dinsdag, februari 27, 2024

Tonderzwam

Zeldzaam zijn ze niet. De stevige, houtige tonderzwammen in afstervende bomen. Ook in Hoegaarden tijdens onze wild kruidenweekend komen we de tonderzwammen tegen. 

Tonderzwam of Fomes fomentarius (L. ex Fr.) Kickx. Echter Zunderschwamm, Amadouvier, Hoof Fungus or Tinder Bracket. De Latijnse en Nederlandse naam geeft al weer waar de zwam voor gebruikt werd. Fomes, is materiaal om vuur te maken, wat we ook nog eens terug vinden in fomentarius. Tondel of tonder, tinder bracket (Engels) en Zunderschwamm (Duits) en Amadouvier (Frans) verwijzen ook naar het gebruik als voorhistorische aansteker.

Geschiedenis van tonderzwam als 'industrieel' product.
Deze stevige zwam is, zeker in de 18de en 19de eeuw, een soort industrieel product avant la lettre geweest. Het bruine vlees werd niet alleen voor de bereiding van tondels gebruikt maar ook als bloedstelpend verbandmiddel. Het was dan ook opgenomen in de apothekersboeken als ‘Fungus Chirurgorum’ dus chirurgische zwam. Van schijfjes Fomes produceerde men ook een soort juchtleer, waar handschoenen en wondlappen van gemaakt werden. De bewerkte vezel diende ook om lichte, warme mutsjes te fabriceren. In Hongarije en omstreken worden waarschijnlijk nog steeds hoedjes gemaakt van de tonderzwam. Het was en is nog steeds een materiaal dat tezelfdertijd stevig en zacht is, maar dat natuurlijk niet in grote hoeveelheden geproduceerd kan worden en natuurlijk ook weer door synthetische materialen vervangen werd.
Het belang van de tonderzwam  in vroeger tijden word goed geïllustreerd door een artikel in het mycologisch tijdschrift ‘Fungus’ geschreven door Schweers in 1939 over het belang van de tondelzwam voor de komst van de lucifer. De titel luidde ‘De tondelzwam, eens weldoenster der menschheid'. De voor ons nu wat dramatische titel geeft wel aan hoe belangrijk sommige paddenstoelen en planten geweest zijn als gebruiksvoorwerp voor de mensen. In de Voor-Plastictijd zal ik dat maar noemen.

Wondbedekking

De bereidingen van het bloedstelpend materiaal en de bereiding van tondel werden beschreven in het "Huishoudelijk Woordenboek" van 1769. "Men scheid het buitenste harde gedeelte daar van af, snijd dezelve in min of meer dikke platte stukken, en klopt ze met een hamer, om ze zagt te maaken, en bewaart ze aldus: bij het gebruik legt men een stuk van deeze bereide swam op de wonde, van groote als het de wonde vereischt, om dezelve wel te dekken; over dit stuk legt men een ander dat grooter is, en hier over vervolgens een gevoeglijk verband." " Door zijne groote adstringerende kragt, heeft de swam ook die eigenschap het bloed kragtig te stempen in grote wonden, slagader-breuken en andere bloedstortingen."

Tondel maken
"Snijd het buitenste harde en taaije gedeelte van deeze swammen af, en deelt ze in dunne stukken; legt ze vervolgens enige dagen te weeken in een loog van asch, en kookt ze daar na helder in die loog; gekookt en wel gedroogt zijnde, klopt ze ter deegen met een houten hamer, zo zal ze heel zagt worden, en een stukje daarvan door een vonk van't vuurslag terstond vuur vatten; Anderen kooken ze in een loog van salpeter; en nog anderen in pisse, het welk goed is; het koomt 'er maar hoofdzakelijk op aan, dat de swam door kooking en klopping wel zagt gemaakt zij; Deze bereide swam heeft doorgaans een bruinagtige koleur, en is heel zagt."

Toekomst van tondelzwam als medicijn: diabetis en reuma
Als wondmiddel of tondel zullen we in de toekomst de Fomes fomentarius waarschijnlijk niet meer gebruiken, behalve door en voor overlevers in de natuur of mogelijk bij een totale vernietiging van onze moderne plasticbeschaving. Maar voor het gebruik als medicijn of voor de ontdekking van nieuwe moleculen, is ook nu weer gebleken dat planten en paddenstoelen een onmetelijke goudmijn kunnen zijn. Uit recent wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat een waterig extract van Fomes een invloed heeft op de vetzuur- en suikerstofwisseling in het bloed en waarschijnlijk vooral diabetici kan helpen om de bloedsuikerspiegel en het cholesterolgehalte te reguleren. Een alcoholisch extract heeft dan weer een anti-inflammatoire en pijnstillende werking, dus te gebruiken bij reumatische klachten, maar ook bij bursitis en andere gewrichtsontstekingen krijg je een sneller herstel.
Mogelijk kunnen we in de nabije toekomst weer gebruik maken van deze kennis uit de natuur. Planten en paddenstoelen zijn nu eenmaal, ook als chemisch fabriekje, al eeuwen bezig om stoffen aan te maken, die we nog niet kennen en waar wetenschappers en wij allemaal nog plezier kunnen aan beleven.

Fomes fomentarius / Amnadou / Tinder bracket

The earliest example of humans using F. fomentarius comes from Ötzi, “The Iceman,” whose mummified body was found in the Alps in 1991. Researchers determined Ötzi lived over 5,300 years ago during the Copper Age, which was long before construction began on any Egyptian pyramids. When he died, Ötzi was carrying two mushrooms, one of which was the Tinder Polypore. The pieces he had were likely used to help start fires, a practice that continues to this day.
The name Fomes fomentarius translates to “tinder used for tinder” and one of the common names of the mushroom is “the Tinder Muhshroom”; clearly, one of the mushroom’s most significant uses has something to do with fire. In fact, the processed mushroom is extremely good at catching sparks. Once processed, pieces of the Tinder Mushroom can easily catch very small sparks and smolder at a high temperature for a long time (large pieces can smolder for hours). This makes the mushroom the perfect aid for starting fires.
Before the mushroom is used, it must be processed into ‘amadou.’ Amadou is a general term for the various types of felt-like substances obtained by processing F. fomentarius. Sometimes, people use ‘amadou’ to refer to the unprocessed mushroom, but that usage is less common. Although amadou is traditionally prepared from F. fomentarius, some other conks will also work. These alternatives, however, are not very well recorded and are less reliable.

The simplest way to make amadou for catching a spark is to cut the fibrous flesh out of the mushroom and fluff it up a bit. Since the outside of the mushroom is so hard, you will need a sharp serrated knife or a saw to get started. Then, just remove some strips of the fibrous layer and scrape their surfaces with a knife to fluff them up a bit. If the mushroom is too hard to cut, you can try soaking it in water for a while to soften the outer layer.

Another method exists that takes longer but improves the amadou’s spark-catching ability. As in the previous method, you first remove the fibrous layer. Then, you boil that layer for a day or two. After that, you beat the amadou with a wooden mallet to tease apart the fibers. You continue boiling and beating the amadou until it is soft enough or thin enough for your liking. Then, you let it dry while working it in your hands to make sure it doesn’t stiffen up. The result should be a velvety soft, felt-like fabric. Finally, the amadou can be treated with a nitrogen-rich substance like saltpeter or urine. This last step ensures the amadou can catch even the smallest and coldest sparks.

Amadou prepared by the longer method but without adding extra nitrogen has a variety of other uses. Fly fishermen use it to dry out used dry flies (dry flies are supposed to float on top of the water, which is hard to do if they get too wet). The amadou is moistened slightly to prevent it from breaking and the fly is gently pressed to the amadou, which absorbs water extremely quickly. In central Europe, the amadou is sometimes used to make hats. The process is essentially the same, except amadou from multiple mushrooms is pounded into a single flat sheet before being molded into a hat shape. Amadou was also used by surgeons and barbers to stop bleeding, which I assume is also related to its absorptive properties. Dentists also used amadou to dry off teeth (this was before all the nifty tools dentists use today were invented). Additionally, amadou was used by entomologists to mount insect specimens, which probably helped keep the collections free from moisture. Sometimes, it was also used in pincushions to help dry the pins and prevent rust. In one of the earliest records of the mushroom’s use, Hippocrates noted that it was used to cauterize wounds.

Referenties


zondag, februari 25, 2024

Wild wandelen in Hoegaarden. Holle wegen alsof de aarde je omarmt.


Wild weer met wolken in de wind maar ik warm me op aan mooie mensen en wilde woorden. We dalen de berg af richting Nerm, jeugdherinneringen overal.... gerestaureerd huis in Gobertangesteen waar bijna een eeuw geleden een 'cinemazaal' gehuisvest was en zomaar brand uitbrak, kermis waar ik als stoere vijftienjarige mijn zusjes moest verdedigen tegen zatte onverlaten, maar ook mooie herinneringen feesten, trouwpartijen, het roken van mijn eerste en zoals later bleek ook mijn laatste sigaret. 
Maar.... we wandelen, wandelen het dorp uit richting Hauthem de holle wegen in. Holle wegen alsof de aarde je omarmt. Het domein van onooglijke plantjes. Speenkruid de voorjaarsbode, nog net niet in bloei en de glimmende blaadjes zijn nu goed eetbaar, al begin ik steeds meer moeite te krijgen om levende plantenwezens zomaar op te eten. Kraailook, de vroege bieslook met een vleugje looksmaak, het nagelkruid met zijn wortelgeheim.  Allemaal heel algemene, veel voorkomende planten en daar hou ik van, planten die concurreren met de woekerende mens en planten die ons veel te bieden hebben. 

De eerste holle weg uitkomend, de open vlakte en de wilde wolken beleven, in en uit ademen, dan is het alsof we opnieuw geboren worden en als we dan ook nog één zeldzaam duizendguldenkruidje tegenkomen dan kan onze dag niet meer stuk. Allemaal in aanbidding voor dat heilig plantenrozetje.


Over het duizendguldenkruid.  Een oude naam uit de apothekersboeken is Fel terrae of‘ Eertgalle’, naar de bittere en galachtige smaak. De plant is een van de bitterste geneeskruiden, hij hoort bij de zogenaamde amara pura samen met zijn familielid de Gele gentiaan. Deze planten zijn vooral eetlustopwekkend, spijsverteringbevorderend en leverstimulerend, ze worden nu dus vooral gebruikt bij gebrek aan eetlust, anorexie, en in het algemeen om aan te sterken, vroeger voor bleekzuchtige magere kinderen die geen eetlust hadden. De prettigste en de meest efficiënte manier om bitterstofplanten te gebruiken is als aperitivum, gewoon Duizendguldenkruid met bvb Anijs laten trekken in alcohol van ongeveer 45 %, eventueel wat suiker of andere zoetstoffen toevoegen en van dit drankje voor het lekkere en voor de gezondheid van maag en darm dagelijks een klein glaasje drinken.

vrijdag, februari 23, 2024

Rode zonnehoed tinctuur maken. Ook in de winter van de wortels.

Echinacea-soorten worden medicinaal gebruikt. De gebruikte delen zijn de bloem en de wortel. Van de verschillende soorten bevat de Echinacea purpurea de grootste hoeveelheden interessante inhoudsstoffen. De plant wordt vooral ingezet om het immuunsysteem te versterken en om griep, verkoudheid en infecties van de bovenste luchtwegen te behandelen en te voorkomen. Echinacea-soorten worden daarnaast toegepast bij andere infecties, in wondbehandeling en bij huidaandoeningen, zoals eczeem en psoriasis. Bovendien zijn Echinacea-soorten effectief tegen virale infecties, zoals herpes simplex virus.

Naast de immuunstimulerende kwaliteiten wijst onderzoek steeds meer in de richting van een effect van Echinacea-soorten op het endocannabinoïde systeem, een lichaamssysteem dat een belangrijke immunologische rol speelt. De alkamiden in de plant vertonen immers een structurele gelijkenis met anandamide, een lichaamseigen stof die een belangrijke rol speelt in het endocannabinoïde systeem. De alkamiden kunnen zich binden aan endocannabinoïde receptoren, waardoor ze werken als immuunmodulerende stoffen (stoffen die het immuunsysteem reguleren). Er wordt nog steeds veelbelovend onderzoek uitgevoerd naar deze eigenschap van de plant.
Deze Echinaceatinctuur kan je gebruiken bij de behandeling van virale en bacteriële infecties en bij een verzwakte weerstand. Het helpt vooral bij infecties van de luchtwegen, zoals verkoudheid, griep, amandelontsteking en bijholteontsteking. Een goede dosering is 1 ml 3 keer per dag. Je kunt het ook de hele winter doornemen, maar las wel af en toe een stopweek in. Als je de tinctuur wilt inzetten voor acute behandeling – zoals de beginfase van griep of verkoudheid – begin dan de dag met 2 ml en daarna om de 2 uur 1 ml, met een maximum van 10 ml per dag.

Recept zonnehoedtinctuur

  • 30 ml ethanol (alcohol van 96%)
  • 20 ml water
  • 1 eetlepel wortel en / of bloem van Rode zonnehoed (Echinacea purpurea of E. angustifolia)
Je kunt voor het maken van de tinctuur gebruik maken van de wortel en/of bloem van Rode Zonnehoed. Je kunt verse of gedroogde plantendelen gebruiken, maar de verse hebben een hoger gehalte aan alkamiden. Je snijdt de plantendelen in kleine stukken en doet ze in een afsluitbaar weckpotje. Om de tinctuur te maken, gebruik je als extractiemiddel ethanol (= voor consumptie geschikte alcohol) van 55-65%. Dit bereik je door pure ethanol te verdunnen met water (in dit geval 30 ml ethanol verdunnen met 20 ml water). Dit voeg je bij de plantendelen in het potje. Je laat de plantendelen ongeveer een maand in de tinctuur trekken. Vervolgens zeef je de plantendelen eruit en bewaar je de tinctuur in een donker en goed afsluitbaar (druppel)flesje. Deze tinctuur is zowat 5 jaar houdbaar.
  • Let op bij allergieën voor leden van de Composietenfamilie. 
  • Echinacea-soorten zouden van invloed kunnen zijn op de snelheid waarmee het lichaam cafeïne afbreekt, waardoor de werking van cafeïne versterkt wordt. Dit zou kunnen leiden tot rusteloosheid, hoofdpijn en een versnelde hartslag.

woensdag, februari 21, 2024

Vreemde linde met maretakken

Een vreemde, verhakkelde lindeboom vol met vogellijm op het heilig koeienweiland van het Radhadeshkasteel. Ik rij er regelmatig langs en ben nu toch eens gestopt om de oude boom van dichtbij de bekijken. 
Knoestige bomen en steun zoekende maretakken spreken zo wie zo een steun zoekende mens aan. Want ... wat is een mens anders dan een gebruiker van planten, een energie zoekende planteneter.

De dichter Aart van der Leeuw schreef ooit 'Er schuilt meer in het hart van de linde dan de bijl bloot maakt’. En inderdaad, de geest van de linde moet je voelen, die kan je niet beredeneren.

 Sinds de Keltische tijd is de linde in onze streken een cultuurboom, doelbewust in de menselijke omgeving geïntroduceerd. Hij was toegewijd aan Freya, de godin van liefde en vruchtbaarheid. Hij werd, óf bij de woning aangeplant als schutsboom voor de familie, óf in het centrum van de nederzetting ter bescherming van de gemeenschap. Net als bij de eik werd ook onder de linde recht gesproken. De schepenbank vergaderde onder de dorpslinde, 'sub tilia' zeggen oude documenten en men sprak er recht onder de blote hemel ‘bij klimmende sonne’.

En daar dan de linde bij het kasteel, uitzonderlijk de overvloed aan maretakken in de oude linde, een maretakkenlinde, Tilia cum Viscum album  ....... Mooi maar triest, verval voor eeuwigheid. 


zondag, februari 18, 2024

Reuzenberenklauw

De reuzenbereklauw, officieel bekend als Heracleum mantegazzianum, is van huis uit niet inheems. Hij komt uit de Kaukasus en is al lang geleden als bijzonder gewas naar West-Europa gehaald om kasteelparken te versieren. Daar verwilderde hij nogal gemakkelijk, zodat hij zich in sommige bossen een eigen ecologisch plaatsje ging veroveren. We kunnen ons nu bijna niet meer voorstellen dat hij populair is geweest als sierplant. Nu wordt je bijna als een kleine moordenaar beschouwd als je hem mooi vind. Een aantal jaren geleden nam de berenklauw eerst Engeland stormenderhand in, eerst als doelbewust geplante tuinbewoner, daarna als al te gewillige kolonisator met imperialistische neigingen.

Herinneringen aan de reuzenbereklauw
'Voorzichtig met reuzenbereklauwen' en 'De reuzenbereklauw bedreigt ons land' waren de alarmerende koppen in sommige dagbladen. Niet alleen als onkruid vreest men de grote schermbloemige, maar meer nog vanwege de fotosensibiliserende eigenschap waardoor mensen overgevoelig worden voor zonlicht en dan ook lelijke verbrandingen met zelfs littekens kunnen oplopen.Toch blijft het voor mij een bijzonder boeiende plant, al was het maar omwille van de mooie herinneringen uit mijn begintijd als kruidenliefhebber en als herborist. Mijn eerste kennismaking ermee was in de bosrijke villawijken bij de Nederlandse stad Breda. Ontsnapt uit zo'n grote villatuin stond hij langs de wegrand te pronken, het was alsof ik een voorhistorische plant ontmoette uit de dinosaurustijd. Ik veroorzaakte bijna een ongeluk, toen ik bruusk mijn auto op de weg tot stilstand bracht om vol eerbied maar ook wat verdwaasd deze verschijning te bewonderen. Later heb ik deze heracleum aangeplant in mijn wilde tuin bij Weelde Statie, waar ze op het meest vochtige stuk van de tuin body gaven aan de border. Ook de buren hadden wel enige, weliswaar voorzichtige bewondering voor deze mastodonten, tot dat hun keurig tuintje van het ene jaar op het andere barstensvol stond met berenklauwbabietjes. Het is nu eenmaal een goede zaaier, dat moet ook, omdat zo'n tweejarige na de bloei afsterft en zijn voortplanting verzekert met zaad. Zaad dat in de decoratieve reuzenschermen mooi en veel aanwezig is.

Fotosensibiliserend
De zogenaamde fotosensibiliserende werking is een bijzonder fenomeen, furocumarinen met de naam psoraleen en bergapteen maken de huid overgevoelig voor zonlicht waardoor gemakkelijk brandplekken en blaren kunnen ontstaan. Zo snel mogelijk de huid spoelen en uit de zon gaan voorkomt verbrandingen. Vooral planten uit de familie der schermbloemigen (bereklauw, pastinaak maar ook bekende keukenkruiden zoals selder en peterselie) en de Rutacaea, citrusachtigen zoals Wijnruit en Citrussoorten kunnen deze overgevoeligheidsreacties veroorzaken.
Toch hebben deze stoffen ook positieve effecten de psoralenen worden bijvoorbeeld gebruikt bij vitiligo en psoriasis, dus bij de behandeling van huidziekten. Furocumarinen zoals psoraleen kunnen de pigmentatie in de huid stimuleren. En het is ook duidelijk dat bij inwendig gebruikt, denk maar aan selder en peterselie, deze planten niet hetzelfde negatief effect veroorzaken. Furocoumarinen zijn weinig oplosbaar in water, en daarom is het inwendig gebruik van deze kruiden zonder risico.

Invasieve exoten?
Invasieve exoten is ondertussen het discriminerend scheldwoord geworden voor deze bewonderenswaardige buitenlanders. Ondertussen lijkt de veroverende plantenfakkel wel overgenomen door de Japanse- en andere duizendknopen. Benieuwd welke planten in de nabije toekomst nog van zich laten horen! En mogelijk wordt de term 'invasieve exoten' nog een sympathieke geuzennaam.

vrijdag, februari 16, 2024

Over brunel, een monografie

Wonderlijk, hoe planten die niet tot mijn tophonderd van geneeskruiden behoren, op mijn oude dag plots dringen om er bij te horen. Oude glorie wordt opnieuw ontdekt, boeiend maar ook belastend. Over Brunel dan maar. Een monografie.


Prunella vulgaris / Brunel 

Bestanddelen / Inhoudsstoffen:
  • Bittere bestanddelen (iridoiden);
  • Fenolzuren (rozemarijnzuur, cafeïnezuur en derivaten);
  • Triterpenen (arjunolzuur, ursolzuur en oleanolzuur);
  • Flavonoïden (flavonolen, anthocyanen);
  • Polysachariden (prunellin);
  • Vitaminen B1, C en K.
  • Smaak : Bitter
  • Scherp
  • Slijmachtig

Dodoens over brunel

Bruynelle in water oft wijn ghesoden ende ghedroncken heylt ende gheneest alle inwendighe ende uutwendighe wonden ghelijck Senegroen.
Bruynelle gheneest oock die sweeringhen des monts/ ende es seer sonderlinghe tseghen die sieckte der tonghen diemen den bruynen noempt/ dat es als die tonge onsteeckt/ swert wordt ende seer dick swilt/ alsmen die selve in water siedt ende die mont daer mede dicwils spoelt/ naer voortgaende die generale remedien. Bruynelle met olie van Roosen ende azijn vermenght gheneest ende versuet die pijne in thooft opt voorhooft gheleyt.

Geneeskrachtig gebruik van Brunel

De Engelsen noemen het ‘self-heal’ of ‘all-heal’, dat wil zeggen dat wat geneest, verwijzend naar zijn vermogen om de ontsteking van een wond te kalmeren en een desinfecterend en samentrekkend middel te bieden, waardoor beschadigd weefsel sneller geneest. Dus te gebruiken bij kleine snij- en schaafwondjes , schrammen en huiduitslag; wel minder effectief dan duizendblad om bloedingen te stoppen, of smeerwortel om een ​​oppervlakkige wond te sluiten. Gebruik een geconcentreerde infusie of verdunde tinctuur, aangebracht als kompres of een bladkompres (kauw en breng het op de wond aan, herhaal wanneer het blad niet meer vochtig is).

Antiviraal en antibacterieel:
Talrijke in vitro onderzoeken tonen aan dat brunel effectief is tegen herpes simplex-virussen type 1 en 2 (10) , tegen het HIV-virus (5) en tegen het influenzavirus (4). Het is moeilijk om deze onderzoeken te extrapoleren naar in vivo toepassingen. Brunel werd al snel geclassificeerd als een krachtig antiviraal middel, wat waar is als er direct contact is tussen het preparaat en het getroffen gebied ( bijvoorbeeld het aanbrengen van een verdunde tinctuur op orale herpes of een infuus (thee) voor virale gastro-enteritis.
Brunel activeert op significante wijze de cellulaire immuniteit in een model van tuberculose geïnduceerd door een antibiotica-resistente bacterie bij ratten (1). Over het algemeen heeft brunel, net als andere planten die rijk zijn aan polysachariden, een activerend effect op het immuunsysteem (2) .

Antioxidant:
Dankzij het gehalte aan rozemarijnzuur (het bevat 5%, een hoog gehalte) is brunel een van de krachtigste antioxidanten ter wereld. (ref: Mills & Bone).Te gebruiken bij oxidatieve stress, vooral bij chronische degeneratieve ziekten of auto-immuunziekten, om gezonde cellen te beschermen;

Hypertensie:
Brunel wordt in verschillende tradities gebruikt tegen essentiële hypertensie. Het lijkt op een directe (3) en indirecte manier te werken : als lipbloemige is het enigszins kalmerend voor de zenuwen , waarbij stress een verergerende factor is bij hypertensie;

Keel en mond:
Als mondwater verlicht brunel verschillende ontstekingen van de mond, bijvoorbeeld gingivitis ( ref: Fournier); brunel helpt vanwege zijn adstringerende en desinfecterende werking, over het algemeen kalmeert het de ontstoken slijmvliezen/weefsels in de keel, longen, neus en oren.

Kanker :
Verschillende onderzoeken (6)(7)(8) suggereren een antikankereffect van brunel bij longkanker . Deze onderzoeken zijn uitgevoerd op ratten of in vitro, wat extrapolatie naar mensen moeilijk maakt;

Spijsvertering:
Brunel, ingenomen als infuus, verlicht spijsverteringsproblemen, diarree en daarmee gepaard gaande kleine bloedingen (ref: Fournier).

Hypo-allergeen:
Brunel vermindert de allergische reactie (histaminica) en de ontstekingscascade die bij muizen wordt veroorzaakt (9) . Het kan daarom onderdeel zijn van een anti-allergieprotocol.

Lever :
In de Chinese geneeskunde wordt Prunella “xia ku cao” genoemd. Het vermindert ontstekingen van de lever- en galwegen (lever en galblaas). De plant “voedt” de lever, maar overprikkelt niet, in tegenstelling tot krachtigere bitters zoals gentiaan. Door Oost en West samen te brengen, werkt brownella waarschijnlijk beter op ontstekingen van de galwegen als gevolg van infectie , en niet als gevolg van metabolische of toxiciteitsproblemen (leververvetting, cirrose, enz.). Vaak gecombineerd met chrysantenbloemen voor een extra ontstekingsremmende werking.
Gebruikt voor hepatische migraine (van het type “stijgend levervuur” in de Chinese geneeskunde); gebruikt in formuleringen tegen virale hepatitis in de Chinese geneeskunde.

Nieren:
Beschermt en ‘voedt’ de nieren en verbetert de diurese, niet door de nieren harder te laten werken, maar door ze te helpen weer gezond te gaan functioneren (ref: Wood, LeSassier);
Vooral bij tandproblemen die verband houden met nierproblemen (ref: LeSassier) - in de traditionele Chinese geneeskunde controleren de nieren de botten en tanden.

Andere vermeldingen :
  • Brunel werkt hypoglycemisch (ref: Valnet);
  • Het kalmeert gezwollen lymfeklieren, intern ingenomen voor lymfadenitis , extern voor mastitis (ref: Mills);
  • Net als veel andere Lamiaceae kan het worden gebruikt als een warm of koud infuus voor de behandeling van koorts (zweetdrijvend, helpt het lichaam af te koelen);
  • Cazin vermeldt een geval van aambeien die werden behandeld met brunelblad, die ongeveer dertig dagen als een salade gegeten (ref: Cazin);
  • Als oogbad bij roodheid en ontstekingen van de ogen (Chinese en westerse geneeskunde).

Bereidingen van Brunel

Gebruikte delen:
  • Bovengrondse delen tijdens bloei;
  • Anders bladeren, eventueel plukken;
  • “xia ku cao”: de Chinese geneeskunde maakt gebruik van bloemen die droog en bruin van de plant zijn geplukt, waardoor de hoeveelheid polysachariden (stimulans voor het immuunsysteem) wordt geoptimaliseerd;

Bereidingswijzen / Receptuur
  • Moedertinctuur van de bloeiende bovengrondse delen, of van het blad, vers ( bij voorkeur - 1:2 - 90° alcohol) of droog (1:5 - 50° alcohol);
  • Olieachtig maceraat voor lokale toepassing (of verdunde moedertinctuur);
  • Infusie van de bloeiende bovengrondse delen of het blad;
  • Afkooksel van droog geplukte bloemen van de plant (xia ku cao).
Dosis: Moedertinctuur: 20 tot 60 druppels, afhankelijk van de toepassing (ref:Caldecott);
Infusie: 40 g per liter, 3 of 4 kopjes per dag (ref: Valnet);
Bloemen droog geplukt van de plant (xia ku cao): 10 g tot 15 g (ref: Xu Li).

Referenties / Literatuur
(1) Lu J, Ye S, Qin R, Deng Y, Li CP. Effect of Chinese herbal medicine extracts on cell-mediated immunity in a rat model of tuberculosis induced by multiple drug-resistant bacilli. Mol Med Rep. 2013 Jul;8(1):227-32.
(2) Fang X, Chang RC, Yuen WH, Zee SY. Immune modulatory effects of Prunella vulgaris L. Int J Mol Med. 2005 Mar;15(3):491-6.
(3) Hwang SM, Kim JS, Lee YJ, Yoon JJ, Lee SM, Kang DG, Lee HS. Anti-diabetic atherosclerosis effect of Prunella vulgaris in db/db mice with type 2 diabetes. Am J Chin Med. 2012;40(5):937-51.
(4) Tian L, Wang Z, Wu H, Wang S, Wang Y, Wang Y, Xu J, Wang L, Qi F, Fang M, Yu D, Fang X. Evaluation of the anti-neuraminidase activity of the traditional Chinese medicines and determination of the anti-influenza A virus effects of the neuraminidase inhibitory TCMs in vitro and in vivo. J Ethnopharmacol. 2011 Sep 1;137(1):534-42.
(5) Feng L, Wang L, Ma YY, Li M, Zhao GQ. A potential in vitro and in vivo anti-HIV drug screening system for Chinese herbal medicines. Phytother Res. 2012 Jun;26(6):899-907.
(6) Feng, L.; Jia, X.B.; Shi, F.; Chen, Y. Identification of two polysaccharides from Prunella vulgaris L. and evaluation on their anti-Lung adenocarcinoma activity. Molecules 2010, 15, 5093-5103.
(7) Choi, J.H.; Han, E.H.; Hwang, Y.P.; Choi, J.M.; Choi, C.Y.; Chung, Y.C.; Seo, J.K.; Jeong, H.G. Suppression of PMA-induced tumor cell invasion and metastasis by aqueous extract isolated from Prunella vulgaris via the inhibition of NF-kB-dependent MMP-9 expression. Food Chem. Toxicol. 2010, 48, 564-571.
(8) Feng L, Jia X, Zhu M, Chen Y, Shi F. Chemoprevention by Prunella vulgaris L. extract of non-small cell lung cancer via promoting apoptosis and regulating the cell cycle. Asian Pac J Cancer Prev. 2010;11(5):1355-8.
(9) Kim SY, Kim SH, Shin HY, Lim JP, Chae BS, Park JS, Hong SG, Kim MS, Jo DG, Park WH, Shin TY. Effects of Prunella vulgaris on mast cell-mediated allergic reaction and inflammatory cytokine production. Exp Biol Med (Maywood). 2007 Jul;232(7):921-6.
(10) Nolkemper S, Reichling J, Stintzing FC, Carle R, Schnitzler P. Antiviral effect of aqueous extracts from species of the Lamiaceae family against Herpes simplex virus type 1 and type 2 in vitro. Planta Med. 2006 Dec;72(15):1378-82.

Algemene literatuur

Bijvoet, een plant met een verleden


Wie kent hem nog, onze Bijvoet? Armzalig en vergeten, groeit hij langs wegen en op braakliggende terreinen tussen hondenstront, plastic afval en vettige frietzakken. Deze zwerver onder de planten, met de naam van een godin, had ooit een grootse, eerbiedwaardige reputatie als magisch middel tegen zwarte ziekten zoals hysterie en epilepsie. Hoe is hij zo laag kunnen vallen? Een geschiedenis.

Bijvoet, Dioskorides en Plinius
Artemisia, werd in de nobele Oudheid al vernoemd bij de oervader van de kruidengeneeskunde Pedanios Dioskorides en dan in de eerste plaats als gynaecologisch middel. Ook Plinius bericht in zijn „Historia naturalis" dat de Artemisia in het bijzonder vrouwenziekten geneest en dat de naam mogelijk van koningin Artemisia, de gemalin van koning Mausolus van Karië, afkomstig is. Toch, zegt Plinius verder, vele leiden den naam af van Artemis Eileithyia, in de Grieksche mythologie de godin der geboorten, die door de in barensnood verkerende vrouwen werd aangeroepen.

Van dezelfden Plinius stamt het aloude volksgeloof, dat bij mensen, die de plant aan de voeten bonden of in hun schoenen droegen, dus bij-de-voet, onvermoeibaar zouden worden. Dit gebruik vinden we nu nog steeds terug. Al zullen blaadjes bijvoet in je schoen eerder blaren veroorzaken, lijkt mij. Volgens vele etymologen is de naam bijvoet een verbastering van het Duitsche Beifusz uit het middel-Hoogduitsche Biboz, dat verwant is met Anaboz, Ambosy of aanbeeld en af te leiden is uit een oud-Germaans werkwoord bautan, is stooten, dat wat als kruiderij bij de spijzen gestampt wordt. Kun je nog volgen?

In de vroegere geneeskunde werd bijvoet dus bijna uitsluitend als gynaecologisch middel gebruikt. Zo zegt onze Rembert Dodoens „Medicyn van der stadt van Mechelen" in zijn kruidenboek (1554): Arthemisia in water ghesoden (getrokken) es seer goet den vrouwen / om daer over oft in te sittene in een bat oft sweet-cuype / want in dier manierden ghebruyckt / zoo doetet den vrouwen huer natuerlycke cranckheyt weder comen / ende drijft af die secundine ende die doode vruchten.

Bijgeloof, geloof en verhalen, wat is hun waarde?
Vroeger speelde de bijvoet een belangrijke rol in het volksgeloof. In verschillende oude kruidenboeken vindt men dan ook allerlei sterke verhalen, die voor een groot gedeelte reeds bij Plinius werden beschreven. Bijvoet behoorde tot die planten, die vooral op St. Jansdag, 24 Juni geplukt moest worden, omdat zij dan bovennatuurlijke toverkrachten en buitengewone geneeskrachten bezaten. Boeketten van op Sint Jansdag verzamelde bijvoet en andere kruiden, de zogenaamde kruidwissen, werden vroeger veel in de huizen en in de stallen opgehangen ter beveiliging en tegen betovering.

Wanneer men op St. Jansdag 's middags klokslag 12 uur een bijvoetplant uitgraaft, zal men dikwijls onder den wortel „een brandende kool" vinden; die helaas verdwijnt na de 12de klokslag. Wanneer je de kool snel, onder het grootste stilzwijgen, wegneemt, kan die vele ziekten genezen. In het bijzonder werden de vierdaagsche koorts en ‘de zware nood’ of epilepsie genoemd, dus ziekten, die volgens het volksgeloof met toverij verband hielden.

Zeer geheimzinnig klinkt ook het verhaal van Reinsberg Dürinsfeld uit Bohemen die in de „Festkalender 1861" over bijvoet vermeldt: Gaat men op Goeden Vrijdag onder diep stilzwijgen, en „achteruit loopend" naar een plaats toe, waar een bijvoetplant staat, dan zal men onder den uitgegraven wortel dikwijls een zwart wormpje vinden, dat men in een flesje moet doen en zorgvuldig moet bewaren. Nu mag de bezitter negen dagen lang niet bidden noch zich wassen; ook moet hij iedere dag bij het middagmaal een stuk brood onder tafel werpen, anders wordt het wormpje boos en is alle moeite tevergeefs. Is alles behoorlijk geschied, dan begint het wormpje te spreken en door zijn bemiddeling verkrijgt de gelukkige bezitter dan alles wat hij verlangt. De enige voorwaarde daarbij is, dat je het geld, dat je dagelijks ontvangt helemaal moet opmaken.

Volgens een sage kon vroeger een ieder, met behulp van bijvoetstengels zien, wanneer hij sterven moest. Om dat te weten, stak een man een aantal bijvoetstengels rondom in de aarde. Dat zag de Schepper en zeide: „Die kring van stengels zal niet lang blijven staan." Toen antwoordde de man: „Dat weet ik, maar zoolang ik leef, zullen die stengels rechtop blijven staan." Toen vroeg God wederom: „Hoe lang is dat dan?" En de man zeide: „Over drie dagen ben ik dood, en zoo lang kunnen de stengels zich nog houden, daarna zullen zij omvallen." Dit drieste antwoord ergerde God en hij sprak: „Van stonde af aan, zal geen mensch meer weten, hoe lang hij leeft."

Wat is de betekenis van die vreemde verhalen? Moeten we ze voor waarheid aannemen? Hebben ze een symbolische of geheime betekenis? Was het een manier om de gebruikswaarde van de plant makkelijker te onthouden? Of waren de mensen toen gewoon dom?

Verwarrende en andere volksnamen
De oude volksnamen voor Bijvoet zoals Sint Jansbloem en St. Janskruid zowel als het Duitsche Johanniskraut en Sonnenwendgürtel, houden natuurlijk verband met de betrekking, die er bestaat tussen de plant en Sint Jansdag, maar deze namen veroorzaken ook nu nog steeds verwarring met het echte Sint-janskruid, Hypericum perforatum.

Het Oud-Duitsche Flêgenkrat, Flaienkraut, doelt op het gebruik van de plant om vliegen te vangen. Het verhaal: Op een bosje bijvoetkruid, dat in de kamer wordt opgehangen, zetten zich 's avonds grote hoeveelheden vliegen neer. Trek je daar snel een zak overheen, dan zijn de vliegen gevangen en kunnen gemakkelijk gedood worden.

In het Engelse mugwort is volgens Prior, "On the popular names of British plants" 1879, het eerste gedeelte "mug" een verbastering van het oud-Engelsche mough, mot, wat dan weer verwijst naar de mottenverdrijvende werking van bijvoet. Reeds Dioscorides schreef in zijn Materia medica,uit de1ste eeuw na Christus, dat een Artemisiasoort, waarschijnlijk Artemisia absinthium, in de kast opgehangen, de kleding tegen motten beschermde.

Bijvoet tegen epilepsie
In de 19de en 20ste eeuw werd, vooral de wortel van Bijvoet nog steeds in de officiële geneeskunde gebruikt. In de tweede uitgave van de Nederlandse Farmacopee kwam Radix Artemisiae voor de laatste maal voor. Toen gold hij als een specifiek middel tegen epilepsie, vooral voor lichte gevallen, wanneer de toevallen in de puberteitsjaren en dan nog alleen overdag voorkwamen. Zo leest men in het Repertorium voor Geneeskundige Praktijk van Dr. Kerbert (1863): Radix Artemisiae is uitstekend tegen epilepsie, vooral epilepsie diurna der kinderen en bij andere chronische zenuwstoornissen.

Bijvoet blijft, ondanks alles, nog steeds welig langs wegranden groeien, zal hij nog ooit zijn reputatie uit het verleden terug krijgen of blijft hij voor altijd vergeten?

Vogelmuur, onkruid of superfood?

Vogelmuur is met paarse dovenetel, kleine veldkers en straatgras een echte pioniersoort op ruderale terreinen. In een zachte winter groeit vogelmuur gewoon door en kan aan het eind van de winter grote lichtgroene plakkaten vormen van kleine frisse blaadjes en dunne stengels. Goed voor de grond en goed voor mens en dier, want eetbaar en geneeskrachtig. In het voorjaar is het een van de eerste smakelijke planten waar we van kunnen genieten. Door hun milde smaak en delicate bladeren zijn ze een goed ingrediënt in talloze gerechten. Tegelijkertijd is vogelmuur een echte krachtpatser voor onze gezondheid dankzij het gehalte aan inhoudsstoffen!

Vogelmuur ( Stellaria media ) behoort tot de anjerfamilie ( Caryophyllaceae ). Hij komt vooral voor in Europa, Azië en Noord-Amerika langs bermen, in velden, in bossen en tuinen. Hij geeft de voorkeur aan voedselrijke grond en behoort tot de zogenaamde stikstofplanten.
De geslachtsnaam Stellaria (Latijn voor asterisk, ster ) is afgeleid van de vorm van de witte bloemblaadjes. 
Vogelmuur wordt ook beschouwd als een weerindicator, de bloemen gaan pas 's morgens open als er die dag mooi weer wordt verwacht [2].

De buitengewone vitaliteit van deze plant komt ook tot uiting in zijn agressieve, zeg maar assertieve groei, hij wortelt overal waar de stengelknopen de grond raken. Tuinders beschouwen het daarom als een bijzonder hardnekkig onkruid dat bovendien resistent is tegen veel herbicide. Hoewel hij de neiging heeft de gezaaide gewassen te overgroeien, kan hij vanwege zijn korte wortels ook gemakkelijk worden uitgetrokken. Maar ook in de tuin kan het nuttig zijn omdat het de grond vochtig houdt, wat vooral bonen en tomaten waarderen.

Effecten van vogelmuur
Vóór de middeleeuwen werd vogelmuur niet als medicinale plant gebruikt. In de Middeleeuwen werden ze vooral gebruikt voor huidziekten en om wonden te behandelen. Tegenwoordig wordt dit kruid onderzocht op de volgende mogelijke toepassingen (zie literatuur):
  • ontstekingsremmend
  • anti-oxidant
  • antimicrobieel
  • wondgenezend
  • verlaagt de bloedsuikerspiegel en het teveel aan bloedvetten
  • stimulerend op de stofwisseling
  • lever beschermend
  • vermindert angst
In de volksgeneeskunde worden de bladeren van vogelmuur gebruikt voor allerlei soorten ontstekingen, tegen reuma, virale en bacteriële infecties, bij de behandeling van luchtwegaandoeningen en uitwendig om jeuk te behandelen en als verkoelend kompres. Het wordt ook traditioneel gebruikt voor ziekten van de nieren, lever, hart en longen, evenals voor neurologische indicaties.  Vogelmuur! Het lijkt wel een wonderplant.

Wat zit er in vogelmuur? Inhoudsstoffen.
  • Saponinen / zeepstoffen
  • slijmstoffen
  • Anthrachinonen
  • Flavonoïden (bijvoorbeeld rutine) en carotenoïden
  • Fytosterolen
  • Vitaminen: A, B 1 , B 2 , B 3 , C en E
  • talrijke mineralen zoals calcium, kalium, silica, magnesium, ijzer en zink
  • talrijke aminozuren [4]
Medicinaal gebruik van vogelmuur
Therapeutisch wordt gebruik gemaakt van het vogelmuurkruid ( Stellariae mediae herba ) of de bladeren ( Stellariae mediae folia) .

Vogelmuur als thee of nog beter als smoothie
Voor inwendig gebruik kan een thee worden bereid: giet 250 ml kokend water over 2 theelepels vogelmuur en laat dit 10 minuten trekken. Een kopje hiervan kan meerdere keren per dag worden gedronken.
De thee kan vooral ook uitwendig gebruikt worden voor kompressen. Bij huidproblemen zoals geïrriteerde en ontstoken huid, jeuk of insectenbeten wordt vogelmuur vaak gecombineerd met gelijke delen smalle weegbree. 

Recept voor zalf voor vogelmuur
Het gebruik van een zalf met vogelmuur kan geschikt zijn als begeleidende behandeling bij huidproblemen zoals psoriasis, eczeem, puistjes en jeuk.

Ingrediënten
  • 1 handvol verse vogelmuur
  • 250 ml olijf- of amandelolie
  • 20 gram bijenwaskorrels
  • 50 g sheaboter of cacaoboter
Was de vogelmuur, dep hem droog, snij hem in kleine stukjes, doe hem in een afsluitbare bokaal en giet de olie erover. Sluit de container en laat deze 1-2 weken in het donker bij kamertemperatuur staan, waarbij u dagelijks schudt. Zeef vervolgens de olie en giet deze in een glas. Verhit het potje olie in een pan met water. Voeg de bijenwaspellets en de shea- of cacaoboter toe en roer tot de was en boter zijn gesmolten. Vul het vervolgens in zalfpotjes.  Als je geen fan bent van zalven, kun je het koude olie-extract ook direct gebruiken. Nog eenvoudiger ook. Ook het gemixt groen kan uitwendig alsa kompres gebruikt worden.

Vogelmuur in de keuken
Vogelmuur kun je uitstekend gebruiken als soepkruid of als malse groente. Ik heb ze leren kennen en waarderen als een uitstekend verteerbare groente die goed verwerkt kan worden in salades, pesto’s, groentemixen of soepen. De smaak is mild en doet denken aan jonge spinazie. Vanwege de mogelijk irriterende saponinen wordt soms aangeraden om er geen grote hoeveelheden van te eten. Maar er is niets mis met een handjevol in een salade, soep of pesto.
Het vers geperste sap van vogelmuur is vanwege de mineralenrijkdom van de plant uitstekend geschikt voor een behandeling (3 maal daags 1 eetlepel gedurende 4-6 weken). Vooral in het voorjaar zijn er ook tal van andere kruiden die prachtig gecombineerd kunnen worden met vogelmuur. 

Mijn recept voor een pesto van vogelmuur
Ingrediënten
  • 2 handjes vogelmuur (fris uitziende, bovengrondse delen)
  • 1 handvol brandnetelblaadjes en jonge, smalle weegbreeblaadjes
  • knoflook naar smaak, peper en zout
  • olijfolie
Hak de kruiden en de look fijn of doe ze direct in een blender. Voeg ca. 100 ml olijfolie toe en breng op smaak met peper en zout. Giet het in gesteriliseerde potjes en doe er een klein laagje olijfolie bovenop.
Als je hygiënisch hebt gewerkt, is de pesto buiten de koelkast, mits donker bewaard, minimaal een half jaar houdbaar. Pas op voor schimmelvorming! Je kunt de pesto verfijnen met Parmezaanse kaas, pijnboompitten of soortgelijke noten, waardoor het een sterker aroma krijgt. Maar let wel, dit verkort de houdbaarheid enigszins!

Recept voor een salade met vogelmuur
Ingrediënten
  • 3 handjes vogelmuur
  • 1 handvol paardenbloembladeren en rucolablaadjes
  • een paar blaadjes hondsdraf of wat dovenetelkruid voor extra aroma
  • een paar paardenbloem- en madeliefjesbloemen voor het oog als eetbare decoratie
Hak de kruiden grof, breng op smaak met appelciderazijn en olijfolie, zout en peper. Strooi de bloemen over de salade. Ik voeg graag feta en een paar cocktailtomaatjes toe aan de salade.
Als je geen regelmatige eter bent van wilde salades, raad ik aan om de hoeveelheid wilde kruiden in de salade langzaam te verhogen. Omdat het gebruik van wilde planten je stofwisseling en spijsvertering op gang kunnen brengen! 

Conclusie
Belangrijke biologisch actieve verbindingen zoals flavonoïden, saponinen, flavonoïden aglycon, tanninen, alkaloïden, fenolische verbindingen, fenolische zuren, triterpenoïden en antrachinon zijn aanwezig in vogelmuur. Vogelmuur is bovendien rijk aan eiwitten en 16 essentiële aminozuren. Ook bevat het mineralen zoals calcium, ijzer, kalium, zink en vitaminen. Verschillende ruwe extracten, zuivere verbindingen en formuleringen vertoonden therapeutische werkzaamheid zoals anti-obesitas, anti-diabetisch, ontstekingsremmend, antischimmel, anti-oxidant, maagkrampen en huidinfectie. 

Literatuur
Madaus G. Lehrbuch der biologischen Heilmitte; Abt. 1: Heilpflanzen; Bd. 1. Leipzig: Thieme; 1938. 2609 ff. Im Internet: Lehrbuch der biologischen Heilmittel / von Gerhard Madaus ; Abt. 1: Heilpflanzen; Bd. 1 (tu-braunschweig.de) am 12.02.2024
Oladeji OS, Oyebamiji AK. Stellaria media (L.) Vill.- A plant with immense therapeutic potentials: phytochemistry and pharmacology. Heliyon 6; 2020: e04150  Pharmacological assessments of different parts of S. media authenticated its anti-inflammatory, antioxidant, antimicrobial, anti-obesity, antidiabetic, anxiolytic and antileishmanial activities. The pronounced pharmacological activities of S. media could be linked to the ethnopharmacological beliefs.
Singh R et al. Stellaria media Linn.: A comprehensive review highlights the nutritional, phytochemistry, and pharmacological activities. Journal of Herbmed Pharmacology 2022; 11(3): 330-338  The findings revealed the presence of protein, vitamins, minerals, and secondary metabolites such as flavonoids, phenolic compounds, saponins, alkaloids, pentasaccharides, phlobatannins, and sitosterol. Extract and compounds displayed various pharmacological activities such as anti-inflammatory, anti-fungal, anti-bacterial, anti-obesity, anti-diabetic, anti-oxidant, anti-anxiety, antileishmanial, and anti-hepatitis.




woensdag, februari 14, 2024

Ook akkerkool eetbaar in februari.

De akkerkool is een van de meest voorkomende akkeronkruiden en is al sinds het Neolithicum onze ​​culturele metgezel. Akkerkool vind je vooral in open, voedselrijke gebieden, zoals velden, tuinen en braakliggende gronden.
Het speelde een belangrijke rol in het dieet van onze voorouders,  een gebruik dat helaas in de vergetelheid is geraakt.

Onkruid en arme mensenvoedsel
De gewone akkerkool (Lapsana communis) was in het Neolithicum al een van de meest voorkomende onkruiden op landbouwgronden. Verkoolde overblijfselen akkerkool in neolithische nederzettingen laten zien dat deze toen vaak werd gegeten. Er zijn ook aanwijzingen voor het gebruik ervan als voedselplant uit de Romeinse tijd.
In het oude Rome bestond het gezegde ‘Lapsana vivere’, wat ‘leven op akkerkool’ betekent. Het gezegde had echter een negatieve betekenis omdat het werd gebruikt voor de lagere klasse die op het platteland woonde (plebs Rustica) en niet veel te eten hadden. De akkerkool lijkt een voedsel voor de armen te zijn geweest of een noodvoedsel in tijden van honger. Het oude gebruik ervan als groente is echter grotendeels vergeten. 

Vroeger als voedsel in gebruik
De akkerkool is een winterannuel. Dit betekent dat de zaden in de herfst ontkiemen, als rozet overwinteren om de volgende zomer te bloeien en vervolgens weer af te sterven. Als wilde groente worden alleen de jonge bladeren van de rozet geoogst voordat de bloemscheut zich ontwikkelt. Ze zijn rijk aan mineralen en vitamines. De jonge bladeren zijn het meest geschikt tussen begin februari en eind april. De delicate rozetblaadjes smaken als een salade met een aangename bittere toon, vergelijkbaar met witlof. De jonge bladeren zijn niet alleen een heerlijk ingrediënt in een salade. Ook zijn ze ideaal als groente, in soepen, bij eiergerechten of als spinazie-achtige vulling in dumplings of als topping voor een quiche. Als je niet van de subtiele bitterheid houdt, kun je de bladeren voor gebruik 10 minuten in lauw water leggen.

Alleen de jonge voorjaarsbladeren zijn geschikt voor culinair gebruik, omdat de bitterheid en zuurheid van de bladeren toeneemt naarmate de bloei nadert. Met name de stengelbladeren zijn dan niet meer eetbaar en ook de bladstructuur wordt taai en vezelig.

De bloemknoppen die vanaf juni verschijnen zijn dan weer geschikt voor consumptie, bijvoorbeeld door ze te stoven in boter. De gele straalbloemen zijn ook geschikt als eetbare decoratie. Je kunt ze eraf plukken en eenvoudig over salades en desserts strooien. De lintbloemen moet je 's ochtends  oogsten, omdat 's middags de kleine bloemen sluiten tot de volgende ochtend. [1][2]

Zelden gebruikt als medicinale plant
Je zult tevergeefs naar akkerkool zoeken in farmacopeeën en wetenschappelijke monografieën. Zelfs in de volksgeneeskunde van onze voorouders speelde het geen grote rol. Zowel in de oudheid als in de middeleeuwen zijn er zeer weinig tradities te vinden. In ieder geval werd akkerkool gebruikt door de geplette bladeren extern op ontstoken delen van de huid en op zweren te plaatsen. Er werd ook gezegd dat het een bijzondere werking had op ontstoken borsten tijdens het geven van borstvoeding, daar verwijst ook de Engelse plantennaam ‘nipplewort’ en de Franse naam 'Herbe-aux-mamelles' naar. Deze toepassing werd al genoemd door de Neurenbergse arts Joachim Camerarius (1534–1598). De bladeren werden in reuzel gekookt om een ​​zalf te maken. In de volksgeneeskunde werden ook gebarsten handen, brandwonden en kleine wonden behandeld met akkerkoolzalf. In de volksgeneeskunde werd de licht diuretische plant ook gebruikt voor spoeltherapie bij urineweginfecties. inwendig gebruikt tegen constipatie omdat het een mild laxerend effect zou hebben. Dit wordt ook aangegeven door de officiele naam Lapsana, die uit het Oudgrieks komt en zoiets betekent als ‘leegmaken’. 

Inhoudsstoffen en mogelijk gebruik
De secundaire plantaardige stoffen die tot nu toe in de bladeren zijn ontdekt, zoals flavonoïden, chlorogeenzuur, cichoreizuur en cafeïnezuurderivaten, zouden zowel een antioxiderende werking (radicalenvangers!) als een versterkend effect op het immuunsysteem kunnen hebben. Er zitten ook veel sesquiterpeen-bitterstoffen in akkerkool, die de eetlust stimuleren, de galstroom bevorderen en ons organisme versterken. [3][4]

Literatuur
[1] Beiser R. Wilde kruiden. Stuttgart: Trias; 2017
[2] Beiser R. Onze eetbare wilde planten. Stuttgart: Kosmos; 2022
[3] Fontanel D, Debouzy JC. Sesquiterpeenlactonglycosiden van Lapsana communis L. ssp. Communis. Fytochemie 1999; 51:999-1004. DOI: 10.1016/s0031-9422(98)00718-3
[4] Fontanel D, Galtier C, Viel C et al. Caffeoylkinine- en wijnsteenzuren en flavonoïden van Lapsana communis L. ondersoort communis (Asteraceae). Tijdschrift voor Natuuronderzoek C. 2014; 53:1090-1092. DOI: 1090-1092. 10.1515/znc-1998-11-1224

woensdag, februari 07, 2024

Leverkuur. Voorjaarskuur.

mariadistelvruchten
De lever is het centrale stofwisselings- en ontgiftingsorgaan.  Om deze vitale taken volledig te kunnen uitvoeren, is het zinvol om enerzijds de levercellen te beschermen tegen giftige stoffen en anderzijds hun functies en hun regeneratieve kracht te ondersteunen.  

De geneeskrachtige planten die hiervoor worden gebruikt, worden ‘hepatoprotectiva’ genoemd.  Onder de hepatoprotectiva is de belangrijkste leverplant de mariadistel, gevolgd door de artisjok en Javaanse kurkuma of geelwortel, verder is ook paardenbloem een goede leverplant.  Deze geneeskrachtige planten kunnen worden gebruikt om de lever te versterken en te beschermen, ook als de lever het bijzonder moeilijk heeft om te ontgiften, bijvoorbeeld na het gebruik van medicijnen die door de lever worden gemetaboliseerd of na chemotherapie.  Voor zowel versteviging als ondersteuning wordt aanbevolen om het als kuur minimaal 3 maanden te gebruiken.  Afhankelijk van de medicinale plant zijn theepreparaten of tincturen geschikt, maar kant-en-klare preparaten zijn uiteraard ook te gebruiken.  Mariadistelvruchten lossen slecht op in water. het actieve ingrediënt silymarine vereist een hoog ethanolgehalte (70-96% v/v).  De leveractiviteit kan verder ook extern ondersteund worden met duizendbladkompressen.  

Recepten voor beschermen en ondersteunen van de lever

Leverthee 
  • Artisjokbladeren 20 g 
  • Duizendbladkruid 20 g 
  • Paardenbloemwortel 10 g 
Overgiet 1 eetlepel van het kruidenmengsel met 150 ml heet water, dek af, laat 10 minuten trekken en zeef.  Drink 3 keer per dag 1 kopje.  

Leverbehandeling met tincturen van mariadistelvruchten 
  • Mariadistelvruchten (zaden) 10 g 
  • ethanol 96% v/v 50 ml 
Plaats de gemalen of goed gemalen mariadistelvruchten in een extractievat.  Giet er 50 ml ethanol over en sluit af.  Laat de tinctuur gedurende 3 weken op een warme plaats trekken, dagelijks roeren, daarna zeven en in een bruin druppelflesje gieten.  

Tinctuur van artisjokbladeren 
  • Artisjokbladeren 5 g 
  • Ethanol 30–40% v/v 50 ml 
Doe de gehakte of gemalen artisjokbladeren in een extractievat. Vul met 50 ml ethanol 30-40% v/v en sluit.  Laat de tinctuur gedurende 3 weken op een warme plaats trekken, dagelijks roeren, daarna zeven en in een bruin druppelflesje gieten.  
Neem 's morgens,' s middags en 's avonds 20 druppels artisjokkentinctuur.  Dit ondersteunt de lever bij de spijsverteringsprocessen en versterkt de stofwisselings- en ontgiftingsfunctie.  
Neem 20 druppels mariadisteltinctuur voordat u naar bed gaat om de nachtelijke regeneratiefase van de lever te ondersteunen.  Tip: Deze behandeling helpt ook bij verhoogde cholesterol- en bloedvetwaarden.  

Vochtig warme leverpakking met duizendblad 
  • 6 eetlepels duizendbladkruid, indien nodig duizendbladtinctuur 
  • 1000 ml heet water 
  • katoenen doek 
  • wikkelset bestaande uit 3 doeken: binnendoek, tussendoek en wollen doek 
  • heetwaterkruik 
Giet heet water over duizendbladkruid en laat afgedekt even trekken Na 10 minuten kan de werking van de duizendbladthee worden versterkt met 1 - 2 eetlepels duizendbladtinctuur.  Zeef de infusie in een kom en plaats deze in de katoenen doek tot deze doorweekt is.  Wring hem vervolgens zo goed mogelijk uit (zo blijft de warmte langer behouden) en controleer voor het aantrekken de temperatuur om brandwonden te voorkomen.  
Plaats de katoenen doek op het levergebied (rechter bovenbuik), plaats een tussendoek ter bescherming tegen vocht en zet alles vast met een wollen doek.  Plaats indien nodig een extra warmwaterkruik op de wikkeldoeken, zodat de doek langer warm blijft.  Rust met de leververpakking zo lang als je het prettig vindt, maar minimaal 20 minuten. Na het verwijderen van de leververpakking wordt rust aanbevolen.  Het duizendbladkompres stimuleert de leveractiviteit bij een slechte spijsvertering en wordt gebruikt voor intensievere ontgifting, b.v. tijdens het vasten.

dinsdag, februari 06, 2024

Hondsdraf, effectieve medicinale plant uit de volksgeneeskunde?

Ook in februari zijn de kruipende hondsdrafblaadjes langs bosranden al volop geurig aanwezig. Alleen tijdens de bloeiperiode gaat de kruipende plant rechtop staan, wat de bestuiving voor insecten vergemakkelijkt. De blauwviolette bloemen verschijnen vanaf eind maart tot half mei in de bladoksels van de bovenste bladparen. Talrijke soorten wilde bijen en vlinders houden van het stuifmeel en de nectar. 

Hondsdraf speelt geen grote rol in de hedendaagse rationele fytotherapie. Vanuit de volksgeneeskunde zijn er slechts enkele toepassingen overgeleverd. Er zijn wel aanwijzingen dat het in de Germaanse tijd een belangrijke geneeskrachtige plant was. Hondsdraf was in de Middeleeuwen vooral populair als specerij en medicinaal. 

Hondsdraf in vroegere tijden, goed tegen wonden en nog veel meer.

Hondsdraf werd zeer gewaardeerd door de Germaanse volkeren en ook in de Middeleeuwen was de plant populair. De vreemde Duitse naam Gundermann vindt zijn oorsprong in het Oudhoogduits, waarin gund gevecht betekende en gunt pus of wondwater. Omdat we weten dat Gundermann ooit een belangrijke plant was in de wondverzorging, is dit logisch: tijdens gevechten ontstaan ​​wonden, maar ook na een infectie kunnen deze gaan etteren. De Gundermann was een van de zogenaamde Gundkräuter. Deze werden gebruikt om slecht genezende wonden en zweren te behandelen. Om dit te doen, nam je het geperste sap of vers gemalen bladeren. Men geloofde dat een wond bijzonder goed zou genezen als er 77 bladeren van de hondsdraf op zouden worden geplaatst. Met behulp van getallenmagie wilden mensen de genezende kracht van de plant vergroten.

Hondsdraf werd vroeger ook veel gebruik tegen zogenaamde 'mondrot'. Dat was een ontsteking van het mondslijmvlies. In het Duitse Pfalz werden 3 verse bladeren in water gedompeld en vervolgens in de mond gekauwd. Dit gebruik van de 'hondsdrafwijnstok' werd ook opgenomen in een vrome christelijke legende, waarin Jezus tegen Petrus, die aan mondrot leed, zei: “Petrus, neem drie wijnranken en laat ze in je mond drijven, dan zal je mond genezen!’

In de vroege middeleeuwen werd hondsdraf zowat als een wondermiddel beschouwd. Hildegard van Bingen (1098–1179) prees het als longgeneesmiddel. Leonhart Fuchs (1501–1566) beschreef het als diuretisch en ontgiftend. In die tijd dronken alle beroepsgroepen die met het zware metaal lood te maken hadden (wapensmeden, schilders, loodglazenmakers)  hondsdraf-thee. Tabernaemontanus (1522–1590) raadde het aan tegen hoofdpijn en als hoestkruid en levermiddel. Ook Dodonaeus (16de eeuw) beschrijft het medisch gebruik van hondsdraf o.a tegen oorsuizen ' Dit self cruyt ghewreven ende in die ooren ghesteken/ beneempt dat tuyten ende gheneest dat qualick hooren. In de Middeleeuwen werd hondsdraf zelden gekookt in water, maar vaak in wijn of melk getrokken. Waarschijnlijk een zeer oude Germaanse traditie.

In de volksgeneeskunde wordt hondsdraf, naast zijn wondgenezende eigenschappen, als bijzonder nuttig beschouwd bij verlies van eetlust, hoesten, diarree, maag-darmproblemen en bij blaas- en nierstenen. Er zijn wel geen officiele monografieën van ESCOP, Commissie E of HMPC.

Recent onderzoek en studies geven aan dat veel toepassingen uit volksgeneeskunde waardevol kunnen zijn.[1][2][3]. De ontstekingsremmende en sterke antioxiderende eigenschappen van hondsdraf-extracten zijn nu bewezen [1][2][3]. Er zijn ook antibacteriële en leverbeschermende effecten aangetoond. [1][2] Verder zijn ook cytotoxische eigenschappen bij verschillende soorten kanker aangetoond, maar tot nu toe alleen in laboratorium-omstandigheden (in vitro). 

Belangrijke inhoudsstoffen van hondsdraf

  • Fenolzuren (bijv. rozemarijnzuur, cafeïnezuur, chlorogeenzuur)
  • Etherische olie (met pinocamfoon, menthon, pulegone, menthol)
  • Tannines (tannines), looistoffen
  • Sesquiterpenen (bijv. glechomafuran)
  • Bitterstoffen (Glechomin)
  • Flavonoïden (bijv isoquercitine, rutine, hyperoside)
  • Triterpeenzuren (bijv. oleanolzuur, ursolinezuur)
  • Fytosterolen (bèta-sitosterol)
  • Alkaloïden (hederacine)

Hondsdraf als wild voedsel.

Hondsdraf heeft een lange traditie als smaakmaker. Oude namen als soldatenpeterselie of soepkruid verwijzen hiernaar. Het kruid maakte deel uit van de traditionele Witte Donderdag-soep. Het eten ervan zou je het hele jaar door tegen ziekten beschermen. De soep dateert waarschijnlijk oorspronkelijk uit de voorchristelijke tijd. In deze soep werden 9 lentekruiden gebruikt. 

Roerei gekruid met hondsdraf was ook een van de paastradities. Bovendien was hondsdraf een populair bierkruid voor het werd vervangen door hop.

De jonge blaadjes aan de toppen van de scheuten kun je gebruiken als specerij voor salades, soepen, aardappelgerechten, kruidenboter en likeur. De jonge blaadjes hebben een sterk aroma, daarom moet je ze spaarzaam gebruiken. Oudere bladeren worden bitter en kunnen een onaangenaam scherpe nasmaak krijgen.

De beste oogsttijd om de bladeren, de scheutpunten als specerij te gebruiken is bij het begin van de bloei in maart-april. De bloemen smaken veel milder. Je kunt ze gebruiken als mooie voedseldecoratie, bijvoorbeeld in salades of kwarkgerechten.

Een hondsdrafthee gemaakt van het bloeiende kruid smaakt ook verrassend goed. Bij het klaarmaken met heet water verdwijnen de typisch bittere aroma’s. Er zijn geen allergieën voor hondsdraf bekend of bijwerkingen of interacties die kunnen optreden bij het drinken van de thee!

Recept. Hondsdraf-thee

Van het bloeiende kruid (april tot mei) wordt thee gemaakt. De bloeiende scheuten worden kort voordat er thee wordt gezet licht gedroogd en fijn gemaakt.

  • Hondsdraf (Glechomae hederaceae herba, syn.: Hederae terrestris herba)
  • Giet 200 ml heet water over 2 theelepels hondsdraf, dek af en laat 5 tot 10 minuten trekken (infusie) Experimenteer met de infuustijd, enkele minuten korter of langer trekken kan veel smaakverschil geven.

Literatuur. Wetenschappelijk onderzoek.

[1] Chou ST, Chan YR, Chung YC. Studies naar de antimutageniteit en antioxiderende activiteit van het heetwaterextract van Glechoma hederacea. Tijdschrift voor voedsel- en geneesmiddelenanalyse 2012; 20: 637-645.715. DOI:10.6227/jfda.2012200310
[2] Grabowska K, Amanowicz K, Paśko P et al. Optimalisatie van de extractieprocedure voor het fenolrijke Glechoma hederacea L.-kruid en evaluatie van het cytotoxische en antioxiderende potentieel ervan. Planten 2022; 11: 2217. https://doi.org/10.3390/plants11172217
[3] Šeremet D, Vojvodić Cebin A, Madura A et al. Een inzicht in de chemische samenstelling van hondsdraf (Glechoma hederacea L.) door middel van macrocomponentenanalyse en fractionering van fenolverbindingen. Kroatisch tijdschrift voor voedseltechnologie, biotechnologie en voeding 2020; 15:3-4
[4] Stern C, Ell-Beiser H. Fytotherapie. 1e editie Aarau en München: AT Verlag; 2022
[5] Beiser R. Vergeten geneeskrachtige planten. Aarau en München: AT Verlag; 2016

vrijdag, februari 02, 2024

Zwarte komijn

Sinds de oudheid wordt de zwarte komijn (Nigella sativa) en de koudgeperste olie, ook wel “Goud van de Farao’s” genoemd, als medicijn gebruikt. In de keuken van India en het Midden-Oosten worden de zaden op cakes en brood gestrooid of in kaas verwerkt om de gezondheid te behouden.

Zwarte komijn / Nigella sativa is een 1-jarig kruid uit de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Hij komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa en West-Azië en wordt daar ook verbouwd. De bloeitijd is van juni tot augustus. De rijpe zaaddozen bevatten talrijke ei- of wigvormige, diepzwarte zaden tot 3,5 mm lang, die aangenaam aromatisch ruiken, aanvankelijk licht bitter, later heet en kruidig, maar ook zoet en nootachtig [1].

Inhoudsstoffen
Zwarte komijnzaad bevat tot 2,5% essentiële olie met alles belangrijkste stoffen ρ-cymeen, thymoquinone en α-thujenen. Verder bevatten ze caroteen, fenolen, sterolen, alkaloïden, saponinen en vette olie met onverzadigde vetzuren en vitamine E, de sporenelementen zink, chroom, vanadium, mangaan en selenium, de elementen magnesium, calcium, kalium, natrium en barium, evenals vitamines B1, niacine, B6 en foliumzuur [1] [2].

Werking
Experimentele studies duiden op een sterke antioxiderende werking. Ontstekingsremmende / pijnstillende, antiproliferatieve (antikanker), orgaanbeschermende, antimicrobiële en antiparasitaire effecten zijn in detail beschreven. Bovendien werden in verschillende modellen immunomodulerende, spierverslappende, anti-diabetogene, anti-hypertensieve, anti-astmatische, prestatieverhogende, antidepressieve, anxiolytische, oestrogene en antipsoriatische effecten gevonden [2]. Veel van die onderzoeken zijn echter met geconcentreerde of geïsoleerde preparaten gedaan.

In onderzoeken verlaagde zwarte komijn de verhoogde nuchtere bloedsuikerspiegel en geglycosyleerd hemoglobine. De insulinerespons nam toe. De systolische en diastolische bloeddruk waren na 8 weken met ongeveer 3 mm Hg gedaald, en verhoogde concentraties van totaal- en LDL-cholesterol en triglyceriden in het serum waren ook afgenomen. Het HDL-cholesterol werd niet beïnvloed. Studies moeten echter de effecten op de stofwisseling nog bevestigen en onderzoeken of zwarte komijn het cardiovasculaire risico vermindert [2].

Studies bij patiënten met bronchiale astma, hooikoorts en atopisch eczeem wijzen op de anti-astmatische en anti-allergische effecten van zwarte komijn. De resultaten zijn ook veelbelovend voor patiënten met auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis en mogelijk vitiligo. Ook de onderzoekssituatie voor patiënten met artrose, kanker, kinderen met epileptische aanvallen en mensen die lijden aan SARS-CoV-2 is veelbelovend, maar nog niet voldoende onderzocht [2] [4].

Indicaties
voor oraal gebruik [4]:
  • Diabetes mellitus, hoge bloeddruk en hoge bloedlipiden
  • allergisch astma, hooikoorts en eczeem
  • Auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis en mogelijk vitiligo*
voor uitwendig gebruik [4]
  • Eczeem, neurodermitis, psoriasis
Dosering
De uitgevoerde klinische onderzoeken wijzen op een dagelijkse dosis van maximaal 3 gram zwarte komijnzaad of de olie ervan. In de handel verkrijgbare zwarte komijnpreparaten bevatten slechts een kleine hoeveelheid thymoquinon, de stof die de effectiviteit van Nigella bepaalt [2]. Een preparaat rijk aan actieve ingrediënten is echter een voorwaarde voor een succesvolle behandeling. Voor voedingssupplementen die zwarte komijn bevatten, moet daarom het thymoquinongehalte worden aangegeven en moet de dagelijkse dosis maximaal 30 mg bedragen [3].

Volkse bereidingen
  • wat vette olie in de neusholtes wrijven bij allergie en neusverkoudheid
  • Zaden in een klein zakje over mekaar wrijven om de etherische olie vrij te maken / opsnuiven
Bijwerkingen
In de uitgevoerde onderzoeken werd jeuk of misselijkheid slechts af en toe gemeld. Allergische huidreacties komen zelden voor na orale toediening of contact allergieën treden op bij lokaal gebruik [2].

Interacties zijn mogelijk. Bij proefpersonen remde zwarte komijn de afbraak van geneesmiddelen gemedieerd door cytochroom CYP2D6. De resultaten van in vitro- en dierproeven kunnen niet eenvoudig worden overgedragen op mensen en moeten voor elke stof worden getest in farmacologische onderzoeken bij mensen [2].

Toxiciteit
Zwarte komijnzaden en de olie die daarvan wordt gemaakt, worden algemeen als veilig (GRAS) erkend door de Amerikaanse Food and Drug Administration (USFDA),

Een onlangs gepubliceerd onderzoek naar de acute en subchronische toxiciteit van zwarte komijnolie met 5% thymoquinone toonde aan dat het “No Observed Adverse Effect Level” (NOAEL) bij ratten 5 mg/kg lichaamsgewicht bedroeg. Dit komt overeen met een dagelijkse dosis van minder dan 50 mg/dag thymoquinone voor volwassenen [3].

Conclusie

Sinds de oudheid worden zwarte komijnzaden en hun olie gebruikt om de gezondheid te behouden en verschillende ziekten te behandelen. Nieuwe onderzoeksresultaten wijzen op het rationele gebruik ervan bij diabetes mellitus, hoge bloeddruk en stoornissen van de vetstofwisseling, allergisch astma, hooikoorts en eczeem, evenals bij sommige auto-immuunziekten.

Literatuur

[1] Blaschek W, Hilgenfeldt U, Holzgrabe U et al. HagerROM 2016. Hager's encyclopedie van medicijnen en medicijnen. Berlijn/Heidelberg: Springer; 2016
[2] Chrubasik-Hausmann S. Zwarte komijn. Op het internet. https://www.uniklinik-freiburg.de/fileadmin/mediapool/08_institute/rechtsmedizin/pdf/Addenda/Schwarzk%C3%BCmmel.pdf Vanaf: 2 februari 2023
[3] Khaikin E, Chrubasik-Hausmann S, Kaya S et al. Screening van het thymoquinongehalte in commerciële Nigella sativa-producten om een ​​veilige en wekzame dosering te vinden. Voedingsstoffen 2022; 14:3501
[4] Vlachojannis J, Chrubasik-Hausmann S. Met zwarte komijn tegen SARS-CoV-2. Zschr Fytotherapie 2023; 44:1-4

*Bij vitiligo krijg je witte vlekken op je huid (vlekken zonder pigment).