Voor de eerste keer dit jaar met de bosmaaier rond gezwierd. Voor een herborist blijft het toch altijd moeilijk om plantjes weg te maaien. Moeilijk op vele manieren, ten eerste emotioneel en filosofisch gezien en ten tweede omdat ik omheen de pinksterbloemen en andere lieflijke plantjes wil maaien en dat vraagt wel extra concentratie. Maar ja, hoe lief wij ook met de natuur willen omgaan, leven blijft toch ook een struggle. Overleven hoort nu eenmaal bij de harmonie in de natuur.
Welke plantjes groeien hier nu tussen het gras: madeliefjes volop, paardenbloemen, veldzuring nog net niet in bloei, op de vochtigere stukken grote boterbloemen en pinksterbloemen; langs de rand bij en onder de hazelaars vooral vergeet-me-nietjes, nog steeds bloeiend stengelloze sleutelbloemen, massaal speenkruid en in de natte stukken paarbladig goudveil. En daar moet ik allemaal voorzichtig omheen zwieren met die onverbiddelijke bosmaaier. Moet ik nog wel maaien?
De madeliefjes en paardenbloemen kan ik onmogelijk sparen, het zou nogal een gedraai worden en daarbij zij komen toch wel terug. De lieflijke vergeet-mij-nietjes wil ik wel sparen, zij zouden het mij nooit vergeven, dat ik hen in hun beginnende bloei zou vernietigen. Als herborist maak ik van deze bloemetjes ook geen gebruik, geen tinctuur of thee, niet opeten of door zalfjes draaien, alleen genieten van hun fijnzinnige schoonheid. Dat zullen sommige van mijn 'vrienden' ook wel leuk vinden, dat er plantjes zijn die ik met rust laat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten