dinsdag, juni 25, 2019

Met de bende in de bergen

Route: Parking Col Croix de fer 2067m → Col Lazard 2525m → Gite de l’Etendard 2441m → Lac Bramant (tussen de refuge en Col Nord) → Col Nord des Lacs 2533m → Le Tévaroz 2330m → Plan Rouet 2000m → Sur la Tourbière 2055m → Lac Potron en Lac Guichard → Parking Col Croix de fer 2067m

Voor alles is er een eerste keer ...
Dit is een unicum in het leven van onze bende, twee keer dezelfde tocht op een paar dagen tijd. Ja, Gîte de l’Etendard staat deze week voor de tweede keer op onze agenda. Daar is echter een goeie reden voor, vorige zaterdag deden we deze tocht namelijk in guur weer en regen. We hopen vandaag op betere omstandigheden en die zien er bij het vertrek toch veel belovend uit.
We starten op onze ondertussen vertrouwde parking: dotterbloemen in beek en een witte kwikstaart op het dak van het café. Eerst onze portie zetelliften en grindpaden afwerken. Klein hoefblad, monnikskapboterbloem, vrouwenmantel, alpenviooltje en bergnagelkruid fleuren het brokkelig pad op. Gele berganemonen en witte krokussen volgen de oevers van het riviertje. De grindweg is zo dominant dat we soms het ‘echte’ pad missen. Vandaag kunnen we het juiste spoor beter volgen dan zaterdag. Toen hadden we niet zoveel tijd om te zoeken, we moesten vooral verder door de regen. Maar ook vandaag komen we soms tot de vaststelling dat een pad op de grindweg uitkomt waarvan we een afslag eerder blijkbaar gemist hebben.

Er is veel volk op pad – alsof ‘iedereen’ vandaag naar boven wil. We zijn bij de ‘laatsten’ die vertrekken maar we kunnen er nog enkele voorbijsteken. De zon is er maar er is ook veel wind. Op de plaats waar het pad weer op de grindweg komt - en waar het zaterdag echt goed begon te regenen - zie ik nu een hagedisje. We houden hier een langere pauze. Het is hier ook zalig zitten op ons zelf gefantaseerd topje. De wind doet deugd – ik voel me letterlijk ‘uitwaaien’.

Net als we verder willen gaan, waait de hoed van Maurice weg. In een reflex ga ik er achteraan, zelfs in het
sneeuwveld, maar hij blijft verder rollen. Even denk ik dat het een verloren zaak is maar dan blijft de hoed toch liggen. Een strooien hoed in de sneeuw, eigenlijk wel een mooi beeld maar ik neem geen foto want ik wil het risico niet lopen dat hij opnieuw wegwaait en ik er opnieuw achteraan moet. En toegegeven, ik ben toch wel een  beetje buiten adem na die ren.
Eénmaal de hoed weer op het passende hoofd klimmen we in de sneeuw en tegen de wind in naar Col Lazard. Net hetzelfde als zaterdag, alleen zijn vandaag veel mensen ons al voor geweest. We ‘ploeteren’ door de sneeuw (wat na onze tocht van gisteren geen probleem meer kan zijn) en komen op Col Lazard om direct door te stappen naar de refuge. Tijd voor de middagpauze, een biobiertje met de naam ‘Guide’ en een groepsfoto.

Langs de meren
Omdat het weer heel goed meezit, beslissen we om een extra lus te maken rond de twee meren. Het Grand Lac, is afgedamd als stuwmeer. Het is nog steeds ondergesneeuwd, alleen de randen van lichtblauw verraden de aanwezigheid van het meer. Door die sneeuw is de start van het pad wat moeilijk te vinden maar Maurice is en blijft de beste padvinder. We gaan over de dam van het eerste meer en kunnen de in de zon glinsterende ijsschotsjes zo uit het water halen, een mooi lichtspel.

Wat verder ligt nog iets te schitteren
in de zon. In een grote plas ijswater
zwemmen een vijftal grote kikkers
tussen ‘pollen’ kikkerdril. De blaasjes
van het kikkerdril weerkaatsen in het
zonlicht en zijn precies kleine lampjes.

Op het smeltwater, tussen het sneeuwveld en het lac is het opletten geblazen. Hier wegglijden betekent een ijskoude douche. Het landschap is hier wel bijzonder met die ijsmeren, sneeuw en bergen. Aan de overkant zien we een ‘glijspoor’ met op het einde een grote rotsblok. Die is dus letterlijk als een blok naar beneden
gedonderd.

Omdat Maurice last heeft van pijnlijke voeten laten we het tweede meer voor een andere keer en lopen we op een dun brugje tussen de twee meren door naar de andere kant, richting Col Nord des Lacs. Ook langs deze kant overbruggen we nog veel sneeuwveldjes. De sneeuw is zacht en ‘smeltklaar’ waardoor we met z’n allen eens goed kunnen ‘doorzakken’. De putten naast de rotsen zijn soms wel heel erg diep maar iedereen komt veilig op Col Nord aan. Hier weer even een rustpauze waar sommigen een platte rustpauze van maken.

Maurice stelt voor om af te dalen in de sneeuw. Dat heeft voordelen. Het is minder pijnlijk voor de voeten én het is heel plezierig. We dalen 200m al stappend en glijdend tot aan Le Tévaroz. Bij het glijden is het eerst wat zoeken naar de juiste balans maar dan gewoon de sneeuw en de helling zijn werk laten doen ... en het gaat snel. Toch wel een bijzonder gevoel om op die manier de berg af te komen. Het is een perfecte landing, net op de juiste plek op het pad. Een steenmanneke toont ons dat we goed zitten en we gaan verder met een natte broek. Gelukkig schijnt de zon in onze rug, dat bevordert het droogproces.

Een afdaling in stenige ondergrond met voorjaarsanemonen, een bleke variant van klokjesgentiaan, bergvaleriaan, huislook in bloei en geel kartelblad en dan weer het grindpad, de zetelliften en een bloedneus....
We sluiten de dag weer af aan het Lac Potron en Lac Guichard. Waterdrieblad staat nu in bloei, de bronlibellen zijn allemaal ontpopt, alleen hier en daar vinden we nog hun ‘omhulsel’. Naast de orchissen, alpenereprijs, trollius en tormentil van vorige zaterdag zie ik nu ook moerasviooltje, buxusvleugeltjesbloem, bergvenkel en bloeiresten van beenbreek.

Het zicht op ‘onze’ drie topjes (Les Aiguilles d’Arves) is vandaag in David Hamilton-sfeer. Hopelijk betekent dit niet dat het morgen weer regent.

zaterdag, juni 15, 2019

Nog maar eens over Cannabis

Cannabis wordt geteeld als grondstof voor vezels (vezeltype of vezelhennep) of voor wiet (drugtype). Bij het drugtype gaat het om de stof delta-9-tetrahydrocannabinol (THC), een psychoactieve stof die vooral in de vrouwelijke toppen van wietplanten in hoge concentraties aanwezig is en bij gebruik een high gevoel kan veroorzaken. THC is overigens in de plant aanwezig als THCzuur en komt pas vrij na verwarmen.

Vezelhennep is een landbouwgewas dat een substantiële hoeveelheid cannabidiol (CBD) bevat, een stof zonder psychoactieve effecten. De gedroogde bloemknoppen van vezelhennep mogen niet meer dan 0,2% THC bevatten. Uit vezelhennep geëxtraheerde CBD wordt in een lage dosering in Nederland als voedingssupplement onder de naam CBD-olie toegestaan. Daarbij geldt wel de eis dat het THC-gehalte in deze olie niet hoger is dan 0,05%.

Naast THC en CBD bevat cannabis meer dan zestig andere cannabinoïden. Medicijnen op basis van THC kunnen worden voorgeschreven bij multiple sclerose (MS), bij chronische zenuwpijn zoals bij fibromyalgie, bij misselijkheid en onvoldoende eetlust door bijvoorbeeld chemotherapie, bij glaucoom  en bij tics zoals bij het syndroom van Gilles de la Tourette.
De combinatie van THC en CBD wordt eveneens voorgeschreven bij MS en een CBD-olie van farmaceutische kwaliteit wordt ingezet bij het Dravetsyndroom, een zeldzame en ernstige vorm van epilepsie.

Toedieningsvormen voor medicinale toepassingen zijn inhalatie met behulp van een verdamper, orale inname van thee of olie, via een mondspray en als een zalf die uitwendig wordt toegepast. Toediening via een verdamper heeft een snel effect en de dosering is goed te controleren. Bij een thee van cannabis vindt geen volledige omzetting plaats van THC-zuur in THC en vanwege de slechte oplosbaarheid in water moet er een vettige stof zoals koffiemelk aan worden toegevoegd. Zo wordt echter een weinig stabiele oplossing verkregen die daardoor ook maar kort houdbaar is. Bij het gebruik van medicinale cannabis geldt het advies ‘start low, go slow’, wat bijvoorbeeld betekent dat in een periode van twee weken de einddosering moet worden opgebouwd. Het gebruik van medicinale cannabis op basis van THC is echter niet zonder gevaren en moet daarom worden afgeraden aan jongeren, personen met aanleg voor psychoses en verslavingen en bij bepaalde hartklachten.

woensdag, juni 12, 2019

Stress en Passiflora

Chronische stress leidt op termijn onder andere tot een langdurige verhoging van het stresshormoon cortisol. Dit heeft naast lichamelijke effecten, waaronder hypertensie, insulineresistentie en verstoringen in de immuunreactie, ook psychische effecten die kunnen leiden tot angststoornissen, burn-out of depressie. 

De niet-medicamenteuze behandeling bij chronische stress berust op bewustzijnsverbetering en ontspanningstechnieken. Dit kan worden aangevuld met een medicamenteuze behandeling met benzodiazepines of barbituraten. Deze hebben als groot nadeel dat ze tot afhankelijkheid kunnen leiden, een effect dat al bij relatief kortdurend gebruik optreedt.

Passiflora sp.
Er zijn fytotherapeutische alternatieven, en passiebloem (Passiflora edulis Sims., voorheen P. incarnata L.) is veelbelovend. De passiebloem wordt volgens verschillende kruidenmonografieën gebruikt bij zenuwachtige rusteloosheid (Commission E), spanningen en slaapstoornissen (ESCOP), milde stresssymptomen en ter promotie van de slaap (EMA). Passiebloem heeft mogelijk vergelijkbare effecten bij een gegeneraliseerde angststoornis als 30 mg van de benzodiazepine oxazepam. Verder lijkt passiebloemextract pre-operatieve angstklachten te verminderen en heeft het een positief effect op kinderen met ADHD. Verschillende onderzoeken bevestigen de rustgevende en anxiolytische effecten van passiebloem op het centrale zenuwstelsel.

De werkzame stoffen uit passiebloem met een effect op het centrale zenuwstelsel omvatten alkaloïden waaronder harman en harmol, flavonoïden waaronder chrysin, apigenin, vitexin en orientin en verschillende andere polyfenolen. Inmiddels is duidelijk geworden dat het werkingsmechanisme tot stand komt door middel van modulatie van het GABA-systeem.

GABA en het centraal zenuwstelsel.
De neurotransmitter gamma-aminoboterzuur (GABA) heeft een remmend effect binnen het centraal zenuwstelsel. Een lage concentratie GABA wordt geassocieerd met zenuwachtige rusteloosheid, angst- en slaapstoornissen. Chronische stress remt het GABA-systeem, waardoor het aantal GABA-specifieke neuronen in de hippocampus afneemt en cognitieve processen worden geremd. Er zijn twee soorten GABA-receptoren in de hersenen, namelijk GABAA- en GABAB-receptoren. De GABA-receptor heeft actieve GABA-bindingsplaatsen en diverse allosterische* bindingsplaatsen die de receptoractiviteit kunnen beïnvloeden.

Barbituraten en benzodiazepines werken op de GABAA-receptor en zijn, net als ethanol, positieve allosterische modulatoren. Verschillende in vitro- en in vivo-bindingsstudies met passiebloemextract laten effecten zien op beide GABA-receptoren [1]. Deze bevindingen zijn de resultaten van studies die uitgevoerd zijn met een passiebloemdroogextract (5-7:1, extractie in 50% ethanol [v/v]).

Passiebloemextract heeft op verschillende manieren invloed op het GABA-systeem in het centrale zenuwstelsel. Passiebloemextract remt de GABA-heropname en bindt aan de GABA-bindingsplaats van de GABAA-receptor. De planteninhoudsstoffen binden niet aan de GABAA-receptorbindingsplaatsen waar benzodiazepines en alcohol binden. Daarnaast heeft passiebloemextract een antagonistisch effect op de GABAB-receptor. Doordat inhoudsstoffen van het plantenextract niet binden aan de allosterische bindingsplaatsen van benzodiazepines en ethanol op de GABAA-receptor, veroorzaakt passiebloemextract geen afhankelijkheid. Passiebloem lijkt daarmee een effectief en veilig alternatief voor barbituraten en benzodiazepines bij milde stresssymptomen die leiden tot zenuwachtige rusteloosheid, angst- en slaapstoornissen.

REFERENTIES | [1] Hoffmann C. et al. Wirkmechanismus der Passionsblume aufgeklärt. Z Phytother. 2014; 35:215- 218. [2] Dhawan K. et al. Passiflora: a review update. J Ethnopharmacol. 2004;94(1):1-23. [3] Appel K. et al. Modulation of the γ-aminobutric acid (GABA) system by Passiflora incarnata L. Phyther Res. 2011;25(6):838-843. [4] Passion flower Monograph: Natural Medicines Comprehensive Database. http://naturaldatabase.therapeuticresearch. com, geraadpleegd op 16.12.2018. [5] Carrasco MC. et al. Interactions of Valeriana officinalis L. and Passiflora incarnata L. in a patient treated with lorazepam. Phyther Res. 2009;23(12):1795-1796

 *Allosterie komt van het Griekse allos (anders) en stereós (plaats) en betekent ‘op een andere plaats’. Een receptor kan meerdere, verschillende bindingsplaatsen hebben. Ten eerste heeft een receptor een actieve bindingsplaats, in dit geval de plek waar GABA bindt, wat leidt tot receptoractivatie. Daarnaast kan een receptor tevens een of meerdere plaatsen bezitten waar een ander molecuul aan kan binden: een allosterische bindingsplaats. Als een molecuul bindt aan een allosterische bindingsplaats dan verandert de ruimtelijke structuur van de receptor zodanig dat de actieve bindingsplaats van vorm verandert, waardoor de werking van de receptor wordt beïnvloed. In dit voorbeeld bindt GABA aan de actieve bindingsplaats van de GABAA -receptor. Barbituraten en benzodiazepines binden op een andere plaats dan de actieve bindingsplaats (dus op een allosterische plaats) en versterken de werking van GABAA . Een agonist is een stof die aan een receptor kan binden en daarmee de receptor activeert. Een antagonist kan aan een receptor binden, maar dat heeft geen activatie van de receptor tot gevolg. Een antagonist kan wel de werking of het effect van een agonist remmen.

vrijdag, mei 24, 2019

Etnobotanie.

Etnobotanie onderzoekt de relaties tussen mens en plant. Bijzonder intense en daardoor boeiende relaties ontstaan tussen psychoactieve planten en mensen. Vooral de culturele context speelt daarin een grote rol. Wanneer die context verlaten wordt, gaat het geneesplanteffect over in recreatieve toepassing, alhoewel de grens tussen de twee soms vaag is. Drugs, in de dubbele betekenis van het Engelse woord. 

De effecten hiervan op de samenleving kunnen zo groot zijn dat veel overheden een streng verbod instellen. Oorlogen werden en worden gevoerd met planten als inzet. Zoals de opiumoorlog van Engeland tegen China halverwege de 19de eeuw, waarbij Engeland de lucratieve smokkelhandel van opium niet wilde opgeven, terwijl China dit verbood. Rond de eeuwwisseling van de 19de naar de 20ste eeuw kwamen de eerste wetten en verboden voor stoffen als cocaïne en heroïne. Voorheen mochten deze vrijelijk gebuikt worden in zelfzorgmiddelen. Bijna een eeuw na de eerste war on drugs verklaarde de VS opnieuw deze oorlog, deze keer ook aan de bronplant zelf. Dit had onder meer de vernietiging van cocaplantages in Bolivia, Peru en Colombia tot gevolg. De gedachte hierachter is dat met de uitroeiing van de plant de drugs van de markt verdwijnen en daarmee ook het gebruik ervan. In de realiteit werkte dit niet: de teelt van coca heeft zich simpelweg verplaatst.

 Bovendien concludeerden Werb et al. in het British Medical Journal (2013) dat: ‘During the past two decades, the supply of major illegal drugs has increased, as measured through a general decline in the price and a general increase in the purity of illegal drugs in a variety of settings.’ President Obama gaf in 2009 het mislukken van de gevoerde strategie openlijk toe. Op 19 april 2016 vergaderden de VN opnieuw over deze kwestie in de UN General Assembly Special Session on Drugs. Een wereldwijde oproep, ondertekend door 2000 invloedrijke mensen, om te stoppen met de geldverslindende en zinloze war on drugs ging hieraan vooraf. Maar de VN hebben de oorlog niet stopgezet. Te veel landen hechten aan hun strenge antidrugspolitiek, soms inclusief de doodstraf.

Wat zijn nu drugs? Volgens een RIVM-rapport uit 1999 zijn dat ‘energizers, relaxing herbs, aphrodisiacs and products with hallucinogenic properties’. Plantaardige drugs zijn meestal van oorsprong gewone geneesplanten: the medicine of the people.

zaterdag, mei 18, 2019

Buitencursus over oa bernagie

Buitencursus in de tuin van groentemuseum 't Grom. Ik geniet ervan en hopelijk genieten ook de cursisten. In een perkje vinden we keurig uitgeplante bernagieplantjes. Vreemde verhalen vinden we in oude boeken over dit komkommerkruid. 

In de Romeinse tijd zei men van bernagie dat het de melancholie verdreef zelfs wanneer het op de grond werd gestrooid. 'lila ego borago gaudi semper ago', of zoals dat in de zestiende eeuw werd gezegd: 'ick die men noemt bernagie, gheef 't hert altijdt coragie'. Johan van Beverwijck haalde dit ook aan in zijn werk en schreef: 'en verweckt Blijschap des herten'. 'Bernagye ende Buglosse (ossetong) zijn goet voor de gene, die Flauw werden, verheugen de Swaarmoedige, en verquicken die uyt een langdurige sieckten komen'.

Ook Dodoens verwijst naar de verfrissende, opwekkende en ontspannende werking. Van desen cruyde/ en van zijnen bloemen schrijftmen/ dat zy in wijn gheleyt/ ende daer af ghedroncken/ den mensche vrolijck ende blijde maecken/ ende alle droefheyt/ swaermoedicheyt/ ende melancholie verdrijven. Al houdt hij wel een slag onder de arm door dat 'schrijftmen'. Toch is juist deze ontspannende werking van Borago de laatste jaren wetenschappelijk onderbouwd. Dioscorides en Dodoens waren ook niet gek!


vrijdag, mei 03, 2019

Brem in bloei

Als de brem bloeit, staat de heide in gloed. De stijve, groene twijgen van onze brem zijn weinig opvallend maar als die felgele grote vlinderbloemen zich openen is het alsof de saaie heide ontploft.  

De geslachtsnaam Cytisus is afkomstig van het Griekse 'kytisos' of kutisos, een naam die door de Romeinen aan verschillende planten gegeven werd oa ook aan Medicago arborea, de rupsklaver. De geslachtsnaam Sarothamnus, synoniem voor Cytisus is een samengaan van het Griekse saros, bezem en thamnus, struik. De soortnaam scoparius betekent  ook 'bezemachtig'. De aanduiding 'bezemachtig' en 'bezemstruik' verwijst niet alleen naar de twijgachtige vorm, maar ook naar het gebruik ervan als bezem.
Mogelijk is de naam ontleend aan het Cycladeneiland Cynthisa of Cythisus, waar de plant in de Oudheid overvloedig groeide.

Ginster of Genista
Verscheidene namen die gebruikt worden voor brem, worden ook gebruikt voor andere planten. Vooral de naam 'ginster' is bijzonder omdat hij ontleend is uit het Latijnse 'genista'. En genista is dan weer afgeleid van ofwel het Latijnse genu - knie of van het Keltische gen, struik. Met 'ginster' worden ook planten van het geslacht Spartium, Genista, Laburnum en Ulex aangeduid. De Genista tinctoria of de Verfbrem is een van oudsher bekende verfstofplant, vandaar tinctoria en verf.

De naam Spartium is waarschijnlijk afkomstig van de Romeinen, zij gaven de naam spartum, aan verschillende planten die voor het binden gebruikt werden. Een oude Nederlandse naam is ten andere ook Sparteplant. De betekenis van het Griekse ‘spartos’ is een band van sparte of een touw dus. Andere mogelijke herkomst en betekenis van spartos is ‘speirein’, in een spiraal draaien, wat we ook terugvinden in de naam van Moerasspirea. Of van speirein, uitgezaaid omdat de brem zich ook makkelijk via zaad vermeerdert.

Vreemd genoeg vind ik geen duidelijke verklaring voor de gewone Nederlandse naam brem, mogelijk een verbastering van de oudere naam Bezemstruik, bezem, breem, braam of bessemcruydt. Zelfs bremkappers zou bestaan hebben. Mogelijk verwijzend naar de bloemknoppen, die als een soort kappertjes in azijn geconserveerd werden.

Brembloemen werden vooral voor de zogenaamde hartwaterzucht gebruikt. De medicinale werking en de giftigheid van de brem is vooral het gevolg van de quinolizidine alkaloïden met de naam sparteïne (ook wel lupinidine genoemd), dat het hart, de bloedsomloop en de darmwerking stimuleert. Het kan daardoor ook fungeren als middel dat het ritmisch kloppen van een hart kan herstellen bij een hartritmestoornis. De uiterlijke gevolgen van de vergiftiging zijn misselijkheid, overgeven, opwinding, spierzwakte en stuiptrekkingen. De dood is zelfs niet uit te sluiten doordat er een fatale storing in de bloedsomloop kan optreden. Toch werd het vroeger wel aanbevolen als remedie tegen kinkhoest en astma.

Ook bevat de brem het alkaloïde cytisine dat chemisch ongeveer gelijk is aan nicotine. Het is natuurlijk niet aan te bevelen om de brem te gaan roken, maar deze cytisine wordt in sommige Oost-Europese landen al sinds jaar en dag gebruikt als middel om van een rookverslaving af te komen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat cytisine een agonist van de nicotine-receptoren in de hersenen is. Een agonist is een stof is die een receptor activeert. Vroeger werd de cytosine ook ingezet als middel tegen luizen, maar het grote probleem bleek dat de concentratie werkzame stof nogal onberekenbaar was en daardoor bleek het middel soms erger dan de kwaal. De cytisine werd via de huid in het lichaam opgenomen en daardoor konden vervelende reacties ontstaan.

Zeer recent wetenschappelijk onderzoek geeft verrassende info over de brembloemen.
We observed that the hydroalcoholic extract of S. junceum flowers (HFE) strongly inhibited B16-F10 murine melanoma cell proliferation, while just a feeble effect was observed on C2C12 murine myoblasts. Moreover, we found that HFE exerted a pro-oxidant activity on melanoma cells, inhibited melanogenesis and caused cell cycle arrest in G2/M phase, inducing senescence. These anti-cancer properties of HFE could be related to the rich metabolic profile of the extract that we characterized by HPLC-DAD and GC-MS analyses.
This evidence suggests that S. junceum phytocomplex can be used as a selective, nontoxic, economic and easily available anticancer drug.

donderdag, mei 02, 2019

Koolzaad kleurt het landschap

Koolzaadvelden kleuren nu het hele Franse landschap. Koolzaad komt oorspronkelijk uit het oostelijke deel van de Middellandse Zee waar de olie werd gebruikt voor consumptie en als lampolie. In India komt koolzaad rond 2000 v. Chr. al voor. In Midden-Europa komt de plant sinds de veertiende eeuw voor. Vanaf de zeventiende eeuw wordt er een grotere oppervlakte koolzaad verbouwd en is koolzaad het belangrijkste oliegewas in Nederland en Noord Duitsland. In het begin werd de olie echter vooral in olielampen gebruikt. Vanaf het begin van de negentiende eeuw werd de olie ook meer en meer voor voedingsdoeleinden gebruikt. De olie smaakte echter bitter vanwege het hoge gehalte aan erucazuur, waardoor het gebruik voornamelijk beperkt bleef tot lampolie, smeermiddel in stoommachines en voor de productie van zeep. Door het hoge gehalte aan erucazuur was koolzaad ook ongeschikt als veevoer. In de beide wereldoorlogen werd de teelt in Duitsland sterk uitgebreid, vooral voor de productie van margarine.

In het midden van de zeventiger jaren van de twintigste eeuw kwamen de enkelnul- en een tiental jaren later de dubbelnulrassen op de markt. Door de dubbelnulrassen werd de olie geschikt voor consumptie en het restproduct, de perskoeken, voor veevoer. Hierdoor breidde de teelt in Europa zich uit. In 1976 werd het eerste erucazuur-arme ras, Primor, op de Nederlandse Rassenlijst voor Landbouwgewassen geplaatst. Dit ras werd eerder in 1973 opgenomen op de Franse rassenlijst. In 1982 wordt vrijwel alleen nog het erucazuur-arme ras, Jet Neuf, die in 1979 op de rassenlijst kwam in Nederland op 11.000 ha geteeld. In 1989 werd 6300 ha koolzaad in Nederland verbouwd.

dinsdag, april 30, 2019

Zaaien

wild zaad
Over het zaaien van planten vertel ik niet veel, alhoewel dit dagboek oorspronkelijk ontstaan is als 'dagboek van de tuin' en...... zaaien voor mij zoiets als meditatie was en is.  Zaaien is bijzonder, is zuiverend, is de toekomst. Zaaien zijn verwachtingen, geloof, hoop en liefde. Dus vandaag ook wat gezaaid, al was dat gewoon gemengde snijsla, zogenaamde mesclun. In dit geval Franse Mesclun doux sans roquette.

Mesclun komt oorspronkelijk uit het zuiden van Frankrijk en het noorden van Italië.  Via een omweg langs de Verenigde Staten en Australië is dit de afgelopen jaren ook in onze streken bekend geworden. Oorspronkelijk was mesclun  (Lat. mesclumo = mengsel) een mengsel van verschillende jong geoogste slasoorten met diverse andijvie-achtigen. Later, vooral onder impuls van Amerikaanse restaurants is men er ook  kruiden, Japanse bladkoolsoorten en zelfs bloemen of de bloemblaadjes aan gaan toevoegen.

En dan, ondanks mijn spiritueel gevoel bij het zaaien, toch maar wat praktische adviezen. Want dat zaaien ondanks alle filosofische gedachten geweldig frusterend kan zijn, wil ik zeker niet ontkennen


Zaaien van mesclun

Aangezien we een groot aantal plantjes dicht opeen telen, met een heel hoge standdichtheid zal de vochtvoorziening en de voeding optimaal moeten zijn. Als je in volle grond teelt is het aangewezen om de bovenste laag van de grond te voorzien van een laag goed verteerde compost. Of  met een 50  gram per m² samengestelde organische meststof. Meng dit dan door de bovenste tien cm van de grond. Zwaardere grondsoorten kan je best verbeteren door wat potgrond door de bovenste laag te mengen.  Anorganische mest gebruik je deze keer beter niet, omwille van de kans op verbranding van de jonge kiemplantjes. Teel je in containers, neem dan een organisch bemeste potgrond van goede kwaliteit.

Zaai niet teveel in één keer. Om het ganse groeiseizoen lang verse snijsla te kunnen oogsten zaai je best om de twee à drie weken. Vergeet ook niet om in het vroege voorjaar en late herfst de plastieken of glazen kas en eventueel zelfs de veranda of keukenvenster te benutten.

De ideale kiemingstemperatuur voor de mengsels liggen zo rond de vijftien graden C. Maar ook bij koelere temperaturen zal het mengsel kiemen. Zelfs bij temperaturen tot 5°C kunnen de meeste slazaden kiemen. Meng dan echter geen warmtebehoeftige soorten zoals radicchio of andijvie bij. In ieder geval is hier nog een voordeel van de teelt in potten naar voor gekomen. Je plaatst de pot eerst op een warmere plaats voor een optimale kieming, daarna kan de pot naar buiten voor de uitgroei van stevige planten. Wacht niet te lang om de pot buiten te plaatsen, doe dit vanaf het moment je de eerste tekenen van kieming ziet, anders zou het kunnen dat er langgerekte zaailingen ontstaan. Bij warm weer in hartje zomer zaai je best de mengsels op plaatsen met halfschaduw, zodat het zaaibed niet te snel uitdroogt.

Zo en nu maar afwachten. Het mooie is dat in principe de natuur de rest doet.

maandag, april 22, 2019

Ziek zijn

Panoramisch zicht van uit een ziekenhuisraam in de Bretoense stad Brest. Als ik laag genoeg in mijn bed lig, zie ik alleen mooie wilde wolken en een fris laagje groen. In de verte vallen mij vooral vijf bomen op die net blad vormen. Populieren denk ik. Ze wuiven naar mij en lijken te zeggen, het komt wel goed ook wij herrijzen elk jaar weer. Ik wil hen maar al te graag geloven. Popelende populieren zijn mij lief. Ze leven niet veel langer dan de mens. Zacht hout, snel levend en relatief snel opgebrand.

De oude Grieken geloofden dat Medea de "popel" bij haar toverkunsten gebruikten, ook in de middeleeuwen geloofde men dat helende heksen de toverkracht van de populieren benutten. Ze gebruikten het blad bij de bereiding van een bijzondere zalf en hielden 's nachts vergaderingen in de kruin van de zwarte popels.

Mistels of maretakken, echte toverplanten, groeien graag op populieren en dat versterkt de toverkracht van de boom. Zo'n heksenpopulier groeide ook op het graf van verbrande heksen.

Wanneer men vroeger een dief wou straffen dan moest men een restje van het gestolen goed in een gat van een popel stoppen en het gat weer dichtmaken. De dief zou dan net als de populier gaan beven.

In de sympathiemedicijn werd de boom ook gebruikt. Om de koorts uit te bannen ging men voor zonsopgang naar een populier en men omhelsde de boom onder het uitspreken van magische formules

De knoppen (en de daaruit bereide zalf) maken dat het haar lang groeit en daarom boren meisjes een gat in de boom en steken daar enige haren in die ze met een steen afsluiten, en omdat de boom een snelle groeier is, ging ook het haar snel groeien.

In mijn Bretoense woonplaats bij het mythische woud van Huelgoat groeien of groeiden 3 populieren barstensvol maretakken. Ondertussen zijn er in de voorbije winterse stormen twee bomen gesneuveld en ik die ooit zorgeloos zei dat 'als deze 3 populieren sneuvelen, ik er zelf ook niet meer zou zijn'. Hopelijk houdt de laatste populier het nog lang vol.


vrijdag, april 19, 2019

Op goede vrijdag nog eens een dagje naar zee. Naar Roscoff, meer bepaald naar Pointe de Perharidy, het strand en rotspunt met zicht op Roscoff. Het is laag tij en we zouden zo de bijna droge bedding  kunnen oversteken. De blaaswieren die bij vloed op het water dobberen, liggen er nu roerloos bij en kunnen zo geoogst worden. Maar wij blijven op het droge en bewonderen niet alleen het grillig geboetseerde landschap maar natuurlijk ook de landplantjes. Veel eetbaars ook, winterpostelein, Nieuw-Zeelandse spinazie, wilde kervel en de wild woekerende hottentotvijg.

Deze Carpobrotus edulis is een plant uit de IJskruidfamilie (Aizoaceae). De plant is ingevoerd vanuit Zuid-Afrika en is nu in veel Europese landen te vinden, vooral aan de kust. Verschillende verwante soorten komen tegenwoordig in Europese kustgebieden voor.
Het is een kruipende plant die zich flink kan uitspreiden  en uitbreiden. Zo worden kussens gevormd van zowat 25 cm hoog. Ze komen voor op rotsen, kliffen en zandgrond. Het blad is heldergroen, vlezig en worstvormig. De bladeren kunnen tot 10 cm lang worden. Ze vertonen op de dwarsdoorsnede een driekantige vorm.

Vruchten
De bloemen staan alleen op een gezwollen steel en bloeien van april tot juli. De bloem is donkerroze of soms geel en heeft een doorsnede van maximaal 5 cm. Er zijn vijf kelkblaadjes en veel gele meeldraden. De kelkbuis heeft vijf stippen.
De hottentotvijg draagt een vlezige doosvrucht die niet openspringt en de vruchten zijn eetbaar.

vrijdag, april 12, 2019

Achter in de tuin: de aronskelk

Achter, in de donkerte van onze Bretoense tuin is het domein van omgevallen bomen, roestig water, beverratten en schaduwminnende planten. s'Avonds in de schemering verwacht je dat kobolden en kabouters te voorschijn komen en in mijn ooghoeken zie ik regelmatig bewegende gedaanten, maar als ik me omdraai zijn er alleen stoïcijnse planten die me geheimzinnig aanstaren...... Die opvallende aronskelk stond die daar net?

De wetenschappelijke naam Arum komt van het Griekse aros en dat betekent: nuttig. Maculatum komt van macula (latijn) en betekent “(lelijke) vlek" wat verwijst naar de vlekken op de bladeren. Uit de wortels werd ooit stijfsel  en zeep gewonnen vanwege het zetmeel  maar de wasvrouwen kregen er blaren van op hun handen.
De wortelknol is eetbaar maar je moet die dan wel  gaarkoken om de schadelijke werking van de giftige stof aroïne weg te werken.  Onder de naam ‘Duitsche Gember’ werd het vroeger (in azijn gedompeld) aan de ‘behoeftigen’  uitgedeeld.

Vanwege de purperen knots die vanuit de lichtgroene bloeischede steekt, kreeg de bloem de bijnaam ‘Manskracht’ en in het Engels zelfs ’Naked Boy’.  Andere volksnamen zijn Papenpint, Papenkullekens of Papenteers en of dat nu erotisch of heilig bedoeld is weet ik niet.

Vanwege zijn knalrode bessen, opvallende bloemen en de vlekken op de bladeren, werd deze giftige plant vroeger vaak gebruikt bij heksenrituelen en magische praktijken. Er zouden veel sagen en mythen zijn en de vlekken op de bladeren zouden zijn ontstaan uit het bloed van Christus toen hij gekruisigd werd. Uit de bijbel komt het verhaal dat Jozeph en de verspieder Kaleb naar het land Kanaan (het beloofde land) trokken, zij de staf van Aeron meenamen. Op die staf droegen ze een druiventros. Toen zij de staf in de grond staken schoot er een plant omhoog (Arum). Zo is de Aronskelk het zinnebeeld van een gezegende vruchtenoogst gebleven.

Door de vorm van de spadix werd de gevlekte aronkelk soms als een lustverhoger, ofwel een afrodisiaca, gezien en dat was gezien zijn giftigheid nu niet echt een goed idee. Alle delen van de gevlekte aronskelk bevatten kristallen van calciumoxalaat, oplosbare oxalaten en cyanoforische glycociden. De gevolgen van inname zijn een gevoel van branderigheid en zwellen van de lippen, mond, tong en keel. Ook krijg je last van maagpijnen, krampen en duizeligheid door het eten van de bessen. Alle delen van de plant kunnen allergische reacties opwekken.

Een interessante plant dus maar wel eentje met gebruiksaanwijzingen.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/arum-aronskelk


woensdag, april 10, 2019

Paardenbloem en Maurice

Mijn kruidig leven begon in de fameuze jaren 60 van de vorige eeuw met het lezen van Mellie Uylderts boek "De taal der kruiden". De ontdekking dat 'ordinaire' planten zoals paardenbloem, brandnetel en weegbree ergens goed voor waren, sprak me zo erg aan, dat ik me er steeds verder in ging verdiepen en er zelfs mijn beroep van maakte.

Ik ben nu, 50 jaar later, zowat 1000 kruidenboeken rijker, geef les in de kruidengeneeskunde en noem mezelf herborist.
Ondertussen is deze 'fytotherapie' niet alleen in de volksgeneeskunde maar ook in de officiële wetenschap bekend en herkend geworden.

Een voorbeeldje van hoe een volkse plant zoals de pisbloem kan uitgroeien tot het deftig medicijn Taraxacum.

PAARDENBLOEM / TARAXACUM OFFICINALE WEB.

Wie kent haar niet, de Paardenbloem! En toch zitten er nog wel wat onbekende kanten aan deze plant. Zo zouden volgens de botanici niet een maar wel 200 verschillende soorten zijn. De Flora van België deelt ze op in secties zoals obliqua, erythr-osperma en palustria. De grote verschillen in bladvorm en bladgrootte zijn gedeeltelijk ook te verklaren uit de ecologische kenmerken van hun groeiplaats: nat of droog, voedselarm of voedselrijk enz. Zoals je ziet, het aanpassingsvermogen van deze plant is zeer groot, zoals trouwens bij alle veel voorko­mende 'on'kruiden. Het zijn echte overlevers. Merkwaardig genoeg zijn het net deze planten die veel als versterkers en bloedzuiveraars gebruikt worden.

Reiniging
Paardenbloem is in feite het prototype van de reinigende voorjaarsplant.
Ten eerste is hij in maart en april volop fris voorradig. Ten tweede bevat hij, net zoals de brandnetel veel mineralen en vooral een zeer hoog kaliumgehalte, dat waarschijnlijk verantwoordelijk is voor de goede urinedrijvende werking. Denk maar aan zijn Franse naam Pissenlit - Bedplasser.
Ten derde, bezit hij een goed onderzochte galdrijvende en spijsverteringbevorderende werking. Bij één van die onderzoeken met ratten bleek de diuretische werking even sterk als van chemische diuretica.Verder constateerde men een gewichtsverlies van wel 30% (?). Dit onderzoek werd gedaan door E.Racz-Kotilla en gepubliceerd in het weten­schappelijk tijdschrift Planta Medica nr.26 uit 1974. Maar reeds in 1875 constateerden de Engelse onder­zoekers Rutherford en Vignal een galdrijvende en toniserende werking bij honden.

De Franse vader van de moderne fytotherapie Henri Leclerc genas patiënten met leverproblemen, galstenen en ontstekingen van de galcapillairen. Ook huidaandoeningen met als oorzaak een galinsufficiëntie verdwenen door het gebruik van paardenbloemsap. Dr.Leclerc beschreef zijn ervaringen in de 'Revue de Phyothérapie' van juni 1952. Veel van deze oudere maar serieuze onderzoeken zijn nu nog na te lezen in het boek van Leclerc 'Précis de phythothérapie' van de uitgeverij Masson Paris.

Recept

Een bereiding met paardenbloem van Brissemoret uit 1902 is ook nu goed te gebruiken.
We mengen l00cc wortelsap van de paardenbloem met 20cc alcohol van 90%, 15cc glycerine en 15cc water en gebruiken daarvan 1 tot 2 eetlepels per dag. Natuurlijk kun je als voorjaarskuur gerust de verse blaadjes of het sap gebruiken.

Vroeger werd de zoge­naamde molsla in het wild gezocht op weilanden waar veel molshopen voorkwamen. Dat waren jonge paarden­bloemplantjes, die juist onder een molshoop ontkiemd waren. Zij bleven wit en zacht, en waren daardoor minder  bitter. Het is de voorloper van ons witloof.

Spirituele betekenis
Veel planten hadden vroeger ook een spirituele betekenis. Zo was paardenbloem een krachtig anti-magisch middel en daar hoorde natuurlijk een ritueel bij. Zo schreef Apileus in zijn werk 'De Virutibus Herbarum': Neem zeven paardenbloemplanten zonder de wortelen, kook ze af in water bij afnemende maan, was u hiermee buiten de huisdeur, verbrand dan het kruid Aristolochia, snuif de rook op, treed het huis weer binnen zonder omzien en ge zult van alle betovering bevrijd zijn.
Misschien kan de paarden­bloem ons van de chemische betovering en vervuiling bevrijden.

Meer over de paardenbloem
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidmail/taraxacum-paardenbloem



zaterdag, april 06, 2019

De dotter bloeit in de tuin

Na de massale bloei van het speenkruid vroeg in het voorjaar nemen de gele Dotters de rol van het Speen­kruid over met nog meer onstuimigheid en levens­kracht! Dotter en Dodder en Dooier zijn waarschijnlijk van één woordstam afgeleid. De dooiergele kleur zou de Dotterbloem aan zijn naam geholpen hebben.  Hele slootranden waren vroeger met Dotters bezet.

De Latijnse naam Caltha is afgeleid van het Griekse 'kalathos' wat korfje of schaaltje betekent, naar de vorm van de bloem. Dat de naam Grote boterbloem ook nog gebruikt word, zal ons niet verbazen. Niet alleen hebben ze beide dezelfde  glimmende gele kleur, maar ook hun vochtig biotoop in de natte weilanden is hetzelfde. Omdat de hoofdbloei rond Pinksteren en Pasen valt, vinden we ook nog wel de namen pinkster- en paasbloem terug. Oude, niet meer gebruikte namen zoals Smeerbloem en Smeerblad verwijst niet naar zijn medicinale werking maar wel naar zijn glimmend vettig uiterlijk, alsof zij met vet, boter of smeer ingewreven zijn.

Caltha vinden we in de alleroudste Romeinse kruidenboeken wel terug, alleen werd daar zeer waarschijnlijk de goudsbloem mee bedoeld. Ook bij Matthiolus 1563 werd de goudsbloem Caltha genoemd. Dodonaeus spreekt ook van Watergoutbloemen en zegt dat 'Die en zijn in der medecijnen niet bruyckelijck'. Al kwam ze nog later in de apothekersboeken wel voor als 'Herba en Flores Calthae palustris' en werd ze, volgens de signatuurleer gebruikt bij geelzucht. Behalve bloemen werden ook de zaden in wijn getrokken voor de lever gebruikt.

In de Flora Batava uit 1800 vinden we wel wat 'huishoudelijke toepassingen' van de Dotterbloem
De Bloembotten (knoppen) kunnen als Kappers ingelegd en gebruikt worden. (Ehrhart) Deeze Plant in de Weilanden is als een schadelijk onkruid voor het Vee te houden, volgens Haller, Ehrhart en Brugmans. De jonge uitspruitsels alleen zijn minder schadelijk, en in zo verre kon deeze Plant als onschadelijk voor Geiten, Schaapen en zelfs Runderen, door Gmelin worden opgegeeven. Doch hoe grooter en sterker de Plant wordt, hoe meer zij eene vergiftige hoedanigheid verkrijgt. De Bloemen geeven eene geele verf, en derzelver sap met aluin gekookt, geele Inkt. (Reuss) Volgens Tournefort verfen de Bladeren het blaauw papier ligt rood. Indien men dezelve brandt wanneer zij gedroogd zijn, smelten zij even als het Salpeter. - De Bloemen ook zeer goed voor de Byen. 

Ook nu nog worden de bloemknoppen ingemaakt of gekookt als voedsel geadviseerd, toch is wegens de mogelijke giftigheid, zeker de rauwe plant niet aan te raden, het is niet voor niks een ranonkelachtige (boterbloemen, speenkruid) die allemaal giftige alkaloïden kunnen bevatten. Ook triterpeensaponinen zijn aanwezig, al kunnen die mogelijk wel een adaptogene werking bezitten. In elk geval zou ik zonder enige voorkennis niet experimenteren met de dotter als voedsel of als medicijn.


Voor verdere studie



zondag, maart 31, 2019

Viola tricolor

En drie maal achter elkaar liet hij 7 dagen lang viooltjes trekken in wijn, daarna werd de wijn gefilterd en gezoet met wat honing. In de Middeleeuwen gebruikte men viooltjes om gevogelte te vullen, strooide men viooltjes over kippensoep en in salades. Men liet ook de bloemetjes ook trekken in honing en dat vind ik nog steeds een zeer goed idee. Honing en viooltjes gaan goed samen, het is niet alleen lekker maar kan ook als hoestsiroop gebruikt worden.
Hoe klein, bescheiden en verstopt het viooltje ook leeft, toch is het ook in het verleden de lievelingsbloem geweest van koningen en keizers. Zowel Mohammed als Napoleon zouden het  Maarts viooltje bewonderd hebben. Was dat een vorm van valse bescheidenheid? In elk geval willen wij het nog altijd wel met bloemen zeggen. En dan verkies ik ook de frêle schoonheid van viooltjes boven de protserigheid van tulpen en gladiolen. Zeg het dus met wilde bloemen!

Over de geur van maarts viooltje.
Het Maarts viooltje is inheems in Europa en Azië. Het wordt nu over de gehele wereld gecultiveerd en voor de parfumindustrie gekweekt in China en Frankrijk.
Het Maarts viooltje ruikt het lekkerst van allemaal. In de oudheid vlocht men er kransen van, die om het hoofd gedragen werden tegen de “crapula”of kater. De wortel is braakverwekkend, wat bij Hippocrates, Dioscorides en andere kruidkundigen tot in de 12de eeuw nog niet bekend was. In de middeleeuwen werd dit ontdekt door Arabische artsen. In de 12de eeuw werd de plant door Hildegard van Bingen aanbevolen tegen kanker.
Er is iets bijzonders aan de hand met de geur van viooltjes. De geurharen van de mens, cilia, worden verlamd door de geur van het viooltje, zodat je de bloem niet meer ruikt. De stof ionon verlamt ons reukorgaan. Als je de ruimte verlaat en je komt weer terug, ruik je de geur weer wel.

En ook wat wetenschappelijk onderzoek: Phytother Res. 2017 Nov;31(11):1669-1675. 
A Critical Review on Phytochemistry, Pharmacology of Viola odorata L. and Related Multipotential Products in Traditional Persian Medicine. Feyzabadi Z1, Ghorbani F2, Vazani Y3, Zarshenas MM.
Common violet (Viola odorata L., Violaceae) has shown various medical applications. Current study aimed to compile a review over chemical composition and medicinal properties of this plant in modern phytotherapy and its related multipotential products from traditional Persian medicine (TPM). Medicinal applications of V. odorata and respective products were derived from credible pharmaceutical textbooks of TPM (10th-18th century AD). In parallel, electronic databases including PubMed, Scopus, and ScienceDirect were explored for targeted purposes. Management of cough, fever, common cold, headache, insomnia, epilepsy, constipation, palpitation, dyspnea, dysuria, and skin diseases is of most applications of V. odorata, reported in TPM. On the other side, this herb plant has exerted antiinflammatory, analgesic, antioxidant, diuretic, antihypertensive, and antibacterial activities in modern phytotherapy. Violet TPM therapeutic preparations are including violet oil in the form of nasal or topical application for neurologic and skin disorders as well as pill, decoction, sweet syrup, and confection or semisolid oral preparations for skin, respiratory, gastrointestinal, and urinary ailments. Flavonoids, saponins, and alkaloids are responsible for pharmacological activities. Some medical applications of V. odorata in TPM have been proven by recent studies. However, more studies are needed to confirm these medicinal properties.

Info

  • Buchner Greet. Bloemen op ’t bord.
  • Born Wina. De poëtische bloemenkeuken.
  • Philips. Puur natuur op tafel



vrijdag, maart 22, 2019

Saffraan tegen ADHD

Saffraan is een specerij die gewonnen wordt uit de stamper van de Saffraankrokus of Crocus sativus. De bioactieve stoffen in saffraan, zoals crocine en safranal, hebben antioxidatieve, ontstekingsremmende en immunomodulerende eigenschappen. Saffraan wordt de laatste tijd vooral ingezet bij angst, depressie en alzheimer omdat het even goed werkt als antidepressiva (imipramine, fluoxetine) en alzheimermedicatie (donepezil).

Saffraan is ook een doeltreffend en veilig alternatief voor methylfenidaat. In een recente dubbelblinde studie werd suppletie met saffraan vergeleken met medicatie met methylfenidaat. Kinderen van 6 tot 17 jaar werden ingedeeld in twee groepen. De ene groep kreeg zes weken lang elke dag methylfenidaat, de andere groep saffraancapsules. De dosis werd aangepast aan hun gewicht. Kinderen onder de dertig kilogram kregen 20 mg, kinderen boven de dertig kilogram kregen 30 mg per dag van de medicatie of het saffraansupplement.
De symptomen van de kinderen werden door hun ouders en leerkrachten geëvalueerd. Saffraan werkte even goed als methylfenidaat (Baziar S, 2019).

Het grote voordeel van saffraan is dat het nog veel andere gunstige effecten heeft en op lange termijn verschillende onderliggende oorzaken van ADHD kan verminderen. Het moduleert de immuniteit, remt inflammatie, vermindert insulineresistentie, beschermt de zenuwcellen tegen schade, herstelt zenuwschade, verbetert het geheugen en het leervermogen, heeft een antidepressieve werking en beschermt de lever tegen toxische stoffen.

De dosis is 30 mg saffraanextract per dag. Kies voor gestandaardiseerde extracten (met minstens 2% crocine en 2% safranal). Saffraan is heel duur. Daardoor zijn er veel minderwaardige producten (met heel lage concentraties saffraan) of vervalsingen (met kurkuma, saffloer, goudsbloem) op de markt.

Referenties
1. Baziar S, Aqamolaei A, Khadem E, et al. Crocus sativus L. Versus Methylphenidate in Treatment of Children with Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder: A Randomized, Double-Blind Pilot Study. J Child Adolesc Psychopharmacol. 2019 Feb 11.
2. Urban KR, Gao WJ. Methylphenidate and the juvenile brain: enhancement of attention at the expense of cortical plasticity? Med Hypotheses. 2013 Dec;81(6):988-94.
3. Urban KR, Gao WJ. Performance enhancement at the cost of potential brain plasticity: neural ramifications of nootropic drugs in the healthy developing brain. Front Syst Neurosci. 2014 May 13;8:38.
4. Zuloaga DG, Jacobskind JS, Raber J. Methamphetamine and the hypothalamic-pituitary-adrenal axis. Front Neurosci. 2015 May 27;9:178.

Saffron
Saffron has several useful pharmacological effects, such as antidepressant, anti-inflammatory, antitumor, and radical scavenging capability. Evidence has proven that saffron can be useful in disorders involving the memory and learning disorders like Alzheimer’s disease (Akhondzadeh et al. 2009; Moshiri et al. 2015). Different animal studies have also shown that saffron and its products can improve sexual activity, reduce blood pressure, and enhance learning and memory in addition to their anticonvulsant, anti-Alzheimer, antidepressant, antischizophrenia, anti-Parkinson, and neuroprotective effects (Khazdair et al. 2015). It is generally a safe medication but there are some reports of some adverse effects, such as nausea, vomiting, diarrhea, and bleeding after high-dose saffron use (Schmidt et al. 2007; Modaghegh et al. 2008).

In recent decades, several nonstimulant strategies have been developed for treatment of ADHD. Among these medications, antidepressants are used and have been reported to be effective in improving ADHD symptoms (Banaschewski et al. 2004; Zarinara et al. 2010; Elaheh et al. 2016). Similarly, saffron constituents have also been shown to exert “potential” antidepressant activities in several clinical trials and experimental models. In addition, saffron was more effective than placebo therapy and could be compared with conventional antidepressants like fluoxetine and imipramine (Akhondzadeh et al. 2004, 2005; Akhondzadeh Basti et al. 2007). Thus, we hypothesized that saffron intake would be of benefit in ADHD patients to alleviate symptoms. In addition, having an effect on monoaminergic and glutamatergic systems and a satisfactory safety profile also qualifies saffron as a possible candidate for ADHD treatment (Sarris 2007; Curatolo et al. 2009).

https://www.genengnews.com/insights/could-crocus-sativus-saffron-be-as-effective-as-stimulant-medicines-in-treating-adhd/

zondag, maart 17, 2019

Opleidng op zijn Mauriciaans: geurgenoegens

Vanuit Bretagne, voorbij de Mont St Michel in stormachtig weer naar België om kruidencursusjes te geven aan mogelijk toekomstige herboristen. Wat is het leven vreemd mooi om te beleven. Ik beland met motorhome in het propere en licht golvende landschap van Limburg. Vreemde contrasten vind je hier. Vlakbij het brave, propere Sint Truiden stikt het van de hoerenvitrines op de Chaussée d'Amour, maar ik overnacht in mijn kuise camper onder de kerktoren van Mechelen-Bovelingen.

S'anderdaags dus voor een kleine groep getrouwen uitleg geven over kruiden voor de luchtwegen, over slijmstofplanten zoals kaasjeskruid, heemst en weegbree. En natuurlijk wandelen we ook in het verrassend mooie landschap. Menselijk landschap, boomgaarden maar ook holle wegen en we vinden kleine planten die zich nog wat verstoppen voor ruige wind en water. Ereprijs, maarts viooltje, wilde marjolein en de stinkende ballote. Zoete, zware tot muffe geuren, geuren die volgens mijn theorie kalmerend en koesterend werkzaam zijn.

Passend in dat geur-rijtje zijn de overrijpe bessen van de Gelderse roos. In een klassiek boek over seksuele voorlichting uit 1929, Het volkomen huwelijk van Dr. Th. van de Velde, het standaard voorlichtingsboek uit die tijd. Het enige boek ook dat mijn ouders bezaten en dat ik 60 jaar geleden ontdekte in de linnenkast, diep verborgen onder een stapel dekens. In dat zedige boek schrijft Van de Velde over het clitoraal smegma, een zachte vetmassa, die door de daar aanwezige smeerklieren wordt bereid. Hij beschrijft de geur die van aangenaam naar zeer onaangenaam kan overgaan. En... vergelijkt de geur met viburnumbloesem in zijn tuin. 'Zijne pas ontloken bloesems hebben een reuk, die aan dien van vrouwelijke genitalia herinnert. Het valt mij telkens op dat mannen met blijkbare voorliefde aan deze bloesem ruiken....’. En hij schrijft er bij dat zelf zeer onervaren mannen, het graag ruiken.Worden deze bloesems ouder, zegt hij, dan verandert hun reuk meer en meer, om ten slotte het zeer onaangename ranzig-scherp-zoutige kenmerk aan te nemen, dat ons gynaecologen maar al te zeer bekend is.

Vreemd verhaal inderdaad en daarmee loop ik als serieuze herborist het risico verkeerd herinnerd te worden.

Meer over https://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/58256-viburnum-met-vaginale-geur.html
Over maarts viooltje https://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/31199-lentekruiden-speenkruid-sleutelbloem-en-maarts-viooltje.html

woensdag, maart 06, 2019

Maretak, leven en dood


Voor er bladeren aan de bomen komen toch nog maar eens over de maretak. 's Winters triomfeert deze goudgroene plant doorheen de bladerloze takken van populieren, appelbomen en anderen en toont hij zijn mooie. doorzichtige bessen. Dit verschijnsel zal vermoedelijk wel indruk hebben gemaakt op de oude volkeren. Feit is dat de maretak bij de Kelten en de Germanen zwaar beladen was met een symboliek van overwinning van het leven op de dood, van levenskracht en wedergeboorte. Zo beschreef de Romeinse encyclopedist Plinius de Oudere in zijn encyclopedie Naturalis Historia (77 n.o.j.) een ceremonie rond het afhakken van een maretak die op een eik groeit op de zesde dag van de maand. Die maretak mocht de grond niet raken, want dan zou hij al zijn krachten verliezen, en om die reden werd hij plechtig opgevangen op een wit laken.

In de Scandinavische en Germaanse mythologie was de maretak gewijd aan Balders moeder, Frigg. en aan de god Donar of Thor. De maretak speelt een cruciale rol in de Baldermythe. Frigg, Odins vrouw. wou op zeker ogenblik haar zoon Balder. de hulpvaardige, welbespraakte en stralende lichtgod beschermen door alle elementen. dieren en planten te doen zweren dal ze hem nooit pijn zouden doen. Maar in haar ijver vergat Frigg dit te vragen aan een klein maretakscheutje dat hoog in de kruin van een boom groeide. Loki, Balders jaloerse broer. speelde zijn moeders vergetelheid subtiel uit. Hij maakte een pijl uit maretakhout en gaf die aan zijn blinde broer Hödr met het verzoek de pijl naar Balder af te schieten: Balder was immers toch onkwetsbaar ... Hödr ging te goeder trouw op Loki 's voorstel in en schoot zijn broer Balder dood. Met Balders dood begon ook de godendeemstering ( Ragnarök) en de ondergang van de wereld.


donderdag, februari 14, 2019

Helmkruid voor mijn gewrichten?

Ik wil het helmkruid eens uittesten om mijn enigszins versleten heupgewrichten te ondersteunen. Zeer lang geleden is deze plant mij voorgeschreven geweest door de vader van de gemmotherapie Dr. Paul Henry om mijn regelmatig terugkerende pancreatitis te genezen. Of het dit helmkruid is dat mijn pancreasontstekingen genezen heeft, weet ik niet zeker, wat ik wel weet is dat mijn pancreasproblemen daarna volledig verdwenen zijn.
Misschien is het helmkruid dan toch wel de plant die bij mij past en als ik dan lees dat er ook iridoïden inzitten, stoffen die ook in de artroseplant bij uitstek duivelsklauw aanwezig zijn, dan ik mijn keuze voor het gebruik van deze Scrophularia nodosa snel gemaakt.

In de volksgeneeskunde worden de knolletjes gebruikt bij aambeien. In het Turnhoutse werd het zelfs speenkruid genoemd en gebruikt als aftreksel (thee) met melk ipv water. Vreemd genoeg wordt wetenschappelijk nu in plaats van de wortels de bovengrondse delen (blad) van het helmkruid geadviseerd. 

Helmkruid wortelknollen / Scrophularia nodosa
La scrofulaire (Scrophularia nodosa). Les parties aériennes contiennent des composées identiques à l’harpagophytum. Elles contiennent des iridoïdes (l’harpagoside mais aussi l’aucubine qui agit en synergie avec celle-ci), des acides phénoliques, des hétérosides flavoniques, des saponosides et un dérivé anthraquinonique (la rhéine). La scrofulaire a des propriétés antiinflammatoires et analgésiques et est traditionnellement utilisée dans le traitement symptomatique des manifestations articulaires douloureuses mineures. Son utilisation à la place de l’harpagophytum est ainsi justifiée d’autant plus que la scrofulaire est très répandue contrairement à l’harpagophytum qui ne se trouve que dans le désert de Namibie.

L’extrait fluide de plante fraiche standardisé (EPS) de scrofulaire est plus concentré en harpagoside que d’autres formes galéniques d’harpagophytum et de scrofulaire. L’harpagoside et l’aucubine sont responsables d’une inhibition de l’expression d’ARNm et de la synthèse protéique de cytokines pro-inflammatoires (TNF-α, d’IL-6), inhibent la cyclo-oxygénase-2 et la NO synthétase inductible ce qui provoque une réduction des prostaglandines et du NO (monoxyde d’azote) qui sont des médiateurs
de l’inflammation.

La scrofulaire n’a aucune toxicité rapportée et est très bien tolérée, cependant son utilisation est déconseillée en cas d’ulcère gastro-duodénal, d’insuffisance cardiaque ou de l’administration concomitante d’anti-arythmique ou d’anticoagulant. Elle peut être associée à d’autres plantes anti-inflammatoires (Saule, Reine des Prés, Cassis, Curcuma..).(Bruneton 1999, Wynn and Fougère 2007)

Meer over helmkruid. https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/scrophularia-sp-helmkruid






woensdag, februari 13, 2019

Bosbaden

Het meest onderschatte deel van je immuunsysteem is dat van de natuurlijke afweer: het deel van je immuunsysteem dat bijna reflexmatig in actie komt als een ziektekiem je lichaam binnendringt. Of als een cel verandert in een kankercel. Een belangrijke rol in die natuurlijke afweer wordt vervuld door Natural Killer Cells. Volgens een al wat oudere Japanse humane studie maakt het lichaam meer Natural Killer Cells aan als je verblijft in een natuurlijke omgeving waar veel bomen zijn.

Studie
De onderzoekers lieten 12 gezonde mannen van 35-65 jaar 3 dagen doorbrengen in de bossen [Forest bathing trip]. Bij een andere gelegenheid bezochten de mannen gedurende 3 dagen een stad [City tourist trip]. De onderzoekers zorgden ervoor dat de mannen tijdens beide gelegenheden hetzelfde aten en evenveel bewogen.

Resultaten
Al op de eerste dag van hun verblijf in de natuur steeg bij de mannen het aantal Natural Killer Cells. Vier weken nadat ze weer waren teruggekeerd naar hun woonplaats was het aantal Natural Killers Cells in hun systeem nog steeds verhoogd. Het verblijf in de stad had daarentegen geen positief effect op het aantal Natural Killers Cells.
Op de activiteit van de Natural Killers Cells had het verblijf in de bossen eenzelfde positieve effect.

Mechanisme
De natuurlijke omgeving van de bossen verlaagde de concentratie adrenaline in het bloed van de proefpersonen. Dat suggereert dat een natuurlijke omgeving stress vermindert. Dat zou op zichzelf in theorie al een positief effect op de Natural Killers Cells kunnen hebben.

De onderzoekers vermoeden dat ook phytoncides een rol van betekenis spelen. Pytoncides zijn vluchtige stoffen die bomen afgeven, en die volgens fundamenteel onderzoek een positief effect hebben op de gezondheid. De Japanners vonden fors hogere concentraties in de lucht van de bossen die de proefpersonen tijdens hun forest batching trip bezochten dan in de lucht van de stad van hun city tourist trip.

Conclusie
"A forest bathing trip can increase human Natural Killer Cell activity, [and] the number of Natural Killer cells", schrijven de onderzoekers. "Forest bathing may contribute to decreased stress and improved immunity, and phytoncides from trees may partially contribute to this effect."

Bron:Int J Immunopathol Pharmacol. 2008 Jan-Mar;21(1):117-27.

vrijdag, februari 01, 2019

Winterse eik Quercus robur

Winterse bomen trekken mij het meest aan. Ze geven zich letterlijk en figuurlijk bloot. Vooral de eik valt mij aan het eind van de winter extra op. Stoer en toch teder. Kwetsbaar klaar om aan een nieuw groei-jaar te beginnen. Het moment om hem aan te raken. Niet om hem te omhelzen maar om deze Quercus met één hand stevig aan te raken of om er met je rug, wervel tegen wervel rechtop tegen aan te leunen.

Onze oude eik in Bretagne
De Romeinen noemde de eik al quercus. "Robur" staat voor kracht en sterkte en heeft onder andere betrekking op het harde hout van deze boom, maar ook op zijn inwendige kracht die hij aan de mens doorgeeft. Waar de naam eik van afkomstig is is niet duidelijk. Op IJsland, waar bijna geen bomen groeien, wordt elke boom met het woord "eik" aangeduid.

De indrukwekkende eik stond vanouds bij alle volkeren in hoog aanzien. De diep wortelende, met het water verbonden eik trok de meeste blikseminslagen naar zich toe. Dat is waarschijnlijk de reden waarom hij werd gerekend te behoren tot de God van de bliksem, de hoogste godheid: bij de Grieken tot Zeus, bij de Romeinen tot Jupiter, bij de Germanen tot Donar en bij de Kelten tot Tanaris. Omdat de eik de bliksem aantrekt wordt bij onweer gezegd: "Eiken moet je wijken, beuken moet je zeuken." Ook vrouwelijk godheden werden toegewezen aan de eik, de voedselbrenger: Ana of Dana, de Keltische oermoeder, openbaarde zich in de eik, en voor veel dieren is de eik zowel hun huis als hun bron van voedsel.

De heilige eik was de plaats voor bijeenkomsten; daar werd recht gesproken of werd de goden om raad gevraagd. Als onder de eik een onwaarheid werd gesproken kwam er onheil over de gemeenschap of groeiden er geen eikels meer aan de eik; eikels waren waardevol als vervanger van meel en als varkensvoer. Onder de eik werden geloftes afgelegd en Socrates zwoer al "bij de eik". De Engelse koning plantte bij zijn kroning deze sterke boom. Bij de Kelten was de eik de poort van het oude naar het nieuwe jaar, waarbij het nieuwe jaar overigens begon met de zomerzonnewende.
De hoog opgroeiende en diep wortelende eik verbindt de bovenwereld met de onderwereld en was daarom voor vele volkeren een orakelboom. De priesteressen en druïden hoorden het orakel spreken in het ruisen van de bladeren. Als wereldboom steunde de machtige eik de hemel en voorkwam dat deze op de aarde neerstortte. De volkeren van vroeger waren dan ook ontzet toen veroveraars als Caesar of missionarissen de heilige eiken gingen kappen.

Meer over de eik. https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/quercus-eik

woensdag, januari 23, 2019

Knoflook in Ortus Sanitatis

Op winterse dagen snuffelen in oude kruidenboeken. Een mooie en nuttige bezigheid voor een herborist. Wat zeggen de 'Ouden' en de 'Nieuwen' over knoflook. 

Galenus spreekt dat knoflook heet en droog is in de derde graad. Platearius en andere meesters spreken dat het warm en droog is bij de vierde graad. Serapio in het boek aggregatoris in het kapittel Thaum spreekt dat er zijn twee soorten knoflook, se ene wild en de andere tam en hebben beide gelijk een natuur. Avicenna spreekt dat knoflook beneemt en verdrukt de gezwellen des mensen in het lijf waar die zijn, het gegeten. En weekt ook zweren en opent ze en trekt erg uit de etter, die gekookt en daarover gelegd.

Met knoflooksap gesmeerd het hoofd doodt de luizen en ook de neten die daarop groeien en is ook goed tegen de haaruitval genaamd alopicia (zie onderzoek). Knoflook as met honing gemengd en op de huid gestreken beneemt de kwade gestalte van de huid, morfeem genaamd. Deze as alzo genuttigd heelt kwade zweren die geopend zijn, daarin gestrooid. Item knoflookas met honing en meiboter gemengd maakt een reine gladde huid die met ruigheid en uitslag overtrokken is, zich daarmee bestreken na het bad.

Item knoflook is schadelijk de ogen. Item knoflook gekookt en dan genuttigd maakt heldere stem en beneemt het oude hoesten en reinigt de borst als ze verkouden is. Knoflook gekookt met zijn kruid met wijn en dan gedronken maakt erg goed plassen en brengt ook alzo genuttigd de vrouwen hun ziekte genaamd menstruatie. En trekt ook uit secundina, dat is de nageboorte, de buik daarmee bestreken of de reuk van knoflook zal die vrouw van onder af naar haar schaam laten dampen en zal op een aarden stoel zitten met gaten en zich onder om bedekken.

Platearius spreekt; Wie met vrouwen te doen hebben wil die vermijdt knoflook want het verdrukt de zaden genaamd sperma, dat is de natuur van de man, en welke daarvan zich nuttigt die ontstaat daarvan grote ziekte. Welke overtrokken was met kwade koude vochtigheid, inwendig of uitwendig van het lijf, die eet vaak knoflook. Geen vergiftig dier steekt de mens die het genuttigd heeft met wijn. Als een dolle hond gebeten heeft, die neemt knoflook, vijgenbladeren, kamille bloemen, van elk gelijk veel, en kook die in water en stoot die en maak daaruit een pleister en leg het op dat dieren beet, hij geneest gelijk.

Knoflookgeur verdrijft allerhande wormen die vergif bij hen dragen. Knoflook gekookt met azijn en opgedronken met honingwater genaamd mulsa verdrijft de spoelwormen en allerhande wormen in de buik.

Knoflook in vijgenolie gekookt heelt vergiftige beet aan benen en aan andere leden des lijf. Met deze zalven verdrijft men het kwade ongemak en gezwellen, uitwendig daaraan gestreken. Item knoflook gekookt met melk en die gedronken beneemt peri-pneumonie, dat is een zweer aan de longen. Dioscorides spreekt; Wie de waterziekte heeft dat van koude materiën komt, genaamd yposarca, die neemt knoflook en Centaurea en kook die in wijn en drink het, hij geneest.

Item Pythagoras, een meester, spreekt; Dat knoflook gestoten en daarin gemengd koriander en alzo genuttigd met wijn verdrijft dat lendenpijn en helpt ook die er zo zwaar ademt. Alzo genuttigd dezelfde drank weekt de buik. Item knoflook met bonen gekookt en gestoten en daaronder gemengd olijvenolie of boommoszadenolie en daaruit gemaakt een zalf, deze zalf dient erg goed de slaap, genaamd tempora, mee bestreken voor die hoofdpijn.

Item knoflook die mag lichtelijk veranderd worden in venijn alzo; Neem de zaden daarvan en zaai het, daarvan wordt knoflook, van dezelfde knoflook neem de zaden en zaai het voor de tweede keer, dat doe je vijf of zes maal, dan is de laatste verandert in venijn. Daarom zal men de knoflook planten en niet zaaien en gebeurt gewoonlijk van den tuinders, hoewel ze de oorzaak niet goed weten. Item. Wie vele malen en steeds knoflook eet brengt dat hoofdpijn en is ook brengen onreinheid van het bloed genaamd lepra.

Ook is knoflook bijzonder boos rauw gegeten voor de ogen. Item knoflook gekookt of gebraden met mastiek en bertram poeder, daarvan de muil gewassen is goed tegen die tandpijndagen.

Item. Knoflook is goed de arbeidende mensen die staand water drinken en eten ook koude onverteerbare spijzen. Daarom spreken de leraar dat knoflook een teriakel is van der boeren. Want knoflook is rechtvaardigen en goed maken dat water genuttigd van de boeren.

Uit ‘Gartten der Gesundtheyt, tuin van gezondheid, garden of health, Ortus sanitatis’ uit 1485.

Allium tegen haaruitval?  Even zoeken op Pubmed en.......
J Dermatol. 2002 Jun;29(6):343-6. Onion juice (Allium cepa L.), a new topical treatment for alopecia areata. Sharquie KE1, Al-Obaidi HK.
One small study published in the Journal of Dermatology indicated that applying onion juice to the scalp might help hair regrow in some people.
The study involved participants who had alopecia areata, which is a non-scarring, patchy form of hair loss.
Researchers found that hair growth started after 2 weeks of using onion juice, which was applied to the scalp twice daily.
Almost 74 percent of participants had some hair regrowth after 4 weeks, and at 6 weeks about 87 percent experienced hair regrowth. Both males and females participated in the study and the hair regrowth was higher among males.
Although the study did indicate positive results, it was small with only 38 participants.

En ..... Hajheydari Z, Jamshidi M, Akbari J, Mohammadpur R. Combination of topical garlic gel and betamethasone valerate cream in the treatment of localized alopecia areata: A double-blind randomized controlled study. Indian J Dermatol Venereol Leprol 2007;73:29-32. Garlic is a very commonly used home remedy in the treatment of alopecia areata in India and even in the rest of the world. One study analyzed the effect of a combination of topical garlic gel and betamethasone valerate ointment in alopecia areata in a double-blind study. The study found the combination useful in majority of the patients with a statistically significant difference between the treatment and control groups.

Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/haargroei

zondag, januari 13, 2019

Haneklootjes, menhirs en maretakken.

Tijdens onze kruiden- en druidenwandeling bij Weris komen we ook de eerste, frisse blaadjes van het speenkruid tegen. Niet verwonderlijk, het is elk jaar weer als eerste frisgroen van de partij.

Menhir, maretakken en mist. Weris op zijn best.
 Voor mij is deze deze Ficaria verna het kruid van het zeer vroege voorjaar. In het verleden werd het plantje nog al eens vergeleken met de Stinkende gouwe, zo noemde Dodoens het Kleine gouwe, een oude Franse benaming is Petite chelidoine en een Engelse naam is Lesser-celandine. Niet verwonderlijk die vergelijking want het zijn allebei planten die, zo vroeg al, mooi fris groen zijn en geel bloeien. Al lijken ze verder helemaal niet op mekaar. In 1644 schreef Dodoens reeds dat de wortelkens met aanhangende greynkens van het Speencruydt te ghebruycken zijn om de speenen te genesen: want de speenen oft anbeyen met het sap van dit cruydt met wijn oft pisse van den krancken (ja, je leest het goed) ghemengelt zijnde, dikwijls gewassen ende ghenet, worden kleynder ende in een getrocken ende verdroogen heel.

Mijn commentaar: een kruid laten trekken in urine van de persoon in kwestie vind ik een interessante gedachte. Met die 'kruidenthee' als kompres kon je dan je aambeien of speen behandelen. Een andere oude interessante naam van het Speenkruid is Haneklootjes, de mensen zagen in de langwerpige verdikte wortels een gelijkenis met de teelballen van een haan. Dat lijkt mij beter getypeerd dan de overeenkomst met aambeien. Volgens de signatuurleer (het uiterlijk van een plant geeft aan voor welke ziekte het kruid gebruikt kan worden) zou Speenkruid dus niet alleen goed moeten zijn tegen aambeien maar ook tegen teelbalkwalen of, met enige fantasie, tegen te zwak zaad.

We komen in de winter natuurlijk niet alleen naar Weris om de minuscule speenkruidjes te bewonderen, maar eerder om eeuwenoude rechtopstaande stenen, menhirs te aanschouwen. Deze monumenten zijn hier ooit door onze verre voorouders kwistig rondgestrooid. Alhoewel rondgestrooid? Eerder strikt gepland en met enorme inspanningen op de juiste plaats gebracht. Stenen rechtop geplant zoals bomen en struiken. Betekenis geven aan het landschap. Is dat de functie van een herborist?

vrijdag, januari 11, 2019

Mijn uitzicht: winterse berken

Twee, zowat in elkaar verstrengelde berken, bepalen mijn huiselijk uitzicht. Achter  de berken diep onder mij en soms in mist gehuld bevind zich de Maas. Bijzonder gevoel is het wel, alsof ik, net zoals eksters en eekhoorns, in de kruinen van de bomen woon. 

Dat ik berken wil beleven, er over nadenken, ze wil beschrijven, is dus vanzelfsprekend. En inderdaad verhalen, gebruiken en praktische toepassingen met deze bomen zijn er genoeg.

De zachte berk was vroeger bekend onder de naam Betula odorata Bechst. (welriekende) Dit vanwege de naar hars geurende afscheiding van de jonge blaadjes. In de oudheid zouden die bladeren als amulet tegen jicht gebruikt geweest zijn. Het berkenblad, 10 gram op anderhalf kopje, heeft een sterke urinedrijvende werking, goed tegen huiduitslag, reuma, jicht en waterzucht. Het bladafkooksel in wijngeest, 1 tot 10, werd met etherische olie geparfumeerd en als hoofd en haarwasmiddel aanbevolen.

De  berkenbast werd ooit als schrijfmateriaal gebruikt. Hierover bestaan  nog  getuigenissen van de zestiende eeuwse Duitse kruidkundige   Hieronymus Bock (Tragus, 1498-1554) die in Zwitserland nog zelf teksten zag, geschreven op berkenbast.  Een  vergelijkbaar  verhaal is bekend over een  boek,  geschreven op berkenbast dat in Brussel in 1662 werd geveild. Plinius de Oudere vermeldt dat in Gallië  toortsen  van berkenschors  werden  gebruikt  bij huwelijksfeesten   en   als   geluksbrengers.
Nog op het eind van de zeventiende de eeuw schrijft de  Nederlander  Abraham  Munting  in  zijn ‘Nauwkeurige  beschrijving  der  aardgewassen’dat dit gebruik in zijn tijd nog stand hield bij de landlieden. Hij schrijft ‘zij rollen ze in malkander;  steeken ze in eenige vette stof,  of vullen  ze  met  pek, hars en diergelijke vuurvattende dingen.’ Een dergelijk gebruik vindt men ook enkele decennia eerder vermeld in Dodoens kruidenboek.
De berkentwijgen of berkenwisjes hebben niet  alleen  de  naam  de  beste  ‘natuurlijke’ bezems  te leveren, ze waren in de handen van de schoolmeester in vrijwel alle scholen tot een flink eind in de twintigste eeuw nog  een  geducht  middel  om  ontzag  af  te dwingen.  Tal  van  ongehoorzame  leerlingen kwamen  immers  onzacht  in  aanraking  met de berkenroede.
Het  berkenhout  levert  goed  brandhout. Ontgonnen heiden werden om die reden vaak beplant met berk. Het hout werd ook door klompenmakers  gebruikt. 

Het belangrijkste medicijn uit de berk kan in het voorjaar gewonnen worden. Tegen de tijd dat de bladeren in het blad komen begint het bloed van de berk sneller te stromen. Die stroom wordt in februari op gang gezet en gaat door totdat de bladeren voldoende water kunnen verdampen.  Dit vocht is bekend als berkenwater. Men kan dit tappen door dwarse insnijdingen te maken in de zuidzijde van de schors of een gat te boren waar een kurk in gestoken wordt en in die kurk een slangetje te bevestigen die aan de andere zijde in een fles uitmondt.
Dit water is een oeroud middel tegen blaasziektes, reuma en longziektes. Het is de berkenmede, de levenskracht van de berk waarmee men zich in het voorjaar versterkt. Deze grote lentekracht drinkt men zwijgend, de oerbron van het levens schenkt vruchtbaarheid aan jonge paren en gaf in de eindeloze heidevelden lafenis aan de herders. Het is een versterkend middel voor de “breukige “ mannen, die vroeger als impotent golden.

En ja, gewoon in de winter naar die sierlijke maar o zo krachtige berken staren, helpt al om de koude winter levenskrachtig door te komen