Wilsele, 20-1-2001, Irene aan Maurice
Maurice,
Mag ik als trouwe Herba lezer nu eens een nieuwsgierige vraag stellen? Hoe is het tijdschrift Herba (en de vereniging) aan zijn paardenbloem embleem gekomen? Wie en wanneer en hoe heeft men voor dat kruid gekozen? Ik ga alvast ook op speurtocht en vind dit:
In het compendium van rituele planten in Europa staat dat het woord "symbool" komt van het Griekse "sumbulon" dat oorspronkelijk sloeg op de twee helften van een wassen schrijftafeltje dat personen met elkaar deelden als uitdrukking van hun onderlinge band. Deze betekenis ging geleidelijk over naar een herkenningsteken, een contramerk of legitimatiebewijs, dat diende om bijvoorbeeld een vergadering in besloten kring bij te wonen. Later werd "symbool" gebruikt voor elk afgesproken teken, en werd dus een soort parool of wachtwoord, een teken in het algemeen. Ten slotte kreeg "symbool" de specifieke betekenis van zinnebeeld: een concreet teken dat naar andere vaak niet concrete werkelijkheid verwijst. Een bekend voorbeeld hiervan is de palmtak die de overwinning symboliseert. Heel wat politieke partijen, filosofische, beroeps-, of religieuze verenigingen en naties kennen de subtiele kracht die uitstraalt van een symbool en plaatsen dat ook graag op hun logo of embleem. Men hoopt dat het gekozen symbool zal aanslaan bij de leden en verder dan leidraad en stimulans zal zijn om een beweging gaande te houden, niettegenstaande de verscheidenheid binnen de groep.
Ja, als ik dit lees dan heb ik zoiets van: de paardenbloem is een goede keuze. Nu heb ik zelf een rare band met de paardenbloem. Zij was namelijk het eerste kruid dat ik echt ontdekte. Ik bedoel je kent dat wel maar bekijkt het nooit echt, er eens blijven bij stilstaan en bewonderen is er ook al niet bij en dan ineens doe je dat toch zomaar... Ik zag ineens overal paardenbloem, dat blijft maar aan je tenen kriebelen. Maar paardenbloem zet ik niet tussen de malse grassprietjes, ik heb een voorkeur voor die tussen de straatstenen. De dappere dus en dat is nu precies het woord dat ik bij dat (on)kruid zet ... .dapper. Nu, januari zijnde zit ik mij reeds te verkneukelen op haar komst. Het blijft niet bij kijken alleen, opeten is er ook bij, ik kan dat niet meer missen in de lente enfin misschien is dat maar een verslaving die tussen mijn oren zit.
Wanneer ik in een natuurwinkel ben, heb ik wel eens binnenpretjes... Nog nooit een etalage gezien vol vers paardenbloemgroen...
Paardenbloem, de vriendin van de lever...
Mijn wens: dat paardenbloem mag aanslaan, ook eens de mode van de dag mag worden. En dat de vereniging net zoveel gezonde beweging kent als dit dappere kruid. En ik voel mij een dapper meisje dat ik achter mijn wassen schrijftafeltje gekropen ben (van kleur klopt het in ieder geval) om mijn paardenbloem grote goesting eens neer te schrijven.
Vragen over een oud boek...
Wanneer kan je nu van een kruidenboek zeggen: dat is een oud boek. Leef-tijd, tijd van leven kan een kruidenboek levendig zijn of leeft het niet? Is het zo levendig als de mens die er in snuffelt en gaat gebruiken? Een oud boek is voor mij bv. een oude spelling tegen komen; ziektes met benamingen die niet meer actueel zijn en benodigdheden die tot de verbeelding spreken. Zo een boek is: `Troost der zieken' van broeder Aloysius, een receptenboek van geneeskruiden, Uitgeverij Schors - Amsterdam. Volgens mijn huisarts heeft 80 procent van de bevolking last van aambeien dus ga ik alvast eens kijken wat een oud boek daarover zegt.
Lijders aan aambeien moeten zich wachten voor alle hartstochten, vooral voor ontucht, gramschap en mismoedigheid. Zij moeten zich onthouden van alle prikkelende en scherpe spijzen. Zij moeten zachte bedden vermijden, niet te lang slapen, op harde stoelen zitten en een matige beweging nemen. Behandeling: Dagelijks een kop thee van duizendblad
Aambeienpoeder: meng 40 gram gezuiverde zwavelbloem met 40 gr wijnsteen en 40 gram suikerpoeder; neem hiervan 3 maal daags een suikerlepel in met wat water of melk. Dit is een beproefd middel. Dit is dan een snufje begin en einde van het aambeienverhaal. Wat mij opvalt nergens speenkruid
Voor bedorven adem een recept dat zeker de moeite waard is om bij stil te staan. Neem 4 maal daags een suikerlepel zwart beendermeel, gemengd met suiker of chocolade, in een weinig melk.
Astma: Is astma veroorzaakt door naar binnen geslagen huidziekten, dan tracht men den uitslag te doen uitkomen door hooihemden 2 of 3 maal in de week, warm aan te trekken, waar mede men ander half uur te bed blijft. Tevens neemt men `s avonds voor het slapen gaan een kopie vlierthee
Diarree door zwakheid der maag: Thee van Salie, Alsem en Eikeschors, van ieder 3 gram op halve liter kokend water: alle uren 1 eetlepel innemen. Kruisjes van okkernoten 10 gram op een flesch Bordeauxwijn getrokken; alle 2 uren 1 eetlepel innemen. `s Avonds oliban (wierook) ter dikte ener erwt inslikken.
Heupjicht:
Wrijf de heup 2 maal daags met volgend mengsel in: 5gr Scheepsteer (Pix liquida) gemengd met 100gr spiritus van 75 %.
Insectensteken voorbehoedmiddel: Meng 10 gram tinctuur van Pyrethrum roseum met 100 gram water; wrijf hiermede het gezicht in. Het poeder van Pyrethrum doodt vliegen, krekels, mieren en andere insecten.
Verstuiking: Neem het wit van een ei, klop het tot schuim, voeg er dan 5 eetlepels roet uit de schoorsteen bij; smeer dit mengsel op een doek, en bind dezen om het verstuikte ledemaat. Het zal spoedig genezen zijn.
Middeltjes. Kan alles dan zo veranderen? Groetjes van Irene.
Weelde, 25 januari 2001, Maurice aan Irene
Beste Irene,
Waarom we ooit 11 jaar geleden de paardenbloem als symbool voor onze vereniging hebben gekozen? Ja! Ja! Ja! Misschien zoek je er een spirituele betekenis achter en misschien is die er ook. Maar toen was onze voornaamste bedoeling, een mooie en grafisch sterke afbeelding te vinden van liefst een gewoon kruid. En daar beantwoorde deze paardenbloem uit de `Herbal' van Krutch helemaal aan.
Het kiezen van een veel voorkomend onkruid had natuurlijk wél een betekenis. Kruiden waren en zijn nu eenmaal de eenvoudigste en goedkoopste medicijnen van en voor de mens. Daar spreekt ook mijn verwondering en bewondering uit voor die dagdagelijkse onkruiden. Het, hoe is het mogelijk dat zoiets vanzelfsprekend als een paardenbloem zo bijzonder kan zijn? En bijzonder is deze Taraxacum officinale toch wel. Het bijzondere van het gewone, het vertrouwde, is dat niet genezend op zich? Ook de groeikracht en aanpassingsvermogen van onze pisbloem spreken tot de verbeelding, het zijn kwaliteiten die zeer nuttig kunnen zijn voor een mens en voor een vereniging. Dus toch veel redenen om voor de paardenbloem te kiezen. Het kiezen voor deze plant van bij ons krijgt ten andere steeds meer betekenis in deze tijd van het `steeds verder gaan zoeken'. Paardenbloem is toch zeker zo veel waard als Cats Claw, Una de Gato, Morindia, Kawa-Kawa en andere tropische beroemdheden. Met alle respect voor deze eerbiedwaardige planten.
En over oude kruidenboeken gesproken. Ik heb dezelfde verwondering als jij. Een gevoel van geloof en ongeloof. Dat mengsel voor een `bedorven adem' zou ik zeker niet meer toepassen. Beendermeel zwart of niet zwart, staat nu, door je weet wel Creutzfeld-Jacob zeker op de zwarte lijst. Ik heb het, ten andere vroeger veel gebruikt, beendermeel voor mijn eigen beenderstelsel, een vorm van signatuurleer zeker. Aambeien krijgen door hartstocht, dat spreekt me natuurlijk wel aan en ik zou zelfs meer zeggen, dat heb ik er voor over.
Over aambeimiddeltjes hebben mensen altijd wel gefantaseerd. Ook nu hebben we nog onze volkse gebruiken van speenkruidknolletjes of helmkruidbollen in melk te laten trekken met schijnbaar wonderlijke resultaten. Dat deze planten kunnen helpen betwijfel ik niet, maar dat na 24 uur de aambeien al verdwenen zouden zijn, is voor mij van het wonderbaarlijke te veel. In een ander oud kruidenboekske van Heer-Oom uit 1957 worden het benedictenkruid (gezegende distel), Braamblad (looistoffen), brandnetel, kelver (kervel?), lijnzaad (verzachtend en tegen verstopping) en weegbree (thee van rijp zaad, slijmstoffen net zoals vlozaad) inwendig tegen ons speen gebruikt. Voor een ouwe Heer geen slechte keuze, vind ik.
Irene, uit oude kruidenboeken citeren en ze becommentariëren, kunnen we nog jaren blijven doen en misschien moeten we dat ook doen, maar nu wil ik er toch mee stoppen. Tot de volgende Herba. Ouderwetse groeten van Maurice.