 2012

Duizendguldenkruid en anderen


Een aangename verrassing was het wel. Met de fiets in de ochtend terug naar het plekje, door mij genaamd 'heerlijk wilde akker', om wollige munt, heelblaadjes en andoorn te plukken. Bijna verdrinken in de overdaad van bloeiende planten, wat doet dat met een mens? En toch was het genot nog groter, toen ik later bij de brug over de Aulne, eerst één en dan nog één en dan meerdere bloeiende duizendguldenkruid plantjes ontdekte.


Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/36412-in-de-naam-van-duizendguldenkruid.html

Over duizendguldenkruid in het Lehrbuch der Biologischen Heilmittel, Madaus, 1938.

Die ärztliche Anwendung des Tausendgüldenkrautes läßt sich bis zu den Hippokratikern (5. und 4. Jahrhundert v. Chr.) zurückverfolgen. Dioskurides empfiehlt es als Purgans, Emmenagogum, Augen- und Wundmittel. Ferner schreibt er von der Extraktbereitung: "Was nun die Saftgewinnung aus den trockenen Wurzeln und Kräutern betrifft, so wird dieselbe durch Kochen bewirkt wie beim Enzian; was den Saft der ausgepreßten frischen Rinde, Wurzel und Kräuter angeht, so wird er in der Sonne eingeengt." In wie hohem Ansehen die Pflanze als Wundmittel in der Antike stand, ist nach Plinius aus einem verbreiteten Glauben zu ersehen, nach dem sie geschnittenes Fleisch beim Kochen wieder verbinden könnte. Auch später im Mittelalter, z. B. bei Albertus Magnus, findet sich dieselbe Bemerkung: "et mirum narratur de ea, quod etiam, si coquatur cum carne incisa, quod conjungit eam." Die alten Gallier schätzten sie als Antidot.

Der gallische Volksmediziner Marcellus Empiricus (4. Jahrh. v. Chr.) erwähnt an vielen Stellen das "Centaureium", bringt aber meistens dieselbe Anwendungsweise wie die alten griechischen und römischen Ärzte. Nicht von Plinius übernommen dürfte wohl das folgende Rezept sein: "Die zerstoßene Erdgalle gib in ganz altem Wein dem Hüftkranken, der nüchtern sein und mit einem Fuße auf der Türschwelle stehen muß. Aber reiche den Heiltrank nicht in einem Glas." Weiter galt Centaurium als gutes Mittel gegen Leberverstopfung und Febris intermittens. Eine Pflanze "Centaurea", unter der vielleicht unser Tausendgüldenkraut zu verstehen ist, nennt auch die hl. Hildegard in ihrer Physika. L. Fuchs (16. Jahrhundert) bringt die erste gute Abbildung der Pflanze. H. Bock drückt die Wertschätzung, die das Tausendgüldenkraut genoß, folgendermaßen aus: "ist köstlich im Leib und auch eusserlich zu brauchen." Matthiolus empfiehlt es u. a. als Bleichmittel für die Haare.

Als volksmittel erfreut sich die Pflanze auch heute nicht nur in Deutschland, sondern auch in Rußland, besonders als Magenmittel, großer Beliebtheit. Ein Branntweinaufguß zusammen mit Hartheu (Hypericum perforatum) ist sehr geschätzt und fehlt im Gouvernement Kiew nie auf dem Tische der Dorfgeistlichen. In der Steiermark wird gegen skrofulöse Augenleiden 6 Wochen täglich ein Tee aus Nußblättern und Tausendgüldenkraut getrunken. Die Wendinnen trinken Tausendgüldenkrauttee gegen Amenorrhöe. Daß das Kraut häufig mit Blutungen in Verbindung gebracht wird, dürfte wohl mit der roten Farbe der Blüten zusammenhängen. Nach einer ostpreußischen Sage gehört das Tausendgüldenkraut zu den Pflanzen, deren Heilkraft ein Vogel gegen die Pest rühmte. Die Ungarn glauben, daß es gegen die Tollwut schütze. Wie viele andere rotblühende Pflanzen gilt es auch als dämonenabwehrendes Mittel.


dinsdag, augustus 07, 2012

Guldenroede bloeit

 Ik zag de echte guldenroede vandaag bloeien langs de weg naar Huelgoat. Helaas stonden er slechts een tiental planten en dus heb ik ze laten staan. We wachten op een beter moment en op een betere plaats om deze basisplant voor nieren en urinewegen te oogsten. In onze nieuwe tuin heb ik nog geen guldenroede aangeplant.
Gelukkig mag er naast de echte guldenroede ook verschillende andere soorten medicinaal gebruikt worden oa Solidago canadensis en Solidago gigantea, respectievelijk de Canadese en de Late. De Canadese heb ik gisteren al wat geoogst, het is een uitheemse soort die je nu veel verwilderd langs wegen en rivieren kan aantreffen.

Naamverklaring
Solidago zou afkomstig zijn van solidare of solidum agare: gezond of vast maken, omdat guldenroede vroeger als een wondhelende plant bekend was. De soortnaam virgaurea komt van virga (roede of tak) en aurea (goud), vanwege de rechte stengel met goudgele bloemen. In mijn fantasie slaat het ook op een goede, goude, gulden roede omwille van de urineafdrijvende werking. De Nederlandse naam is daarmee ook duidelijk. Heidens wondkruid is een oude naam die o.a. bij Petrus Nylandt is terug te vinden. Men beweerde dat in de Middeleeuwen de Arabische Saracenen het kruid gebruikten als wondhelend middel en deze volkeren werden natuurlijk als heidens beschouwd, vandaar ook de latijnse naam Solidago sarracenica. Daarmee zijn dan ook de 2 voornaamste farmacologische werkingen, een adstringerende en een diuretische, bekend.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23261-guldenroede-voor-gouden-urine.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/solidago-species-guldenroede

Golden Rod is an ingredient in the Swiss Vulnerary, faltrank. It is astringent and diuretic and efficacious for stone in the bladder. It is recorded that in 1788 a boy of ten, after taking the infusion for some months, passed quantities of gravel, fifteen large stones weighing up to 1 1/4 OZ., and fifty over the size of a pea. It allays sickness due to weak digestion.
http://www.botanical.com/botanical/mgmh/g/golrod26.html

Orally, goldenrod is used as a diuretic, anti-inflammatory, and antispasmodic. It is also used orally for gout, rheumatism, arthritis, eczema, and other skin conditions. Goldenrod is also used for acute exacerbations of pulmonary tuberculosis, diabetes, enlargement of the liver, hemorrhoids, internal bleeding, allergic rhinitis, asthma, and prostatic hypertrophy. It is also used as "irrigation therapy" where it is taken with copious amounts of fluids to increase urine flow to treat inflammatory diseases of the lower urinary tract, urinary calculi, and kidney gravel. As "irrigation therapy," it is also used as prophylaxis for urinary calculi and kidney gravel.
Topically, goldenrod is used as a mouth rinse for inflammation of the mouth and throat and externally for poorly healing wounds.

maandag, augustus 06, 2012

Even....

Moerasandoorn
Even fietsen in de schemering. Het fietspad op richting gare Skrignag, ja het fietspad is ooit een spoorweg geweest en ja we zijn in Bretagne, het land van magie en tongbrekende namen: Pont ar Gorret, Kervallon, Ty Jaffré, foret de Fréau en terug Pont ar Gorret, mijn fietsroute.
Onderweg de spekwortel gezien, een veld gewone engelwortel en gestopt bij een heerlijk verwilderde akker met veel jakobskruiskruid, peen, heelblaadje, moerasandoorn en wollige munt. Verdwaasd onder gedompeld in planten, in Bretoense wolkenluchten en met het burrelen van een ree in de verte, een moment van mogelijkheden. Even de eeuwigheid.




Gewone engelwortel is hier wel ongewoon veel en imposant aanwezig. Daar moeten we de volgende dagen wel wat mee doen. Maar gewoon genieten van de bloemschermen in de blauwe schemering, kan natuurlijk ook.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/angelica-archangelica-aartsengelwortel

Moerasandoorn staat hier echt mooi te zijn, zo mooi dat ik hem zelfs niet herkende. Niet echt een gebruiksplant toch lezen we in de Flora Batava dat 'de wortel is meelrijk en gekookt zijnde kan dezelve gegeten worden, gedroogd en tot meel bereid, kan men hiervan brood bakken'.
http://leeswerk.nl/florabatava/02/met_tekst/0106.htm

Rietgras en DMT


Ons wildernisje heeft nog niet al zijn geheimen prijs gegeven, want naast brandnetel en bramen groeit er ook veel rietgras. Duits: Rohrglanzgras, Engels: Reed canary grass, Frans: Baldingère en de officiële naam Phalaris arundinacea. Niks bijzonder zul je denken, toch maakt hij een bijzonder hallucinogeen stofje aan.

Rietgras en gele lis
Dimethyltryptamine, ook bekend als DMT, het is een indoolalkaloïde met een moleculaire structuur verwant aan de neurotransmitter serotonine. De stof wordt van nature aangemaakt door heel wat planten, dieren en...mensen. De functie van de stof is tot dusver niet duidelijk, al blijkt uit onderzoek dat DMT mogelijk een rol speelt bij schizofrenie, bijna-doodervaringen en visueel dromen. DMT heeft psychoactieve eigenschappen en kan worden gerookt, geïnjecteerd of oraal toegediend worden. DMT behoort tot de hallucinogene en entheogene (Grieks, de godheid binnenin opwekkende) drugs.

Op een blaadje of steel knabbelen zal je geen visioenen of de verlichting opleveren, er zit nu eenmaal te weinig van die stofjes in de plant om psychische effecten te veroorzaken. Al zijn er wel fanatieke psychonauten die, door de plant te laten afzien, het gehalte aan DMT trachten te verhogen. Blijkbaar maakt de plant extra stoffen aan om zich te beschermen tegen stress.

La pharmacologie de Phalaris arundinacea varie considérablement. Normalement il contient beaucoup (?) d'alcaloïdes comme DMT, MMT, 5-MeO-DMT et gramine. Gramine est assez toxique et il serait responsable de la plupart des effets négatifs du Phalaris. Toutes les espèces de Phalaris peuvent être stimulées à une plus grande production d'alcaloïdes en les exposant au stress. Ce stress peut consister de taille, trop d'ombre, ou manque d'eau et doit être appliqué 1-2 semaines avant la récolte.

zaterdag, augustus 04, 2012

Zwartmoeskervel

Uitwaaien aan zee. Veel venkel en een andere opvallende schermbloemige met zwart zaad vinden we hier, en dat blijkt zwartmoeskervel te zijn. En natuurlijk heb ik wat zaad meegenomen, dus hopelijk volgend jaar ook zwartmoeskervel in het Bretoense binnenland.

Wat zegt Dodoens refererend aan Dioscorides over die vergeten groente 'dat de bladeren en stelen van dit gewas gekookt en hetzij alleen, hetzij met vis gegeten worden en hij voegt er ook noch bij dat die rauw weg gelegd en in pekel bewaard worden. De wortel, zegt hij, wordt ook rauw en gekookt gegeten en zo genoten is ze de maag of de mond aangenaam.
Tegenwoordig wordt de rauwe wortel van deze grote eppe ook op tafel gebracht en in plaats van ander salade op het brood gegeten. Het zaad van deze grote eppe alleen of met honigwater ingenomen verwekt de maandstonden van de vrouwen en jaagt de nageboorte en dode vruchten af, scheidt alle winden, verdrijft en verzoet de pijn en krimping van de buik, laat de plas rijzen en is zeer goed tegen de druppelplas.
Men eet de jonge stelen van dit gewas met peper en zout zoals de artisjokken en kardoens, want ze zijn aangenaam en lieflijk van smaak. Zo gegeten is de grote eppe een zeer goed moeskruid, voedt goed en doet dezelfde werken die peterselie doet, maar krachtiger.’


Edible Uses                                      
Edible Parts: Flowers;  Leaves;  Root;  Stem.
Edible Uses: Condiment.
Leaves and young shoots - raw in salads or cooked in soups, stews etc. The plant comes into growth in the autumn and the leaves are often available throughout the winter. They have a rather strong celery-like flavour and are often blanched (by excluding light from the growing plant) before use. Leafy seedlings can be used as a parsley substitute. Stem - raw or cooked. It tastes somewhat like celery, but is more pungent. The stem is often blanched (by excluding light from the growing plant) before use. Flower buds - raw. Added to salads, they have a celery-like flavour. The spicy seeds are used as a pepper substitute. Root - cooked. Boiled and used in soups, its flavour is somewhat like celery. The root is said to be more tender if it has been kept in a cool place all winter.

http://www.volkoomen.nl/S/SMYRNIUM.htm

Nat Prod Res. 2012;26(11):993-1003. Epub 2011 Sep 9. Antifungal activity and chemical composition of essential oils from Smyrnium olusatrum L. (Apiaceae) from Italy and Portugal. Marongiu B, Piras A, Porcedda S, Falconieri D, Frau MA, Maxia A, Gonçalves MJ, Cavaleiro C, Salgueiro L.

donderdag, augustus 02, 2012

Vleermuis-je, Vleermuis-je, Vleermuis-je.......Pipistrellus pipistrellus of Plecotus austriacus


Het leek eerst een vies stukje flodderplastic, maar bij nader toezien bleek het een levensecht mini-vleermuisje te zijn. Waarschijnlijk uit zijn nest, onder de leisteendakpannen, gevallen. 


Aan een stok, die we bij zijn poten hielden, ging hij zich reflexmatig vastklampen en... onderste boven hangen, zoals het een echte vleermuis betaamt.


dinsdag, juli 31, 2012

Mijn wildernisje

Herken je deze schoonheid?
Mooi mag ik het niet noemen. Tuin helemaal niet. En gevaarlijk kan het ook wel zijn. Ons stukje wildernis, de moerassige overloop van de Aulne, net voor het water van de rivier zich onder de pont ar gorret door perst. Het is het domein van brandnetel en braam, met hier en daar de nu bloeiende wilgenroosjes en moerasspirea die het geheel moeten opvrolijken. Ook valeriaan probeert zich te handhaven en dan hebben we nog de exclusieve en dodelijke dodemansvingers die hier hun mannetje kunnen staan.


Circaea lutetiana
Zelf dwaal ik er ook wel eens rond, mij met mijn machette een weg banend, zonder pardon voor de brandnetels. De ongelijke grond met hier en daar een verborgen poeltje onder het onverbiddelijk groen, maken het nog spannender.  Ik probeer toch wat paden, eerder sporen te trekken door mijn wildernisje. In de hoop op de open gekapte vierkante meters nog andere woekerende planten in te kunnen brengen, planten die het willen opnemen tegen onze brandnetel. Goeie kandidaten zijn het groot hoefblad en koninginnekruid, reuzenbalsemien zal het hier ook wel doen en verder kunnen de kleurrijke kattestaart en wederik het geheel wat opvrolijken.

Er groeien hier wel meer planten, zoals dotterbloem en speenkruid, maar die zij nu al verdwenen of verstopt onder het hoge groen. Wat wel aanwezig is onder de netels zijn de kleine, wit bloeiende heksenkruidjes. Het is dan nog het zogenaamd groot heksenkruid Circaea lutetiana, een indrukwekkende naam voor een nietig plantje. Maar... het leert ons wel een lesje...dat alles mooi, lelijk of interessant kan zijn, het is maar hoe je het bekijkt of in mijn geval hoe je het fotografeert.

Wat technische uitleg over moerasplanten
Typerend aan vele moerasplanten is dat ze zich hebben aangepast aan een droge periode (vb. het uitdrogen van een rivierbedding) en een periode van gedeeltelijke of volledige onderdompeling. Voor sommige soorten is deze afwisseling noodzakelijk voor hun bestaan. De groep omvat een groot aantal families waarbinnen een grote diversiteit van plantensoorten optreedt van in het water drijvende planten, zoals Witte waterlelie en Gele plomp, tot oever- en moerasplanten, zoals Kalmoes, Zwanenbloem en Lisdodde.

Meer over Circaea  http://kruidwis.blogspot.fr/2011/11/heksenkruid.html



Bernagie bloeit



Hemelsblauwe lieve bloemen met ruwbehaarde bladeren. Zo ziet en voelt Borago officinalis. De lieve naam Bernagie en de ruwe naam Borago zegt al iets over zijn uiterlijk maar mogelijk ook over zijn medicinale werking. Borago komt van bourru, ruw of van het Arabische abu buraq, vader van het zweet, wat verwijst naar zijn zweetdrijvende werking of abu huras, vader van ruigte. Of nog interessanter naar cor'ago, hart-opwekkend of courage hebben, moedig zijn, dit verwijst naar de van oudsher bekende werking tegen melancholie, mag ik dat vertalen als anti-depressief.

Borage is stated to possess diaphoretic, expectorant, tonic, antiinflammatory and galactogogue properties.
Traditionally, borage has been used to treat many ailments including fevers, coughs and depression. Borage is also reputed to act as a restorative agent on the adrenal cortex.
Borage oil (starflower oil) is used as an alternative source to evening primrose oil for gamolenic acid.

Uit Herbal Medicines Third edition Joanne Barnes, Linda A Anderson and J David Phillipson



zaterdag, juli 28, 2012

Oude, grove den gij......

We hebben een oude, grove den Pinus sylvestris prominent op het grasveld voor ons huis staan. Hij oogt niet echt mooi, letterlijk grof, maar zo'n boom omhakken, daar moet ik niet aan denken. Vandaag heb ik dan toch de onderste takken weggezaagd en....met het bezig zijn begon hij mij steeds meer aan te spreken... de pijn in mijn gewrichten en spieren van het zagen, het schampschot langs mijn been toen een tak naar beneden viel, de geurige hars die mijn neusgaten prikkelden en aan mijn handen bleef plakken....
Nuttig
Nuttig zijn ze ook, die goeie, ouwe pijnbomen. Het hout en kegels voor de kachel, naalden en hars voor een hoestsiroop of voor een etherische olie of voor de terpentijolie, het korstmos op zijn stam als kleurstof.....De oude naam pijnboom vind ik eigenlijk mooier en toepasselijker dan grove den. Het woord is afgeleid van het Latijnse woord pinus wat vlot betekent, maar misschien ook van Pinus, het vriendinnetje van de Griekse god Pan. Hij werd ook wel mastboom genoemd want men gebruikte het hout vroeger voor boten en vlotten. Het Mastbos bij Breda in Nederland herinnert aan deze oude naam.

De oudste kano ter wereld (uit ca. 7500 v.Chr.) is gemaakt van een stam van de grove den. De resten ervan werden gevonden in een dik laag hoogveen in Drenthe bij de aanleg van een snelweg.
Bijzonder is ook dat de naalden in de 19e eeuw voor de fabricage van dennenwol, de zogenaamde Waldwolle werd gebruikt. Deze diende als stopmateriaal.
In oude boerderijen verlichtte men de kamers met zogenaamde kienspanen (in hars gedompelde takken).

Mythologie
De pijnboom stond als symbool van vruchtbaarheid, onsterfelijkheid en eeuwigheid bij de oude Grieken in hoog aanzien. Het was de heilige boom van de natuurgodin Cybele en haar minnaar Attis die haar ontrouw werd. In de Cybele-cultus van de Frygische boeren werd een pijnboom (als symbool van de fallus) gekapt (castratie) en plechtig naar een tempel gedragen. Na een dag van rouw vierde men de wederopstanding van Attis. In tegenstelling tot de boeren vereerden de burgers in de pijnboom Ares, de oorlogsgod.

Dus die ouwe, grove den mag (voorlopig) blijven.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/pinus-species-grove-den-e-a