Klein hoefblad etymologie
De naam ‘tussilago’ komt van ‘tussis’ hoesten en ‘agere’ verdrijven, naar zijn hoestdempende werking en dus zou het kunnen dat de Nederlandse naam oorspronkelijk ‘hoestblad’ geweest is. Ook de Grieken noemden haar ‘becchion’ van besso (hoesten). Zowel bij Plinius als bij Dioscorides vinden we de plant als hoestblad terug, met de nodige ingewikkelde en soms sympathieke recepturen, zoals het opzuigen van smeulende bladeren door een pijpje.
Uiteindelijk heeft de naam Hoefblad het gewonnen. In de Codex Bonnensis (11de eeuw) wordt het ‘Rossehuf’ (hoef van een ros), Bock in zijn ‘Neu Kreuterbuch’ zegt Rosshuf en Fuchsius (1543) spreekt zelfs over Peertsclauwe, tenminste in de Nederlanse vertaling. Hoe dan ook de officiële Nederlandse en Latijnse naam is nu Klein hoefblad – Tussilago farfara en dat kan alleen nog veranderen mits toestemming van een officiële taalcommissie. Ja, ook daar hebben wij officiële instanties voor.
Nog wat andere namen
Tussilago farfara L., Tussilage, pas d'âne (Frankrijk), Coltsfoot (GB), Gemeiner Huflattich (Duitsland)
Andere Engelse namen voor Klein hoefblad: assfoot, Butterbur, Butter dock, Coughwort, coltsfoot (veulenvoet), horsefoot, foalfoot, bull'sfoot, horsehoof, colt-herb, clayweed, cleats, dove-dock,
Andere Franse namen voor Klein hoefblad: chou de vigne, herbe de Saint-Quirin, herbe aux pattes, pas de cheval, pied de cheval, racine de peste, taconnet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten