vrijdag, november 28, 2025

Over de officiele monografie Achillea millefolium

Een plant van wegen en wegbermen, zoals Duizendblad heeft de mens door de eeuwen altijd begeleid en is dus ook veel gebruikt geweest. Over zo'n manusje van alles is er dan ook in de loop der eeuwen veel geroddeld geweest, werden er straffe verhalen verteld en is de plant met vele namen begiftigd geweest.

De Latijnse geslachtsnaam Achillea komt waarschijnlijk van Achilles, de Trojaanse krijgsheld, die zijn eigen verwondingen (achillespees) en die van zijn soldaten genas met deze plant. De Latijnse soortnaam millefolium duidt op het fijn verdeelde blad, dat er uitziet als duizend blaadjes. Daar komt dan ook de Nederlandse naam Duizendblad vandaan. Vele oude namen verwijzen naar de bloedstelpende en wondgenezende werking van Duizendblad. Herba sanguinaria, dus bloedkruid of het Franse Herbe aux charpentiers, dus timmermanskruid, een naam die we ook nu nog in Vlaanderen gebruiken. 
Planten zoals duizendblad zijn ondertussen ook weer opnieuw erkend als medicijn en worden beschreven in officiële monografieën.

Over de monografie van Achillea millefolium  / Duizendblad

Duizendblad (Achillea spp., Asteraceae) is een complex plantengeslacht dat wijdverspreid is in Europa, Azië en Noord-Amerika. Het kan tot 80 cm hoog worden en groeit in diverse habitats, zoals weilanden, akkers, bermen, braakliggend terrein en puin. De karakteristieke kenmerken zijn de geveerde, gedeelde bladeren en de tuilvormige bloemhoofdjes, die talrijke buisvormige bloemetjes en meestal vijf witte tot roodwitte straalbloemen bevatten.

Het medicinaal gebruikte duizendblad (Millefolii herba) bestaat uit de hele of afgesneden, gedroogde, bloeitoppen van Achillea millefolium L. Het geneesmiddel dat voor farmaceutische doeleinden wordt gebruikt, is monografisch vastgelegd in de huidige 11e editie van de Europese Farmacopee (Ph. Eur.), wat betekent dat kwaliteitsnormen en analysemethoden gedetailleerd zijn vastgelegd op Europees niveau. De bijbehorende farmacopee-monografie behandelt het waarborgen van de identiteit van het geneesmiddelmateriaal (macroscopisch en microscopisch onderzoek, dunne laag chromatografie), zuiverheidstesten op vreemde bestanddelen (verlies bij droging, asgehalte, enz.) en de bepaling van het gehalte aan de belangrijkste etherische olie (minimaal 0,2%) en de proazuleen (minimaal 0,02% berekend als chamazuleen).

De soortnaam "Achillea millefolium L." verwijst enerzijds naar een zogenaamd "aggregaat" dat bestaat uit verschillende soorten ("microspecies") die moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Deze verschillen in morfologie, cytogenetica en chemie, en omvatten diverse taxa met verschillende chromosoomaantallen (diploïd, tetraploïd, hexaploïd en octaploïd). Anderzijds kan de naam "Achillea millefolium L." verwijzen naar een aparte hexaploïde soort die echter vrij is van proazuleen en daarom geen geneesmiddel oplevert dat voldoet aan de farmacopee-normen. Deze soort wordt terecht aangeduid met het achtervoegsel "sl" (sensu latoire – in de ruimere zin) en wordt, net als de bovengenoemde soort, gebruikt als geneesmiddel. Proazuleenbevattende soorten zijn onder andere Achillea asplenifolia, A. roseo-alba en A. collina.

Het geneesmiddel dat uit duizendblad wordt gewonnen, is voornamelijk afkomstig uit wilde collecties in Oost-Europese landen. Dit materiaal is dan ook behoorlijk heterogeen. Daarnaast worden er proazuleenrijke stammen zoals Baconia collina gekweekt. Groothandelaren kopen in bij diverse leveranciers en garanderen de kwaliteit die de Europese Farmacopee (Ph. Eur.) vereist door verschillende soorten te mengen. Het geneesmiddel dat op de markt verkrijgbaar is, bestaat daarom uit een mengsel van proazuleenbevattende en proazuleenvrije stammen, waardoor het bepalen van het proazuleengehalte van cruciaal belang is.

Inhoudsstoffen

Etherische olie (0,1–1,4%) die mono- (pineen, sabineen, 1,8-cineol, kamfer) en sesquiterpenen (β-caryofylleen, germacreen D) bevat, de exacte samenstelling van de etherische olie wordt sterk bepaald door het morfologische type. Deze grote variabiliteit in de samenstelling van de etherische olie heeft geleid tot de vorming van chemotypen. Specifieke vertegenwoordigers van sesquiterpeenlactonen zijn de proazuleen (guaianolidederivaten), waarbij achillicine als de sleutelverbinding wordt beschouwd. Het proazuleenmengsel is complex en bestaat, naast achillicine, uit vele andere, zeer vergelijkbaar gestructureerde, maar licht gemodificeerde guaianolidelactonen. Deze van nature kleurloze verbindingen vertonen een structurele gelijkenis met de proazuleen van kamille, ze zijn ongevoelig voor hitte, licht en zuur en worden gemakkelijk omgezet in het blauwgekleurde chamazuleen. Het is opmerkelijk dat de bittere smaak van duizendblad wordt bepaald door de sesquiterpenen of sesquiterpeenlactonen, terwijl de aromatische geur meer wordt gekenmerkt door de monoterpeenfractie.

Naast de etherische olie bevat duizendblad ook flavonoïden (0,3–1%), coumarines en fenolzuren (bijvoorbeeld verschillende caffeoylquinic zuren) en polyacetylenen (pontica epoxide, kamille-esters).

Toepassing / Werking

De klinische toepassingen van duizendblad worden samengevat in een monografie van het HMPC (Herbal Medicinal Product Committee) van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Hierin wordt een zogenaamd 'traditioneel gebruik' gecertificeerd, d.w.z. langdurig gedocumenteerd veilig gebruik in de volgende toepassingen. Inwendig kunnen preparaten van duizendblad worden gebruikt bij verlies van eetlust, voor de symptomatische behandeling van milde spasmodische maag-darmklachten en bij menstruatiekrampen. Uitwendig worden waterige of hydroalcoholische preparaten van het kruid gebruikt voor de behandeling van kleine oppervlakkige wondjes van de huid en slijmvliezen. De werking van duizendblad is zowel inwendig als uitwendig, enigszins vergelijkbaar met die van kamillebloemen.

De choleretische effecten worden waarschijnlijk veroorzaakt door de bittere stoffen (sesquiterpenen), terwijl de krampstillende effecten waarschijnlijker te wijten zijn aan de flavonoïdefractie. Flavonoïde-bevattende extracten van het geneesmiddel vertoonden spasmolytische effecten in geïsoleerde dunne darmen van konijnen, mogelijk vanwege de aanwezigheid van apigenine en luteoline-O-glycosiden. Bovendien zijn choleretische en antihepatotoxische eigenschappen van duizendblad aangetoond. Waterige extracten van het geneesmiddel vertoonden ook antibiotische activiteit tegen verschillende bacteriën. Studies hebben aangetoond dat de sesquiterpeenlactonen en proazuleen ontstekingsremmende en antibacteriële effecten hebben.

Duizendblad werkt dus op een pleiotrope manier in op verschillende plaatsen in het organisme. Dit is gebaseerd op een samenspel van verschillende bestanddelen die elkaar aanvullen (synergetisch effect) of versterken (additief effect).

Duizendblad wordt gebruikt voor diverse indicaties, waaronder milde spasmodische maag-darmklachten, ontstekingen, diarree en winderigheid. Het wordt ook gebruikt als galblaasmiddel en aromatische bitter om de eetlust te stimuleren. Uitwendig wordt het gebruikt bij ontstekingen van de huid en slijmvliezen vanwege zijn antibacteriële en adstringerende werking. Zitbaden kunnen worden gebruikt om vegetatieve spasmen in het vrouwelijk bekken te verlichten oa bij menstruatieklachten.

Let op: Indien u allergisch bent voor planten uit de composietenfamilie (Asteraceae), kunnen er bij uitwendig gebruik jeukende huidveranderingen met blaarvorming (duizendbladdermatitis) optreden.

Bereidingen en dosering

2-4 g drie tot vier keer per dag als thee-infusie; zitbaden: 100 g kruid per 20 liter water. Preparaten met vers plantensap, tincturen of orale toedieningsvormen met geconcentreerde droge extracten zijn ook commercieel verkrijgbaar. 

Verder onderzoek

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenmonografie-a-z/achillea-millefolium

* betekenis pleiotroop, een stof, zoals een medicijn of een vitamine, kan via verschillende werkingsmechanismen een specifiek gezondheidseffect bereiken. Bijvoorbeeld, vitamine C heeft pleiotrope effecten zoals antioxidante, ontstekingsremmende en endotheelfunctie-stabiliserende eigenschappen. Veel adaptogenen hebben een pleiotrope werking



woensdag, november 26, 2025

Eucalyptus door de eeuwen heen

Eucalyptusbomen behoren tot de mirtefamilie (Myrtaceae), een familie van meer dan 600 soorten die oorspronkelijk uit Australië en Indonesië komen. Het zijn snelgroeiende bomen die een hoogte van bijna 100 meter en een stamomtrek tot wel 20 meter kunnen bereiken. De blauwe eucalyptus (Eucalyptus globulus Labill.) wordt voornamelijk medicinaal gebruikt; hij wordt doorgaans slechts 30-35 meter hoog, maar bereikt in de eerste 10 jaar een hoogte van bijna 25 meter. Het belangrijkste verspreidingsgebied is Zuidoost-Australië.

Traditioneel gebruik in Australië

Verschillende eucalyptussoorten worden op verschillende manieren gebruikt door de inheemse bevolking van Australië; het medicinale gebruik van schors, hars en bladeren is gedocumenteerd voor meer dan een dozijn soorten.

De Yaegl-bevolking in het noorden van Nieuw-Zuid-Wales gebruikte de bladeren tegen bronchitis en hoest, en ook tegen verkoudheid in het algemeen, en de schors als een op tannine gebaseerd medicijn tegen maagzweren en schurft. In West-Australië werd de hars van verschillende soorten gebruikt tegen kiespijn, bronchitis en hartkwalen. Eucalyptus werd ook gebruikt tegen diarree. Een kompres van E. globulus-bladeren werd gebruikt tegen reumatische rugpijn. Voor een sterker effect werden de bladeren ook op hete kolen gelegd. Hoofdpijn werd behandeld met de stoom van de verhitte bladeren, en afkooksels werden gebruikt tegen verkoudheid. Een middel genaamd "mindi-warrum-bing" bevatte naast eucalyptusbladeren ook honing en werd gebruikt tegen verkoudheid en dysenterie.

Toepassing in Europa

De eerste Europeaan die Eucalyptus globulus ontdekte en beschreef, was de Franse bioloog Jacques Julien Houtou de Labillardière (1755-1834) in Tasmanië in 1792 [26][35]. Labillardières reisverslag werd gepubliceerd in het achtste jaar van de Republiek (1799/1800) en werd in 1802 ook in het Engels en Duits gepubliceerd. Hij koos de naam vanwege de gelijkenis van de zaaddozen met de bekleding van knoppen. De illustraties van de planten werden gemaakt door de Belgische schilder Pierre-Joseph Redouté, die nu vooral wereldberoemd is om zijn boeken over lelies en rozen. Labillardière was ook de eerste die etherische oliën analyseerde volgens moderne principes in 1818 en de samenstelling van terpentijnolie met bijna nauwkeurigheid bepaalde.

In het 19e-eeuwse Frankrijk (Grimbert) en Engeland werd ontdekt dat eucalyptus gebruikt kon worden om moerassige gebieden te ontwateren. Men geloofde ook dat de etherische oliën van de boom een ​​desinfecterende werking hadden op de "tropische koortslucht" (vgl. Madaus, p. 1304). De effectiviteit tegen malaria komt echter waarschijnlijk voort uit het feit dat eucalyptusbomen, door hun snelle groei, veel water verbruiken, waardoor het grondwaterpeil daalt en muggen geen broedplaatsen meer hebben. De eerste succesvolle ontwatering van moerasgebieden werd bereikt door de Engelsen in de Kaapkolonie (Zuid-Afrika). Niettemin werd eucalyptus aanvankelijk beschouwd als een middel tegen malaria.

In de 19e eeuw kreeg eucalyptusolie verdere aandacht als medicinaal product. Vanaf het midden van de 19e eeuw werd eucalyptusolie in Australië industrieel gedistilleerd. Bentley en Trimen noemen luchtwegaandoeningen zoals bronchitis, astma en kinkhoest als indicaties.

In zijn 'Textbook of Biological Remedies' uit 1938 schrijft Gerhard Madaus over de toenmalige stand van de wetenschap: 'Eucalyptus globulus is een van de beste middelen voor de behandeling van griep en andere luchtwegaandoeningen.' Wrijfmiddelen worden ook gebruikt bij reumatische aandoeningen, met name die welke het gevolg zijn van griep. Madaus noemt de werking ervan specifiek als een 'goed slijmoplossend middel' bij bronchitis, longontsteking, hoest, kinkhoest, laryngitis, rhinitis, frontale hoofdpijn en astma. Hij beschrijft ook ervaringen met nier- en blaasaandoeningen, diabetes mellitus, gastropathieën, lever- en galblaasproblemen, evenals zweren, bloedend tandvlees en tandvleespijn.

Daarentegen stelt de vierde editie van ‘Hager’s Handbook of Pharmaceutical Practice’ uit 1973 dat eucalyptusbladeren tegenwoordig nog maar zelden worden gebruikt voor bronchitis en astma, voor de productie van mondspoelingen en voor maag- en darmverkoudheid, evenals voor blaasaandoeningen. In de 5e editie worden de toepassingsgebieden van eucalyptusolie – conform de aanbeveling van Commissie E – opgesomd als inwendig en uitwendig gebruik bij infecties van de luchtwegen en uitwendig gebruik bij reumatische klachten.

HPMC-monografie

Het Comité voor Kruidengeneesmiddelen (HMPC) van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) publiceerde in 2013 een monografie over de bladeren van E. globulus, gevolgd in 2014 door een monografie over de etherische olie van E. globulus, E. polybractea en E. smithii. Het gebruik van zowel de bladeren als de olie wordt aanbevolen bij hoest in verband met verkoudheid, en de olie wordt ook aanbevolen voor uitwendig gebruik bij spierpijn.

Eucalyptusbladeren bevatten tannines, procyanidinen, triterpenoïden, flavonoïden, derivaten van floroglucinol zoals euglobals en macrocarpals, en tussen 1,5 en 3,5% etherische olie, waarvan 1,8-cineol het grootste deel vormt (minimaal 70% en maximaal 95%). Andere componenten van de olie zijn monoterpenen zoals α-pineen en p-cymeen. De olie heeft secretomotorische, expectorerende, licht spasmolytische en lokaal licht hyperemische effecten, en is experimenteel aangetoond dat het ontstekingsremmende en antibacteriële eigenschappen heeft.

In laboratoriumtests werden zowel gramnegatieve als grampositieve bacteriën geremd en gedood. De sterkste effecten werden waargenomen tegen Shigella flexneri, Klebsiella pneumoniae, Listeria monocytogenes, Staphylococcus epidermidis, S. saprophyticus en S. xylosus [13]. Daarnaast werd het antivirale effect ook experimenteel onderzocht, met name tegen herpes simplex (HSV-1) en influenza A H11N9. Het ontstekingsremmende effect van geïsoleerd 1,8-cineol is klinisch aangetoond bij patiënten met bronchiale astma. 1,8-cineol kan ook de transdermale absorptie van andere geneesmiddelen versterken.

De olie kan (via inhalatie en systemisch via de bloedbaan) doordringen tot in de kleinste vertakkingen van de sinussen en bronchiën, waar het zijn werking kan uitoefenen. Daarom wordt eucalyptusolie aanbevolen bij infecties van de luchtwegen. Het wordt zowel inwendig als uitwendig gebruikt in de vorm van zalven of inhalaties, maar mag niet worden ingenomen bij ontstekingsziekten van het maag-darmkanaal en de galwegen, of bij ernstige leveraandoeningen. Preparaten die eucalyptusolie bevatten, mogen niet worden aangebracht op het gezicht van zuigelingen en jonge kinderen.

Monografie van Commissie E

Er bestaat een monografie van Commissie E uit 1993 over de vaste combinatie van eucalyptusolie en dennennaaldolie. Inhalatie en topische toepassing worden aanbevolen bij luchtwegverkoudheid [32]. Topische (cutane) toepassing is een hybride vorm van inhalatie en systemische absorptie. Naast inhalatie worden sommige oliën ook via de huid opgenomen, waarbij de absorptiesnelheid en -snelheid sterk afhankelijk zijn van de specifieke olie.

Literatuur

  • Harkenthal M, Reichling J, Geiss HK, Saller R. Vergelijkende studie naar de in vitro antibacteriële activiteit van Australische tea tree olie, cajeputolie, niaouli-olie, manuka-olie, kanuka-olie en eucalyptusolie. Pharmacy 1999; 54: 460-463 Zoeken in Google ScholarDownload RIS-citatie
  • HMPC . Kruidenmonografie van de gemeenschap over Eucalyptus globulus Labill., folium. EMA/HMPC/892618/2011. Londen: Europees Geneesmiddelenbureau; april 2013
  • Zoeken in Google ScholarDownload RIS-citatie
  • HMPC . Kruidenmonografie van de gemeenschap over Eucalyptus globulus Labill., Eucalyptus polybractea RT Baker en/of Eucalyptus smithii RT Baker, aetheroleum. EMA/HMPC/307781/2012. Londen: Europees Geneesmiddelenbureau; maart 2014 Zoeken in Google ScholarDownload RIS-citatie
  • Horváth G, Ács K. Essentiële oliën bij de behandeling van luchtwegaandoeningen, met aandacht voor hun rol bij bacteriële infecties en hun ontstekingsremmende werking: een overzicht. Flavor Fragrance J 2015; 30:331-341 KruisrefPubMedZoeken in Google ScholarDownload RIS-citatie
  • Juergens UR, Dethlefsen U, Steinkamp G. et al. Ontstekingsremmende werking van 1,8-cineol (eucalyptol) bij bronchiale astma: een dubbelblinde, placebogecontroleerde studie. Respir Med 2003; 97: 250-256

zondag, november 23, 2025

Vuurcider

Fire Cider, vuurcider is in feite een oxymel. Het is een traditioneel, zelf te maken middel op basis van appelciderazijn, verrijkt met scherpe, aromatische en helende ingrediënten uit de keuken. Het resultaat is een krachtige, pittige immuunbooster die zowel preventief als acuut kan worden gebruikt – vooral tijdens het verkoudheids- en griepseizoen.

Mensen maken al heel lang azijninfusies. Het was voornamelijk een methode om voedsel te conserveren of te desinfecteren. De term "Fire Cider" werd bedacht door de Amerikaanse herboriste Rosemary Gladstar toen ze in de jaren 70 begon met het onderwijzen van de principes van azijninfusies. Het idee was om een ​​huismiddeltje te creëren dat iedereen in zijn eigen keuken kon maken. Het wordt "Fire Cider" genoemd omdat het voornamelijk gemaakt is van zeer aromatische en kruidige ingrediënten. Dit maakt het huismiddeltje kiemdodend, ontstekingsremmend, slijmoplossend en verwarmend. Perfect voor de winter en het koude seizoen.

Het recept kan elke keer gemakkelijk worden aangepast, afhankelijk van de ingrediënten die je in huis hebt. En dat is precies wat ik zo aantrekkelijk vind: er is geen vaste formule. Iedereen kan zijn eigen mix maken. Soms pittiger, soms milder, soms met citroen, extra knoflook of chili. Het is geen vast recept, maar eerder een idee dat je intuïtief kunt toepassen.

Vuurcider tegen verkoudheid en griep

Een recept kan er als volgt uitzien. Het is een goed voorbeeld dat je kunt aanpassen aan je eigen voorkeuren en wat je in huis hebt. Ik gebruik een weckpot van 750 ml om het mengsel te maken. Dat is een goede hoeveelheid om een ​​hele tijd dagelijks van de Fire Cider te genieten. De basis is ongefilterde biologische appelazijn en alle andere ingrediënten zouden ook biologisch moeten zijn.

  •  Biologische appelazijn
  • 1 el zwarte peperkorrels (Piper nigrum)
  • 3 eetlepels mosterdzaad (Sinapis alba)
  • 1 tl kruidnagel ((Syzygium aromaticum)
  • 2 eetlepels mierikswortelpoeder - of een stukje verse mierikswortel (Armoracia rusticana)
  • 6 teentjes knoflook (Allium sativum)
  • 1 groot stuk gember (Zingiber officinale)
  • 1 ui (Allium cepa)
  • 1 eetlepel kurkumapoeder - of een stukje verse kurkuma (Curcuma longa)
  • 4 eetlepels gedroogde rozemarijn - of een paar takjes verse rozemarijn (Salvia rosmarinus)
  • 1 el honing (om de smaak af te ronden)

Deze mix creëert een verwarmende, bacteriedodende, stimulerende en immuunversterkende vuurcider. Zo werken de afzonderlijke ingrediënten:

Appelazijn

Appelazijn vormt de basis van het geheel: het heeft een kiemdodende en ontstekingsremmende werking, versterkt de afweer, bevordert de spijsvertering en helpt de actieve ingrediënten los te maken van de andere ingrediënten. Het zorgt er ook voor dat de Fire Cider lang houdbaar is – volledig zonder conserveermiddelen.

Knoflook of daslook

Knoflook is een echte klassieker onder de natuurlijke remedies. Allicine, dat het bevat, wordt beschouwd als het belangrijkste actieve ingrediënt. Knoflook heeft antibacteriële, antivirale en schimmelwerende eigenschappen. Het werkt ontstekingsremmend en kan het immuunsysteem versterken. Bij regelmatige consumptie verlaagt knoflook ook de bloeddruk en het cholesterol. 

Ui, ajuin / Allium cepa

Uien zijn ook een traditioneel huismiddeltje. De fructanen (in water oplosbare oligo- en polysachariden) die ze bevatten, zijn bewezen effectief tegen influenza A-virussen. De zwavelverbindingen in uien hebben een antiseptische werking. Hun slijmoplossende eigenschappen zijn een waardevol hulpmiddel bij hoest of een verstopte neus.

Mierikswortel

Mierikswortel, met zijn scherpe mosterdolie, verwarmt het lichaam. Het heeft ook een sterke werking op de luchtwegen, helpt de sinussen te openen en bezit antibacteriële eigenschappen. Mierikswortel , ook wel bekend als Beierse citroen, is rijk aan vitamine C. Commissie E bevestigt het interne gebruik ervan bij luchtwegverkoudheid. 

Mosterdzaad

De olie van mosterdzaad stimuleert de bloedsomloop en bevordert het losmaken van slijm. Mosterd wordt beschouwd als een klassiek huismiddeltje tegen verkoudheid, met name bij vastzittende hoest.

Peperkorrels

Zwarte peperzaadjes geven het mengsel niet alleen een pittige smaak, maar verbeteren ook de opname van andere actieve ingrediënten, zoals curcumine uit kurkuma. De piperine die ze bevatten, heeft een sterke antimicrobiële werking. Bovendien stimuleert peper de spijsvertering en de bloedsomloop.

Rozemarijn

Rozemarijn is een verwarmend keukenkruid dat vaak wordt gebruikt om het lichaam te versterken, spierpijn te verzachten of vermoeidheid te verlichten. De etherische olie, bittere bestanddelen, tannines en flavonoïde glycosiden zorgen voor een stimulerend, zenuwversterkend, ontstekingsremmend en bloedsomloopbevorderend effect.

Kruidnagel

Voor mij zijn kruidnagels een echte winterkruiden. Door hun hoge gehalte aan eugenol, fenolen en flavonoïden hebben ze een sterke antimicrobiële werking en kunnen ze virussen en bacteriën remmen. Ze geven het mengsel ook een lichtzoete en pittige smaak.

Kurkuma

Kurkuma staat vooral bekend om de ontstekingsremmende en antioxiderende eigenschappen van de scherpe stof curcumine en wordt gebruikt ter ondersteuning van de behandeling van een breed scala aan aandoeningen. Het is geen traditioneel verkoudheidsmiddel in de traditionele zin van het woord; het versterkt juist de afweer van het lichaam en heeft een preventieve werking.

Gember

Ik hou ook van gember in de winter. Het is verkwikkend, verwarmt je van binnenuit en werkt ontstekingsremmend. Dankzij de scherpe bestanddelen en etherische olie is het erg nuttig als je snel verkouden bent, een schorre keel hebt of hoest. 

Honing

Hoewel honing ook kiemdodende en immuunversterkende eigenschappen heeft, wordt het voornamelijk gebruikt in mengsels om de smaak af te ronden. De hoeveelheid honing is te klein om echt van de medicinale eigenschappen te profiteren. 

Hoe je immuunversterkende vuurcider maakt

Voordat je alles in de pot doe, maal je de specerijen zoals peper, mosterdzaad en kruidnagel lichtjes in een vijzel, zodat de actieve ingrediënten de azijn nog beter kunnen laten intrekken. De overige ingrediënten hak ik grof in blokjes of plakjes – dat is ruim voldoende. Vervolgens doe je alles in de schone weckpot van 750 ml en giet er zoveel ongefilterde appelazijn bij tot de pot bijna vol is. Doe het deksel erop en laat het 2 tot 3 weken trekken op een koele plaats, uit de buurt van direct zonlicht. Roer eventueel af en toe door.Na 3 weken filter je de Fire Cider door een zeef of een schone doek, giet het in schone glazen flessen en label ze met de datum en inhoud.

Hoe je Fire Cider gebruikt

Tijdens het verkoudheids- en griepseizoen drink ik elke ochtend en avond 1-2 eetlepels vuurcider verdund in een glas water. Je moet het azijnextract niet onverdund drinken, omdat dit de slijmvliezen van mond, keel en maag, en ook het tandglazuur, kan beschadigen. Als je een gevoelige maag hebt, raad ik aan om het 's ochtends niet op een lege maag te drinken, maar van tevoren iets te eten. 

Als je een verkoudheid voel opkomen, verhoog je de hoeveelheid een paar dagen en drink de Fire Cider meerdere keren per dag, altijd verdund met water.

Een ander voordeel is dat vuurcider ook uitstekend geschikt is om mee te koken. Ik gebruik het bijvoorbeeld in:

  • in saladedressings, samen met olie, mosterd en een beetje honing,
  • als smaakmaker in soepen of stoofschotels,
  • of in warme dranken, bijvoorbeeld met heet water, citroen en honing >> dat warmt je op en voelt heel lekker.
  • Het is ook heerlijk in marinades voor geroosterde groenten. Het voegt een aangename pittigheid en frisheid toe.

Voor wie is deze vuurcidermix niet geschikt?

Hoewel deze vuurcider veel positieve eigenschappen heeft, is hij niet voor iedereen geschikt. Mensen die allergisch of intolerant zijn voor een van de ingrediënten, dienen deze mix uiteraard te vermijden of aan te passen. Dagelijkse consumptie wordt afgeraden voor mensen met een hoge bloeddruk, galstenen die een operatie nodig hebben of een overmatige maagzuurproductie. Fire Cider is ook niet geschikt voor kinderen of zwangere vrouwen, omdat sommige ingrediënten te sterk voor hen zijn.

Houdbaarheid en opslag

Nadat ik mijn vuurcider heb gezeefd, bewaar ik hem in schone, omgespoelde glazen flessen. Ik gebruik meestal lege azijnflessen omdat die een dop hebben die niet met de azijn reageert. Dit is belangrijk, omdat gewone doppen na verloop van tijd door de azijn corroderen. Als je de azijn in een glazen pot wilt bewaren, gebruik dan glazen deksels, geen gewone confituurdeksels. 

Bewaar het in een donkere, koele hoek van de keuken, uit de buurt van direct zonlicht. Het hoeft niet in de koelkast. Omdat de basis appelazijn is, is vuurcider van nature erg lang houdbaar – minstens zo lang als de appelazijn zelf. Er kan zich na verloop van tijd een gelatinelaag op het oppervlak van je cider vormen. Dit is een nieuwe azijnmoeder en volkomen normaal. Ik verwijder deze meestal, omdat deze groeit en de cider na verloop van tijd opeet.

En voilà, zoals je ziet: vuurcider is snel gemaakt, je hebt geen specifiek recept nodig en het is gewoon goed voor je – vooral tijdens het verkoudheids- en griepseizoen. 

donderdag, november 20, 2025

Fenegriek geschiedenis en een onderzoek

Trigonella foenum-graecum wordt al sinds ongeveer 4000 jaar voor onze tijdrekening in Centraal-Azië gebruikt als medicinale plant. De voordelen en medicinale doeleinden zijn beschreven in een van de oudste medicinale documenten, de Ebers-papyrus. Traditioneel heeft T. foenum-graecum L. een lange geschiedenis van medisch gebruik in de Ayurvedische en Chinese geneeskunde als verzachtend, lactatiestimulerend middel en laxeermiddel. In het oude Rome werd fenegriek gebruikt om de bevalling en menstruatiekrampen te bevorderen en als tonicum voor de stofwisseling. Ook in het oude Egypte werd fenegriek gebruikt om de melkproductie bij zogende moeders te stimuleren, en moderne Egyptische vrouwen gebruiken deze zaden nog steeds om menstruatiekrampen te verlichten. Het is ook bekend als volksgeneesmiddel om cellulitis, steenpuisten en tuberculose te behandelen. In de 19e eeuw was fenegriek het hoofdingrediënt in patentmedicijnen voor dysmenorroe en postmenopauzale symptomen. Daarnaast vermeldden Yadav en Kaushik dat de slijmstoffen van fenegriekzaden een plaatselijke werking kan hebben bij het verzachten van irritatie veroorzaakt door eczeem. De traditionele Chinese geneeskunde gebruikt fenegriekzaden ook bij nierproblemen en nierstenen, omdat fenegriek de hoeveelheid calciumoxalaat vermindert, het kristal dat bijdraagt ​​aan de vorming van nierstenen. Fenegriek staat er ook om bekend dat het helpt bij het oplossen van verstoppingen (slijmstoffen zijn laxerend) en het wordt gebruikt als een ontgiftingsmiddel bij het verwijderen van giftige afvalstoffen, dode cellen en vastzittende eiwitten via het lymfestelsel.

Een recent onderzoek bij ouderdomsdiabetes

Supplementen met fenegriek-extract, maar ook gedroogde fenegriek, verbetert de manier waarop het lichaam omgaat met glucose. Dat effect is zo sterk, dat diabeten gezonder worden door suppletie met fenegriek. Ook als ze al medicijnen gebruiken. Zuid-Koreaanse wetenschappers, verbonden aan Woosuk University, traceerden in de wetenschappelijke literatuur 10 trials waarin onderzoekers diabeten of prediabeten hadden behandeld met fenegriek. De trials duurden 8-16 weken. Soms kregen de proefpersonen supplementen met extracten, soms poeder van gedroogde fenegriekzaden. In dat laatste geval varieerden de doses van 2-30 gram per dag. Kregen ze extracten, dan varieerde de doses van 2-6 capsules per dag. In een aantal trials bestudeerden de onderzoekers het effect van fenegriek alleen, in andere de toegevoegde waarde van fenegriek in combinatie met andere interventies, zoals medicatie of beweging.

Suppletie met fenegriek verlaagde de concentratie glucose 's ochtends vroeg in het bloed, nog voordat de proefpersonen hadden ontbeten. Fenegriek had dit effect op zichzelf, maar versterkte ook het glucoseverlagende effect van medicatie en beweging. Extracten waren effectief, gedroogde zaden ook.

Bronnen

zondag, november 16, 2025

Salomonszegel, mythe, macht en geneeskracht

We verzamelen wortels van mythische en geneeskrachtige planten. Smeerwortel, Japanse duizendknoop, echte heemst, nagelkruid, valeriaan en we vinden ook per ongeluk bij het wroeten in de grond de bijzondere salomonszegel. 

Mythische planten met rituele kracht zijn er in het verleden heel wat geweest. De Salomonszegel is zo een relict uit een verleden tijd. Heeft hij zijn oude reputatie te danken aan de vorm van de wortelstok? Zijn Latijnse naam Polygonatum verwijst wel naar de merkwaardige vorm van de wortelstok. Het woord is afgeleid van het Griekse polys, veel en gony, knoop. De wortelstok bestaat uit opvallend veel, vlak bij elkaar zittende knopen.

De stengels sterven in de herfst af en laten op de wortelstok een zegelvormige afdruk achter, waar de plant zijn Nederlandse naam aan te danken heeft.Deze is vooral bij de Duinsalomonszegel goed te zien. De Veelbloemige Salomonszegel, Polygonatum multiflorum en de Duinsalomonszegel, Polygonatum odoratum lijken op mekaar, maar zijn aan hun stengel te onderscheiden. Eerstgenoemde heeft een ronde stengel en gewoonlijk 2 tot 5 bloemen in de bladoksels. Bij de Duinsalomonszegel is de stengel kantig en staan er hooguit 2 bloemen in de bladoksels.

Salomonszegel werd vroeger als geneeskrachtige plant gebruikt. De Polygonatum odoratum vindt men in sommige kruidenboeken vermeld als Polygonatum officinalis. Het is een van de planten die de beroemde legerarts Dioscorides gebruikte om open wonden te dichten, en gebroken gewrichten aan elkaar te hechten. Polygonatum multiflorum heeft gelijkaardige eigenschappen. Galenus (130-200) waarschuwde tegen het inwendig gebruik van beide planten.

De Engelse kruidkundige Gerard (16° eeuw) merkt echter op dat het volk in Hampstead de gemalen wortel van salomonszegel in hun bier strooiden als remedie tegen gebroken botten. Gerards tijdgenoot, de Italiaanse arts Matthiolus vermeldt een schoonheidsmiddel als gezichtslotion, waarmee de Italiaanse dames zonnebruin, sproeten, aangezichtsschurft en dergelijke huidontsierende verschijnselen van het gelaat konden verwijderen. Dus om een blanke, bleke huid te krijgen want bruin was toen niet in de mode. Door de eeuwen heen werd de gestampte wortel van deze plant in de vorm van papjes, omslagen of aftreksels toegepast op kneuzingen, schaafwonden en fijt. De Franse benamingen herbe aux panaris en herbe à la rupture verwijzen nog naar die werking.

Het verhaal van de springwortel

De springwortel der Duitsche legenden werd reeds door Plinius vermeld en in de oudheid werd dezelfde wonderkracht aan deze tooverplant toegedicht als in onze dagen nog het geval is. Deuren, die men er mee aanraakt, springen open; wanneer men springwortel in den rechterzak draagt, is men tegen kogels en sabelhouwen beschut (Schwaben). De wortel wijst alle schatten der aarde aan (Harz). De specht, de vogel die op den boom klopt, verschaft ons het tooverkruid. Reeds Plinius noemt de specht, elders is het de raaf, in Tyrol de zwaluw, en vooral door de tusschenkomst van den vogel verbindt zich de sage met alle verhalen van vogels die het vuur op de aarde brengen of de hemelsche soma rooven. Steeds blijkt uit dergelijke legenden, dat men aan het vuur, aan schatten, aan den landbouw enz. een hemelschen oorsprong toeschreef: alles wat den mensch begeerenswaardig toescheen, was door een wonder van boven gekomen. Dit leeren we ook uit de manier waarop de menschen den springwortel moeten inzamelen. Het nest van den vogel, dien men als bode der vurige hemelmachten beschouwt, sluit men dicht terwijl het mannetje is uitgevlogen. Wanneer de vogel terugkeert, zal hij springwortel gaan halen om zijn nest te openen. Men plaatst dan een kom water in de nabijheid, men maakt een vuur aan, of spreidt een rooden doek uit, dien de vogel voor vuur aanziet, en waarin hij den wortel zal laten vallen. (Zuid-Duitschland, Bohemen, Waldeck, Westfalen, Oldenburg). Deze springwortel symboliseert den bliksem, die alles versplinteren kan, de geweldige hemelsche macht, die de menschen in hun zak wilden steken als een opperste tooverkracht. De legende is een uiting van de poëzie en philosophie van natuur-menschen, die de machtige stem der goden vertolken willen in aardsche beelden. Dezen springwortel heeft men ook Johannisbrood genoemd en zijn attributen gelijken op die van het varenzaad. De geheimzinnige varenkruiden worden beschouwd als de planten, waarvan de aanschouwing tot deze legenden geleid heeft.

P. Ascherson, Die Ziegen mit goldenen Zähnen und das Goldkraut (Naturw. Wochenschrift 1893). P. Magnus, Goldpflanzen (D. Botan, Monatschr. 1900).

https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/40963-salomonszegel-mythe-macht-en-geneeskracht.html

vrijdag, november 14, 2025

Wortels oogsten in het wild. Levend leren.

Morgen..... smeerwortel, Geel nagelkruid, Griekse alant, Echte heemst, daslook, Japanse duizendknoop oogsten ......  als het ons lukt tijdens de eerste buitendagen van de acht en dertigste herboristenopleiding. 

En misschien nog meer? Wat kunnen we nog vinden? Misschien echte bijvoet, knopig helmkruid... ik graaf diep in mijn geheugen, wandel door een virtueel landschap. De helling af naar de Maas, langs de Bonsoybeek... o ja daar moet nog valeriaan te vinden zijn... naar de Cascatellestuin, misschien wat kalmoes- of iriswortel eerbiedig uit de grond halen. 

Morgen in het echt, de voeten in de aarde, snuffelen, snuiven en graven. Met de blote handen in de natte grond. Levend leren.  

zaterdag, november 08, 2025

Inuline, onze darmflora en planten

Wij leven in symbiose met onze darmbacteriën. Er bestaan ​​eeuwenoude overeenkomsten tussen de darmflora en de mens. De darmbacteriën ondersteunen en verbeteren zelfs de effectiviteit van geneeskruiden. Maar wat krijgen ze ervoor terug? Heel simpel: voedsel en onderdak. De dunne en dikke darm creëren allereerst een omgeving waarin onze darmflora goed gedijt. Deze moet enigszins vochtig zijn, goed verwarmd en – heel belangrijk – de pH-waarde moet correct zijn. Een licht zure omgeving zorgt ervoor dat de darmflora zich prettig voelt en floreert. Het onderdrukt ook ongewenste bacteriën die het leven voor ons en onze darmflora moeilijk kunnen maken.

En hoe zit het met ons voedsel?

Darmsymbionten voeden zich ook met wat wij eten. Wanneer het gedeeltelijk verwerkt voedsel de darm binnenkomt, wordt deze verder verwerkt door de darmsymbionten. Ze concurreren echter niet met ons. Ze hebben zich gespecialiseerd in voedselcomponenten die voor ons onverteerbaar zijn. Dit geldt met name voor langketige koolhydraten. Wij missen de benodigde enzymen om deze te verteren. Wij produceren slechts ongeveer 10 enzymen voor de vertering van koolhydraten, terwijl de darmsymbionten er ongeveer 200 produceren [1]. Dit is ook in ons voordeel: wanneer ze onverteerbare koolhydraten afbreken, behouden ze slechts een deel van de opbrengst, waardoor de rest voor ons beschikbaar komt. Dit kan bijzonder goed worden aangetoond met inuline. 

Inuline

Inuline is een belangrijke opslagstof in planten. Het wordt voornamelijk in de wortels aangemaakt in de herfst en vormt een essentiële bron waar de plant in het voorjaar een beroep op kan doen. Verschillende geneeskrachtige planten bevatten inuline. Het wordt bijvoorbeeld gevonden in de wortel van paardenbloem (Taraxacum officinale) en cichorei (Cichorium intybus). Veel wortelgroenten bevatten ook inuline, zoals aardpeer (Helianthus tuberosus), schorseneer (Scorzonera hispanica) en pastinaak (Pastinaca sativa) [2]. Uien en prei zijn ook uitzonderlijk rijk aan inuline.

Inuline bestaat uit veel fructosebouwstenen – fructose is voor ons wel verteerbaar, maar niet in zo'n complexe samenstelling. Daarom passeert inuline onze darmenzymen ongewijzigd en bereikt het de onderste delen van de darm. Daar komt het bacteriën tegen die, met behulp van hun enzym inulinase, inuline afbreken tot zijn fructosecomponenten en zich daarmee voeden. Daarbij produceren ze de kortketenvetzuren propionzuur, boterzuur en azijnzuur, evenals hun zouten en esters propionaat, butyraat en acetaat. Deze stoffen zijn weer gunstig voor ons: ze remmen ontstekingsprocessen in de darm, voorzien de cellen van het darmslijmvlies van energie, bevorderen de darmmotiliteit (peristaltiek), de activiteit van het immuunsysteem en de weerstand van het darmslijmvlies tegen toxines en pathogenen. Een deel van de kortketenvetzuren komt in de bloedbaan terecht en helpt hoge bloedlipideniveaus te verlagen, en kan positieve effecten hebben op onze stemming en cognitieve prestaties [ 3 ]. Inuline is voor ons dus onverteerbaar, maar het voedt wel de darmsymbionten: om die reden wordt het gerekend tot de natuurlijke prebiotica, oftewel stoffen die een gevarieerde en gezonde darmflora bevorderen.

Inuline voor een gezonde darm

Onder de inuline-afhankelijke bacteriën in onze darmflora zijn vooral bifidobacteriën belangrijk. Ze zijn de "bewakers" van de dikke darm. Met het melkzuur dat ze produceren, houden ze schadelijke bacteriën op afstand en bevorderen ze de diversiteit aan darmsymbionten. Studies hebben aangetoond dat een met inuline versterkte fractie van bifidobacteriën de groei van Faecalibacterium prausnitzii en Ruminococcus mogelijk maakt, evenals verschillende soorten van het geslacht Bacteroides, zoals Bacteroides uniformis en Bacteroides caccae. Dit zijn allemaal belangrijke bacteriën voor de darmgezondheid [ 4 ]. Omgekeerd worden schadelijke bacteriën zoals Campylobacter jejuni, Clostridium perfringens en Salmonella, evenals pathogene stammen van Escherichia coli en Bilophila wadsworthia, onderdrukt door inuline-inname [ 5 ]. 

Hoe je uw darmgezondheid kunt versterken met inuline

U denkt er nu misschien aan om zoveel mogelijk inuline te consumeren. Ik raad dit echter af. Een hoge inuline-inname kan leiden tot bijwerkingen zoals een opgeblazen gevoel of diarree. Basisonderzoek suggereert zelfs dat een overmatige inuline-inname schadelijk kan zijn, omdat het kan leiden tot de vorming van giftige stoffen [ 6 ].  Ik raad daarom aan om regelmatig groenten met veel inuline in je voeding op te nemen.

Daarnaast kan een kruidenthee of siroop met inuline en / of mosterdolie heilzaam zijn.

  • 50 g paardenbloemwortel (Taraxaci radix)
  • 50 g cichoreiwortel (Cichorii radix)

Laat 1 theelepel hiervan 2 tot 3 keer per dag 15 minuten trekken in ¼ liter kokend water, afgedekt. ​​Drink het ongezoet tijdens of kort voor de maaltijd. Paardenbloem en cichorei kunnen, met hun natuurlijke inulinegehalte, je darmgezondheid bevorderen. Ik raad dit gebruik aan op basis van eerdere onderzoeksresultaten en de bevindingen van de traditionele geneeskunde.

Inuline is een belangrijke stof die onze darmflora van voedsel en onderdak voorziet. Enerzijds voorziet het hen van voedingsstoffen. Anderzijds zorgt het ervoor dat bifidobacteriën een gunstig milieu in de dikke darm in stand houden en zo onderdak bieden aan veel verschillende darmflora. Ook wij profiteren hiervan: een gezonde darmflora produceert verschillende stoffen, zoals korte ketenvetzuren, die essentieel zijn voor een gezonde darm. Groenten en medicinale planten die inuline bevatten, zoals paardenbloem en cichorei, zijn dus goed voor uw darmgezondheid. 

Geneeskrachtige planten voor de darmflora

Verschillende geneeskrachtige planten zijn waardevolle bronnen van inuline, vooral paardenbloem (Taraxacum sect. Ruderalia, voorheen Taraxacum officinale) en cichorei (Cichorium intybus). Beide planten leveren ook waardevolle bitterstoffen. Deze stimuleren de doorstroming van spijsverteringssappen. De spijsverteringssappen hebben op hun beurt een regulerende werking op de samenstelling van de darmflora: als de galblaas bijvoorbeeld te weinig gal afscheidt, kunnen vette voedselbestanddelen niet goed worden afgebroken. Ze komen dan onverteerd in de dikke darm terecht, waar ze de samenstelling van de daar levende bacteriën negatief kunnen beïnvloeden. Zowel paardenbloem als cichorei stimuleren de galdoorstroming en daarmee de vetvertering. Beide zijn ook interessante planten voor een zelfgemaakte plantaardige koffievervanger.

Mosterdolieglycosiden voor de darmflora
Mosterdolieglycosiden zijn zwavelhoudende verbindingen waaruit speciale enzymen, zoals myrosinase, mosterdolie kunnen splitsen. Er blijft een suikerresidu achter. Veel voedselplanten, zoals radijs, mosterd, tuinkers en kool, of medicinale planten zoals mierikswortel (Armoracia rusticana) en Oost-Indische kers (Tropaeolum majus), bevatten mosterdolieglycosiden. Wanneer we deze medicinale planten consumeren, komen de mosterdolieglycosiden in de darmen bacteriën tegen die het enzym myrosinase produceren. Mosterdolie wordt vrijgegeven en opgenomen door ons darmslijmvlies. Het suikerresidu dient dan als voedsel voor de bacteriën. Vooral de nuttige Bacteroides-soorten van onze darmflora lijken baat te hebben bij een regelmatige inname van mosterdolieglycosiden. [ 3 ]

Nog een thee voor de darmflora
  • 40 g Oost-Indische kerskruid (Tropaeoli herba)
  • 70 g paardenbloemwortel (Taraxaci radix)
  • 70 g cichoreiwortel (Cichorii radix)
Laat een afgestreken eetlepel van het theemengsel 15 minuten trekken in 250 ml kokend water, afgedekt, tot drie keer per dag, en drink het ongezoet voor de maaltijd. De thee is geschikt voor langdurig gebruik. Drink het bij voorkeur in een kuur van zes weken.

Thee met een kick: Vlierbessensap voor je darmflora
Vlierbessen (Sambucus nigra) hebben ook wat te bieden voor onze darmgezondheid, of preciezer gezegd, de vlierbessen. Deze zijn een rijke bron van polyfenolen, waaronder de donkere kleurstoffen anthocyanen. [ 4 ] Een Oostenrijkse onderzoeksgroep kon aantonen dat de polyfenolen in vlierbessen een positief effect hebben op de samenstelling van onze darmflora. Na negen weken van de studie verbeterde de diversiteit van de darmflora bij de deelnemers en namen ook de spijsverteringsproblemen af. [ 5 ]
Het toevoegen van vlierbessen aan bovenstaand theemengsel is mogelijk. Naar mijn mening is het echter eenvoudiger en effectiever om vlierbessensap te gebruiken. Je kunt het als volgt met de thee combineren: voeg na het trekken van de thee een glaasje vlierbessensap toe.
Rauwe zwarte vlierbessen bevatten het cyanogene glycoside sambunigrine. Daarom moeten ze vóór consumptie tot boven de 80 °C worden verhit.

Vanuit microbiologisch oogpunt zijn we een moederschip. Alleen al in onze darmen leven zo'n 100 biljoen bacteriën. De meeste daarvan zijn essentieel voor onze gezondheid. Ze bepalen hoe we ons voelen, of we ziek worden en hoe snel we herstellen. Het is verstandig om goed voor je darmflora te zorgen. Geneeskrachtige planten met inuline en bitterstoffen zoals paardenbloem en cichorei, planten met mosterdolieglycosiden zoals Oost-Indische kers en mierikswortel en vlier met anthocyanen kunnen hierbij helpen.

Referentes
  1. Le Bastard Q, Chapelet G, Javaudin F et al. De effecten van inuline op de microbiële samenstelling van de darm: een systematische review van bewijs uit humane studies. Eur J Clin Microbiol Infect Dis. 2020; 39: 403-413. DOI: 10.1007/s10096-019-03721-w
  2. Blaschek W, Ebel S, Hackenthal E, Holzgrabe U, Keller K, Reichling J, Schulz V. Taraxacum en Cichorium. Hagers Encyclopedie van geneeskrachtige stoffen en medicijnen. Stuttgart: WVG/Springer; 2014
  3. Kaczmarek JL, Liu X, Charron CS, et al. Broccoliconsumptie beïnvloedt de menselijke gastro-intestinale microbiota. J Nutr Biochem. 2019; 63:27-34. DOI: 10.1016/j.jnutbio.2018.09.015
  4. Blaschek W, Ebel S, Hackenthal E, Holzgrabe U, Keller K, Reichling J, Schulz V. Sambucus. Hagers Encyclopedie van geneesmiddelen en medicijnen. Stuttgart: WVG/Springer; 2014
  5. Reider SJ, Längle J, Przysiecki N et al. A Moschen: Invloed van een extract van zwarte vlierbessen op het darmmicrobioom – resultaten van de ELDERGUT-studie. Z Gastro-enterol 2021; 59: e343-e344. DOI: 10.1055/s-0041-1734273

Literatuur

  • Nelson KE, Weinstock GM et al. Het Human Microbiome Jumpstart Reference Strains Consortium. Een catalogus van referentiegenomen van het menselijk microbioom. Science 2010; 328
  • Shoaib M, Shehzad A, Omar M et al. Inuline: eigenschappen, gezondheidsvoordelen en toepassingen in de voeding. Carbohydr Polym 2016; 147: 444-454
  • Birkeland E, Gharagozlian S, Birkeland KI et al. Prebiotisch effect van inuline-achtige fructanen op de fecale microbiota en korteketenvetzuren bij diabetes type 2: een gerandomiseerde gecontroleerde studie. European Journal of Nutrition 2020; 59(7): 3325–3338
  • Healey G, Murphy R, Butts C et al. De gebruikelijke inname van voedingsvezels beïnvloedt de reactie van de darmflora op een inuline-achtig fructaanprebioticum: een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, cross-over, humane interventiestudie. Br J Nutr 2018; 119(2): 176–189
  • Vandeputte D, Falony G, Vieira-Silva S et al. Prebiotische inuline-achtige fructanen induceren specifieke veranderingen in de menselijke darmflora. Good 2017; 66(11):1968–1974
  • Singh V, Yeoh BS, Chassaing B et al. Ontregelde microbiële fermentatie van oplosbare vezels induceert cholestatische leverkanker. Cell 2018; 175(3): 679-694.e22
  • https://sites.google.com/site/kruidwis/inhoudsstoffen-en-hun-werking/inuline-en-fos