In het Haanse duinbos, niet ver van het paardenpad, vinden we de altijd weer geheimzinnige aronskelken.
Eten doe ik ze niet maar ze af en toe een bezoekje brengen vind ik altijd weer boeiend. In elk geval zijn het planten die tot mijn verbeelding spreken. Ik heb altijd de neiging om er een praatje mee te houden. Of is dat bij gebrek aan ander gezelschap.
In het Belgische kruidboek of de Gentsche Hovenier uit 1849 lezen we KALFSVOET, Koortswortel, in 't fransch Vied de veau, in het Latyn Arum, is onder de 3° klasse, 1° sectie van Taurnefort gesteld, der planten dio met figuer-gedaenten blopijen; door Jus-sieu onder de familie van de Aroïden en onder de klasse van Linnaeus, Monoecia polyandria, eenhuizigen-voelniannigeu, met mannekens- en wyfkens-bloemen op eenen steng.
Van al deze Kalfsvoeten zyn er enkelyk twee soorten die om hunne nuttige deugden zyn bekend : van den geplekten Kalfsvoet (Arum maculatum) die hier te lande groeit, werden voor dezen de wortels in het water gekookt, en nadat het water afgegoten was, met de spyzen gemengd, om de slymerigheid van de
borst snel te doen lossen, voor degenen die met de longerziekte, tering en kwaden langdurigen hoest waren gekweld. De wortels van den slangkleurigen Kalfsvoet (Arum dracunculus) werd ook in de geneesmiddelen voor de kortborstigheid, longerziekte en terende menschen gebruikt; maer het schynt dat die middelen heden zyn verworpen en door andere krachtigere middelen zyn vervangen, die aen die ziekten meer toepasselyk zyn. De Kalfsvoeten die in Egypten en in de Indiën groeijen, bezitten eene voedzame kracht, maer zyn scherp van smaek, en worden wel als slympoeijers, op de wyze van de Maniokswortels, gebruikt. De wortels worden opgezocht van de beeren, wolven en andere vleeschvretende dieren, die ze 's winters eten.
Het Belgische kruidboek of de Gentsche hovenier: Volumes 3-4
L. A. Delathauwer - January 1, 1849 Hoste - Publisher
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/arum-aronskelk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten