maandag, juli 09, 2018

Astragalus alopecurus
Naast de exuberant veel bijzondere planten zoals Astragalus alopecurus, komen we tijdens onze kruidenstage in de Franse Queyras ook hele gewone, maar opvallend grote toortssoorten tegen. De plant trekt de laatste jaren ook medicinaal meer aandacht. De bloemen waren vooral als slijmstofplant bekend, dus te gebruiken bij een droge hoest.

Konings- en andere kaarsen zijn niet alleen verzachtend voor de luchtwegen door de slijmstoffen maar ook ontstekingswerend door de stof harpagoside en daardoor ook te proberen bij reumatische klachten. Verse bladeren kun je
als cataplasma gebruiken op pijnlijke gewrichten en het aftreksel als zitbad bij ontstoken aambeien. Chemisch gezien verenigt het kruid de anti-inflammatoire werking van het harpagoside (zoals in Duivelsklauw), met de verzachtende werking van de slijmstoffen en de anti-bacteriele effecten van de koffiezuuresters. De zaden van Verbascum sinuatum zouden giftig zijn voor vissen, vandaar dat traditioneel de toortsen ook bij het vissen gebruikt werden. Als je de hele plant in het water sopt, zouden de arme diertjes op het droge springen. Ik ben zelf geen visser en heb dit truukje nog niet geprobeerd, maar de plant bevat ook zeepstoffen, die licht giftig zijn voor vissen. Vandaar misschien het effect.


Bij Les Meyries, de warme kant / L'Adret
Ondertussen wandelen we de eerste dag van onze kruidenstage van Chateau Ville-vieille via Les Meyries naar Chateau-Queyras langs de warme kant (L'Adret)  en terug langs de 'koude' kant (L'Ubac).

L’adret (terme géographique de 1927, issu du vieux français adrecht, « adroit », « endroit » ou « bon côté ») est l'ensemble des versants d’une vallée de montagne qui bénéficient de la plus longue exposition au soleil. Le versant opposé, moins ensoleillé et plus froid, est l'ubac.

Le terme provient du latin dirēctu(m), participe passé du verbe dirigĕre (« diriger »), et de l'adjectif dirēct(us) (« direct »). Il a pour homologues en vieux français adrecht, du latin ad rēct(um) (« en ligne droite » ou « droit »), dreit ou drecht en provençal, dret en occitan et dritto en italien.

En versant sud, ou adret, la température est plus élevée et, de ce fait, la végétation monte plus haut qu'en versant nord, ou ubac. Par journée ensoleillée, un adret alpestre peut recevoir de 8 à 10 fois plus de chaleur qu'un ubac de même pente, facteur qui conditionne la répartition des espèces : essences résistant à la sécheresse en adret (pin sylvestre, pin à crochets), essences recherchant l'humidité en ubac (hêtre, sapin, épicéa, pin cembro et mélèze).



Geen opmerkingen: