maandag, september 01, 2025

Venkel, een monografie

Venkelplanten staan nog steeds te pronken in mijn tuin. Deze Foeniculum vulgare komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en wordt nu verbouwd in de gematigde zones van Europa, Azië, Afrika en Zuid-Amerika.

Bitter, zoet, delicaat: drie variaties van één soort.
Drie soorten venkel komen bijzonder veel voor. Wilde of bittere venkel (Foeniculum vulgare var. vulgare), die voornamelijk in de fytotherapie wordt gebruikt, siert met zijn geelgroene bloemen talloze bermen in zijn mediterrane habitat . Deze schermbloemige plant bereikt een hoogte tot 2 m en verspreidt een delicaat aromatische geur. De ronde stengels zijn blauwachtig berijpt, de bladeren zijn uiterst fijn geveerd, blauwgroen en kaal. De felgele bloemen groeien in een samengesteld scherm, De vruchten, 5-10 mm lang, splitsen zich na het drogen in twee vruchtjes, elk met vijf duidelijke ribben.

De zaden van zoete venkel (Foeniculum vulgare var. dulce) dienen ook als kruidengeneesmiddel met grotendeels dezelfde indicaties, maar geven ook smaak aan veel gerechten, brood, gebak en conserven. Terwijl de vruchten van bittere venkel geelachtig tot groenbruin van kleur zijn, een sterke kruidige geur en een licht bittere smaak hebben, zijn de vruchten van zoete venkel aanzienlijk lichter van kleur, ze hebben dezelfde kruidige geur maar met een zoeter aroma. Ze ondersteunen de maag na zware maaltijden door de spijsverteringssappen te stimuleren.

De knollen van de gewone venkel (Foeniculum vulgare, var. azoricum) zijn een populair ingrediënt in de herfst- en winterkeuken. De knobbelige, verdikte uitgroeisels van deze venkelsoort groeien aan de basis van de stengel, net boven de grond, en zijn een delicatesse, zowel rauw als gekookt. Ze smaken zoet, licht bitter en licht pittig. De groene venkelbladeren geven een bijzondere smaak aan visgerechten.

Mythologie: Venkel bracht hemels vuur en kennis
Volgens de Griekse legende stal Prometheus ooit vuur van de berg Olympus. Hij nam de licht ontvlambare stengel van een gigantische venkelplant en hield die in het vuur van de brandende zonnewagen bestuurd door de god Helios. Het merg van de plant begon te gloeien en doofde niet, zelfs niet in de wind. Zo bracht Prometheus het goddelijke vuur naar de mensheid. Hij werd wreed gestraft voor deze diefstal. Talloze plagen troffen de mensheid. Sindsdien wordt venkel beschouwd als een plant die licht en hemels vuur overbrengt en zo kennis schenkt. De Grieken geloofden dat het de geest en concentratie scherpt en de blik op de schoonheid van de natuur verheldert. Uiteindelijk waren het de Benedictijnse monniken die het geneeskrachtige kruid over de Alpen naar het noorden brachten en het gebruik ervan in hun kruidenboeken prezen, onder andere tegen "een stinkende adem, hoest, het versterken van de maag, tegen winderigheid en tegen constipatie".

Zoet anijsaroma: Anethol als belangrijkste actieve ingrediënt
De belangrijkste bestanddelen van de vruchten zijn 4-6% etherische oliën, vette olie, flavonoïden, eiwitten en fytosterolen. De etherische olie van bittere venkel bevat 50-70% anethol, de stof die verantwoordelijk is voor het zoete, anijsachtige aroma en een slijmoplossend, licht oestrogeen en spijsverteringsbevorderend effect heeft. Daarnaast behoren 12-25% fenchon, dat een bittere, kamferachtige smaak heeft, en 2-8% estragol, dat eveneens een anijsachtige geur en een oestrogeen effect heeft, tot de therapeutisch actieve ingrediënten. De etherische olie van zoete venkel bevat ongeveer 80-95% anethol, maar slechts 1% fenchon en nog minder estragol. De ingrediënten als geheel hebben dus een slijmoplossend en spasmolytisch effect, evenals zwakke antibacteriële en antischimmeleigenschappen.

Venkel, spasmolyticum / carminativum, een universele plant voor maag en darmen
Venkel, bittere venkel met zijn essentiële olie als belangrijkste actieve ingrediënt, is een spasmolyticum (verlicht krampen), een carminatief middel (vermindert winderigheid en oprispingen) en een maagmiddel (stimuleert de productie van maagsap). Hildegard von Bingen beschouwde het als een universeel middel tegen alle gastro-intestinale aandoeningen en schreef: "Ongeacht hoe het wordt gegeten, het maakt mensen vrolijk, geeft een aangename warmte, laat goed transpireren, zorgt voor een mooie teint en bevordert een goede spijsvertering."
Venkel ontspant feitelijk gladde spieren in het hele lichaam, voornamelijk in het maag-darmkanaal. Daar verlicht het koliek (inclusief gal), krampen en diarree. Deze schermbloemige plant verlicht de hik en heeft een kalmerend en krampstillend effect op hoofdpijn veroorzaakt door indigestie. Een kompres met een sterk aftreksel van gemalen venkelzaden, geplaatst op het voorhoofd, kan hoofdpijn verlichten. Giet 2 theelepels venkelzaden in 250 ml heet water, dek af en laat 10 minuten trekken. Dompel een katoenen zakdoek in de thee, knijp het overtollige water eruit en leg het minstens 10 minuten op het voorhoofd. Het spasmolytische werkingsmechanisme van venkel is gebaseerd op het remmen van de calciuminstroom in gladde spiercellen.

Het heeft een bijzonder milde en verzachtende werking op winderigheid en buikpijn bij baby's en jonge kinderen. Het maakt moedermelk gemakkelijker te verteren voor baby's en helpt, samen met anijs, karwij en koriander bij krampjes bij baby's van drie maanden oud. Om de thee te bereiden, moeten de venkelzaden gemalen of gekneusd worden, zodat het water de etherische olie uit de cellen kan vrijmaken. Geef zeer jonge kinderen vóór het voeden een theelepel slap getrokken, ongezoete zoete venkelthee (een halve theelepel geplette venkelzaden op 250 ml heet water, 5 minuten laten trekken). Deze thee bevat minder estragol, waarvan wordt vermoed dat het in hoge concentraties kankerverwekkend is. Borstvoeding kan voor zowel moeder als baby gemakkelijker worden gemaakt door ook venkelthee te drinken.

Positieve monografieën van alle officiele commissies
Venkel (Foeniculum vulgare) kreeg een positieve monografie van HMPC, ESCOP en Commissie E. De HMPC (Committee on Herbal Medicinal Products) classificeert het als een traditioneel middel met de volgende indicaties:
  • symptomatische behandeling van lichte krampachtige maag-darmklachten, waaronder winderigheid
  • symptsomatische behandeling van milde spasmen in verband met menstruatiebloedingen
  • als slijmoplossend middel bij verkoudheidshoest
Volgens ESCOP (European Scientific Cooperative on Phytotherapy) zijn de vruchten van bittere en zoete venkel geïndiceerd voor dyspeptische klachten zoals lichte, krampachtige maag-darmklachten, winderigheid en catarre van de bovenste luchtwegen. Commissie E noemt vergelijkbare indicaties voor bittere en zoete venkel: dyspeptische klachten zoals lichte, krampachtige maag-darmklachten, een opgeblazen gevoel, winderigheid en catarre van de bovenste luchtwegen.

Voor uitwendig gebruik bij winderigheid en buikkrampen wordt vaak een zachte buikmassage met venkelolie aanbevolen, vooral voor kinderen en ouderen. Voeg hiervoor 2-3 druppels etherische venkelolie toe aan een eetlepel basisolie, verdeel het mengsel rond de navel en masseer het zachtjes in met cirkelvormige, met de klok mee gerichte bewegingen. Venkel wordt vaak gecombineerd met anijs vanwege de vergelijkbare indicaties en synergetische effecten.

Venkel, een expectorantium, hoestonderdrukker en krampwerend middel

Venkel heeft ook een krampstillende werking op de gladde spieren van de longen en is een van de belangrijkste hoestonderdrukkers. De etherische olie, en met name de bestanddelen anethol en fenchon, maken het dikke slijm in de bronchiën los, waardoor het gemakkelijker wordt om het op te hoesten. Dit vermindert ook de ontsteking die gepaard gaat met de ophoping van slijm.

Receptuur met venkel. Venkelhoning
Maak 20 g zoete of bittere venkelzaden fijn en giet 200 ml vloeibare honing in een schone pot met schroefdeksel. Laat 3 dagen staan, keer de pot dagelijks om en zeef de honing. Of voeg 2-3 druppels etherische venkelolie toe aan 100 g vloeibare honing en roer de honing er voorzichtig doorheen. Dosering: ½ theelepel, meerdere keren per dag.

Receptuur. Venkelsiroop
Meng 2 theelepels gekneusde venkelzaden met 200 g rietsuiker en 200 ml water in een steelpan. Breng met het deksel op de pan aan de kook en laat 10 minuten trekken. Zeef door een fijne zeef. Giet de vloeistof terug in de pan en laat ongeveer 20 minuten inkoken tot siroop. Giet in een schone fles. Bewaar op een koele plaats. Dosering: 3-4 keer per dag, ½ theelepel.
Sebastian Kneipp prees het krampstillend effect aan bij koliek, longziekten, astma en kinkhoest. Tegelijkertijd kalmeert venkel de zenuwen en bevordert het een goede nachtrust. Dit maakt het een waardevol middel tegen verkoudheid, hoest en nervositeit, in de vorm van thee, venkelhoning of venkelsiroop. Door de goede tolerantie is het ook ideaal voor kinderen.

Oud middel tegen ontstoken of zwakke ogen
Het effect van venkel op de ogen is terug te vinden in bijna alle oude kruidenboeken. De Egyptische Papyrus Ebers beschrijft een gebruik dat vandaag de dag nog steeds bekend is: een afkooksel van venkelvruchten om kleverige, oogleden te verzachten met behulp van lauwe kompressen. Plinius gebruikte het in de 1ste eeuw om "troebele ogen" te genezen. Walahfrid Strabo, abt van het klooster Reichenau in de 9de eeuw, gebruikte de zaden 'wanneer er een schaduw op de ogen valt'.
In zijn kruidenboek uit de 16de eeuw beschreef Tabernaemontanus venkel in meer dan 13 bladzijden en beval het onder andere aan bij nachtblindheid. Om de ogen te versterken, raadt Hildegard von Bingen ouderen aan om brood in wijn te weken, het met venkelzaad te bestrooien en het dagelijks te eten.
Oogkompressen met venkel
met venkelthee zijn een nuttig huismiddeltje tegen conjunctivitis, strontjes of blefaritis. Week steriele kompressen in thee (2 theelepels gemalen venkelzaad in 250 ml heet water, 10 minuten laten trekken), knijp het overtollige water eruit en leg het kompres op gesloten ogen. Dit helpt ook bij dragers van contactlenzen met geïrriteerd bindvlies. De kompressen hebben een verzachtende en milde werking dankzij de etherische venkelolie.
Het volgende recept is een remedie bij gezwollen oogleden, vermoeide ogen of bij wallen onder de ogen: Meng 10 g gemalen venkelzaden met 25 g gedroogde ogentroost (Euphrasia officinalis), giet 2 theelepels heet water over het mengsel, laat het 10 minuten afgedekt trekken en dompel, na het zeven en afkoelen, een steriel kompres in de thee, die vervolgens op de gesloten ogen wordt gelegd. Eventueel kun je ook venkeltheezakjes nemen, deze kort laten trekken, laten afkoelen, een beetje uitknijpen en op uw gesloten oogleden leggen.

Venkel, verlichting voor vrouwen
Venkel wordt al sinds de oudheid gebruikt als een natuurlijke weeënopwekker vanwege de spierontspannende en oestrogeenachtige effecten (op de baarmoeder). Daarom is inwendig gebruik van de etherische olie gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap (fenchon abortief effect). Venkel is echter veilig als thee. Volgens een oude traditie zagen jagers herten venkel eten voor ze hun kalveren baarden. Hildegard von Bingen raadde aan om venkelkruid en hondsdraf te koken en dit water op dijen en onderrug aan te brengen om te bevalling te bevorderen Dat zou het geboortekanaal openen.
De etherische olie van venkel bevat de oestrogeenachtige bestanddelen anethol en estragol. Gecombineerd met de krampstillende eigenschappen is het een belangrijk kruid voor vrouwen.

Verschillende toepassingen worden al sinds de oudheid gebruikt, waaronder het stimuleren van de melkproductie bij zogende moeders. Om dit te doen, giet je 250 ml heet water over 2 theelepels gekneusde venkelzaden, afdekken en 10 minuten laten trekken. Vervolgens zeef je de zaden en drinkt je dagelijks 2-3 kopjes thee, elk een half uur voor het geven van borstvoeding. Je kan venkelknol ook zo vaak mogelijk als groente consumeren, venkel bevordert ook de spijsvertering en voorkomt winderigheid, zij het in mindere mate dan de zaden.

Optie bij dysmenorroe, PMS en menopauze

Verschillende onderzoeken hebben inmiddels de effectiviteit van venkel bij dysmenorroe aangetoond. Tijdens de behandeling namen de intensiteit van de pijn en de fysieke zwakte aanzienlijk af. Bovendien verbeterden het algemene welzijn en de psychologische veerkracht. 25 druppels venkelvruchtconcentraat (2%) werden oraal toegediend, elke 6 uur.

Venkel verlicht ook de symptomen van het premenstrueel syndroom (PMS) en verwarmt de buikstreek, vooral bij vrouwen die snel koud hebben. Bij een lichte of onregelmatige menstruatie is het aan te raden om het vooral in de eerste helft van de menstruatiecyclus te gebruiken, omdat het lichaam dan optimaal gebruik maakt van de fyto-oestrogenen.

Venkel kan ook nuttig zijn tijdens de menopauze. Een team van de Universiteit van Teheran diende tweemaal daags een capsule met 100 mg venkelextract toe aan vrouwen tussen de 45 en 60 jaar die last hadden van menopauze symptomen. Deze capsule bevatte 30% etherische olie (90 mg anethol). Na slechts twee weken werd verlichting van de symptomen waargenomen zonder bijwerkingen.
Een ander onderzoek, eveneens uit Iran, onderzocht in 2015 een vaginale crème met venkelextract tegen symptomen van droogheid. Na acht weken lokale toepassing van een speciaal voor dit onderzoek geproduceerde crème met 5% venkelextract waren de symptomen aanzienlijk verminderd en was het slijmvlies geregenereerd.
Een ander gemeld effect zou ook te danken kunnen zijn aan de plantenhormonen die het zaad bevat. Dioscorides, de Romeinse keizerlijke arts, schreef in zijn werk uit de eerste eeuw na Christus "De Materia Medica" (Over geneesmiddelen) dat de zaden "het verlangen stimuleerden". "Zaden" is vandaag de dag nog steeds synoniem met de vrucht.

Andere toepassing. Etherische olie verdampen
Als kamergeur herstelt essentiële venkelolie de innerlijke balans. Dit helpt bij eenzaamheid, gebrek aan zelfvertrouwen en depressie. Het ordent emoties, is opbeurend en creëert helderheid. De geur van venkel geeft een gevoel van troost en thuis zijn en moedigt teruggetrokken mensen aan om zich weer open te stellen.
Andere toepassing. Katerpijn en verdriet: Venkelspecialiteiten van Hildegard von Bingen
Hildegard von Bingen noemt verschillende specifieke toepassingen die vandaag de dag nog steeds worden gebruikt: ze raadt bijvoorbeeld aan venkelzaad te kauwen tegen een kater. Ze kende het gebruik ervan ook tegen verdriet: "Zelfs iemand die geplaagd wordt door melancholie, zou de venkel tot sap moeten vermalen en er vaak zijn voorhoofd, slapen, borst en buik mee moeten zalven, en de melancholie in hem zal afnemen. ... En het vrolijkt iemands neerslachtige geest op en het stimuleert en versterkt zijn hersenen."

Bijwerkingen en contra-indicaties
In sommige gevallen zijn allergische huid- en luchtwegreacties opgetreden na toepassing van venkel als erherische olie. Er zijn geen contra-indicaties bekend voor theepreparaten. Voorzichtigheid is geboden bij andere doseringsvormen: zwangere vrouwen en baby's mogen alleen thee-infusies of -preparaten gebruiken die een hoeveelheid etherische olie bevatten die overeenkomt met 5 tot 7 g van het kruidengeneesmiddel. Het Duitse Bundesanstalt für Risikobewertung (BfR) adviseert uit voorzorg om specerijen en kruidenthee die estragol bevatten spaarzaam en slechts in kleine hoeveelheden te consumeren. Bij dierproeven met muizen leidde een zeer hoge dosis geïsoleerd estragol tot kanker. Het is echter slechts in zeer kleine hoeveelheden (minder dan 1%) aanwezig in etherische venkelolie en slechts een klein deel lost op in water. Thee wordt daarom als volledig veilig beschouwd.
Literatuur
  • Schilcher H, Kammerer S, Wegener T. Gids voor fytotherapie . München: Stedelijk & Fischer; 2000
  • Ritter von Perger K. Duitse plantenlegenden . Leipzig: Centrale antiquarische boekhandel van de Duitse Democratische Republiek; 1864. (Herdruk 1980)
  • Sachse C, Uehleke B. Systematische review van de werkzaamheid van venkel bij primaire dysmenorroe. Phytotherapie 2015; 36
  • Rahimikian F. et al. Effect van Foeniculum vulgare Mill. (venkel) op menopauzale symptomen bij postmenopauzale vrouwen: een gerandomiseerde, drievoudig blinde, placebogecontroleerde studie. menopause 2017; 24 sep (09)
  • Yaralizadeh M. et al. Effect van Foeniculum vulgare (venkel) vaginale crème op vaginale atrofie bij postmenopauzale vrouwen: een dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde studie. Maturitas 2016; 84
  • Von Bingen H. Genezende kracht van de natuur, "Physica." CH-Stein am Rhein: Christiana . 2005 hoofdstukken 1–66
  • Stoffler HD. De Hortulus van Walahfrid Strabo . Ostfildern: Thorbecke; 2000
  • https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenmonografie-a-z/foeniculum-vulgare-mill

zondag, augustus 31, 2025

Meidoorn, beschermer van hart en huis

Net zoals de Vlier is ook de Meidoorn niet weg te denken uit ons landschap en ons leven. Veel te weinig beseffen we dat struiken en bomen letterlijk het landschap en het leven vullen. Tuin en natuur stofferen de lege ruimte en geven ons net zoals een interieur een vertrouwd gevoel en structuur voor ons dagelijks handelen.

Wel grote woorden om een gewoon struikje in te leiden. En toch waar! Wat kan de lange lijnen van de meidoorn in een heggenlandschap vervangen? Of de grillige bosjes aan de rand van een weiland, waar de koeien schaduwen of hun vacht schuren? Of wat zou ik zijn zonder mijn herinnering aan die grillige Ardeense meidoorn, de enige overlevende van een oude heg. Sporen in het landschap laten sporen na in mezelf. Emotioneel omgaan met de natuur is essentieel, al moeten we daarom ons verstand nog niet verliezen. Verstand is toch een beetje bewaker van het gevoel.

En mijn verstand vraagt determinatie, botanische beschrijvingen. Is het de een- of tweestijlige meidoorn. Bevatten de vruchten 1 of 2 pitten? Is de bladschijf eirond, gelobd of veerdelig? Onze Crataegus is een van de meest verspreide struiken in de Belgische natuur.
Het is een doornstruik die in mei bloeit, wat een verklaring geeft voor zijn naam. Het zijn ook die witte bloesems die vroeg in de bloei geoogst worden om samen met het beetje blad tussen de bloemen gedroogd te worden om er later thee of tinctuur mee te maken.
Plukken kan het best door de 60 cm lange, bloeiende eindtwijgen af te knippen, ze in hun geheel te drogen en pas dan de bloemen met blad (folium cum flore) van de takken af te ritsen. Wel handschoenen aantrekken!
Een tweede plukkans krijg je in september, want ook de rijpe, rode bessen mogen gebruikt worden. Ze zijn zeker geschikt om er samen met alcohol van 30 tot 60 graden een likeur mee te maken. Wat ook kan is ze 1 week lang te laten trekken in vloeibare honing. Een hartmiddel bij uitstek!

Wat zit er in? Wat doet het?

Zoals met veel kruiden zijn de wetenschappelijke onderzoeken pas de laatste jaren goed op gang gekomen. In Meidoorn heeft men vooral flavonoïden en proanthocyanidinen OPC gevonden, stoffen die verantwoordelijk zijn voor de bloeddrukverlagende en hartslag regulerende werking, vooral de zuurstofvoorziening naar de hartspier wordt verbeterd. Door de kennis van die stoffen kunnen we de kwaliteit van de kruidenpreparaten beter controleren en krijgen we een betere en regelmatige werking. Merkwaardig is toch dat in zo verschillende delen van de Meidoorn, witte bloemen, groen blad en rode bessen toch dezelfde werkzame bestanddelen aanwezig zijn.

Voedingswaarde
De hoeveelheid vitamine A, vitamine E, vitamine C, β-caroteen, lycopeen, ghreline, GSH, GSSG en MDA in verse vruchten van de Crataegus laevigata-plant werd vastgesteld op 0,76 ± 0,08 - 1,14 ± 0,11 µg/g; 0,83 ± 0,10 - 1,17 ± 0,12 µg/g; 16,45 ± 1,31 - 50,76 ± 2,02 µg/g; 2,88 ± 0,24 - 3,87 ± 0,38 µg/g; 0,44 ± 0,06 - 2,34 ± 0,18 µg/g; 18,96 ± 6,73 - 79,96 ± 12,14 µg/g; 82,25 ± 17,26 - 564,88 ± 81,53 µg/g; 118,02 ± 22,39 - 307,79 ± 52,50 µg/g en 24,27 ± 2,81 - 30,69 ± 6,83 µg/g, respectievelijk. 
Inderdaad veel cijfertjes, die wel vertellen dat vruchten van de Crataegus-plant een goede bron zijn van vitamine C, β-caroteen, lycopeen, ghreline en glutathion. Het kan fungeren als een natuurlijke, goedkope en toegankelijke bron van belangrijke antioxidanten die het lichaam kunnen beschermen tegen oxidatieve stress en zo veroudering en degeneratieve ziekten zoals kanker en diabetes kunnen tegengaan.

Medisch gebruik
Het beste te gebruiken is de Meidoorn voor het ouderdomshart of om de gevolgen van een hartinfarct te verminderen. Verder is de plant ook te gebruiken bij een verhoogde bloeddruk. Door zijn versterkende werking op de hartspier is de plant ook nuttig bij duursporten. Geen echt pepmiddel maar het zorgt er wel voor dat je hart een inspanning langer kan volhouden.
Eigen aan de moderne natuurgeneeskunde is het gebruik van traditionele kruiden met een wetenschappelijk goed onderbouwde werking en dat met zo weinig mogelijk bijwerkingen. Meidoorn is daar een goed voorbeeld van, het is dan ook onze basisplant voor hart en bloedvaten.

Veel vroeger anders gebruikt
Pas aan het eind van de 19de eeuw werd Meidoorn gebruikt voor het hart, voor die tijd was de plant vooral bekend om zijn looistofwerking. Dodoens anno 1664 schrijft dat ‘ de vrucht van de hagedoren den buyckloop ende de maendstonden van de vrouwen’ stopt, ook Munting 1696 verwijst naar de samentrekkende werking van de vruchten en de pitten. Veel van deze toepassingen gaan ten andere terug tot de Griekse arts Dioscorides.
In het gebruik van de pitten tegen blaas- en nierstenen herkennen we de eeuwenoude signatuurleer, die zegt dat het uiterlijk van de plant ons aanwijst waar de plant innerlijk goed voor is. Zo zegt Munting dat ‘ de steenen gepulveriseert en met Wijn ingenomen, breeken, en drijven uyt de Blaas- en Niersteen’.
Ook opvallend is het gebruik van de wortel ‘ plaesterwijs op de wonden gedaan, werd daar door uytgetrokken al ‘t daar in zittende Staal, Yzer, Splinters en diergelijke dinge’. Dus als een soort weekmakend compres zoals we nu Lijnzaad nog gebruiken.

Hard hout voor hagen
Door zijn harde hout, zijn doornen en omdat hij makkelijk te snoeien is, blijft de Meidoorn als natuurlijke afsluiting voor tuinen en weilanden bijzonder geschikt. In onze kruidige siertuin is hij extra aantrekkelijk omwille van zijn gezondheidswaarde en ook al omdat hij ervoor zorgt dat nestelende vogels minder bedreigd worden door hongerige katten.
Een gemengde haag met Meidoorn, Sleedoorn, Rozenbottel en Kardinaalsmuts zorgt voor een ondoordringbare afsluiting van huis en tuin. Een haag die er tot diep in het najaar vriendelijk uitziet door zijn vrolijk gekleurde vruchten, die ook nog te eten zijn.

Andere toepassingen, andere meidoornen
De melige bessen met hun grote pitten zijn nu niet direct mijn geliefkoosd voedsel, toch kunnen ze een likeur, een mooie kleur en een goed aroma geven. Pitten zijn ook teruggevonden in verschillende archeologische sites. In Noord Amerika werden de bessen gedroogd om in de winter als voedsel te gebruiken. Zo’n melige vrucht is ten andere goed te drogen en kan dan zonder pitten in koekjes- of brood verwerkt worden.
In China zijn verschillende Meidoornsoorten populair als voedsel en als medicijn. Crataegus aronia, een soort met vlezige bessen,wordt verwerkt tot jam en zelfs als snoepje gebruikt.

In onze tijd van overvloed hebben we de meidoornbessen niet echt meer nodig als voedsel, maar als wilde aanvulling op ons gecultiveerd dieet kan een gemengde confituur van meidoornbessen met appel of met pruimen ons hart letterlijk ondersteunen.
Recept: 500 gr. meidoornvruchten samen met 500 gr. zure appeltjes tot moes koken, eventueel een beetje water of appelsap toevoegen, grof zeven, het overgebleven moes wegen en met evenveel suiker inkoken tot confituur. Vele variaties zijn mogelijk, vooral sappig klein fruit is goed te combineren met de droge meibes, of probeer eens de zwarte aalbes of de kleurrijke Mahonia aquifolium.

Meidoorn als beschermer van huis, tuin, heilige plaatsen en ons hart. Het zou heiligschennis zijn, als we zo’n plant uit onze omgeving en uit ons hart zouden bannen. Ons hart zou er letterlijk en figuurlijk onder lijden.

donderdag, augustus 28, 2025

Paardenkastanjezaden bij veneuze insufficiëntie.

Bij veneuze insufficiëntie, ook wel chronische veneuze insufficiëntie genoemd, kunnen de aderen het bloed niet meer efficiënt naar het hart transporteren. Bloed hoopt zich op in de aderen, wat kan leiden tot zwelling, pijn en spataderen. De oorzaak is vaak verzwakte of beschadigde veneuze kleppen, die de bloedstroom in de benen belemmeren en op de lange termijn kunnen leiden tot huidveranderingen of zweren. Andere mogelijke symptomen zijn een zwaar en gespannen gevoel, jeuk, vermoeidheid in de benen en kuitkrampen.

Het medicinale gebruik van paardenkastanjezaden (Hippocastani-semen) is bekend voor de behandeling van veneuze insufficiëntie. Officiële monografieën van ESCOP, HMPC en Commissie E pleiten voor het gebruik ervan als extract voor chronische veneuze insufficiëntie en spataderen. Hun werkzaamheid is klinisch goed gedocumenteerd en kan worden verklaard door hun saponinengehalte. De meer dan 30 saponinen in de zaden staan ​​gezamenlijk bekend als aescine. Dit mengsel vermindert voornamelijk de permeabiliteit van de aderwanden. Dit vermindert de vochtophoping in het weefsel, omdat er minder water door de aderwanden ontsnapt. Zwelling en typische symptomen van veneuze insufficiëntie, zoals zware en vermoeide benen, worden zo verminderd [1].

Flavonoïden voor vasculaire gezondheid

Hoewel de bloemen van de paardenkastanje (Hippocastani flores) minder vaak worden gebruikt, vormen ze een goede aanvulling bij veneuze insufficiëntie omdat ze een extra werkingsmechanisme hebben. De bloemen bevatten geen saponinen, maar de flavonoïden rutine en kaempferol. Deze kunnen nuttig zijn bij veneuze insufficiëntie vanwege hun vaatversterkende, ontstekingsremmende en antioxiderende eigenschappen. Rutine verbetert de elasticiteit en permeabiliteit van bloedvaten door de collageenstructuur van de aderwanden te stabiliseren. Versterking van de aderwanden kan zwelling en bijbehorende symptomen zoals zware benen verminderen. Rutine werkt ook als antioxidant en vermindert oxidatieve stress in de bloedbaan [2]. Oxidatieve stress – dat wil zeggen blootstelling aan vrije radicalen – kan leiden tot schade en ontsteking van de aderwanden en bijdragen aan veneuze insufficiëntie. Kaempferol heeft ook een vaatbeschermend effect door de vorming van vrije radicalen te remmen [3]. Het verbetert ook de elasticiteit en stabiliteit van de aderwanden, wat de zwelling kan verminderen.

Bij veneuze zwakte, combineer zaden en bloemen van paardenkastanje

Paardenkastanje biedt dus twee effectieve actieve ingrediënten bij veneuze insufficiëntie: het saponinenmengsel uit de zaden en de flavonoïden uit de bloemen. Deze effecten kunnen elkaar aanvullen. Saponinen en flavonoïden bevorderen beide de gezondheid van de aderwanden, wat oedeem kan verminderen. Flavonoïden hebben ook antioxiderende eigenschappen, wat de belasting van vrije radicalen in de aderen kan verminderen.

Wanneer flavonoïden en saponinen samen worden gebruikt, kunnen synergetische effecten optreden. Daarom is het mogelijk interessant aan om paardenkastanjebloemen en -zaden te gebruiken bij veneuze insufficiëntie.  De volgende combinatie is naar mijn mening aan te raden:

Een kruidenpreparaat gemaakt van een droog extract van paardenkastanjezaden en een thee gemaakt van paardenkastanjebloesem (Hippocastani flores). Bereid de thee als volgt: giet tweemaal daags 1 eetlepel gedroogde paardenkastanjebloesem over 1/4 liter kokend water, dek af en laat 15 minuten trekken. U kunt de thee samen met het medicijn innemen. Eventueel uitwendig te combineren met een kompres van paardenkastanjepoeder en klei.

Paardenkastanjezaden hebben hun effectiviteit bewezen bij de behandeling van veneuze insufficiëntie, zowel in de klinische praktijk als in onderzoek. De combinatie met paardenkastanjebloemen kan naar mijn mening leiden tot positieve synergetische effecten. Daarom raad ik aan om medicijnen met paardenkastanjezaden te combineren met een thee van de bloemen.

Literatuur

  1. Luzzi R, Feragalli B, Belcaro G, Cesarone MR et al. Aescin: microcirculatoire activiteit. Effecten van hulpstoffen op klinische en microcirculatoire werkzaamheid. Panminerva Med 2011; 53(3 Suppl 1):51-5
  2. Scallon C, Bell-Syer SE, Aziz Z. Flavonoïden voor de behandeling van veneuze beenzweren. Cochrane Database Syst Rev 2013; 31 mei; 2013(5)  https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/23728661/
  3. Owczarek A, Kołodziejczyk-Czepas J, Marczuk P et al. Bioactiviteitspotentieel van Aesculus hippocastanum L. Bloem: Fytochemisch profiel, antiradicale capaciteit en beschermende effecten op componenten van menselijk plasma onder oxidatieve / nitratieve stress in vitro. Pharmaceuticals (Basel) 2021; 14 dec;14(12):1301 https://www.mdpi.com/1424-8247/14/12/1301
  4. https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenmonografie-a-z/aesculus-paardenkastanje

dinsdag, augustus 26, 2025

Groene thee en beweging bij osteoporose

Verschillende werkzame bestanddelen van groene thee kunnen een positief effect hebben op het botmetabolisme. Volgens fundamenteel onderzoek lijkt de in groene thee aanwezige stof epigallocatechinegallaat een positief effect te hebben op de genetische regulatie van osteoblasten. Dit zijn botcellen die verantwoordelijk zijn voor de opbouw van botmassa en het detecteren en herstellen van schade aan de botsubstantie. Ook andere flavonoïden in groene thee lijken dit activerende effect op osteoblasten te hebben.

De krachtige antioxiderende eigenschappen van groene thee spelen mogelijk ook een rol bij de positieve effecten op de botmassa. Tot slot speelt oxidatieve stress, oftewel blootstelling aan vrije radicalen, waarschijnlijk een centrale rol bij leeftijdsgebonden botverlies. De polyfenolen in groene thee binden niet alleen vrije radicalen, maar lijken ook de lichaamseigen antioxidanten te activeren en ontstekingsprocessen te remmen – een veelvoorkomende oorzaak van oxidatieve stress.

Twee klinische studies onderzochten de gecombineerde effecten van groene thee en de Chinese vechtkunst Tai Chi bij postmenopauzale vrouwen. De combinatie van Tai Chi en groene thee liet in één studie een significante vermindering van oxidatieve stress zien. In een andere studie verbeterden Tai Chi en groene thee de botdichtheid en spierkracht bij de proefpersonen. Geen van beide studies toonde negatieve effecten van groene thee aan.De gebruikelijke aanbeveling is om groene thee te zetten met niet te heet water (bij voorkeur 80 graden Celsius) en het slechts drie minuten te laten trekken. Deze aanpak bevordert een milde theesmaak en een hoge concentratie vrije cafeïne. Hoe langer groene thee trekt, hoe hoger het gehalte aan tannines en catechines, die een bittere smaak kunnen hebben en cafeïne kunnen binden.

Een langere infuustijd heeft echter geen invloed op de hierboven beschreven antioxiderende eigenschappen van thee; integendeel. Hoe langer en heter de groene thee wordt getrokken, hoe hoger de opbrengst aan antioxiderende polyfenolen.

Goed s dus om tweemaal daags 1 eetlepel losse groene thee in 250 ml kokend water te gieten, het theezakje af te dekken en het 10 minuten te laten trekken. Door het water tijdens het zetten af te dekken, blijft de temperatuur zo lang mogelijk behouden.

Of de toevoeging van melk de absorptie van polyfenolen uit groene thee negatief beïnvloedt, is momenteel onderwerp van controverse. Een slokje melk (toegevoegd na het zetten) lijkt geen negatief effect te hebben. Melkeiwitten binden zich aanvankelijk aan polyfenolen, wat hun effectiviteit zou kunnen beperken. Deze verbindingen worden echter waarschijnlijk afgebroken in het spijsverteringskanaal, waardoor de polyfenolen weer actief worden.

Andere planten bij osteoporose

Rode klaver / Trifolium sp. De oestrogeenachtige verbindingen genaamd formononetine in rode klaver helpen het negatieve effect van hormonale onevenwichtigheden op de gezondheid van de botten te verminderen. Het kan helpen de botdichtheid te verbeteren en de voortgang van osteoporose te remmen.

Zilverkaars / Actaea racemosa. Onderzoeksstudies hebben aangetoond dat zilverkaars het potentieel bezit om botvorming te bevorderen en het risico op osteoporose en andere gewrichtsaandoeningen zoals artritis te verminderen. 

Heermoes / Equisetum arvense. Degeneratieve aandoeningen die de botten en gewrichten aantasten, zoals lumbale spondylose, kunnen worden vermeden door kruiden in uw dagelijkse voeding te gebruiken, zoals heermoes. Dit kruid bezit regeneratieve eigenschappen die kunnen helpen leeftijdsgebonden botverlies te vertragen en zo een optimale botgezondheid te behouden.

Chen CH, Ho ML, Chang JK, Hung SH, Wang GJ. Groene thee catechine bevordert osteogenese in een mesenchymale stamcellijn uit het beenmerg. Osteoporos Int 2005; 16:2039-2045 Cabrera C, Artacho R, Gimenez R. Gunstige effecten van groene thee – een overzicht. J Am Coll Nutr. 2006; 25:79-99 Manolagas SC. Van oestrogeengericht naar veroudering en oxidatieve stress: een herzien perspectief op de pathogenese van osteoporose. Endocr Rev 2010; 31: 266–300 Shen CL, Yeh JK, Samathanam C, Cao JJ, Stoecker BJ, et al. Groene theepolyfenolen verminderen de achteruitgang van de botmicroarchitectuur bij vrouwelijke ratten met systemische chronische ontsteking. Osteoporos Int 2011; 22:327–337 Qian G, Xue K, Tang L, Wang F et al. (2012). Vermindering van oxidatieve schade door groene theepolyfenolen en Tai Chi-oefeningen bij postmenopauzale vrouwen met osteopenie. PloS one, 7(10), e48090 Shen CL, Chyu MC, Yeh JK, et al. Effect van groene thee en tai chi op de botgezondheid bij postmenopauzale vrouwen met osteopenie: een gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie van 6 maanden. Osteoporosis International 2012: 23(5):1541–1552 Qin L, Au S, Choy W, Leung P et al. Regelmatige Tai Chi Chuan-oefeningen kunnen botverlies bij postmenopauzale vrouwen vertragen: een case-controlstudie. Arch Phys Med Rehabil 2002; 83:1355–1359


donderdag, augustus 14, 2025

Vitex agnus-castus. Een monografie.

De kuisheidsboom (Vitex agnus-castus), nu vooral monnikspeper genoemd, werd lange tijd geclassificeerd als lid van de IJzerhardfamilie (Verbenaceae). Recenter is hij echter ingedeeld bij de lipbloemenfamilie (Lamiaceae) en de onderfamilie Viticoideae.
 
De 3 tot 5 meter hoge struik is inheems in het Middellandse Zeegebied en West-Azië. De karakteristieke bladeren, met vijf tot zeven lobben en een ietwat hennepachtig uiterlijk, zijn kenmerkend. De afzonderlijke blaadjes worden tot 10 cm lang. Hij bloeit in de zomermaanden en de kleuren van de in kransen gerangschikte bloemen variëren van wit tot blauw, rood tot violet. De ronde, donkere vruchten met vier zaden doen denken aan peper.

Geschiedenis van gebruik

Monnikspeper werd al in de Grieks-Romeinse oudheid gebruikt voor mandenmakerij (vandaar de generieke naam Vitex) en rituele doeleinden. Plinius vermeldt in Boek 24 van zijn Natuurlijke Historie dat Atheense vrouwen hun bedden met de bladeren besprenkelden tijdens de Thesmophoria (een feest ter ere van de godin Demeter) om hun kuisheid te bewaren. Dit is ook te vinden in Boek 1 van Dioscorides' Pharmacopoeia. De gangbare namen waren "agnos" of "agnus", evenals "lygos" en "vitex".

Zelfs toen was de belangrijkste medische toepassing ervan gynaecologie, bijvoorbeeld om seksueel verlangen te verminderen, de menstruatie en melkproductie te bevorderen, en onvruchtbaarheid en amenorroe te behandelen. Het werd ook aanbevolen bij vergiftiging, parasitaire infecties, als slaapmiddel en bij winderigheid.

In de vroege kloostergeneeskunde verdween de anafrodisiake betekenis ervan aanvankelijk. Monnikspeper wordt wel aangetroffen als ingrediënt in een recept voor theriak in de "Farmacopeia van Lorsch" (ca. 800). Het werd herontdekt aan het einde van de 11e eeuw in Salerno, of beter gezegd op Monte Cassino, waar Arabische teksten werden overgeschreven waarin de oude aanwijzingen waren overgeleverd en zorgvuldig waren aangepast. De term "agnus castus" wordt voor het eerst vermeld in Salerno.

De plantkundige Matthiola schreef in 1626 in zijn „Kreuterbuch“: „Er nimmt die Begierde zum Venushandel und solches tut nicht allein der Samen, sondern auch die Blätter und Blumen, nicht aber nur so man sie esset, sondern auch wenn man sie im Bett verstreut“.
Door de monniken werd het zo nog lang gebruikt en samen met kamfer zou dit het beoogde anafrodisiake effect moeten opleveren. Dodonaeus in zijn Cruydeboeck 1554 geeft het recept: ‘Voor zwellingen van de mannelijke leden, neem de bladeren van dit gewas, druivenbladeren, van elk twee handen vol, kruidt ze in verse boter en slaat dit papsgewijze om het geslacht'.
Na de talrijke vermeldingen in de late middeleeuwen en de gedrukte kruidenboeken in de vroegmoderne tijd, nam de populariteit ervan weer af. In de 20e eeuw begon langzaam een ​​tweede renaissance, ondersteund door wetenschappelijk onderzoek.

Materia medica en Inhoudsstoffen

De rijpe, gedroogde bessen (monnikspepervruchten) worden medicinaal gebruikt. Ze zijn bruinachtig tot zwart en hebben een diameter van ongeveer 3 tot 5 mm. Hun geur doet denken aan salie, terwijl hun smaak peperig is. Het commercieel verkrijgbare middel wordt voornamelijk in het wild geoogst, met Albanië en Marokko als belangrijkste leveranciers.

De werkzame stoffen zijn onder meer bicyclische diterpenen (rotundifuran), circa 1% iridoïdglycosiden (agnuside, aucubine), lipofiele flavonoïden (minimaal 0,08% casticine, penduletine), hydrofiele flavonoïden (orientine, luteoline-7-glycoside, isovitexine), triglyceriden (α-linoleenzuur, oliezuur en linolzuur), sesquiterpenen (β-caryofylleen, germacrene B) en 0,3 tot 1,8% etherische olie (sabineen, 1,8-cineool, 4-terpineol, α-pineen, β-pineen, limoneen), die een zeer uiteenlopende samenstelling kunnen hebben.
De bladeren werden vroeger ook gebruikt,

Werking en indicaties

Het gebruik ervan wordt algemeen erkend (HMPC-monografie) voor de behandeling van symptomen van het premenstrueel syndroom (PMS), dat onder andere wordt toegeschreven aan een prolactineremmende werking. Dit is in tegenspraak met het traditionele gebruik om de melkproductie te bevorderen, waardoor het gebruik ervan tijdens het geven van borstvoeding momenteel wordt afgeraden. Klinische studies hebben een significante vermindering aangetoond van PMS-symptomen zoals prikkelbaarheid, stemmingswisselingen, woede, hoofdpijn en gevoelige borsten. De monografieën van Commissie E en ESCOP noemen PMS als mogelijke oorzaak van menstruatieonregelmatigheden en mastodynie. De gebruiksduur dient minimaal drie cycli te zijn.

Ook de onvoldoende onderzochte toepassingen bij vruchtbaarheid en tijdens de menopauze worden besproken. Historisch gebruik als afrodisiacum is ook niet onderzocht, hoewel sommige vrouwen bijwerkingen hebben gemeld. Er zijn hierover helemaal geen gegevens voor mannen.

Naast de humane geneeskunde wordt Vitex gebruikt voor de behandeling van het syndroom van Cushing (ECS), een hormonale stoornis bij paarden. Toepassingen bij andere zoogdieren (met uitzondering van katten) worden getest in de diergeneeskunde, deels analoog aan traditionele indicaties bij mensen (bijvoorbeeld het verminderen van het libido bij mannelijke en vrouwelijke konijnen).

Contra-indicaties en bijwerkingen

Mogelijke contra-indicaties zijn onder andere oestrogeengevoelige tumoren en aandoeningen van de hypofyse. Gebruik in deze gevallen uitsluitend op medisch advies. Preklinisch onderzoek wijst op interacties met bestaande medicijnen die dopamine-agonisten en -antagonisten, oestrogenen en anti-oestrogenen bevatten.
Ernstige bijwerkingen anders dan allergische reacties zijn niet bekend. Zelden komen jeukende netelroos, hoofdpijn (al gemeld door Dioscorides en Plinius), misselijkheid en maag- en onderbuikpijn voor.

Receptuur en bereidingen

Het is alleen zinvol om het in te nemen in de vorm van gestandaardiseerde, kant-en-klare preparaten; theepreparaten zijn voorlopig weinig in gebruik. Beschikbaar zijn voornamelijk capsules met droog extract (ADH 7-13:1), filmomhulde tabletten (ADH 7-11:1) en tinctuur (ADH 1:5).

Literatuur

donderdag, augustus 07, 2025

Over kruiden bij blaasontsteking

Blaasontsteking is een van de meest voorkomende infecties. Het wordt meestal veroorzaakt door bacteriën, met name Escherichia coli. Escherichia coli-bacteriën maken deel uit van ons darmmicrobioom. Als ze de urinebuis binnendringen, kunnen ze urineweginfecties zoals blaasontsteking veroorzaken.

Solidago gigantea bloeit
Bij acute en ongecompliceerde cystitis bij overigens gezonde personen geven officiele richtlijnen nu de voorkeur aan niet-antibiotische therapie boven conventionele antibiotica. Dit betekent dat antibiotica de voorkeursbehandeling blijven, maar in bepaalde gevallen moeten eerst andere maatregelen worden geprobeerd. Fytotherapie is dan een mogeljkheid. Lange tijd werd het aquatische effect van medicinale planten beschouwd als het enige voordeel bij cystitis: deze verhogen de hoeveelheid urine die wordt geproduceerd – mits er voldoende vocht wordt ingenomen – wat op zijn beurt bacteriën uit de blaas en urethra spoelt (de zogenaamde drainagetherapie).

Uit onderzoek van de afgelopen jaren blijkt echter dat geneeskrachtige planten meer kunnen en direct kunnen inwerken op de proliferatie en groei van bacteriën in de blaas. Voorbeelden hiervan zijn kattensnor (Orthosiphon aristatus) en heermoes (Equisetum arvense).

Gebruik van planten tegen bacteriële pathogenen

Kattensnor, vaak gebruikt voor de behandeling van blaasontsteking, kunnen de vorming van fimbriae in Escherichia coli verstoren. Fimbriae zijn lange, draadachtige eiwitten op de celwand van bacteriën waarmee ze zich kunnen hechten aan het menselijk slijmvlies. Fimbriae functioneren als ankers, zodra een bacterie een gunstige habitat heeft gevonden, verankert hij zich daar met de fimbriae. De actieve ingrediënten in kattensnor kunnen ervoor zorgen dat bacteriën zich niet meer kunnen hechten.

Heermoes maakt bacteriën ook het leven moeilijk. Het stimuleert de aanmaak van uromoduline (synoniem: Tamm-Horsfall-eiwit) in de nieren. De structuur van uromoduline is vergelijkbaar met die van de slijmvliescellen van de urinewegen. Dit leidt tot verwarring bij de bacteriën, die herkennen uromoduline ten onrechte als slijmvlies, hechten zich eraan vast en worden met de urine uit het lichaam gespoeld. 

Nieuw bewezen synergie-effecten in theemengsels

Een studie gepubliceerd in 2025 toonde voor het eerst aan dat de traditioneel gebruikte combinatie van verschillende geneeskrachtige planten effectiever is bij blaasontstekingen dan het afzonderlijk toedienen van elke plant. De afzonderlijke geneeskrachtige planten versterken elkaar dus, een proces dat bekend staat als synergetische effecten. Deze synergetische effecten zijn complex en kunnen op meerdere manieren optreden:De eerder genoemde planten heermoes / Equisetum arvense en kattesnor /  kunnen bijvoorbeeld het aantal bacteriën in de urinewegen effectiever verminderen dan beide planten afzonderlijk.

Geneeskrachtige planten kunnen ook de opname van vreemde werkzame stoffen beïnvloeden. Dit is aangetoond voor de late guldenroede (Solidago gigantea) en de berk (Betula spp.) . Saponinen uit guldenroede bevorderen de opname van werkzame stoffen uit berkenbladeren, waaronder de dammaraanachtige triterpenen die ook relevant zijn bij blaasontsteking. Dit effect treedt waarschijnlijk ook op bij de vaker gebruikte gewone guldenroede (Solidago virgaurea).

Over Solidago sp. 
Guldenroede bloeit, het moment om te oogsten, te drogen of tinctuur te maken.

Guldenroede is voor mij altijd een plant geweest die in zijn uiterlijke eenvoud zijn simpele, maar degelijke werking weerspiegelt. Geen modekruid met spectaculair wonderlijke werking, maar een vaste veilige kracht in een onzekere wereld van ziekte.
Een gevarieerde groep van werkzame stoffen geeft ons een boeiend, maar soms wel verwarrend beeld van deze plant.Zo zit er een kleine hoeveelheid etherische olie in de Guldenroede. Genoeg om de weinig opvallende maar toch eigen geur van de plant te kunnen reuken. Belangrijker zijn de saponinen, de flavonoïden en een fenolglycoside die samen de diuretische werking van Solidago bepalen. De verhouding van deze stoffen is nogal verschillende bij de 3 gebruikte soorten. Zo is het gehalte aan saponinen en flavonoïden hoger in de Canadese en de Late guldenroede, terwijl het fenolglycoside alleen voor komt in de Echte guldenroede. Rationeel cijfermatig gezien lijken de uitheemse soorten sterker werkzaam te zijn, emotioneel en traditioneel gezien, geven wij toch nog de voorkeur aan de échte.
 
Wat de werking van de inhoudsstoffen betreft, kunnen we zeggen dat het fenolglycoside een bewezen anti-flogistische, analgetische, diuretische werking heeft. De flavonoiden uit S. gigantea vertoonden eveneens een urine afdrijvende werking. De saponinen van S. virgaurea hadden een oedeemremmend effect bij dierproeven.
De Duitse Kommission E, die nuchter de officiële werking van kruiden beoordeelt, en soms veroordeelt, beschouwt S. virgaurea, S. canadensis en S. gigantea als te gebruiken “zur Durchspüling bei entzündlichen Erkrankungen der ableitenden Harnwege, Harnsteinen und Nierengriess”. Dr. Valnet adviseert Guldenroede vooral bij infecties van de urinewegen, zowel bij cystitis, als bij acute en chronische nefritis. Ook bij een teveel aan urinezuren is guldenroedethee het proberen waard. Voor mij is Guldenroede dé basisplant voor nieren en urinewegen. Door de combinatie met 1 of 2 specifiek werkzame planten krijgen we een kruidenmengsel met een meer gerichte werking bvb 
  • Solidago + Arctostaphylos uva ursi: acute blaasontsteking
  • Solidago + Equisetum : chronische blaasontsteking
  • Solidago + Rubia tinctorum : lithiasis, blaas- en nierstenen
  • Solidago + Betula + Filipendula ulmaria : reumatische aandoeningen
  • Solidago + Urtica + Equisetum : artrose, gewrichtsslijtage
  • Solidago + Epilobium (Basterdwederik) : prostaathypertrofie

Een recept bij blaasontsteking voor uitwendig gebruik
  • Sint Janskruidolie 10 ml
  • etherische olie Cajeput (Melaleuca leucadendron) 1 druppel
  • etherische olie Lavendel (Lavandula sp.) 1 druppel
  • ethersche olie Tea tree (Melaleuca alternifolia) 1 druppel
Meng goed en breng meerdere keren per dag een paar druppels aan op het gebied tussen de navel en het schaamhaar. Bedek met een warme doek of kersenpitzakje.

Referenties

zaterdag, augustus 02, 2025

Mijn Vitex bloeit en dus..... wat oude geschiedenis van deze kuisheidsboom

Mijn Vitex agnus-castus bloeit. 
De Verbenaceae of IJzerhardfamilie is een grote, overwegend tropische tot subtropische familie van houtige gewassen van zowat 2500 tot 3000 soorten in 75 tot 100 geslachten verdeeld. Het geslacht Vitex bevat ca. 380 soorten en ondersoorten.
Onze Vitex agnus castus L. is een soort die voor de farmacie van grote betekenis geweest is. De twee tot vier meter hoge, vaak aromatisch geurende struik van Vitex agnus castus L. bezit lichtbruine, aanvankelijk viltige takken met kruisgewijs tegenoverstaande, vijf- tot zeventallig gedeelde lancetvormige loofbladeren, die in de late herfst afvallen. De kleine violet tot roze gekleurde bloesems (er komen ook blauwe en witte variëteiten voor) staan in dichte pluimvormige bloeiwijzen bijeen. De bloeitijd begint pas midden in de zomer (juli / augustus), wanneer de plant over het algemeen weinig water ter beschikking heeft. Indien tijdens die periode bij het kweken bijzonder droog wordt gehouden, zal ze een sterke ontwikkeling van vruchtbeginsels geven. Na de bestuiving groeit daaruit een donkerbruine tot zwarte vrucht ter grootte van een peperkorrel - een steenbes, die in rijpe toestand vier zaden bevat. Deze bezitten een peperachtige geur en smaak. Vitex agnus castus L. groeit in beekbeddingen en aan rivieroevers op de vlakte en in de onderste bergregionen en hoort thuis in het Middellandse-Zeegebied, op de Krim en in Midden-Azië. Dikwijls treft men haar aan in gezelschap van oleander- en tamarisk-struiken. De struik heeft veel warmte nodig en is dan ook in ons klimaat officieel niet winterhard. Alhoewel in mijn eigen tuinen de laatste twintig jaar veel grote en kleine Vitexplanten de winter overleefd hebben. Vermeerdering van de plant kan vrij makkelijk door zaaien of door middel van uitgerijpte krachtige stekken in de zomer.

Geschiedenis en etymologie van de Vitex

De in het Middellandse-Zeegebied thuishorende struik Vitex agnus castus L. (syn. Agnus castus vulgaris Carr.) werd al in de oudheid als cultuur-en medicinaal gewas gebruikt. De geslachtsnaam Vitex bevat het oeroude grondwoord "vei", dat "wikkelen, buigen, vlechten" betekent en zinspeelt op de soepele maar taaie, harde twijgen die voor het vervaardigen van gevlochten omheiningen werd gebruikt. Reeds Plinius in de eerste eeuw noemde de plant Vitex en wellicht heeft hij daarbij gedacht aan vitilium (Lat.: vlechtwerk).
De soortnaam Agnus castus is daarentegen uit een verkeerde woordinterpretatie ontstaan. Bij Theophrastus - derde eeuw en Dioscorides - eerste eeuw - heet de struik agnos, maar als synoniem komt ook agonos voor. Terwijl agonos met onvruchtbaarheid vertaald moet worden, betekent agnos heilig, rein, kuis, net zoals het uit het Latijn stammende castus. 
De beide Griekse begrippen houden vermoedelijk verband met de ter ere van Demeter in Athene gehouden feesten, de Thesmophoria. De vrouwen, die tot het feest ‘ongerept’ moesten blijven tooiden zich met de bloemen van de Vitexstruik en gebruikten bladeren en takken voor de legerstede die zij gedurende de feestdagen in het tempelkomplex van Demeter opsloegen. Door Plinius worden deze ceremoniën in zijn artikel over Vitex, dat door de Grieken agnon wordt genoemd, beschreven met de woorden: "Matronae thesmophorüs Atheniensium castitatem custodientes his foliis cubitus sibi sternunt". Zo ontstond de thans nog gebruikte naam "Agnus castus" uit het Latijnse ' 'castitas'' (kuisheid) en de gelijkschakeling van het Griekse "agnos" met het Latijnse "agnus" (lam). Zo kuis als een lam dus en Kuislam is ook een nu nog gebruikte naam voor Vitex.

Het cultische gebruik van Vitex was in de antieke oudheid wijdverbreid. Zo bericht Pausanias" in tweede eeuw over een aan Asklepios, de Griekse god van de geneeskunst, gewijde tempel dat zich daar een uit vitexhout vervaardigd godenbeeld bevond. Maar ook de medische toepassing ging met magische voorstellingen gepaard. Zo schrijft Dioscorides dat de takken, als men ze in de hand houdt, een bescherming vormen tegen aanvallen door wolven. Homerus noemt de struik lugos = wilgenteen, twijg en bekeek hem eveneens als onheilbezwerend en als kuisheidssymbool. Volgens de Griekse mythologie werd de godin Hera onder een Agnus castus-struik geboren. Hera werd door het volk als "hoedster van het huwelijk" vereerd. De Vestaalse Maagden in Rome droegen twijgen van Vitex als kuisheidssymbool.
De omstreeks het jaar 330 na Chr. in Pergamum geboren Oribasius, de latere arts en vriend van keizer Julianus, voert in zijn omvangrijke werk Sunagogai iatrichai - Verzamelingen met een medische inhoud -"Agni folia et semen" op onder de '' officinale middelen".

In de elfde eeuw ontwikkelde zich aan de hand van de Latijnse naam Agnus castus de Duitse benaming Keuschlamm (kuislam), die voor het eerst wordt aangetroffen bij Albertus Magnus' in de twaalfde eeuw.
In de eerste Duitstalige Naturgeschichte, van Konrad von Megenberg - 14de eeuw, wordt de plant "Kauschlamp" genoemd. Andere volksnamen zijn: "Keuschstrauch", "Kuischboom" of "Kuisheidsplant" in het Nederlands, en "Chaste tree" in het Engels. De in de antieke oudheid heersende opvatting die tot uitdrukking kwam in het feest ter ere van Demeter werd door het christendom overgenomen. Zo werd bij de inwijding van novices de weg naar het klooster met bloemen van Agnus castus bestrooid.

De naar peper geurende en smakende vruchten werden in Zuid-Europa als specerij gebruikt. Vooral in kloosters werd het gewaardeerd, daar werd aangenomen dat door het nuttigen van de vruchten de "vleselijke lust" onderdrukt werd. Hierover bericht Hieronymus Bock: "Den zuchtigen und alle Zeit frommen Closterleütten so keüschheit zu halten sich undernommen, schenkke ich difl gewachsjre rüge darauffzu haben, damit irem eid, den siegethon, genuggeschehe..."

De benamingen Mönchspfeffer, Mönchssamen en Pfefferbaum wijzen op het gebruik van de vruchten in de kloosterkeuken. De in de vorige eeuw hier en daar gebruikelijke naam Gewürz-Mülle slaat niet alleen op de kruidige zaden, maar ook op de wit-viltige takken en onderkant van de bladeren, die eruitzien alsof ze met meel (meel = Mulle) bestoven zijn. Ook de zaden kunnen er wollig uitzien. De bladeren hebben eveneens een scherpe smaak en werden af en toe in plaats van hop bij het brouwen van bier toegepast. Mogelijkerwijs houdt de naam "Schafmülle (Schaaffmuelle)", die bij Adamus Lonicerus te vinden is, verband met
de Latijnse aanduiding "agnus" (lam, schaap).

In de vijftiende en zestiende eeuw wordt Vitex agnus castus L. vooral Abrahamsbaum of Abrahamsstrauch, zelfs tot in het Noordeuropese Denemarken, waar hij Abrahamstra werd genoemd. Volgens Loew werd de struik in Syrië aangeduid als abramis to dendron, als "Boom van Abraham" dus. Wellicht baseert men zich hierbij op de bijbelplaats in Genesis Abraham plantte boomen te Ber-Seba" (Luthervertaling) Hiermee valt echter nog geenszins te bewijzen dat Abraham ook inderdaad Vitex-soorten heeft aangeplant, vooral niet
daar modernere bijbelvertalingen het over een andere plant, de tamarisk hebben.

Ook Dodonaeus moet ik hier natuurlijk vermelden. Hij schrijft 'Men zegt ook van Agnus castus dat de reizende lieden die daarvan een takje bij zich dragen niet moe worden, noch smart of vervelling tussen hun benen of elders zullen voelen, zoals Dioscorides daarvan geschreven heeft.
Om de grote kracht die deze boom heeft om de onkuise lusten te bedwingen is hij in sommige kloosters veel te vinden, want de geestelijke mensen plegen deze bladeren of bloemen onder hun bed te leggen of ze vullen kleine zakjes met de voor vermelde bladeren, bloemen of zaad en leggen dat onder hun lendenen in het bed en zo worden ze minder gekweld in hun slaap van de kwade onkuise dromen. De monniken van Italië gorden zich met deze taaie twijgen. Het zaad en bloemen in water gekookt en het geslacht of de schaamstreek daarmee gewassen beneemt de stijfheid van het geslacht of de mannelijke leden en als de natuur iemand tegen zijn wil of weten ontgaat dan zal men deze bladeren en bloemen in water koken en dat met wat azijn ingeven en de schaamdelen met het water goed wassen en reinigen. Zelfs de rook van het zaad in de vrouwelijkheid ontvangen blust de onverzadigbare vurigheid en begeerte van bijslapen. Lobel zegt nochtans dat dit zaad bij sommige de bijslapen lust vermeerdert net zoals het zaad van ruit die lust benomen heeft, dan dat komt door enige eigen aard van de mensen die soms veel van andere mensen verschillen. Het heeft ook de kracht om af te snijden of om de onkuisheid tegen te gaan (dat is minnen zonder dat er zaad gaat)'

Mijn eigen geschiedenis met Vitex
Vitex en andere vertrouwde plantenvrienden. maandag, oktober 05, 2009

Op donderdag was ik nog eens in mijn oude, nu verwilderde tuin in Schriek. Begeesterend, spannend en zelfs emotioneel vind ik het rondsnuffelen tussen de resten van planten die ik daar ooit gezaaid en geplant heb. Zien hoe ze hun eigen gang gaan, zich flink uitbreiden of overwoekerd worden door de andere natuur. Zuiderse Monnikenpepers, waarvan de bloeitakken zich kronkelend door de open serredeur naar buiten wringen, Marrokaanse munt, onvervalst geurend, woekerend tegen huizenhoge bamboes op, maar ook Griekse alantplanten, aardperen en gele agrimonies kunnen zich zonder problemen handhaven.
Natuurlijk zijn er ook veel ooit vertroetelde plantjes verdwenen, niet alles kan zich in dit geweld van groei standhouden. Gelukkig denk ik minder aan de planten die er niet meer zijn, dan aan de nog aanwezige kruiden. Uit het oog is wel een beetje uit het hart.
Ik kom nu nog wat oogsten voor de herboristen opleiding van vanavond in Haasrode en de cursus van de volgende dagen helemaal in Natoye. Vooral het plukken van de Vitextakken vol zoet geurende zaden dompelt mij onder in een Oosterse sfeer van duizend en één nachten, niet verwonderlijk voor een zaadje dat hormonaal werkzaam is. Gelukkig brengt het ploeterend oogsten van ondergrondse aardpeerknollen en alantwortels mij terug naar de aardse werkelijkheid.En een half uur later rijd ik weg met een auto vol van aardse en hemelse geuren, op weg naar de mensen.

Vitex-vooruitzichten / vrijdag, juni 18, 2021
Ook mijn Vitexstruikjes hebben de Coronaverhuis van Bretagne naar België niet overleefd. Hopelijk kan ik tijdens onze kruidenstage begin juli nog wat stekjes of zaad uit de Franse Drôme meebrengen. Terug naar de bron dus, mijn moederplanten van vele jaren geleden en al de herinneringen daar aan verbonden, zijn nu eenmaal uit die streek afkomstig. Herinneren en herbronnen. 

Een herinnering uit de Drôme
Eindelijk naar mijn aromatuin met zijn geurige Vitexstruiken. Helaas de eerste struik die we zien is zwaar gesnoeid, na enig zoeken kan ik nog net een twintigtal halfrijpe vruchtjes verzamelen. Verderop is er gelukkig nog een tweede struik, die vol hangt met rijp zaad. Van de lange, vertakte aren zijn de grijsbruine, donzige vruchten snel en gemakkelijk af te ritsen. Half verdoken in de struik word ik gekoesterd door de zoet-weeïge geur en voel ik de eeuwenoude ervaringen van deze Monnikenpeper.

Vitex voor ons vroegere huis / juli 2024
Tijdens onze kruidenstage in de Franse Drôme bezoeken we ook nog eens het dorp Bellegarde. 
De plaats waar we verschillende jaren gewoond hebben. Het huis en 'mijn' planten zijn er nog steeds. De monnikenpeper voor het huis groeit er goed in de warmte van de asfalt. Deze mythische plant trekt zich blijkbaar niks aan van uitlaatgassen en motorenherrie. Herinnering is hier alom aanwezig. We wandelen achter het huis de trap op naar de schamele resten van het oude dorp. Bloeiende bezembrem en bosjes wilde tijm geuren ons tegemoet. Boven zijn de resten van een lang geleden aangelegd labyrint nog net zichtbaar. We wandelen over de kam met zicht op de oude kruidentuin, plukken bloeiende wilde lavendel en via een geitenpad komen we in het gehucht Le Passol uit. De oude populieren met de hun geur van wierook heb ik hier leren waarderen. Terug in Bellegarde dalen we af in de verwildering van de kruidentuin. Veel planten zijn verdwenen maar de oude getrouwen alant, alsem, bonenkruid en muskaatsalie houden meer dan stand. We dompelen ons onder in de geur van heimwee, plukken wild om ons heen alsof we de hele tuin mee willen dragen en verlaten volgeladen van geur en geestkracht ons oude dorp. Het ga je goed Belle Garde.

donderdag, juli 31, 2025

Kattenstaart, oude glorie opnieuw ontdekken

Grote kattenstaart bloeit. Het moment om er van te genieten en eventueel te oogsten om er een tinctuur van te maken. Weer een vergeten geneeskruid die we opnieuw moeten ontdekken. 

De officiele naam is Lythrum salicaria is afgeleid van het Griekse "lythron," wat "gestold bloed" betekent en verwijst naar de roodroze kleur van de bloemen en naar zijn bloedstelpende werking. Salicária verwijst naar "salix", wat betekent met het blad van de wilg en verwijst naar het groeien van deze plant tussen wilgenbosjes of naar de vorm van de bladeren.

Grote kattenstaart is een natuurlijk middel tegen diarree. De potentie ervan voor de darmen is zo groot dat het vroeger zelfs tijdens dysenterie-epidemieën gebruikt werd. Zijn bijnaam was koliekkruid. Eeuwenlang onbekend. Pas rond de 18e eeuw begonnen sommige artsen de werking ervan tegen diarree te prijzen. In de 19de eeuw werd het op grotere schaal gebruikt tijdens dysenterie-epidemieën die Zwitserland en Frankrijk troffen. Paarse kattenstaart vond toen zijn weg omdat het effectief was tegen de bloedingen en overvloedige diarree die met deze infectieziekte gepaard gaan. Het werd toegediend in poedervorm of geconcentreerd aftreksel en bood een zeer goed alternatief voor Ratanhia, een samentrekkende en antiseptische wortel die uit Zuid-Amerika werd geïmporteerd en die heel duur en soms moeilijk verkrijgbaar was. Maar de glorietijd van kattenstaart was van korte duur, omdat het zoals vele andere planten vervangen door chemische medicijnen die kort daarna op de markt kwamen. 

Pas in 1995 verscheen er opnieuw een medicijn op basis van kattenstaart, Salicairine® genaamd, op de markt. Het werd gebruikt voor alle soorten diarree, zowel veroorzaakt door bacteriën als virussen, zoals meestal het geval is bij gastro-enteritis. De antiseptische en adstringerende, stoppende werking is snel en zonder noemenswaardige bijwerkingen. In juli 2015 meldden onderzoekers dat de voordelen ervan grotendeels worden onderschat. Hun onderzoek bevestigde dat het uitzonderlijk effectief is bij spijsverteringsstoornissen. 

De grote kattenstaart is een waardevol en praktisch bruikbaar geneeskruid met een balans in werking tussen looistoffen met samentrekkende werking en slijmstoffen met verzachtende eigenschappen. Dit lijkt misschien vreemd als je denkt dat samentrekkende middelen uitdrogend werken en slijmstoffen bevochtigend, maar bedenk dat samentrekkende middelen weefsels niet uitdrogen, maar ze verstevigen en overmatige secretie verminderen. De kattenstaart herstelt dus de tonus (stevigheid) van weefsels en hult ze tegelijkertijd in een verzachtende slijmstof, die ontstekingen verlicht en voor smering zorgt. Ik vind dat het toevoegen van meer bladeren en stengels aan de preparaten een samentrekkender geneesmiddel oplevert, terwijl het verzamelen van vooral de bloeistengels de aanwezigheid van slijmstoffen in preparaten op waterbasis verhoogt.

Medicinaal gebruik

  • Te gebruiken bij diarree en vele andere darmproblemen. Bloeitoppen met blad als tinctuur of als thee.
  • Nog nader te onderzoeken. Mogelijkheden bij Polycysteus-ovarium-syndroom (PCOS) en Type 2 diabetes mellitus

Wetenschappelijk onderzoek

  • Antioxidants (Basel). 2025 May 10;14(5):573.Therapeutic Potential of Lythrum salicaria L. Ethanol Extract in Experimental Rat Models of Streptozotocin-Induced Diabetes Mellitus and Letrozole-Induced Polycystic Ovary Syndrome. In vivo verlaagde het effectief de OS door de oxidatieniveaus te verlagen en de antioxidante afweer te versterken, ontstekingsmarkers en bloedglucosewaarden te verminderen en het lipidenprofiel te verbeteren, samen met de TyG-index en leverbeschadigingsmarkers bij diabetische ratten. Bij PCOS-ratten verlaagde Lythrumextract de totale oxidatieniveaus, verhoogde het de antioxidanten, verlaagde het de LH-, FSH-, testosteron- en insulinespiegels, en verhoogde het de oestrogeenspiegels.
  • https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-planten-van-a-tot-z/lythrum-salicaria-grote-kattestaart

dinsdag, juli 29, 2025

Heermoes bij blaasontsteking

Lang voordat de dinosauriërs onze planeet beheersten, voelde een plantengeslacht zich thuis op deze planeet, waarvan we er vandaag de dag nog steeds een paar kunnen bewonderen: de paardenstaarten. De huidige vertegenwoordigers zijn miniatuurversies van hun verre voorouders. De eerste paardenstaarten bestonden waarschijnlijk al 375 miljoen jaar geleden op aarde. Deze periodes zijn opmerkelijk. Ter vergelijking: Homo sapiens is meer dan 1000 keer jonger en is pas zo'n 300.000 jaar geleden gedocumenteerd.

Ook in de geneeskunde spelen paardenstaarten een rol, vooral de inheemse akker-paardenstaart of heermoes (Equisetum arvense) werd en wordt nog gebruikt in de volksgeneeskunde en in de moderne fytotherapie, vooral bij

  • reumatische klachten,
  • ontstekingsziekten van de urinewegen,
  • urinesteen,
  • longontsteking,
  • ontsteking van het mondslijmvlies en
  • voor slecht genezende wonden.

Het HMPC, Commissie E en ECSOP pleiten voor het gebruik van heermoes als spoelmiddel bij milde urinewegklachten, met name ontstekingen en niergruis. De ESCOP-monografie pleit ook expliciet voor aanvullend gebruik van paardenstaart bij bacteriële urineweginfecties.

Spoel- of drainagetherapie werkt als volgt: heermoes verhoogt de urineproductie, wat de afvoer van ziekteverwekkers uit de urinewegen bevordert. Heermoes heeft mogelijk ook een ander effect dat kan helpen bij bacteriële blaasontstekingen, zoals blijkt uit een onderzoek uit 2022.

Bacteriën misleiden met paardenstaart

Onze nieren produceren een eiwit genaamd uromoduline (syn.: Tamm-Horsfall-eiwit), dat via de urine wordt uitgescheiden. De rol ervan is nog niet volledig duidelijk. Het lijkt echter een beschermend effect te hebben op de nieren en de urinewegen. Het zou kunnen beschermen tegen nierstenen, de urineproductie ondersteunen en ook beschermen tegen bacteriële infecties.

De structuur van uromoduline lijkt op die van de slijmvliescellen van de urinewegen. Dit leidt tot verwarring met ziekteverwekkers zoals Escherichia coli of Klebsiella pneumoniae, die een rol spelen bij bacteriële blaasontsteking. Tijdens een infectie proberen deze bacteriën zich te hechten aan de slijmvliescellen. De uromoduline in de urine lijkt bedrieglijk veel op de slijmvliescellen van de bacteriën. Ze hechten zich aan uromoduline en worden samen met de bacterie uitgescheiden in de urine.

Recente bevindingen suggereren dat een sterke uromoduline-secretie behulpzaam kan zijn bij bacteriële urineweginfecties [ 2 ].

Uit een in 2022 gepubliceerd onderzoek van de Universiteit van Münster blijkt dat Equisetum de aanmaak van uromoduline in de nieren kan stimuleren. Dit resulteert in meer uromoduline in de urine van de blaas, waaraan bacteriën zich kunnen hechten. Het in het onderzoek gebruikte heermoesextract werd met water bereid; de werkzame stof die verantwoordelijk is voor de uromoduline-versterkende effecten moet daarom in water oplosbaar zijn en zou daarom ook aanwezig moeten zijn in theetherapie.

Recept bij blaasontsteking

Als je een blaasontsteking heeft, kun je heermoesthee gebruiken met het volgende recept.  Bij acute klachten, 3 daags 1 eetlepel gedroogd heermoes (Equiseti herba) overgieten met ¼ liter kokend water, 15 minuten laten trekken, maximaal 4 weken lang gebruiken eventueel te combineren met echte guldenroede

  • Tijdens de spoeltherapie moet u erop letten dat u voldoende vocht drinkt (minimaal 1,5 liter vocht per dag).
  • Spoeltherapie met paardenstaart mag niet worden toegepast bij een verminderde hart- of nierfunctie.
  • Er zijn momenteel geen studies uitgevoerd naar de veiligheid van het gebruik van paardenstaart tijdens de zwangerschap en borstvoeding. 
  • Zeer zelden treden maagklachten op na inname van paardenstaartthee. Er zijn tot op heden geen interacties met paardenstaartthee bekend.
  • Heermoes vooral interessant bij regelmatig terugkerende blaasontsteking
Info / Referenties
  • Uromoduline, ook bekend als het Tamm-Horsfall-eiwit, is het meest voorkomende eiwit in normale urine. Het wordt uitsluitend geproduceerd door de nieren, met name de epitheelcellen die het dikke opstijgende deel van de lis van Henle bekleden. Uromoduline speelt een rol in de gezondheid van de nieren en is betrokken bij verschillende fysiologische en pathologische processen.
  • Phytomedicine. 2022 Sep:104:154302.  Aqueous extract from Equisetum arvense stimulates the secretion of Tamm-Horsfall protein in human urine after oral intake.
  • https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenmonografie-a-z/equisetum-arvense-heermoes


maandag, juli 28, 2025

Oude glorie. Postelein.

Postelein (Portulaca oleracea), ook wel zomerpostelein genoemd, komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa en Noord-Afrika, maar is inmiddels wijdverspreid over de hele wereld. Het wordt beschouwd als een van de meest voorkomende onkruiden in warme streken. Deze warmteminnende plant is echter relatief zeldzaam in onze contreien. Hij komt het meest voor in kassen, tuinen en wijngaarden. Door klimaatverandering zal de plant de komende jaren steeds vaker bij ons voorkomen.

Postelein is ook heel gemakkelijk zelf te kweken. Vanaf maart zaai je deze koudegevoelige plant in de volle grond. Postelein kiemt in het licht, dus zet de zaden in vochtige grond en druk ze goed aan. Bedek ze niet met aarde. Je kunt al na 4-6 weken oogsten!

Deze eenjarige pioniersplant heeft een rijk vertakte stengel die over de grond kruipt. De spatelvormige bladeren zijn opvallend dik en sappig. Zomerpostelein is echter niet verwant aan winterpostelein (Claytonia perfoliata), die gekweekt en als salade verkocht wordt. 

De naam Portulaca komt waarschijnlijk van het latijnse portula, kleine deur, omdat de vrucht zich als een deurtje opent, om de zwarte, glimmende zaadjes hun verspreidend werk te laten doen. Of van porta, dragen en lac ‘melk’ melkdragend omwille van het witte melksap.

Heerlijk en gezond

Dit onkruid, dat veel voorkomt in warme landen, werd door de Romeinen in Centraal-Europa geïntroduceerd. In de Middeleeuwen was het zo populair als groente dat het zelfs in tuinen werd gekweekt. Helaas was het in de 19e eeuw grotendeels in de vergetelheid geraakt. 

De bladeren en scheuten zijn smakelijk als salade en spinazie-achtige groente, maar ook in smoothies, kruidenkwark, eiergerechten en soepen. Postelein heeft een licht zoute en verfrissend zure smaak. Het is het lekkerst om het rauw te eten; je kunt er direct zo van knabbelen. De beste tijd om het te plukken en te oogsten is vóór de bloei, wanneer de bladeren stevig en sappig zijn. Daarna word het blad licht bitter. Deze wilde groente smaakt niet alleen heerlijk, maar brengt ook een gezonde dosis voedingsstoffen op je bord. Postelein bevat een uitzonderlijk hoge hoeveelheid kalium (585 mg/100 g), magnesium (245 mg/100 g) en ijzer (3,1 mg/100 g). Vergeleken met sla bevat het 22 keer zoveel magnesium! Dit knapperige wilde kruid bevat ook veel provitamine A en uitzonderlijk veel omega-3-vetzuren dan welke andere bladgroente dan ook.

Helaas veel oxaalzuur

Met al de vele heilzame ingrediënten in postelein is het ook het vermelden waard dat het oxaalzuur bevat, wat regelmatig gebruik enigszins kan beperken. Postelein is, net als spinazie, snijbiet, rabarber en veldzuring, een van de planten met een zeer hoog oxaalzuurgehalte. Oxaalzuur is echter alleen in grote hoeveelheden schadelijk voor het lichaam. Hoge doses kunnen de nieren belasten, dus mensen met een nieraandoening moeten het gebruik ervan vermijden. Oxaalzuur belemmert ook de beschikbaarheid van mineralen zoals calcium, magnesium en ijzer.

Voor gezonde mensen is er niets mis met het eten van groenten die oxaalzuur bevatten, maar dergelijke voedingsmiddelen moeten niet elke dag op het menu staan. Er is ook een trucje om het oxaalzuurgehalte in voedsel te verlagen: als je voedsel rijk is aan calcium, bindt het calcium zich aan het oxalaat in het spijsverteringskanaal, waardoor het zonder belasting voor het lichaam kan worden uitgescheiden. Daarom is het verstandig om postelein te consumeren met calciumrijke producten, zoals sojaproducten, harde kaas of zuivelproducten.

Voedsel als medicijn

Postelein is in ons land relatief onbekend als medicinale plant, maar in veel andere landen is het een bestanddeel van de volksgeneeskunde. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) noemt de plant daarom een "wereldwondermiddel". De talrijke indicaties waarvoor postelein al eeuwenlang wereldwijd wordt gebruikt, bevestigen deze beoordeling. In China wordt postelein beschreven als een "groente voor een lang leven" en het is al millennia lang een belangrijke medicinale plant in de traditionele Chinese geneeskunde.

De afgelopen 10 jaar zijn er talloze studies gepubliceerd over de farmacologische effecten van postelein. Deze tonen het uitzonderlijk brede werkingsspectrum aan. Zo is aangetoond dat het antidiabetische, anticarcinogene, antimicrobiële, ontstekingsremmende, leverbeschermende, neuroprotectieve, bloeddrukverlagende, cholesterolverlagende, wondhelende werkingen heeft.

De neuroprotectieve werking van de plant is bijzonder opmerkelijk, omdat het de werkingsduur van de belangrijke neurotransmitter acetylcholine verlengt. Ook is een antivirale werking aangetoond, met name tegen het herpes simplexvirus. De talrijke omega-3-vetzuren hebben een positief effect op het cardiovasculaire systeem en verlagen de bloedlipiden- en bloedsuikerspiegel. Dit helpt arteriosclerose en hypertensie te voorkomen.

Ter preventie van ziekten zou deze heerlijke wilde groente zeker op ons menu moeten staan. Trouw aan het oude gezegde: laat voeding ons medicijn zijn!

Recept: Posteleinsalade

  • 150 g jonge posteleinscheuten
  • 200 g tomaten
  • ½ komkommer
  • 3 eetlepels olijfolie
  • 2 eetlepels balsamicoazijn
  • 1 theelepel sojasaus
  • 2 eetlepels crème fraîche 
  • peper en zout
  • optioneel: 100 g schapenfeta

Snijd de postelein grof, snijd de tomaten en komkommer in plakjes. Meng alle overige ingrediënten tot een dressing en meng deze door de salade. Roer er eventueel blokjes feta door.

Medicinale dosering

Er zijn slechts beperkte klinische studies beschikbaar om richtlijnen voor de dosering te geven. De volgende doseringen zijn echter gebruikt: in één klinische studie werd 0,25 ml/kg lichaamsgewicht van een 5% waterig extract gebruikt voor een bronchusverwijdend effect ; bij diabetes type 2 werd gedurende 8 weken tweemaal daags 5 gram gemalen zaden ingenomen ; bij abnormale baarmoederbloedingen werden gemalen zaden ingenomen in een dosis van 5 gram om de 4 uur gedurende 3 dagen. En een oud recept van Dodoens 'Een zalfje gemaakt van honig en poeder van posteleinwortel gedroogd geneest de kloven van de lippen en handen’.

Literatuur

donderdag, juli 10, 2025

Lavandula species. Een monografie

Het geslacht Lavendel, onderdeel van de lipbloemenfamilie, omvat ongeveer drie dozijn soorten in verschillende ondergeslachten en secties, evenals een veelvoud aan (waaronder intersectionele) hybriden en een bijna onhandelbaar aantal variëteiten. De meest gebruikte soorten in de medicinale sector zijn echte lavendel (Lavandula angustifolia) en spijklavendel (L. latifolia), evenals lavandin (L. x intermedia) en Spaanse lavendel (L. stoechas) [8].

Geschiedenis
Bij oude auteurs zoals Dioscorides, Plinius en Galenus is alleen Spaanse lavendel betrouwbaar bekend. Echte lavendel en spijklavendel werden vanaf de 12e eeuw beschreven door Hendrik van Huntingdon en Hildegard van Bingen, maar de twee soorten werden pas rond 1500 duidelijk onderscheiden. Halverwege de 18e eeuw plaatste Carl Linnaeus alle drie de soorten onder het geslacht Lavendel. Het gebruik van lavendel bij luchtwegaandoeningen kan in het geval van Spaanse lavendel worden herleid tot de 1e eeuw; de kalmerende werking van echte lavendel werd voor het eerst vermeld aan het einde van de 15e eeuw en kreeg in de 19e eeuw meer bekendheid [7].

Materia medica en inhoudsstoffen
In de medische praktijk wordt voornamelijk de etherische olie van lavendelsoorten gebruikt, verkregen door stoomdestillatie. De soorten verschillen aanzienlijk in de samenstelling van hun etherische oliën, hun werking, bijwerkingen en contra-indicaties, en zijn daarom niet onderling verwisselbaar.
De kwaliteit van echte lavendelolie wordt bepaald door het estergehalte, dat kan oplopen tot 70%. De twee belangrijkste componenten die de werkzaamheid bepalen, zijn het monoterpenol linalool en de monoterpenoïde-ester linalylacetaat. Essentiële olie van spijklavendel heeft een lager estergehalte dan echte lavendel, maar aanzienlijk hogere concentraties.

Werking en indicaties
De effectiviteit van gestandaardiseerde fytofarmaceutica met lavendelolie of spijkolie is de afgelopen jaren in diverse klinische studies aangetoond. Een specifieke lavendelolie bleek beter te werken dan placebo bij patiënten met angststoornissen en gegeneraliseerde angststoornis (GAS), en was even effectief als een startdosis benzodiazepam of een SSRI. Er werd ook een gunstig effect waargenomen op rusteloosheid en bijbehorende symptomen, depressie, slaapstoornissen en lichamelijke klachten, evenals positieve effecten op het algemene welzijn en de kwaliteit van leven [4, 2].
Een in Oostenrijk verkrijgbaar spijkoliepreparaat toonde een significante verbetering van de symptomen van acute rhinosinusitis (ontsteking van het neusslijmvlies en de bijholten) en acute bronchitis ('onderste luchtweginfectie') [1, 3].

Verschillende studies hebben aangetoond dat etherische olie van lavendel een stemmingsverbeterende en angstverlichtende werking heeft. Het heeft niet alleen een kalmerende werking op de psyche; wanneer het op de huid wordt aangebracht, heeft het ook antimicrobiële, wondhelende, ontstekingsremmende en pijnstillende eigenschappen. Bijzonder opmerkelijk is het effect op kleine, eerstegraads brandwonden zoals zonnebrand, die symptomen zoals roodheid, zwelling en pijn kunnen veroorzaken. Je kunt de etherische olie puur op de getroffen plek aanbrengen. De pijn neemt snel af. Het stimuleert ook het genezingsproces en versnelt de vorming van nieuwe huidcellen. Dit wondermiddel tegen lichte brandwonden en zonnebrand is wat mij betreft een EHBO-olie die absoluut in elk medicijnkastje thuishoort. 

Volgens de officiele monografieën
De HMPC, ESCOP, WHO en Commissie E hebben dit ook bevestigd met positieve monografieën. De HMPC heeft lavendelbloemen en lavendelolie geclassificeerd als traditionele kruidengeneesmiddelen. Klinische studies hebben aangetoond dat lavendelolie kan worden gebruikt om rusteloosheid en angstige stemmingen te behandelen. Volgens ESCOP is lavendel geïndiceerd voor stemmingswisselingen zoals rusteloosheid, agitatie of slaapstoornissen, evenals voor functionele buikklachten. Lavendelbloemen en lavendelolie kunnen worden gebruikt om milde stress en uitputting te behandelen, en om de slaap te bevorderen. Ze kunnen ook uitwendig worden gebruikt als badadditief. Commissie E keurt lavendel goed voor inwendig gebruik bij rusteloosheid, moeite met inslapen en functionele buikklachten (prikkelbare maag, Roemheld-syndroom, winderigheid, nerveuze darmklachten). Het kan ook uitwendig worden gebruikt in baden voor circulatieklachten. De WHO- monografie komt overeen met de bovengenoemde monografieën.

Lavendelzalf
Het volgende recept voor een lavendelzalf is effectief gebleken voor een geïrriteerde huid na zonnebrand en voor kleine, lichte eerstegraads brandwonden.
  • 100 g kokosolie (natuurlijk)
  • 15 g verse of 7 g gedroogde lavendelbloemen (Lavandulae flos)
  • 20 druppels etherische lavendelolie
Verhit de kokosolie au bain-marie tot 60 °C en roer de lavendelbloesem erdoor. Houd de olie 1 uur op deze temperatuur en zeef de olie vervolgens door een fijne zeef. Zodra de olie is afgekoeld tot 40 °C, roer je de lavendelolie en duindoornolie erdoor. Giet het mengsel vervolgens in een zalfpot. De olie en dus ook de zalf is 1 jaar houdbaar. Lavendelolie is ook een oud huismiddeltje tegen insectenbeten. Als je gestoken bent door een bij, wesp of mug, breng je de onverdunde olie gewoon rechtstreeks op de beet aan. Het verlicht de pijn en vermindert de zwelling.

Maak je eigen spray met lavendel en bloedsinaasappel 
  • 12 druppels bloedsinaasappelolie (Citrus aurantium var. dulcis of Citrus sinensis var. dulcis)
  • 3 druppels lavendelolie (Lavandula angustifolia)
  • Geurloze alcohol (bijv. biologische wodka)
  • een leeg flesje van 30 ml met sprayopzetstuk
Giet 12 druppels etherische olie van bloedsinaasappel en 3 druppels etherische olie van lavendel in het lege flesje en vul deze met de alcohol. Draai de dop erop, etiketteer, schud en klaar.
Te gebruiken bij slapeloosheid. Spray 3-4 keer in de lucht in de slaapkamer, zodat de aangename fruitige geur zijn werk kan doen. Essentiële oliën zijn erg geconcentreerd en niet allemaal geschikt voor kinderen. Essentiële olie van lavendel en essentiële olie van bloedsinaasappel behoren echter tot de kindvriendelijke oliën en kunnen gebruikt worden voor kinderen vanaf 3 jaar.
Spuit de spray 5-10 minuten voor het slapengaan in de kinderkamer. Een kleine spray op een knuffel is ook mogelijk. Vanwege de angstremmende werking van beide etherische oliën is de spray bijzonder geschikt voor kinderen die bijvoorbeeld bang zijn voor het donker, voor monsters.

Literatuur
[1] Dejaco D et al. Tavipec® in acute rhinosinusitis: A multi-centre, double-blind, randomized, placebo-controlled, clinical trial. Rhinology 2019; 57 (5): 367–374
[2] Donelli D et al. Effects of lavender on anxiety: A systematic review and meta-analysis. Phytomedicine 2019; doi: 10.1016/j.phymed.2019.15
[3] Kähler C et al. Spicae aetheroleum in uncomplicated acute bronchitis: A double-blind, randomised clinical trial. Wien Med Wochenschr 2019; 169: 137–148
[4] Kasper S et al. Silexan in anxiety disorders: Clinical data and pharmacological background. World J Biol Psychiatry 2017; 19 (6): 412–420
[5] Lesage-Meessen L et al. Essential oils and distilled straws of lavender and lavandin: A review of current use and potential application in white biotechnology. Appl Microbiol Biotechnol 2015; 99: 3375–3385
[6] Messaoud C et al. Chemical composition and antioxidant activities of essential oils and methanol extracts of three wild Lavandula L. species. Natural Product Research: Formerly Natural Product Letters 2012; 26 (21): 1976–1984

Referenties

zondag, juni 01, 2025

Maagdenpalm

't Is of bij deze plant de teere fijne bloemkroon, zachtblauw van kleur, en bij de minste aanraking afvallend, ja ook zonder stootje van buiten al gauw loslatend van haar vijfslippig kelkje, niet recht past bij de stevige, soliede, altijd groene bladeren, die aan buxus doen denken en in hun gladde lederachtigheid een beeld zijn van duurzaamheid en krachtig weerstandsvermogen. Dit citaat uit het werk van het in vrije liefde levende paar Frederica van Uildriks en Vitus Bruinsma uit 1898 doet wel wat. Het is een sensuele beschrijving van een vrij gewoon plantje, de maagdenpalm of Vinca minor.

In de tuin woekert de kleine maagdenpalm volop en zonder ingrepen zou ze de omliggende tuinen ook annexeren. Dus ja, ondanks de onschuldig klinkende Nederlandse naam is de maagdenpalm een wel-lustig groeiende plant. 

De Nederlandse naam verwijst naar oude gebruiken. Takjes maagdenpalm werden vroeger gevlochten tot een krans voor op het hoofd van jonge meisjes, onder andere bij huwelijken. Ook jonggestorven kinderen en overleden maagden kregen een dergelijke krans op het hoofd om hen te beschermen tegen de duivel en andere boze geesten. De term palm verwijst naar het altijdgroene blad van de plant, die in het Duits daarom ook toepasselijk Immergrün heet. En daarmee staat de maagdenpalm symbool voor het eeuwige leven. 

In de Flora Batava wordt de kleine maagdenpalm als in het wild voorkomend beschreven, vooral in bossen bij buitenplaatsen. De soort is al ver voor 1500 vanuit het Middellandse Zeegebied in Nederland en België ingevoerd, en geldt daarmee als ingeburgerd. Ze is een stinzenplant, een op cultuurhistorische plekken verwilderde. vroegbloeiende plant. Oudere botanische literatuur, zoals het kruidenboek van Dodoens uit 1544, beschrijft vooral een medicinaal gebruik bij bloedingen en overmatige menstruatie.

Vinca minor lijkt in zijn eigenschappen veel op die van Ginkgo biloba en wordt vaak samen met deze plant gecombineerd. Hij verhoogt mogelijk de hersendoorbloeding en stimuleert de stofwisseling van zenuwcellen, waarbij de werking van de neurotransmitters wordt verbeterd. Dit alles leidt tot een verbetering van de hersenfuncties.

Vinca minor bevat indolalkaloïden, waaronder vincamine, vinpocetine, apovincamine, vintoperol, vincarubine en anderen. Vinca minor kn mogeljk de bloedcirculatie in de hersenen verbeteren en aldus goed werken bij onder andere alzheimer, dementie, concentratieproblemen, , beroerte, tinnitus (oorsuizen) en duizeligheid. Van Vinca minor bevattende preparaten wordt verder geclaimd dat deze werken bij menorragie (overmatige menstruele bloeding), wondheling van verbrande ogen, ter voorkoming van glaucoom en ter vermindering van atherosclerotische plaque. 

In de middeleeuwen schijnt Vinca minor gebruikt te zijn tegen hoofdpijn, duizeligheid en geheugenstoornissen. Als bijwerkingen zijn maagdarmklachten en rood aanlopen beschreven. Sommige handboeken vermelden dat overdosering een ernstige bloeddrukdaling tot gevolg zal hebben. Er zijn echter geen gevallen van overdosering beschreven. In een aantal handboeken wordt Vinca minor als giftig geclassificeerd. Van de actieve stoffen staat in de geraadpleegde bronnen het meest vermeld over vincamine en vinpocetine. Over vincamine staat vermeld dat het vasodilaterend werkt, en dat inmiddels diverse producten zijn geregistreerd die vincamine bevatten, met als belangrijkste toepassing stimulatie van de bloedsomloop in de hersenen. Van vincamine wordt ook geclaimd dat het een ondersteunende werking op het metabolisme in de hersenen heeft, door bevordering van de bloedtoevoer naar de hersenen en het bevorderen van zuurstof en glucosegebruik. Daarnaast zou vincamine cognitieve functies ondersteunen en het geheugen en de concentratie verhogen. 

Er zijn niet veel gegevens over de toxiciteit van vincamine. Acuut is het weinig toxisch (orale LD50 in de muis is 1000 mg/kg lg). Gegevens over de chronische toxiciteit ontbreken. Volgens informatie op de internetsite van de FDA betroffen de ingediende toxiciteitstudies in de toelatingsprocedure van vincamine hoofdzakelijk intraveneuze toediening, die maar beperkt bruikbaar zijn voor het vaststellen van de veiligheid na orale opname via voedingsmiddelen. Naast dierstudies waren ook gegevens beschikbaar na intraveneuze toediening van vincamine aan gezonde vrijwilligers. De gerapporteerde bijwerkingen in deze studies waren onder andere fibrillatie, braken, bradycardie, flauwte, trombose in een ader in de arm en tinnitus. 

 Enigszins in tegenspraak met enkele van de claims, wordt er op etiketten van vincamineproducten vaak gewaarschuwd het niet te gebruiken bij hersenaandoeningen, bij een geschiedenis van hartaanvallen, aritmieën, beroertes of verstoring van de elektrolytenbalans. Bovendien wordt aangeraden het in geval van lage of hoge bloeddruk alleen te gebruiken op advies van een arts, de inname te verminderen of te stoppen bij het optreden van misselijkheid, het niet te gebruiken tijdens zwangerschap, borstvoeding of onder de leeftijd van achttien jaar.