La motte féodale "Castel ar Valy" . Een verweerd en bemost bord. Ik fiets er regelmatig langs op weg naar Huelgoat. Een heuvel op de samenvloeiing van Aulne en rivière d'Argent. Defense d'entrée, staat er vermeld, wel wat vreemd, want er lijkt niets te zijn om in te treden. Een bult met bos.
Vandaag een wat herfstige dag, te veel binnen gezeten, in de late namiddag krijg ik het op mijn heupen en beslis dan maar om even dat mottekasteel te veroveren. Ik kan wel stoer doen, want er zijn geen ridders of rovers meer in de buurt, alleen in de verte knallen wat jachtgeweren.
Niet gevaarlijk maar wel geheimzinnig, veel clair obscuur licht, gefilterd door eiken en door langzaam bruin verkleurende adelaarsvarens.
Dat hier een middeleeuws mottekasteel gestaan heeft, moet je wel weten, maar toch wel vreemd al die geulen en begroeide aarden wallen die hier 900 jaar geleden aangelegd geweest zijn en er nog steeds staan.
Située le long de l'ancienne voie ferrée Carhaix-Morlaix, la motte (ancêtre du château-fort), lieu important de l'économie médiévale, est la plupart du temps placée le long des voix de communications de l'époque, en l'occurrence, à proximité de la rivière d'argent. Bâtie au début du XIè siècle, elle fît office de forteresse dans la période du XIè au XIIè siècle, elle est ensuite devenue la fortification du baron Kéraliou de Loscoat qui régnait sur un domaine de 346 ha. Artificiellement construite avec une basse cour qui servait de refuge à la population en cas de troubles, était couronnée d'un donjon de bois. Le fossé qui l'entourait assurait une défense supplémentaire. En de fossé is echt nog duidelijk zichtbaar.
Een mottekasteel! Ja, de naam wordt blijkbaar ook in het Nederlands gebruikt. De meest voorkomende vorm bestond uit twee gedeelten, een hoofdburcht en een of meer voorburchten. Ze waren gebouwd op kunstmatige heuvels die meestal waren omgeven door een gracht en een houten omwalling die later vaak werd vervangen door een stenen muur. Op de hoogste motteheuvel (de opperhof) werd een donjon, een kasteel, een burcht of een ander verdedigingswerk aangelegd. De motteheuvel met zijn toren vertegenwoordigde het residentiële en militaire karakter van de plaats. Verder bestond het mottekasteel uit een of meer lager gelegen voorburchten (de neerhof). Hier stonden de nutsgebouwen met soms een kapel of het eigenlijke woonhuis van de heer in het geval dat de donjon enkel als noodverblijf werd gebruikt. De neerhof vertegenwoordigde dan het dagelijkse leven.
Op een herfstige dag in september dwalen door de resten van la motte féodale. Adelaarsvarens, bemoste eiken, zacht licht en fluisterend geluid in de verte. Bretagne op zijn best.
zondag, september 15, 2013
zaterdag, september 14, 2013
Een nieuwe border
Veel gras, gazon zou je het kunnen noemen, hebben we wel in onze tuin. Gazon is anders bijna een scheldwoord voor mij. GA_ZON! Gelukkig is het mooi golvend en afgewisseld met echt gras dat mag bloeien, een soort weiland en dat bevalt me eigenlijk wel. Maar toch willen we meer vaste en geneeskrachtige planten in de tuin en dus heb ik een stuk gras omgespit om een nieuwe border te maken. Spitten is niet direct mijn idee van tuingenot, maar dit keer heiligt het doel de middelen. Het wordt een vrij grote golvende border in de vorm van een nier. Nierkruiden zouden hier dus wel op hun plaats zijn. Misschien een idee om een medicinale tuin aan te leggen. In de vorm van menselijke organen.
Onze nieuwe nierborder zal wel meer soorten planten bevatten. Grote, stevige planten, kleurrijk maar dan wel in harmonie en in eerste instantie toch ook veel planten die we al in voorraad hebben. Zoals Acanthus, een stevige statige vaste plant, mooi in contrast met hoog en ijl opgaande aarereprijs bijvoorbeeld. Wat hebben we nog meer in voorraad: hartgespan, kattekruid, wede, balsemwormkruid, rode zonnehoed en bergamotplant....En nu nog aanplanten, dat is dan mijn grootste genot.
Onze nieuwe nierborder zal wel meer soorten planten bevatten. Grote, stevige planten, kleurrijk maar dan wel in harmonie en in eerste instantie toch ook veel planten die we al in voorraad hebben. Zoals Acanthus, een stevige statige vaste plant, mooi in contrast met hoog en ijl opgaande aarereprijs bijvoorbeeld. Wat hebben we nog meer in voorraad: hartgespan, kattekruid, wede, balsemwormkruid, rode zonnehoed en bergamotplant....En nu nog aanplanten, dat is dan mijn grootste genot.
woensdag, september 11, 2013
Duivelsbeet langs de weg
Ik was er al enkele keren met de auto langs gereden. Een grote groep van blauw bloeiende planten tussen het gras.
Vandaag met de fiets richting Huelgoat, bergop, dus heel wat trager dan met de auto en dus de gelegenheid om te stoppen bij die wiegende planten en ja het was wel degelijk Blauwe knoop
De Nederlandse benaming verwijst naar de blauwe kleur van de bloemen en het bolvormige bloemhoofdje dat doet denken aan een ouderwetse knoop. Het vreemd afgebroken uiteinde van de wortelstok heeft haar de naam van Duivelsbeet bezorgd. Deze benaming was reeds in de middeleeuwen bekend. Ook de Latijnse naam was vroeger Morsus Diaboli. De naam schurftkruid kreeg de plant omdat zij gebruikt werd tegen de deze huidziekte. Ook haar vroegere Latijnse naam wijst daar nog op, Scabiósa succísa. Scabiosa betekent schurft, scabies.
In een Farmacopee uit 1747 werd de plant nog aanbevolen tegen ontsteking van de keel, bij hoest, kinderpokken en mazelen en verder: ‘Uitwendig geneest het de Schurft en alle Huits-gebreken, als ook de pyn der aambyen.’
Ook Dodoens, hoe kan het anders, doet zijn zegje: Dit cruyt wordt gheheeten in die Apoteke Morsus Diaboli/ in Hoochduytsch Teuffels abbisz/ in onser talen Duyvels beet/ in Franchois Mors de diable. Van sommigen nu ter tijt in Latijn Succisa/ ende anders gheene namen en sijn noch ter tijt bekent.
Duyvels beet met den wortelen in wijn ghesoden ende ghedroncken es goet tot alle sieckten ende ghebreken daer Scabiose goet toe es/ ende voor die pestilentie.
Duyvels beet oock in wijn als voor ghesoden verdeylt ende doet sceyden dat bloet dat in tlichaem van stooten vallen etc. gheronnen es.
Duyvels beet gruen met den bloemen en wortelen ghestooten maeckt rijp ende gheneest die pestilentiale clieren en apostumatien daer op gheleyt.
Die wortelen in wijn ghesoden ende ghedroncken sijn goet tseghen die pijne ende weedom der moedere/ ende tseghen alderhande fenijn.
Duivelsbeet dus, toch wel een mooie naam, die we maar weer opnieuw moeten invoeren.
Hedendaags wetenschappelijk onderzoek vinden we nauwelijks. In de Pfaff database staat 'The herb is anthelmintic, demulcent, depurative, slightly diaphoretic, diuretic, emmenagogue, mildly expectorant, febrifuge and stomachic. It makes a useful tea for the treatment of coughs, fevers and internal inflammations and is also a popular application externally to eczema and other cutaneous eruptions. A tincture of the plant is a gentle but reliable treatment for bruises, aiding quick re-absorption of the blood pigment. The whole herb is collected in early autumn and dried for later use. Good results have been achieved by using a distilled water from the plant as an eye lotion to treat conjunctivitis'.
Toch een interessante plant, er valt nog veel over te vertellen. Maar nu fiets ik verder, de dolende fietser in het mythisch bos van King Arthur, Lancelot en niet te vergeten Queen Guinevere.
Vandaag met de fiets richting Huelgoat, bergop, dus heel wat trager dan met de auto en dus de gelegenheid om te stoppen bij die wiegende planten en ja het was wel degelijk Blauwe knoop
De Nederlandse benaming verwijst naar de blauwe kleur van de bloemen en het bolvormige bloemhoofdje dat doet denken aan een ouderwetse knoop. Het vreemd afgebroken uiteinde van de wortelstok heeft haar de naam van Duivelsbeet bezorgd. Deze benaming was reeds in de middeleeuwen bekend. Ook de Latijnse naam was vroeger Morsus Diaboli. De naam schurftkruid kreeg de plant omdat zij gebruikt werd tegen de deze huidziekte. Ook haar vroegere Latijnse naam wijst daar nog op, Scabiósa succísa. Scabiosa betekent schurft, scabies.
In een Farmacopee uit 1747 werd de plant nog aanbevolen tegen ontsteking van de keel, bij hoest, kinderpokken en mazelen en verder: ‘Uitwendig geneest het de Schurft en alle Huits-gebreken, als ook de pyn der aambyen.’
Ook Dodoens, hoe kan het anders, doet zijn zegje: Dit cruyt wordt gheheeten in die Apoteke Morsus Diaboli/ in Hoochduytsch Teuffels abbisz/ in onser talen Duyvels beet/ in Franchois Mors de diable. Van sommigen nu ter tijt in Latijn Succisa/ ende anders gheene namen en sijn noch ter tijt bekent.
Duyvels beet met den wortelen in wijn ghesoden ende ghedroncken es goet tot alle sieckten ende ghebreken daer Scabiose goet toe es/ ende voor die pestilentie.
Duyvels beet oock in wijn als voor ghesoden verdeylt ende doet sceyden dat bloet dat in tlichaem van stooten vallen etc. gheronnen es.
Duyvels beet gruen met den bloemen en wortelen ghestooten maeckt rijp ende gheneest die pestilentiale clieren en apostumatien daer op gheleyt.
Die wortelen in wijn ghesoden ende ghedroncken sijn goet tseghen die pijne ende weedom der moedere/ ende tseghen alderhande fenijn.
Duivelsbeet dus, toch wel een mooie naam, die we maar weer opnieuw moeten invoeren.
Hedendaags wetenschappelijk onderzoek vinden we nauwelijks. In de Pfaff database staat 'The herb is anthelmintic, demulcent, depurative, slightly diaphoretic, diuretic, emmenagogue, mildly expectorant, febrifuge and stomachic. It makes a useful tea for the treatment of coughs, fevers and internal inflammations and is also a popular application externally to eczema and other cutaneous eruptions. A tincture of the plant is a gentle but reliable treatment for bruises, aiding quick re-absorption of the blood pigment. The whole herb is collected in early autumn and dried for later use. Good results have been achieved by using a distilled water from the plant as an eye lotion to treat conjunctivitis'.
Toch een interessante plant, er valt nog veel over te vertellen. Maar nu fiets ik verder, de dolende fietser in het mythisch bos van King Arthur, Lancelot en niet te vergeten Queen Guinevere.
maandag, september 09, 2013
Ochtend aan de Aulne
Na vele dagen warm en zonnig weer, nu een nachtje regen. De hele natuur fris gewassen, alsof ze net naar de stomerij geweest is.
Dauwdruppels dansen op braambessen en teunisbloemen. De wereld wordt gedistilleerd. Ik spring op de fiets en rij de dampen tegemoet.
Met de zon in de rug rij ik de oude Romeinse brug over, de eik filtert het lage licht, het lijkt wel alsof ik op wolken rij. Ik draai het fietspad op, glimmende braam- en vlierbessen begeleiden mij. Waar de rivière d" Argent in de Aulne vloeit, ademt de ochtend over het water. Reusachtige koningsvarens houden hier al vele jaren de wacht. Eeuwig is een ogenblik.
Hortensia
In Bretagne zijn de klassieke hortensia's niet weg te denken uit de tuinen. Vooral bij de natuurstenen huizen en bemoste manoirs horen ze helemaal thuis. Ze vleien zich als het ware tegen de verweerde muren aan. Wij hebben ook wat hortensia's staan, maar dan de 'moderne' pluimhortensia's.
De pluimhortensias (Hydrangea paniculata) verschillen van andere hortensiasoorten door de lange, puntige bloeipluimen en zijn verticale groei. Hij kan beter tegen vorst en droogte dan andere soorten. De pluimhortensia bloeit in de nazomer, dan verkleuren de bloemen van wit naar heel licht roze. Dit type voelt zich goed in de volle zon, op voorwaarde dat de grond niet te droog is. Wil je de plant compact houden, dan kun je het beste snoeien in maart en april. Overigens is snoeien niet echt nodig; zelf ben ik geen enthousiaste snoeier, de struik zal dan wel meer bloemen produceren maar de afzonderlijke bloemen blijven dan wel wat kleiner.
Adviesjes
De pluimhortensias (Hydrangea paniculata) verschillen van andere hortensiasoorten door de lange, puntige bloeipluimen en zijn verticale groei. Hij kan beter tegen vorst en droogte dan andere soorten. De pluimhortensia bloeit in de nazomer, dan verkleuren de bloemen van wit naar heel licht roze. Dit type voelt zich goed in de volle zon, op voorwaarde dat de grond niet te droog is. Wil je de plant compact houden, dan kun je het beste snoeien in maart en april. Overigens is snoeien niet echt nodig; zelf ben ik geen enthousiaste snoeier, de struik zal dan wel meer bloemen produceren maar de afzonderlijke bloemen blijven dan wel wat kleiner.
Adviesjes
- Plant een hortensia nooit te dicht bij een boom. Boomwortels zijn dominant en dit gaat ten koste van de voeding voor de hortensia.
- Hou je van droogbloemen? Knip dan de bloem af als het hoogtepunt van de bloei bijna voorbij is. Zet deze in een vaas met een bodempje water. Niet meer bijvullen! De bloem droogt langzaam op, met behoud van kleur. Zo heb je altijd een mooi boeket op tafel.
- En ja, er zijn zelfs hortensia's die eet- of drinkbaar zijn, de Amacha of Hortensia serrata.
Lees mijn artikel op info.nu http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/84129-hortensia-ook-eetbaar.html
zondag, september 08, 2013
Pardon........de Sainte Ambroise
Vanmorgen van op een afstand de pardon van Sainte Ambroise meegemaakt
Het Pardon is een bedevaartprocessie die op vele plaatsen in Bretagne wordt gehouden. Op 1,9 km afstand van onze woning vond vanmorgen ook een bescheiden pardon plaats.
Het herinnerde mij aan mijn jeugd in Hauthem bij Hoegaarden, waar ik, met korte broek, brilletje en groot vaandel mee in de processie mocht of moest lopen.
"Pardons", vergiffenis vragen dus voor onze begane zonden. Gezondigd werd er blijkbaar vroeger nog veel of werden er zonden in onze schoenen geschoven. En zondigen de Bretoenen meer dan de andere Fransen? In Bretagne hebben deze godsdienstige plechtigheden, waarbij bedevaartgangers in processies, vaandels, relikwieën en kruisbeelden meedragen, toch ook nog iets van heidense oerfeesten, waarbij vuren wordt ontstoken en rituelen opgevoerd.
Ambrosius is de patroonheilige van de imkers. Een legende vertelt dat boven de wieg van Ambrosius een zwerm bijen vloog. De bijen druppelden honing in de mond van de baby, vandaar dat men zegt dat de redevoeringen van deze heilige "zoet zijn als honing". Hopelijk hebben de hedendaagse, bedreigde bijen er ook wat aan.
Het Pardon is een bedevaartprocessie die op vele plaatsen in Bretagne wordt gehouden. Op 1,9 km afstand van onze woning vond vanmorgen ook een bescheiden pardon plaats.
Het herinnerde mij aan mijn jeugd in Hauthem bij Hoegaarden, waar ik, met korte broek, brilletje en groot vaandel mee in de processie mocht of moest lopen.
"Pardons", vergiffenis vragen dus voor onze begane zonden. Gezondigd werd er blijkbaar vroeger nog veel of werden er zonden in onze schoenen geschoven. En zondigen de Bretoenen meer dan de andere Fransen? In Bretagne hebben deze godsdienstige plechtigheden, waarbij bedevaartgangers in processies, vaandels, relikwieën en kruisbeelden meedragen, toch ook nog iets van heidense oerfeesten, waarbij vuren wordt ontstoken en rituelen opgevoerd.
Ambrosius is de patroonheilige van de imkers. Een legende vertelt dat boven de wieg van Ambrosius een zwerm bijen vloog. De bijen druppelden honing in de mond van de baby, vandaar dat men zegt dat de redevoeringen van deze heilige "zoet zijn als honing". Hopelijk hebben de hedendaagse, bedreigde bijen er ook wat aan.
Raket op de fiets
Ik moet bekennen. Soms heb ik de neiging om voor mijn blog zomaar een ontmoeting met planten te verzinnen. Het is zo dat ik op dit blog alleen maar schrijf over wat er die dag ook echt gebeurd is. Mijn ontmoetingen met planten dus.
Zo bestudeerde ik vandaag de kwaliteiten van een oud en vergeten geneeskruid, de Raket en dacht daar moet ik op mijn blog nog eens iets over schrijven maar dan moet ik die plant ook eerst gezien en geoogst hebben. Een ontmoeting verzinnen zou dan een oplossing zijn of... zo maar gaan fietsen of wandelen. Dus ik het fietspad op, de raket had ik hier in de omgeving nog nooit gezien en... je kunt het raden, bij de vroegere gare de Locmaria, op een plek waar men wat afval had verbrand, stonden verschillende raketplanten in bloei. Voorzichtig heb ik 4 stijve bloeitoppen geplukt en mee naar huis genomen om er niks mee te doen. Maar ik mocht er nu wel dit verhaaltje over schrijven.
En meer tekst over de raket vind je op http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/40132-raket-of-zangerskruid.html en op mijn website https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/sysimbrium-officinale-raket-velar
Zo bestudeerde ik vandaag de kwaliteiten van een oud en vergeten geneeskruid, de Raket en dacht daar moet ik op mijn blog nog eens iets over schrijven maar dan moet ik die plant ook eerst gezien en geoogst hebben. Een ontmoeting verzinnen zou dan een oplossing zijn of... zo maar gaan fietsen of wandelen. Dus ik het fietspad op, de raket had ik hier in de omgeving nog nooit gezien en... je kunt het raden, bij de vroegere gare de Locmaria, op een plek waar men wat afval had verbrand, stonden verschillende raketplanten in bloei. Voorzichtig heb ik 4 stijve bloeitoppen geplukt en mee naar huis genomen om er niks mee te doen. Maar ik mocht er nu wel dit verhaaltje over schrijven.
En meer tekst over de raket vind je op http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/40132-raket-of-zangerskruid.html en op mijn website https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/sysimbrium-officinale-raket-velar
dinsdag, september 03, 2013
Pont Mikaël en braambessen
Braambessen plukken om wijn en confituur te maken. Ook een excuus om eens flink te fietsen. Het fietspad op richting Berrien en dan de verharde weg naar Huelgoat in de vallei van Rivière d'Argent. Ik stop even bij de gebroken brug Pont Mikaël, waar ik mijn eerste braambessen pluk. Wel veel struik maar weinig bes, maar ondertussen maak ik wat foto's van de rivier en de resten van de brug (dat was ik al eerder van plan).
L'ancien pont Mikael sur la rivière d'Argent, c'était le pont sur le chemin qui permettait de rejoindre les deux mines de plomb-argentiféres de Poullaouen et de Berrien.
Zo zagen de resten van de brug en de omgeving er vroeger uit. Een golvend landschap met weinig of geen bomen, nu een bosrijke vallei. We denken dikwijls dat er vroeger overal meer bomen en bos was, ook in de Alpen zie je soms oude postkaarten in een kaal landschap waar het nu vol staat met bomen.
Maar ik was aan het fietsen en braambessen aan het plukken. Over de nieuwe pont Mikael draai ik rechts een grindweg op, ik fiets nu aan de overkant van de rivier terug naar Pont ar Gorret. Het grindpad wordt wel snel graspad, goed om te wandelen, minder gemakkelijk om te fietsen maar ik heb een mountainbike dus dat moet kunnen. Bramen met bessen zijn er hier genoeg, alhoewel de kwaliteit wel wat te wensen over laat.
Achter het weiland bij ons huis groeien er wel super mooie maar die heb ik al geplukt en ja ik wou ook fietsen. Dus...hier romantisch plukken is ook wel wat waard en... zouden de kleine besjes hier in deze mysterieuze omgeving meer krachten bezitten. Ik ben benieuwd. Energie heb ik nu wel wat nodig, het pad slingert steil naar boven en in plaats van bij de moulin d'Argent uit te komen, beland ik hoger in de hameau Rouzoucon. Vier huizen staan er, groeien wou ik bijna schrijven, en hier woont ook een oude man van mijn leeftijd, die ik al enkele keren kort gesproken heb. Hij lijkt thuis te zijn, de oude wasmachine staat buiten en de deur is open, al staat die deur misschien wel altijd open. Ik wandelfiets toch maar verder en kom via een andere hameau Kersaliou en dan een steile holle weg naar beneden, terug op het officiële fietspad en vlot weer thuis. Wel met ocharme 650 gram braambessen maar wel met veel wandel- en fietsgenot.
Over braam: https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/rubus-fructicosus-braam
L'ancien pont Mikael sur la rivière d'Argent, c'était le pont sur le chemin qui permettait de rejoindre les deux mines de plomb-argentiféres de Poullaouen et de Berrien.
Zo zagen de resten van de brug en de omgeving er vroeger uit. Een golvend landschap met weinig of geen bomen, nu een bosrijke vallei. We denken dikwijls dat er vroeger overal meer bomen en bos was, ook in de Alpen zie je soms oude postkaarten in een kaal landschap waar het nu vol staat met bomen.
Maar ik was aan het fietsen en braambessen aan het plukken. Over de nieuwe pont Mikael draai ik rechts een grindweg op, ik fiets nu aan de overkant van de rivier terug naar Pont ar Gorret. Het grindpad wordt wel snel graspad, goed om te wandelen, minder gemakkelijk om te fietsen maar ik heb een mountainbike dus dat moet kunnen. Bramen met bessen zijn er hier genoeg, alhoewel de kwaliteit wel wat te wensen over laat.
Achter het weiland bij ons huis groeien er wel super mooie maar die heb ik al geplukt en ja ik wou ook fietsen. Dus...hier romantisch plukken is ook wel wat waard en... zouden de kleine besjes hier in deze mysterieuze omgeving meer krachten bezitten. Ik ben benieuwd. Energie heb ik nu wel wat nodig, het pad slingert steil naar boven en in plaats van bij de moulin d'Argent uit te komen, beland ik hoger in de hameau Rouzoucon. Vier huizen staan er, groeien wou ik bijna schrijven, en hier woont ook een oude man van mijn leeftijd, die ik al enkele keren kort gesproken heb. Hij lijkt thuis te zijn, de oude wasmachine staat buiten en de deur is open, al staat die deur misschien wel altijd open. Ik wandelfiets toch maar verder en kom via een andere hameau Kersaliou en dan een steile holle weg naar beneden, terug op het officiële fietspad en vlot weer thuis. Wel met ocharme 650 gram braambessen maar wel met veel wandel- en fietsgenot.
Over braam: https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/rubus-fructicosus-braam
zondag, september 01, 2013
Guldenroede op zondag
Ondertussen 1 september. 's Morgens is het hier in Bretagne al best fris, maar gelukkig verdrijft de opkomende zon al snel de kilte uit de fris gewassen natuur. Nog even naar bakker en supermarkt, ook in Frankrijk zijn de bakkers de hele zondag en de supermarkten zondag voormiddag open. In de terugweg pluk ik nog wat bloeiende echte guldenroede, wel wat laat, maar ze stonden er nog zo mooi bij, dat ik niet aan de verleiding kon weerstaan om, niet alleen wat bloeitoppen te plukken maar ook enkele planten met wortel en al te oogsten om in de tuin te planten. Ook dat is natuurlijk niet het goeie moment, maar ik weet uit ervaring dat, goed terug gesnoeid, de stevige wortelstokken weer vlot nieuwe planten vormen.
Naast zijn klassiek gebruik bij blaasontsteking en reumatische klachten, lijkt guldenroede ook een cardioprotectief effect te hebben. Interessant is dan om guldenroede en meidoorn te combineren. Lees http://godefridi.blogspot.fr/search?q=solidago
Herbal remedies based on goldenrod (Solidago virgaurea L.) have been well-tried for centuries in the treatment of urinary tract diseases. Investigations in molecular pharmacology could show new mechanisms responsible for the biological effect of natural product from goldenrod extracts. The use of such herbal preparations with a rather complex action spectrum (anti-inflammatory, antimicrobial, diuretic, antispasmodic, analgesic) is especially recommended for treatment of infections and inflammations, to prevent formation of kidney stones and to help remove urinary gravel. This therapy is safe at a reasonable price and does not show drug-related side-effects. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15638071
Naast zijn klassiek gebruik bij blaasontsteking en reumatische klachten, lijkt guldenroede ook een cardioprotectief effect te hebben. Interessant is dan om guldenroede en meidoorn te combineren. Lees http://godefridi.blogspot.fr/search?q=solidago
Herbal remedies based on goldenrod (Solidago virgaurea L.) have been well-tried for centuries in the treatment of urinary tract diseases. Investigations in molecular pharmacology could show new mechanisms responsible for the biological effect of natural product from goldenrod extracts. The use of such herbal preparations with a rather complex action spectrum (anti-inflammatory, antimicrobial, diuretic, antispasmodic, analgesic) is especially recommended for treatment of infections and inflammations, to prevent formation of kidney stones and to help remove urinary gravel. This therapy is safe at a reasonable price and does not show drug-related side-effects. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15638071
dinsdag, augustus 27, 2013
Mont Dol, de kastanjeberg
De Mont-Dol lig op drie kilometer van de stad Dol de Bretagne. Het is een granieten rots van 65 meter hoog die, zoals dat gaat in Bretagne, tot veel legendes heeft geïnspireerd. De alom tegenwoordige Saint-Michel zou hier met de duivel hebben gevochten. De klauwen van de duivel, maar ook de afdruk van Saint-Michel, zichtbaar op de rots, getuigen nog van deze legendarische strijd. De Mont Dol is een oude, mythische plek die ook hier weer door de katholieke kerk werd ingepalmd, onder andere door het bouwen van een kapel en het plaatsen van een lelijk groot Mariabeeld boven op een toren. Van op die toren heb je wel een 'point de vue' over de baai, van Cancale tot aan Granville met de Mont-Saint-Michel in de verte.
Mont Dol is ook bekend als paleontologische site, overblijfselen van tientallen dieren, waaronder mammoeten, neushoorns en zelfs beren werden er gevonden. Maar wat mij hier het meeste opvalt zijn wel de oude, indrukwekkende, levende kastanjebomen. Vol met energierijke vruchten maar energie geven doen ze al door er gewoon naar te kijken.
Over Castanea sativa
Castanea sativa Mill., also known as sweet chestnut, belongs to the Fagaceae family. Additionally known by the common names of marron, European chestnut, Spanish chestnut, and Portuguese chestnut, C. sativa fruits are a popular food item on nearly every continent. A mid-sized tree that originated in the Mediterranean areas of Europe over ninety million years ago, C. sativa has spread throughout the rest of the continent and into parts of western Asia and northern Africa (Lim, 2012). Archeological evidence indicates that the sativa species surfaced in Asia Minor where it was first domesticated. The advent of the Roman Empire shortly thereafter greatly expanded the species’ range into areas of western and northern Europe where it became a prominent food source for rural populations. Thus, European populations have relied on sweet chestnut for their nutritional value for nearly 3,000 years, and its popularity has migrated across oceans and over mountains to both Asia and America where high consumption occurs. Although edible, chestnuts are infrequently eaten raw, and most often the nuts are cooked, boiled or baked in order to enhance the taste, modify the texture, and increase nutritional value (De Vasconcelos et al., 2010).
Despite this widespread use as a food source, sweet chestnut also harbors several medicinal properties that greatly benefit human health. As early as the first century, C. sativa was used for its astringent and antitoxic capabilities evidenced in the works of an early pharmacologist, Pedanius Dioscorides (De Vasconcelos et al., 2010). Since antiquity, all parts of the sweetchestnut plant—the bark, wood, leaves, fruits—have been
used in the Mediterranean and other areas of Europe to treat a wide range of illnesses, including respiratory problems, skin and soft tissue infections, inflammation, vascular problems, diarrhea, wounds, and rheumatism among others (Budriesi et al., 2010; Chiarini et al., 2013; Jarić et al., 2007; Quave, Plano,
& Bennett, 2011; Zlatanov, Antova, Angelova-Romova, & Teneva, 2013). Recent studies have not only confirmed and justified many of these traditional applications of C. sativa, but they have also found new medicinal uses and potential applications of various parts of the plant. Due to high concentrations of phenolic compounds in nearly every part of the plant, C. sativa leaves, bark, fruit, spines and wood have
demonstrated significant antioxidant activity and thus can be used to prevent photo-aging, cancer, diabetes, neurodegenerative diseases and other oxidative stressassociated diseases (Grdovic et al., 2012). In addition to widespread antioxidant activity, individual components of C. sativa have demonstrated other significant disease-reducing capabilities; various extracts have shown cardioprotective, anti-quorum sensing, antispasmodic, anticancer, anthelmintic, and antibacterial activities (Bahuaud et al., 2006; Basile et al., 2000; Budriesi et al., 2010; Chiarini et al., 2013; Frederich et al., 2009; Jedinak, Valachova, Maliar, & Sturdik, 2010; Quave et al., 2011). Coupling its rich medicinal properties with its excellent taste, C. sativa is a superb medicinal food and promising candidate for pharmaceutical development (De Vasconcelos et al., 2010).
Over kastanjes poffen
Als kind kan ik mij vooral het poffen van kastanjes herinneren, ook al weer een klein ritueel. Het poffen was leuker dan het eten zelf. Maar toch, het poffen van kastanjes dus:
Maak met een scherp mes een kruis in de bovenkant van de kastanjes (anders spatten ze uit elkaar).
In de oven: Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius en leg de kastanjes (15 - 20 minuten) in de oven tot ze openspringen.
In een pan (met deksel): Smelt 20 gram boter in een grote pan, doe de kastanjes er in en laat ze, met de deksel op de pan, op niet te hoog vuur in circa 20 minuten poffen, schud ze af en toe om.
Poffen kan ook in de hete as, het mooiste van allemaal of modern op de barbecue. Verpak de kastanjes dan eerst in aluminiumfolie.
Warme gepofte kastanjes zijn lekker met een klontje boter, zout en peper (kinderen vinden suiker meestal lekkerder).
zondag, augustus 25, 2013
Vogelkers
Duindoorn, rozenbottels, wilde pruimen, kersen, zuurbes..... Besjes zijn er nu genoeg te vinden in de natuur. Maar of ze wel of niet eetbaar zijn, smakelijk of nog erger giftig, blijft een probleem. Want juist bessen lijken nogal op mekaar en zien er meestal verlokkelijk uit, en hongerig als we zijn naar wild voedsel is de verleiding groot om het toch allemaal eens te proeven.
Neem nu de Amerikaanse vogelkers, bospest wordt hij ook genoemd, klinkt niet direct vriendelijk en verwijst naar zijn woekerend karakter. De bladeren en ook de pitjes in de bessen bevatten vrij veel giftige blauwzuurverbindingen, gelukkig gebruiken we het vruchtvlees en ook het koken vernietigt de gifstoffen. Ten andere ook kersen, amandelpitten ed bevatten dezelfde stoffen en die vruchten eten we zonder problemen.
De Amerikaanse vogelkers komt oorspronkelijk voor in de Oostelijke helft van Noord- en Midden-Amerika. Van Mexico tot Bolivia wordt de Capulin, een plaatselijke variant (Prunus serotina var. salicifolia) of ondersoort (Prunus serotina subsp. capuli), geteeld om zijn tot 3 cm grote vruchten (California Rare Fruit Growers, 2010).
Waarschijnlijk is deze Zuid-Amerikaanse vogelkers in Midden-Amerika door de Azteken veredeld vóór de komst van de Europeanen en daarna door de Spanjaarden geïntroduceerd in Zuid-Amerika (National Research Council 1989).
Vogelkerslikeur
Ingrediënten voor 1 liter: 350 gram vogelkers, 300 gram suiker, 300 ml alcohol 90 % , 350 ml water, 1 stuks kruidnagel, 1 pijpje kaneel, 1 schillen van een citroen, 1 scheutje kirsch (of kersensap).
NOTA: Men kan ook 650 ml alcohol van 40 - 45 % gebruiken en hierbij dan natuurlijk geen water.
Het inmengen van de suiker na maceratie duurt dan wel iets langer (nu en dan goed schudden).
Bereiding: Macereer de geplette vogelkersen zes weken in de alcohol met de kruidnagel, kaneel en de
citroenschil. Los de suiker op in het water door deze siroop ca 15 minuten zacht te koken en om te roeren, laat daarna afkoelen. Filtreer na een zestal weken de drank doorheen bv. een koffiefilter en doe er na het zeven of filtreren de kirsch (of kersensiroop) en 4 cc (klein glaasje) amandellikeur bij. Voeg 3 theelepels voedings-glycerine toe. Voeg hierna (na filtreren) de suikersiroop (of suiker) erbij. Na het klaren kunt u indien gewenst nogmaals filteren en bottelen. Laat nogmaals 1 week narijpen. zo nu en dan goed schudden.. Deze likeur is zeer donker van kleur.
Interessante en uitgebreide ecologische info vind je op
Cosijn, R., C. Hendrikse, H.van der Lans (1983): Het natuurtechnisch beheer van de Amerikaanse vogelkers: De Amerikaanse vogelkers in de Nederlandse bossen. Stichting Kritisch Bosbeheer. Utrecht. Bladzijden: 28.
Nyssen, Bart & Jan den Ouden en Kris Verheyen. (2013): Amerikaanse vogelkers: van bospest tot bosboom. KNNV Uitgeverij. Zeist. Bladzijden: 159.
Neem nu de Amerikaanse vogelkers, bospest wordt hij ook genoemd, klinkt niet direct vriendelijk en verwijst naar zijn woekerend karakter. De bladeren en ook de pitjes in de bessen bevatten vrij veel giftige blauwzuurverbindingen, gelukkig gebruiken we het vruchtvlees en ook het koken vernietigt de gifstoffen. Ten andere ook kersen, amandelpitten ed bevatten dezelfde stoffen en die vruchten eten we zonder problemen.
De Amerikaanse vogelkers komt oorspronkelijk voor in de Oostelijke helft van Noord- en Midden-Amerika. Van Mexico tot Bolivia wordt de Capulin, een plaatselijke variant (Prunus serotina var. salicifolia) of ondersoort (Prunus serotina subsp. capuli), geteeld om zijn tot 3 cm grote vruchten (California Rare Fruit Growers, 2010).
Waarschijnlijk is deze Zuid-Amerikaanse vogelkers in Midden-Amerika door de Azteken veredeld vóór de komst van de Europeanen en daarna door de Spanjaarden geïntroduceerd in Zuid-Amerika (National Research Council 1989).
Vogelkerslikeur
Ingrediënten voor 1 liter: 350 gram vogelkers, 300 gram suiker, 300 ml alcohol 90 % , 350 ml water, 1 stuks kruidnagel, 1 pijpje kaneel, 1 schillen van een citroen, 1 scheutje kirsch (of kersensap).
NOTA: Men kan ook 650 ml alcohol van 40 - 45 % gebruiken en hierbij dan natuurlijk geen water.
Het inmengen van de suiker na maceratie duurt dan wel iets langer (nu en dan goed schudden).
Bereiding: Macereer de geplette vogelkersen zes weken in de alcohol met de kruidnagel, kaneel en de
citroenschil. Los de suiker op in het water door deze siroop ca 15 minuten zacht te koken en om te roeren, laat daarna afkoelen. Filtreer na een zestal weken de drank doorheen bv. een koffiefilter en doe er na het zeven of filtreren de kirsch (of kersensiroop) en 4 cc (klein glaasje) amandellikeur bij. Voeg 3 theelepels voedings-glycerine toe. Voeg hierna (na filtreren) de suikersiroop (of suiker) erbij. Na het klaren kunt u indien gewenst nogmaals filteren en bottelen. Laat nogmaals 1 week narijpen. zo nu en dan goed schudden.. Deze likeur is zeer donker van kleur.
Interessante en uitgebreide ecologische info vind je op
Cosijn, R., C. Hendrikse, H.van der Lans (1983): Het natuurtechnisch beheer van de Amerikaanse vogelkers: De Amerikaanse vogelkers in de Nederlandse bossen. Stichting Kritisch Bosbeheer. Utrecht. Bladzijden: 28.
Nyssen, Bart & Jan den Ouden en Kris Verheyen. (2013): Amerikaanse vogelkers: van bospest tot bosboom. KNNV Uitgeverij. Zeist. Bladzijden: 159.
Prei, groente en geneeskruid
Als ik de dikke witte prei, blinkend in de supermarkt zie liggen, moet ik aan Hildegard von Bingen denken. Een rare hersenkronkel lijkt het wel, maar blijkbaar ligt het beeld van prei in mijn hersens naast dat van Hildegard en voor een herborist is dat niet zo vreemd, vooral omdat deze middeleeuwse heilige, prei zomaar vergif noemt. Ze schrijft: '... rauw gegeten is zij slecht en verderfelijk, als een giftig en nutteloos kruid, omdat zij het bloed en de verrotting en de sappen van de mens in het tegendeel verandert. Ze zou dan die opgefokte prei uit de supermarkt eens moeten zien.
Voor mij is prei zeker geen vergif, vroeger werd deze groente de 'asperge van de armen' genoemd. Goed klaar gemaakt is prei inderdaad een delicatesse en qua voedingswaarde staat ze mogelijk zelfs boven de asperge. Het is niet bekend waar de prei oorspronkelijk vandaan komt, we weten echter wel dat ze al tweeduizend jaar vóór onze jaartelling door de Egyptenaren werd gebruikt om brandwonden en beten te verzorgen. We weten ook dat prei bij de Grieken en Romeinen een belangrijke plaats onder de geneesmiddelen innam. Plinius verhaalt dat keizer Nero sommige dagen alleen maar prei at om een 'mooiere stem' te krijgen.
En nog niet zolang geleden diende prei ter bestrijding van allerlei ongemakken. Uit ervaring wisten de mensen dat prei diuretisch, slijmoplossend, antiseptisch en verzachtend is, vandaar dat ze in talrijke theerecepten gebruikt werd. Voor inwendig gebruik: bij zwaarlijvigheid, nierziekten (nierontstekingen, niergruis), ingewandsstoornissen (diarree, enteritis, dysenterie), heesheid en hoest: drink zoveel als u wilt preiwater dat in de vorm van een afkooksel verkregen wordt door 3 uur lang 10 preien te koken op 3 liter water. Een oud recept, lijkt wel geconcentreerde soep.
Een ander volks recept bij niergruis, urineretentie en diabetes: 1 kg witte stukken van de prei fijnsnijden; in 2 I goede, witte wijn zo lang koken tot de helft van het vocht verkookt is; zeven; elke ochtend op nuchtere maag gedurende 1 maand 1 wijnglas hiervan drinken; Bij verkoudheden, hoest, heesheid, bronchiale pijn hielp de volgende siroop: een paar preien zo lang in water laten koken tot ze bijna gaar zijn; zeven; goed uitdrukken door een schone doek; honing toevoegen; van de zo verkregen siroop 's morgens en 's avonds een eetlepel innemen Veel van deze recepten zijn eerder soep dan thee, tenminste als je honing, suiker en wijn weglaat.
Een andere ouderwetse en nogal vreemde toepassing was... veel preisoep eten als je per ongeluk speld, naald of spijker had ingeslikt. Heb ik zelf natuurlijk nog niet uitgetest maar is in het verleden blijkbaar met succes toegepast. Mogelijke verklaring: de vezels met veel slijmstoffen omhullen de scherpe voorwerpen en voeren ze via natuurlijk weg af.
Ook eelt en andere huidverhardingen verdwijnen als we er 's nachts een kompres opleggen van geprakt preiblad dat 24 uur in azijn getrokken is.
Als je al die toepassingen bekijkt is het duidelijk dat prei een typische slijmstofplant is, verzachtend en week makend voor luchtwegen, darmen en huid. Dat slijm voel je ook als je een prei doorsnijdt. En of je al deze oude (obsolete?) middeltjes zo maar klakkeloos moet gebruiken? Zeker niet, maar het zou wel handig zijn om gewone groenten ook als medicijn te gebruiken. Goedkoop, veilig en altijd bij de hand.
Lees ook http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/86628-prei-groente-en-geneeskruid.html
Voor mij is prei zeker geen vergif, vroeger werd deze groente de 'asperge van de armen' genoemd. Goed klaar gemaakt is prei inderdaad een delicatesse en qua voedingswaarde staat ze mogelijk zelfs boven de asperge. Het is niet bekend waar de prei oorspronkelijk vandaan komt, we weten echter wel dat ze al tweeduizend jaar vóór onze jaartelling door de Egyptenaren werd gebruikt om brandwonden en beten te verzorgen. We weten ook dat prei bij de Grieken en Romeinen een belangrijke plaats onder de geneesmiddelen innam. Plinius verhaalt dat keizer Nero sommige dagen alleen maar prei at om een 'mooiere stem' te krijgen.
En nog niet zolang geleden diende prei ter bestrijding van allerlei ongemakken. Uit ervaring wisten de mensen dat prei diuretisch, slijmoplossend, antiseptisch en verzachtend is, vandaar dat ze in talrijke theerecepten gebruikt werd. Voor inwendig gebruik: bij zwaarlijvigheid, nierziekten (nierontstekingen, niergruis), ingewandsstoornissen (diarree, enteritis, dysenterie), heesheid en hoest: drink zoveel als u wilt preiwater dat in de vorm van een afkooksel verkregen wordt door 3 uur lang 10 preien te koken op 3 liter water. Een oud recept, lijkt wel geconcentreerde soep.
Een ander volks recept bij niergruis, urineretentie en diabetes: 1 kg witte stukken van de prei fijnsnijden; in 2 I goede, witte wijn zo lang koken tot de helft van het vocht verkookt is; zeven; elke ochtend op nuchtere maag gedurende 1 maand 1 wijnglas hiervan drinken; Bij verkoudheden, hoest, heesheid, bronchiale pijn hielp de volgende siroop: een paar preien zo lang in water laten koken tot ze bijna gaar zijn; zeven; goed uitdrukken door een schone doek; honing toevoegen; van de zo verkregen siroop 's morgens en 's avonds een eetlepel innemen Veel van deze recepten zijn eerder soep dan thee, tenminste als je honing, suiker en wijn weglaat.
Een andere ouderwetse en nogal vreemde toepassing was... veel preisoep eten als je per ongeluk speld, naald of spijker had ingeslikt. Heb ik zelf natuurlijk nog niet uitgetest maar is in het verleden blijkbaar met succes toegepast. Mogelijke verklaring: de vezels met veel slijmstoffen omhullen de scherpe voorwerpen en voeren ze via natuurlijk weg af.
Ook eelt en andere huidverhardingen verdwijnen als we er 's nachts een kompres opleggen van geprakt preiblad dat 24 uur in azijn getrokken is.
Als je al die toepassingen bekijkt is het duidelijk dat prei een typische slijmstofplant is, verzachtend en week makend voor luchtwegen, darmen en huid. Dat slijm voel je ook als je een prei doorsnijdt. En of je al deze oude (obsolete?) middeltjes zo maar klakkeloos moet gebruiken? Zeker niet, maar het zou wel handig zijn om gewone groenten ook als medicijn te gebruiken. Goedkoop, veilig en altijd bij de hand.
Lees ook http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/86628-prei-groente-en-geneeskruid.html
donderdag, augustus 22, 2013
Boerenwormkruid
Boerenwormkruid bloeit nu langs wegkanten en op braakliggende terreinen. Ook weer een plant waar in het verleden vele werkingen werden aan toegeschreven en ook nu woekeren de vele meningen en gebruiken weer welig op internet. Vooral de wormdrijvende en insectenwerende werking maakt weer opgang. Dodonaeus lang geleden zegt het op zijn manier: Tsaet van Reijn vaer es een sonderlinghe ende experte medecijne teghen die wormen/ want in wat manieren dattet inghenomen wordt zoo doodet ende drijft die wormen af. Ook de beroemde 17de eeuwse arts Boerhaave vermeldt de wormdrijvende werking, maar verwijst ook naar zijn mogelijk giftige werking. De bloemen worden in dosis van 1 tot 3 gram driemaal dagelijks ingegeven in de vorm van poeder of als klister tegen wormen. De olie ervan werd alleen of met andere oliën, als papaver, olijvenolie gemengd als volksmiddel gebruikt tegen jicht en reuma, innerlijk kan het giftig werken.
Wetenschappelijke verwijzingen naar deze werking zijn er ook. Het zijn vooral de etherische olie en de thujonen die de werking veroorzaken. En dat is juist het probleem, die thujonen kunnen, zeker in hogere dosering, niet alleen giftig zijn voor darmparasieten maar ook voor de mens zelf. Een onderzoek schrijft dan ook Chemical analysis of the T. vulgare extracts indicated that beta-thujone is by far the major compound of the oil (>87.6%) and probably contributes significantly to the acaricidal activity of the oil. (J Econ Entomol. 2001 Feb;94(1):167-71. Acaricidal properties of Artemisia absinthium and Tanacetum vulgare (Asteraceae) essential oils obtained by three methods of extraction. Chiasson H, Bélanger A, Bostanian N, Vincent C, Poliquin A.)
Lees ook mijn artikels op info.nu
https://sites.google.com/site/kruidwis/inhoudsstoffen/thujonen
http://eten-en-drinken.infonu.nl/recepten/41914-boerenwormkruid-op-je-bord.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/41118-boerenwormkruid-of-reinvaren.html
Wetenschappelijke verwijzingen naar deze werking zijn er ook. Het zijn vooral de etherische olie en de thujonen die de werking veroorzaken. En dat is juist het probleem, die thujonen kunnen, zeker in hogere dosering, niet alleen giftig zijn voor darmparasieten maar ook voor de mens zelf. Een onderzoek schrijft dan ook Chemical analysis of the T. vulgare extracts indicated that beta-thujone is by far the major compound of the oil (>87.6%) and probably contributes significantly to the acaricidal activity of the oil. (J Econ Entomol. 2001 Feb;94(1):167-71. Acaricidal properties of Artemisia absinthium and Tanacetum vulgare (Asteraceae) essential oils obtained by three methods of extraction. Chiasson H, Bélanger A, Bostanian N, Vincent C, Poliquin A.)
Lees ook mijn artikels op info.nu
https://sites.google.com/site/kruidwis/inhoudsstoffen/thujonen
http://eten-en-drinken.infonu.nl/recepten/41914-boerenwormkruid-op-je-bord.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/41118-boerenwormkruid-of-reinvaren.html
dinsdag, augustus 20, 2013
Planten op papier: Viburnum
Planten op papier, doek of scherm. Ze zeggen niet alleen iets over de tekenaar, schilder of fotograaf, het zijn ook niet alleen technische tekeningen maar proberen ook 'iets' meer over de plant te vertellen.
This drawing of Viburnum opulus by Leonardo da Vinci seems not to have been a study for a part of a painting. Rather, it is one of a number of drawings that might have been intended to be a botanical study of herbs.
A few facts about Viburnum opulus
1. The plant is also known as a high bush cranberry, for its strongly acidic berry.
2. It is a deciduous shrub which can grow to about ten feet.
3. It is the national symbol of the Ukraine.
4. Although the berries can be used to make jelly, eaten in quantity the berry is actually mildly toxic!
Soms hebben heel gewone struiken of bomen zo hun geheime kantjes. Oude gebruiken, medicinale toepassingen, magische krachten of vreemde geuren. De Viburnums zijn zo'n plantengeslacht die, als brave sierstruiken onze tuinen bevolken, maar waarvan de bloemen heel verschillende, intrigerende geuren verspreiden. Geuren met een geschiedenis.
Lees verder http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/58256-viburnum-met-vaginale-geur.html
This drawing of Viburnum opulus by Leonardo da Vinci seems not to have been a study for a part of a painting. Rather, it is one of a number of drawings that might have been intended to be a botanical study of herbs.
A few facts about Viburnum opulus
1. The plant is also known as a high bush cranberry, for its strongly acidic berry.
2. It is a deciduous shrub which can grow to about ten feet.
3. It is the national symbol of the Ukraine.
4. Although the berries can be used to make jelly, eaten in quantity the berry is actually mildly toxic!
Soms hebben heel gewone struiken of bomen zo hun geheime kantjes. Oude gebruiken, medicinale toepassingen, magische krachten of vreemde geuren. De Viburnums zijn zo'n plantengeslacht die, als brave sierstruiken onze tuinen bevolken, maar waarvan de bloemen heel verschillende, intrigerende geuren verspreiden. Geuren met een geschiedenis.
Lees verder http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/58256-viburnum-met-vaginale-geur.html
zondag, augustus 18, 2013
Digitaal kruiden wandelen.
Koninginnekruid / Eupatorium cannabinum |
Foto's van planten die laatst langs kwamen zijn guldenroede, brunel, moesdistel, Gelderse roos, koninginnekruid....misschien denk je nu dat ik het niet leuk vind, die plantenparade, maar het tegendeel is waar. Het blijft moeilijk maar stimulerend en leerrijk, planten van foto's proberen te herkennen, in een plat vlak, zonder geur, zonder zijn omgeving (biotoop). Maar een echte, levende kruidenwandeling kan het natuurlijk niet vervangen.
Iets over het koninginnekruid, wat ik nog steeds graag leverkruid noem
In Vlaanderen werd koninginnekruid vroeger ook wel 'draadjesbloem' genoemd. De bloemen hebben namelijk lange stempels, die - als ze rijp zijn - plat liggen, zodat ze gemakkelijk bestoven kunnen worden door de meeldraden van een van de vele andere rode bloempjes.
Ook de naam Boeltjeskruid, bij Dodonaeus Boelkenscruydt, spreekt tot de verbeelding. Boelen, boeleren zou zo iets betekenen als vrijen, de plant werd vroeger als minnedrank gebruikt. Rond 1500 spreken Gesner en Brunswijck over Mannskraft en ook Mannsliebe wijst in dezelfde richting. Vroeger mengden de vrouwen de jonge blaadjes door de sla om die als liefdesmiddel te gebruiken. Alhoewel de echte sla juist als anafrodisiacum bekend was. http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/34295-in-de-naam-van-koninginnekruid.html
Zie https://www.facebook.com/groups/herboristen/
vrijdag, augustus 16, 2013
Zeepkruid in bloei
Slenterend naar het bosduingebiedje vlakbij, vind ik nog enkele zeepkruiden in roze bloei, de bloemblaadjes tussen de handen wrijvend, ruik ik de wee-zoetig geur en voel het glibberig effect van het schuimend sap. Stoffen uit de plant die zo snel zichtbaar en voelbaar worden is de droom van iedere herborist. Zowel de Nederlandse als de Latijnse naam van deze plant verwijst dan ook naar die geneeskrachtige stoffen, de saponinen. In het verleden is de plant veel gebruikt geweest, niet alleen om zijn medicinale werking maar ook als industrieel product in de zeepmakerij.
Dodoens vermeldt wel erg veel medische toepassingen. doet water maken/ ende camerganck hebben, breeckt den steen/ ende doet den selven met die urine rijsen, es goet den ghenen die hoesten/ cort van adem ende benaut van borsten sijn, verweckt die natuerlijcke cranckheyt der vrouwen/ ende treckt af die secondine ende doode vruchten,
En dan 2 werkingen waar we planten met zeepstoffen (saponinen) vandaag nog voor gebruiken. Dese wortel doet oock niesen met huenich in die nuese ghedaen ende in die mont ghenomen treckt veel fluymen ende vochticheyt uut den hoofde. Met azijn ende meel van gersten mout dese wortel ghelijck een salfken vermenght/ gheneest die quade scorfticheden ende die plecken ende vlecken van der huyt. Dus als slijmoplossend middel voor neus en keel en als een soort lotion om de huid te reinigen onder andere bij acne. Voor de huid als lotion is het zeker wel interessant.
Volgens de Flora Batava is het een schoonheidswater omdat het 'de eigenschap bezit de huid blank en zacht te maken' en zelfs tegen schurft zou het uitwendig gebruikt geweest zijn.
History of soapwort
Soapwort was originally native to northern Europe and was introduced to England during the Middle Ages by Franciscan and Dominican monks who brought it as “a gift of God intended to keep them clean.” 2 By the end of the 16th century the herb had become widespread in England, where it was used as a soap for cleansing dishes and laundry. John Gerard's Herbal (1597) recommended it as a topical disinfectant for “green wounds” and “filthy diseases.” Soapwort also has been administered topically for the treatment of acne, psoriasis, eczema and boils. An extract of the roots is still a popular remedy for poison ivy. While an exact time of its arrival in North America cannot be established, there is little doubt that the Puritans brought it with them to the New World. Once established, the herb spread and can now be found wild throughout the United States and southern Canada. The herb was used extensively in the early textile industry as a cleaning and sizing agent. This process, known as fulling, accounts for the name “Fuller's Herb.” Another use for the product was found by the Pennsylvania Dutch who used it to impart a foamy head to the beer they brewed. To this day some beer makers use saponins from the plant, to provide and maintain a foamy head.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/lifestyle/70054-zeepkruid-schuimend-plantje.html
donderdag, augustus 15, 2013
Over wandelen schrijven.
Ik ben een wandelaar langs vele, ook filosofische wegen. Nu ik weer enkele weken in België aan de kust 'zit', wandel ik voornamelijk in korte snokjes tot aan zee, laverend tussen de slenterende toeristen door. Het zijn niet de eindeloos lange tochten in de bergen, hier is het eerder een soort niet-wandelen wel met de de zee als horizon. Alleen, naar die horizon kan ik niet wandelen. Alhoewel, wandelen over water, wie is mij daar in voorgegaan?
Over wandelen is er ook een boek verschenen van Frédéric Gros. Hij wisselt beschouwingen over aspecten van het wandelen af met korte biografieën van beroemde wandelaars. Zo is er de bergwandelaar Friedrich Nietzsche, die een vrij uitzicht nodig had om te kunnen denken. Bij Rimbaud was er sprake van woede en vluchtgedrag. Op zijn doodsbericht stond toepasselijk “Geboren in Charleville, overleden op doorreis in Marseille’". Jean-Jacques Rousseau wandelde om de eerste mens in zichzelf te vinden, op de vlucht als hij was voor agressieve vijandigheid en babbelzieke broederschap. Voor de Amerikaan David Thoreau, een groot wandelaar in een land waar zich te voet verplaatsen uiterst verdacht is geworden, kent het wandelen slechts één richting: het Wilde Westen. Immanuel Kant zocht in de dagelijkse wandeling de rustgevende regelmaat, Gérard de Nerval de melancholie, en voor Ghandi was een protestwandeling een uiting van geweldloos verzet, verbonden met een ideaal van onthechting, mystiek en vrijheid. Wandelen verbindt tegengestelde types als de ongebonden Griekse cynische filosoof en de gelovige Middeleeuwse pelgrim. Maar altijd is er het idee van bevrijding uit het maatschappelijke keurslijf, de gevangenis van het bewustzijn en het lichamelijke immobilisme. Wandelen maakt nederig, confronteert ons met onze zwaartekracht en verzoent lichaam en ziel in een rustgevend ritme.
Over wandelen schrijven. Een contradictie! Of zou ik al wandelend kunnen schrijven?
Over wandelen is er ook een boek verschenen van Frédéric Gros. Hij wisselt beschouwingen over aspecten van het wandelen af met korte biografieën van beroemde wandelaars. Zo is er de bergwandelaar Friedrich Nietzsche, die een vrij uitzicht nodig had om te kunnen denken. Bij Rimbaud was er sprake van woede en vluchtgedrag. Op zijn doodsbericht stond toepasselijk “Geboren in Charleville, overleden op doorreis in Marseille’". Jean-Jacques Rousseau wandelde om de eerste mens in zichzelf te vinden, op de vlucht als hij was voor agressieve vijandigheid en babbelzieke broederschap. Voor de Amerikaan David Thoreau, een groot wandelaar in een land waar zich te voet verplaatsen uiterst verdacht is geworden, kent het wandelen slechts één richting: het Wilde Westen. Immanuel Kant zocht in de dagelijkse wandeling de rustgevende regelmaat, Gérard de Nerval de melancholie, en voor Ghandi was een protestwandeling een uiting van geweldloos verzet, verbonden met een ideaal van onthechting, mystiek en vrijheid. Wandelen verbindt tegengestelde types als de ongebonden Griekse cynische filosoof en de gelovige Middeleeuwse pelgrim. Maar altijd is er het idee van bevrijding uit het maatschappelijke keurslijf, de gevangenis van het bewustzijn en het lichamelijke immobilisme. Wandelen maakt nederig, confronteert ons met onze zwaartekracht en verzoent lichaam en ziel in een rustgevend ritme.
Over wandelen schrijven. Een contradictie! Of zou ik al wandelend kunnen schrijven?
zondag, augustus 11, 2013
Bretoense planten
Ik ben nu in Belgïe maar werk toch aan een document over Bretoense planten. Die brochure wil ik gebruiken voor onze kruidenstages. Bij deze al een voorpublicatie over enkele planten die mijn Bretoense landschap stofferen.
Koningsvaren / Osmunda regalis: Een imponerende varen, de trots ook van onze Bretoense tuin en hier in de streek overal groeiend langs beken en rivieren, vooral op geheimzinnige, schaduwrijke plaatsen. Als je er 's avonds bij staat, is het alsof hij naar jou toe komt. Dodoens schrijft er over 'Dese Varen wordt nu ter tijt onder die cruytliefhebbers in Latijn gheheeten Osmunda/ van sommighen Filicastrum/ ende van den Alkimisten Lunaria maior. In Duytsch Groot varen oft Wildt varen/ van sommighen Christoffels cruyt.Osmunda es werm in den iersten graedt ende drooghe in den tweeden. Die oude Meesters scrijven dat Sideritis altera seer goet es tot alle quetsuren ende dattet seer heylsaem van crachten es. Die experientie van Osmunda hebben scrijven hem die selve cracht ende oock noch meerdere toe/ ende gheven die keerne te drincken niet alleen den ghenen die van buyten gequetst sijn maer oock den ghenen die ghescuert gheborsten/ gheslaghen oft anders van binnen onstelt ende ghequetst sijn'. Wat de eerbiedwaardige Dodonaeus ook moge beweren, is zou hem toch maar niet opeten. Zulke planten zijn zo krachtig, dat er bij staan al gezond genoeg is.
Navelkruid / Umbellicus rupestris: Navelkruid is de mooie naam van het rotsplantje met rond, vet en vlezig blad en een putje in het midden van dat blaadje . Vandaar de navelnaam? In elk geval een mysterieus plantje dat past bij de mythische bossen van de Finistère. Ooit werd het ook geneeskrachtig gebruikt als verzachtend en samentrekkend middel. Om het in de oude taal van Petrus Nijlandt te beschrijven, wat bijna Bretoens klinkt: 'Navel-kruydt heeft gelijvige, ronde, en aen de kanten een weynigh gesneden bladeren, die onder in ’t midden op een kleyn steelken gehecht zijn, tusschen de bladeren spruyt een dunne steel, in verscheyde zijde-tackskens gedeelt, en ordentelijck met veel witte of bleeck purpere bloemkens behangen. Navel-kruyt is verkoelende, vochtmakende en een weynigh t’samen-treckende van aert en krachten. Geschikt voor 'Voor heete Geswellen en vuurige Puysten: Neemt het gestooten Kruyt en leght het plaester-wijs op. Voor sweeringe van de Darmen: Zied de wortel in Wijn, en laet daer af drincken, of laet van het gedistilleert water van dit Kruydt gebruycken'.
Nombril de Vénus wordt het in het Frans genoemd en de Bretoense naam is Krampouez, wat kleine pannenkoek betekent. Naar de ronde vorm van het blad en natuurlijk ook omdat Bretoenen mogelijk de grootste pannenkoekeneters ter wereld zijn.
Namen: Umbilicus rupestris / Rotsnavelkruid / Nombril de Vénus / Navelwort / Felsen-Nabelkraut
Gaspeldoorn / Ulex europeus: Hier in Bretagne is de gaspeldoorn een veel voorkomende struik langs wegen en weilanden. Nu soms een lastig, stekelig onkruid voor de boeren, maar vroeger veel gebruikt als brandhout voor de kachels. Ze werden tot op de grond afgezaagd, in bussels (fagots) gebonden, een achttal dagen te drogen gelegd en dan konden ze blijkbaar al gestookt worden. Het gaf snel veel warmte en was vooral interessant om broodovens warm te stoken. Nog meer verwonderlijk is het feit dat deze stekelige struiken als dierenvoeding, vooral voor paarden, in gebruik geweest zijn en dat de planten daarvoor zelfs gekweekt werden.
Wordt vervolgd.
Koningsvaren / Osmunda regalis: Een imponerende varen, de trots ook van onze Bretoense tuin en hier in de streek overal groeiend langs beken en rivieren, vooral op geheimzinnige, schaduwrijke plaatsen. Als je er 's avonds bij staat, is het alsof hij naar jou toe komt. Dodoens schrijft er over 'Dese Varen wordt nu ter tijt onder die cruytliefhebbers in Latijn gheheeten Osmunda/ van sommighen Filicastrum/ ende van den Alkimisten Lunaria maior. In Duytsch Groot varen oft Wildt varen/ van sommighen Christoffels cruyt.Osmunda es werm in den iersten graedt ende drooghe in den tweeden. Die oude Meesters scrijven dat Sideritis altera seer goet es tot alle quetsuren ende dattet seer heylsaem van crachten es. Die experientie van Osmunda hebben scrijven hem die selve cracht ende oock noch meerdere toe/ ende gheven die keerne te drincken niet alleen den ghenen die van buyten gequetst sijn maer oock den ghenen die ghescuert gheborsten/ gheslaghen oft anders van binnen onstelt ende ghequetst sijn'. Wat de eerbiedwaardige Dodonaeus ook moge beweren, is zou hem toch maar niet opeten. Zulke planten zijn zo krachtig, dat er bij staan al gezond genoeg is.
Navelkruid / Umbellicus rupestris: Navelkruid is de mooie naam van het rotsplantje met rond, vet en vlezig blad en een putje in het midden van dat blaadje . Vandaar de navelnaam? In elk geval een mysterieus plantje dat past bij de mythische bossen van de Finistère. Ooit werd het ook geneeskrachtig gebruikt als verzachtend en samentrekkend middel. Om het in de oude taal van Petrus Nijlandt te beschrijven, wat bijna Bretoens klinkt: 'Navel-kruydt heeft gelijvige, ronde, en aen de kanten een weynigh gesneden bladeren, die onder in ’t midden op een kleyn steelken gehecht zijn, tusschen de bladeren spruyt een dunne steel, in verscheyde zijde-tackskens gedeelt, en ordentelijck met veel witte of bleeck purpere bloemkens behangen. Navel-kruyt is verkoelende, vochtmakende en een weynigh t’samen-treckende van aert en krachten. Geschikt voor 'Voor heete Geswellen en vuurige Puysten: Neemt het gestooten Kruyt en leght het plaester-wijs op. Voor sweeringe van de Darmen: Zied de wortel in Wijn, en laet daer af drincken, of laet van het gedistilleert water van dit Kruydt gebruycken'.
Nombril de Vénus wordt het in het Frans genoemd en de Bretoense naam is Krampouez, wat kleine pannenkoek betekent. Naar de ronde vorm van het blad en natuurlijk ook omdat Bretoenen mogelijk de grootste pannenkoekeneters ter wereld zijn.
Namen: Umbilicus rupestris / Rotsnavelkruid / Nombril de Vénus / Navelwort / Felsen-Nabelkraut
Gaspeldoorn / Ulex europeus: Hier in Bretagne is de gaspeldoorn een veel voorkomende struik langs wegen en weilanden. Nu soms een lastig, stekelig onkruid voor de boeren, maar vroeger veel gebruikt als brandhout voor de kachels. Ze werden tot op de grond afgezaagd, in bussels (fagots) gebonden, een achttal dagen te drogen gelegd en dan konden ze blijkbaar al gestookt worden. Het gaf snel veel warmte en was vooral interessant om broodovens warm te stoken. Nog meer verwonderlijk is het feit dat deze stekelige struiken als dierenvoeding, vooral voor paarden, in gebruik geweest zijn en dat de planten daarvoor zelfs gekweekt werden.
Wordt vervolgd.
vrijdag, augustus 09, 2013
Hormonaal werkende wilde peen
Weer onderweg. Overnachten in Montreuil sur Mer. Niet de eerste keer, maar nu wel alleen. Langs de rivier de Canche, maar ook langs een spoorweg. De vuilnisbakken zijn ook vlakbij, goed voor eigen afval, maar minder prettig als anderen hun glas milieuvriendelijk komen dumpen. Maar ik kies er zelf voor en het is maar voor één nachtje. Zelf kiezen wat je doet, dat scheelt.
Wat zie ik hier nog meer. Een immobilier met de naam Charles Quint. Keizer Karel dus, de goeie man heeft ook al een bier dat naar hem genoemd is, wat zou die heerser uit een ver verleden daarvan denken.
Ook een 'authentic' coiffure is vlakbij, naar de kapper moet ik wel maar zal nu maar wachten tot ik morgen terug in België ben. Een café is er ook, het noemt dan ook café de la gare maar wel 'Chez Bruno'. Helaas, is het nu om 21 uur al gesloten en dat op vrijdagavond, dat kunnen we ons in België nauwelijks voorstellen. Gelukkig heb ik zelf wat Leffe in voorraad.
Ik eet nog een voorgebakken pannenkoek, gewoon koud, dat is dan al één Bretoense gewoonte die ik overgenomen heb.
Wilde peen / Daucus carota
Planten moet ik als rechtgeaarde herborist natuurlijk ook even bekijken. Boerenwormkruid staat hier stevig in bloei. Vreemd genoeg vind ik er weinig in mijn Bretoense woonplaats. Verder vooral veel wilde peen langs de spoorweg. Ik heb er dit jaar overal al veel gezien. Misschien toch wat meer aandacht besteden aan de mogelijke medicinale kwaliteiten van deze plant. De zaden zouden hormonale eigenschappen bezitten, en dat heb ik niet van de eerste de beste, ik las het al jaren geleden in een interview met de Franse fytotherapeut Dr. Belaiche.
Het zaad zou er voor zorgen dat een bevruchte eicel zich niet kan nestelen in de baarmoederwand. In China acht men het bewezen dat de werkzame stof in het zaad van de wilde peen de progesteron synthese blokkeert, in elk geval bij muizen. Progesteron zorgt ervoor dat de baarmoederwand klaar is om het eitje te ontvangen. Als dat niet het geval is zal het eitje verschrompelen en de menstruatie op gang komen.
Naar aanleiding van deze studies heeft een zekere Robin Bennet een experiment in New York geleid waarin 12 vrouwen een jaar lang wilde peen gebruikten als anticonceptie.
Gedurende dit experiment raakte 1 vrouw zwanger. Zij gebruikte wilde peen dagelijks, behalve de maand van bevruchting, toen gebruikte zij het kruid slechts 3 dagen rond haar ovulatie i.p.v. de voorgeschreven 7 à 10 dagen. Je mag het gerust eens uittesten, maar wel op eigen risico voor de eventuele nakomelingen voel ik mij niet verantwoordelijk
In de Grete Herball uit 1526 weet men ook al wat over de wilde peen te vertellen "De Daucus Dawke is hote and drye in the third degree, it is a comyn herbe, and hath a large floure and in the middle thereof a lytel redprciks.
En het werd geadviseerd voor de luchtwegen, bij verkoudheid: 'For the brethe - Against lettynge of the brethe caused of colde humours and colde cough take drynke that this herbe a drye sygges is sobe in agaynst poose or cold cewme bynde powder of this herbe to ye heed in a bagge'.
En ook voor de maag kon het zowel inwendig als uitwendig gebruikt worden: 'For the Stomake Agaynst paine of the stomacke caused of wynde. Agaynst stoppage of urine as stranguary and dyssury and agaynst ache of the wombe. Spue the drynke that it is soden in. And also sethe it in wyne and oyle and lay it to the paynfull places and for the same take the drynke that the sedes of daucus and saxifrage is soden in'.
En ondertussen zit ik hier in Montreuil sur Mer in mijn motorhome te wachten tot het donker wordt om in bed te kruipen. Misschien droom ik wel van wilde penen.
Wat zie ik hier nog meer. Een immobilier met de naam Charles Quint. Keizer Karel dus, de goeie man heeft ook al een bier dat naar hem genoemd is, wat zou die heerser uit een ver verleden daarvan denken.
Ook een 'authentic' coiffure is vlakbij, naar de kapper moet ik wel maar zal nu maar wachten tot ik morgen terug in België ben. Een café is er ook, het noemt dan ook café de la gare maar wel 'Chez Bruno'. Helaas, is het nu om 21 uur al gesloten en dat op vrijdagavond, dat kunnen we ons in België nauwelijks voorstellen. Gelukkig heb ik zelf wat Leffe in voorraad.
Ik eet nog een voorgebakken pannenkoek, gewoon koud, dat is dan al één Bretoense gewoonte die ik overgenomen heb.
Wilde peen / Daucus carota
Planten moet ik als rechtgeaarde herborist natuurlijk ook even bekijken. Boerenwormkruid staat hier stevig in bloei. Vreemd genoeg vind ik er weinig in mijn Bretoense woonplaats. Verder vooral veel wilde peen langs de spoorweg. Ik heb er dit jaar overal al veel gezien. Misschien toch wat meer aandacht besteden aan de mogelijke medicinale kwaliteiten van deze plant. De zaden zouden hormonale eigenschappen bezitten, en dat heb ik niet van de eerste de beste, ik las het al jaren geleden in een interview met de Franse fytotherapeut Dr. Belaiche.
Het zaad zou er voor zorgen dat een bevruchte eicel zich niet kan nestelen in de baarmoederwand. In China acht men het bewezen dat de werkzame stof in het zaad van de wilde peen de progesteron synthese blokkeert, in elk geval bij muizen. Progesteron zorgt ervoor dat de baarmoederwand klaar is om het eitje te ontvangen. Als dat niet het geval is zal het eitje verschrompelen en de menstruatie op gang komen.
Naar aanleiding van deze studies heeft een zekere Robin Bennet een experiment in New York geleid waarin 12 vrouwen een jaar lang wilde peen gebruikten als anticonceptie.
Gedurende dit experiment raakte 1 vrouw zwanger. Zij gebruikte wilde peen dagelijks, behalve de maand van bevruchting, toen gebruikte zij het kruid slechts 3 dagen rond haar ovulatie i.p.v. de voorgeschreven 7 à 10 dagen. Je mag het gerust eens uittesten, maar wel op eigen risico voor de eventuele nakomelingen voel ik mij niet verantwoordelijk
In de Grete Herball uit 1526 weet men ook al wat over de wilde peen te vertellen "De Daucus Dawke is hote and drye in the third degree, it is a comyn herbe, and hath a large floure and in the middle thereof a lytel redprciks.
En het werd geadviseerd voor de luchtwegen, bij verkoudheid: 'For the brethe - Against lettynge of the brethe caused of colde humours and colde cough take drynke that this herbe a drye sygges is sobe in agaynst poose or cold cewme bynde powder of this herbe to ye heed in a bagge'.
En ook voor de maag kon het zowel inwendig als uitwendig gebruikt worden: 'For the Stomake Agaynst paine of the stomacke caused of wynde. Agaynst stoppage of urine as stranguary and dyssury and agaynst ache of the wombe. Spue the drynke that it is soden in. And also sethe it in wyne and oyle and lay it to the paynfull places and for the same take the drynke that the sedes of daucus and saxifrage is soden in'.
En ondertussen zit ik hier in Montreuil sur Mer in mijn motorhome te wachten tot het donker wordt om in bed te kruipen. Misschien droom ik wel van wilde penen.
dinsdag, augustus 06, 2013
Over een plant van het moment: Echte guldenroede
Het oogsten van de echte guldenroede komt er aan. Hier een uittreksel uit het boek Chemin des Herbes van Thierry Thevenin over guldenroede. Zoals hij schrijft moeten de bloeitoppen bij het begin van de bloei geplukt worden, omdat de bloemen ook na het plukken de neiging hebben om zaad te vormen. Om te overleven dus. Goed voor de plant maar slecht voor de geneeskrachtige kwaliteit.
Cueillir : On récolte les sommités fleuries en juillet août à la faucille. Une station abondante permettra de ramasser assez facilement une dizaine de kg à l’heure soit 3 kg secs. Cette plante ayant une bonne capacité de régénération par les graines, on assurera le devenir du site en laissant environ 1/10ème des pieds tranquilles. Laissez de préférence les pieds les plus beaux. Comme c’est le cas chez de nombreuses Astéracées, la Verge d’or possède une étonnante faculté de mener ses fleurs jusqu’au stade de la graine même lorsqu’on l’a coupée. Vous devez donc la cueillir en tout début d’épanouissement (encore presque en bouton), et la tronçonner avant de l’étaler en couches minces, sous peine de voir votre séchoir empli d’aigrettes plumeuses voletant au moindre souffle. De plus, la récolte serait alors sans grande valeur médicinale.
Utiliser : Le Solidage est avant tout connu pour ses propriétés diurétiques et astringentes. Elle est employée en cas d’infection ou d’œdème rénal (Boullard). Pourtant le nom Solidage vient du latin solidare qui signifie consolider, cicatriser. Elle est effectivement un vulnéraire traditionnel, ce qui pour une plante astringente est normal. La Verge d’or du Canada jouit des mêmes vertus cicatrisantes.
Ces deux espèces sont utilisées en teinture. Elles donnent une couleur jaune assez belle et assez solide à raison de 20 % du poids de la fibre à teindre. C’est cet usage qui a valu au Solidage le nom d’ « herbe aux juifs », comme d’autres plantes tinctoriales capables de donner une couleur jaune. La coutume, parfois obligée dans le monde chrétien pour les juifs de porter du jaune est ancienne. Instaurée par la papauté au Moyen-âge, elle a été abolie en Avignon en 1792 seulement...
Onze Dodonaeus schrijft in zijn Cruijdeboeck deel 1 capitel 98, Van Gulden roede Cracht en werckinghe
'Gulden roede es oock een wondecruyt en heeft alle cracht van Heydensch wondtcruyt/ ende mach daer voor in alle saken daer dat Heydensch wondtcruyt goet toe es gebruyckt worden.
Gulden roede in wijn ghesoden ende ghedroncken es seer goet tseghen den steen sonderlinghe van den nieren/ ende doet den selven breken ende met dat water rijsen ende afgaen. Tselve doet oock dat water van dit cruyt met wijn ghedistilleert ende een tijt ghedroncken.' Samentrekkend, bloedstelpend (oude naam heidens wondkruid) en urinedrijvend tegen niergruis, dat zijn de 2 medicinale kwaliteiten waar guldenroede ook nu nog voor bekend is.
Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/solidago-species-guldenroede
Solidaginis sumitatis / Bloeitoppen van echte guldenroede |
Gele kleurstof winnen uit de guldenroede |
Ces deux espèces sont utilisées en teinture. Elles donnent une couleur jaune assez belle et assez solide à raison de 20 % du poids de la fibre à teindre. C’est cet usage qui a valu au Solidage le nom d’ « herbe aux juifs », comme d’autres plantes tinctoriales capables de donner une couleur jaune. La coutume, parfois obligée dans le monde chrétien pour les juifs de porter du jaune est ancienne. Instaurée par la papauté au Moyen-âge, elle a été abolie en Avignon en 1792 seulement...
Onze Dodonaeus schrijft in zijn Cruijdeboeck deel 1 capitel 98, Van Gulden roede Cracht en werckinghe
'Gulden roede es oock een wondecruyt en heeft alle cracht van Heydensch wondtcruyt/ ende mach daer voor in alle saken daer dat Heydensch wondtcruyt goet toe es gebruyckt worden.
Gulden roede in wijn ghesoden ende ghedroncken es seer goet tseghen den steen sonderlinghe van den nieren/ ende doet den selven breken ende met dat water rijsen ende afgaen. Tselve doet oock dat water van dit cruyt met wijn ghedistilleert ende een tijt ghedroncken.' Samentrekkend, bloedstelpend (oude naam heidens wondkruid) en urinedrijvend tegen niergruis, dat zijn de 2 medicinale kwaliteiten waar guldenroede ook nu nog voor bekend is.
Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/solidago-species-guldenroede
Abonneren op:
Posts (Atom)