dinsdag, augustus 13, 2024

Mucuna en Parkinson

De ziekte van Parkinson (ZvP) is een zich geleidelijk aan ontwikkelende neurologische aandoening die wordt veroorzaakt door de afbraak van specifieke zenuwcellen in de hersenen. Met name de zwarte kern (substantia nigra) is aangedaan, waardoor er een tekort aan dopamine in het lichaam ontstaat met als gevolg verschijnselen als beven, spierstijfheid, problemen bij het lopen en bij de coördinatie. Er komen echter ook moeilijkheden op mentaal, emotioneel en cognitief gebied voor.

Mucuna pruriens (L.) DC. waarvan de bonen in de ayurveda, de traditionele Indiase geneeskunst, al eeuwenlang worden gebruikt voor de behandeling van stoornissen in het centrale zenuwstelsel, waaronder de ZvP  – staat in dit verband in de belangstelling. M. pruriens bevat naast een natuurlijke hoeveelheid levodopa [5] ook andere stoffen*, die mogelijk zelf werkzaam zijn bij de ZvP dan wel het effect van levodopa versterken met minder bijwerkingen dan de reguliere medicamenteuze behandeling. Dit bleek uit resultaten van de eerste pilot-onderzoeken met preparaten van M. pruriens. Deze inhoudsstoffen zouden niet alleen de plant, maar ook kwetsbare dierlijke en humane cellen tegen oxidatieve schade kunnen beschermen.

Oxidatieve stress bij de ziekte van Parkinson 
De exacte oorzaken voor het ontstaan van de ZvP zijn nog niet helder. Potentieel etiologische factoren als veroudering, genetische predispositie en toxische stoffen uit bijvoorbeeld de voeding of het milieu dragen bij aan specifieke kwetsbaarheden in de hersenen. De nieuwste wetenschappelijke inzichten duiden echter steeds meer op een gemeenschappelijk pathofysiologisch mechanisme. Een mitochondriale ontregeling en de daarmee samenhangende oxidatieve stress [13] blijken thans de cruciale factoren in het ziekteproces bij de ZvP. Hersencellen van de substantia nigra, die dopamine aanmaken, zijn extra gevoelig voor oxidatieve stress door uiteenlopende risicofactoren die in een delicate balans met elkaar verkeren. Een endogene of exogene oxidatieve stimulus kan al gauw tot een ontsporing en de vorming van diverse vrije radicalen leiden. Deze vrije radicalen brengen op hun beurt grote schade toe aan DNA, aan membranen (met name de lipiden), eiwitten en uiteindelijk aan de hersencellen zelf en kunnen zo de ZvP bevorderen. Deze bevindingen passen in de door natuurartsen gelanceerde oude antioxidantenhypothese. De keuze van een therapie met antioxidanten lijkt daarom de aangewezen weg, niet alleen voor behandeling van symptomen, maar ook voor neuroprotectieve doeleinden, om verdere afbraak van hersencellen zoveel mogelijk te voorkomen.

*Behalve levodopa bevatten de bonen tetrahydro-isochinolinen, noradrenaline en misschien ook tryptaminederivaten zoals serotonine, die als neurotransmitters bij overdracht van signalen binnen de hersenen betrokken zijn. Over het al of niet voorkomen van tryptamine afgeleide stoffen als serotonine zijn echter tegengestelde resultaten gepubliceerd. Andere belangrijke inhoudsstoffen zijn de antioxidanten co-enzym Q10 [3, de gereduceerde vorm van nicotine adenine dinucleotide (NADH), glutathion (GSH) en polyfenolen/ ijzerchelatoren. Al deze antioxidanten vervullen een specifieke functie in de mitochondriale elektronentransportketen en de energieproductie in de mitochondriën 

Enkele onderzoeken
  • Misra L, Wagner H. Extraction of the bioactive principles from Mucuna pruriens seeds. Ind J Biochem Biophys 2007;44:56-60. 
  • Latté KP. Mucuna pruriens (L.)DC. – Die Juckbohne. Ztsch Phytother 2008;29:199-206. 8 Kasture S, Pontis S, Pinna A, Schinto N, Spina L, Longoni R, Simola N, Ballero M, Morelli M. Assessment of symptomatic and neuroprotective efficacy of Mucuna pruriens seed extract in rodent model of Parkinson’s disease. Neurotox Res 2009;15:111-22. 
  • Anoniem. An alternative medicine treatment for Parkinson’s disease: results of a multicenter clinical trial. HP-200 in Parkinson’s disease study group. J Altern Complement Med 1995;1(3):249-55. 
  • Manyam BV, Parikh KT. HP-200: a herbal drug for treatment of Parkinson’s disease. Parkinson Magazine 1997;8:10-11

zondag, augustus 11, 2024

Ik kan me de eerste heggeranken nog herinneren in de holle wegen van Hoegaarden. Hoe zij met
tientallen scheuten ontsproten uit die dikke bietwortel en hoe de gekrulde stengels als voelsprieten
zich om tak en vinger draaiden. Planten werden voor de eerste keer levend voor mij. Ze bewogen!!!

Dat deze levende plant ook voor de mensheid wat heeft betekent, kon ik toen natuurlijk niet weten. Ik ga maar weer 2000 jaar terug, tot bij Plinius die de naam bryonia al vermelde. Die naam is afgeleid van het Griekse „bryo", groeien, spruiten, op grond van het snel en talrijk ontspruiten van loten aan de wortelstok. 'dioica' betekent tweehuizig omdat mannelijke en vrouwelijke bloempjes aan verschillende planten groeien. 

De naam „Heggerank" slaat op de plaats waar de plant veelvuldig voorkomt, aan heggen en hekken. De bryonia alba verschilt alleen maar in een paar opzichten van de bryonia dioica doordat hij eenhuizig is en de rijpe bessen zwart zijn en niet rood.Oorspronkelijk inheems in het Middellandse-Zeegebied, in Midden- Europa op vochtige plaatsen langs hagen en hekken. Hij bloeit met groene, onooglijke maar wel mooie bloemen van juni tot september. In het voorjaar of in de herfst worden de, soms tot 2,5 kg wegende, bietachtige wortels opgegraven en meestal vers verwerkt. Gedroogde wortels zijn minder krachtig. Voor de
homeopathische oertinctuur worden de verse, vlak voor de bloei uitgegraven wortels gebruikt.
Al in de oudheid was heggerank bekend; in de Middeleeuwen werd de wortel vaak gebruikt om als valse  mandragorawortel (alruinwortel) voor veel geld verkocht te worden; de wortel werd daartoe in vorm bijgesneden, hij had namelijk geen beentjes zoals de echte Alruin.

Bryonia, geneeskrachtig en giftig maar vroeger wel gebruikt.
Bryonia, wel een geneeskrachtige maar ook zeer giftige plant en dus nu niet meer toegepast in de natuurgeneeskundige fytotherapie. Het is wel een voorbeeld van een plant die ondanks zijn sterke, gevaarlijke werking in het verleden toch veel gebruikt geweest is.
Zo vermeld Dodonaeus, de bryoniewortel niet alleen als sterk laxeermiddel, maar 'het treckt af die taeye fluymen/ ende doet die urine lossen/ ende es seer goet om die herssenen/ borste ende die inwendige leden van fluymen ende groven taeyen vochticheden te suyveren ende te reynighen'. Dus wel een totaal reinigend en uitscheidend middel, maar wel wat te straf voor onze geciviliseerde organen. Verder vermeld hij het ook nog tegen epilepsie 'die wortel van Bryonia alle daghen een jaar lanck duerende ontrent een vieren deel loots inghenomen gheneest die vallende sieckte'. Ook was het goed voor een verstopte milt, bracht het de menstruatie op gang en was ook heilzaam voor de huid. Of zoals hij schrijft 'die wortel van Bryonia reynicht oock die huyt/ ende doet die rimpelen ende fronsen vergaen/ ende verdrijft dat sproet litteken/ ende alderhande vlecken ende masen met meel van Erven (erwten) ende van Foenum Graecum (fenegriek) daer op ghestreken'. Dus een anti- rimpelcrème avant la lettre. Dat zou ik nog wel willen proberen!

Straffe geneeskrachtige kost allemaal. Konden de mensen vroeger meer aan? Was de dosering anders? Of keek men niet zo nauw, was het er op of er onder? Het was zeker niet zo dat Dodonaeus de gevaren van Bryonia niet kende. Onder 'Hindernisse' schrijft hij: Die wortel van Bryonia duer huer fortselijcke cracht beruert die maghe ende die inwendighe leden seer/ ende daer en boven es die Bryonie met bladeren/ vruchten/ stelen/ ende wortelen in alder manieren seer quaet den bevruchten vrouwen tzy bereyt oft onbereyt/ oft in eenighe medecyne vermenght/ alzoo datmen den selven die selve oft eenighen medecynen daer af niet ingheven en kan sonder groot letsel ende hindernisse. En om de bijwerkingen 'die quaetheyt' te verzachten, adviseert hij 'Mastix/ Gengebeer (gember) ende Caneel neempt ende die selve met huenich daer Rosynen in ghesoden hebben/ ingheeft'.

Wat er ook van zei, vandaag gebruiken wij Bryonia dioica niet meer in de fytotherapie, wel is het nog een veel gebruikt homeopathisch middel. Het geneesmiddelenbeeld van het Bryoniatype geeft een duidelijke relatie met droge slijmvliezen, zoals b.v de bronchieën: droge hoest die in warme vertrekken erger wordt, hevige, stekende pijn bij hoestaanvallen, waarbij de zieke vaak de handen tegen de borst drukt; bovendien droge mond en darmslijmvliezen met obstipatie. Het bryoniatype heeft de neiging om veel koud water te drinken. Het word ook toegepast bij stekende pijnen met geringe bewegingen in spieren, pezen en gewrichten (b.v. bij acute gewrichtsreuma) met een duidelijke verergering van de klachten bij het ontwaken en een aanmerkelijke verbetering door druk op de pijnlijke plaatsen, de patiënt gaat dan ook vaak op de pijnlijke kant liggen. Een typische homeopatische beschrijving van sterk verdunde en gepotentieerde tincuur van heggerank en dus zeker niet om zelf te maken en inwendig te gebruiken.

Namen Bryonia dioica
Heggenrank, Bryone (Frans), White bryony (Engels), Zaunrübe (Duits) Volgens Dodoens: Die witte Bryonie heet in Griecx Ampelos leuce, Psilothron ende Bryonia. In Latijn Vitis alba. In Arabeusch Alphesera/ van Mattheus Sylvaticus Viticella. In die Apoteke Bryonia. In Hoochduytsch/ Stickwurtz ende Hunds kurbs. Hier te lande Bryonie. In Franchois Coulevree.

Voor verdere studie
J Nat Prod. 2002 Feb;65(2):179-83. Anti-inflammatory and anti-tumor-promoting effects of cucurbitane glycosides from the roots of Bryonia dioica. Ukiya M, Akihisa T, Yasukawa K, Tokuda H, Toriumi M, Koike K, Kimura Y, Nikaido T, Aoi W, Nishino H, Takido M. Phytomedicine. 1999 Jul;6(3):147-55.
On the mechanism of action of plant adaptogens with particular reference to cucurbitacin R diglucoside.
Panossian A, Gabrielian E, Wagner H

zaterdag, augustus 03, 2024

Teunisbloem bloeit

Als je de fluorescerend gele teunisbloem in de schemering vlammend ziet open gaan, lijken elfjes en andere etherische wezens niet veraf. Deze schoonheid van de schemering wordt overdag een verlept lelijk eendje. Zonnebaden lijkt dus niks voor tere wezens.

De tweejarige Oenothera werd rond 1600, waarschijnlijk zelfs als een soort groente, vanuit Noord-Amerika naar Europa gebracht. Veel gegeten hebben we het niet, al smaken de vlezige wortels wel wat naar ham. In Frankrijk noemt men het nog wel ‘jambon des jardiniers’.

Bloem van Teunis

De Nederlandse naam teunisbloem komt mogelijk van de heilige Antonius, niet die van Padua maar die van bij ons, een twijfelachtig verhaal wel. Deze Antonius is de vuurheilige, meestal afgebeeld met vlammen in de hand of onder zijn voeten, hij is ook de genezer van allerlei vuurziektes. De zwavelgele bloemen van onze teunisbloem, die pas in de schemering open gaan zouden op vlammen lijken. Vandaar het verband. Nogal geforceerd verhaal vind ik. Of zouden de bloemen gewoon bloeien rond de feestdag van Antonius? Of is het gewoon een verbastering van de Latijnse naam Oeno-thera tot An-tonius?

Oenothera

Maar waar komt die Oenothera dan vandaan? Van Oinos, wijn en Ther ‘dier’, omdat het kruid je zo wild maakt alsof je teveel wijn gedronken heb. In elk geval mij maakt het niet wild dronken, of is dat geen referentie? Andere wijnverklaringen: het zou naar wijn ruiken of smaken, het zou je goesting geven naar wijn, het zou je nuchter houden bij het drinken van wijn. Allemaal beweringen die proefondervindelijk gecontroleerd kunnen worden, maar het moet wel gedaan worden. Proefpersonen gevraagd! In Duitsland wordt de plant ook ‘weinblumen’ genoemd.

Nachtkaars, Nachtschone

Wel een beetje vreemd dat de Nederlandse naam niet verwijst naar het meest opvallende aan deze teunisbloem , het snel opengaan van de bloem in de schemering. In vele volksnamen vind je dat wel terug. Kleijn vermeld bvb Nachtkaars, Nachtbloem, Nachtpitjes en Nachtschone. En de Duitse naam is Nachtkerze en de Engelse Evening primrose.

Vroeger gebruik bij de Indianen

In de oudste Europese kruidenboeken vind je deze Amerikaanse plant natuurlijk niet terug. Alhoewel er enige verwarring kan ontstaan omdat Theoprastus de naam onothera al voor onze jaartelling gebruikte, hij had het waarschijnlijk over de verwante Wilgeroosjes. Hij schreef ‘Onothera, sive onear, hilaritatum efferens in vino’ of ‘een kruid goed in wijn om je opgewekt te maken’. Alsof wijn alleen dat al niet doet.

Bij verschillende Indianenstammen in Amerika werd Teunisbloem vooral op de huid gebruikt tegen kneuzingen, blauwe plekken en abcessen. Verder ook als kompres op aambeien. De Cherokees zouden de plant ook tegen vetzucht gebruikt hebben. Hadden zij dat nodig? Ook Porcher (1883) vermeldt de bovengrondse plant tegen huidkwalen en Dr. Griffith had in zijn praktijk goede resultaten bij ‘tetter’: eczeem, psoriasis en herpes.

Hedendaags, vetzuren voor de huid

Toch wel opvallend omdat ook het hedendaags gebruik, vooral dan de olie uit het zaad, weer opnieuw gebruikt wordt tegen eczeem. De zaden van Oenothera biennis bevatten veel gamma-linoleenzuur. GLA is een vetzuur dat in het lichaam omgezet wordt in een hormoonachtige, ontstekingsremmende stof, prostaglandine E1 (PGE1). Deze olie is werkzaam bij de behandeling van allergieën en allergisch eczeem. Het zijn de enige indicaties die wetenschappelijk ook redelijk onderbouwd zijn. Verder zijn er aanwijzigen dat de olie, als aanvulling bij andere kruiden ook te gebruiken is in de overgang, bij mastalgie (pijn in de borsten) en reumatoïde artritis. Al wordt er commercieel wel wat overdrijven met het opsommen van al die wonderbaarlijke werkingen van de teunisbloem.

Teunisbloemolie wetenschappelijk onderzoek. In dierproeven werden de volgende effecten van het toedienen van teunisbloemolie vastgesteld:

  • een experimenteel opgewekte bloeddrukstijging was geringer wanneer teunisbloemolie in het dieet voorkwam dan wanneer een dieet met olijfolie werd gegeven; bovendien werd de trombocytenaggregatie geremd;
  • de door alcohol veroorzaakte embryo-beschadigingen bij rat­ten werden sterk verminderd door gelijktijdige toediening van teunisbloemolie;
  • prostaglandine E1 verminderde de ontwenningsverschijnselen na een chronisch alcoholgebruik bij muizen; omdat de syn­these van dit prostaglandine door een dieet met teunis­bloemolie toeneemt, zou de olie een gunstig effect bij alcoholmisbruik kunnen hebben (het alcoholpromillage daalt natuurlijk niet!).
  • bij mensen met een hoger linolzuurgehalte in hun vetweefsel werd een lagere bloeddruk gemeten dan bij vergelijkbare personen met een lager gehalte aan linolzuur;
  • teunisbloemolie had een positieve invloed op hyperactieve kinderen, en soms verdwenen ook andere symptomen zoals eczemen;
  • teunisbloemolie leidde bij 62% van de proefpersonen tot een. volledige verbetering van het premenstruele syndroom (PMS);
  • teunisbloemolie had in een dosering van 2 g bij volwassenen en van 1 g bij kinderen een positief effect op atopisch (= met allergie verbandhoudend) eczeem.

vrijdag, augustus 02, 2024

Fenegriek tegen Alzheimer?

Fenegriek (Trigonella foenum-graecum L.) wordt traditioneel gebruikt in de ayurvedische en Chinese geneeskunde. De bladeren en zaden bevatten alkaloïden, coumarines, flavonoïden en saponinen. Van de inhoudsstoffen trigonelline, diosgenine en 4-hydroxy-isoleucine is bekend dat ze neuroprotectieve eigenschappen hebben. Bij gebruik van het totaalextract zijn daarnaast ook anti-depressieve en kalmerende effecten gevonden. Voor het mogelijk onderliggende werkingsmechanisme wijzen onderzoekers met name antioxidatieve eigenschappen aan. Uit preklinische studies blijkt daarnaast dat het extract beschermend kan werken tegen mitochondriale disfunctie die kan ontstaan door opeenstapeling van amyloïde-bètaplaques [5]

Foroumandi et al. voerden een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie uit om het effect van fenegriekzaadextracten op het geheugen,depressie, kwaliteit van leven, bloeddruk en op antioxidatieve capaciteit te onderzoeken bij patiënten met de ziekte van Alzheimer. De deelnemers woonden in een geriatrische instelling en hadden de diagnose milde tot matige alzheimer, die gecategoriseerd was met stadium 2 of lager volgens het klinische dementiebeoordelingsdomein (CDR). Deelnemers (n=38) in de interventiegroep namen gedurende 4 maanden dagelijks 5 ml van een fenegriekzaadextract in (equivalent aan 500 mg droogextract). Patiënten in de controlegroep (n=40) kregen een placebo die enkel water bevatte. Alle proefpersonen werd gevraagd om tijdens de behandeling hun fysieke activiteit, dieet of voedingssupplementengebruik niet te veranderen. Bij aanvang werden de depressie en de geheugenstatus beoordeeld met behulp van een geriatrische depressieschaal en een vragenlijst over klinische dementie (CDR). De levenskwaliteit werd beoordeeld met behulp van een vragenlijst (SF-36). De follow-up vond plaats gedurende vier sessies met maandelijkse bezoeken waarbij depressie, geheugen en kwaliteit van leven steeds werden beoordeeld. Om effecten op oxidatieve stress te bepalen werden er bloedmonsters afgenomen bij aanvang van de studie en na de interventie van vier maanden. Hiermee werden de TAC- en MDA-spiegels* in het serum bepaald. Ook werd de bloeddruk gemeten bij aanvang en aan het einde van de interventie. 

De resultaten van het onderzoek tonen aan dat dagelijks gebruik van 5 ml van dit fenegriekzaadextract de CDR-scores, bloeddruk en parameters van oxidatieve stress verbeterde bij patiënten met milde tot matige alzheimer. Aan het einde van de interventie was de CDR-score significant verschillend tussen de groepen. Deze score was gedaald in de interventiegroep, terwijl deze steeg in de placebogroep. Daarnaast was de antioxidatieve capaciteit toegenomen in de interventiegroep, wat bleek uit lagere MDA-waarden en hogere TAC-waarden. Deze waarden waren in de placebogroep respectievelijk juist gestegen of onveranderd gebleven. Ook was de bloeddruk lager bij mensen in de interventiegroep, en scoorden ze beter op de vragenlijsten voor geheugen en levenskwaliteit. Scores voor depressieve gevoelens bleven echter onveranderd bij beide groepen. Verder werden er geen bijwerkingen gevonden van het gebruik van deze dosis fenegriek [6].

Fenegriek lijkt dus mogelijk een positief effect te kunnen hebben op de geheugenfunctie en kwaliteit van leven bij milde tot matige gevallen van de ziekte van Alzheimer, maar niet op depressieve gevoelens. Dit laatste is opmerkelijk omdat in eerdere studies fenegriek wel depressieve gevoelens verbeterde bij vrouwen in de menopauze [7]. Mogelijk komt dit verschil doordat andere oorzakelijke factoren een rol spelen bij depressies bij vrouwen in de menopauze dan bij patiënten met milde vormen van de ziekte van Alzheimer. Meer studies waarbij wordt gekeken naar het effect van fenegriek op depressieve gevoelens zouden dit kunnen onderzoeken. Het bloeddrukverlagende effect is echter wel in lijn met eerdere resultaten van klinische studies bij gezonde mensen en patiënten met diabetes type 2 [8,9]. Foroumandi et al. gebruikten een relatief kleine studiepopulatie en volgden patiënten slechts voor een relatief korte periode. De positieve resultaten van deze studie zijn veelbelovend, maar deze dienen bevestigd te worden in vervolgonderzoek met een langere onderzoeksduur en met een bij voorkeur grotere studiepopulatie, om de effecten beter te kunnen beoordelen op klinische relevantie.

Referenties: [1] Tiwari S. et al. Alzheimer’s disease: pathogenesis, diagnostics, and therapeutics. Int J Nanomed. 2019;14:5541-5554. [2] Breijyeh Z. & Karaman R. Comprehensive review on Alzheimer’s disease: causes and treatment. Molecules. 2020;25(24):5789. [3] De la Rosa A. et al. Physical exercise in the prevention and treatment of Alzheimer’s disease. J Sport Health Sci. 2020;9(5):394- 404. [4] Nunomura A. et al. Involvement of oxidative stress in Alzheimer disease. J Neuropathol Exp Neurol. 2006;65(7):631-641. [5] Varshney H. & Siddique YH.Pharmacological attributes of fenugreek with special reference to Alzheimer’s disease. Curr Alzheimer Res. 2023;20(2):71-79. [6] Foroumandi E. et al. The effects of fenugreek seed extract supplementation in patients with Alzheimer’s disease: a randomized, double‐blind, placebo‐controlled trial. Phytother Res. 2023;37(1):285- 294. [7] Khanna A. et al. Efficacy of a novel extract of fenugreek seeds in alleviating vasomotor symptoms and depression in perimenopausal women: a randomized, double‐blinded, placebo‐controlled study. J Food Biochem. 2020;44(12):e13507. [8] Hadi A. et al. The effect of fenugreek seed supplementation on serum irisin levels, blood pressure, and liver and kidney function in patients with type 2 diabetes mellitus: a parallel randomized clinical trial. Complement Ther Med. 2020;49:102315. [9] Prasath R. et al. Impact of fenugreek on blood pressure. Annals of RSCB. 2021;25(2):2685-2691.

zondag, juli 14, 2024

Tuin vol gedichten en gedachten. Verloren maar ooit beleefd

Planten in mijn tuin zijn meer dan planten, ze vertegenwoordigen gedachten en gevoelens van de tuinmens, ze vertellen het verhaal van de vrouw of de man achter de planten. Gedichten, gedachten, geloof en gezondheid.

Glad gazon of wild grasland, reuzebereklauwen of beschaafde hostas, bescheiden vergeetmenietjes of overdonderende gladiolen...... ze spreken allemaal hun eigen taal maar ze spreken ook de taal van de tuinman. De tuin stelt bewust of onbewust de ziel van de tuineigenaar ten toon. De tuinman, een open tuinboek.

Verloren maar ooit beleefd
Een tuinmens die steeds maar verhuisd. Je moeizaam maar met plezier opgebouwde tuin verlaten en opnieuw beginnen. Een vreemde vorm van masochisme of toch zinvol? Het voordeel is dat ik veel later die verlaten tuinen nog eens kan bezoeken en bekijken wat er van geworden is. Verwoest of verkracht door de volgende eigenaar of verlaten en opnieuw ingenomen door de echte natuur.
Een herborist, tuinmens op den dool, die tussendoor toch nog eens zijn vroegere tuinen kan en wil bezoeken. Of tenminste wat daar nog van over is. Of toch beter maar leven van tuinherinneringen?

Verleden tuin Schriek.
Begeesterend, spannend en emotioneel vind ik het rondsnuffelen tussen de resten van planten die ik daar ooit gezaaid en geplant heb. Zien hoe ze hun eigen gang gaan, zich flink uitbreiden of overwoekerd worden door de echte natuur. Zuiderse Monnikenpepers, waarvan de bloeitakken zich kronkelend door de open serredeur naar buiten wringen; Marokkaanse munt, onvervalst geurend en woekerend tegen huizenhoge bamboes op, stevige Griekse alant, aardperen en gele agrimonies die zich zonder problemen handhaven. Natuurlijk zijn er vele tere, ooit vertroetelde plantjes verdwenen, niet alles kan zich in dit geweld van groei staande houden. Gelukkig denk ik minder aan de planten die er niet meer zijn, dan aan de nog aanwezige kruiden. Uit het oog is in dit geval, gelukkig wel een beetje uit het hart.

Herinnering van lang geleden. Donderdag, Ik kom hier vandaag nog wat planten oogsten voor de herboristenopleiding van vanavond in Haasrode en voor de cursus van de volgende dagen helemaal in Natoye. Vooral het plukken van de Vitextakken vol zoet geurende zaden dompelt mij onder in een Oosterse sfeer van duizend en één nachten, niet verwonderlijk voor een zaadje dat hormonaal werkzaam is. Gelukkig brengt het ploeterend oogsten van ondergrondse aardpeerknollen en alantwortels mij terug naar de aardse werkelijkheid. En een half uur later rij ik weg met een auto vol van aardse en hemelse geuren, op weg naar de mensen.

zondag, juni 09, 2024

Meidoorn ook te gebruiken bij ouderdomsdiabetes?

Meidoorn kennen we vooral om zijn versterkende werking op het hart, uit nieuwe onderzoeken lijkt nu dat Crataegus species ook nuttig kunnen zijn voor diabetespatienten.

Studies met diermodellen voor diabetes laten zien dat extracten van Crataegus-soorten verhoogde glucosespiegels kunnen verlagen en insulineresistentie kunnen verminderen. Dit gebeurt via meerdere aangrijpingspunten in het glucosemetabolisme [1,2]. Daarbij laten Crataegus-extracten een vergelijkbare werkzaamheid zien als metformine [1], het vaakst gebruikte medicijn bij diabetes type 2 en een goed voorbeeld van een multitarget-antidiabeticum. Proanthocyanidinen en andere flavonoïden die rijkelijk aanwezig zijn in blad, bloem en bes van Crataegus-soorten worden beschouwd als de belangrijkste actieve stoffen. Voorbeelden daarvan zijn catechinen, procyanidin B2, -B5 en -C1, hyperoside en 3-epicorosolzuur [1]. 

Werking

In enkele in vitro-testen remmen Crataegus-extracten spijsverteringsenzymen die glucose vrijmaken uit voeding (α-amylase, α-glucosidase). In vivo-testen (diermodellen) laten zien dat deze extracten de opname van glucose in de lever, skeletspieren en vetweefsel stimuleren via activering van weefselspecifieke glucosetransporters (GLUT-1, GLUT-2, GLUT-4). Verder beïnvloeden Crataegus-extracten de aanmaak (genexpressie) of activiteit van eiwitten die deel uitmaken van insulinesignaalroutes. Zo bevorderen ze in de lever de bij diabetes verstoorde opslag van glucose als glycogeen en remmen ze de ontregelde vorming van glucose uit glycogeen en uit niet-koolhydraatbronnen (gluconeogenese) [1,2]. Verder verlagen ze verhoogde gehaltes van triglyceriden en cholesterol [2]. 

In de alvleesklier blijken Crataegus-extract en -flavonoïden in staat om streptozotocin-geïnduceerde schade aan de insulineproducerende bètacellen (een veelgebruikt diermodel voor diabetes type 1 en 2 ) deels te kunnen voorkomen of herstellen. Hiermee beschermen ze de insulineproductie. Daarnaast verminderen bepaalde polyfenolextracten van Crataegus spp. diabetesgerelateerde oxidatieve stress en inflammatie in de lever, alvleesklier, skeletspieren en bloedvaten [2]. 

Crataegus tegen complicaties bij diabetes

Hyperglykemie-geïnduceerde oxidatieve stress en inflammatie dragen bij aan insulineresistentie en complicaties van diabetes. Crataegus-extracten zijn rijk aan antioxidanten en laten in in vivo-testsystemen onder hyperglykemische condities een afname zien van oxidatieve stress en inflammatie [2]. Een extract van Crataegus-zaad verbeterde bij een in vivo-studie de diabetes veroorzaakte maaglediging [2]. Andere proefdierstudies laten beschermende effecten zien van Crataegus-extracten tegen hartspierhypertrofie, hartfalen en cognitieve veranderingen bij diabetes en tegen diabetische nefropathie van flavonoïden uit Crataegus-blad [2]. C. microphylla-extract kon in vivo endotheeldisfunctie door diabetes voorkomen [3]. Gebruik van dagelijks 1200 mg extract van C. laevigata (LI132) gedurende zestien weken kon bij diabetespatiënten met hypertensie de bloeddruk verder omlaag brengen, terwijl ze al behandeld werden met bloeddrukverlagers. Er werden geen interacties gezien met de gebruikte ACE-remmers, calciumantagonisten, bètablokkers en diuretica [4]. 

Conclusie

Van de diverse meidoornsoorten die onderzocht zijn in relatie tot diabetes wordt Crataegus pinnatifida (Chinese meidoorn) relatief vaak genoemd. Andere voorbeelden zijn C. monogyna en C. laevigata [1,2]. Meidoornextracten bieden door hun multitarget-werking en goede verdraagbaarheid een mogelijk interessante optie voor nader klinisch onderzoek bij diabetes type 2 en de complicaties daarvan. 

Referenties

[1] Rutkowska M. et al. Anti-diabetic potential of polyphenol-rich fruits from the Maleae tribe - a review of in vitro and in vivo animal and human trials. Nutrients. 2023;15(17):3756. [2] Gheitasi I. et al. Molecular mechanisms of hawthorn extracts in multiple organs disorders in underlying of diabetes: a review. Int J Endocrinol. 2022;2022:2002768. [3] Topal G. et al. Effects of Crataegus microphylla on vascular dysfunction in streptozotocin-induced diabetic rats. Phytother Res. 2013;27(3):330-337. [4] Walker AF. et al. Hypotensive effects of hawthorn for patients with diabetes taking prescription drugs: a randomised controlled trial. Br J Gen Pract. 2006;56(527):437-443.

Drs. L.K. (Lan Kiauw) de Munck-Khoe

woensdag, juni 05, 2024

Verhalen over de klaproos

De opvallende klaproos die vroeger zoveel in graanakkers voorkwam heeft in het verleden de fantasie van de mensen geprikkeld en zo er voor gezorgd dat er vele vreemde namen en verhalen zijn ontstaan over deze plant.

Op het eerste zicht onwaarschijnlijke namen met pater, zoals bloedpater, korenpater en patersbloem. Deze namen verwijzen naar een kinderlokker, een wezen donkerrood van kleur, die zich in de korenvelden verstopte en de kinderen meesleurden, die ‘eenen voet in het koren durfden zetten’. Zij snijden of trappen onmeedogend de teenen der kinderen af, om hun langs daar het bloed uit te zuigen’. De kinderschrik is blijkbaar ooit in het leven geroepen om kinderen er van te weerhouden om in het koren klaprozen te gaan plukken omdat plat getrapt koren moeilijk te oogsten was. De naam korenpater verwijst naar bedelmonniken, die vroeger langs de deuren gingen om voedsel te bedelen.

De benaming klaproos komt in het Nederlands mogelijk voor het eerst voor in Dictionarium Latinogermanicum uit 1542. Maar Dioscorides gebruikte in zijn Materia Medica uit de eerste eeuw na Christus al de term oxutonon, samengesteld uit het Griekse oxus, schel, doordringend en tonos, geluid, verwijzend naar het klappend geluid dat een blaadje maakt. De klap van de roos dus. Het geluid krijgt men als men een bloemblaadje bolvormig vouwt. Het bladbuideltje sla je op je voorhoofd stuk, waardoor de samengeperste lucht het kleine zakje met een knal doet openspringen. Klap - roos.

Er werden wel meer kinderspelletjes gespeeld met de klaproos. De naam inktbloem verwijst naar het maken van inkt met de bloemblaadjes. Al in 1698 werd de klaproos in Blankaarts Den Nederlandschen Herbarius genoemd als middel ‘om wijn rood te maken, of een Aqua Vitae een schoone koleur te geven’.

Aan de kruis- of radvormige stempel op de zaaddoos kleeft dikwijls zwart-violet stuifmeel. Kinderen drukken daarmee een stempel op hun voorhoofd, dat lijkt op het askruisje dat op Aswoensdag in de kerk werd uitgedeeld. Vandaar ook de volkse benamingen kruisbloem, assekruis en kruisjeszetter.
Er zijn volgens Kleijn (1970) drie verklaringen voor de naam 'donderbloem' bij de klaproos: 1. Gebaseerd op een kinderspelletje waarbij kinderen de bloemblaadjes opbliezen tot een ballonnetje en dat kapot lieten knappen tussen hun handen of op hun voorhoofd. Het geluid wat hierbij klonk was de 'donder'. 2. Men geloofde vroeger dat bij donder in de lucht de bloem ging trillen. 3. De klaproos werd gebruikt als een onweer-afleidend middel. Het huislook heeft een soortgelijke verklaring, het werd vroeger veel door mensen op het dak geplaatst (waar het gewoon door kan groeien) omdat het tegen blikseminslag zou beschermen (WBD flora 2002). Brok (1991) geeft als benoemingsmotieven bij de klaproos ook nog de afschrikkende werking van de naam. Klaprozen groeien vaak tussen het koren en als kinderen de klaproos gingen plukken, trapten ze het koren plat. De naam 'donderbloem' diende dus om kinderen tegen te houden. Bij God, welke kinderen kruipen, verstoppen en spelen nog vuile spelletjes tussen het koren?


maandag, juni 03, 2024

Klaprozen

Massaal klaprozen en echte kamille dit jaar bij Hastiere. Door het omwoelen van de grond voor de bouw van windmolens voelen de akkerkruiden zich in hun element en ook ik voel me extra uitgelaten. Geur, gevoel van vroeger. Plukken en ruiken. Fyto- en psychotherapie.

Klaproosbloemen zijn ook geneeskrachtig. Papaver rhoeas flores bevatten alkaloïden met mysterieuze namen zoals rhoeadine, rhoeagenine, narcotilline, protopine, sanguinarine, berberine, somniferine, coptisine, magnoflorine. Daarnaast zitten er nog anthocyaanglycosiden in, voornamelijk cyanidine, mecocyanine en cyanine. Ook de aanwezige slijmstoffen zijn interessant voor de medicinale werking.

In de fytotherapie behoort de klaproos tot een van de beste hoeststillers. De rhoeadine werkt als centrale onderdrukker van het hoestcentrum. De slijmstoffen vermijden de hoestprikkel door taai slijm in het ademhalingsstelsel los te maken en te verwijderen.

Het mecocyanine, als rood gekleurde flavonoïde geëvolueerd tot anthocyaan, draagt als spasmolyticum bij tot de hoestwerende werking van de klaproos. Het is tevens een anti-oxidant en helpt recidieven vermijden. 

Klaproos werkt verzachtend op de keel en luchtwegen, werkt goed als hoestbedarend middel door de rustgevende eigenschappen en is slijmoplossend en krampwerend, waardoor de hoestneiging verdwijnt. Milde gevallen van bronchitis, hoest en kramphoest kunnen met medicijnen op basis van klaproos verdreven worden. Daarnaast werkt het goed tegen kinkhoest, strottenhoofdontsteking met heesheid, keel- en amandelontsteking. Dat laatste gebeurt voornamelijk in combinatie met andere kruiden. 

Voor het gebruik van de geneeskracht van Papaver rhoeas worden de bloemblaadjes aangewend. De maximale dosering is ongeveer 1,5 gram per dag. Andere toepassingsmogelijkheden zijn moedertinctuur, fijngemalen poeder in capsules en een hoestsiroop. 

Recept hoestsiroop

Overgiet 250 gram verse gewassen bloemblaadjes met een halve liter kokend water in een propere fles of bokaal. Sluit deze goed af en laat ze een dag staan. Zeef het en voeg vervolgens 750 gram honing aan het geheel toe. Verwarm langzaam maar niet warmer dan 35 graden. Meng het geheel zorgvuldig tot er een homogeen geheel ontstaat. De maximale dosering is twee glaasjes siroop per dag.

Recept voor bloemen-borstthee 

Meng gelijke delen bloemen van toorts (Verbascum thapsus), echte heemst (Althea officinalis), groot kaasjeskruid (Malva sylvestris), driekleurig viooltje (Viola tricolora) en grote klaproos (Papaver rhoeas). Overgiet één eetlepel met één kop kokend water, laat tien minuten trekken, zeef en drink drie kopjes per dag.

Uit de verse bloembladeren wordt de klaprozensiroop, Sirupus Rhoeados, bereid die in de apotheek werd gebruikt om drankjes wat kleur of smaak te geven. Deze siroop wordt in de geneeskunde ook tegen borst- en keelaandoeningen gebruikt. De gedroogde bloembladeren vormen onder andere een bestanddeel van de Species pectorales of borstkruiden, een volksmiddel bij hoest. In de volksgeneeskunde dienen de bloembladeren van de klaproos als pijnstillend en prikkelverminderend middel bij hoest, keelpijn en longaandoeningen. Vroeger werden zij ook gebruikt ter bereiding van de echte klaproos-borstbonbons.

Recept hoestsiroop Sirupus rhoeados 

Laat 5 delen bloemblaadjes in 36 delen water een half uur trekken en bereid dan met 64 delen suiker 100 delen siroop.

Spannende gevlekte scheerling

Eindelijk eens de indrukwekkende gevlekte scheerling kunnen fotograferen. Niet dat deze planten zeldzaam zijn, integendeel, ze groeien massaal langs alle Vlaamse en Waalse autowegen maar wel op de middenberm en dat is een plaats als je die zou willen bereiken je vanzelf dood gaat zonder de giftige plant op te eten. 

Ik ben al enkele dagen bezig om afritten en tankstations langs E411 en E42 te bezoeken om de plant te fotograferen maar ze willen blijkbaar alleen maar groeien op de gevaarlijkste, onbereikbare plaatsen.

Maar vandaag vond ik dan eindelijk enkele mooie exemplaren gewoon bij mij in de buurt midden in een wild weiland. Ik wel blij maar toch ook wat ontgoocheld omdat hij zich nu zo gemakkelijk liet benaderen.

Over de plant zelf dan maar. De schernbloemige scheerling is waarschijnlijk de plant waar de gifbeker van Socrates mee gevuld was. De giftigheid van deze plant vind je ook terug in zijn Latijnse naam Conium, wat van kone, doden komt. Het tweede deel van de naam 'maculatum', gevlekt lees je ook in de Nederlandse naam. Het verwijst naar de donkere, onregelmatige vlekken op de steel van de plant. Scheerling is wel een zeer oud woord dat komt van Scerninc, Scarn wat drek of mest betekent. Als je de plant kneust begrijp je waar dat vandaan komt. Al ruikt onze moderne mest toch net iets anders.

Een merkwaardige volksnaam is Herderspijpen, al in 1514 sprak men van Herderspipen, tot in de 19de eeuw werden er van de holle stengels van schermbloemigen fluitjes en blaaspijpjes gemaakt. Vaak met giftige gevolgen, ook al omdat er Conium in plaats van Fluitekruid gebruikt werd. De herdersfluit van de bekende Pan, zou mogelijk wel van Gevlekte scheerling gemaakt geweest zijn. Vandaar mogelijk de vrolijkheid van herdertje Pan.

Het dolle drietal

Gevlekte scheerling hoort bij het dolle drietal samen met Dolle kervel en Hondspeterselie. Ook die namen voorspellen niet veel goeds, al zijn ze in de Oudheid en Middeleeuwen wel veel gebruikt geweest. Zij hoorden natuurlijk zoals vele giftige planten bij de magische heksenkruiden. Conium was ook gewijd aan de tovergodin Hekate. Bij Hyppocrates werd hij Koneion genoemd, maar Dioscorides en Scribonius Largus hadden het over Cicuta. Priesters-magiers uit Babylonië gebruikten de zaden om bescherming van de sterren te krijgen. Maar het allerbekendst is Conium toch omdat de Grieken een aftreksel van de zaden gebruikten om ter dood veroordeelden uit de betere klasse te berechten.

Socrates en de gifbeker
Plato die de dood van de filosoof Socrates beschreef, is daar het bekendste voorbeeld van: 'Socrates liep wat heen en weer en zei dat zijn benen zwaar werden, hij ging daarna op zijn rug liggen....De man, die hem het vergif had toegediend, legde zijn hand op Socrates, onderzocht zijn voeten en benen, daarna prikte hij hard in de voet en vroeg of hij het voelde. Socrates ontkende dat.....Na enige tijd bevoelde hij hem weer en zei dat wanneer het zijn hart bereikte, Socrates zou heengegaan. Het ledigen van de gifbeker heette toen 'to koneion pïnein'. De geschiedschrijver Aelianus beweert dat op het eiland Kos het gebruik werd door zieke en bejaarde mensen om zelfmoord te plegen, om zo de staat niet tot last te zijn. Een vreemde oplossing om het pensioengat in de begroting te verminderen.

Chemie en magie
De plant bevat coniine, een nicotone-achtig alcaloide waarvan 10 mg per kilo mens al dodelijk kan zijn. Het wordt zowel via de mond als via de huid snel opgenomen. In kloosters werd het waarschijnlijk gebruikt om zijn gevoelloos makende, verdovende eigenschappen, mogelijk ook om de seksuele aandrang te verminderen. Hildegard von Bingen noemt het Scherling en verwijst naar de giftigheid, maar schrijft ook ' dat wie door een speer is getroffen... het kruid met water moet koken en het kooksel in een doek op de gekwetste plek moet aanbrengen, waardoor de humoren die daar verzameld zijn worden verdreven.

Heksenzalf
Rond 1600 vinden we het ook terug in de heksenzalven die Giambattista della Porta (1535– 1615) in zijn Magia naturalis beschreef. Della Porta was zeker niet de eerste beste, eerder een genie in die tijd.
  • Lolium temulentum / Dolik, Raaigras 4 delen
  • Hyoscyamus niger / Bilzekruid 4 delen
  • Conium maculatum / Gevlekte scheerling 4 delen
  • Aconitum napellus / Monnikskap 2 delen
  • Papaver rhoeas / Klaproos 4 delen
  • Lactuca virosa / Gifsla 4 delen
  • Portulacca vulgaris / Postelein 4 delen
  • Atropa belladonna / Wolfskers 4 delen
Dit werd tot een zalf verwerkt samen met reuzel en er werd dan nog gelijke hoeveelheden opium aan toegevoegd. Straf en soms dodelijk spul kun je wel zeggen.

Een methode, om met minder gevaar, giftige planten toch te kunnen gebruiken, was het dragen of bewaren van vooral de wortels van dit soort planten, als een soort amulet. Mandragora was daar het bekendste voorbeeld van, maar ook Scheerlingwortel werd geadviseerd aan 'de lijders van vallende ziekte om op 24 juni tussen 11 en 12 uur de wortel uit den grond te graven en vervolgens met een draad om de hals te hangen, en de genezing zal dan niet uitblijven'.

Onschuldiger is dan toch gewoon de planten als curiositeit te kweken en er een mooi verhaal bij te vertellen. En dat probeer ik hier en nu te doen.

woensdag, mei 29, 2024

Geschiedenis over het gebruik van vlier

Het gebruik van vlier als medicijn dateert uit de oudheid, volgens de geschriften van Hippocrates (ca. 470-410 v.Chr.), Plinius de Oudere (ca. 23-79 n.Chr.) en Dioscorides (ca. 40-90 n.Chr.). Het woord vlier is afgeleid van het Angelsaksische woord æld, dat ‘vuur’ betekent, omdat je een vuur zou kunnen aansteken door door in de jonge, holle takken te blazen. Historisch gezien waren medicinale toepassingen voor Europese vlier te vinden in het Italiaans, Nederlands,  Portugese, Kroatisch-Slowaakse, Duitse, Oostenrijkse, Zwitserse en Hongaarse farmacopeeën. 

Van interessant historisch belang: in Anatomi Sambuci: The Anatomy of the Elder, geschreven in 1677, beschreef de arts Martin Blochwich medicijnen gemaakt van de verschillende delen van vlier, waaronder een bessentinctuur, extract (of essence), wijn, sterke drank (fermentatie) , siroop, tragea (vlierbessenpitten in poedervorm) en rob (een ingedikt sap gemaakt van de bessen, met of zonder suiker), evenals zaadolie. Hij vermelde ook conserven van vlierbloesem, siroop of honing, water en  sterke drank, azijn en oxymel (azijn en honing), wijn en olie.  Bovendien ging Blochwich dieper in op poeder, conserven en siroop die gemaakt konden worden van de knoppen of spruiten van de plant, en ook op medicijnen die gemaakt konden worden met de bladeren, middelste bast, wortels, merg en schimmel, inclusief die in de vorm  van water, siroop, oliën en smeersels.  Ten slotte beschreef hij het maken van een ‘zout en zijn geest’ door de hele plant boven een open vuur tot as te reduceren, er kokend water overheen te gieten en de plant opnieuw op een laag vuur te laten inkoken.  Dit proces leverde het zout op waarvan vervolgens de spirit werd gemaakt.  

Blochwich ging vervolgens in op de vele manieren waarop deze vlierpreparaten afzonderlijk werden gebruikt (waarvan sommige voor de moderne mens misschien nogal vreemd lijken) en in combinatie met andere ‘medicijnen’ waarvan nu bekend is dat ze giftig zijn.  Veel voorkomende aandoeningen waarvoor deze oudere preparaten werden gebruikt, zijn onder meer hoofdpijn, kiespijn, oogaandoeningen, gezichtsvlekken, mond- en keelaandoeningen, hoest, astma, heesheid, koorts, pokken, mazelen, maag- en darmaandoeningen, stenen, artritis, menstruatieklachten, ontstekingen, oedeem en brandwonden.  

Enkele van de meer ongebruikelijke behandelde aandoeningen zijn onder meer deliriën (in combinatie met leliewater, rozenwater en opium);  melancholie (door braken op te wekken);  epilepsie (met behulp van een amulet dat over het hart werd gedragen);  beroerte en verlamming (door krachtig wrijven van de ledematen met oudere geest);  bescherming tegen de pest (door een met vlierbloesem doordrenkte spons in een holle jeneverbeshouten bol te dragen en te ruiken);  en wondgenezing (door het drinken van wijn waarin vlierbladeren zijn gestampt, gevolgd door een kompres van vlierpitolie, Venetiaanse terpentijn en kopergroen [een giftig groen pigment veroorzaakt door de werking van azijnzuur op koper]).

Blochwich M. Anatomi Sambuci: The Anatomy of the Elder. Rev. ed. Jacobs A, Stipps F (eds.), Freund S (trans.). Lana, Italy: BerryPharma AG; 2010.

Traditioneel worden talloze aandoeningen behandeld met vlierbessen, waaronder dysenterie en diarree.  Het werd ook gebruikt om transpiratie op te wekken om gifstoffen te verwijderen en de weerstand tegen ziekten te vergroten. Momenteel worden vlierbessen gebruikt om symptomen geassocieerd met verkoudheid, griep en bij koortsachtige omstandigheden te behandelen als zweetdrijvend middel (een middel dat de transpiratie verhoogt). Het geperste sap van de bessen, evenals extracten en gedroogde sapconcentraten, worden gebruikt als componenten van producten voor orale inname zoals medicinale siropen en tabletten, evenals producten voor plaatselijke toepassing zoals zuigtabletten en huidverzorgingsproducten. De verse, rijpe bessen  worden gebruikt in sappen, jam, marmelade, likeuren en dessertwijnen, en ook als kleurstof in dranken, voedingsmiddelen en textiel. Vlierbloesems worden gebruikt als diureticum, laxeermiddel en zweetdrijvend middel. Bovendien worden ze gebruikt  als samentrekkend middel voor de huid en bij de behandeling van reuma, meestal als aftreksel (thee) of in een kompres.

 De gedroogde vlierbloesems worden in Europese traditionele kruidengeneesmiddelen voornamelijk in de vorm van kruidenthee, vloeibare extracten en tincturen gebruikt.  De Duitse Commissie E keurde in 1986 vlierbloesem – toegediend als vloeibaar extract, kruidenthee of tinctuur – goed voor symptomen van verkoudheid. In 1992 publiceerde de British Herbal Medicine Association een monografie van vlierbloesem in haar British Herbal Compendium, waarin de vormen van verkoudheid werden gespecificeerd.  kruidenthee-infusie (heet gedronken), vloeibaar extract (1:1, 25% ethanol) en tinctuur (1:5, 25% ethanol) voor de behandeling van koortsachtige verkoudheid. Vlierbloesemwater is ook gebruikt in ogen en huid  vochtinbrengende crèmes en bloemenextracten worden in de parfumerie gebruikt. Zowel vlierbessen- als vlierbloesemextracten worden gebruikt als smaakstoffen in voedingsmiddelen, alcoholische (bitters en vermout) en niet-alcoholische dranken, en zoetwaren.

Wat wetenschappelijk onderzoek

Talrijke in vivo en in vitro laboratoriumstudies hebben vlierbloemen en bessen beoordeeld op antibacteriële, kankerbestrijdende, ontstekingsremmende, antimicrobiële, antiproliferatieve, antivirale, antioxiderende en immunomodulerende werking, evenals op chemopreventief en cytotoxisch potentieel, cellulaire opname en genezing van brandwonden.  , insuline-simulerende en insuline-afgevende werkingen, anti-angiogene (remming van de groei van bloedvaten) activiteit, hartbeschermende activiteit en antihypertensieve eigenschappen.  

Klinische onderzoeken bij mensen ondersteunen het traditionele gebruik van en laboratoriumresultaten over vlierbessen en bloemen.   Tijdens het griepseizoen van 2009 werd een kortdurend, gerandomiseerd, dubbelblind, placebo gecontroleerd pilotonderzoek uitgevoerd bij 64 vrijwilligers die leden aan drie of meer griepachtige symptomen (hoesten, koorts, hoofdpijn, spierpijn en/of neusverkoudheid).  congestie en slijmvliesafscheiding) gedurende minder dan 24 uur.34 De patiënten werden gerandomiseerd in twee groepen van 32 en kregen vier doses van 175 mg eigen vlierbessenextract (HerbalScience Singapore Pte. Ltd.; gestandaardiseerd en verrijkt met fenolzuren, polyfenolen en een  brede diversiteit aan andere flavonoïden)35 of placebo dagelijks gedurende twee dagen.  Na 48 uur rapporteerde de vlierbessengroep een significante vermindering van de symptomen, waarbij 28% van de vrijwilligers symptoomvrij was.  De symptomen van de patiënten in de placebogroep waren onveranderd of erger.   

In 2004 heeft een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie (n=60) de veiligheid en werkzaamheid van Sambucol bij de behandeling van influenza aangetoond.36 Patiënten met influenza type A of B kregen viermaal daags 15 ml Sambucol of placebo.  .  De griepsymptomen namen bij de ouderengroep significant af op de derde of vierde dag, vergeleken met zeven tot acht dagen in de placebogroep.  De behandeling werd binnen 48 uur na het begin van de symptomen gestart en de auteurs suggereerden dat de voorbereiding voor ouderen mogelijk nog effectiever was geweest met eerdere interventie.   

In een eerder placebogecontroleerd, dubbelblind onderzoek dat in 1995 werd uitgevoerd bij 27 patiënten met griepsymptomen gedurende 24 uur of minder, kregen de patiënten gedurende drie dagen dagelijks Sambucol of een placebo (twee eetlepels per dag voor kinderen van vijf tot elf jaar oud).  leeftijd en vier eetlepels per dag voor volwassenen van 12 jaar en ouder). Binnen twee dagen ervoer 93,3% van de vlierbessengroep een significante verbetering van de symptomen, en binnen twee tot drie dagen werd bij 90% van de groep een volledig herstel bereikt.  De placebogroep ondervond pas op dag zes een vergelijkbare verbetering of oplossing.  

Meer info https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenmonografie-a-z/sambucus-nigra


dinsdag, mei 28, 2024

Lang bestreden als onkruid, nu redelijk geaccepteerd en mogelijk zelfs gezond voor vogels en mensen. De vogelkers.

De Amerikaanse vogelkers ( Prunus serotina Ehrh.) is een boomsoort of grote struik uit de rozenfamilie die inheems is in Noord-Amerika en inmiddels ook wijdverspreid is in heel Europa. In lokale gebieden worden de vruchten, schors en twijgen van P. serotina al eeuwenlang gewaardeerd in de traditionele geneeskunde. Ze worden gebruikt als middel om maag-darmklachten te behandelen, om ademhalingsproblemen te verlichten of als kalmerend middel.

In Mexico wordt het fruit van de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina Ehrh.) vers, gedroogd of in jam gebruikt.  Gezien het bewijsmateriaal dat de inname van fruit en groenten die rijk zijn aan polyfenolen koppelt aan vermindering van het cardiovasculaire risico, was het doel van deze studie om het fenolprofiel van vogelkersen te bepalen en hun antioxiderende, vasorelaxerende en bloeddrukverlagende effecten te bepalen.  De samenstelling en het mineraalgehalte van deze vruchten werden ook beoordeeld.  

Vogelkersvruchten bezitten een hoog gehalte aan fenolische verbindingen en vertonen een aanzienlijk antioxiderend vermogen.  Hoogwaardige vloeistofchromatografie/massaspectrometrische analyse gaf aan dat hyperoside, anthocyanines en chlorogeenzuur de belangrijkste fenolverbindingen waren die in deze vruchten werden aangetroffen.  Het waterige extract van de vogelkers veroorzaakte een concentratieafhankelijke relaxatie van de aorta en induceerde een significante verlaging van de systolische bloeddruk bij  hypertensieve ratten na vier weken behandeling.  Uit directe analyse bleek dat zwarte kersen een hoog suiker-, eiwit- en kaliumgehalte hebben.  De resultaten van dit onderzoek geven aan dat vogelkersvruchten fenolverbindingen bevatten die aanzienlijke antioxiderende en bloeddrukverlagende effecten veroorzaken.  Deze bevindingen suggereren dat deze vruchten kunnen worden beschouwd als functionele voedingsmiddelen die nuttig zijn voor de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten.

Nutraceutical Value of Black Cherry Prunus serotina Ehrh. Fruits: Antioxidant and Antihypertensive Properties. Molecules 2013, 18(12), 14597-14612; https://doi.org/10.3390/molecules181214597

In Mexico black cherry (Prunus serotina Ehrh.) fruits are consumed fresh, dried or prepared in jam. Considering the evidence that has linked intake of fruits and vegetables rich in polyphenols to cardiovascular risk reduction, the aim of this study was to characterize the phenolic profile of black cherry fruits and to determine their antioxidant, vasorelaxant and antihypertensive effects. The proximate composition and mineral contents of these fruits were also assessed. Black cherry fruits possess a high content of phenolic compounds and display a significant antioxidant capacity. High-performance liquid chromatography/mass spectrometric analysis indicated that hyperoside, anthocyanins and chlorogenic acid were the main phenolic compounds found in these fruits. The black cherry aqueous extract elicited a concentration-dependent relaxation of aortic rings and induced a significant reduction on systolic blood pressure in L-NAME induced hypertensive rats after four weeks of treatment. Proximate analysis showed that black cherry fruits have high sugar, protein, and potassium contents. The results derived from this study indicate that black cherry fruits contain phenolic compounds which elicit significant antioxidant and antihypertensive effects. These findings suggest that these fruits might be considered as functional foods useful for the prevention and treatment of cardiovascular diseases.

vrijdag, mei 24, 2024

Het klappen van de klaproos

Ze zijn er weer. Rode vlammende vlekken in ons landschap. De klaproos! De Duitse naam is (Klatsch-)mohn, de Engelse Poppy en de Franse Pavot. De Germaanse en Nederlandse naam dankt de Klaproos aan een kinderspelletje.  Leonardus Fuchsius schrijft al in 1543: “De kinderen hebben het genuechte met dessen bloemen, went sij legghen de bladeren tusschen haer handen oft op haer voorhooft, ende sy doen die clappen oft geluyt geuven, ende daerom so heet dit cruyt Clapper rose.” Rond het begin van de vorige eeuw beschrijven De Cock en Teirlinck het 'Klakkerkes maken': “Men vouwt een bloemblaadje bolvormig zoodat men een klein beursje bekomt. Dit slaat men op voorhoofd of handrug. De samengedrukte lucht doet het kleine zakje met een knal openspringen.” Ook in andere landen kende men dit spelletje en zo kreeg de papaver overal op elkaar lijkende namen. Klaprozen zijn geen rozen?  De toevoeging ‘roos’ in de naam betekent gewoon ‘bloem’! 

Als kind noemden wij deze veel voorkomende plant kollebloem. Kolle wil zeggen kale schedel en wijst op de vorm van de zaaddoos. Bij Dodonaeus vinden we ook de naam Collebloemen. Een andere opvatting is dat kol hier behalve kaalkop ook voorhoofd kan betekenen, omdat je de blaadjes op je voorhoofd kon laten klappen.  Een door de opvallende scharlakenrode kleur van de klaprozen geïnspireerde dichter schreef ooit: 

Tusschen de tarwe In den zomergloed. 
Bloeien de Kollen rood gelijk bloed. 

De Klaproos komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa of de Kaukasus en zal vroeger wel met voedselgewassen mee naar het noorden gekomen zijn. Door chemische bestrijdingsmogelijkheden is de Klaproos met vele andere typische graanonkruiden vrijwel uit de graanvelden verdwenen. Nu is hij een echte pionier: een indicator voor vers omgewerkte grond. 

De bloemblaadjes bevatten het alkaloïde rhoeadine, dat oplosbaar is in water en alcohol en dit bloedrood kleurt. Het heeft een ontkrampend effect op de luchtwegen. Verder zitten er looistoffen, mekocyanine, slijmstoffen, glycosiden, meconisch zuur, harsen en gommen en tenslotte cumarine in dat bloedverdunnend en pijnstillend werkt. 

De melk in de rijpe verse capsules bevat alkaloïden, in principe dezelfde als de opiumpapaver (Papaver somniferum) maar in veel mildere vorm. De belangrijkste zijn isorhoeadine, protopine, rhoeadine en stylopine. De hoeveelheid werkzame stoffen die het sap bevat zouden geschikt zijn voor het maken van een mild soort opium. Maar je zou wel hééél erg veel nodig hebben om enig duidelijk effect te sorteren. Of de andere alkaloiden (naast rhoeadine) van de klaproos in water vrij komen is de grote vraag, maar in alcohol gebeurt dat met zekerheid wel

Klaproossiroop 

Ongeveer 200 gr Klaproosbloemblaadjes (verse) 700 gr rietsuiker, 50 ml 90% alcohol, 1 liter gedestilleerd water Voeg de klaproosbloemblaadjes geleidelijk toe aan 400 ml gedestilleerd water dat au bain marie verwarmd wordt, roer regelmatig en neem na een uur van het vuur af en laat verder nog 10 uur koud trekken. Goed zeven en uitpersen na deze periode en voeg de suiker toe onder verwarmen. Voeg de alcohol en de rest van het water toe als de vloeistof bijna koud is. 

Geneeskrachtige werking van Klaproossiroop: Maakt taai slijm los, ontkrampt, is licht verdovend, hoestdempend, kalmerend, slaapverwekkend, verzachtend en zweetdrijvend. Het sap uit de onrijpe zaaddoos van de klaproos bezit dezelfde bedwelmende eigenschap als dat van de slaapbol, doch in veel mindere mate. 

Klaproostinctuur 

Vul een schone pot met alcohol van minstens 35% en doe daar de bloemblaadjes van de Klaproos in en het deksel erop. Laat dit op een donkere plek 2 weken trekken, iedere dag schudden. Na een aantal dagen worden de blaadjes wit. Je kunt de tinctuur sterker maken door er tussendoor verse blaadjes erbij te doen. Zeef de tinctuur en doe hem in een donkere fles met naam van het kruid en de oogst– en botteldatum erop. Klaproostinctuur is bloedrood. 

Wetenschappelijk onderzoek

  • https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32306285/ Mineral Composition and Antioxidant Potential in the Common Poppy (Papaver rhoeas L.) Petal Infusions
  • https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/11274828/ Behavioral and pharmaco-toxicological study of Papaver rhoeas L. in mice 
  • https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10336831/apaver rhoeas L. stem and flower extracts: Anti-struvite, anti-inflammatory, analgesic, and antidepressant activities
  • https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37483762/Effect of Papaver rhoeas hydroalcoholic extract on blood corticosterone and psychosocial behaviors in the mice model of predator exposure-induced post-traumatic stress disorder

zondag, mei 12, 2024

Mijn kruidig leven. Hoe het begon. Mijmeringen Maurice tachtig.


Mijn kruidig leven begon in de fameuze jaren 60 van de vorige eeuw met het lezen van Mellie Uyldert’s boek "De taal der kruiden". De ontdekking dat 'ordinaire' planten zoals paardenbloem, brandnetel en weegbree ergens goed voor waren, sprak me zo erg aan, dat ik me er steeds verder in ging verdiepen en er zelfs mijn beroep van maakte. Ik ben nu, 55 jaar later, zowat 1000 kruidenboeken rijker, geef les in kruidengeneeskunde en noem mezelf herborist.

Ondertussen is deze 'fytotherapie' niet alleen in de volksgeneeskunde maar ook in de officiële wetenschap bekend en herkend geworden. de naam ‘herborist’ heeft weer enige allure gekregen en ook deze 'on'kruiden worden volop wetenschappelijk onderzocht.

Hierbij en voorbeeldje van hoe een volkse plant zoals de pisbloem kan uitgroeien tot het deftig medicijn Taraxacum en tot symbool van een vereniging.

Wie kent haar niet, de paardenbloem! En toch zitten er wel wat onbekende kanten aan deze plant. Zo zouden er volgens de botanici niet één maar wel 200 verschillende soorten zijn. De Flora van België deelt ze op in secties zoals obliqua, erythrosperma en palustria. De grote verschillen in bladvorm en bladgrootte zijn gedeeltelijk ook te verklaren uit de ecologische kenmerken van hun groeiplaats: nat of droog, voedselarm of voedselrijk .... Het aanpassingsvermogen van deze plant is zeer groot, zoals trouwens bij alle veel voorkomende 'on'kruiden. Het zijn echte overlevers. Merkwaardig genoeg zijn het net deze planten die veel als versterkers en bloedzuiveraars gebruikt worden.

Paardenbloem is in feite het prototype van de reinigende voorjaarsplant. Ten eerste is hij in maart en april volop fris voorradig. Ten tweede bevat hij, net zoals de brandnetel veel mineralen en vooral een zeer hoog kaliumgehalte, wat waarschijnlijk verantwoordelijk is voor de goede urinedrijvende werking. Denk maar aan zijn namen pissenlit en pisbloem. Ten derde, bezit hij een goed onderzochte galdrijvende en spijsverteringbevorderende werking. Bij één van de onderzoeken bleek de diuretische werking even sterk als die van chemische diuretica. Verder constateerde men een gewichtsverlies van wel 30%. Dit onderzoek werd gedaan door E.Racz-Kotilla en gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Planta Medica, wel al in 1974. Maar reeds in 1875 vonden de Engelse onderzoekers Rutherford en Vignal een galdrijvende en toniserende werking bij honden. De Franse vader van de moderne fytotherapie Henri Leclerc genas patiënten met leverproblemen, galstenen en ontstekingen van de galcapillairen met deze Taraxacum.

Oude onderzoeken inderdaad, maar wel waardevol. Is kruidengeneeskunde niet juist, oud en nieuw samenbrengen om zo tot een veelzijdige vorm van genees-kunde te komen. En is het mogelijk de taak van een herborist - oud en nieuw, emotioneel en rationeel, volks en verantwoord - de kracht van eenvoudige planten tot bij de mensen te brengen.

Maurice tachtig, klinkt krachtig. Bedankt paardenbloem en weegbree en..... we blijven doorgaan.


Kruidige verjaardag, vitale vrouwen en wildemanskruid

En we vinden eindelijk na zovele jaren weer eens wild wildemanskruid en dat op mijn tachtigste verjaardag en dat op mijn meest vertrouwde natuurrots. 

Mijn ouderwets floraboek zegt dat wildemanskruid handvormige, veerdelige bladeren heeft met een opvallende zijdeachtige beharing. Deze overblijvende, tere plant, die 20-40 cm hoog wordt, bloeit van maart tot mei. De bloem heeft purper gekleurde bloembladeren en veel meeldraden en stampers. Na de bloei draagt de plant opvallende pluizige vruchten en die pluisjes vinden we nu op onze hallucinogene rots. 

De officiele naam Pulsatilla is mogelijk afgeleid van het Latijnse pulsare, dat kloppen, stoten of slaan betekent. Dit zou verwijzen naar de behaarde aanhangsels van de vruchten, die voortdurend in beweging zijn. De zaden hebben een lang, veerachtig pluimpje. Al die pluimpjes bij elkaar doen denken aan een wild kapsel. Vandaar de naam wildemanskruid. 

Het giftige sap van de verse plant kan op de huid of de slijmvliezen ontstekingsreacties geven. Vroeger werd het gedroogde kruid gebruikt tegen ontstekingen van maag, darmen en geslachtsorganen. Het werd echter in het bijzonder bij depressies toegepast. Planten met hangende bloemen werden sinds de oudheid als effectief beschouwd voor patiënten ‘die het hoofd laten hangen’. Een vorm van signatuurleer dus.

Nu wordt wildemanskruid alleen nog sterk verdund homeopathisch voorgeschreven, o.a. bij depressies, premenstrueel syndroom, migraine, maag en darmklachten, gewrichtspijnen, reuma en jicht, het middel is vooral geschikt voor 'jonge, blonde vrouwen met blauwe ogen'. En ik als oude, grijze, vitale man ben nu gelukkig om hier op mijn rots met vele vitale vrouwen zeldzame plantjes te mogen ontmoeten.

Dodonaeus over wildemanskruid of keukenschel
De bladeren, stelen en bloemen van keukenschel die zeer scherp van smaak zijn worden voor heet en droog gehouden tot in de derde graad, doorsnijdend, dun makend, natrekkend, verterend, zuiver makend, ja bezerend en dooretend van krachten. Daarom zal men het niet binnen het lijf gebruiken.

Nuchtere adviezen voor de teelt van wildemanskruid
Koude kiemer. Zaaien in de herfst of stratificatie van de zaden in de koelkast gedurende 4 weken in de lente, dan uitplanten. Pulsatilla staat erom bekend niet graag te ontkiemen - zaden die niet zijn ontkiemd, kunnen in kweekpotten in de tuin worden gezet en kunnen het jaar erop in het volgende seizoen ontkiemen.


zaterdag, mei 04, 2024

Mijn filosofische overdenking over beleving van planten

Met elke plant in mijn leven heb ik en ook jullie allemaal, ooit eens op een of andere manier voor de eerste keer kennis gemaakt. Bij sommige planten, vooral dan als baby, was dat in de vorm van voedsel, bijvoorbeeld worteltjes in potjes, waarvan ik toen niet wist dat het ooit levende planten geweest waren. Bij andere planten was dat, vooral als kind, in de natuur, bos en veld, bijvoorbeeld de brandnetel, die tot mijn stomme verbazing, een duidelijk en prikkelend antwoord had op mijn aanraking. Bij een derde groep planten, als volwassen mens, was het dikwijls omdat ik er iets over las, dus op een rationele manier. Je zou kunnen zeggen dat ik in verschillende levensfases op verschillende manieren kennis gemaakt heb met planten: als baby oraal-instinctief, als kind emotioneel-belevend en als volwassene rationeel-afstandelijk. Volledige kennis kan misschien pas ontstaan als ik zowel de baby, het kind als de volwassene in mij op de planten loslaat. 

Is dat de reden waarom ik bij het lezen over een plant, direct de behoefte krijg om hem in levende lijve te zien, aan te raken, te proeven en soms te oogsten of te verwerken? Door deze behoefte om op vele manieren met een plant kennis te maken ontstaat een jarenlange relatie met planten, waardoor een verdieping, een ware kennis ontstaat. Een echte relatie dus, waardoor, net zoals bij mensenvrienden, de plant en ik mekaar volledig en zonder woorden kunnen begrijpen. Planten waarmee ik zo een relatie heb of aan het opbouwen ben zijn onder andere, ik heb enige schroom om hun namen te noemen, lavendel, smalle weegbree, paardenbloem, maar ook uitheemse bengels, gastarbeiders zoals monnikenpeper en  rozenwortel.

Ik leid als zodanig een veelzijdig dubbelleven in verschillende stadia met vele planten. Ik heb zelfs foto’s, zaadjes, blaadjes of bloemen van deze geliefden in mijn portefeuille of in mijn broekzak. En soms, ik durf het nauwelijks te bekennen, soms draag ik ze als een amulet op mijn hart. Misschien wel de ultieme manier om te genieten van mekaar.

vrijdag, mei 03, 2024

Mellie Uyldert over paardenbloem, een herinnering

Paardenbloem evenals de weegbree een van de actiefste, nuttigste, rijkste kruiden, is overal te vinden. In het voorjaar gebruikt men het verse blad. Dit bevat veel kali en werkt daardoor sterk op de vocht afvoer door de nieren, vandaar de Franse naam. Wie konijnen heeft weet, dat paardenstekken een waterbuik genezen. Van de wortel wordt soms een voortreffelijk koffiesurrogaat gebrand. De plant is dus goed tegen alle soorten waterzucht.

Verder bevat het blad kalk, mangaan (onrust en angstige voorgevoelens wijzen vaak op mangaan gebrek), natrium (ontzuurt) , zwavel (reinigt de huid, geeft glanzend haar), kiezelzuur(stimuleert de vorming van nieuw bindweefsel in geval van etterende ziekten).

Ook bevat het blad choline, dat een sterk opwekkende, toniserende werking heeft, het stimuleert het autonomen zenuwstelsel, de klieren en de gladde musculatuur. De speeksel-, slijm- en zweetklieren worden aangevuurd, er wordt meer gal afgescheiden en de pancreas wordt wakker geschud (dus een eerste kruid bij diabetes, dan vooral de wortel). De bloedvaten worden door choline verwijd, de bloeddruk verminderd en de pols vertraagd. Bij een trage bevalling met te zwakke weeën wekt choline de weeën op. Alle nerveuze spanning, die remmend werkt, wordt opgeheven, zodat alle levensfuncties weer rijkelijk en in opgewekte samenwerking hun gang gaan.

Mensen die voortdurend emotioneel geprikkeld worden, bijvoorbeeld door samenwoning, wier onuitgesproken ergernis tot een gewoonte-houding is ingevreten en wier levensfuncties door een tot sleur geworden ongelukkig-zijn geremd worden zodat zij hun voedsel niet meer kunnen verteren – vinden baat bij de paardenbloem. De choline wentelt hen om tot een positieve levenshouding.

De paardenbloem bevat ook magnesium: deze voor hart en zenuwen zo zeer waardevolle bitter-aarde stilt alle kramp en geeft het hart moed.

Het valt de paardenbloemplukker onmiddellijk op hoe verschillende de bladeren gevormd kunnen zijn: soms met scherpe hoekige insnijdingen(de leeuwentanden), soms slechts flauwgolvend van omtrek. Dit ligt aan de standplaats en andere invloeden van de omgeving, waar de paardenbloem zich dadelijk naar richt.

Hoe meer licht-ether in de atmosfeer, hoe scherper ingesneden (driehoek), hoe meer vocht-ether, hoe vloeiender de bladrand. Men kan ook zijn keuze van bladeren bepalen naar eigen behoefte: wie het flitsende spirituele denken wil sterken, neme de hoekige bladeren; wie de sap stroming in zijn lichaam wil losmaken, de cellenbouw stimuleren en het instinct wekken, kiest de bladeren met zacht golvende rand.

De in de paardenbloem aanwezige saponine wekt de klieren op, in het bijzonder die van de slijmvliezen van de bronchiën, maag en darm en ook de zweetklieren. De saponine bevordert onder meer de opname van kalk en andere stoffen, waardoor de gehele stofwisseling in orde komt. De darmbeweging wordt gestimuleerd, waardoor verstopping opgeheven wordt. De spijsvertering wordt zo van begin tot eind gunstig beïnvloed. De bitterstof haalt de darm uit de kramp (via de sympathicus) en de choline doet hem levendiger samentrekken.

Zo worden ook de slappe venen, die de vlotte doorstroming van het veneuze bloed belemmeren door de bitterstof sterker, terwijl een krampachtige spanning van de venen door de choline wordt opgeheven.

Tenslotte bevat de paardenbloem ook nog inuline, een zetmeel dat in vruchtensuiker wordt omgezet en dus goed voedt.

De paardenbloem (blad en wortel) is dus tegen verscheidene groepen kwalen goed. Ze wekt leven in ziel en lichaam, sterkt, geeft moed. Ze regelt de stofwisseling, bevordert alle noodzakelijke afscheidingen en door stromingen, waardoor opgenomen stoffen ten volle verwerkt kunnen worden en het gestel ten goede komen, terwijl afval wordt opgeruimd.

De lever, die zetel van ons levensinstinct, wordt opgewekt, alle stuwingen, zwellingen en steenvorming worden opgeheven, de gal en de pancreas-producten vloeien vlot. Verder wordt al het overtollige vocht afgevoerd, het hart bevrijd en alle depôts van zuren en andere vergiften opgeruimd door nier- en darmwerkzaamheden: reumatiek, jicht, eczemen, verzweringen en vetdepôts verdwijnen. Men wordt slank. Scrofulose en verslijming worden opgeheven. Aambeien verdwijnen door vlottere bloedsomloop.

Vroeger at men in het voorjaar molsla: paardenbloembladen die bleek gebleven waren onder een molshoop. Men kan de groene (niet door honden bepiste planten.w.) evengoed eten, gemengd door kropsla en andere kruiden. Het bittere geeft de sla karakter.

Meer over de paardenbloem 

woensdag, mei 01, 2024

Wild gezaaid!

Nog maar wat zaden uitstrooien in het hellingbos bij mijn woning in B. De bosmaaiers zijn de voorbije week woest langs geweest en dus is er plek om illegaal te zaaien. Floravervalsing noemen sommige van mijn natuurvrienden dat maar als de varkens en de vogels dat mogen, dan mag ik dat ook. En ik vervals de flora niet want het zijn mijn floravrienden die hier dit biotoop thuis horen. Geel vingerhoedskruid en wolfskers mag en wil ik wel wat helpen om zich hier thuis te voelen maar ze moeten wel op eigen houtje volwassen worden. Dus zaadoverschotjes gestrooid met gulle hand en met gevoel en verstand. 

Over geel vingerhoedskruid. in Wallonië een inheemse, niet al te zeldzame plant. Geel Vingerhoedskruid is er te vinden op licht beschaduwde tot zonnige plaatsen op kalkrijke grond langs bosranden, struwelen en in kapvlakten. De geslachtsnaam Digitalis betekent “vingerhoed” en is afgeleid van het Latijnse woord digitus dat “vinger” betekent en verwijst naar de bloemkroon die op een vingerhoed lijkt. De Nederlandse geslachtsnaam is een letterlijke vertaling van de wetenschappelijke naam. De soortnaam lutea betekent “geel” en verwijst naar de kleur van de bloemen. 

Over de wolfskers. In Europa staat ze in bossen en bosranden en dan vooral op verstoorde plaatsen, zoals tussen natuurlijk puin bij rotshellingen of na (gedeeltelijke) kap van het bos. In Nederland en België is zij vroeger wel gekweekt en daarom wordt ze, vooral op bouwterreinen in oudere steden, er ook verwilderd gevonden. Op het löss in het Nederlandse Zuid-Limburg komt zij indigeen voor. In België is ze alleen indigeen in het Zoniënwoud en Wallonië. In Wallonië is ze vrij zeldzaam en beperkt tot de kalkrijkere bossen.  Belladonna was al in de oudheid bekend in Mesopotamië. Dichter bij huis, in de 13e eeuw, raadde de heilige Hildegard het gebruik ervan aan als zalf tegen kiespijn. In haar geschriften, wordt de Belladonna plant "dolo" genoemd. Pas in de 16e eeuw werd ze Belladonna genoemd en duidelijk beschreven. Daarna verloor ze haar karakter van magische of toverplant en werd ze gezien als een geneeskrachtige plant, die in apothekerstuinen werd gekweekt.

Muguetjes op 1 mei

Kreeg jij ook lelietjes-van-dalen of meiklokjes op 1 mei?  En waar krijg je muguetjes en snuivertjes? Het witte meiklokje wordt op 1 mei uitgedeeld om het einde van de winter te vieren. Het brengt de ontvanger geluk voor het volgende jaar; daarom worden ze ook wel porte-bonheur ‘geluksbrenger’ genoemd. In Frankrijk is de traditie om meiklokjes te geven nog heel bekend. En ook in België zijn er heel wat mensen die op die eerste dag van mei meiklokjes uitdelen aan vrienden en geliefden, zowel echte als virtuele.

Franse traditie

De traditie zou ontstaan zijn nadat koning Charles IX op 1 mei 1561 een bosje lelietjes-van-dalen kreeg om hem geluk en voorspoed voor het komende jaar te wensen. Wie de bloemen schonk, weet men niet, maar de koning was er zo blij mee, dat hij daarna op 1 mei alle vrouwen aan zijn hof een boeket meiklokjes gaf. Nu worden meiklokjes vaak geassocieerd met de Dag van de Arbeid, een dag die 121 jaar geleden werd ingevoerd in de meeste landen van Europa.

Muguetjes

De meiklokjes heten in Vlaanderen vaak muguetjes, soms uitgesproken als mugeetjes. Muguet de mai is de Franse naam voor de bloem. De benaming muguet verwijst naar de sterke geur van de bloem. Het woord is afgeleid van muskus, de sterk riekende stof van mannelijke muskusdieren. Naast de vorm van de bloemen, de plaats waar je ze vindt of de periode waarin ze bloeien, kan dus ook de geur bepalend zijn voor de naamgeving.

Nog veel andere namen

De lijst met namen voor het meiklokje is lang. Hier en daar hoor je piepertjes, volgens Paque omdat de bloemen nauwelijks over hun bladeren heen kunnen piepen. In Antwerpen, in Zeeland en in de streek van Bergen-op-Zoom zegt men ook wel eens fiepertjes. Daarnaast bestaan ook perrebloemen, waarin perre volgens Debrabandere naar een afsluiting verwijst. Daarvan is perk afgeleid. Paque noemt ook nog de perkbloemetjes, die zo genoemd worden omdat ze altijd in groepen of perken groeien. In de Brabantse dialecten wordt het bloempje ook wel snuivertje of snuifbloemetje genoemd. Snuif is bekend in de volksgeneeskunde. De namen verwijzen naar de tot poeder gewreven, sterk geurende bloemetjes, die op cocaïneachtige manier gesnoven werden met eens een niesbui tot gevolg.

Vanwege de geneeskrachtige maar niet ongevaarlijke stoffen die het plantje bevat, was het in de volksgeneeskunst niet zo erg in trek. Dat de bloemen als ‘druppels’ aan de steekjes hangen, was volgens middeleeuwse opvatting een teken dat de plant gebruikt kon worden bij een beroerte of bij vallende ziekte. De plant moest voor zonsopgang, wanneer de dauw nog aanwezig was, geplukt worden. Men moest het geheel laten trekken in malvezij, een zoete wijn uit Napoli di Malvasia. Men kreeg dan het beroemde aqua apoplectict Hartmanni of, vrij vertaald, Hartmann’s beroertewater. P.A. Matthiolus (1501-77), noemt een dergelijk aftreksel aurea aqua: guldenwater of goudwater, vanwege de goede resultaten bij het gebruik ervan bij vele ziekten. De essence verkregen uit de bloemen bewaarde men zelfs in gouden en zilveren flesjes. Na een tijd uit de medische belangstelling te zijn geweest, neemt deze belangstelling de laatste tijd weer toe.

De beroemde arts Galenus (131-201) meende dat de hersenen een soort klieren waren: een mening die lang heeft standgehouden. In aansluiting daarop beweerde hij dat de afscheiding van deze klieren door de neus geschiedde. Daaruit heeft zich de opvatting ontwikkeld dat niespoeder of snuif bij hoofdpijn en dergelijke bezwaren een goed middel is om het hoofd weer helder te krijgen. Voor oostelijk Salland staat als volksnaam Kriewelbloem genoteerd, en het is niet onmogelijk dat deze benaming daarmede in verband staat.

Een oude Duitse volksnaam luidde Niesekraut. Een beroemde snuif was indertijd de Schneebergersnuif. Een oud recept voor niespoeder, voorkomende in een Engelse farmacopee uit de achttiende eeuw, luidde: neem gelijke delen:

  • Foliorum asarum
  • Foliorum betonice
  • Herba majoranae
  • Florus convallariae maialis.
Geneeskrachtig maar gevaarlijk
De plant bevat een twintigtal hartglycosiden, waarvan convallatoxine en convallatoxol de belangrijkste zijn. Deze stoffen hebben uitwerking op de hartspier en bloedsomploop, die vergelijkbaar is met deze van de hartglycosiden in gewoon vingerhoedskruid (Digitalis purpurea). Het onoordeelkundig medicinaal gebruik van het meiklokje of lelietje-van-dalen is gevaarlijk. De marge tussen gewenste effecten en toxische bijwerkingen is soms heel nauw. Anderzijds geven ongevallen met deze plant buiten de medicinale sfeer, maar heel zelden aanleiding tot gevaarlijke vergiftigingen, waarschijnlijk omdat slechts 10% van de hartglycosiden in het lichaam wordt opgenomen.

Zware vergiftigingen door accidentele inname worden zelden gerapporteerd. Blootstellingen worden alleen beschreven in de korte periode waarin het plantje bloeit. Na inname treedt vaak braken op wat de opname van giftige stoffen beperkt. Het Antigifcentrum ontvangt jaarlijks 40 tot 60 oproepen in verband met het meiklokje. Meestal gaat het om 2 tot 4-jarige kinderen die op een steeltje of blaadje knabbelen, een besje opeten of van het vaaswater drinken. Bij volwassenen gaat het meestal om de accidentele inname van vaaswater. 

Bij dieren
Vergiftigingen bij dieren zijn zeldzaam. Dieren vermijden de verse plant omwille van de geur. Nochtans werden bij twee katten ernstige vergiftigingen gerapporteerd. Bij een hond werd een vergiftiging met dodelijke afloop beschreven. Ook pluimvee dat gedroogde plantenresten in de voeding krijgt kan vergiftigd worden. Studies bij dieren hebben niet kunnen aantonen dat het drinken van vaaswater aanleiding geeft tot vergiftiging.