zondag, april 10, 2011

Tulipa tarda

Tulpen zijn ondanks hun grootse geschiedenis, niet mijn favoriete bloemen. Te stijf, te veel en te fel door gecultiveerd, veronderstel ik. Een soort bloempot op een stijf stokske. Tot dat ik dan weer enkele wilde of botanische tulpen mag aanschouwen.Tulipa tarda is er zo eentje. Zij staan nu onder mijn ligusterhaag in het gezelschap van bedstro gezellig te bloeien.

zaterdag, april 09, 2011

Krentenboompje bloeit


Het krentenboompje bloeit!
Kan ik nu de tijd stoppen, 
mijn longen vol lucht zuigen en 
op houden met ademen?

vrijdag, april 08, 2011

Zevergem zwevend gedicht


Het licht filtert zacht violet, het ruikt er
naar andoorn en vochtige kleren.
De wind bladert zacht door de bomen. 
Je slaat een arm om een boom
voelt de groeven van jaren stilzwijgen.
Alsof hij geheimen vertelt die bewaard
moeten blijven tussen kapel en kasteel
(Lut De Block)



En hondsdraf koestert zich in mijn
geurend geheugen van een verleden tijd

Morgen is er weer
een mateloze dag.



dinsdag, april 05, 2011

Zeewier tegen radioactieve straling

Planten tegen radioactiviteit, natuurlijk moeten we dan aan zeewier denken. Als ze dan maar niet geoogst zijn in de buurt van Fukoshima. Hier dan wat de Amerikaanse herborist Michael Tierra er over zegt.

Kombu Seaweed (Laminaria japonica)

The Japanese are probably among the world’s main consumers of edible seaweeds. We in the West are familiar with nori seaweed as the outer wrapper of sushi and various other seaweeds used as a stock in miso soup. The most well known seaweed is kelp, known in Japanese as kombu. I’m not sure how much research is available to back up these claims, but it is widely understood that kelp’s alginates offer the best protection from radiation and environmental pollutants. Alginates bind with heavy metals and radioactive substances and prepare them for excretion from the body.


Chlorella (Chlorella pyrenoidosa)
According to my colleague Roy Upton, line director of Planetary Formulas and director of the American Herbal Pharmacopeia, chlorella was first developed by the Japanese as an antidote and treatment against atomic radiation. This makes it one of the best nutritional supplements to take for the prevention and treatment from radiation exposure. While iodine pills primarily affect the thyroid gland, these supplements are of great health benefit to the whole body.
By exploring these herbs and supplements, we can at least turn a tragedy into an opportunity to enhance our health in all ways, including offsetting the recent threat of radiation from failed nuclear power sites in Japan.

zondag, april 03, 2011

Hauthem, landschap van mijn jeugd

We vertrekken aan de elektriciteitscabine in Sint Katelijne Hauthem. Zwaar bewolkt en zelfs wat regen op deze Ronde van Vlaanderendag.

We wandelen de kasseiberg af, dé berg waar ik waarschijnlijk mijn hedendaagse conditie aan te danken heb. Eindeloos hebben we hier koersrondjes gedraaid. Maar nu komen ik en de anderen toch voornamelijk voor de plantjes. Wij draaien dus geen rondjes in het dorp, maar slaan links af het veld in, langs de al groene graanakkers, de ideale plaats voor onze akkerkruiden. De lichtgroene, dartele klaproosrosetten zijn al overvloedig aanwezig, herderstasje is ook van de partij.
We steken de 'grote' weg Hoegaarden - Meldert over en duiken dan wat verder een holle weg in. Zoete kers in witte bloei, meidoorn in blad en bloemknop, vlier en els markeren de weg en de akker. Als onderbegroeiing zijn er de alom aanwezige kiemplantjes van het kleefkruid, hondsdraf en ereprijsjes, niks bijzonders, maar toch, het bijzondere van het gewone. En overal ook de warrige zaadpluizen van de liaan uit de holle wegen, de bosrank.

We dalen verder en komen bij Rosdel. Het Schoor noemden mijn ouders het acht en vijftig jaar geleden. Als kind mochten we of moesten we mee naar den akker, naar het verzorgen en oogsten van het graan in het vochtige schoorland. Als zevenjarige moesten we niet echt mee helpen, maar mochten langs de rand van het veld wat aan rommelen. Gelukkig was er een spannend beekje, waar kikkers, dikkoppen en ander 'on'gedierte ons bezig hielden. Het was een vanzelfsprekende vorm van kinderopvang met de natuur als oppas.

Nu wandelen we verder richting L'Ecluse, ja in 't Frans, we wandelen op de taalgrens. Het mooiste stukje van de wandeling. Rechts vochtig grasland, moeras, vijvers met riet en slanke sleutelbloem en links de holle weg. Geborgen voel ik mij hier altijd wel een beetje, baarmoeder zeker. De vruchtbaarheid van babyplantjes is hier ook het grootst. We vinden nieuwe scheuten van de heggerank, die met enig geduld zijn zoekende hechtranken rond je ringvinger draait. Huwelijk van mens en natuur! Dat zou mooi zijn.

We vinden nog andere plantjes, de dubbele blaadjes van het dalkruid, al zou het ook de keverorchis kunnen zijn. Dalkruid zou alleen in oude bossen groeien en oud bos lijkt dit gebied toch niet. Nog eens terug komen zeker.
We verlaten de holle weg, weer tussen de akkers, langs de rand waar klaproosrosetten maar ook stevig walstrogroen, waarschijnlijk glad walstro, groeit. Een gladde stengel heeft het in elk geval in tegenstelling met zijn familielid het kleefkruid. Ook de wollige steeltjes van een ander familielid het kruisbladwalstro vinden we hier. 
We draaien nu naar de andere kant van het moerassige Rosdel en wandelen zo terug naar mijn heimwee-akkertje. Wordt vervolgd.


vrijdag, april 01, 2011

Kruidenvrouwen

Geneeskruiden zijn in het verleden altijd wel iets geweest voor  vrouwen. Ook vandaag merk ik in mijn eigen cursussen dat vooral vrouwen de meeste belangstelling voor kruiden aan de dag leggen.  Een reflectie over enkele kruidenvrouwen in mijn herboristenleven.

Mellie Uyldert
Ik heb altijd wel iets gehad met oudere vrouwen, lees wijze vrouwen, lees kruidenvrouwen en ik heb het dan niet over eigen vrouw of vriendin. Mijn eerste kennismaking met kruiden, was dank zij het boek ‘De taal der kruiden’ van Uyldert. Mellie Uyldert, zij is ondertussen overleden maar is wel honderd jaar geworden. Geëerd en vergruisd is ze allebei wel geweest. Maar ik zal haar spiritueel gevoel voor planten onthouden. Citaat 'Wie is het die de taal der kruiden verstaat? Haastige voetstappen gaan over de weg, het stof waait over de frisse blaadjes van de weegbree, over de rosetten van de paardenbloem.....De regen valt en wast de blaadjes weer schoon. Haastig gaan de mensen voorbij, gevangen in hun gedachten... Mellie Uyldert romantisch ouderwets maar mooi. Boeken om te lezen: De taal der kruiden en Plantenzielen.

Maria Treben
Een andere beroemde kruidenvrouw, ook al enkele jaren overleden, is de Oostenrijkse Maria Treben, van ‘Gottes Apotheke’. Niet direct mijn lievelingskruidenvrouw maar toch een eigen wijze dame, die veel mensen terug op het kruidenpad heeft gebracht. Al was dat soms wel op een bijzonder naïeve manier. Ze propageerde ook een oud middel de zogenaamde Zweedse kruiden, die vooral samengesteld is uit een aantal bitterstofplanten en laxeerkruiden, een kruidenmengsel dat ook nu nog populair is, maar waar ik persoonlijk wel wat twijfels over heb. Boek om te lezen: Gezondheid uit de apotheek van God.

Hildegard von Bingen
Nog veel verder terug, en dus zeker geen persoonlijke kennis, was er abdis Hildegard van Bingen.  Zij heeft, volgens de overlevering, veel merkwaardige kruideninformatie rechtstreeks van God door gestraald gekregen. En daar ben ik altijd een beetje jaloers op. Rechtstreekse informatie uit de hand van de schepper zelf ontvangen lijkt me wel het summum. Een bijzondere vrouw moet het wel geweest zijn, maar om die merkwaardige middelen nu opnieuw te gebruiken gaat mij echt wel te ver.


Andere kruidenvrouwen
Nog een vrouw, misschien ook geen echte oudere vrouw (ze moeten wel 30 jaar ouder zijn dan ik, om aan mijn oudere vrouwendefinitie te voldoen) en daarbij is ze misschien nog in leven ook en dus moet ik zien wat ik zeg. Gelukkig ben ik ook haar naam vergeten, Met deze mevrouw heb ik nog samen voordrachten gegeven in de kruidenhoeve, ook al weer 20 jaar geleden.
De oudere vrouwen blijven mijn hersens binnen stromen. Er is of was heel lang geleden, ene Mevrouw Veltman, uitbaatster van het kleinste makrobiotische restaurant van Europa in de Nederlandse stad Breda. Zowat 35 jaar geleden heb ik in dat restaurantje mijn tong nog verneteld aan een soep met gesnipperde verse brandnetels ‘op de wijze van peterselie’. En ik bezit nog altijd de Prismapocket 1655 ‘Eetbare gewassen’ over wild voedsel, dat ze samen met haar man had geschreven.
En dan vergeet ik nog bijna Klazien van Schalk en de 'jongere' kruidenvrouwen zoals Winifried van Killegem en Daniëlle Houbrechts. Misschien moet ik ooit eens een boek schrijven over al die wijze en onwijze kruidenvrouwen in mijn leven. En wat dan met de kruidenmannen?

Info kruidenboeken
Von Bingen Hildegard. Psysica: over de natuur.
Von Bingen Hildegard. Causae et Curae: over de geneeskunst.
Treben Maria. Gezondheid uit de apotheek van God. Ennsthaler.
Uyldert Mellie. De taal der kruiden.
Veltman. Eetbare gewassen. Prismapocket
Van Killegem Winifried.De kracht van specerijen.
Houbrechts Daniëlle. Wilde kruidentuinen e.a.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/biografie/42216-mellie-uyldert-en-de-taal-der-kruiden.html

maandag, maart 28, 2011

Doornappels in een braaf landschap

Zo maar een wandeling met mijn 'bende'. Een voorbereiding op onze jaarlijkse Alpenreis. Het Argendaalpad  in de buurt van Kortrijk. De wandelroute verkent de landelijke omgeving van Bellegem.
Gelegen op een hoogte tussen Leie en Schelde wordt dit rurale gebied gekenmerkt door een golvend landschap met vergezichten. Toch vooral landbouwgebied met hier en daar bosjes, die spijtig genoeg opgevuld worden met villa's, die proberen te imponeren. Verder zijn er wat mooie, gerestaureerde hoeves te bewonderen.

Resten (stoppels) van mais en andere granen stofferen de akkers, toch zijn er ook al wat groene graanrijtjes te genieten. Herboristische plantengroei is er niet veel aanwezig, we vinden wel, verrassend, nog een rij statige droogresten van doornappels. Ik heb toch maar wat zwarte zaadjes uit de nog steeds stekelige 'doornappels' geschud, een herborist moet toch wat meehelpen aan de verdere verspreiding van dit soort sjamanistische planten. Daar zijn herboristen toch voor.

Wat verder zijn het de imponerende bloemknotsen van het groot hoefblad die het landschap stofferen. Het lijkt wel een groep purperorchissen, maar moest dat zo zijn, dan zou er al lang een reservaathek omheen geplaatst zijn.
Ik ben in elk geval meer dan tevreden met deze Petasites hybridus. In de kruidengeneeskunde worden ze al eeuwenlang gebruikt als een spasmolytische pijnstiller, bij menstruatieklachten, hoofdpijn maar nu vooral bij hooikoorts.

Zijn tegendraadse groei, de bloemen zijn er voor het blad, was de aanleiding tot de Middeleeuwse naam Filiae ante Patrem, zonen voor vaders. Andere vreemde namen waren pestwortel omdat hij zo woekerend groeit of omdat hij vroeger tegen de pest gebruikt werd. Al in het kruidboek van Dodonaeus werd Hoefblad pestillentiewortel genoemd. Dodoens schrijft: 'Pestilentie wortel ghedroogt, ghepoedert en met wijn gedroncken is een seer costelijke medecijne tegen die pestilentie .... zij doet den mensche zweeten...
De wetenschappelijke naam petasites verwijst mogelijk ook naar de pest, al is het meer waarschijnlijk dat het woord afkomstig is van petasos, Grieks voor breedgerande hoed.

zaterdag, maart 26, 2011

Rheum palmatum


Zo ziet de Rheum palmatum er op dit ogenblik uit in mijn tuintje. Gebalde knopkracht. ik kan me voorstellen dat de mensen vroeger aan deze plant bijzondere kwaliteiten toeschreven. De Latijnse naam rheum van 'rhein', is vloeiend of stromend, verwijst naar de vloeibaar-makende, zeg maar laxerende werking van de wortel. Met 'rabarbar' werd de afkomst van de plant aangeduid, aangevoerd van ver weg, uit het land der barbaren.


Paasbloemen aan zee


Ik kon het niet laten. Heb toch maar eens een vrolijk veldje narcissen gefotografeerd in het park van De Haan. Paasbloemen aan zee! Het moet kunnen. En hebben die klassieke bloemen ook nog enige medicinale werking? Dat laat ik even in het midden. Ten andere, gele bloemen in het voorjaar zijn op zich al depressie verdrijvend.

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1198526/
http://ukpmc.ac.uk/abstract/MED/11683132

vrijdag, maart 25, 2011

Geneeskracht uit het oerwoud

Nicole Maxwell
Geneeskracht uit het oerwoud van Nicole Maxwell. Ik kocht de Nederlandstalige uitgave van 'Witch doctors apprentice', zoals de originele uitgave noemt, in 1977, was zelf toen 33 jaar jong en al een 5 tal jaar met alternatieve geneeskunde bezig. Het was het eerste etnobotanische boek dat ik las en de spannende avontuurlijke manier waarop het geschreven was, sprak met erg aan.

Het boek van Maxwell is me altijd wel bijgebleven, vooral dan de straffe verhalen over bloedstelpende, aborterende, potentieverhogende en anticonceptie kruiden spraken me sterk aan, maar deden me tezelfdertijd ook wel twijfelen aan het waarheidsgehalte van dit boek. Toch werden er zoveel feitelijke gegevens vermeld, namen van planten bijvoorbeeld, waardoor ik dit boek toch moeilijk alleen maar als een soort avonturenroman kon beschouwen.

Met het vele verhuizen in de loop van de jaren, was het boek 'Geneeskracht uit het oerwoud' blijkbaar verloren gegaan. Ik kon het tenminste niet meer terug vinden, tot dat ik het boek enkele weken geleden in een van de nog opgeslagen kartonnen dozen terug vond. En dus was ik weer in de gelegenheid om het boek, nu zowat 30 jaar later, opnieuw te lezen en te bestuderen.

Kon ik de vele vreemde, mij onbekende planten vroeger moeilijk detecteren, dan was het nu door mijn eigen grotere kennis en met de hulp van Google gemakkelijker om sommige planten op te sporen. Ook de schrijfster Nicole Maxwell was te googelen en ook dat was geen ontgoocheling. Een vrouw met heel wat levens, eerst een cultureel leven als balletdanseres in Parijs, na 12 jaar huwelijk met een Air Force officer scheidde ze en trok naar vrienden in Bolivia, waar ze belangstelling kreeg voor de inheemse stammen van het Amazonegebied. Op een van die avontuurlijke reizen verwonde ze zich met een machete, een ernstige verwonding die wonderbaarlijk snel genas met behulp van het sap van een donkerrode boom. Van toen af ging ze op zoek naar de geneeskracht uit het oerwoud. Ondernam verschillende expeditie ook voor een farmaceutische firma op zoek naar nieuwe medicijnen. Een bijzondere vrouw met een lang leven vol van avontuur, die in 1998 op 92 jarige leeftijd overleed.

Citaat uit 'Geneeskracht uit het oerwoud'
Voor mij vertegenwoordigde elke plant de persoon van wie ik hem had gekregen.
Ik maakte de plantenpers open. Ik was er trots op hoe de planten er uit­zagen. Niemand zou ooit vermoed hebben dat zij maanden lang waren meegesleept op een reis door woest terrein onder vochtige omstandig­heden.................Volgens mijn instructies moest ik in mijn verslag niet alleen de plaats van oorsprong, een algemene be­schrijving, het bodemtype waarop hij groeide en het klimaat vermelden, maar ook de naam van de plant. Dat was een probleem, omdat ik veel van de namen niet anders had gehoord dan in een of andere inlandse taal.

Twee van de planten waren wetenschappelijk gedetermineerd door een Peruviaanse botanicus die een paar dagen in het hotel doorbracht. Ik dacht dat ze tot de groep meer belangrijke medicijnen behoorden. De Indra, die Hilario beschouwde als het enige behoorlijke en beschaafde middel om een pijnlijke tand te verwijderen, was geïdentificeerd als een Moracea Clorophora tinctoria L. Gaud. En de sangre de grado, die via de mond ingenomen interne bloedingen stopt en bij extern gebruik won­den ontsmet en het bloeden stelpt, was een Euphorbiacea, Croton salutaris. Ik had het blad papier nog waarop de bo­tanicus de namen had geschreven voordat hij zich naar een afspraak haastte. Ongelukkigerwijs had ik hem daarna niet meer gezien. 

Jaren later
Ondertussen vele jaren later is de sangre de grado een gewaardeerd geneesmiddel geworden in verschillende landen en is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat de plant anti-bacteriële en wondhelende eigenschappen heeft. Ook het fisethout of fustiek, zoals de Clorophora ook wel genoemd word, is opnieuw in gebruik maar dan wel als verfstofplant.
Het boek 'Geneeskracht uit het oerwoud' blijkt dan toch meer te zijn dan een spannende avonturenroman.

Wat wetenschappelijk onderzoek
Chen ZP, Cai Y, Phillipson JD. Studies on the anti-tumour, anti-bacterial, and wound-healing properties of dragon's blood. Planta Med 1994;60:541-5.
Desmarchelier C, Witting Schaus F, Coussio J, Cicca G. Effects of Sangre de Drago from Croton lechleri Muell.-Arg. on the production of active oxygen radicals. J Ethnopharmacol 1997;58:103-8.
J Altern Complement Med. 2003 Dec;9(6):877-96. Review of sangre de drago (Croton lechleri)--a South American tree sap in the treatment of diarrhea, inflammation, insect bites, viral infections, and wounds: traditional uses to clinical research. Jones K.

maandag, maart 21, 2011

Zee op 21 maart: supermaan


Wandelen in De Haan aan Zee

Wandelen! Kruidig wandelen in De Haan. Vlak bij het tramstationnetje vinden we al direct het kaasjeskruid. De bijna ronde blaadjes zijn al flink aan de groei. De bloemen in de zomer geplukt zijn een klassiek ingrediënt van de gemengde bloementhee. Goed te gebruiken tegen heesheid, keelpijn en een droge hoest. Andere voorjaarsplanten die in die gemengde bloementhee kunnen verwerkt worden zijn de gele sleutelbloemen en het blauwe maarts viooltje. Ook dat plantje, nu in bloei, vinden we wat verder bij de oprit van een mooie Haanse villa. Ik ga nu niet onze hele wandeling bespreken, probeer er de volgende keer maar zelf bij te zijn.

Over viooltje en sleutelbloem vind je nog meer info op de volgende artikels en een nieuw wandeling is er op zondag 2 april helemaal in Hoegaarden.

http://eten-en-drinken.infonu.nl/recepten/31423-bloemen-in-mijn-bord-maartse-viooltjes.html
http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/31199-lentekruiden-speenkruid-sleutelbloem-en-maarts-viooltje.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/35885-viooltje-in-de-naam-van.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/39966-in-de-naam-van-kaasjeskruid.html

vrijdag, maart 18, 2011

De wereld gloeit, maar buiten bloeit....de gaspeldoorn


De wereld gloeit, maar buiten bloeit.... de gaspeldoorn. Bijna zo stekelig en ondoordringbaar als de wereld zelf, de gaspeldoorn in de duinen. En waarom groeien er zoveel doornige struiken zoals duindoorn, gaspeldoorn, hondsroos, boksdoorn in onze duinen?

Ik beken, ik heb mijn twijfels over Bachbloesems. Toch hier wat info over de nu bloeiende gorse of te wel gaspeldoorn. Het middel wordt aanbevolen bij uiterste hopeloosheid en vertwijfeling, wanneer mensen de strijd hebben opgegeven. Ze zien geen licht meer aan het eind van de tunnel en hebben alle hoop verloren. Dr. Bach schreef over Gorse mensen: ‘Ze zien eruit alsof ze wat zonneschijn in hun leven nodig hebben om de wolken te verdrijven.’ Als Bach gelijk heeft dan kan de wereld nu wel wat bloeiende gorse gebruiken. Ik denk dat ik de volgende dagen in de naam van Libische en Japanse mensen maar bij de bloeiende gaspeldoorn ga zitten. Instant-Bachbloesem!

woensdag, maart 16, 2011

Geplukt langs de straat

Geplukt langs de straat: winterpostelein, witte dovenetel, kleine brandnetel, kraailook, (graailoon, vraagt mijn computer?) duizendblad, bloeiend maarts viooltje, look zonder look, fluitekruid, paarse dovenetel. Allemaal eetbaar maar niet altijd smaakbaar. Al is dit pluksel ook niet bedoeld om op te eten, maar om vanavond te gebruiken tijden mijn cursus 'Help jezelf met kruiden'.


http://eten-en-drinken.infonu.nl/recepten/31423-bloemen-in-mijn-bord-maartse-viooltjes.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/39010-look-zonder-look.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/39706-in-de-naam-van-witte-dovenetel.html

https://sites.google.com/site/kruidwis/

Winterpostelein, nu eetbaar



Zo ziet winterpostelein er op dit moment uit in de duinen en langs de hagen van de deftige villa's in De Haan. 


En zo ligt het samen met gierst, tomaat, paprika en vis op mijn bord.


maandag, maart 14, 2011

Radioactieve planten?

Ik voel wel wat gewetenswroeging, als ik op dit moment van rampspoed, zomaar geniet van ontluikend groen. Of als ik zaden wil bestellen om mijn groene toekomst verder te zetten. Ik ga dan maar onnozel weg op zoek naar planten die tegen radioactiviteit beschermen. En dan kom ik bij een merkwaardig wetenschappelijk onderzoek uit

controle op radio-activiteit in Japan
Kennelijk hebben planten in een ver verleden resistentie opgebouwd tegen natuurlijke radioactiviteit en is die er nooit meer uitgeëvolueerd, aldus de Slowaakse onderzoeker Martin Hajduch die de resultaten publiceerde in het tijdschrift Environmental Science and Technology.
In 1986 veroorzaakte een van de centrales bij Tsjernobyl de grootste kernramp uit de geschiedenis van de mensheid. De omliggende grond is nog steeds zwaar vervuild met 90Sr, 137Cs en een reeks andere radio-actieve isotopen. Maar wonderlijk genoeg tieren planten er opnieuw welig.
Tjernobyl en sojabonen
Om te begrijpen hoe dat kan hebben Hajduch en collega’s nu sojabonen en vlas gezaaid op een akkertje bij Pripyat, een paar kilometer van de centrale. Als controle zaaiden ze dezelfde planten in op een akker verderop, waarvan de bodem al grondig was gesaneerd.
Uit de zaden die door die planten werden voortgebracht, isoleerden ze vervolgens alle eiwitten. Die analyseerden ze met 2D-elektroforese, gevolgd door tandem-massaspectrometrie.
De verschillen bleken veel kleiner dan verwacht. Zo bleken bij de vlaszaden slechts 35 van de 720 onderzochte eiwitten op de radioactieve akker duidelijk meer of minder tot expressie te komen. 28 daarvan konden achteraf worden geïdentificeerd: het bleken vooral signaaleiwitten te zijn.

Nu niet denken dat ik voorstander ben van kernenergie. Integendeel! Maar een klein beetje hoop moet je wel behouden, anders ben je al dood voordat die bom komt.

Zaad, zaaien, gezaaid

Ik ben nog eens opnieuw enkele interessante zaadcatalogen aan het doornemen. Alleen, waar kan, zal ik dit jaar die zaadjes in de grond stoppen? In Bellegarde, De Haan, Ardennen of gewoon maar in het wild?

Wedezaad
Ontkiemd gouddistelzaad
Ook gouddistelzaad

zondag, maart 13, 2011

Kruiskruid, een gewone grijsaard

Dat ook het onooglijk klein kruiskruid nu bloeit hoeft mij niet te verwonderen. Het bloeit zowat altijd ergens wel. Dus zeker geen lenteluider zoals maarts viooltje of speenkruid. De naam kruiskruid zou een verbastering kunnen zijn van ‘grijskruid’, omwille van het wit-grijsachtig uiterlijk van de pluizige bloemetjes.

Lentekruiden

Voorjaar! Lente! Licht en verborgen warmte. De mens ontwaakt, elk jaar herboren. En zo doen ook de planten. Geel, ongrijpbaar groen en fijnzinnig blauw. Speenkruid, leverbloempje, sleutelbloem en maarts viooltje! Geur, kleur en geluk. Elk jaar, ondanks alles, nog steeds nieuw leven.

Begin Maart kun je ze al bewonderen, de eerste gele speenkruidbloempjes van het nieuwe jaar. Voor mij, het kruid van het vroege voorjaar, deze Ficaria verna. In het verleden werd het plantje nog al eens vergeleken met de Stinkende gouwe, zo noemde Dodoens het Kleine gouwe, een oude franse benaming is Petite chelidoine en een engelse naam is Lesser-celandine. Niet verwonderlijk die vergelijking want het zijn allebei planten die, zo vroeg al, mooi fris groen zijn en geel bloeien. Al lijken ze verder helemaal niet op mekaar. In 1644 schreef Dodoens reeds dat de wortelkens met aanhangende greynkens van het Speencruydt te ghebruycken zijn om de speenen te genesen: want de speenen oft anbeyen met het sap van dit cruydt met wijn oft pisse van den krancken (ja, je leest het goed) ghemengelt zijnde, dikwijls gewassen ende ghenet, worden kleynder ende in een getrocken ende verdroogen heel. Kommentaar: een kruid laten trekken in urine van de persoon in kwestie vind ik een boeiende gedachte.
http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/31199-lentekruiden-speenkruid-sleutelbloem-en-maarts-viooltje.html

zaterdag, maart 12, 2011

Cranberry tegen tandbederf?

Bonifait L, Grenier D. Cranberry polyphenols: potential benefits for dental caries and periodontal disease. J Can Dent Assoc. October 2010;76:a130.
A growing body of evidence suggests that polyphenols from cranberry (Vaccinium macrocarpon) may help treat and/or prevent dental caries and periodontal disease. Cranberry juice is known to help prevent urinary infections in women because its high-molecular-weight polyphenols inhibit adhesion of Escherichia coli in the urinary tract. Similarly, by inhibiting adhesion of Helicobacter pylori to gastric mucosa, cranberry polyphenols or tannins can interrupt development of human gastric ulcers. They have been found to inhibit adhesion of seasonal influenza virus and proliferation of cancer cells in the mouth, colon, and prostate, and may be useful in cardiovascular diseases. Several studies have used a cranberry fraction called the nondialyzable material (NDM). The NDM contains about 65% proanthocyanidins and 0.35% anthocyanins. The oligomeric proanthocyanidins are unique in having a double linkage between epicatechin units (A type), while most oligomeric proanthocyanidins in other fruits have a single linkage (B type).

In humans, over 700 bacterial species live in the oral cavity. Dental biofilm on hard and soft surfaces of the mouth is made up of these bacteria, epithelial cells, proteins, enzymes, and food particles integrated into an extracellular polysaccharide matrix. Dental biofilm is the source of the two main bacterial conditions affecting the mouth: dental caries and periodontal diseases. Caries, or cavities, is a multifactorial condition characterized by demineralization of tooth enamel. Cariogenic bacteria, such as Streptococcus mutans and S. sobrinus, produce tooth-eroding organic acids when fermentation of sugars reduces the pH of the biofilm to less than 5.5. In vitro studies have found that cranberry constituents inhibit production of organic acids by cariogenic organisms, formation of biofilms by S. mutans and S. sobrinus, and adhesion and coaggregation by other oral Streptococcus species. Cranberry seems to block adhesion of bacteria to the dental biofilm at glucan binding sites.

Only one clinical study has so far investigated these potentially valuable in vitro results. Use of a mouthwash supplemented by the NDM fraction of cranberries significantly reduced total oral microflora, notably S. mutans, after six weeks.

It seems unlikely that drinking cranberry juice in itself significantly boosts oral health, due to the brief contact between mouth tissues and cranberry polyphenols. Added sugar in cranberry drinks, and their acidity, may even contribute to tooth decay. Oral hygiene products with bioactive cranberry compounds or local application of these substances to diseased periodontal sites are among the interesting possibilities for future research.