Een troost is dat ze vanavond terug afzakken naar hun Italiaanse huizen. In de schemering verzamel ik een zak vol zaden, drink mijn 'laatste' cappuccino in de wat gore bar van de refugio.
Het cappuccino-ritueel
Een bodempje straffe koffie, heel veel opgeschuimde warme melk, die door het barmeisje opgeklopt wordt en dan al draaiend op de koffie wordt gegoten. Vroeger werd er door de moeder van het meisje ook nog een snuifje cacaopoeder over het melkschuim gestrooid. Maar de moeder is er niet meer, gestorven of gewoon even weg? Ik weet het niet en wil het ook niet weten. Het meisje vervolgt het ritueel, overhandigt mij onverschillig het kopje. Hoe kan zij ook weten dat dit voor mij meer is dan een cappuccino. Ik neem het schuimend kopje aan, betaal 1.50, en om het ritueel vol te maken, strooi ik nog wat witte suiker over de bruine cacao. En dan rustig slok voor slok opdrinken. Dit is niet alleen aards maar ook hemels genot. Dit is niet alleen geluk maar ook verdriet.
11 augustus: Rozenwortelritueel
En nu actie! Op zoek naar de Rozenwortel in mijn Italiaanse Alpen. Om 7 uur sta ik bij de bergboerderij tussen het meer van Serru en Agnel. Vijf honden van allerlei allooi komen, de enen blaffend de anderen loerend op mij af. De boer zit in de bijna donkere stal zijn koeien te melken. Ik vraag en gebaar, of ik mijn auto 3 dagen bij de boerderij mag parkeren. Na enige verwarring, twijfel wijst de man mij een plaatsje aan. En dan op weg naar het Rhodiolaplekje van 2 jaar geleden. Een half uur later, plek in zicht, de Rozenwortels zijn er nog steeds. Meer dan ik me had voorgesteld. Een helling vol! De meeste planten zijn moeilijk bereikbaar, maar vlak bij het pad in het losse gesteente zijn er enkelen los getrapt, die kan ik met een gerust geweten mee nemen. Restjes Rozenwortel drie dagen als geurig amulet in mijn rugzak. Nu kan mij niets meer overkomen!
Colle de la Losa en refuge du Prairiond
Rozenwortel |
Van de col de la Loze, samen met de gemzen en steenbokken, afdalen naar refuge du Prairiond 2324 m. Daar maak ik kennis met een jong Italiaans koppel, die morgen, net zoals ik, ook over de col de Montet naar refuge du Carro willen gaan. We besluiten, ook op aandringen van de refuge-beheerder om samen de oversteek te maken. Het is namelijk niet helemaal zonder gevaar, van het pad af, alleen maar sporen en hier en daar een steenmannetje en op het eind van de klim een kleine gletsjer die moet overgestoken worden. Wat psychologische en technische ondersteuning kan dan nooit kwaad.
Bij de gletsjer gekomen, besluiten we zonder stijgijzers, toch maar aan de rand in de rotsen te blijven wandelen. Nu ja, wandelen! Het is meer klimmen, passen en meten maar wel goed te doen. We komen dan ook zonder problemen op de 3185 meter hoge Col de Montet. Spannend is altijd weer, hoe is het aan de overkant? Geen gletsjer, maar wel even een dikke laag sneeuw in een smal kloofje en dan de eindeloos open ruimte. Diep onder ons is het grote ‘sentier du Haute Maurienne’ al duidelijk zichtbaar, al ligt dat nog wel 600 meter lager. Normaal op een goed pad is dat een dik uur naar beneden rennen, maar hier nog steeds van het pad af, is het voorzichtig zoeken naar de juiste doorgang. Toch komen we zonder problemen na anderhalf uur op het pad en na nog een half uur bereiken we de prachtig gelegen refuge du Carro met zicht op Lac Noir en Lac Blanc.
En morgen dan maar weer naar Italië via de col de Carro.. Een mens is nooit tevreden!
12 augustus Col du Carro
Een breed, zelfs wat geplaveid pad leidt naar de brede Carrokam. Het plateau is bezaaid met vreemde platte stenen, waar bergwandelaars niet één steenman maar wel honderden kleine mannetjes en vrouwtjes hebben gemaakt. Een vreemd natuurlijk of onnatuurlijk schouwspel. Een commedia del’arte! Stenen toeschouwers bij het grandioos optreden van de Gran Paradisoberg himself aan de overkant. We worden er wel even stil van en vergeten zelfs om de afdaling te beoordelen. En dat is er toch wel eentje. Recht naar beneden, gelukkig in trapvorm, hier en daar een sneeuwveldje en verderop moeten we kiezen of we hoger blijven of het verleidelijker pad naar beneden kiezen. Het Lago Serru, waar wij moeten zijn, ligt onzichtbaar links achter de Punta della Rocce en dus kunnen we beter het hoge pad aanhouden. Eerst is het wel wat spoorzoeken maar daarna wordt het een mooi breed pad. Het hoekje om, zien we het stuwmeer en de verharde weg die van Ceresole reale naar Col del Nivolet gaat. We doen nog even moeilijk, van het pad af omdat we op de hoogte van het meer willen uitkomen zonder extraklim te moeten doen. En dan is de kring weer gesloten, na 3 dagen terug op mijn vertrekpunt. Vreemde cirkels gelopen, zinvolle onzin. Tot de volgende kring-loop.
Over enkele planten bij het meer van Nivolet
De forse planten die in de bergweilanden bij het meer van Nivolet op 2500 meter groeien zijn niet alleen eigen aan deze natuur en de hoogte maar profiteren ook van de menselijke aanwezigheid: het mest en de betreding van zowel mensen als koeien. Alpenzuring, Meesterwortel, Zwartmoeskervel, Vrouwenmantel, Brave Hendrik en zelfs de witte Alpenanemoon vormen hier samen met allerlei grassen het biotoop van deze bergweilanden. Zelfs op plaatsen waar de boerderijen verdwenen zijn, kun je nog vele jaren later deze ruigtekruiden terugvinden als teken van vroegere menselijke aanwezigheid.
- Alpenzuring - Rumex alpinus: stevige tot 1 m hoge plant met geelgroenige langwerpige maar toch enigszins gedrongen bloem- en zaadpluimen. Groeit vooral bij bergboerderijen tot 2500 m hoogte.
- Meesterwortel - Peucedanum osthruthium: stevige tot 1 m hoge witbloeiende schermbloemige. Vrucht bijna bolvormig, maar breed gevleugeld. Vrij sterke bijna selderachtige geur. Werd vroeger ook als groente gebruikt.
- Brave Hendrik - Chenopodium bonus-henricus
- Witte alpenanemoon - Pulsatilla alpina: Witbloeiende anemoonachtige, vooral ook opvallend door zijn vuilwitte grote zaadpluizen in augustus, verwant aan ons Wildemanskruid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten