woensdag, februari 16, 2011

Outgaarden, holle wegen, hoeves en kapelletjes

Wandelen in mijn verleden tijd.. Door de holle wegen bij Hoegaarden naar Outgaarden. Langs de opritweg naar de autostrade tussen Tienen en Hoegaarden draai ik links een doodlopende weg in. Ik stop bij de modderige landweg die leidt naar een holle weg.
Een weg die ik jaren geleden bij mijn weekend bezoeken aan mijn ouders regelmatig bewandelde. Om er eens uit te zijn.

Het begin van de weg is echt een 'veld'weg, want volledig omringd door akkers. Groen is er nu in februari, behalve gras nog niet veel te zien. Toch vind ik enkele planten met frisgroen sterk ingesneden blad, meestal is dat in dit seizoen het fluitekruid, toch ziet het er enigszins anders uit. En dan besef ik plots, dat het de giftige, mysterieuze gevlekte scheerling is. Een plant met geschiedenis, een plant waar 2000 jaar geleden Socrates de gifbeker mee heeft gedronken. Niet leuk voor Socrates maar wel leuk voor mij om deze plant hier en nu in een Hoegaardse holle weg te vinden. Geschiedenis zit gewoon in elk plantje.

Een mooi begin van mijn wandeling. Even doorstappend zitten we al snel in de holle weg en dus omringd door de klassieke bomen zoals vlier, es en populier en onder mijn voeten het even klassieke speenkruid, kleefkruid en nagelkruid. Ik verwacht hier ook de zeldzamere aronskelk, het maartse viooltje en de heggerank. Helaas vind ik ze niet, nog te vroeg of toch voorgoed verdwenen. Boven, uit de holle weg komend, kijk ik weer over geploegde akkers met in de verte de altijd zichtbare Gorgoniuskerk van Hoegaarden.

Outgaardse holle weg

Scherp naar rechts afdalend over een gebetonneerde holle weg wandel ik richting Outgaarden. Bij de eerste huizen vind ik, aan het eind van de holle weg, weggegooid tuinafval. Helaas is dat blijkbaar een menselijke gewoonte, holle wegen moeten blijkbaar opgevuld worden. Soms gaan die tuinresten zelf een eigen leven leiden. Vooral de gevlekte dovennetel trekt zich van dat verwijderen uit de propere tuintjes niks aan, hij gaat vrolijk verder woekeren in de natuur. Misschien is deze plant wel blij, verlost te zijn van de menselijke bemoeizucht. 
Outgaarden dus. Het slonzige sympathieke boerendorp uit mijn jeugd met zijn grote en kleine boerderijen is veranderd in een proper gerestaureerd villegiatuur. Enkele grotere vierkantshoeven zijn zelfs chambre d'hotes of iets dergelijks geworden. Mooi zeker wel maar toch heb ik gemengde gevoelens bij deze veranderingen.

Gerestaureerde boerderij
Ik zigzag, als een dronkaard verzadigd van verleden gevoelens, door het hele dorp heen. Langs de huisjes en boerderijen van oude schoolkameraden, langs nauwe straten en steegjes. Zouden Virgile, Willy en anderen hier nog wonen. Bezoeken durf ik ze niet en ze op straat herkennen is er ook niet meer bij. Bij de indrukwekkende boerderij van mijn vroegere boezemvriend wandel ik weer het dorp uit en het veld in. Wat verder bij een Mariakapelletje kijk ik helemaal over de akkers tot in Wallonië en Zétrud Lumay toe. Ook een andere mooie kapel is in de verte op de taalgrens zichtbaar. Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand of de Bon Secours, ook daar ging ik regelmatig op heidense bedevaart.

Akkerereprijs
Ik laat Maria, de heilige maagd, nu wel letterlijk links liggen en wandel via een echte kasseiweg terug Outgaarden in. Aan de rand van de akker vind ik het eerste hemelsblauw bloeiend veldereprijsje, dat zorgt ervoor dat ik met mijn ogen en neus nog even over de leemgrond snuffel.
Terug in de straten van Outgaarden. Bij de schoolmeisjesstraat sla ik links af naar de Paenhuysbeekstraat, via een smal steegje kom ik bij de Paenhuysbeek zelf. In de verte zie ik mijn auto al staan. Nog even schrik ik omdat er een politieauto achter mij aan komt, gelukkig maakt hij rechtsomkeer en kan ik zonder problemen mijn auto bereiken. Doelloos wandelen is blijkbaar toch nog altijd toegelaten.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/41802-gevlekte-scheerling-en-de-gifbeker.html



zondag, februari 13, 2011

Eekhoorn


Eens wat anders dan een levende plant, een dode eekhoorn. Hij ligt er wel mooi 'slapend' bij. Niet voor lang, vrees ik en zelf vergat ik hem aan de kant te leggen of te begraven.

zaterdag, februari 12, 2011

Galanthusgeheimen

Een gewone afbeelding van een gewoon sneeuwklokje. En toch verbergt ook dit plantje geneeskrachtige en giftige geheimen.
In de Griekse Odyssee verandert de godin Kirke de metgezellen van Odysseus in varkens door ze drugs toe te dienen waardoor, zoals Homerus schrijft, «een mens zijn vaderland vergeet».
Kirke's helse kruiden bestonden uit doornappel of alruin en monnikskap, een combinatie die zich tot in de twintigste eeuw in de apotheek heeft gehandhaafd als uitwendig pijnstillend middel. Aconitine uit monnikskap veroorzaakt na inname een specifieke jeuk en tinteling van de huid, met de autosuggestie van uitgroeiende stekelharen. Odysseus krijgt echter van Hermes een kruid dat als tegengif werkt en, ongevoelig geworden voor het vergif, dwingt hij Kirke met het zwaard zijn makkers weer uit hun roes te halen. De anti-drug van Hermes was waarschijnlijk het sneeuwklokje, Galanthus nivalis, de toverplant Moly van de klassieke Oudheid, waarin het alkaloïde galanthamine de parasympaticolytische werking van de tropaanalkaloïden opheft.


Dat zelfde galanthamine is ondertussen in gebruik tegen de ziekte van Alzheimer. In de kruidengeneeskunde van Oost-Europa werd het gebruikt als middel tegen de symptomen van polio en voor verbetering van het geheugen. Dezelfde stoffen vinden we ook in andere bolgewassen zoals narcissen.
Is het vroege voorjaar het moment om je geheugen op te frissen? Alhoewel, nu niet direct sneeuwklokjes en narcissen op eten, want dat zou je weleens slecht kunnen bekomen. Misschien kun je maar beter met de ogen genieten van die vroege bloeiers. Zou dat ook het geheugen opfrissen?

Sneeuwklokjes bekijken kun je overal, maar in de Alpenplantenkwekerij Cathy Portier  Margareta van Vlaanderenstraat 27  8310 St.Kruis-Brugge organiseren ze zelfs sneeuwklokjes weekends.
vrijdag 4 tot en met zondag 6 februari
vrijdag 11 tot en met zondag 13 februari
zaterdag 5 en zondag 6 maart (van 9 tot 17 uur)

Over de werking van galanthamine: J Ethnopharmacol. 2004 Jun;92(2-3):147-62. Galanthamine from snowdrop--the development of a modern drug against Alzheimer's disease from local Caucasian knowledge.

vrijdag, februari 11, 2011

Curieuze zaaddozen


Wie kent deze pluizige zaden? 
Of de zaaddozen? 


Enkele dagen later. De naam is mij dan toch te binnen geschoten. De zijdeplant (Asclepias syriaca, Asclepias intermedia).  De plant wordt 1,2-1,5 meter hoog en vormt ondergronds stevig groeiende wortelstokken. Bij verwonding komt er wit melksap vrij.. Aan de zaden hangen lange, witte haren en het wordt omsloten door grote vruchtzakjes. Dit met enige fantasie op het lijf van een parkiet of een kleine papegaai lijken en daar heeft hij dan ook zijn naam papegaaiplant aan te danken.
Het melksap (de latex) in steel en blad is licht giftig. Jonge scheuten, bladeren en bloemknoppen zouden wel te eten zijn, maar heb ik nog niet geproefd. Wie wil zichzelf opofferen voor de weten-schap?

donderdag, februari 10, 2011

Rode biet

Modes in de kruidenwereld worden steeds vanzelfsprekender. Gojibes, groene thee,  anti-oxidantthee,  .... en nu weer rode bietensap. Gemengde gevoelens heb ik daar wel bij.
Bietensap schudt dezer dagen zijn oubollig onsmakelijk imago van zich af en wordt door sportliefhebbers met liters tegelijk gedronken. Ja, het werd bewezen onder andere door Engelse wetenschappers dat bietensap de uithouding tot 16 procent kan verhogen. Dat heeft volgen inspanningsfysiologen te maken met de nitraten die in deze groente zitten. Deze stoffen bevorderen de aanmaak van stikstofoxide. Dat er op zijn beurt voor zorgt dat zuurstof  in de spieren sneller zijn werk kan doen. En zo de uithouding verbetert.

Wat onderzoekjes over rode biet

  • Kujala T. S et al. phenolics and betacyanines in red beetroot ( Beta vulgaris ) root: distribution and effect of cold storage on the content of total phenolics and three individual compounds . J Agric Food Chem 2000; 48:5338-5342 p.
  • Bobek P et al. The effect of red beet ( Beta vulgaris var. rubra ) fiber on alimentary hypercholesterolemia and chemically induced colon carcinogenesis in rats. Nahrung, 2000; 44(3): 18 4 -187 p.
  • Weiss R. F. Beta vulgaris (Sugar Beet). Herbal Medicine 1988: 89 p.

woensdag, februari 09, 2011

Munt

De voorbije dagen heb ik  nog al wat les gegeven over de kruiden voor de spijsvertering. Voor mij het moment om zelf nog wat meer over bitterstofplanten zoals Alsem en Gele gentiaan, maar ook over Kamille en Munt na te denken. En dus heb ik voor infonu.nl nog maar eens een artikeltje over die merkwaardige muntsoorten geschreven.


De vele muntsoorten hebben een lange en soms merkwaardige geschiedenis achter de rug. Van Plinius over Culpeper tot Broeder Aloysius, allemaal hebben ze wat te vertellen over de Menthasoorten.

Munt is een overblijvende plant die vooral goed groeit op vochtige, bescha­duwde plaatsen, en in gunstige omstandigheden zelfs een woekerend kruid kan worden die andere planten geen ruimte meer laat.
Het kruid heeft rechte, vierkantige stengels en gladde, gesteelde blaadjes. 'De bloemkens sijn rood ende wassen in de ronde om de steelkens.' Als strooikruid was hij vroeger favoriet: 'Die reuck van Munte maeckt den Mensch vrolijck ende blijde, ende daerom soo worden die wilde munten hier te lande int stroysel ghemenght.' Dodonaeus, van wie deze citaten zijn, noemde akkermunt, Mentha arvensis, Bruynheylighe, omdat dit kruid in ker­ken werd gestrooid.


donderdag, januari 27, 2011

Heimwee-landschap



Ergens tussen Hoegaarden en Meldert. Rosdel noemt het nu, het Schoor noemden mijn ouders het 58 jaar geleden. Als kind mochten we of moesten we mee naar den akker, naar het verzorgen, wieden, oogsten van het graan in het vochtige schoorland. Als zevenjarige moesten we niet echt mee helpen, maar mochten langs de rand van het veld wat aan rommelen en gelukkig was er een spannend beekje vlakbij, waar kikkers, dikkoppen en ander 'on' gedierte ons bezig hielden. Het was een vanzelfsprekende vorm van kindercreche met de natuur als oppas.
Nu, zoveel jaren later ben ik voor de eerste keer weer hier. Ik herken de beek maar ons akkerlandje is onherkenbaar. Vochtig weiland, natuurgebied geworden, als natuurliefhebber moet ik daar natuurlijk blij mee zijn, maar als jeugdherinnering had ik het wel terug willen zien zoals toen.


Mooi is het nu wel, kleinschalig landbouwlandschap doorweven met holle wegen, af en toe een uit zijn oevers tredende Schoorbeek met moerasplassen, rietkragen en opvliegende wilde ganzen en boven dit alles wilde wolkenluchten. De rode wandeling volgend bloed ik een beetje van vreugde en verdriet. Wat is er veel en weinig veranderd!


zondag, januari 23, 2011

woensdag, januari 19, 2011

Oerbosje


Wandelen in mijn eigen De Haan aan Zee. Langs het tramstationnetje steek in de weg over en klim het bos in dat op het vroegere duin is aangelegd. Vooral aangeplante grove en Corsicaanse den groeit hier in het duinzand. Ik wandel op en neer zigzaggend richting Vosseslag. Het is een kilometerslange smalle bosstrook, waar je ook altijd het suizen van de auto's kan horen, al klinkt dat niet veel anders dan het ruisen van de zee.

Deze duinbossen werden oorspronkelijk aangelegd om de achterliggende landbouwgronden te beschermen tegen het zand van uit zee. Nu beschermen ze mij en geven me het gevoel in een oerbos aanwezig te zijn. al moet ik dan wel mijn verbeelding optimaal gebruiken. Toch vind ik het hier wel bijzonder, zo dicht bij mekaar zowel zee, zandstrand, duin, duinbos, café en kranten te vinden.


In het bos wordt door de beheerders ook al wat oerbos gespeeld, want sommige omgewaaide bomen mogen zomaar blijven liggen en door het ooit geasfalteerde fiets- en wandelpad mogen grillige boomwortels lekker hun gang gaan. Zelfs een oude oermens zoals ik mag hier vrijelijk rondlopen. Als ik nu ook nog subsidie zou krijgen om het bos te stofferen zou ik helemaal gelukkig zijn.

Planten op papier: Buddleja globosa

De winter is nog lang niet vergangen, maar toch, waarschijnlijk door de vroege vorst- en sneeuwperiode, heb ik het gevoel alsof het voorjaar nu al voor de deur staat. En als de plantenkataloog van Ruehlemans in de brievenbus valt, kan ik dat lentegevoel niet langer onderdrukken. Toch goed dat we in de winter naar planten op papier kunnen kijken!
Zoals gewoonlijk vinden we in deze Duitse plantenkataloog een overvloed aan medicinale, ethnobotanische en rituele planten en zaden van over de hele wereld te bekijken en te kopen en in het bedrijf zelf, wel zowat 400 km hier vandaan, ook te reuken. Noem maar op Maca, Jiaogulan, Mandragora, White sage, Perillasoorten, Noni, Mucuna, Vitex.... En bij elke plant in de kataloog ook nog een mooi en degelijk verhaal.

Een voorbeeldje, wel in de Duitse taal: Chilenischer Heilstrauch / Matico / Buddleja globosa


Bemerkenswerte Heilpflanze aus Südamerika, die in erster Linie zur Wundheilung verwendet wird. Aus Chile haben wir das Originalsaatgut für diese Pflanze von einer deutschen Kräuterfrau bekommen, die seit Jahren in Chile lebt und Heilpflanzen sammelt, die von den dortigen Krankenhäusern gerne abgenommen werden. Dort eines der wichtigsten Heilkräuter. Zitat von d ieser Kräuterfrau: „Die Blätter trinkt man als Tee gegen Magengeschwüre, oder benutzt sie frisch gequetscht auf Wunden gelegt zur Heilung. In Europa wird Matico offensichtlich von der Pharmaindustrie in grossen Mengen benutzt, denn ein Freund von uns exportiert getrockneten Matico tonnenweise(!) nach Europa.”

Enthält sehr viel Gerbsäure, Glukoside und Alkaloide, die die glatte Muskulatur entspannen. Heilmittel für äußere wie auch innere Wunden. Gegen Magengeschwüre. Außer zu einem Teeaufguss können die Blätter für konzentriertere Anwendungen auch 15 Minuten gekocht, oder zur Herstellung einer Pomade für 1 Woche in Alkohol mazeriert werden. Die Pflanze ist eng verwandt mit dem bekannten Schmetterlingsflieder.

Rühlemann‘s Kräuter & Duftpflanzen  Auf dem Berg 2   27367 Horstedt
Telefon: (+49) 4288.928558
Fax:  (+49) 4288.928559
email: info@ruehlemanns.de
www.ruehlemanns.de,
www.kraeuter-und-duftpflanzen.de

dinsdag, januari 11, 2011

Sauge de la Drôme


In mijn tuintje staat nu ook een saliestruik nog glimmend grijs te paraderen. Het is wel de echte salie, Salvia officinalis, maar een variëteit met een subtiel eucalyptusgeurtje. Afkomstig van een stekje ooit gestolen in de aromatuin van Nyons. De officiële naam van deze variëteit is waarschijnlijk Salvia officinalis chemotype eucalyptol. In de aromatuin word de plant nogal Frans fanatiek Sauge de la Drôme genoemd.


Hondius maakte al een lofdicht op de hormonale deugd van salie:
'Selver onsen goeden Godt
die met een wee dier gebodt
van in pijn en smert te baren
heeft de moeder gaen vervaren?
geeft haer cruyden oock met eenen
om de straffe die hij sent
te versoeten en vercleenen
alsmen haere deuchden kent.
Saliewater t'aller tijen
doet met pappels (heemst) haer verblijen.'

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/42219-salie-haer-blade-sijn-te-prisene-hogh.html

zondag, januari 09, 2011

Rozemarijn en olijfboom

Rozemarijn en olijfboom, twee Zuiderse planten die zich in Vlaanderen, toch thuis voelen. Zelfs na een stevige wintermaand zien ze er in mijn Haans tuintje nog geurend groen uit. De rozemarijn wil ook altijd weer bloeien in winter en vroeg voorjaar. En de olijfboom levert  in deze periode, tenminste in het Zuiden zijn beroemde vruchten af. In de middeleeuwen was de rozemarijn, zoals vele andere kruiden, omgeven met veel bijgeloof. Men dacht dat dit kruid alleen in de tuinen van de rechtvaardigen groeide en men gebruikte het als magisch amulet ter bescherming tegen hekserij, tegen duivelse gevaren en in het bijzonder tegen het „boze oog". Een meer practische toepassing was het verbranden van de twijgjes als wierook tijdens banketten of in de rechtszalen van het zeventiende eeuwse Engeland om de rechter te beschermen tegen infectieziekten en gevangeniskoortsen. Beroemd of moet ik zeggen berucht is ook het l’eau de Reine d’Hongrie, dat er voor zorgde dat een jichtige zeventigjarige Hongaarse prinses haar gezondheid en jeugdig uiterlijk terug vondt en daardoor kon trouwen met de koning van Polen.

Het is zeker zo dat Rozemarijn in de meest zinnige en onzinnige mengsel aanwezig was. Zo zat het ook in de ‘Azijn der 4 rovers’ of de Pestazijn, die door dieven tijdens een pestepidemie gebruikt werd om ongestraft de pestlijders te kunnen beroven. Bij Paracelsus, de man die nog mythischer is dan rozemarijn zelf, zat het kruid verwerkt in zijn beroemde balsem ‘Opodeldoch’ tegen reumatische pijnen.
De al even bekende Madame de Sévigné (17de eeuw) schreef in haar literaire brieven ‘rozemarijn, ik heb het altijd bij mij en ik vind het geweldig tegen verdriet’.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/biografie/35858-rozemarijn-zijn-geschiedenis.html
http://www.ema.europa.eu/docs/Community_herbal_monograph/2009/12/WC500018299.pdf
http://www.florahealth.com/flora/home/Canada/HealthInformation/Encyclopedias/Rosemary.htm

Sneeuw

Het eerste winteroffensief is voorbij. De Haan aan Zee is al 10 dagen sneeuwvrij, maar in de rest van Vlaanderen en zeker in de Ardennen zijn, zelfs met temperaturen tot plus 10 graden toch nog altijd serieuze sneeuwresten aanwezig. In het nog witte landschap lijken de sneeuwgeesten zich als mist over de velden te verspreiden.

zaterdag, januari 08, 2011

Wrangwortel en andere helleborussen

Als we in Wallonië zijn, wat de laatste maand nogal eens gebeurd is, zie ik regelmatig de groenblijvende helleborusssoorten langs de wegkanten voorbij flitsen. Ja, voorbij flitsen omdat we meestal maar voor een dag in de Ardennen zijn en helaas geen tijd hebben om te wandelen.
Meestal is het Helleborus foetidus of stinkend nieskruid die we zien, maar soms vind je ook wel de wrangwortel bvb in de Molignéevallei en bij Modave. Het blijft wel een merkwaardige plant met zijn winterse bloei. Geneeskrachtig is hij wel vergeten. Gelukkig zou ik zeggen want giftig blijft hij toch wel door de aanwezigheid van bufadiënoliden. Het zijn stoffen verwant aan de hartglycosiden van het Vingerhoedskruid en kunnen in de juiste dosering dus ook hartversterkend zijn. Toch niet uitproberen! De naam bufa-diënoliden is ontleend aan de pad Bufo, die dezelfde stoffen in zijn huidklieren heeft geconcentreerd.

Maar terug naar de nieskruiden. Als ik mijn eigen artikel op info.nu nog eens nalees, sta ik toch weer verstomd van zijn vele toepassingen in het verleden. En kijk ik ook weer vol verwondering en bewondering naar die voorbijflitsende Ardeense nieskruiden.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/47700-helleborus-het-stinkend-nieskruid.html

vrijdag, december 24, 2010

Aronskelk

De aronskelken in de Haanse duinbossen komen fris gewassen onder de sneeuw vandaan. Net alsof er geen 'sneeuwtje' aan de lucht is in de rest van het land. Gisterenavond ploeterde ik nog met de auto door Leuvense en Brusselse sneeuwstormen. Wat kan een klein landje toch groot en gevarieerd zijn.  Over de aronskelken dan maar.De bladeren van de Italiaanse aronskelk blijven opvallend gaaf. Dat komt door de aanwezigheid van bepaalde zouten, die de plant tegen slakkenvraat beveiligen, misschien beschermen die mineralen het blad ook tegen het bevriezen.  Vroeger, en hier en daar niet eens zo lang geleden, dichtte men de Aronskelk ook een andere beveiliging toe, namelijk tegen slangen. Wie maar een blad of een stukje wortel van de plant bij zich droeg, zou niet door slangen worden gebeten. Een ander lid van de Aronskelkfamilie dankt hier zelfs zijn Nederlandse naam aan, Slangenwortel. 
Over de merkwaardige bloeiwijze en de vreemde bessen zullen we het nu maar niet hebben, dat is iets voor het  voor- en najaar. Passender en spannender zijn de vele magische toepassingen en geheimzinnige uitspraken die aan de Arum verbonden zijn.

Hildegard von Bingen schrijft ' Herba Aaron nec tepida, nec nimis fortis est, sed aequalem et temperatum calorem habet'.  De gevlekte aronskelk is niet lauw, noch te sterk, maar heeft een gelijkmatige en getemperde warmte, zoals de zon na het morgenrood een aangename warmte bevat en heeft, zoals dauw in de zomer voor de dag aanbreekt zacht is, en daardoor kan hij naar alle richtingen omgebogen worden zoals een zachtaardig man die zowel gevaren kan trotseren alsook voorspoed op de juiste wijze in stand houden'. Begrijpen doe ik het zelf ook niet helemaal, maar mooi en mysterieus klinkt het in elk geval wel.

Dan maar weer eens ons aller Dodoens (1644) citeren, die dan weer Dioscorides citeert : Dioscorides schrijft dat deselve wortel met koeyenmest vermenght ende op het flerecijn oft op de voeten van de gichtighe menschen gheleyt, tegen de voetgichte seer nut ghevonden wordt'. Maar waar vind ik nog de  gezonde koemest om dit eens te proberen? Toch nog enige waarschuwing, het is niet aan te raden om deze toch wel wat giftige plant zomaar op te eten.


vrijdag, december 17, 2010

Hulst, heidens heilig

Hulst, niet direct de meest gebruikte medicinale plant, maar wel een plant met een mysterieus verleden, die bij de donkere, mystieke wintertijd hoort. Niet verwonderlijk als je ziet hoe die groenblijvende boom ook in December blijft glimmen. Hulst werd om dezelfde reden als de maretak als een heilige plant beschouwd:

Hij blijft altijd groen en lijkt onaantastbaar voor de tijd en de wisseling der seizoenen; hij is een symbool van het leven te midden van de schijndood van de winter. Vandaar de plaats die hij innam bij de midwintergebruiken en de beschermende krachten die hij zou bezitten.Veel daarvan is nog altijd terug te vinden in onze eigen gebruiken tijdens de kerst- en nieuwjaarstijd.

De Hulst werd ook Grote steekpalm, Prikbladen, Ulster en zelfs Kattedoorn genoemd volgens Vandebussche in zijn boek 'Onze Volkstaal voor kruiden en Artzenijen uit 1955.
Volgens Dodoens waren 'de besiekens warm en droogh van naturen...en de bequaem om de winden te scheyden ende de opblasinghen te doen vergaen'. Niet direct de meest feestelijke indicaties. Maar zo'n een prikkende kerstkaart lijkt mij ook niet het ideale symbool voor vrede op aarde voor mensen van goede wille. Misschien juist daarom zo leuk.

dinsdag, december 07, 2010

Wijsvinger en prostaat

Een wijsvinger die korter is dan de ringvinger duidt op een groter risico op prostaatkanker, Dat blijkt uit onderzoek van het Britse Institute of Cancer Research. Wereldwijd sterven er jaarlijks 254.000 mannen aan prostaat­kanker.
Vingerlengte wordt blijkbaar bepaald in de baar­moeder door de aanwezige hoeveelheid testosteron. Een langere wijsvinger ont­staat door een lagere blootstelling aan het geslachtshormoon. Dit zou de kans op kanker verkleinen.
Voor het onderzoek werden de vingers van 1.500 prostaatkankerpatiënten verge­leken met die van 3.000 gezonde mannen. De kans op de ziekte zou met 33 pro­cent afnemen als een wijsvinger langer is dan de ringvinger.
De wetenschappers denken door hun research een eenvoudige manier te heb­ben gevonden om het risico op prostaat­kanker in te schatten bij mensen jonger dan 60 jaar. Ook zou dit criterium gebruikt kunnen worden bij het selecte­ren van personen voor preventief onder­zoek.

Misschien weer eens de gelegenheid om wat goeie kruiden voor de prostaat te vermelden. Preventief is zeker brandnetel een goede keuze, maar het meest interessante als voeding zijn pompoen- en zonnebloempitten, die je als tussendoortje kunt op knabbelen. Verder zijn ook walnoten en tomaten (lycopeen) gezond voedsel voor de prostaat.  Lees ook

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/60633-prostaatklachten-en-kruiden.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/25922-pompoen-en-de-prostaat.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/prostaat

Helmgras in de winter


Onder het gewicht van sneeuw en ijs kronkelt het helmgras zich over de duinen heen. Alsof het weg vlucht van de zee naar warmere oorden. Helmgras is niet direct mijn gebruiksplant bij uitstek, maar is toch een zeer nuttige plant die in de duinen groeit en het binnenland beschermt tegen de krachten van de zee. Met zijn woekerende wortelstok houdt hij het zand van de duinen op zijn plaats. Zijn wetenschappelijke naam Ammophila arenaria betekent dan ook het zand beminnend (ammophila) en het zand vasthoudend (arenaria).
 
De stevige wortels zijn ook geschikt om touw en matten te maken. Ook de taaie bladeren kunnen tot manden gevlochten worden en er is zelfs papier mee te maken. Eens proberen? 'the stems are harvested in the summer, cut into usable pieces and soaked for 24 hours in clear water before cooking for 2 hours with soda ash. Beat the fibres in a ball mill for 1½ hours. The fibres make a tan-brown paper'
Engelstalige benamingen: Bent, Broad Bent, Helme. Marram, Mat-grass, Mat Reed, Signs, Spire, Stare.


vrijdag, december 03, 2010

woensdag, november 24, 2010

Herderstasje

Een onooglijker plantje dan het Herderstasje kunnen we ons nauwelijks voorstellen. Een schraal vuilgroen onkruid met aangevreten blad en minimale vuilwitte bloemetjes, groeiend langs slordige wegranden en akkers. Veel werk maakt het niet van zijn uiterlijk, alles lijkt op overleven afgestemd en daar is het dan ook een meester in.
Het groeit, bloeit en vermeerdert zich snel en doet dat ook het hele jaar door. Ook nu, eind november vind je het plantje met zijn hartvormige zaadjes; met wat fantasie is dat het enige aantrekkelijke aan deze Capsella. Daar komt dan ook zowel zijn Latijnse als zijn Nederlanse naam vandaan. Deze zaadjes zouden op een beursje of tasje van een herder lijken. Dus bursa pastoris, een pastorale beurs, ook de Engelse benaming is Shephard’s purse.

Cannabis

Heb je het ook gelezen? Een Franse boer heeft een boete gekregen omdat hij cannabis als ontwormingsmiddel gaf aan zijn eenden. 'Geen enkele eend heeft nu nog wormen en ze verkeren allemaal in goede gezondheid', zei de eendenkweker. Er werd niet bij verteld of de eenden er ook een beetje high van werden. Misschien moeten we eens een bezoekje brengen aan zo'n boer. Hij woont in het dorpje Gripperie-Saint-Symphorien tussen Nantes en Bordeaux, ten minste als hij de eerst volgende maand niet in de gevangenis moet verblijven.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/cannabis-medisch

maandag, november 22, 2010

Wandelen in de Lognevallei

Zwerven met de motorhome langs Ardeense dorpen in diepe, nauwe valleien. Ik kan er mij nog steeds over verwonderen dat zoiets nog bestaat in een klein, overbevolkt land als België. Leve de Ardennen, zou ik zeggen.  

De vallei van de Logne, dat is lang geleden. Tussen Bomal en Aywaille parkeer ik mij op de kleine parking bij de kasteelruïnes. Een korte steile afdaling via een een verharde weg en dan ik ben bij de beek van Lembrée in de Lognevallei.

Het vroegere hotelletje waar ik twintig jaar geleden eens logeerde is ondertussen woning geworden. Verderop staat ook een ander hotel te koop. Ja, hotels lijken uit de mode te zijn. Maar deze vallei en zijn hellingen zijn mij toch vooral lief omwille van hun bijzondere plantengroei. Een van de rotshellingen is zelfs boomvrij gemaakt door de natuurverenigingen om de zonminnende rotsplantjes meer kansen te geven. Zonneroosjes, wilde tijm, gamander maar ook toortsoorten kunnen hier uitbundig groeien en bloeien. Dat natuurverenigingen bomen kappen, blijf ik toch nog altijd een beetje vreemd vinden.

Ferme de Palogne
Aan het eind van de Lognevallei, bij de Ferme de Palogne, wordt de beek opgeslokt door de Ourthe, Ferme de Palogne is geen boerderij maar een groepsverblijf voor sportievelingen. Je kunt hier via een voetgangersbrug de Ourthe oversteken en naar het mooi gelegen dorp Sy wandelen. Ik wandel niet naar Sy, maar rijd er straks via Vieuxville in een grote bocht naar toe. Maar eerst wil ik nog op mijn manier de ruïnes van Palogne veroveren. Een breed slingerend pad voert stevig naar omhoog, de schemering maakt alles nog geheimzinniger, tongvarens als bosgeesten bevolken de schaduwrijke boshellingen en boven bij de ruïne aangekomen, is het alsof eeuwen geschiedenis nog steeds rond spookt in het grillig gesteente. Het kasteel is gelukkig gesloten, dus geen andere toeristen te bekennen die mogelijk de mysterieuze sfeer zouden kunnen verpesten.

De burcht en de schat
De burcht werd in de zevende eeuw opgericht om het graafschap Logne te verdedigen. In 1521 werd het blijkbaar volledig vernield door Hendrik van Nassau in opdracht van onze Keizer Karel. Vernietigd worden, daar zijn burchten blijkbaar voor bedoeld. De ruines werden volledig overwoekerd en vergeten tot men zowat honderd jaar geleden de resten opnieuw ontdekte.

Geheimzinnig zijn ze altijd wel wat gebleven. In een merkwaardige toeristische gids uit 1905 lees ik:  'De overlevering verhaalt, dat in de onderaardsche ge­welven van het kasteel een geheime schat is begraven, die bewaakt wordt door een met edelgesteenten bedekte geit, „Gatte d'or", Gouden Geit. Dit is de Waalsche vorm van de algemeen verspreide oude mythe van een schat, àan de hoede van een dier, meestal een draak, toe­vertrouwd.

En nog in het midden der negentiende eeuw heeft men menschen aangetroffen, naïef en hebzuchtig genoeg om dit fabeltje voor goede munt aan te nemen. Door een priester geleid, zijn zij op een goeden dag in de gewelven den duivel gaan aanroepen om diens tusschenkomst ter bemachtiging van den befaamden schat af te smeeken'. Dus genoeg te fantaseren hier. Maar ik wil verder langs de ruine heen, zo zou ik mij eigen rijdend kasteeltje moeten kunnen bereiken

Helaas stopt het pad bij de ruïne en de hellingen zijn in de schemering zo huiveringwekkend steil, dat deze dappere ridder met de witte baard zich er deze keer toch niet aan waagt. Een aftocht dus, maar met plezier min of meer dezelfde weg terug. Ik zal hopelijk geen twintig jaar meer wachten om deze machtige ruïne te veroveren.

Menhirs van oppagne

Posted by Picasa


Met mijn zwerfauto zomaar enkele dagen dolen door de Ardennen. Op zoek naar wat? Een huis, een thuis, een droom, magie van het moment. Tussen Barvaux en Hotton rij ik richting Biron. Ik volg de wegwijzer huis te koop. Biron is Biron, een rustig dorp, wel bewoonbaar. Ik vind geen huis te koop, stop dus niet maar rij verder naar Oppagne om zo, mogelijk toch in Hotton te geraken.
En dan plotseling zie ik: zon, mist, een eikenboom en 3 menhirs zomaar midden tussen de ordinaire stoppels van een geoogst maisveld. De menhir van Oppagne! Ik stop, stap uit en ren over de stoppels naar de menhir. Een magisch moment van harmonie. Deze staande stenen, spirituele wegwijzers, energetische antennes, gewoon grenspalen, of hoe je ze ook zou willen noemen. Ze spreken gelukkig nog steeds tot onze verbeelding. Zelfs rituelen worden hier blijkbaar terug opgevoerd. Aan de takken van de eikenboom hangen kleurige lintjes. Gebedsvaantjes? Even voel ik mij in het verre Tibet, wie komt hier de natuurgoden aanbidden? Ik doe in elk geval mijn eigen ritueel, al is het dan met een moderne digitale camera. Moet kunnen! De zon zindert tussen de knoestige eikentakken en zelfs de maisstoppels lijken in aanbidding te buigen.
Met moeite kan ik mij losrukken van dit magisch moment maar de motorhome wacht. We willen verder. We? Het is net alsof, ik alléén, plots met héél veel ben.

Lees verder: http://creatief-schrijven.todio.nl/fragmenten/ontdekking-van-de-menhirs-van-oppagne-1743.html

vrijdag, november 12, 2010

Wandelen

Het winderige, regenachtige weer van vandaag herinnert mij aan november 1996, toen wandelde ik in de buurt van Spa tijdens een kruidenweekend. Over die wandeling schreef ik de volgende tekst in mijn dagboek.

Het is het twee en dertigste kruidenweekend, de driehonderd vijf en dertigste wandeldag, een net niet natte morgen bij Haut Regard, ten westen van het dorpje La Reid. We trekken met zijn vijven het bos van Menire in. Diep onder ons stroomt het beekje van Gerveva.

In november komen we hier natuurlijk niet alleen voor de planten maar ook om stevig te wandelen, toch vinden we vrij snel langs de wegkant een vreemde mengeling van zowel zuur- als kalkminnende planten. De ontdekking van de dag is een veldje uitgebloeid duizendguldenkruid. Extra determineren doen we door er even aan te likken, de extreem bittere smaak geeft ons zekerheid, het is wel degelijk Centaurium erythraea Rafn.. Een geneeskrachtige en beschermde plant die gebruikt wordt in likeuren en aperitieven om de eetlust op te wekken en om zware maaltijden makkelijker te kunnen verteren. 


Deze tekst en het vervolg is nu ook gepubliceerd op het wonderbaarlijk world wide web. Zie http://reizen.todio.nl/reistips-reisverslagen/kruidig-wandelen-in-de-ardennen-met-de-herboristenvereniging

We willen in de nabije toekomst opnieuw zulke kruidenweekends organiseren. Interesse om mee te wandelen of om mee te organiseren?

donderdag, november 11, 2010

Shii-take


Shii-take of Lentunila edodes, een Japanse paddenstoel, die ondertussen ook in Europa als culinaire lekkernij bekend is, werd en wordt in het Oosten vooral om zijn geneeskrachtige kwaliteiten geroemd.

Al tijdens de Song Dynastie, zowat 1000 jaar geleden, werd de Shi-itake in oude geschriften vermeld. Later tijdens de Ming Dynastie schreef de toen beroemde arts Wu Juei dat deze paddenstoel kon worden ingezet bij infecties van de bovenste luchtwegen, slechte bloedcirculatie.... bij vermoeidheid, vroegtijdige ouderdomsverschijnselen en om de QI of levensenergie op te wekken.

Lees verder op

zaterdag, november 06, 2010

Altijd aan zee


Aan zee, elke dag aan zee, geen vakantie maar toch altijd een beetje vakantie. Windkracht weet ik hoeveel? Toeristen waaien weg. Ruimte voor mij alleen.

maandag, november 01, 2010

Natuur! Bestaat dat?

Citaat: Het valt niet te ontkennen dat er veel te bekritiseren is aan het systeem, aan de maatschappij. Maar wat me daarin belemmert is het gevoel medeplichtig te zijn. Iedereen met enige intelligentie moet toch beseffen dat maatschappijkritiek uiteindelijk zelfkritiek is. Arnon Grunberg schreef ooit: “Maatschappijkritiek laat zich samenvatten in drie woorden: ‘Weg met mij.’”
‘Weg met mij’ – dat is uiteindelijk onleefbaar. Iedereen zoekt daarin zijn eigen uitweg. Sommigen worden activistisch, anderen vluchten in de verwondering. Je moet iets. Anders ga je in je eigen vlees knagen, tot aan bloedens toe.


In deze 'zinnen' van Michel Van Eeten herken ik 'iets'.  Als milieuactivist avant et après la lettre herken ik mijn verleden in het geroep van de activist van heden en bekruipt mij een vreemd gevoel van onmacht bij al die mensen die lijken te weten hoe het milieu en de natuur 'georganiseerd' moet worden.

zondag, oktober 31, 2010

Mooi oud, oud mooi

Harry Mulisch is gestorven. Hij heeft niks met kruiden te maken, maar is wel een van de schrijvers waarmee ik groot ben geworden. Mulisch, Claus, Vinkenoog, als zulke mensen dood gaan, voel ik mezelf toch ook een beetje sterven.


Al begin ik 'oud worden', toch wel 'mooi te vinden'

woensdag, oktober 27, 2010

zaterdag, oktober 23, 2010

Kruidenwandeling in Ubachsberg

Als herborist praat ik natuurlijk veel over de gebruikswaarde van planten. Dit najaar verzorg ik een opleiding in Nederland. Helemaal in het uiterste Zuid-Oostelijke puntje van Nederland, zomaar in het dorpje Ubachsberg. Een verslag van een kleine kruidenwandeling.

kruiden voor de spijsvertering
De eerste cursusdag. Direct met de deur in huis vallen. Weinig inleiding noch kennismaking. Het programma wacht. Vandaag bespreek ik de kruiden voor de spijsvertering. Dat zijn vooral bitterstoffenplanten, die maag en darm stimuleren, gele gentiaan, maar ook alsem, planten bekend om hun aperitieve en digestieve werking. Ze zitten in vele likeurdranken zoals Absint, Bénedictine en Genepi. We bespreken ook een manusje voor alles, de Echte kamille die vooral kramp- en ontstekingswerend werkt op maag en darm en dus voor maagontsteking en zelfs maagzweren absoluut werkzaam is.

En wat hebben we verder nog nodig voor de darmen? Natuurlijk een laxeermiddel en een stopmiddel. Laxeerkruiden zijn vooral slijmstofplanten zoals Lijnzaad, ook de zogenaamde planten met antrachinonen, die we alleen kort mogen gebruiken om een snelle ontlasting te verkrijgen. En tegen diarree kan gewoon een straffe thee of een aftreksel van braamblad helpen. Het lijkt simplistisch maar het helpt wel.

Wandelen langs stinkende gouwe en stinkende ballote

stinkende gouwe
Op de middag wandelen we een uurtje in en om het dorp, de kruiden en tuintjes in Ubachsberg bekijken. Om het hoekje in een wat wilder tuintje vinden we stinkende gouwe en Canadese guldenroede. Stinkende gouwe met het opvallende gele sap is te gebruiken tegen wratten en de guldenroede is van oudsher bekend om zijn urinedrijvende werking, dus om te plassen. We wandelen verder bijna het dorp uit tot aan een holle weg, waar vooral het groot kaasjeskruid en de stinkende ballote nog opvallen. Nu ja, opvallen is een groot woord, nu in oktober is er alleen wat verkleumd blad te bekijken. Mijn bewondering komt vooral door de betekenis die ik aan deze onnozele blaadjes kan geven. Kaasjeskruid, waarvan we als kind de groene, onrijpe zaadbollekens als broodjes op knabbelden, is nu nog altijd een slijmstofplant die de schorre keel van lesgevers kan verlichten. En dan de stinkende ballote, die volgens de kruidenboeken naar roet moet ruiken. Maar wie weet nog hoe roet ruikt? Toch hangt er wel wat een muf, somber geurtje aan. Is het toeval dat deze Ballota nigra nu juist tegen somberheid of depressie wordt gebruikt?
Wij wandelen verder langs keurige voortuintjes, tot we plots een heel ander tuintje zien. Toorts- en teunisbloemrosetten, de eigenaresse komt net thuis. Toch altijd wat oppassen als we in privé-tuintjes rondsnuffelen, maar in dit geval was het geen probleem, de eigenares was zelf een herboriste. Dus, toon mij je tuin en ik weet wie je bent.

Helleborus
We drentelen verder, rechts nog keurige huizen met deftige tuinen maar toch ook Helleborusplanten. Deze populaire sierplanten bloeien voornamelijk groen, niet de kleur die je bij bloemen verwacht, maar toch interessant omdat ze in herfst en wintertijd hun bloemen tonen en daarna nog lang doen alsof ze bloeien, als ze met hun mooie zaaddozen paraderen. En ze hebben nog een ander geheim, dat zich verraad in de Nederlandse naam nieskruid. Als je de onrijpe zaden kneust, krijg je zo'n scherpe, prikkelende geur in de neus, waardoor je wel moet niezen. De plant zou vroeger zelfs in niespoeder gebruikt geweest zijn. Nu niet meer in gebruikt en zeker ook niet aan te raden. De alkaloïden en de hartglycosiden die de prikkeling veroorzaken, kunnen ook ons hart stimuleren maar het is zeker geen doe-het-zelfmiddel. Symptomen bij overdosering zijn benauwdheid, onregelmatige hartslag en in de meest extreme gevallen zelfs hartstilstand. Spannende planten genoeg dus in zo'n braaf tuintje.

Look zonder look
Vlug verder. Het begint wat te regenen. Maar we kijken toch nog even links van de weg, weilanden en landbouwgrond aan het begin van een holle weg, meer en zelfs nog bloeiend kaasjeskruid. En in de wat schaduwrijkere holle weg zien we de ronde bladeren van look zonder look. Deze vreemde naam heeft hij te danken aan het feit dat de plant botanisch geen familie is van knoflook, maar wel subtiel dezelfde geur verspreidt en ook dus in de keuken gebruikt kan worden.

Verhalen over planten liggen er overal en altijd wel weer voor het oprapen. Nu willen en moeten we wel terug naar onze cursusruimte. Niet alleen omdat het regent maar ook omdat we verder moeten met les te geven. Alhoewel binnen of buiten, de informatie blijft wel hetzelfde.

vrijdag, oktober 22, 2010

Wandelen bij Oud Valkenburg.

Westerse levensboom
Ubachsberg. Nee, niet in Duitsland noch Belgie maar gewoon in Nederland. Die Nederlandse uitloper die men Zuid-Limbug noemt. Het hoogste dorp in de wijde omtrek blijkbaar. Ik sta voor het restaurant Le Montagnard, waar ik morgen start met een nieuwe herboristenopleiding. Vandaag heb ik zowel met de camper als te voet de streek nog even verkend. Het was lang geleden, maar ook hier ben ik vroeger veel geweest, vooral veel gewandeld. En met vroeger bedoel ik dan weer 30 jaar geleden. Het blijft me verwonderen, dat een mens, ik nu, zover kan teruggaan in de tijd.

Kasteel Schaloen
Vandaag even, een uurtje gewandeld bij Oud Valkenburg aan het kasteel Schaloen, de kruidentuin van 30 jaar geleden is er nog steeds, maar spijtig genoeg nu niet te bezichtigen. Bij de ingang staat wel een merkwaardige Levensboom met een vijftal kronkelige stammen, die wel kan bekeken worden en ook waard is om te bekijken. Hij werd hier blijkbaar geplant rond 1800, dus wel wat jaartjes ouder dan ik en heeft, volgens het bijhorend bord een omvang van 19 meter. Deze Thuja is niet echt een kruid om op te eten, maar wordt homeopathisch wel gebruikt tegen wratten.
De tuinen zijn, lees ik, beperkt open van zondag 25 april tot en met zondag 3 oktober, 10.30 uur tot 16.30 uur. We vinden er vooral oude landbouwgewassen. Vergeten granen zoals emmer en spelt (voorgangers van tarwe); maar ook boekweit, gierst en linzen; gewassen voor het vee als veldwortelen en haver. Koolzaad en huttentut werden gekweekt voor het winnen van olie voor keukengebruik en verlichting. Genotmiddelen waren mosterd, tabak, hop en cichorei. Tot einde negentiende eeuw werd textiel geverfd met extracten van de verfplanten wede, wouw en meekrap, maar deze verfstofplanten zijn niet alleen ouderwets maar ook opnieuw modern en actueel. Als we maar lang genoeg wachten worden sommige oubollige dingen opnieuw modieus.

Kruis- en holle wegen



Ik wandel door een romantische laan naar de Geul, steek het ijzeren bruggetje over, waar een getormenteerde Jezus aan zijn kruis mij opwacht, ook Maria is devoot van de partij. Kruis wegen naast holle wegen en hellingbossen met mergel vinden we hier volop. De beeldengroep zou hier lang geleden geplaatst zijn om duivelse geest Ruprecht uit de buurt te houden. Helaas zijn de originele beeldjes in door een 'boze' geest in 1968 zelf gestolen. Wat we nu zien is een kopie van de kunstenaar Sjef Eymael. We staan hier aan de rand van het Schaelsbergerbos en ik laat me door de mooie natuur weer verleiden om verder te wandelen, wan niet de bedoeling was, dus richting Schin op Geul. Prachtig voetpad met rechts van mij de Geul, toch wel met een muf geurtje en links mergelhellingen met beuken en voorjaarsflora, plantjes die zich nu grotendeels in de grond hebben terug getrokken. Onderweg bij een doorkijkje naar Oud-Valkenburg wordt ik cultureel verrast, daar staat zomaar een gedicht van Herman Deconinck in metaal gebeiteld Je moet niet alleen, om de plek te bereiken, thuis opstappen, maar ook uit manieren van kijken. Er is niets te zien, en dat moet je zien. Om alles bij het zeer oude te laten. Er is hier. Er is tijd om overmorgen iets te hebben achtergelaten. Daar moet je vandaag voor zorgen. Voor sterfelijkheid.

Geul en Schin op Geul
Na dit poetisch en filosofisch intermezzo wandel ik verder tot Schin-op-Geul, mooi is het hier wel en bijzonder proper ook, zelfs iets te clean, waardoor naar mijn smaak, het intense gevoel van leven wat verdwijnt. Maar waar klaag ik over!
Ik moet natuurlijk terug naar Oud Valkenburg en dat kan blijkbaar alleen langs de verharde weg of dezelfde weg terug natuurlijk. Ik kies voor het rondwandelen en ook dat is wel aardig met rechts in de verte zicht op een mergelgrot en naast me de keurige voortuintje met af en toe ook een spannende plant zoals Brugmansia, een soort doorappel ooit door de Zuid Amerikaanse sjamanen als goddelijke plant gebruikt. Maar wat zijn we braaf geworden, de mensen en de planten.

Terug in Oud-Valkenburg met rechts de kerk en nog een kasteel. Voor een mini-dorp is het wel luisterrijk veel, een kerk en 2 kastelen: Schaloen, Genhoes en dat dan nog in het mooie Geuldal. De moeite om te bezichtigen. In de verte wacht geduldig mijn eigen metalen kasteel.
Ik kronkel weer verder met mijn camper, via Wittem, Seys en Trintelen probeer ik nogmaals Ubachsberg te bereiken.