donderdag, augustus 07, 2025

Over kruiden bij blaasontsteking

Blaasontsteking is een van de meest voorkomende infecties. Het wordt meestal veroorzaakt door bacteriën, met name Escherichia coli. Escherichia coli-bacteriën maken deel uit van ons darmmicrobioom. Als ze de urinebuis binnendringen, kunnen ze urineweginfecties zoals blaasontsteking veroorzaken.

Solidago gigantea bloeit
Bij acute en ongecompliceerde cystitis bij overigens gezonde personen geven officiele richtlijnen nu de voorkeur aan niet-antibiotische therapie boven conventionele antibiotica. Dit betekent dat antibiotica de voorkeursbehandeling blijven, maar in bepaalde gevallen moeten eerst andere maatregelen worden geprobeerd. Fytotherapie is dan een mogeljkheid. Lange tijd werd het aquatische effect van medicinale planten beschouwd als het enige voordeel bij cystitis: deze verhogen de hoeveelheid urine die wordt geproduceerd – mits er voldoende vocht wordt ingenomen – wat op zijn beurt bacteriën uit de blaas en urethra spoelt (de zogenaamde drainagetherapie).

Uit onderzoek van de afgelopen jaren blijkt echter dat geneeskrachtige planten meer kunnen en direct kunnen inwerken op de proliferatie en groei van bacteriën in de blaas. Voorbeelden hiervan zijn kattensnor (Orthosiphon aristatus) en heermoes (Equisetum arvense).

Gebruik van planten tegen bacteriële pathogenen

Kattensnor, vaak gebruikt voor de behandeling van blaasontsteking, kunnen de vorming van fimbriae in Escherichia coli verstoren. Fimbriae zijn lange, draadachtige eiwitten op de celwand van bacteriën waarmee ze zich kunnen hechten aan het menselijk slijmvlies. Fimbriae functioneren als ankers, zodra een bacterie een gunstige habitat heeft gevonden, verankert hij zich daar met de fimbriae. De actieve ingrediënten in kattensnor kunnen ervoor zorgen dat bacteriën zich niet meer kunnen hechten.

Heermoes maakt bacteriën ook het leven moeilijk. Het stimuleert de aanmaak van uromoduline (synoniem: Tamm-Horsfall-eiwit) in de nieren. De structuur van uromoduline is vergelijkbaar met die van de slijmvliescellen van de urinewegen. Dit leidt tot verwarring bij de bacteriën, die herkennen uromoduline ten onrechte als slijmvlies, hechten zich eraan vast en worden met de urine uit het lichaam gespoeld. 

Nieuw bewezen synergie-effecten in theemengsels

Een studie gepubliceerd in 2025 toonde voor het eerst aan dat de traditioneel gebruikte combinatie van verschillende geneeskrachtige planten effectiever is bij blaasontstekingen dan het afzonderlijk toedienen van elke plant. De afzonderlijke geneeskrachtige planten versterken elkaar dus, een proces dat bekend staat als synergetische effecten. Deze synergetische effecten zijn complex en kunnen op meerdere manieren optreden:De eerder genoemde planten heermoes / Equisetum arvense en kattesnor /  kunnen bijvoorbeeld het aantal bacteriën in de urinewegen effectiever verminderen dan beide planten afzonderlijk.

Geneeskrachtige planten kunnen ook de opname van vreemde werkzame stoffen beïnvloeden. Dit is aangetoond voor de late guldenroede (Solidago gigantea) en de berk (Betula spp.) . Saponinen uit guldenroede bevorderen de opname van werkzame stoffen uit berkenbladeren, waaronder de dammaraanachtige triterpenen die ook relevant zijn bij blaasontsteking. Dit effect treedt waarschijnlijk ook op bij de vaker gebruikte gewone guldenroede (Solidago virgaurea).

Over Solidago sp. 
Guldenroede bloeit, het moment om te oogsten, te drogen of tinctuur te maken.

Guldenroede is voor mij altijd een plant geweest die in zijn uiterlijke eenvoud zijn simpele, maar degelijke werking weerspiegelt. Geen modekruid met spectaculair wonderlijke werking, maar een vaste veilige kracht in een onzekere wereld van ziekte.
Een gevarieerde groep van werkzame stoffen geeft ons een boeiend, maar soms wel verwarrend beeld van deze plant.Zo zit er een kleine hoeveelheid etherische olie in de Guldenroede. Genoeg om de weinig opvallende maar toch eigen geur van de plant te kunnen reuken. Belangrijker zijn de saponinen, de flavonoïden en een fenolglycoside die samen de diuretische werking van Solidago bepalen. De verhouding van deze stoffen is nogal verschillende bij de 3 gebruikte soorten. Zo is het gehalte aan saponinen en flavonoïden hoger in de Canadese en de Late guldenroede, terwijl het fenolglycoside alleen voor komt in de Echte guldenroede. Rationeel cijfermatig gezien lijken de uitheemse soorten sterker werkzaam te zijn, emotioneel en traditioneel gezien, geven wij toch nog de voorkeur aan de échte.
 
Wat de werking van de inhoudsstoffen betreft, kunnen we zeggen dat het fenolglycoside een bewezen anti-flogistische, analgetische, diuretische werking heeft. De flavonoiden uit S. gigantea vertoonden eveneens een urine afdrijvende werking. De saponinen van S. virgaurea hadden een oedeemremmend effect bij dierproeven.
De Duitse Kommission E, die nuchter de officiële werking van kruiden beoordeelt, en soms veroordeelt, beschouwt S. virgaurea, S. canadensis en S. gigantea als te gebruiken “zur Durchspüling bei entzündlichen Erkrankungen der ableitenden Harnwege, Harnsteinen und Nierengriess”. Dr. Valnet adviseert Guldenroede vooral bij infecties van de urinewegen, zowel bij cystitis, als bij acute en chronische nefritis. Ook bij een teveel aan urinezuren is guldenroedethee het proberen waard. Voor mij is Guldenroede dé basisplant voor nieren en urinewegen. Door de combinatie met 1 of 2 specifiek werkzame planten krijgen we een kruidenmengsel met een meer gerichte werking bvb 
  • Solidago + Arctostaphylos uva ursi: acute blaasontsteking
  • Solidago + Equisetum : chronische blaasontsteking
  • Solidago + Rubia tinctorum : lithiasis, blaas- en nierstenen
  • Solidago + Betula + Filipendula ulmaria : reumatische aandoeningen
  • Solidago + Urtica + Equisetum : artrose, gewrichtsslijtage
  • Solidago + Epilobium (Basterdwederik) : prostaathypertrofie

Een recept bij blaasontsteking voor uitwendig gebruik
  • Sint Janskruidolie 10 ml
  • etherische olie Cajeput (Melaleuca leucadendron) 1 druppel
  • etherische olie Lavendel (Lavandula sp.) 1 druppel
  • ethersche olie Tea tree (Melaleuca alternifolia) 1 druppel
Meng goed en breng meerdere keren per dag een paar druppels aan op het gebied tussen de navel en het schaamhaar. Bedek met een warme doek of kersenpitzakje.

Referenties

zaterdag, augustus 02, 2025

Mijn Vitex bloeit en dus..... wat oude geschiedenis van deze kuisheidsboom

Mijn Vitex agnus-castus bloeit. 
De Verbenaceae of IJzerhardfamilie is een grote, overwegend tropische tot subtropische familie van houtige gewassen van zowat 2500 tot 3000 soorten in 75 tot 100 geslachten verdeeld. Het geslacht Vitex bevat ca. 380 soorten en ondersoorten.
Onze Vitex agnus castus L. is een soort die voor de farmacie van grote betekenis geweest is. De twee tot vier meter hoge, vaak aromatisch geurende struik van Vitex agnus castus L. bezit lichtbruine, aanvankelijk viltige takken met kruisgewijs tegenoverstaande, vijf- tot zeventallig gedeelde lancetvormige loofbladeren, die in de late herfst afvallen. De kleine violet tot roze gekleurde bloesems (er komen ook blauwe en witte variëteiten voor) staan in dichte pluimvormige bloeiwijzen bijeen. De bloeitijd begint pas midden in de zomer (juli / augustus), wanneer de plant over het algemeen weinig water ter beschikking heeft. Indien tijdens die periode bij het kweken bijzonder droog wordt gehouden, zal ze een sterke ontwikkeling van vruchtbeginsels geven. Na de bestuiving groeit daaruit een donkerbruine tot zwarte vrucht ter grootte van een peperkorrel - een steenbes, die in rijpe toestand vier zaden bevat. Deze bezitten een peperachtige geur en smaak. Vitex agnus castus L. groeit in beekbeddingen en aan rivieroevers op de vlakte en in de onderste bergregionen en hoort thuis in het Middellandse-Zeegebied, op de Krim en in Midden-Azië. Dikwijls treft men haar aan in gezelschap van oleander- en tamarisk-struiken. De struik heeft veel warmte nodig en is dan ook in ons klimaat officieel niet winterhard. Alhoewel in mijn eigen tuinen de laatste twintig jaar veel grote en kleine Vitexplanten de winter overleefd hebben. Vermeerdering van de plant kan vrij makkelijk door zaaien of door middel van uitgerijpte krachtige stekken in de zomer.

Geschiedenis en etymologie van de Vitex

De in het Middellandse-Zeegebied thuishorende struik Vitex agnus castus L. (syn. Agnus castus vulgaris Carr.) werd al in de oudheid als cultuur-en medicinaal gewas gebruikt. De geslachtsnaam Vitex bevat het oeroude grondwoord "vei", dat "wikkelen, buigen, vlechten" betekent en zinspeelt op de soepele maar taaie, harde twijgen die voor het vervaardigen van gevlochten omheiningen werd gebruikt. Reeds Plinius in de eerste eeuw noemde de plant Vitex en wellicht heeft hij daarbij gedacht aan vitilium (Lat.: vlechtwerk).
De soortnaam Agnus castus is daarentegen uit een verkeerde woordinterpretatie ontstaan. Bij Theophrastus - derde eeuw en Dioscorides - eerste eeuw - heet de struik agnos, maar als synoniem komt ook agonos voor. Terwijl agonos met onvruchtbaarheid vertaald moet worden, betekent agnos heilig, rein, kuis, net zoals het uit het Latijn stammende castus. 
De beide Griekse begrippen houden vermoedelijk verband met de ter ere van Demeter in Athene gehouden feesten, de Thesmophoria. De vrouwen, die tot het feest ‘ongerept’ moesten blijven tooiden zich met de bloemen van de Vitexstruik en gebruikten bladeren en takken voor de legerstede die zij gedurende de feestdagen in het tempelkomplex van Demeter opsloegen. Door Plinius worden deze ceremoniën in zijn artikel over Vitex, dat door de Grieken agnon wordt genoemd, beschreven met de woorden: "Matronae thesmophorüs Atheniensium castitatem custodientes his foliis cubitus sibi sternunt". Zo ontstond de thans nog gebruikte naam "Agnus castus" uit het Latijnse ' 'castitas'' (kuisheid) en de gelijkschakeling van het Griekse "agnos" met het Latijnse "agnus" (lam). Zo kuis als een lam dus en Kuislam is ook een nu nog gebruikte naam voor Vitex.

Het cultische gebruik van Vitex was in de antieke oudheid wijdverbreid. Zo bericht Pausanias" in tweede eeuw over een aan Asklepios, de Griekse god van de geneeskunst, gewijde tempel dat zich daar een uit vitexhout vervaardigd godenbeeld bevond. Maar ook de medische toepassing ging met magische voorstellingen gepaard. Zo schrijft Dioscorides dat de takken, als men ze in de hand houdt, een bescherming vormen tegen aanvallen door wolven. Homerus noemt de struik lugos = wilgenteen, twijg en bekeek hem eveneens als onheilbezwerend en als kuisheidssymbool. Volgens de Griekse mythologie werd de godin Hera onder een Agnus castus-struik geboren. Hera werd door het volk als "hoedster van het huwelijk" vereerd. De Vestaalse Maagden in Rome droegen twijgen van Vitex als kuisheidssymbool.
De omstreeks het jaar 330 na Chr. in Pergamum geboren Oribasius, de latere arts en vriend van keizer Julianus, voert in zijn omvangrijke werk Sunagogai iatrichai - Verzamelingen met een medische inhoud -"Agni folia et semen" op onder de '' officinale middelen".

In de elfde eeuw ontwikkelde zich aan de hand van de Latijnse naam Agnus castus de Duitse benaming Keuschlamm (kuislam), die voor het eerst wordt aangetroffen bij Albertus Magnus' in de twaalfde eeuw.
In de eerste Duitstalige Naturgeschichte, van Konrad von Megenberg - 14de eeuw, wordt de plant "Kauschlamp" genoemd. Andere volksnamen zijn: "Keuschstrauch", "Kuischboom" of "Kuisheidsplant" in het Nederlands, en "Chaste tree" in het Engels. De in de antieke oudheid heersende opvatting die tot uitdrukking kwam in het feest ter ere van Demeter werd door het christendom overgenomen. Zo werd bij de inwijding van novices de weg naar het klooster met bloemen van Agnus castus bestrooid.

De naar peper geurende en smakende vruchten werden in Zuid-Europa als specerij gebruikt. Vooral in kloosters werd het gewaardeerd, daar werd aangenomen dat door het nuttigen van de vruchten de "vleselijke lust" onderdrukt werd. Hierover bericht Hieronymus Bock: "Den zuchtigen und alle Zeit frommen Closterleütten so keüschheit zu halten sich undernommen, schenkke ich difl gewachsjre rüge darauffzu haben, damit irem eid, den siegethon, genuggeschehe..."

De benamingen Mönchspfeffer, Mönchssamen en Pfefferbaum wijzen op het gebruik van de vruchten in de kloosterkeuken. De in de vorige eeuw hier en daar gebruikelijke naam Gewürz-Mülle slaat niet alleen op de kruidige zaden, maar ook op de wit-viltige takken en onderkant van de bladeren, die eruitzien alsof ze met meel (meel = Mulle) bestoven zijn. Ook de zaden kunnen er wollig uitzien. De bladeren hebben eveneens een scherpe smaak en werden af en toe in plaats van hop bij het brouwen van bier toegepast. Mogelijkerwijs houdt de naam "Schafmülle (Schaaffmuelle)", die bij Adamus Lonicerus te vinden is, verband met
de Latijnse aanduiding "agnus" (lam, schaap).

In de vijftiende en zestiende eeuw wordt Vitex agnus castus L. vooral Abrahamsbaum of Abrahamsstrauch, zelfs tot in het Noordeuropese Denemarken, waar hij Abrahamstra werd genoemd. Volgens Loew werd de struik in Syrië aangeduid als abramis to dendron, als "Boom van Abraham" dus. Wellicht baseert men zich hierbij op de bijbelplaats in Genesis Abraham plantte boomen te Ber-Seba" (Luthervertaling) Hiermee valt echter nog geenszins te bewijzen dat Abraham ook inderdaad Vitex-soorten heeft aangeplant, vooral niet
daar modernere bijbelvertalingen het over een andere plant, de tamarisk hebben.

Ook Dodonaeus moet ik hier natuurlijk vermelden. Hij schrijft 'Men zegt ook van Agnus castus dat de reizende lieden die daarvan een takje bij zich dragen niet moe worden, noch smart of vervelling tussen hun benen of elders zullen voelen, zoals Dioscorides daarvan geschreven heeft.
Om de grote kracht die deze boom heeft om de onkuise lusten te bedwingen is hij in sommige kloosters veel te vinden, want de geestelijke mensen plegen deze bladeren of bloemen onder hun bed te leggen of ze vullen kleine zakjes met de voor vermelde bladeren, bloemen of zaad en leggen dat onder hun lendenen in het bed en zo worden ze minder gekweld in hun slaap van de kwade onkuise dromen. De monniken van Italië gorden zich met deze taaie twijgen. Het zaad en bloemen in water gekookt en het geslacht of de schaamstreek daarmee gewassen beneemt de stijfheid van het geslacht of de mannelijke leden en als de natuur iemand tegen zijn wil of weten ontgaat dan zal men deze bladeren en bloemen in water koken en dat met wat azijn ingeven en de schaamdelen met het water goed wassen en reinigen. Zelfs de rook van het zaad in de vrouwelijkheid ontvangen blust de onverzadigbare vurigheid en begeerte van bijslapen. Lobel zegt nochtans dat dit zaad bij sommige de bijslapen lust vermeerdert net zoals het zaad van ruit die lust benomen heeft, dan dat komt door enige eigen aard van de mensen die soms veel van andere mensen verschillen. Het heeft ook de kracht om af te snijden of om de onkuisheid tegen te gaan (dat is minnen zonder dat er zaad gaat)'

Mijn eigen geschiedenis met Vitex
Vitex en andere vertrouwde plantenvrienden. maandag, oktober 05, 2009

Op donderdag was ik nog eens in mijn oude, nu verwilderde tuin in Schriek. Begeesterend, spannend en zelfs emotioneel vind ik het rondsnuffelen tussen de resten van planten die ik daar ooit gezaaid en geplant heb. Zien hoe ze hun eigen gang gaan, zich flink uitbreiden of overwoekerd worden door de andere natuur. Zuiderse Monnikenpepers, waarvan de bloeitakken zich kronkelend door de open serredeur naar buiten wringen, Marrokaanse munt, onvervalst geurend, woekerend tegen huizenhoge bamboes op, maar ook Griekse alantplanten, aardperen en gele agrimonies kunnen zich zonder problemen handhaven.
Natuurlijk zijn er ook veel ooit vertroetelde plantjes verdwenen, niet alles kan zich in dit geweld van groei standhouden. Gelukkig denk ik minder aan de planten die er niet meer zijn, dan aan de nog aanwezige kruiden. Uit het oog is wel een beetje uit het hart.
Ik kom nu nog wat oogsten voor de herboristen opleiding van vanavond in Haasrode en de cursus van de volgende dagen helemaal in Natoye. Vooral het plukken van de Vitextakken vol zoet geurende zaden dompelt mij onder in een Oosterse sfeer van duizend en één nachten, niet verwonderlijk voor een zaadje dat hormonaal werkzaam is. Gelukkig brengt het ploeterend oogsten van ondergrondse aardpeerknollen en alantwortels mij terug naar de aardse werkelijkheid.En een half uur later rijd ik weg met een auto vol van aardse en hemelse geuren, op weg naar de mensen.

Vitex-vooruitzichten / vrijdag, juni 18, 2021
Ook mijn Vitexstruikjes hebben de Coronaverhuis van Bretagne naar België niet overleefd. Hopelijk kan ik tijdens onze kruidenstage begin juli nog wat stekjes of zaad uit de Franse Drôme meebrengen. Terug naar de bron dus, mijn moederplanten van vele jaren geleden en al de herinneringen daar aan verbonden, zijn nu eenmaal uit die streek afkomstig. Herinneren en herbronnen. 

Een herinnering uit de Drôme
Eindelijk naar mijn aromatuin met zijn geurige Vitexstruiken. Helaas de eerste struik die we zien is zwaar gesnoeid, na enig zoeken kan ik nog net een twintigtal halfrijpe vruchtjes verzamelen. Verderop is er gelukkig nog een tweede struik, die vol hangt met rijp zaad. Van de lange, vertakte aren zijn de grijsbruine, donzige vruchten snel en gemakkelijk af te ritsen. Half verdoken in de struik word ik gekoesterd door de zoet-weeïge geur en voel ik de eeuwenoude ervaringen van deze Monnikenpeper.

Vitex voor ons vroegere huis / juli 2024
Tijdens onze kruidenstage in de Franse Drôme bezoeken we ook nog eens het dorp Bellegarde. 
De plaats waar we verschillende jaren gewoond hebben. Het huis en 'mijn' planten zijn er nog steeds. De monnikenpeper voor het huis groeit er goed in de warmte van de asfalt. Deze mythische plant trekt zich blijkbaar niks aan van uitlaatgassen en motorenherrie. Herinnering is hier alom aanwezig. We wandelen achter het huis de trap op naar de schamele resten van het oude dorp. Bloeiende bezembrem en bosjes wilde tijm geuren ons tegemoet. Boven zijn de resten van een lang geleden aangelegd labyrint nog net zichtbaar. We wandelen over de kam met zicht op de oude kruidentuin, plukken bloeiende wilde lavendel en via een geitenpad komen we in het gehucht Le Passol uit. De oude populieren met de hun geur van wierook heb ik hier leren waarderen. Terug in Bellegarde dalen we af in de verwildering van de kruidentuin. Veel planten zijn verdwenen maar de oude getrouwen alant, alsem, bonenkruid en muskaatsalie houden meer dan stand. We dompelen ons onder in de geur van heimwee, plukken wild om ons heen alsof we de hele tuin mee willen dragen en verlaten volgeladen van geur en geestkracht ons oude dorp. Het ga je goed Belle Garde.

donderdag, juli 31, 2025

Kattenstaart, oude glorie opnieuw ontdekken

Grote kattenstaart bloeit. Het moment om er van te genieten en eventueel te oogsten om er een tinctuur van te maken. Weer een vergeten geneeskruid die we opnieuw moeten ontdekken. 

De officiele naam is Lythrum salicaria is afgeleid van het Griekse "lythron," wat "gestold bloed" betekent en verwijst naar de roodroze kleur van de bloemen en naar zijn bloedstelpende werking. Salicária verwijst naar "salix", wat betekent met het blad van de wilg en verwijst naar het groeien van deze plant tussen wilgenbosjes of naar de vorm van de bladeren.

Grote kattenstaart is een natuurlijk middel tegen diarree. De potentie ervan voor de darmen is zo groot dat het vroeger zelfs tijdens dysenterie-epidemieën gebruikt werd. Zijn bijnaam was koliekkruid. Eeuwenlang onbekend. Pas rond de 18e eeuw begonnen sommige artsen de werking ervan tegen diarree te prijzen. In de 19de eeuw werd het op grotere schaal gebruikt tijdens dysenterie-epidemieën die Zwitserland en Frankrijk troffen. Paarse kattenstaart vond toen zijn weg omdat het effectief was tegen de bloedingen en overvloedige diarree die met deze infectieziekte gepaard gaan. Het werd toegediend in poedervorm of geconcentreerd aftreksel en bood een zeer goed alternatief voor Ratanhia, een samentrekkende en antiseptische wortel die uit Zuid-Amerika werd geïmporteerd en die heel duur en soms moeilijk verkrijgbaar was. Maar de glorietijd van kattenstaart was van korte duur, omdat het zoals vele andere planten vervangen door chemische medicijnen die kort daarna op de markt kwamen. 

Pas in 1995 verscheen er opnieuw een medicijn op basis van kattenstaart, Salicairine® genaamd, op de markt. Het werd gebruikt voor alle soorten diarree, zowel veroorzaakt door bacteriën als virussen, zoals meestal het geval is bij gastro-enteritis. De antiseptische en adstringerende, stoppende werking is snel en zonder noemenswaardige bijwerkingen. In juli 2015 meldden onderzoekers dat de voordelen ervan grotendeels worden onderschat. Hun onderzoek bevestigde dat het uitzonderlijk effectief is bij spijsverteringsstoornissen. 

De grote kattenstaart is een waardevol en praktisch bruikbaar geneeskruid met een balans in werking tussen looistoffen met samentrekkende werking en slijmstoffen met verzachtende eigenschappen. Dit lijkt misschien vreemd als je denkt dat samentrekkende middelen uitdrogend werken en slijmstoffen bevochtigend, maar bedenk dat samentrekkende middelen weefsels niet uitdrogen, maar ze verstevigen en overmatige secretie verminderen. De kattenstaart herstelt dus de tonus (stevigheid) van weefsels en hult ze tegelijkertijd in een verzachtende slijmstof, die ontstekingen verlicht en voor smering zorgt. Ik vind dat het toevoegen van meer bladeren en stengels aan de preparaten een samentrekkender geneesmiddel oplevert, terwijl het verzamelen van vooral de bloeistengels de aanwezigheid van slijmstoffen in preparaten op waterbasis verhoogt.

Medicinaal gebruik

  • Te gebruiken bij diarree en vele andere darmproblemen. Bloeitoppen met blad als tinctuur of als thee.
  • Nog nader te onderzoeken. Mogelijkheden bij Polycysteus-ovarium-syndroom (PCOS) en Type 2 diabetes mellitus

Wetenschappelijk onderzoek

  • Antioxidants (Basel). 2025 May 10;14(5):573.Therapeutic Potential of Lythrum salicaria L. Ethanol Extract in Experimental Rat Models of Streptozotocin-Induced Diabetes Mellitus and Letrozole-Induced Polycystic Ovary Syndrome. In vivo verlaagde het effectief de OS door de oxidatieniveaus te verlagen en de antioxidante afweer te versterken, ontstekingsmarkers en bloedglucosewaarden te verminderen en het lipidenprofiel te verbeteren, samen met de TyG-index en leverbeschadigingsmarkers bij diabetische ratten. Bij PCOS-ratten verlaagde Lythrumextract de totale oxidatieniveaus, verhoogde het de antioxidanten, verlaagde het de LH-, FSH-, testosteron- en insulinespiegels, en verhoogde het de oestrogeenspiegels.
  • https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-planten-van-a-tot-z/lythrum-salicaria-grote-kattestaart

dinsdag, juli 29, 2025

Heermoes bij blaasontsteking

Lang voordat de dinosauriërs onze planeet beheersten, voelde een plantengeslacht zich thuis op deze planeet, waarvan we er vandaag de dag nog steeds een paar kunnen bewonderen: de paardenstaarten. De huidige vertegenwoordigers zijn miniatuurversies van hun verre voorouders. De eerste paardenstaarten bestonden waarschijnlijk al 375 miljoen jaar geleden op aarde. Deze periodes zijn opmerkelijk. Ter vergelijking: Homo sapiens is meer dan 1000 keer jonger en is pas zo'n 300.000 jaar geleden gedocumenteerd.

Ook in de geneeskunde spelen paardenstaarten een rol, vooral de inheemse akker-paardenstaart of heermoes (Equisetum arvense) werd en wordt nog gebruikt in de volksgeneeskunde en in de moderne fytotherapie, vooral bij

  • reumatische klachten,
  • ontstekingsziekten van de urinewegen,
  • urinesteen,
  • longontsteking,
  • ontsteking van het mondslijmvlies en
  • voor slecht genezende wonden.

Het HMPC, Commissie E en ECSOP pleiten voor het gebruik van heermoes als spoelmiddel bij milde urinewegklachten, met name ontstekingen en niergruis. De ESCOP-monografie pleit ook expliciet voor aanvullend gebruik van paardenstaart bij bacteriële urineweginfecties.

Spoel- of drainagetherapie werkt als volgt: heermoes verhoogt de urineproductie, wat de afvoer van ziekteverwekkers uit de urinewegen bevordert. Heermoes heeft mogelijk ook een ander effect dat kan helpen bij bacteriële blaasontstekingen, zoals blijkt uit een onderzoek uit 2022.

Bacteriën misleiden met paardenstaart

Onze nieren produceren een eiwit genaamd uromoduline (syn.: Tamm-Horsfall-eiwit), dat via de urine wordt uitgescheiden. De rol ervan is nog niet volledig duidelijk. Het lijkt echter een beschermend effect te hebben op de nieren en de urinewegen. Het zou kunnen beschermen tegen nierstenen, de urineproductie ondersteunen en ook beschermen tegen bacteriële infecties.

De structuur van uromoduline lijkt op die van de slijmvliescellen van de urinewegen. Dit leidt tot verwarring met ziekteverwekkers zoals Escherichia coli of Klebsiella pneumoniae, die een rol spelen bij bacteriële blaasontsteking. Tijdens een infectie proberen deze bacteriën zich te hechten aan de slijmvliescellen. De uromoduline in de urine lijkt bedrieglijk veel op de slijmvliescellen van de bacteriën. Ze hechten zich aan uromoduline en worden samen met de bacterie uitgescheiden in de urine.

Recente bevindingen suggereren dat een sterke uromoduline-secretie behulpzaam kan zijn bij bacteriële urineweginfecties [ 2 ].

Uit een in 2022 gepubliceerd onderzoek van de Universiteit van Münster blijkt dat Equisetum de aanmaak van uromoduline in de nieren kan stimuleren. Dit resulteert in meer uromoduline in de urine van de blaas, waaraan bacteriën zich kunnen hechten. Het in het onderzoek gebruikte heermoesextract werd met water bereid; de werkzame stof die verantwoordelijk is voor de uromoduline-versterkende effecten moet daarom in water oplosbaar zijn en zou daarom ook aanwezig moeten zijn in theetherapie.

Recept bij blaasontsteking

Als je een blaasontsteking heeft, kun je heermoesthee gebruiken met het volgende recept.  Bij acute klachten, 3 daags 1 eetlepel gedroogd heermoes (Equiseti herba) overgieten met ¼ liter kokend water, 15 minuten laten trekken, maximaal 4 weken lang gebruiken eventueel te combineren met echte guldenroede

  • Tijdens de spoeltherapie moet u erop letten dat u voldoende vocht drinkt (minimaal 1,5 liter vocht per dag).
  • Spoeltherapie met paardenstaart mag niet worden toegepast bij een verminderde hart- of nierfunctie.
  • Er zijn momenteel geen studies uitgevoerd naar de veiligheid van het gebruik van paardenstaart tijdens de zwangerschap en borstvoeding. 
  • Zeer zelden treden maagklachten op na inname van paardenstaartthee. Er zijn tot op heden geen interacties met paardenstaartthee bekend.
  • Heermoes vooral interessant bij regelmatig terugkerende blaasontsteking
Info / Referenties
  • Uromoduline, ook bekend als het Tamm-Horsfall-eiwit, is het meest voorkomende eiwit in normale urine. Het wordt uitsluitend geproduceerd door de nieren, met name de epitheelcellen die het dikke opstijgende deel van de lis van Henle bekleden. Uromoduline speelt een rol in de gezondheid van de nieren en is betrokken bij verschillende fysiologische en pathologische processen.
  • Phytomedicine. 2022 Sep:104:154302.  Aqueous extract from Equisetum arvense stimulates the secretion of Tamm-Horsfall protein in human urine after oral intake.
  • https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenmonografie-a-z/equisetum-arvense-heermoes


maandag, juli 28, 2025

Oude glorie. Postelein.

Postelein (Portulaca oleracea), ook wel zomerpostelein genoemd, komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa en Noord-Afrika, maar is inmiddels wijdverspreid over de hele wereld. Het wordt beschouwd als een van de meest voorkomende onkruiden in warme streken. Deze warmteminnende plant is echter relatief zeldzaam in onze contreien. Hij komt het meest voor in kassen, tuinen en wijngaarden. Door klimaatverandering zal de plant de komende jaren steeds vaker bij ons voorkomen.

Postelein is ook heel gemakkelijk zelf te kweken. Vanaf maart zaai je deze koudegevoelige plant in de volle grond. Postelein kiemt in het licht, dus zet de zaden in vochtige grond en druk ze goed aan. Bedek ze niet met aarde. Je kunt al na 4-6 weken oogsten!

Deze eenjarige pioniersplant heeft een rijk vertakte stengel die over de grond kruipt. De spatelvormige bladeren zijn opvallend dik en sappig. Zomerpostelein is echter niet verwant aan winterpostelein (Claytonia perfoliata), die gekweekt en als salade verkocht wordt. 

De naam Portulaca komt waarschijnlijk van het latijnse portula, kleine deur, omdat de vrucht zich als een deurtje opent, om de zwarte, glimmende zaadjes hun verspreidend werk te laten doen. Of van porta, dragen en lac ‘melk’ melkdragend omwille van het witte melksap.

Heerlijk en gezond

Dit onkruid, dat veel voorkomt in warme landen, werd door de Romeinen in Centraal-Europa geïntroduceerd. In de Middeleeuwen was het zo populair als groente dat het zelfs in tuinen werd gekweekt. Helaas was het in de 19e eeuw grotendeels in de vergetelheid geraakt. 

De bladeren en scheuten zijn smakelijk als salade en spinazie-achtige groente, maar ook in smoothies, kruidenkwark, eiergerechten en soepen. Postelein heeft een licht zoute en verfrissend zure smaak. Het is het lekkerst om het rauw te eten; je kunt er direct zo van knabbelen. De beste tijd om het te plukken en te oogsten is vóór de bloei, wanneer de bladeren stevig en sappig zijn. Daarna word het blad licht bitter. Deze wilde groente smaakt niet alleen heerlijk, maar brengt ook een gezonde dosis voedingsstoffen op je bord. Postelein bevat een uitzonderlijk hoge hoeveelheid kalium (585 mg/100 g), magnesium (245 mg/100 g) en ijzer (3,1 mg/100 g). Vergeleken met sla bevat het 22 keer zoveel magnesium! Dit knapperige wilde kruid bevat ook veel provitamine A en uitzonderlijk veel omega-3-vetzuren dan welke andere bladgroente dan ook.

Helaas veel oxaalzuur

Met al de vele heilzame ingrediënten in postelein is het ook het vermelden waard dat het oxaalzuur bevat, wat regelmatig gebruik enigszins kan beperken. Postelein is, net als spinazie, snijbiet, rabarber en veldzuring, een van de planten met een zeer hoog oxaalzuurgehalte. Oxaalzuur is echter alleen in grote hoeveelheden schadelijk voor het lichaam. Hoge doses kunnen de nieren belasten, dus mensen met een nieraandoening moeten het gebruik ervan vermijden. Oxaalzuur belemmert ook de beschikbaarheid van mineralen zoals calcium, magnesium en ijzer.

Voor gezonde mensen is er niets mis met het eten van groenten die oxaalzuur bevatten, maar dergelijke voedingsmiddelen moeten niet elke dag op het menu staan. Er is ook een trucje om het oxaalzuurgehalte in voedsel te verlagen: als je voedsel rijk is aan calcium, bindt het calcium zich aan het oxalaat in het spijsverteringskanaal, waardoor het zonder belasting voor het lichaam kan worden uitgescheiden. Daarom is het verstandig om postelein te consumeren met calciumrijke producten, zoals sojaproducten, harde kaas of zuivelproducten.

Voedsel als medicijn

Postelein is in ons land relatief onbekend als medicinale plant, maar in veel andere landen is het een bestanddeel van de volksgeneeskunde. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) noemt de plant daarom een "wereldwondermiddel". De talrijke indicaties waarvoor postelein al eeuwenlang wereldwijd wordt gebruikt, bevestigen deze beoordeling. In China wordt postelein beschreven als een "groente voor een lang leven" en het is al millennia lang een belangrijke medicinale plant in de traditionele Chinese geneeskunde.

De afgelopen 10 jaar zijn er talloze studies gepubliceerd over de farmacologische effecten van postelein. Deze tonen het uitzonderlijk brede werkingsspectrum aan. Zo is aangetoond dat het antidiabetische, anticarcinogene, antimicrobiële, ontstekingsremmende, leverbeschermende, neuroprotectieve, bloeddrukverlagende, cholesterolverlagende, wondhelende werkingen heeft.

De neuroprotectieve werking van de plant is bijzonder opmerkelijk, omdat het de werkingsduur van de belangrijke neurotransmitter acetylcholine verlengt. Ook is een antivirale werking aangetoond, met name tegen het herpes simplexvirus. De talrijke omega-3-vetzuren hebben een positief effect op het cardiovasculaire systeem en verlagen de bloedlipiden- en bloedsuikerspiegel. Dit helpt arteriosclerose en hypertensie te voorkomen.

Ter preventie van ziekten zou deze heerlijke wilde groente zeker op ons menu moeten staan. Trouw aan het oude gezegde: laat voeding ons medicijn zijn!

Recept: Posteleinsalade

  • 150 g jonge posteleinscheuten
  • 200 g tomaten
  • ½ komkommer
  • 3 eetlepels olijfolie
  • 2 eetlepels balsamicoazijn
  • 1 theelepel sojasaus
  • 2 eetlepels crème fraîche 
  • peper en zout
  • optioneel: 100 g schapenfeta

Snijd de postelein grof, snijd de tomaten en komkommer in plakjes. Meng alle overige ingrediënten tot een dressing en meng deze door de salade. Roer er eventueel blokjes feta door.

Medicinale dosering

Er zijn slechts beperkte klinische studies beschikbaar om richtlijnen voor de dosering te geven. De volgende doseringen zijn echter gebruikt: in één klinische studie werd 0,25 ml/kg lichaamsgewicht van een 5% waterig extract gebruikt voor een bronchusverwijdend effect ; bij diabetes type 2 werd gedurende 8 weken tweemaal daags 5 gram gemalen zaden ingenomen ; bij abnormale baarmoederbloedingen werden gemalen zaden ingenomen in een dosis van 5 gram om de 4 uur gedurende 3 dagen. En een oud recept van Dodoens 'Een zalfje gemaakt van honig en poeder van posteleinwortel gedroogd geneest de kloven van de lippen en handen’.

Literatuur

donderdag, juli 10, 2025

Lavandula species. Een monografie

Het geslacht Lavendel, onderdeel van de lipbloemenfamilie, omvat ongeveer drie dozijn soorten in verschillende ondergeslachten en secties, evenals een veelvoud aan (waaronder intersectionele) hybriden en een bijna onhandelbaar aantal variëteiten. De meest gebruikte soorten in de medicinale sector zijn echte lavendel (Lavandula angustifolia) en spijklavendel (L. latifolia), evenals lavandin (L. x intermedia) en Spaanse lavendel (L. stoechas) [8].

Geschiedenis
Bij oude auteurs zoals Dioscorides, Plinius en Galenus is alleen Spaanse lavendel betrouwbaar bekend. Echte lavendel en spijklavendel werden vanaf de 12e eeuw beschreven door Hendrik van Huntingdon en Hildegard van Bingen, maar de twee soorten werden pas rond 1500 duidelijk onderscheiden. Halverwege de 18e eeuw plaatste Carl Linnaeus alle drie de soorten onder het geslacht Lavendel. Het gebruik van lavendel bij luchtwegaandoeningen kan in het geval van Spaanse lavendel worden herleid tot de 1e eeuw; de kalmerende werking van echte lavendel werd voor het eerst vermeld aan het einde van de 15e eeuw en kreeg in de 19e eeuw meer bekendheid [7].

Materia medica en inhoudsstoffen
In de medische praktijk wordt voornamelijk de etherische olie van lavendelsoorten gebruikt, verkregen door stoomdestillatie. De soorten verschillen aanzienlijk in de samenstelling van hun etherische oliën, hun werking, bijwerkingen en contra-indicaties, en zijn daarom niet onderling verwisselbaar.
De kwaliteit van echte lavendelolie wordt bepaald door het estergehalte, dat kan oplopen tot 70%. De twee belangrijkste componenten die de werkzaamheid bepalen, zijn het monoterpenol linalool en de monoterpenoïde-ester linalylacetaat. Essentiële olie van spijklavendel heeft een lager estergehalte dan echte lavendel, maar aanzienlijk hogere concentraties.

Werking en indicaties
De effectiviteit van gestandaardiseerde fytofarmaceutica met lavendelolie of spijkolie is de afgelopen jaren in diverse klinische studies aangetoond. Een specifieke lavendelolie bleek beter te werken dan placebo bij patiënten met angststoornissen en gegeneraliseerde angststoornis (GAS), en was even effectief als een startdosis benzodiazepam of een SSRI. Er werd ook een gunstig effect waargenomen op rusteloosheid en bijbehorende symptomen, depressie, slaapstoornissen en lichamelijke klachten, evenals positieve effecten op het algemene welzijn en de kwaliteit van leven [4, 2].
Een in Oostenrijk verkrijgbaar spijkoliepreparaat toonde een significante verbetering van de symptomen van acute rhinosinusitis (ontsteking van het neusslijmvlies en de bijholten) en acute bronchitis ('onderste luchtweginfectie') [1, 3].

Verschillende studies hebben aangetoond dat etherische olie van lavendel een stemmingsverbeterende en angstverlichtende werking heeft. Het heeft niet alleen een kalmerende werking op de psyche; wanneer het op de huid wordt aangebracht, heeft het ook antimicrobiële, wondhelende, ontstekingsremmende en pijnstillende eigenschappen. Bijzonder opmerkelijk is het effect op kleine, eerstegraads brandwonden zoals zonnebrand, die symptomen zoals roodheid, zwelling en pijn kunnen veroorzaken. Je kunt de etherische olie puur op de getroffen plek aanbrengen. De pijn neemt snel af. Het stimuleert ook het genezingsproces en versnelt de vorming van nieuwe huidcellen. Dit wondermiddel tegen lichte brandwonden en zonnebrand is wat mij betreft een EHBO-olie die absoluut in elk medicijnkastje thuishoort. 

Volgens de officiele monografieën
De HMPC, ESCOP, WHO en Commissie E hebben dit ook bevestigd met positieve monografieën. De HMPC heeft lavendelbloemen en lavendelolie geclassificeerd als traditionele kruidengeneesmiddelen. Klinische studies hebben aangetoond dat lavendelolie kan worden gebruikt om rusteloosheid en angstige stemmingen te behandelen. Volgens ESCOP is lavendel geïndiceerd voor stemmingswisselingen zoals rusteloosheid, agitatie of slaapstoornissen, evenals voor functionele buikklachten. Lavendelbloemen en lavendelolie kunnen worden gebruikt om milde stress en uitputting te behandelen, en om de slaap te bevorderen. Ze kunnen ook uitwendig worden gebruikt als badadditief. Commissie E keurt lavendel goed voor inwendig gebruik bij rusteloosheid, moeite met inslapen en functionele buikklachten (prikkelbare maag, Roemheld-syndroom, winderigheid, nerveuze darmklachten). Het kan ook uitwendig worden gebruikt in baden voor circulatieklachten. De WHO- monografie komt overeen met de bovengenoemde monografieën.

Lavendelzalf
Het volgende recept voor een lavendelzalf is effectief gebleken voor een geïrriteerde huid na zonnebrand en voor kleine, lichte eerstegraads brandwonden.
  • 100 g kokosolie (natuurlijk)
  • 15 g verse of 7 g gedroogde lavendelbloemen (Lavandulae flos)
  • 20 druppels etherische lavendelolie
Verhit de kokosolie au bain-marie tot 60 °C en roer de lavendelbloesem erdoor. Houd de olie 1 uur op deze temperatuur en zeef de olie vervolgens door een fijne zeef. Zodra de olie is afgekoeld tot 40 °C, roer je de lavendelolie en duindoornolie erdoor. Giet het mengsel vervolgens in een zalfpot. De olie en dus ook de zalf is 1 jaar houdbaar. Lavendelolie is ook een oud huismiddeltje tegen insectenbeten. Als je gestoken bent door een bij, wesp of mug, breng je de onverdunde olie gewoon rechtstreeks op de beet aan. Het verlicht de pijn en vermindert de zwelling.

Maak je eigen spray met lavendel en bloedsinaasappel 
  • 12 druppels bloedsinaasappelolie (Citrus aurantium var. dulcis of Citrus sinensis var. dulcis)
  • 3 druppels lavendelolie (Lavandula angustifolia)
  • Geurloze alcohol (bijv. biologische wodka)
  • een leeg flesje van 30 ml met sprayopzetstuk
Giet 12 druppels etherische olie van bloedsinaasappel en 3 druppels etherische olie van lavendel in het lege flesje en vul deze met de alcohol. Draai de dop erop, etiketteer, schud en klaar.
Te gebruiken bij slapeloosheid. Spray 3-4 keer in de lucht in de slaapkamer, zodat de aangename fruitige geur zijn werk kan doen. Essentiële oliën zijn erg geconcentreerd en niet allemaal geschikt voor kinderen. Essentiële olie van lavendel en essentiële olie van bloedsinaasappel behoren echter tot de kindvriendelijke oliën en kunnen gebruikt worden voor kinderen vanaf 3 jaar.
Spuit de spray 5-10 minuten voor het slapengaan in de kinderkamer. Een kleine spray op een knuffel is ook mogelijk. Vanwege de angstremmende werking van beide etherische oliën is de spray bijzonder geschikt voor kinderen die bijvoorbeeld bang zijn voor het donker, voor monsters.

Literatuur
[1] Dejaco D et al. Tavipec® in acute rhinosinusitis: A multi-centre, double-blind, randomized, placebo-controlled, clinical trial. Rhinology 2019; 57 (5): 367–374
[2] Donelli D et al. Effects of lavender on anxiety: A systematic review and meta-analysis. Phytomedicine 2019; doi: 10.1016/j.phymed.2019.15
[3] Kähler C et al. Spicae aetheroleum in uncomplicated acute bronchitis: A double-blind, randomised clinical trial. Wien Med Wochenschr 2019; 169: 137–148
[4] Kasper S et al. Silexan in anxiety disorders: Clinical data and pharmacological background. World J Biol Psychiatry 2017; 19 (6): 412–420
[5] Lesage-Meessen L et al. Essential oils and distilled straws of lavender and lavandin: A review of current use and potential application in white biotechnology. Appl Microbiol Biotechnol 2015; 99: 3375–3385
[6] Messaoud C et al. Chemical composition and antioxidant activities of essential oils and methanol extracts of three wild Lavandula L. species. Natural Product Research: Formerly Natural Product Letters 2012; 26 (21): 1976–1984

Referenties

zondag, juni 01, 2025

Maagdenpalm

't Is of bij deze plant de teere fijne bloemkroon, zachtblauw van kleur, en bij de minste aanraking afvallend, ja ook zonder stootje van buiten al gauw loslatend van haar vijfslippig kelkje, niet recht past bij de stevige, soliede, altijd groene bladeren, die aan buxus doen denken en in hun gladde lederachtigheid een beeld zijn van duurzaamheid en krachtig weerstandsvermogen. Dit citaat uit het werk van het in vrije liefde levende paar Frederica van Uildriks en Vitus Bruinsma uit 1898 doet wel wat. Het is een sensuele beschrijving van een vrij gewoon plantje, de maagdenpalm of Vinca minor.

In de tuin woekert de kleine maagdenpalm volop en zonder ingrepen zou ze de omliggende tuinen ook annexeren. Dus ja, ondanks de onschuldig klinkende Nederlandse naam is de maagdenpalm een wel-lustig groeiende plant. 

De Nederlandse naam verwijst naar oude gebruiken. Takjes maagdenpalm werden vroeger gevlochten tot een krans voor op het hoofd van jonge meisjes, onder andere bij huwelijken. Ook jonggestorven kinderen en overleden maagden kregen een dergelijke krans op het hoofd om hen te beschermen tegen de duivel en andere boze geesten. De term palm verwijst naar het altijdgroene blad van de plant, die in het Duits daarom ook toepasselijk Immergrün heet. En daarmee staat de maagdenpalm symbool voor het eeuwige leven. 

In de Flora Batava wordt de kleine maagdenpalm als in het wild voorkomend beschreven, vooral in bossen bij buitenplaatsen. De soort is al ver voor 1500 vanuit het Middellandse Zeegebied in Nederland en België ingevoerd, en geldt daarmee als ingeburgerd. Ze is een stinzenplant, een op cultuurhistorische plekken verwilderde. vroegbloeiende plant. Oudere botanische literatuur, zoals het kruidenboek van Dodoens uit 1544, beschrijft vooral een medicinaal gebruik bij bloedingen en overmatige menstruatie.

Vinca minor lijkt in zijn eigenschappen veel op die van Ginkgo biloba en wordt vaak samen met deze plant gecombineerd. Hij verhoogt mogelijk de hersendoorbloeding en stimuleert de stofwisseling van zenuwcellen, waarbij de werking van de neurotransmitters wordt verbeterd. Dit alles leidt tot een verbetering van de hersenfuncties.

Vinca minor bevat indolalkaloïden, waaronder vincamine, vinpocetine, apovincamine, vintoperol, vincarubine en anderen. Vinca minor kn mogeljk de bloedcirculatie in de hersenen verbeteren en aldus goed werken bij onder andere alzheimer, dementie, concentratieproblemen, , beroerte, tinnitus (oorsuizen) en duizeligheid. Van Vinca minor bevattende preparaten wordt verder geclaimd dat deze werken bij menorragie (overmatige menstruele bloeding), wondheling van verbrande ogen, ter voorkoming van glaucoom en ter vermindering van atherosclerotische plaque. 

In de middeleeuwen schijnt Vinca minor gebruikt te zijn tegen hoofdpijn, duizeligheid en geheugenstoornissen. Als bijwerkingen zijn maagdarmklachten en rood aanlopen beschreven. Sommige handboeken vermelden dat overdosering een ernstige bloeddrukdaling tot gevolg zal hebben. Er zijn echter geen gevallen van overdosering beschreven. In een aantal handboeken wordt Vinca minor als giftig geclassificeerd. Van de actieve stoffen staat in de geraadpleegde bronnen het meest vermeld over vincamine en vinpocetine. Over vincamine staat vermeld dat het vasodilaterend werkt, en dat inmiddels diverse producten zijn geregistreerd die vincamine bevatten, met als belangrijkste toepassing stimulatie van de bloedsomloop in de hersenen. Van vincamine wordt ook geclaimd dat het een ondersteunende werking op het metabolisme in de hersenen heeft, door bevordering van de bloedtoevoer naar de hersenen en het bevorderen van zuurstof en glucosegebruik. Daarnaast zou vincamine cognitieve functies ondersteunen en het geheugen en de concentratie verhogen. 

Er zijn niet veel gegevens over de toxiciteit van vincamine. Acuut is het weinig toxisch (orale LD50 in de muis is 1000 mg/kg lg). Gegevens over de chronische toxiciteit ontbreken. Volgens informatie op de internetsite van de FDA betroffen de ingediende toxiciteitstudies in de toelatingsprocedure van vincamine hoofdzakelijk intraveneuze toediening, die maar beperkt bruikbaar zijn voor het vaststellen van de veiligheid na orale opname via voedingsmiddelen. Naast dierstudies waren ook gegevens beschikbaar na intraveneuze toediening van vincamine aan gezonde vrijwilligers. De gerapporteerde bijwerkingen in deze studies waren onder andere fibrillatie, braken, bradycardie, flauwte, trombose in een ader in de arm en tinnitus. 

 Enigszins in tegenspraak met enkele van de claims, wordt er op etiketten van vincamineproducten vaak gewaarschuwd het niet te gebruiken bij hersenaandoeningen, bij een geschiedenis van hartaanvallen, aritmieën, beroertes of verstoring van de elektrolytenbalans. Bovendien wordt aangeraden het in geval van lage of hoge bloeddruk alleen te gebruiken op advies van een arts, de inname te verminderen of te stoppen bij het optreden van misselijkheid, het niet te gebruiken tijdens zwangerschap, borstvoeding of onder de leeftijd van achttien jaar. 


zaterdag, mei 24, 2025

Mucuna tegen Alzheimer

De fluweelboon (Mucuna pruriens) is een snelgroeiende, peuldragende, tropische klimplant, waarvan de zaden gebruikt worden in de ayurvedische geneeskunst.  De haren van deze peulvrucht bevatten mucunaïne. Dit is een eiwit dat ondraaglijke jeuk en huiduitslag kan veroorzaken als het in contact komt met de huid [ 1 ]. De fluweelboon was daarom een ​​bestanddeel van jeukpoeders, die niet alleen voor kwaadaardige grappen werden gebruikt, maar ook als medicijn. Begin 19e eeuw werd bijvoorbeeld jeukpoeder geprobeerd als irriterend middel tegen verlies van gevoeligheid van het huidoppervlak.
De hedendaagse gecultiveerde vorm van de fluweelboon bevat weinig tot geen mucunaïne, waardoor de plant voor meer doeleinden gebruikt kan worden. In tropische gebieden worden de eiwitrijke zaden als krachtvoer aan dieren gevoerd. 

Volksgeneeskundig gebruik van de fluweelboon
In de Ayurvedische geneeskunde wordt de fluweelboon vooral gebruikt bij aandoeningen van het zenuwstelsel en het urogenitale stelsel. Voorbeelden hiervan zijn zenuwzwakte, epilepsie, nervositeit, impotentie, aandrang om te plassen, onvruchtbaarheid en verschillende nierziekten. Het wordt ook gebruikt bij worminfecties, diarree, slangenbeten, reumatische aandoeningen, spierpijn, diabetes, menstruatiepijn en jicht. Men gebruikt in de eerste plaats de zaden en minder vaak de wortels. 
Op basis van de huidige onderzoeken lijken sommige indicaties plausibel: in onderzoeken zijn inmiddels antidiabetische, antioxiderende, afrodiserende, stimulerende, anti-epileptische en antimicrobiële effecten aangetoond [ 2 ]. De mogelijke werking van de fluweelboon op het syndroom van Parkinson heeft de laatste decennia echter voor ophef gezorgd.

Mucuna pruriens als mogelijke remedie voor het syndroom van Parkinson?
Het syndroom van Parkinson wordt veroorzaakt door een tekort aan de neurotransmitter dopamine in de hersenen. Hierdoor kunnen de getroffenen onder andere hun spieren moeilijk snel bewegen. De bewegingen zijn vaak traag, de spieren zijn stijf, de gang is wankel en de ledematen beginnen te trillen als de patiënt in rust is. Daarnaast kunnen ook de stemming, de autonome beheersing van de blaas, de darmen, de bloeddruk en het cognitieve vermogen aangetast worden. De belangrijkste medicamenteuze behandeling is het innemen van L-dopa, ook wel levodopa genoemd. Het aminozuur L-dopa wordt in de hersenen omgezet in dopamine en kan zo het dopaminetekort compenseren. 
Bijna 100 jaar geleden werd ontdekt dat de zaden van de fluweelboon ook L-dopa bevatten, en geen kleine hoeveelheid: het percentage L-dopa kan oplopen tot 7%. De aanwezigheid van L-dopa maakt bovendien de stimulerende werking van de fluweelboon aannemelijk: Dopamine bevordert drive, een positieve stemming en motivatie. 

Verschillende klinische onderzoeken hebben inmiddels bevestigd dat de werking van Mucuna pruriens bij mensen met de ziekte van Parkinson vergelijkbaar is met die van L-dopa medicijnen – met aanzienlijk minder bijwerkingen. Bij de behandeling van het syndroom van Parkinson met synthetische L-dopa treden doorgaans bijwerkingen op; Zo kan de bewegingsvrijheid ernstig beperkt worden. Op basis van eerdere onderzoeken is er reden om aan te nemen dat fluweelboon beter verdragen wordt. In de onderzoeken werden na inname van Mucuna pruriens alleen maag-darmklachten waargenomen, zoals misselijkheid of een vol gevoel [ 3 ].

Mucuna pruriens: middel met een addertje onder het gras
De positieve effecten lijken niet alleen gebaseerd te zijn op het L-dopa-gehalte de antioxiderende werking van de fluweelboon speelt waarschijnlijk ook een belangrijke rol, aangezien deze een beschermende werking heeft op zenuwcellen [ 4 ].

Dat zou voor veel getroffenen een zegen kunnen zijn, maar helaas zit er een addertje onder het gras. Er is tot op heden geen gestandaardiseerd medicijn voor Mucuna pruriens op de markt. 

Let op : Het is niet raadzaam om op eigen houtje poeder of andere voedingssupplementen die Mucuna pruriens bevatten in te nemen. Enerzijds kan de zuiverheid en de identiteit van deze zaden niet eenduidig ​​worden aangetoond. Anderzijds kunnen de indoolalkaloïden die in de zaden voorkomen, bijwerkingen als hoofdpijn, vermoeidheid, malaise of ernstige dorst veroorzaken. En verder is vooral een goede deskundige opvolging absoluut noodzakelijk.

Referenties
  1. Reddy VB, Iuga AO, Shimada SG et al. Door Mucuna veroorzaakte jeuk wordt veroorzaakt door een nieuw cysteïneprotease: een ligand van protease-geactiveerde receptoren. J Neurosci 2008; 28(17): 4331-4335
  2. Lampariello LR, Cortelazzo A, Guerranti R, et al. De magische fluweelboon van Mucuna pruriens. J Traditioneel Aanvulling Med 2012; 2(4): 331-339
  3. Latte KP. Mucuna pruriens. Portret van een medicinale plant. Tijdschrift voor Fytotherapie 2008; 29(4): 199-206
  4. Chopra AS De behandeling van de ziekte van Parkinson vanuit het perspectief van de Ayurvedische geneeskunde. Empirische geneeskunde 2021; 70(06): 322-327

maandag, mei 19, 2025

Heilig bosch, heidens heilig

In een heilig bosch was, zoo meen ik te mogen aannemen, eene afgezonderde plaats meer rechtstreeks voor de godsdienstplechtigheden bestemd. In zoodanige plaats stond de geheimzinnige wagen van Nerthus, de moederaarde, die alleen aangeraakt mocht worden door de priesters, die den wagen rondvoerden, wanneer zij merkten, dat de godin er plaats in had genomen. Daar stonden de oudste en zwaarste boomen, waaronder de altaren waren opgericht en waaraan de offergaven bevestigd werden. In lateren tijd waren daar de beelden der goden. Daar werden de veldteekens bewaard, nabootsingen van dieren, die Claudius Civilis, toen hij tegen de Romeinen optrok, uit de bosschen medenam, waaronder iedere stam gewoon was te vechten en die de oorsprong der zoogenaamde heraldieke figuren zijn. Deze heiligste plaats in het heilige zal wel vroegtijdig afgerasterd of omheind geweest zijn, zooals zij later was. De Northumberlandsche koning Edvine vroeg, toen hij in het jaar 627 gedoopt zou worden, aan den voornaamsten der heidensche priesters, die zelf in hem het oude geloof aan het wankelen had gebracht, wie het eerst de altaren en de tempels der afgoden met de heg of omheining, die er om heen was, zou ontwijden? De priester antwoordde, dat hij zelf het zou doen en hij vernietigde wat hij vroeger geheiligd had.
Het monotheistisch christendom verdrong de goden en hunnen dienst uit de bosschen, doch het volk, dat hardnekkig vasthield aan het polytheistisch geloof der vaderen, bracht, zoowel openlijk als in het geheim, zijne vereering over naar de overblijfsels van zijne vroegere heiligdommen, naar die boomen, welke de getuigen waren geweest van zijnen godsdienst. Eerst toen Bonifacius den heiligen eik bij Geismar aan den Edder, bij Fritzlar, deed omhouwen, was het christendom in die streek gevestigd.
Al mocht de bekeerde heiden, voordat hij gedoopt werd, ook plechtig verzekeren: ‘Ec forsacho allum diabolis wercum und wordum, Thunaer ende Woden ende Saxnote ende allun them unholdun, the hira genotas sint, d.i.: Ik verzeg alle werken en woorden des duivels, Thonar en Wodan en Saxnot en alle booze geesten, die hunne gezellen zijn,’ - het heidensche zuurdeesem bleef werken.

De Gids. Jaargang 45(1881)L.A.J.W. baron Sloet van de Beele


woensdag, mei 14, 2025

Melganzevoet. Gewoon ongewoon.

De melde of melganzevoet (Chenopodium album) is een wijdverbreid 'onkruid' dat vooral voorkomt in door mensen bewerkte gebieden. Daarom vinden we het in tuinen, op landbouwgrond, braakland, op paden en langs wegen. De eenjarige ganzenvoet kan zowat 140 cm hoog worden. De rechtopgaande stengel is duidelijk gegroefd en lijkt groen-wit gestreept. Soms heeft het ook een roodachtige tint.
De jonge bladeren aan het bovenste deel van de plant zien eruit alsof ze met meel bestoven zijn of bedekt met kleine witte druppeltjes. Vooral de onderkant van de bladeren is bedekt met witachtige, melige haartjes. De bloemige laag kun je gemakkelijk met je vingers weg wrijven. Bij aanraking en wrijving voelt het blad licht vochtig en vettig aan. De bladvorm van de ganzenvoet is zeer gevarieerd, van langwerpig-ovaal tot ruitvormig, alles is mogelijk.
De naam van de plant verwijst naar de vorm van het blad, dat lijkt op de pootafdruk van een gans. De kleine, groenachtige bloemen verschijnen van juli tot september en staan ​​in dichte trossen. In de herfst ontwikkelen zich de ronde, zwarte zaden.

Dodonaeus  over Melde

Dodonaeus schrijft ‘Melde loopt gemakkelijk door de buik vanwege haar gladheid, (schijtmelde) niettemin heeft het zeer weinig verterende krachten en wordt gebruikt met biet tegen de gebreken van de baarmoeder. Melde veel in de spijs gebruikt, beroert de maag en is zeer slecht om te verteren, als Diocles en Dionysus schrijven, ze laat ook sproeten en plekken aan het aanzicht en op het lijf groeien.
De tamme melde is goed opgelegd als de bloedzweren net beginnen te komen en de wilde als die beginnen te vergaan. Melde met Salpeter, honig en azijn gemengd is goed op het wild vuur en op jicht gelegd of ook op de hete gezwellen. De Italianen maken van de melde enige taarten en ze scherven de bladeren zeer klein en stampen ze met kaas, verse boter en dooiers van eieren wat ze in deeg leggen en alzo in de oven bakken'.

Spinazie en pseudogranen uit de steentijd

Al 7000 jaar geleden werd de witte ganzenvoet door boeren uit het neolithicum als wilde groente gebruikt. Geen enkel ander wild kruid is zo vaak aangetroffen bij archeologische opgravingen in prehistorische nederzettingen. De bladeren werden als groente gebruikt en de kleine zaden werden op een vergelijkbare manier gebruikt als granen. De melganzenvoet is een van de smakelijkste wilde groenten. Het behoort, net als spinazie, tot de ganzenvoetfamilie. De smaak van de jonge bladeren en scheuten is het smakelijkst tussen april en juni, dus vóór de bloei. De bladeren zijn niet alleen geschikt als vervanger van spinazie, maar verrijken ook salades, soepen, ovenschotels, quiches en smoothies. Zodra de bloei begint, vanaf juli, worden de bladeren enigszins bitter en hebben ze geen interessante smaak meer. Maar daarna rijpen de zwarte, zetmeelrijke zaden snel en die zijn ook eetbaar. Ze zijn vrij klein, maar omdat de ganzenvoet massaal groeit en enorm veel zaden produceert, is het toch de moeite waard om te oogsten. In India worden de zaden als graan gebruikt en gegeten als pap of fijngemalen tot meel voor pannenkoeken. Je moet echter wel de saponinen uit de zaden verwijderen vóór gebruik. Om dit te doen, laat u het 1 uur weken in warm water en spoelt u het daarna goed af. U kunt het direct gebruiken of in de oven drogen en vervolgens bewaren. Ook het zachtjes roosteren (bij 60-70 °C) komt de smaak ten goede. Overigens heeft ganzenvoetzaad een beroemde verwant, namelijk quinoa (Chenopodium quinoa). Dit pseudograan uit de Andes heeft de laatste jaren naam gemaakt als bron van plantaardige eiwitten.

Superfood van hoge kwaliteit, maar met beperkingen

Vanuit gezondheidsoogpunt kunnen ganzenvoetbladeren tot de superfoods gerekend worden. Ze bevatten een verbazingwekkende hoeveelheid eiwitten, kalium (995 mg/100 g), magnesium (230 mg/100 g), calcium (240 mg/100 g) en ijzer (3,9 mg/100 g). Daarnaast zijn ganzenvoetgroenten een uitstekende bron van provitamine A en vitamine C (135 mg/100 g). De kleine, zwarte zaadjes hebben een zeer hoog eiwitgehalte (16,6 g/100 g) met een uitgebalanceerde samenstelling van aminozuren. 

Helaas bevatten de gezonde ganzenvoetbladeren, net als spinazie, veel oxaalzuur. Daarom moet u deze voedingsmiddelen niet te veel eten. Mensen met een nieraandoening moeten vooral voedsel vermijden dat oxaalzuur bevat. Een hoge consumptie kan leiden tot het ontstaan ​​van nierstenen en niergruis en belemmert bovendien de opname van calcium en ijzer. Wanneer er echter ook veel calcium in de voeding zit, kunnen de oxalaten gebonden en uitgescheiden worden zonder dat dit de nieren belast. Daarom is een combinatie met calciumrijke voedingsmiddelen (zuivelproducten, sojaproducten) zeer zinvol. U kunt het oxaalzuur bijvoorbeeld binden door de ganzenvoetspinazie te verrijken met Parmezaanse kaas of tofu. Overigens is het oxaalzuurgehalte het laagst in de jonge bladeren vóór de bloei.

In Turkije zijn meerdere gevallen gedocumenteerd van fototoxische reacties van de huid na het eten van ganzenvoetgroenten en gelijktijdige blootstelling aan intens zonlicht, vermoedelijk als gevolg van de furanocoumarines die in deze groenten zitten. Mensen die hier gevoelig voor zijn, kunnen beter na het eten van ganzenvoet beter niet zonnebaden.

Medicinale werking
Farmacologische studies hebben aangetoond dat de plant wormdrijvende, sperma-immobiliserende en anticonceptieve eigenschappen bezit. Mogelijk dat de plant ook jeukwerend en antinociceptief (pijnstillend) werkt. Toch wel merkwaardige medicinale mogelijkheden voor zo'n algemeen plantje.

Recept: Melganzenvoetspinazie
Ingrediënten
  • 750 g jonge melganzenvoetbladeren
  • 2 eetlepels boter of olie
  • 2 teentjes knoflook
  • 250 ml room of kokosmelk
  • 1 tl bouillon/groentebouillon
  • zout en peper
  • 100 g kaas
voorbereiding
  • Verhit de boter en voeg de in reepjes gesneden ganzenvoetbladeren toe.
  • Laat de blaadjes wat stoven, voeg de knoflookteentjes toe en blus af met room of kokosmelk.
  • Laat 5-10 minuten op middelhoog vuur sudderen.
  • Voeg vervolgens de kruiden toe en spatel de geraspte kaas erdoor.
Ganzenvoetspinazie is geschikt als bijgerecht bij rijst, als topping op pasta of als groente bij aardappelen.

Wetenschappelijke referentie
  • Amrita Poonia, Ashutosh Upadhayay. Chenopodium album Linn: overzicht van voedingswaarde en biologische eigenschappen. Tijdschrift voor voedsel- en wetenschapstechnologie 2015; doi: 10.1007/s13197-014-1553-x
  • https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/38725-ganzevoet-en-andere-meldes.html

zondag, mei 11, 2025

Ganzevoet en andere meldes

Met echte onkruiden zoals Herderstasje, Knopkruid en Melde of melganzevoet, heb ik een haat – liefde verhouding. Aan de ene kant bewonder ik hun overlevingsdrang maar tezelfdertijd vind ik het hinderlijk dat ze overdadig overal ontkiemen op plaatsen waar ik andere planten wil laten groeien. Maar als ze dan ook eetbaar blijken te zijn of nog meer andere kwaliteiten vertonen, gaat mijn bewondering toch overheersen.

Melganzevoet

Chenopodium album behoort tot een grote familie van de Ganzevoetachtigen. De bladeren hebben de vorm van een ganzevoet, vandaar ook de naam. Ook chenopodium komt van het griekse chen, gans en podos, voet of podion, voetje. Een oudere naam Pes anserinum verwijst ook naar de ganzevoet. Dodonaeus zegt het zo ' van sommighe soorten zijn die bladeren breet, rontsomme met diepe kerven gesneden, eenen voet van een gans schier ghelijck'.

Mel of melde, heeft mogelijk te maken met meel, de bladeren zien er wat wittig, als met meel bestoven uit. Of zou het verwijzen naar het vroegere gebruik van de zaden als meel om brood of pap te maken. In de grotwoningen van onze verre voorouders waren de meldes waarschijnlijk een belangrijke voedselbron. Mel betekent ook malen, wat weer verwijst naar de zaden als grondstof voor meel. Een dialectische naam is Luismelde, mensen zagen een luis in de vorm van het zaad. Ook een Duitse benaming Luusmell verwijst er naar.

Naast het gebruik van het zaad als meel, waren ook de bladeren als bladgroente in gebruik. Ten andere onze spinazie behoort tot dezelfde familie. Het meldeblad kun je dan ook op dezelfde manier gebruiken gestoofd als spinazie of rauw in een gemengde sla. In de tijd voor de populariteit van de spinazie zijn er zelfs cultivars van chenopodium album ontwikkeld met rood en lichtgroen blad. Het zijn snel groeiende gewassen waarvan de rode variëteit zelfs enige sierwaarde heeft.

Brave Hendrik

Maar er zijn wel meer Ganzevoet-achtigen die bekend zijn. De minst opvallende maar vroeger toch veel in de omgeving van de mensen groeiend, noemt Brave Hendrik in feite Goede Hendrik naar het Latijnse bonus en naar een oude Duitse benaming 'guter Heinrich'. Is dat een vriendelijke of een onvriendelijk bedoelde naam? Chenopodium Bonus Henricus, in het Latijn klinkt het bijna heilig, maar toch groeit hij hoog in de bergen in de stront van de schapen. Goed eetbaar als groente, maar ik pluk hem toch liever in andere omgevingen.

Quinoa

De meest bekende Ganzevoet op dit moment is echter de Zuid-Amerikaanse Quinoa, het mythische Incagraan dat al duizenden jaren als een soort rijst gebruikt word en nu ook in Europa ingeburgerd is. Ook de jonge bladplanten zijn te gebruiken en nogal decoratief met hun hardrose gekleurde puntjes aan de uiteinden van de bladeren.

Apazote

En we zijn er nog niet, er is ook nog de Chenopodium ambrosoides of Apazote, nu vergeten maar vroeger in de apothekersboeken beroemd om zijn wormdrijvende eigenschappen. Ook weer een Zuid-Amerikaanse soort die in Brazilië een zeer algemeen onkruid is en zich hier in de tuin ook als zodanig gedraagt. Hij houdt ook de familietraditie in eer van plant met onopvallende groene bloemetjes, maar zijn vreemde geur geeft hem toch enige charme. Hij mag dus blijven in mijn tuin. In Belize en omstreken is het een geliefd huis- en keukenmiddel. Naast zijn officieel gebruikt als wormdrijvend medicijn wordt van de hele plant ook een kalmerend aftreksel gemaakt en de wortel van één plant 10 minuten gekookt in 2 kopjes water wordt als een uitstekende kuur tegen crudo of een kater beschouwd. Het kruid wordt verder ook als smaakmaker en gasverdrijver aan bonengerechten toegevoegd. Twee vliegen in één klap dus. Lekker en gezond.

woensdag, mei 07, 2025

Onooglijke planten met een verhaal. Breukkruid.

Planten tussen straatstenen. Eetbare maar niet te eten planten. Vuil, vertrapt onder de onverschillige voeten van voorbijgangers. En toch... planten met een verhaal. 

Mellie Uyldert vertelde het lang geleden op haar eigen manier. 'Wie is het, die de taal der kruiden verstaat? Haastige voetstappen gaan over de weg — het stof waait over de wegberm, over de frisse blaadjes van de weegbree, over de rozetten van de paardebloem, over de dovenetel onder de heg en over de opgeheven kandelaartjes van het hondsdraf. De regen valt en wast de blaadjes weer schoon. Haastig gaan de mensen voorbij, gevangen in hun gedachten, in hun zorgen. Met geld en boodschappentas spoeden ze zich naar de drogist, naar de groentenwinkel — trappen op het uiengras dat hun soep zou willen kruiden en op de kamille, die bereid is hun pijn te verzachten. Terwijl zij met blinde ogen en dove oren door het zorgvolle leven jachten, leeft en werkt de ganse schepping om hen heen, om hen alles te schenken wat zij behoeven'.

Neem nu de de bestofte groene korrelige bolletjes onder mijn voeten op de stoep in het Waals stadje Dinant. Vuiligheid tussen straatstenen maar toch een levend kruipend wezen met zelfs een chique Latijnse naam Herniara glabra en een minder mooie Nederlandse naam kaal breukkruid. En toch heeft ook dit plantje een lange geneeskrachtige geschiedenis met de mensheid en met mij. In de Flora Batava uit 1846 bijvoorbeeld wordt gezegd dat een afkooksel of een aftreksel van dezelve placht tegen belette pislozing, in waterzucht en in geelzucht gebruikt te worden, en uitwendig, in omslagen, bediende men er zich eertijds bij breuken van.

Volgens Weinmann (Weinmann, J.W., Phytanthoza iconographia) werd breukkruid voornamelijk gebruikt bij hernia's (zowel inwendig als uitwendig), als diureticum, bij blaas- en nierstenen, hydrops en geelzucht. Hij concludeert: "Daarom kan men de grote kracht die in zo'n klein kruid verborgen ligt, niet voldoende bewonderen." Volgens Kobert (Kobert, Beiträge zur Wissen der Saponinsubstanzen, 1904) voorkomen de saponinen in breukkruid de samenklontering van urinezand tot steenachtige concreties en bevorderen ze de uitscheiding ervan door de diurese te verhogen. Zeißl (Zeißl, geciteerd in Kroeber, Pharm. Ztrh. 1924, nr. 44, p. 606) schreef Herniaria bijna voor als een specifiek middel tegen blaasontsteking, met name als spasme-verlichter. 

In het standaardwerk Lehrbuch der biologischen heilmittel uit 1938 schrijft Dr. Gerhard Madaus... Herniaria glabra heeft een sterk diuretisch effect en kan bijna beschouwd worden als een specifiek middel tegen chronische blaasontsteking. Het wordt ook gebruikt bij de vorming van urinestenen, nierkoliek, albuminurie, urineretentie, pyelitis, urethritis, gonorroe en hydrops. Gebruik ervan dient echter te worden vermeden bij galstenen en acute nefritis. Het is ook effectief gebleken bij tuberculose, bronchiale catarre en tertiaire syfilis. Uitwendig toegepast wordt het kruid beschouwd als een wondhelend middel en wordt het vaak gebruikt als kompres bij fracturen.

En zo kan ik nog een tijdje doorgaan. Bewondering en verwondering dus voor een onnozel, vuil plantje onder mijn voeten in een toeristisch Ardeens dorpje, sorry stadje. En dan heb ik het nog niet gehad over mijn persoonlijk leven met dat knarsend plantje. Maar... dat is een ander verhaal.


zaterdag, mei 03, 2025

Huidverzorging zonder poespas: shake-lotions

Een shakelotion is een (h)eerlijk ongecompliceerd verzorgingsproduct. Het bestaat uit een tweefasenmengsel met een waterige en een olieachtige component. Alleen door krachtig te schudden mengen de ingrediënten zich – vandaar de naam. In tegenstelling tot klassieke crèmes bevatten shake lotions geen emulgatoren en zijn daarom beter te verdragen, vooral door een zeer gevoelige, geïrriteerde of oververzorgde huid.

Shake lotions trekken snel in, laten geen vettig laagje achter en voorzien de huid toch van waardevolle, plantaardige, werkzame stoffen. Afhankelijk van de ingrediënten die je gebruikt, kun je specifiek inspelen op de behoeften van uw huid en ook op de seizoenen. Ik denk dat een lichte, maar evenwichtige verzorging cruciaal is, vooral voor de vette huid. Shake lotions doen precies dat: ze verzorgen zonder te veel te conditioneren. Ze zijn bovendien snel klaar, blijven enkele weken goed als je ze goed bewaart en bestaan ​​vaak uit slechts een paar natuurlijke ingrediënten. Voor mij is dit echte huidverzorging, zonder poespas: effectief, huidvriendelijk en echt natuurlijk.

Jojoba-olie gecombineerd met rozemarijn en madeliefjes: de perfecte mix. Voor de verzorging van een vette huid is de combinatie van jojoba-olie, rozemarijn en madeliefje een goede mix. 

Jojoba-olie (Simmondsia chinensis) kan de talgproductie reguleren zonder de poriën te verstoppen. Het trekt snel in en laat geen vettig laagje achter. Jojoba-olie heeft bovendien ontstekingsremmende en huidverzachtende eigenschappen. Daarom raad ik het graag aan bij een onzuivere of geïrriteerde huid. Het versterkt de huidbarrière, beschermt tegen vochtverlies en zorgt voor een matte teint – en dat allemaal zonder de huid te verzwaren!

Rozemarijn (Salvia rosmarinus) bevat voornamelijk tannines, bitterstoffen, flavonoïden en etherische olie. Het wordt door de HMPC en in de volksgeneeskunde aanbevolen voor uitwendig gebruik om de huidcirculatie te ondersteunen, waardoor de huid er fris en gerevitaliseerd uitziet. Volgens ESCOP heeft rozemarijn milde antiseptische en wondhelende eigenschappen. Dit voorkomt en verlicht ontstekingen. Uit ervaring weet ik dat rozemarijn helpt om grote poriën te verkleinen, de talgproductie te reguleren en daardoor oneffenheden van de huid te verminderen. Het brengt de huid in balans, reinigt op milde wijze zonder uit te drogen en ondersteunt op milde wijze de regeneratie van huidcellen.

Madeliefje (Bellis perennis) is een klassiek kruid in de volksgeneeskunde ter ondersteuning van de gezondheid van de huid. De belangrijkste werkzame stoffen zijn tannines, flavonoïden, slijmstoffen, triterpeensaponinen, bitterstoffen en etherische olie. De toepassing varieert van kleine huidbeschadigingen tot eczeem tot acne en huidvlekken. Het heeft samentrekkende, wondhelende en ontstekingsremmende eigenschappen, het is een geweldige combinatie voor een vette huid omdat het ontstoken, etterende poriën kan verkleinen en laten krimpen.

Recept: Schudlotion voor een vette huid

Het maken van een shake-lotion is eenvoudig. Je hebt slechts een paar ingrediënten en wat tijd nodig om je eigen huidverzorging te creëren. Hier is een eenvoudig recept dat je kan proberen:

Ingrediënten

  • een 50 ml sprayflesje (bij voorkeur van glas)
  • 25 ml jojoba-olie (Simmondsia chinensis)
  • 15 ml rozemarijnhydrolaat (Salvia rosmarinus)
  • 10 ml tinctuur van madeliefjes (Bellis perennis)

Instructies

  • Voeg eerst het hydrolaat, dan de tinctuur en als laatste de olie toe aan de fles. Nu alleen nog een etiketje erop en uw gezichtslotion is klaar.

Gebruik is net zo eenvoudig als de productie.

  • Begin met het grondig maar voorzichtig reinigen van uw huid om overtollig talg en vuil te verwijderen. Hiervoor is een gezichtszeep met ezelinnenmelk geschikt, of een Aleppozeep met laurierolie.
  • Schud vervolgens de shakelotion krachtig zodat de ingrediënten goed gemengd worden. Doe 2 of 3 pompjes lotion op uw hand en verdeel het over een vochtige huid totdat het goed is opgenomen.
  • Masseren bevordert de bloedsomloop en zorgt ervoor dat de huid de plantaardige ingrediënten nog beter kan opnemen. De lotion kan zowel 's ochtends als 's avonds gebruikt worden.

Bewaren en houdbaarheid: hoe u uw lotion vers en effectief houdt

  • Je kunt shakelotion makkelijk zelf maken, maar het is wel belangrijk om het goed te bewaren, zodat het zo lang mogelijk vers en effectief blijft. De pompspraydop is ideaal om oxidatie te voorkomen. Daarnaast is het belangrijk dat je ze op een koele, donkere plaats bewaart. De houdbaarheid van een zelfgemaakte shakelotion is ongeveer 6-8 weken, mits deze goed wordt bewaard. Ik raad daarom aan om alleen kleine hoeveelheden te maken, die u binnen die tijd kunt opmaken.

Conclusie

Een vette huid heeft niet veel nodig. Met je zelfgemaakte shakelotion op basis van rozemarijn, madeliefjes en jojoba-olie geef je de vette huid precies dat wat nodig is: verzorging op plantenbasis die de huid zuivert, verzacht en reguleert. Probeer het eens, het is gemakkelijk, leuk en je weet precies wat erin zit.

Andere kruiden ter vervanging. Echte kamille en lavendel.

Referentie

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-planten-van-a-tot-z/bellis-perennis-madeliefje 

woensdag, april 23, 2025

Over paardenbloem of Taraxacum praktisch

Paardenbloem bloeit, al zijn niet de bloemen maar het blad en vooral de wortel het meest geneeskrachtige deel van deze plant. Hier wat praktische en nuchtere gegevens over deze veelzijdige Taraxacum officinale.

Gebruikte delen 

Bijna alle delen van de Paardenbloem kunnen gebruikt worden. De wortel heeft vooral een effect op de spijsvertering (lever), de bladeren zijn actief op de urinewegen en zeer rijk aan vitaminen en mineralen. De bloemen bevatten carotenoïden en vitaminen en mineralen. 

Oogst en verwerking 

Bladeren: kunnen het gehele jaar geoogst worden, maar zijn het rijkst aan inhoudsstoffen in de lente, zo rond april. Het zeer gezonde verse blad is te gebruiken als een infuus, in salades, soep en andere gerechten. Ook kan men een tinctuur van het verse blad maken. Het blad is makkelijk te drogen op een grote schaal of op een rek of met een dehydrator (40 graden), bewaar de gedroogde bladeren in een donkere pot of een papieren zak, het beste kun je de bladeren zo heel mogelijk laten, dit voorkomt verlies van smaak en inhoudsstoffen. Het gedroogde blad is ongeveer een jaar houdbaar. De smaak is bitter, maar niet zo bitter dat het onprettig wordt. 

Bloemen: kunnen verzameld worden tijdens de bloei en dat is gedurende het gehele seizoen, het hoogtepunt van de bloei valt in april, als je grote hoeveelheden makkelijk wilt verzamelen is dit het goede moment. De bloemen kunnen vers gegeten worden in salades en soepen (dan pas op het laatste moment toevoegen) of worden ook gebruikt voor het maken van Paardenbloemwijn. De smaak is mild bitter met een licht zoete nasmaak. 

Wortels: De wortels van de Paardenbloem zijn rijk aan bitterstoffen in de lente, als je gebruik wil maken van deze eigenschap, oogst je ze in deze periode, in de herfst zijn de wortels rijk aan inuline, als je gebruik wil maken van deze eigenschap, oogst je in de herfst. Je kunt ook op beide tijdstippen oogsten en de wortels beiden verwerken tot een tinctuur, 50:50 bij elkaar voegen na bereiding en dan heb je een ‘compleet’ extract. Oogst wortels van planten die minstens 2 jaar oud zijn, deze zijn stevig en vlezig, deze planten kun je herkennen aan een in vergelijking grotere bladrozet en een ´vol´ uiterlijk. De wortels kunnen vers verwerkt worden in een tinctuur. Voor het drogen van de wortels is het belangrijk dat deze heel worden gelaten, dit voorkomt dat de latex uit de wortels loopt, een waardevolle stof (bitter). Je kunt ze aan de lucht drogen op een grote schaal bij de verwarming, in de oven (50 graden, oven wat open), of in een droger (50 graden). Bewaar de gedroogde wortels in hun geheel in een donkere pot, ze zijn zo ongeveer 2 jaar houdbaar. 

Inhoudsstoffen en werking
  • In één onderzoek werden verschillende polyfenolen in paardenbloembloemen aangetroffen, waaronder galluszuur (44,14 µg/g droge stof), rutine (18,66 µg/g droge stof), resveratrol (274,92 µg/g droge stof), vanillinezuur (82,88 µg/g droge stof) en sinapinezuur (593,04 µg/g droge stof) ( Lopez-Garcia, 2013 ). Ook worden flavonen gevonden: luteoline en chryoriol ( Milek, 2019 ).
  • Taraxasterol (triterpeen) is ook geïsoleerd uit paardenbloem ( Liu, 2013 ). Hiervan wordt gezegd dat het ontstekingsremmende en antioxiderende effecten heeft, waardoor het met name gunstig kan zijn bij bepaalde aandoeningen zoals door alcohol beschadigde lever, een vetrijk dieet ( Xu, 2018 ; Li, 2020) , maagkanker ( Chen, 2020 ) en darmontsteking ( Che, 2019 ; Chen, 2019 ).
  • Paardenbloembladeren bevatten organische zuren , waaronder, van meest naar minst voorkomend: appelzuur, malonzuur, wijnsteenzuur, citroenzuur, kininezuur, barnsteenzuur, azijnzuur en mierenzuur ( Grauso, 2019 ).
  • Net als de bloemen bevatten de bladeren ook polyfenolen zoals flavonoïden (luetoline en derivaten, quercetinederivaten) en fenolische zuren (cafeïnezuur en caffeoylderivaten, cichoreizuur) ( Flores-Oceloti, 2018 ; Grauso, 2019 ; Milek, 2019 ).
  • De bladeren bevatten ook carotenoïden , zoals β-caroteen, luteïne en violaxanthine. Het chlorofyl- en carotenoïdengehalte is daarentegen afhankelijk van de variëteit en locatie van het gewas ( Gomez, 2018 ).
  • De aanwezigheid van polyfenolen en carotenoïden geeft paardenbloem een ​​antioxiderende werking ( Gomez, 2018 ; Aremu, 2019 ), die groter is in de bladeren dan in de bloemen ( Milek, 2019 ).
  • Luteoline en derivaten van cafeïnezuur en caffeoylquinic zuur hebben een antivirale werking aangetoond ( Flores-Oceloti, 2018 ).
  • Er wordt ook gedacht dat luteoline een antidiabeticum is doordat het α-glucosidase remt, wat de vertering van koolhydraten verhindert ( Choi, 2018 ).
  • Daarnaast helpen cichorinezuur, taxasterol, chlorogeenzuur en lacton-sesquiterpenen in paardenbloem ook bij het bestrijden van diabetes type 2. Lacton-sesquiterpenen worden meestal uit de wortels gewonnen, maar zitten ook in de bladeren van paardenbloem, net als taraxinezuur en β-D-glucopyranoside ( Wirngo, 2016 ).

Referenties, wetenschappelijk onderzoek
  • Aremu OO, Oyedeji AO, Oyedeji OO, Nkeh-Chungag BN, Rusike CRS. In vitro en in vivo antioxiderende eigenschappen van Taraxacum officinale bij door Nω-nitro-l-argininemethylester (L-NAME) geïnduceerde hypertensieve ratten. Antioxidants (Basel). 2019;8(8):309.
  • Che L, Li Y, Song R, Qin C, Hao W, Wang B, Yang L, Peng P, Xu F. Ontstekingsremmende en anti-apoptose activiteit van taraxasterol bij colitis ulcerosa in vitro en in vivo. Exp Ther Med . 2019;18(3):1745-1751.
  • Chen W, Da W, Li C, Fan H, Liang R, Yuan J, Huang X, Yang R, Zhang J, Zhu J. Netwerkfarmacologiegebaseerde identificatie van de beschermende mechanismen van taraxasterol bij experimentele colitis. Int Immunopharmacol . 2019;71:259-66
  • Chen W, Li J, Li C, Fan HN, Zhang J, Zhu JS. Netwerkfarmacologiegebaseerde identificatie van de antitumoreffecten van taraxasterol bij maagkanker. Int J Immunopathol Pharmacol . 2020;34:2058738420933107
  • Choi J, Yoon KD, Kim J. Chemische bestanddelen van Taraxacum officinale en hun α-glucosidaseremmende activiteit. Bioorg Med Chem Lett . 2018;28(3):476-81.
  • Flores-Ocelotl MR, Rosas-Murrieta NH, Moreno DA, Vallejo-Ruiz V, Reyes-Leyva J, Domínguez F, Santos-López G. Taraxacum officinale en Urtica dioica-extracten remmen de replicatie van dengue-virus serotype 2 in vitro. BMC-aanvulling Altern Med. 2018;18(1):95.
  • Gomez MK, Singh J, Acharya P, Jayaprakasha GK, Patil BS. Identificatie en kwantificering van fytochemicaliën, antioxidantactiviteit en galzuurbindend vermogen van lpaardenbloem (Taraxacum officinale). J Food Sci. 2018;83(6):1569-78.
  • González-Castejón M, Visioli F, Rodriguez-Casado A. Diverse biologische activiteiten van paardenbloem. Nutr ds . 2012;70(9):534-47.
  • Grauso L, Emrick S, Bonanomi G, Lanzotti V. Metabolomics van de alimurgische planten Taraxacum officinale, Papaver rhoeas en Urtica dioica door middel van gecombineerde NMR- en GC-MS-analyse. Phytochem Anal. 2019;30(5):535-46.
  • Ivanov I, Petkova N, Tumbarski J, Dincheva I, Badjakov I, Denev P, Pavlov A. GC-MS-karakterisering van de in n-hexaan oplosbare fractie van de bovengrondse delen van paardenbloem (Taraxacum officinale Weber ex FH Wigg.) en de antioxiderende en antimicrobiële eigenschappen ervan. Z Naturforsch CJ Biosci . 2018;73(1-2):41-7
  • Li Z, Lian Y, Wei R, Jin L, Cao H, Zhao T, Ma X, Zhong M, Gao Y, Zhang K. Effecten van taraxasterol tegen leverschade door ethanol en een vetrijk dieet door regulering van de TLR4/MyD88/NF-κB- en Nrf2/HO-1-signaleringsroutes. Life Sci . 2020;6;262:118546.
  • Liu J, Xiong H, Cheng Y, Cui C, Zhang X, Xu L, Zhang X. Effecten van taraxasterol op ovalbumine-geïnduceerde allergische astma bij muizen. J Ethnopharmacol. 2013;148(3):787-93.
  • López-García J, Kuceková Z, Humpolíček P, Mlček J, Sáha P. Polyfenolische extracten van eetbare bloemen opgenomen op atelocollageenmatrices en hun effect op de levensvatbaarheid van de cellen. Moleculen . 2013;18(11):13435-45.
  • Miłek M, Marcinčáková D, Legáth J. Polyfenolgehalte, antioxiderende activiteit en cytotoxiciteitsbeoordeling van Taraxacum officinale-extracten bereid via de micel-gemedieerde extractiemethode. Molecules . 2019 14;24(6).
  • Neveu V, Perez-Jiménez J, Vos F, Crespy V, du Chaffaut L, Mennen L, Knox C, Eisner R, Cruz J, Wishart D, Scalbert A. (2010) Phenol-Explorer: een uitgebreide online database over polyfenolgehaltes in voedingsmiddelen. Database, doi: 10.1093/database/bap024. Volledige tekst (gratis toegankelijk).
  • Wirngo FE, Lambert MN, Jeppesen PB. De fysiologische effecten van paardenbloem (Taraxacum officinale) bij diabetes type 2. Rev Diabet Stud . 2016;13(2-3):113-31
  • Xu L, Yu Y, Sang R, Li J, Ge B, Zhang X. Beschermende effecten van taraxasterol tegen door ethanol veroorzaakte leverschade door regulering van de CYP2E1/Nrf2/HO-1- en NF-κB-signaalroutes bij muizen. Oxid Med Cell Longev . 2018; 23:8284107.