donderdag, februari 07, 2013
Onze holle weg
We hebben het geluk zomaar een dubbele struikenwal in onze eigen tuin te hebben. Die dubbele rij van vooral hazelaars vormen een soort holle weg begroeid met klimop en is in het vroege voorjaar belegd met duizenden speenkruidplantjes en bolgewassen. Deze holle weg is niet alleen mysterieus mooi maar ecologisch ook interessant. Struiken van hazelaar (Corylus avellana), sleedoorn (Prunus spinosa), vlier (Sambucus nigra) en krentenboompje (Amelanchier) verschaffen een schuilplaats en voedsel aan lieveheersbeestjes, zweefvliegen, spinnen en gaasvliegen. Natuurlijke vijanden van onder andere bladluizen, die onze groenten en fruitbomen belagen
De hazelaars krijgen vroeger in het seizoen last van bladluizen dan de fruitbomen. Hierdoor is de populatie van natuurlijke luizenbestrijders vroeger opgebouwd, waardoor de eerste luizen op de fruitbomen sneller bestreden kunnen worden.
We zijn de oude hazelaars ook aan het snoeien, waardoor de struiken zich kunnen verjongen en wij ons met het hout kunnen verwarmen. Sommige rechtopstaande dode stammen zijn, ondanks de regen, bijna droog en kan ik al na enkele dagen opstoken.
Tussen de hazelaars zijn we bezig met extra aanplant van meidoorn, veldesdoorn en krentenboompjes. Ook vlierstruiken moeten er wat meer komen. Vreemd dat die zichzelf zo weinig uitgezaaid hebben, het zou hier moeten stikken van de vlierstruiken. Zou de vorige eigenaar daar voor iets tussen zitten?
Pioenroos in Bretagne
Wilde pioenroos (foto Maurice Godefridi) |
Mijn wilde pioenroos heeft ten andere al heel wat reisjes achter de rug. Afkomstig uit de Franse Drôme, waar ze vrij veel in het wild groeien, is de plant meegereisd naar België om van daar uit terug de Franse grens over te steken richting Bretagne. Hij zal zeker wel geschrokken zijn, verhuizen van het droge en warme Zuiden naar het natte Bretagne is voor planten nog minder vanzelfsprekend dan voor mensen. Dus vertroetelen lijkt dan wel nodig.
Over de wilde pioen schreef ik enkele jaren geleden. Het waren voor mij té protserige zware pronkbloemen, die nauwelijks gedragen worden door hun ijle stelen. Tot dat ik, zomaar in de Franse Drôme in de onderbegroeiing van hellingbossen schitterende wilde exemplaren als een geestverschijning zag bloeien. In de Middeleeuwen was het niet alleen een geneeskrachtige maar ook een hogelijk gewaardeerde magische plant. Magisch in de edele betekenis van spiritueel en kunstzinnig. Een plant met religieuze allures
De pioen was eveneens een schutmiddel tegen de Mare of nachtmerrie: « Vijfthien oft sesthien swarte keernkens van Pioene / dat is / het saet selve / met Wijn / Meede oft ander nat ende ghemeynen dranck ghedroncken / worden seer goet bevonden teghen die swaere droomen oft overvallinghen der dampen die de herssenen pleghen te beswaeren / diemen gemeynelijck de Maere oft Nacht-merrie in ‘t Neerduytsch / oft Ephialtes ende Incubus in ‘t Griecks ende Latijn pleegh te noemen.
Als je een keer de bijzondere zaaddozen in levende lijve gezien hebt, kun je iets van de fascinatie begrijpen. Ook Dodonaeus werd er door aangesproken, 's nachts 'glinsteren ze als sterren', schrijft hij. De magische krachten die de plant bezat, waren zo belangrijk dat men de pioen zelfs een speciale beschermer toegedacht heeft, de specht. Deze behoedt en bewaakt de plant van de ochtend tot de avond en wee de mens die overdag een pioen durft te plukken of uit te trekken. De specht zal onmiddellijk toeschieten om de ogen van de snoodaard uit te pikken.
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/42158-pioenroos-magisch-medisch-en-eetbaar.html
woensdag, februari 06, 2013
Chapelle Saint Ambroise
En verder wat nuchtere historische info over de kapel. La chapelle construite au 17e siècle. Réseau de la baie du chevet remployé (16e siècle). Clocher probablement reconstruit au 19e siècle. chevet droit conserve un fenestrage du XVIème siècle remployé. On y voit plusieurs statues : celle de saint Ambroise, de la Vierge-mère, de saint Sylvestre et de saint Michel. « Le 14 septembre 1816, Nicolas Lamandé, cultivateur au village de Saint-Ambroise, restitua la chapelle sise dans un champ du même nom, à la fabrique de Loc-Maria. Dans la chapelle se voient les statues de Saint Ambroise et de Saint Sylvestre, Pape. En 1845, M. Le Moign, recteur, se plaint que, deux ans auparavant, on ait rétabli un pardon au dernier dimanche de l'année à Saint-Ambroise. " La chapelle, dit-il, contient à peine le tiers des paroissiens, et la saison ne permet pas qu'on reste au dehors entendre la messe ". Aussi songe-t-il à supprimer ce pardon, vu que, d'ailleurs, la procession se rend à cette chapelle le premier dimanche de la Fête-Dieu, et la messe y est chantée. Le même recteur ajoute que son prédécesseur est allé processionnellement, le second dimanche, à la mine et au Château de la Haye, habité par Mme de Pontavice. La chapelle de Saint-Ambroise est portée pour 2 livres sur le rôle des Décimes, en octobre 1788 » (Archives du diocèse de Quimper et de Léon) ;
zondag, februari 03, 2013
Een 'natuurlijke' dolmen
Grijs, miezerig, mistig weer. Het 'juiste' moment om door het veengebied van de Monts d"Arrée' te rijden. Wandelen zou nog beter zijn maar we willen nu bij Commana enkele dolmens bekijken, maar eerst moeten we ze natuurlijk vinden. Meestal worden menhirs en dolmens wel toeristisch aangeduid maar dat is niet altijd het geval. Er zijn hier ook zoveel rechtopstaande of op mekaar gestapelde stenen. En, niet aangeduid vind ik nog plezieriger, het geeft tenminste het gevoel dat je op ontdekkingstocht ben. Volgens de kaart moet er voorbij Commana richting La Garenne een soort dolmen zijn, en, hoera geen wegwijzer te vinden, dus wij ons een beetje oriënteren op de kaart en goed opletten of er grote stenen tussen de struiken liggen.
Na nog even verkeerd gereden te zijn, komen we dan bij La Garenne. Vergis je niet, La Garenne is 3 romantisch vervallen huizen overwoekerd door bomen en struiken en ja, in de achtertuin van één van die huizen vinden we een rotsformatie prachtig begroeid met oude eiken en hulst. Het lijkt op een, door de eeuwen heen dichtgeslibde immense dolmen. Een prachtige plek maar het blijkt geen echte dolmen te zijn maar een natuurlijke rotsstapeling. Een 'echte' natuurlijke dolmen dus en dat vind ik wel heel bijzonder.
Over La Garenne: La structure du hameau n'a que peu évolué depuis 1812. Les trois ou quatre exploitations agricoles qui le composaient ont été profondémment remaniées. Le logis 4 (17e siècle ?) possédait un escalier extérieur aujourd'hui disparu qui permettait de desservir les parties hautes abaissées. Logis 1 à avancée (17e siècle) agrandi au 19e siècle. Avancée du logis 2 (en ruine) datée 1838. Logis 3 reconstruit vers 1910 - 1920.http://fr.wikipedia.org/wiki/Commana
La Garenne |
Over La Garenne: La structure du hameau n'a que peu évolué depuis 1812. Les trois ou quatre exploitations agricoles qui le composaient ont été profondémment remaniées. Le logis 4 (17e siècle ?) possédait un escalier extérieur aujourd'hui disparu qui permettait de desservir les parties hautes abaissées. Logis 1 à avancée (17e siècle) agrandi au 19e siècle. Avancée du logis 2 (en ruine) datée 1838. Logis 3 reconstruit vers 1910 - 1920.http://fr.wikipedia.org/wiki/Commana
woensdag, januari 30, 2013
Na de regen
Nog eens over de heemstwortel
Ik kom nog eens terug op de vergissing met heemstwortel en wolfskers in Nederland. Marga Boutkan van het herboristengilde heeft in samenwerking met de leverancier Jacob Hooy deze verwisseling verder uitgezocht. Hier haar verslag.
Afgelopen week stelde ik voor aan een klant, die last had van vastzittend slijm, om de heemstwortel te gaan gebruiken. Ze bestelde de heemstwortel via internet en las toen, gelukkig nog voordat zij deze is gaan gebruiken, een artikel in de krant waarin stond dat de heemstwortel (Althea officinalis) van Jacob Hooy was verontreinigd met wolfskers (Atropa belladonna). Het nieuwsbericht van donderdag 24 januari 2013 was afkomstig van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Het betreft het losse kruid, maar ook de mengsels Galreinigende kruiden en Luchtwegenkruiden van Jacob Hooy waarin de heemstwortel is verwerkt. Jacob Hooy heeft inmiddels iedereen opgeroepen om het kruid en de producten waarin dit is verwerkt niet meer te gebruiken en om deze uit de schappen te halen.
De heer Hans van Dongen, kwaliteitsmanager van Jacob Hooy, wist me hierover nog meer te vertellen. In september 2012 heeft Jacob Hooy bij haar vaste leverancier in Duitsland heemstwortel besteld. Deze leverancier had op zijn beurt 2.000 kg heemstwortel ingekocht bij zijn Bulgaarse leverancier. Achteraf bleek dat deze partij besmet was. Er wordt nu gezocht naar de oorzaak hiervan. Opmerkelijk is dat de partij in Duitsland volgens de regels van Farmacopee (een officieel handboek met voorschriften voor de analyse van geneesmiddelen) is onderzocht op zuiverheid en echtheid. Hiervoor zijn vooraf 17 referentiemonsters genomen, die uiteindelijk zijn goedgekeurd. Er is hierbij niet specifiek getest op de aanwezigheid van wolfskers, omdat daar in het verleden nooit aanleiding toe is geweest.
Wat inmiddels bekend is, is dat de Bulgaarse leverancier ook wolfskers in zijn assortiment heeft. Eén van de mogelijke oorzaken zou dan ook kunnen zijn dat er (per ongeluk) een menging heeft plaatsgevonden van de heemstwortel met de wolfskers. Een andere optie is dat de kleine bedrijven, die helpen bij het oogsten van de heemstwortel, de wortel van de wolfskers niet als zodanig hebben herkend en dat daarmee de wolfskers tussen de heemstworteloogst is gekomen. Dat laatste zou enigszins vreemd zijn daar beide planten in een andere biotoop leven. De heemst heeft veel zon nodig en vraagt om een waterrijke plaats en de wolfskers vraagt juist om een schaduwplek bij voorkeur aan de rand van het bos.
Zowel de Duitse leverancier als de NVWA hebben monsters van de partij heemstwortel onderzocht inclusief de voorraad, die afkomstig was van twee winkels in Amsterdam en Haarlem, waarvan twee klanten na gebruik ernstige klachten kregen. Hierin is inderdaad de wolfskers aangetroffen. De twee gebruikers zijn inmiddels weer uit het ziekenhuis ontslagen. Voor zover nu bekend hebben nog twee anderen zich gemeld bij het ziekenhuis van de in totaliteit zes gedupeerden. De klachten die zij kregen leken op de verschijnselen van een delirium of beroerte. Wat voorkwam was onder andere beven en trillen, bij één persoon ging de hartslag omhoog, terwijl deze bij de andere persoon juist omlaag ging, een verstoorde motoriek, sufheid en afwezigheid en het kwijtraken van het korte termijn geheugen. Tot slot kregen de gebruikers ook last van verwijde pupillen, waaraan de wolfskers haar Latijnse toevoeging belladonna dankt. In vroegere tijden was het namelijk een schoonheidsideaal om grote pupillen te hebben en daarvoor gebruikte een vrouw die mooi wilde zijn (belladonna) destijds de wolfskers.
Gelukkig waren de huidige gebruikers alert genoeg om aan de doktoren door te geven dat zij heemstwortel hadden gebruikt, zodat deze tijdig op samenstelling kon worden onderzocht. Als dat niet het geval was geweest, dan zou het zoeken naar de oorzaak wellicht zijn bemoeilijkt door de verschijnselen, die inderdaad op die van andere ziektebeelden lijken.
Jacob Hooy heeft nog een tweetal luchtwegartikelen in haar assortiment, waarin de heemst is verwerkt. Hiervoor is echter het heemstblad gebruikt, dat afkomstig is uit Polen. Hiervoor geldt dus geen waarschuwing. Jammer is dat de media onzorgvuldig omgaat met het verstrekken van informatie over de besmette heemstwortel. Dit heeft in eerste instantie geleid tot onnodige ongerustheid bij gebruikers van de heemst en van kruiden in het algemeen bij Jacob Hooy. Gelukkig blijkt toch ook het vertrouwen van klanten in de producten van Jacob Hooy en in de werking van de kruiden. Een mooi voorbeeld hiervan is de dame die, nadat ze uit het ziekenhuis was ontslagen, opnieuw een bestelling voor heemstwortel plaatste. Als Herboristengilde is het belangrijk dat ook wij onnodige ongerustheid wegnemen en er vooral voor zorgen dat het imago van de heemst en het gebruik van kruiden in het algemeen geen schade oploopt. Dat zou, gezien alle mooie eigenschappen van de heemst en alle andere kruiden, reuze jammer zijn. Tenslotte kan er altijd iets mis gaan, al zou dat natuurlijk niet mogen. Daarom verzoek ik een ieder om deze informatie door te geven aan andere herboristen en aan diegenen die met regelmaat heemstwortel gebruiken of die hier vragen over hebben.
Maurice Godefridi geeft op zijn blog tot slot ook nog een mooie uitleg over de besmetting van de heemstwortel met wolfskers: “Vergissingen, vooral bij het oogsten in de natuur kwamen vroeger wel meer voor. Daar werd ook bij de beschrijving van planten in de apothekersboeken tegen gewaarschuwd. Het waren vooral wortels waar vergissingen mee gemaakt werden. Nogal logisch, wortels van planten lijken ook meer op mekaar, worden in het voor- en najaar geoogst als de bovengrondse delen afgestorven zijn en groeien in de grond door mekaar heen. Kennis van zaken is dan ook een vereiste om vooral wortels in het wild te oogsten. Zelf kan ik mij herinneren dat er, bij het oogsten van planten in de Franse Alpen, tussen de wortels van de gele gentiaan ook wat giftig nieskruidwortels verstrengeld waren. Gelukkig kon ik aan het verschil in kleur en structuur van de wortels de 'goeden' van de 'slechten' scheiden”. “Klassieke vergissingen waren en zijn blijkbaar ook nu nog wolfskerswortel (atropa belladonna) met kliswortel (arctium lappa), en dergelijke. Gele gentiaan (gentiana lutea) met nieskruid (veratrum species). Verwonderlijk blijft wel dat de verontreiniging in Nederland met heemst en wolfskers zou zijn. Twee wortels die er totaal verschillend uit zien, in de natuur zeldzaam zijn en in verschillende biotopen groeien”.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22584-de-tuin-als-huisapotheek-heemst-en-kaasjeskruid.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/46095-heemst-en-andere-tandwortels.html
Afgelopen week stelde ik voor aan een klant, die last had van vastzittend slijm, om de heemstwortel te gaan gebruiken. Ze bestelde de heemstwortel via internet en las toen, gelukkig nog voordat zij deze is gaan gebruiken, een artikel in de krant waarin stond dat de heemstwortel (Althea officinalis) van Jacob Hooy was verontreinigd met wolfskers (Atropa belladonna). Het nieuwsbericht van donderdag 24 januari 2013 was afkomstig van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Het betreft het losse kruid, maar ook de mengsels Galreinigende kruiden en Luchtwegenkruiden van Jacob Hooy waarin de heemstwortel is verwerkt. Jacob Hooy heeft inmiddels iedereen opgeroepen om het kruid en de producten waarin dit is verwerkt niet meer te gebruiken en om deze uit de schappen te halen.
Heemst en Alant in mijn tuin Bellegarde en Diois |
Wat inmiddels bekend is, is dat de Bulgaarse leverancier ook wolfskers in zijn assortiment heeft. Eén van de mogelijke oorzaken zou dan ook kunnen zijn dat er (per ongeluk) een menging heeft plaatsgevonden van de heemstwortel met de wolfskers. Een andere optie is dat de kleine bedrijven, die helpen bij het oogsten van de heemstwortel, de wortel van de wolfskers niet als zodanig hebben herkend en dat daarmee de wolfskers tussen de heemstworteloogst is gekomen. Dat laatste zou enigszins vreemd zijn daar beide planten in een andere biotoop leven. De heemst heeft veel zon nodig en vraagt om een waterrijke plaats en de wolfskers vraagt juist om een schaduwplek bij voorkeur aan de rand van het bos.
Zowel de Duitse leverancier als de NVWA hebben monsters van de partij heemstwortel onderzocht inclusief de voorraad, die afkomstig was van twee winkels in Amsterdam en Haarlem, waarvan twee klanten na gebruik ernstige klachten kregen. Hierin is inderdaad de wolfskers aangetroffen. De twee gebruikers zijn inmiddels weer uit het ziekenhuis ontslagen. Voor zover nu bekend hebben nog twee anderen zich gemeld bij het ziekenhuis van de in totaliteit zes gedupeerden. De klachten die zij kregen leken op de verschijnselen van een delirium of beroerte. Wat voorkwam was onder andere beven en trillen, bij één persoon ging de hartslag omhoog, terwijl deze bij de andere persoon juist omlaag ging, een verstoorde motoriek, sufheid en afwezigheid en het kwijtraken van het korte termijn geheugen. Tot slot kregen de gebruikers ook last van verwijde pupillen, waaraan de wolfskers haar Latijnse toevoeging belladonna dankt. In vroegere tijden was het namelijk een schoonheidsideaal om grote pupillen te hebben en daarvoor gebruikte een vrouw die mooi wilde zijn (belladonna) destijds de wolfskers.
Gelukkig waren de huidige gebruikers alert genoeg om aan de doktoren door te geven dat zij heemstwortel hadden gebruikt, zodat deze tijdig op samenstelling kon worden onderzocht. Als dat niet het geval was geweest, dan zou het zoeken naar de oorzaak wellicht zijn bemoeilijkt door de verschijnselen, die inderdaad op die van andere ziektebeelden lijken.
Jacob Hooy heeft nog een tweetal luchtwegartikelen in haar assortiment, waarin de heemst is verwerkt. Hiervoor is echter het heemstblad gebruikt, dat afkomstig is uit Polen. Hiervoor geldt dus geen waarschuwing. Jammer is dat de media onzorgvuldig omgaat met het verstrekken van informatie over de besmette heemstwortel. Dit heeft in eerste instantie geleid tot onnodige ongerustheid bij gebruikers van de heemst en van kruiden in het algemeen bij Jacob Hooy. Gelukkig blijkt toch ook het vertrouwen van klanten in de producten van Jacob Hooy en in de werking van de kruiden. Een mooi voorbeeld hiervan is de dame die, nadat ze uit het ziekenhuis was ontslagen, opnieuw een bestelling voor heemstwortel plaatste. Als Herboristengilde is het belangrijk dat ook wij onnodige ongerustheid wegnemen en er vooral voor zorgen dat het imago van de heemst en het gebruik van kruiden in het algemeen geen schade oploopt. Dat zou, gezien alle mooie eigenschappen van de heemst en alle andere kruiden, reuze jammer zijn. Tenslotte kan er altijd iets mis gaan, al zou dat natuurlijk niet mogen. Daarom verzoek ik een ieder om deze informatie door te geven aan andere herboristen en aan diegenen die met regelmaat heemstwortel gebruiken of die hier vragen over hebben.
Maurice Godefridi geeft op zijn blog tot slot ook nog een mooie uitleg over de besmetting van de heemstwortel met wolfskers: “Vergissingen, vooral bij het oogsten in de natuur kwamen vroeger wel meer voor. Daar werd ook bij de beschrijving van planten in de apothekersboeken tegen gewaarschuwd. Het waren vooral wortels waar vergissingen mee gemaakt werden. Nogal logisch, wortels van planten lijken ook meer op mekaar, worden in het voor- en najaar geoogst als de bovengrondse delen afgestorven zijn en groeien in de grond door mekaar heen. Kennis van zaken is dan ook een vereiste om vooral wortels in het wild te oogsten. Zelf kan ik mij herinneren dat er, bij het oogsten van planten in de Franse Alpen, tussen de wortels van de gele gentiaan ook wat giftig nieskruidwortels verstrengeld waren. Gelukkig kon ik aan het verschil in kleur en structuur van de wortels de 'goeden' van de 'slechten' scheiden”. “Klassieke vergissingen waren en zijn blijkbaar ook nu nog wolfskerswortel (atropa belladonna) met kliswortel (arctium lappa), en dergelijke. Gele gentiaan (gentiana lutea) met nieskruid (veratrum species). Verwonderlijk blijft wel dat de verontreiniging in Nederland met heemst en wolfskers zou zijn. Twee wortels die er totaal verschillend uit zien, in de natuur zeldzaam zijn en in verschillende biotopen groeien”.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22584-de-tuin-als-huisapotheek-heemst-en-kaasjeskruid.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/46095-heemst-en-andere-tandwortels.html
dinsdag, januari 29, 2013
Zondvloed
maandag, januari 28, 2013
Vers speenkruid en Matthiolus
Nog snel, voor de bloei, wat verse wortels van speenkruid geoogst. Je moet er vlug bij zijn, want zelfs in januari willen deze driftige plantjes al gaan bloeien. Van de verse, geplette wortels met een beetje melk een papje maken, is het meest volkse én meest werkzame middel tegen het "speen'. Je kan het ook maken op de manier van Matthiolus (zie verder) 'het stilt in een stonde de smarten der aambeien', schrijft hij.
Soms vraag ik me wel eens af, wat voor moois kan ik nog vertellen over zo'n eenvoudig plantje als speenkruid na duizenden jaren kruidengeneeskunde en na honderden beroemde herboristen. En dus citeer ik af en toe maar eens uit een van die eeuwenoude kruidenboeken. Bij deze dan geen Vlaamse Dodonaeus maar een Italiaanse professor uit de 16de eeuw Pietro Andrea Mattioli oftewel Matthiolus.
'Het is te verwonderen dat dit kruid bij ons groeit zonder smaak zo doch Galenus meldt, het groeit in Griekenland zo scherp en heet dat het (zo men het op het lijf legt) de huid brand en open eet. Zulks kan geen andere oorzaak op zich hebben dan de aardrijk en hemelse bekwaamheid welke niet in alle landen eenvormige is.
Ook is te merken dat ons speenkruid tegen de koude gebreken niet zo krachtig bespeurd wordt zoals Dioscorides en Galenus van di van hen schrijven, dan datzelfde is scherp en heet, onze smakeloos, daarom meer koud en vochtig dan warm. En doen diegene niet recht welke het sap uit dit kruid in de neus trekken om dat hoofd daarmee te reinigen, ook gorgelwater en borstartsenijen daaruit maken. Doch geeft het de ervaring dat dit kruid een bijzonder aard en eigenschap heeft de aambeien uit de delgen (vandaar het ook de naam voert) zo men de frisse bladeren en wortels stoot en overlegt of dat poeder daarop strooit.
*De wortel goed gestoten en met een zoete gebraden appel vermengt zo men het zoals een pleister overslaat dan stilt het gans wonderlijk in een stonde de smarten der aambeien.
*Men laat de bloemen overnacht in wijn en droogt ze, zulke drinkt men vroeg warm in bed tegen de geelzucht en zweet goed daarop'
http://www.summagallicana.it/lessico/m/Mattioli%20Pierandrea.htm
zaterdag, januari 26, 2013
Zwarte els / Alnus glutinosa
De hazelaars zijn veruit in de meerderheid in onze bostuin, maar langs de rivier staan er ook veel oude elzen. Deze bomen hebben me nooit zo aangesproken, maar nu ik er af en toe wat wil of moet omzagen, voel ik mij vreemd genoeg wat meer verbonden met de familie Els. Mogelijk ook door de opvallende rode verkleuring van het hout. De gekwetste boom lijkt te bloeden. En met bloederige bomen voel ik mij emotioneel toch wat meer verbonden.
In het verleden zijn er best ook veel mythes en legendes over de els verteld. Goethe heeft zelfs een verhaal geschreven over de elzenkoning, waarin hij verteld dat de zwarte elzen kinderen lokken om zich te voeden met hun jeugdige energie.
De zwarte els of Alnus glutinosa bezit echter wel andere kwaliteiten dan die van kinderlokker. Het droog hout is gemakkelijk te bewerken. Men maakt er dan ook klompen, bezemstelen en andere voorwerpen van. Het hout is ook goed bestand tegen water en dus te gebruiken als constructiehout.
Het werd ook verbrand om dakpannen blauw te kleuren en om vis te roken. Hopelijk krijgen we dan geen blauwe vis. Met kleur lijkt de zwarte els wel nauw verbonden te zijn want de schors werd ook gebruikt om kleding te kleuren. Dat willen we dit jaar wel eens uitproberen.
Medicinaal gebruiken we de Alnus niet veel meer, toch is vooral de schors in het verleden veel gebruikt geweest. Volgens Pacque is het afkooksel van schors, bladeren of groene kegels als gorgelwater goed tegen keelpijn. De schors bevat veel looistoffen, is dus samentrekkend. De schors kan ook dienen om een koortswerende wijn te bereiden, te vergelijken met de kinawijn. Gewoon een beetje schors enkele dagen laten trekken in rode wijn.
Een oud volksgebruik, volgens Fournier, bestond erin 's avonds 'verse elzentakken met hun bladeren in het hoenderhok te leggen; de volgende morgen zal men de takken vol ongedierte terugvinden en het kunnen verbranden'.
Ook voor Bretagne heeft de els bijzondere betekenis. Pour les anciens Bretons, l'aulne était l'arbre de l'union avec les Gaëls. Il faisait partie du bosquet sacré des druides.
Alnus glutinosa. (Gartn.) vroeger Betula alnus.
Ned: Zwarte els; Eist; Aal; Elzeboom; Eller (N. Ned.); Gravenhout (N. Ned.); Jodentabak (N. Ned.); Soldatenpruim (N. Ned.).
Fr: Aune commun; Aulne gluant; Vergne; Aune visqueux; Anois; Bouleauvergne.
Duits: Schwarzerle.
Engels: Alder-tree; Black alder.
Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/alnus-els
Onze volkstaal voor kruiden en artsenijen Auteur Leon Vandenbussche Editie 2 Uitgever Vonksteen, 1978 650 pagina's
vrijdag, januari 25, 2013
Over bella donna en andere nachtschaden
Fresco Jean Cocteau Milly-la-fôret |
Bilzenkruid |
Vooral met de plantenfamilie van de Nachtschaden hebben we zo'n haat-liefde verhouding. Wolfskers, doornappel, alruin, bilzekruid als vertegenwoordigers van de magisch-giftige kant en aardappel, paprika, tomaat, aubergine als vertegenwoordigers van de culinair-aardse kant.
Wolfskersbessen in mijn eigen hand |
Zo lees ik bij Simonis in 'Der unbekannte heilpflanze' Daß diese giftige Pflanze dort im Aberglauben und in den Zauberbräuchen eine Rolle spielt, ist ohne weiteres verständlich, da das dortige instinktivere Bewußtsein noch etwas vom Wesen derartiger Pflanzen erfaßt. So betrachten die Rumänen der Bukowina die Tollkirsche als den Sitz eines Hausgeistes, wenn solche Pflanzen in ihrem Garten wachsen. Man darf sie darum nicht ausgraben, sonst stirbt die Hausfrau oder das Hausmädchen. Aus dieser Beziehung der Tollkirsche zu den Frauen des Hauses leuchtet unserer Meinung etwas auf, was sich in der italienischen Namengebung der „Belladonna" widerspiegelt. Man ist gewöhnt, diesen Namen mit der Erweiterung der Pupillen zusammenzubringen, die angeblich den Frauen ein schönes Aussehen geben sollen. Wer eine so beglückte Frau im Zustande der Pupillenerweiterung einmal gesehen hat, der kann doch ehrlicherweise nicht behaupten, daß das schön aussieht.
Ist das astralische Wesen nicht vielmehr, das sich gerade bei der Belladonna besonders bemerkbar macht, mit dieser „schönen Dame" gemeint, so wie es sich andrerseits oben auch als „Wolf", als „Deiwel" entpuppt, denn schließlich wirkt ja die Beere durchaus augenhaft im Grün der Pflanze, als Auge der insgesamt astralisierten Pflanze.
Ook voor mij zijn de planten uit de Nachtschadefamilie wezens waar als mens enige communicatie mee mogelijk is. Je moet dit ook niet als iets bovennatuurlijk of aberrant zien, maar eerder als een poëtische beleving van de plant. Ik verzeker je verder dat ik niet gek geworden ben.
Die unbekannte Heilpflanze Werner Christian Simonis. Uitgever Klostermann, 1955 394 pagina's
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/atropa-belladonna-wolfskers
https://sites.google.com/site/kruidwis/hallucinogen
https://sites.google.com/site/kruidwis/hallucinogen
Heemst en wolfskers
heemstwortel / Althaea radix |
belladonna radix / wolfskerswortel |
Vergissingen, vooral bij het oogsten in de natuur kwamen vroeger wel meer voor. Daar werd ook bij de beschrijving van planten in de apothekersboeken tegen gewaarschuwd. Het waren vooral wortels waar vergissingen mee gemaakt werden. Nogal logisch, wortels van planten lijken ook meer op mekaar, worden in het voor- en najaar geoogst als de bovengrondse delen afgestorven zijn en groeien in de grond door mekaar heen. Kennis van zaken is dan ook een vereiste om vooral wortels in het wild te oogsten.
Zelf kan ik mij herinneren dat ik bij het oogsten van planten in de Franse Alpen, er tussen de wortels van de gele gentiaan ook wat giftig nieskruidwortels verstrengeld waren. Gelukkig kon ik aan het verschil in kleur en structuur van de wortels de 'goeden' van de 'slechten' scheiden.
Klassieke vergissingen waren en zijn blijkbaar ook nu nog wolfskerswortel (Atropa belladonna) met kliswortel (Arctium lappa) en dergelijke. Gele gentiaan (Gentiana lutea) met Nieskruid (Veratrum species). Verwonderlijk blijft wel dat de verontreiniging in Nederland met heemst en wolfskers zou zijn. Twee wortels die er totaal verschillend uit zien, in de natuur zeldzaam zijn en in verschillende biotopen groeien.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/37880-wolfskers-de-lokkende-bella-donna.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22584-de-tuin-als-huisapotheek-heemst-en-kaasjeskruid.html
zaterdag, januari 19, 2013
Speenkruidritueel
Weer mijn eerste speenkruidbloemen gezien en nog wel in eigen tuin. Het wordt een jaarlijkse gewoonte, een ritueel om daar even bij stil te staan en er wat over te schrijven.
3 maart 2000 schreef ik:
Vandaag mijn eerste speenkruidbloempjes van het nieuwe jaar gezien. (Dus toen wel erg laat. De opwarming van de aarde?) Het kruid van de dag dus, deze Ficaria verna. In het verleden werd het nog al eens vergeleken met de stinkende gouwe, zo noemde Dodoens het Kleine gouwe, een oude franse benaming is Petite chelidoine en een engelse naam is Lesser-celandine. Niet verwonderlijk die vergelijking, want het zijn allebei planten die vroeg, fris groen zijn en geel bloeien.
In 1644 schreef Dodoens: 'dat de wortelkens met aanhangende greynkens van het Speencruydt te ghebruycken zijn om de speenen te genesen: want de speenen oft anbeyen met het sap van dit cruydt met wijn oft pisse van den krancken (ja, je leest goed) ghemengelt zijnde, dikwijls gewassen ende ghenet, worden kleynder ende in een getrocken ende verdroogen heel.
Kommentaar: een kruid laten trekken in urine van de persoon in kwestie vind ik een bijzonder idee. Een kruidenthee met urine in plaats van met water!
Een oude interessante naam voor het Speenkruid is Haneklootjes, de mensen zagen in de langwerpige verdikte wortels een gelijkenis met de teelballen van een haan. Dat lijkt mij beter getypeerd dan de overeenkomst met aambeien. Volgens de signatuurleer (het uiterlijk van een plant geeft aan voor welke ziekte het kruid gebruikt kan worden) zou speenkruid dus niet alleen goed moeten zijn tegen aambeien maar ook tegen klotenwalen of, met enige fantasie, tegen te zwak zaad. Oude kruidenboeken lezen prikkelt misschien niet direct het lichaam maar in elk geval de geest.
In een ander oud kruidenboek Flora Batava wordt speenkruid 'Eene zuiverende, Pisdryvende Plant, genoemd, dienstig tegen scorbut. De Wortel is voedzaam. (Bergius) egter inwendig geheel buiten gebruik. — Uitwendig aangelegd, wordt zy als een blaartrekkend middel aangeprezen: het afkooksel der Wortelen of het gekneusde Kruid, wordt tegen de Aambeyen aangeraden door Boerhaave.
De Wortelbolletjes, welke zo lang de Plant niet bloeit scherp en schadelyk zyn, verliezen na het bloejen der Plant alle hunne nadeelige eigenschappen, en kunnen by schaarsche tyden tot voedsel voor Menschen dienen, terwyl ook hier van zekere Styfsel kan bereid worden. (Parmentier.) De Plant eerst uitspruitende, en ook de jonge en tedere Bladen als Salade of onder Moeskruiden te gebruiken, (Mattuschka, Kerner,) en worden ook volgens Schwencke hier toe, in ons Vaderland, in plaats van Molsalade of Paardenbloem (Leontodon Taraxacum) in het Voorjaar verkogt. — In Upland worden de Bladeren als Moeskruiden gekookt, op andere Plaatsen ook met Zuiker, Wyn, of Azyn ingemaakt. (Kerner) — De Bloembotten met Azyn ingelegd, als Kappers te gebruiken. (Suckow.)
Het jonge blad blijkt boordevol vitamine C en flavonoïden te zitten. De waardering voor de voedingswaarde is af te lezen uit de Duitse benaming: ‘Scharbockkraut’ of te wel ‘kruid tegen scheurbuik’. Vroeg in het voorjaar is dit jonge blad uitstekend te verwerken in salades. Het smaakt goed en is gezond. Zodra de bloeiperiode begint, is het beter om hiermee te stoppen. Vanaf dat moment namelijk worden in het blad steeds meer giftige stoffen aangemaakt. Het blad gaat dan ook bitter smaken. Voor vee voldoende reden om speenkruid in de wei links te laten liggen. Desondanks blijkt blad van speenkruid een prima middel voor een gezichtsbehandeling. Het recept hiervoor: een handvol blaadjes een paar minuten koken in een halve liter water. Daarna afkoelen en zeven. Dit kooknat reinigt de huid, het heeft een ontsmettende en samentrekkende (looistof) werking. Poriën sluiten zich. Rimpels zouden als sneeuw voor de zon verdwijnen. Een tip die het uitproberen waard is. Alhoewel.... ‘behaalde resultaten in het verleden, bieden geen garantie voor de toekomst’.
Ook nu dus, in het jaar 2013 is er weer speenkruid, meer speenkruid dan ooit in onze bostuin. Duizenden glimmende blaadjes en nu al de eerste glimmende bloemetjes.
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ficaria-verna-speenkruid
3 maart 2000 schreef ik:
Vandaag mijn eerste speenkruidbloempjes van het nieuwe jaar gezien. (Dus toen wel erg laat. De opwarming van de aarde?) Het kruid van de dag dus, deze Ficaria verna. In het verleden werd het nog al eens vergeleken met de stinkende gouwe, zo noemde Dodoens het Kleine gouwe, een oude franse benaming is Petite chelidoine en een engelse naam is Lesser-celandine. Niet verwonderlijk die vergelijking, want het zijn allebei planten die vroeg, fris groen zijn en geel bloeien.
In 1644 schreef Dodoens: 'dat de wortelkens met aanhangende greynkens van het Speencruydt te ghebruycken zijn om de speenen te genesen: want de speenen oft anbeyen met het sap van dit cruydt met wijn oft pisse van den krancken (ja, je leest goed) ghemengelt zijnde, dikwijls gewassen ende ghenet, worden kleynder ende in een getrocken ende verdroogen heel.
Kommentaar: een kruid laten trekken in urine van de persoon in kwestie vind ik een bijzonder idee. Een kruidenthee met urine in plaats van met water!
Een oude interessante naam voor het Speenkruid is Haneklootjes, de mensen zagen in de langwerpige verdikte wortels een gelijkenis met de teelballen van een haan. Dat lijkt mij beter getypeerd dan de overeenkomst met aambeien. Volgens de signatuurleer (het uiterlijk van een plant geeft aan voor welke ziekte het kruid gebruikt kan worden) zou speenkruid dus niet alleen goed moeten zijn tegen aambeien maar ook tegen klotenwalen of, met enige fantasie, tegen te zwak zaad. Oude kruidenboeken lezen prikkelt misschien niet direct het lichaam maar in elk geval de geest.
In een ander oud kruidenboek Flora Batava wordt speenkruid 'Eene zuiverende, Pisdryvende Plant, genoemd, dienstig tegen scorbut. De Wortel is voedzaam. (Bergius) egter inwendig geheel buiten gebruik. — Uitwendig aangelegd, wordt zy als een blaartrekkend middel aangeprezen: het afkooksel der Wortelen of het gekneusde Kruid, wordt tegen de Aambeyen aangeraden door Boerhaave.
De Wortelbolletjes, welke zo lang de Plant niet bloeit scherp en schadelyk zyn, verliezen na het bloejen der Plant alle hunne nadeelige eigenschappen, en kunnen by schaarsche tyden tot voedsel voor Menschen dienen, terwyl ook hier van zekere Styfsel kan bereid worden. (Parmentier.) De Plant eerst uitspruitende, en ook de jonge en tedere Bladen als Salade of onder Moeskruiden te gebruiken, (Mattuschka, Kerner,) en worden ook volgens Schwencke hier toe, in ons Vaderland, in plaats van Molsalade of Paardenbloem (Leontodon Taraxacum) in het Voorjaar verkogt. — In Upland worden de Bladeren als Moeskruiden gekookt, op andere Plaatsen ook met Zuiker, Wyn, of Azyn ingemaakt. (Kerner) — De Bloembotten met Azyn ingelegd, als Kappers te gebruiken. (Suckow.)
Het jonge blad blijkt boordevol vitamine C en flavonoïden te zitten. De waardering voor de voedingswaarde is af te lezen uit de Duitse benaming: ‘Scharbockkraut’ of te wel ‘kruid tegen scheurbuik’. Vroeg in het voorjaar is dit jonge blad uitstekend te verwerken in salades. Het smaakt goed en is gezond. Zodra de bloeiperiode begint, is het beter om hiermee te stoppen. Vanaf dat moment namelijk worden in het blad steeds meer giftige stoffen aangemaakt. Het blad gaat dan ook bitter smaken. Voor vee voldoende reden om speenkruid in de wei links te laten liggen. Desondanks blijkt blad van speenkruid een prima middel voor een gezichtsbehandeling. Het recept hiervoor: een handvol blaadjes een paar minuten koken in een halve liter water. Daarna afkoelen en zeven. Dit kooknat reinigt de huid, het heeft een ontsmettende en samentrekkende (looistof) werking. Poriën sluiten zich. Rimpels zouden als sneeuw voor de zon verdwijnen. Een tip die het uitproberen waard is. Alhoewel.... ‘behaalde resultaten in het verleden, bieden geen garantie voor de toekomst’.
Ook nu dus, in het jaar 2013 is er weer speenkruid, meer speenkruid dan ooit in onze bostuin. Duizenden glimmende blaadjes en nu al de eerste glimmende bloemetjes.
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ficaria-verna-speenkruid
vrijdag, januari 18, 2013
De bron
Bron. De plaats waar water ontstaat. Het heeft mij altijd aangesproken. Geheimzinnig, zo maar het begin van een beek, een rivier, een stroom. Uit het niets.
Ik kan mij als kind, 12 jarige denk ik, nog herinneren dat we op zoek gingen naar de plaats waar de Grote Gete, de rivier in ons dorp vandaan kwam. Simpel dachten we, we hoeven alleen maar het water stroomopwaarts te volgen en dus wij op weg, te voet en met de fiets. We hebben toen de bron van de Grote Gete niet gevonden en maar goed ook. Het mysterie bleef zo behouden. In de loop van de jaren heb ik op mijn vele wandelingen heel wat duidelijke en onduidelijke bronnen gevonden en beleefd. Het waren dikwijls mooie, magische plaatsen maar soms ook modderpoelen waar de koeien van de boer kwamen drinken.
Nu, nog vele jaren later hebben we een eigen bron in onze tuin. Een weerspiegelend plekje waar je jezelf kan tegenkomen.
Ik kan mij als kind, 12 jarige denk ik, nog herinneren dat we op zoek gingen naar de plaats waar de Grote Gete, de rivier in ons dorp vandaan kwam. Simpel dachten we, we hoeven alleen maar het water stroomopwaarts te volgen en dus wij op weg, te voet en met de fiets. We hebben toen de bron van de Grote Gete niet gevonden en maar goed ook. Het mysterie bleef zo behouden. In de loop van de jaren heb ik op mijn vele wandelingen heel wat duidelijke en onduidelijke bronnen gevonden en beleefd. Het waren dikwijls mooie, magische plaatsen maar soms ook modderpoelen waar de koeien van de boer kwamen drinken.
Nu, nog vele jaren later hebben we een eigen bron in onze tuin. Een weerspiegelend plekje waar je jezelf kan tegenkomen.
dinsdag, januari 15, 2013
Judasboom en toverhazelaar
Hamamelis in de herfst |
Ook een al wat oudere Judasboom, die verloren en te weinig zichtbaar achter in de tuin staat, plant ik over naar de voortuin samen met een krentenboompje. Zij staan nu in gezelschap van een jonge toverhazelaar, allemaal struiken die ook mooi verkleuren in het najaar.
Cercis in het voorjaar |
Ook etymologisch lijkt mij judasboom en toverhazelaar een mooie combinatie. De naam Judasboom wordt, mogelijk niet terecht in verband gebracht met Judas, de verrader van Jezus, deze apostel zou zich uit wroeging omwille van zijn verraad, opgehangen hebben aan een exemplaar van de Judasboom. De grote, platte zaden lijken iets op muntstukken (het verradersloon van Judas). Mogelijk, en meer waarschijnlijk komt de naam van Judea, een groeiplaats van deze boom. De Fransen noemen hem “l’Arbre de Judée”
De naam 'Hamamelis' is te verklaren door de vorm van de vruchten hamatus, hakig en melum, appel, dus haakappel; toverhazelaar is gewoon de vertaling van de Amerikaanse naam Witch Hazel. Het "toverachtige" aan Hamamelis is het feit dat de plant in de winter bloeit; ook de vertaling van het Griekse adjectief hama (gelijktijdig) zou hierop kunnen duiden. Er zijn gelijktijdig vruchten en bloemen aanwezig. Verder is het mogelijk dat het gebruik van de takken als wichelroede aan de naamgeving heeft bijgedragen.
Best heel wat verhaal tussen die twee, toverhazelaar en judasboom, in onze tuin kunnen ze nu als buren verder van gedachten wisselen.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/25392-geneeskracht-van-knoppen-gemmotherapie.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/27861-toverhazelaar-of-hamamelis.html
maandag, januari 14, 2013
Ochtenduur, ochtendvuur
Het is, voor mijn doen, nog vroeg in de ochtend. Nog donker en fris buiten, ik maak de houtkachel in de keuken aan, dat is makkelijk want papier en klein hout is de vorige avond al bijgevuld, dus er alleen maar een lucifertje bij houden en......vlam vijf minuten later al prettige stralingswarmte. Bij het aanmaken kan ik het ook niet laten om oude kranten weer opnieuw te lezen. Dat komt me goed uit, want nieuwe Vlaamse kranten heb ik hier niet bij de hand. Vandaag lees ik dus in de Morgen van vrijdag 19 oktober 2012 dat Sylvia Kristel overleden is, Wild Life PhotoAwards uitgereikt zijn en een zwarte handel in dinosaurusbotten opgerold is. Feiten die ik allemaal al vergeten was en die nu definitief aan de woede van het vuur overgeleverd worden.
Kan ik nog iets over kruiden vertellen? Appels, peren, verschrompelde mandarijntjes en frisse citroenen liggen naast me geur en energie af te geven. Opeten doe ik ze nu niet. Zouden ze werkelijk energie geven zonder ze op te eten? Mijn gevoel zegt van wel, mijn verstand van niet.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/89678-appeltje-voor-meer-dan-dorst.html
Kan ik nog iets over kruiden vertellen? Appels, peren, verschrompelde mandarijntjes en frisse citroenen liggen naast me geur en energie af te geven. Opeten doe ik ze nu niet. Zouden ze werkelijk energie geven zonder ze op te eten? Mijn gevoel zegt van wel, mijn verstand van niet.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/89678-appeltje-voor-meer-dan-dorst.html
zondag, januari 13, 2013
Aronskelk herinneringen
In onze eigen holle weg komen ze nu al blinkend uit de rulle grond te voorschijn. Aronskelk, Arum maculatum.
Het is natuurlijk niet de eerste keer dat ik deze geheimzinnige bosplant tegenkom en beschrijf. De eerste keer aronskelk zien, dat zou ook wat vreemd zijn, na zowat 48 jaar planten bekijken. Maar verwondering over hun groei blijft er gelukkig nog altijd wel. En de herinnering aan de bijzondere plaatsen waar ik ze ooit ontmoetten. Vooral in de Waalse Ardennen, maar ook in de duinen van De Haan of nu onze Bretoense tuin. Heel verschillende biotopen ook, al blijft de kelk van Aron toch een echte schaduwminnende bosplant. Ben ik dat zelf ook een beetje? Bosmens, geur van verteerde bladgrond.
Enkele herinneringen aan aronskelk-ontmoetingen:
Ik schreef op vrijdag 24 december 2010 De aronskelken in de Haanse duinbossen komen fris gewassen onder de sneeuw vandaan. Net alsof er geen 'sneeuwtje' aan de lucht is.
Of nog jaren vroeger bij Grupont aan de L’Homme in de lente Mijn planten-vrienden zijn van de partij. We zien en voelen de geel bloeiende sleutelbloemen en het speenkruid (dat is pas geel en groen), het blauw bloeiend en geparfumeerd geurend maarts viooltje, de voorhistorische aronskelk, de vrolijk witte bosanemoon en het donkere longkruid.
En over een andere aronskelk op 24 juni 1997. Bij Werpin in de wegberm lacht een uitbundige kalkflora en een reusachtige betonnen Heilige Maagd ons toe: wilde marjolein, slangenkruid, glad walstro, wit vetkruid en nog veel meer, maar ik wil verder, het keerpunt ligt nog een eind weg.
Bardowez, een verwilderd arboretum met vele uitheemse struiken en bomen, die een curieus maar harmonieus huwelijk aangaan met hun inheemse vrienden. De plant die hier als een voorhistorisch overblijfsel de show steelt, is een Amerikaanse moerasplant Lysichiton americanus uit de Aronskelkfamilie. Net als zijn Europees familielid verspreidt de geelgroene bloem een ‘aantrek-lijke’ aasgeur, voor insecten tenminste.
Planten elk jaar weer terug zien. Herinneringen aan vroeger. Geest van gedachten.
Het is natuurlijk niet de eerste keer dat ik deze geheimzinnige bosplant tegenkom en beschrijf. De eerste keer aronskelk zien, dat zou ook wat vreemd zijn, na zowat 48 jaar planten bekijken. Maar verwondering over hun groei blijft er gelukkig nog altijd wel. En de herinnering aan de bijzondere plaatsen waar ik ze ooit ontmoetten. Vooral in de Waalse Ardennen, maar ook in de duinen van De Haan of nu onze Bretoense tuin. Heel verschillende biotopen ook, al blijft de kelk van Aron toch een echte schaduwminnende bosplant. Ben ik dat zelf ook een beetje? Bosmens, geur van verteerde bladgrond.
Enkele herinneringen aan aronskelk-ontmoetingen:
Ik schreef op vrijdag 24 december 2010 De aronskelken in de Haanse duinbossen komen fris gewassen onder de sneeuw vandaan. Net alsof er geen 'sneeuwtje' aan de lucht is.
Of nog jaren vroeger bij Grupont aan de L’Homme in de lente Mijn planten-vrienden zijn van de partij. We zien en voelen de geel bloeiende sleutelbloemen en het speenkruid (dat is pas geel en groen), het blauw bloeiend en geparfumeerd geurend maarts viooltje, de voorhistorische aronskelk, de vrolijk witte bosanemoon en het donkere longkruid.
En over een andere aronskelk op 24 juni 1997. Bij Werpin in de wegberm lacht een uitbundige kalkflora en een reusachtige betonnen Heilige Maagd ons toe: wilde marjolein, slangenkruid, glad walstro, wit vetkruid en nog veel meer, maar ik wil verder, het keerpunt ligt nog een eind weg.
Bardowez, een verwilderd arboretum met vele uitheemse struiken en bomen, die een curieus maar harmonieus huwelijk aangaan met hun inheemse vrienden. De plant die hier als een voorhistorisch overblijfsel de show steelt, is een Amerikaanse moerasplant Lysichiton americanus uit de Aronskelkfamilie. Net als zijn Europees familielid verspreidt de geelgroene bloem een ‘aantrek-lijke’ aasgeur, voor insecten tenminste.
Planten elk jaar weer terug zien. Herinneringen aan vroeger. Geest van gedachten.
vrijdag, januari 11, 2013
Kiwi
Ik heb het nu nog niet gedaan, maar ben er wel over aan het nadenken. Het snoeien van... van alles in de tuin. Druiven en kiwi's moeten nu in feite gesnoeid worden, zeker met dit zachte weer. We moeten de opkomende sapstroom voor zijn. Zeker oudere kiwiplanten, en wij hebben er zo eentje, moeten in januari gesnoeid worden. Mannelijke planten worden na de bloei gesnoeid (einde mei). Maar is onze grote, wilde kiwi een mannetje of een vrouwtje?
De vruchten bij de kiwi komen op zogenaamd zwakke (korte) twijgen die het jaar tevoren zijn gevormd. We moeten deze twijgen inkorten op 3 tot 6 knoppen. Sterke (lange) twijgen worden volledig weggenomen. Wintersnoei is vooral bedoeld om oudere vruchttakken te vervangen. (ouder dan 3 jaar). De kiwivruchten kunnen dan veel groter worden. Maar...moeten ze veel groter worden? Je hoort het, dat snoeien zit niet in mijn genen. Morgen of overmorgen toch een poging doen.
Laat mij toch maar wat vertellen over de gezondheidswaarde van die harige kiwi. Wie kiest voor een gezonde levensstijl, weet de kiwi naar waarde te schatten. Kiwi’s hebben de hoogste voedingsdensiteit van alle populaire fruitsoorten. Deze stelling is gebaseerd op een studie aan de Rutgers Universiteit in de Verenigde Staten. De onderzoekers vergeleken de voedingswaarde van verschillende populaire fruitsoorten op basis van 9 essentiële voedingsstoffen. Kiwifruit kreeg een index van 16, een topscore. Wat zit er zoal in die Actinidia?
- Carotenoïden zoals caroteen, luteïne, en xanthofyl helpen preventief bij verschillende chronische ziektes. Luteïne werkt preventief bij prostaat- en longkanker en bij maculadegeneratie, een aandoening die kan leiden tot blindheid. Beta-caroteen heeft een preventief karakter bij kanker en hartziektes.
- Chlorofyl waarvan de subcategorie chlorofyline helpt bij het voorkomen van leverkanker.
- Pectine is een stof die gekend is voor haar cholesterolverlagende werking, waardoor het gevaar op hartziektes afneemt. Kiwi´s kunnen een extra hulp bieden bij de cholesterolbeheersing.
- Serotonine heeft een kalmerend effect op onze hersenactiviteit. Kiwivruchten zijn dus een natuurlijk antistress middel.
- Foliumzuur speelt een belangrijke rol bij de DNA structuur en dus de opbouw van het lichaam. Een voldoende aanvoer van foliumzuur voor en tijdens de zwangerschap kan afwijkingen bij de geboorte en hartziektes op latere leeftijden helpen voorkomen. Een kiwi van 100 gram levert 5 tot 15 % van de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid foliumzuur.
- Inositol is een plantaardig groeihormoon dat depressiviteit tegengaat en positieve effecten heeft bij het behandelen van suikerziekte. Tevens bevordert inositol de groei tijdens de puberteit.
- Het lage natrium- en het hoge kaliumgehalte van kiwifruit is goed voor hart- en bloedvaten en maakt kiwifruit bijzonder geschikt voor mensen met een hoge bloeddruk.
- Kiwi´s vormen een rijke, natuurlijke bron van magnesium. Magnesium heeft een positief effect op het beenderstelsel en de stofwisseling van eiwitten en energie. Bovendien stimuleert magnesium het zenuwstelsel. Onze westerse voeding is doorgaans arm aan magnesium. Nochtans kan een tekort aan magnesium leiden tot hartziekten, afwijkingen aan het hartspierweefsel en een te hoge bloeddruk.
The kiwi fruit initially comes from China, but is now produced in New Zealand, the United States, Italy, South Africa and Chile.
Kiwi is rich in vitamins C and E, serotonin and potassium and is purported to have antioxidant activity. Kiwi fruit is also known to have the highest density of vitamin C for any fruit, and is low in fat with no cholesterol. Claimed benefits of kiwi fruit, however, may be overshadowed by the growing number of reports of allergy. Kiwi has been used preventatively to protect against respiratory illness, increase lung function and increase cardiovascular health
Energy enhancement: One study suggests that a kiwi-containing drink has beneficial effects on athletic performance. However, methodological weaknesses in this study preclude making any firm conclusions regarding kiwi's effectiveness at this time.
Respiratory problems (prevention): Currently data on the therapeutic benefit of kiwi as a preventative for lung conditions is lacking. One survey study suggests that kiwi and other fruits high in vitamin C may have a protective effect on lung conditions in children, especially wheezing.
Zie ook monogragie Actinidia: https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/actinidia-kiwi
Anti-blafrecept
Hoemen doen sal dat die honden niet bassen en sullen. Neemt een cruyt datmen heet Agherrapina of die Tonghevan-een-hont. Hij en sal niet bassen. Dit is gheproeft bij Narmels van Baivier.
[Hoe men kan bereiken dat honden niet zullen blaffen. Neem een kruid dat Agherrapina of Hondstong heet. De hond zal niet blaffen. Dit is bewezen of ervaren door Narmels van Beieren.]
Dit anti-blafrecept is bewaard gebleven in een vijftiende-eeuws handschrift van 562 bladzijden. De inhoud van deze Hattemse codex is zeer gevarieerd: naast een kleine dertigtal magische recepten (uitgegeven door W.L. Braekman in 1987) bevat het handschrift, bijvoorbeeld, een onbekende prozavertaling van de Secreta Secretorum (een didactische verhandeling over de regeerkunst, de gezondheidszorg, alchemie, ethiek, et cetera, die toegeschreven werd aan Aristoteles), diverse medische traktaten, een uitvoerige kruidenleer, alchemistische en technische recepten.
Het anti-blafrecept dat in dit handschrift is opgetekend, is niet uniek. Er bestaan ook andere middeleeuwse recepten tegen het blaffen van honden. Zo is er een recept dat het advies geeft om de bovengenoemde Hondstong onder je grote teen te leggen. Alle honden die je vervolgens zult tegenkomen zullen verstommen en geen kracht meer hebben om te blaffen. Een ander recept schrijft de wortel van het Serpentinekruid (Lat.: Serpentinaria) ook wel Adderwortel genoemd, voor als een probaat blafwerend middel, en weer een ander voorbeeld garandeert dat honden niet meer zullen blaffen als ze benaderd worden met een mengsel van Hondstong, kikkerbloed en de as van een verbrande wezel.
In de middeleeuwen werd dit soort recepten ook wel secreet-teksten (geheime teksten) genoemd. Deze teksten moeten een secreet, een geheim, blijven, omdat ze kennis bevatten over geheime krachten van het universum. Wie over deze kennis bezit kan ze ten goede of ten kwade gebruiken. Om te voorkomen dat geheime recepten in ongewenste of ondeskundige handen vallen is geheimhouding, een cryptische formulering, of een beperkte verspreiding ervan daarom geboden. De secreet-teksten worden gerekend tot de categorie van magische teksten. Dit betekent dat zij deel uitmaken van de ars magica: de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van verborgen krachten in de kosmos.
Met Agherrapina of die Tonghevan-een-hont wordt waarschijnlijk Cynoglossum officinale bedoeld. De Latijnse naam is afgeleid van de Griekse woorden kuoon of kunos = hond en glossa = tong. De naam is ontstaan vanwege de bladvorm en het ruwe oppervlak: dat je doet denken aan de tong van een hond. Het gebruik als anti-blafmiddel is dus een vorm van signatuurleer. Toch zijn ook de namen Raddekraut en Raddefluch (rattenvlucht) gevonden, omdat deze plant in gedroogde vorm zou helpen om ratten mee te verjagen. De plant stinkt namelijk.
De meeste namen ook in het buitenland zijn verbindingen met het woord hond of tong. Dyetsche heeft hunds tonghe of lingua canis of anoglossa cinos. In oud-Engels komt hundes micgean voor en later werd het hundestunge, in oude glossaria hundezunga van de 12de eeuw was het huntzunge en is nu hound’s tongue of dog’s tongue. In Frans werd het langue de chien, in Duits Hundszunge en het Italiaans heeft lingua canis, Spaans komt met lengua de perro, Portugezen met lingua de cao, het is de Zweedse hundtunga, de Nederlandse hondstong of hondsribbe. Frans heeft ook cynoglosse en Italiaans cinaglossa.
H. Bock schrijft 'Dit gewas met stengel, kruid en bloemen stinkt en ruikt zoals de honden stinken, vandaar het wel vanwege de reuk honden kruid of honden wortel heten mag.’. Een andere verklaring voor de naam van de plant.
De plant is te vinden op zandgrond, duinen en soms langs dijken. De vruchtjes hebben weerhaakjes en kunnen zo verspreid worden door bijvoorbeeld aan de vacht van konijnen te kleven. De bloemen bevatten anthocyanen, een kleurstof die verandert van kleur bij een toenemende zuurgraad (rode kool kent dat ook). De bloempjes van de hondstong zijn meestal eerst rood en worden later paarsblauw.
Anti-blafrecepten zouden we ook nu weer kunnen gebruiken en zou het ook bij mensen werken?
[Hoe men kan bereiken dat honden niet zullen blaffen. Neem een kruid dat Agherrapina of Hondstong heet. De hond zal niet blaffen. Dit is bewezen of ervaren door Narmels van Beieren.]
Dit anti-blafrecept is bewaard gebleven in een vijftiende-eeuws handschrift van 562 bladzijden. De inhoud van deze Hattemse codex is zeer gevarieerd: naast een kleine dertigtal magische recepten (uitgegeven door W.L. Braekman in 1987) bevat het handschrift, bijvoorbeeld, een onbekende prozavertaling van de Secreta Secretorum (een didactische verhandeling over de regeerkunst, de gezondheidszorg, alchemie, ethiek, et cetera, die toegeschreven werd aan Aristoteles), diverse medische traktaten, een uitvoerige kruidenleer, alchemistische en technische recepten.
Het anti-blafrecept dat in dit handschrift is opgetekend, is niet uniek. Er bestaan ook andere middeleeuwse recepten tegen het blaffen van honden. Zo is er een recept dat het advies geeft om de bovengenoemde Hondstong onder je grote teen te leggen. Alle honden die je vervolgens zult tegenkomen zullen verstommen en geen kracht meer hebben om te blaffen. Een ander recept schrijft de wortel van het Serpentinekruid (Lat.: Serpentinaria) ook wel Adderwortel genoemd, voor als een probaat blafwerend middel, en weer een ander voorbeeld garandeert dat honden niet meer zullen blaffen als ze benaderd worden met een mengsel van Hondstong, kikkerbloed en de as van een verbrande wezel.
In de middeleeuwen werd dit soort recepten ook wel secreet-teksten (geheime teksten) genoemd. Deze teksten moeten een secreet, een geheim, blijven, omdat ze kennis bevatten over geheime krachten van het universum. Wie over deze kennis bezit kan ze ten goede of ten kwade gebruiken. Om te voorkomen dat geheime recepten in ongewenste of ondeskundige handen vallen is geheimhouding, een cryptische formulering, of een beperkte verspreiding ervan daarom geboden. De secreet-teksten worden gerekend tot de categorie van magische teksten. Dit betekent dat zij deel uitmaken van de ars magica: de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van verborgen krachten in de kosmos.
Met Agherrapina of die Tonghevan-een-hont wordt waarschijnlijk Cynoglossum officinale bedoeld. De Latijnse naam is afgeleid van de Griekse woorden kuoon of kunos = hond en glossa = tong. De naam is ontstaan vanwege de bladvorm en het ruwe oppervlak: dat je doet denken aan de tong van een hond. Het gebruik als anti-blafmiddel is dus een vorm van signatuurleer. Toch zijn ook de namen Raddekraut en Raddefluch (rattenvlucht) gevonden, omdat deze plant in gedroogde vorm zou helpen om ratten mee te verjagen. De plant stinkt namelijk.
De meeste namen ook in het buitenland zijn verbindingen met het woord hond of tong. Dyetsche heeft hunds tonghe of lingua canis of anoglossa cinos. In oud-Engels komt hundes micgean voor en later werd het hundestunge, in oude glossaria hundezunga van de 12de eeuw was het huntzunge en is nu hound’s tongue of dog’s tongue. In Frans werd het langue de chien, in Duits Hundszunge en het Italiaans heeft lingua canis, Spaans komt met lengua de perro, Portugezen met lingua de cao, het is de Zweedse hundtunga, de Nederlandse hondstong of hondsribbe. Frans heeft ook cynoglosse en Italiaans cinaglossa.
H. Bock schrijft 'Dit gewas met stengel, kruid en bloemen stinkt en ruikt zoals de honden stinken, vandaar het wel vanwege de reuk honden kruid of honden wortel heten mag.’. Een andere verklaring voor de naam van de plant.
De plant is te vinden op zandgrond, duinen en soms langs dijken. De vruchtjes hebben weerhaakjes en kunnen zo verspreid worden door bijvoorbeeld aan de vacht van konijnen te kleven. De bloemen bevatten anthocyanen, een kleurstof die verandert van kleur bij een toenemende zuurgraad (rode kool kent dat ook). De bloempjes van de hondstong zijn meestal eerst rood en worden later paarsblauw.
Anti-blafrecepten zouden we ook nu weer kunnen gebruiken en zou het ook bij mensen werken?
zondag, januari 06, 2013
Gaspeldoorn
Nog altijd zonder internet. Dus zonder die immense bibliotheek uit de ruimte, maar gelukkig nog wel met de bibliotheek op de harde schijf van mijn laptop en de zachte schijf van mijn eigen hersenen. En ook nog de info uit de honderden, oude en nieuwe boeken die al mee verhuisd zijn naar ons Bretoens verblijf. Dus ook wat meer mijn eigen hersenen doorzoeken en weer bladeren in vergeten kruidenboeken. Zouden mijn hersenen en die boeken dat leuk vinden? Dus ik lees in 'De bonte berm' uit 1979 over de rijke flora en fauna langs onze wegen. Over de gaspeldoorn schrijft de auteur Zonderwijk 'het heeft me reeds lang verbaasd dat deze plant niet meer bijvoorbeeld in de sector van het openbaar groen voor afscheiding wordt gebezigd. Een haag met deze planten zou sierlijk en tegelijkertijd ondoordringbaar zijn'.
Hier in Bretagne is de gaspeldoorn een veel voorkomende struik langs wegen en weilanden. Nu soms een lastig, stekelig onkruid voor de boeren, maar vroeger veel gebruikt als brandhout voor de kachels. Ze werden tot op de grond afgezaagd, in bussels (fagots) gebonden, een achttal dagen te drogen gelegd en dan konden ze blijkbaar al gestookt worden. Het gaf snel veel warmte en was vooral interessant om broodovens warm te stoken. Nog meer verwonderlijk is het feit dat deze stekelige struiken als dierenvoeding, vooral voor paarden, in gebruik geweest zijn en dat de planten daarvoor zelfs gekweekt werden.
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ulex-europaeus-gaspeldoorn
zaterdag, januari 05, 2013
Hortensias, my god!
In Cairhaix bij GammVert toch wat planten gekocht, al gingen we eerder om een houthakselaar aan te schaffen. Maar ja, een hakselaar kost wel wat meer en daar moet dus langer over nagedacht worden.
Dan maar een bijna bloeiende mimosa gekocht. Bij een plant zoals mimosa denk ik zelf ook meer aan een zonnige Cote d'Azur, toch kun je in Bretagne, zelfs in het binnenland en in februari, struiken volop zien bloeien. Zo'n struik vol vrolijk gele bloemen verjaagt wel degelijk de grijze winterse depressie en de geur krijgt je er gratis boven op.
Ook de parfumindustrie gebruikt de bloemen van deze Acacia farnesiana (L.) Willd. Er wordt een absolue uit gewonnen door extractie van de bloemen. Deze etherische olie is een geelbruine bijna stroperige olie met een warme bloemige geur en een balsemachtige ondertoon.
Verder kochten we ook wat hortensia's en een vijgenboom. Over vijgen en over hortensia's heb ik al meer geschreven. Hortensia's zijn nooit mijn lievelingsstruiken geweest, het was voor mij als jaren zestig alternatieveling te burgerlijk om van dit soort pompeuze bloemen te houden; maar ik wordt ook al een dagje ouder en bevind me nu in Bretagne, de horteniastreek bij uitstek en dus kan ik zo langzamerhand ook hortensias, net zoals alle andere planten, wel waarderen.
Ten andere sommige soorten kunnen ook als thee gebruikt worden en zouden zelfs hasj-achtige effecten veroorzaken. Waar blijf ik dan als oude hippie. In de Natural Standard monografie lees ik Hydrangea paniculata can purportedly be smoked to produce effects similar to Cannabis.
De drinkbare hortensiathee ook wel Amacha genoemd, is afkomstig van Hydrangea serrata, hij zou magische krachten bezitten en beschermen tegen boze geesten. Deze zoet smakende Hydrangea werd vroeger dan ook als zoetmiddel gebruikt. De bladeren werden met water ingedikt tot een siroop. De bladeren bevatten dulcine en phyllodulcine, een stof die 250 keer zoeter is dan suiker. Die stof is wel als glucoside gebonden, zal dan ook zoeter smaken na fermentatie van de bladeren. De stof phyllodulcine is het hoogst in Juli, vooral in de bloemen, de jonge bladeren en de scheuten.
Ook merkwaardig bij de hortensias is het verkleuren van de bloemen, wat voornamelijk afhankelijk is van de zuurtegraad van de grond. Hydrangea flowers are most commonly white. However, in some species, such as H. macrophylla, the flowers are pink, purple, blue, or red. The pH of the soil is an important factor in determining the color of hydrangea flowers: neutral soils generate very pale cream colored petals, alkaline soils generate pink or purple flowers, and acidic soils generate blue flowers. Hydrangeas turn red in autumn due to changes in anthocyanin constituent levels.
De plant dankt zijn wetenschappelijke naam Hydrangea aan de vruchtjes, die op kleine waterkruikjes lijken (hydor = water; aggos = kruikje). Deze waterkruikjes zitten bij de meeste Hortensia's in het midden van de grote, bolvormige bloeiwijze. De buitenzijde van deze bloeiwijze wordt gevormd door geslachtloze bloemen, hun functie is uitsluitend om insecten te lokken die, eenmaal aangetrokken, de echte bloemen in het centrale deel van de bloeiwijze kunnen bevruchten. Indien deze taak is verricht, beëindigen de randbloemen hun lokfunctie. Zij knikken om, gaan hangen en geven met de minder felgekleurde onderkant van hun bloemblaadjes een duidelijk signaal aan de bezoekende insecten: het hoeft niet meer!
Snoeien?
In onze tuin staan verschillende fruitbomen, vooral appel- en pruimenbomen. Vorig jaar hebben ze geen vruchten gedragen, terwijl een half jaar eerder toen het huis gekocht werd, de grond bezaaid lag met appels en we ook van de pruimen gesnoept hebben. Zou de vorige eigenaar appels en pruimen rondgestrooid hebben om kopers te lokken? Hoe dan ook, we willen nu deze bomen toch proberen te snoeien. Eerlijk gezegd, ik heb altijd een hekel aan systematisch snoeien gehad en ik kan zinnen zoals 'om het ontstaan van kortloten (vruchthout) te bevorderen, kan een horizontaal geplaatst langlot tot 4 of 5 ogen worden gesnoeid', ik kan zulke zinnen helemaal niet onthouden, mijn hersenen zijn daar niet op gebouwd.
Dus ik lees nu en handel hopelijk later. Natuurlijk snoeien. Hans Van Biemen / Rinus Van Tiel en Ecologische teelt van kleinfruit.
vrijdag, januari 04, 2013
Brandhout
Op het moment ben ik het meest met
planten voor de houtkachel bezig. Vuurplanten zal ik ze maar noemen:
zagen, klieven, stoken. Beuk, eik, hazelaar, els; elk stukje hout met
zijn eigen uiterlijk, zijn eigen ge-voel, glad, ruw, splinterig en
zijn eigen branderigheid. Warmte: snel voor even of traag voor een
hele tijd.
Gewicht voor gewicht, hebben alle houtsoorten een vergelijkbare calorische waarde. Maar voor hetzelfde volume (bv. een houtblok van een bepaalde omvang), is eik zwaarder dan populier. Om dezelfde hoeveelheid warmte te krijgen zullen dus minder blokken van eikenhout noodzakelijk zijn dan populier. De hardheid van hout heeft ook een invloed op de duur van de brand.
Kwaliteit en calorische waarde van hout (met 2 jaar droogte ) | ||||
Hout | Calorische vermogen | Verbranding | Gebruik | Opmerkingen |
Hard hout: haagbeuk,beuk, eik, essenhout | hoog | Zeer trage verbranding | Beste brandhout. | |
Midden hout: kastanje, kers, fruitbomen | midden | Trage verbranding | Voedt de verbranding van de hardhouten | Droog, verliest kastanje zijn dichtheid. Opgelet : risico van vonken. |
Zacht hout : berk, els, populier | zwak | Snelle verbranding | Snelle verhoging van de temperatuur | Helpt de aansteking van hardhout. De verbrandingswaarde van de berk is een van het belangrijkst van zijn categorie. |
Zacht hout : Naaldhout* | zwak | Snelle verbranding | Snelle verhoging van de temperatuur | Zij hebben de reputatie de buizen vuil te maken |
donderdag, januari 03, 2013
Navelkruid en telefoonkabels
Internet is al enkele dagen niet meer bereikbaar. We horen nu dat dieven de bovengrondse telefoonkabels verderop in de straat gestolen hebben. Hoogst bevreemdend vind ik dat wel. Een andere wereld dan de mijne, alhoewel mijn wereld voor anderen ook wel bevreemdend zal zijn. Schrijven en praten over en kweken van curieuze onkruiden, die mens en mensheid zouden moeten redden. Ieder mens zijn eigen wereld, alleen steel ik geen hoogwaardige kabels waar honderden mensen afhankelijk van zijn. Zonder kabel blog ik dan maar voor mij alleen, in de hoop dat ik dit later toch de ether in kan sturen.
Vanmorgen even naar de markt in Huelgoat. Weinig kraampjes en weinig volk. En ook hier verwondering en bewondering voor de bioboerin, die haar eigen wintergroente aan man en vrouw probeert te brengen. Wat raapjes, kool, knolselder, een restje aardperen en enkele wortelpeterselies. Die wortelpeterselie kan wel mijn sympathie wegdragen, ik koop dan ook drie exemplaartjes en 6 kleine knolletjes aardpeer voor 78 cent. Ik schrijf nu wel in verkleinwoorden omdat het ook allemaal mini-exemplaren zijn, er zit weinig eetbaar voedsel aan, maar dat is niet erg want ik wil ze toch gebruiken als plantgoed.
Sympathie heb ik ook voor een schrijver die op de markt drie zelf geschreven boeken probeert te verkopen. Hij zit daar op zijn klapstoel met kussen, twee schragen met plank en drie boeken glimlachend voor zich uit te staren. Heeft hij de verlichting bereikt?
Navelkruid
Vandaag ook wat navelkruid uit het wild geoogst, voor aanplant in eigen tuin. Een waarschuwing voor de lezer. Het lijkt wel alsof ik zomaar hoogst zeldzame planten uit de natuur haal. Is dat een beetje te vergelijken met het stelen van kostbare telefoonkabels? Voor mij niet natuurlijk. Het navelkruid is hier massaal aanwezig, ik vermeerder het alleen maar door het op andere plaatsen aan te planten, ik berokken er ook niemand kwaad mee en...het verbreekt ook niet de verbinding met het world wide web. Alhoewel, het plantje navelkruid zou volgens sommige literatuur wel energetische verbindingen kunnen leggen. En het lijkt ook wel wat op een kleine parabool antenne.
Navelkruid, het klinkt mooi en het Frans ‘le nombril de Vénus’ is nog mooier ! En het zou ook lekker smaken. Het is een klein vetplantje dat in trosjes groeit in landelijke bermen, aan de rotskusten en in bossen. Navelkruid is fel groen gekleurd en heeft inderdaad de vorm van een navel. Om het klaar te maken moet je het even blancheren in gezouten water en dan onmiddellijk laten schrikken onder koud stromend water. Je kan het in een bouillon met zeevruchten verwerken.
In het grijze, mysterieuze Bretagne zijn heksen, trollen, tovenaars en hun rituele planten nooit ver weg. Dus verdiep ik me wat meer in de kruidenverhalen van weleer. Het boek Flora Magica van Isidoor Teirlinck is een al wat oudere maar interessante inventarisatie van plantenverhalen.
'Deze Flora Magica', schrijft Teirlinck 'hangt innig samen met mijn vorig plantloristisch werk Flora diabolica, in 1924 verschenen. Tooveraars en Tooveressen en Waarzeggers behooren immers tot een zelfde domein en staan onder de heerschappij van den Duivel. Flora magica vormt het 4de deel van mijn plantloristische Studien: het 1ste deel is, zooals men weet: De Plant een levend, bezield, handelend Wezen; het 2de deel: Plantenkultus; het 3de deel: Flora diabolica'.
Dit boek, al lang geleden opgeslagen in mijn laptop, wil ik dit jaar wat meer bestuderen en gebruiken voor mijn eigen kruidendagboek.
Over de magische krachten en oude, folkloristische gebruiken van de planten in Bretagne kan ik natuurlijk beter te rade gaan bij Franse, Bretoense literatuur. In ons stamcafé annex librairie kan ik naast het drinken van 'un café' of het eten van een “cake salée' rustig rondsnuffelen en zonder schroom uitgebreid lezen in de vele plantenboeken, die hier voorradig zijn en natuurlijk ook gekocht kunnen worden.
Gekocht vandaag 'Du chêne au roseau' traditions populaires de Bretagne, recueil consacré au folklore des arbres et des plantes. Over klaproos, paardenbloem, hennep, eik....en ook een verhaal over het navelkruid, l'ombilic of nombril de Venus. In Bretagne behoorde die plant ook tot de sintjanskruiden, tantez Sant -Yann. Men verwarmde de bladeren boven het Sintjansvuur, verwijderde voorzichtig het vliesje van de vetplant en gebruikte het slijmerige blad als kompres op ontstoken oogleden. Herbe du feu de joie. Maar het vettige blad of het sap werd toch vooral voor de huid gebruikt; tegen kneuzingen, krassen, brandwonden en nagelbedontstekingen.' Ca murisse plus vite' zeggen de oude Bretoenen. Navelkruid werd eigenlijk op dezelfde manier gebruikt als Huislook of Daklook, Sempervivum tectorum.
Veel meer verhalen worden hier verteld over het navelkruid, lijkt mij logisch voor zo'n veel voorkomende plant, die zelfs nu in januari er mooi glimmend bij staat. De plant werd niet alleen vergeleken met een navel, maar ook met de traditionele gerechten de pannenkoek en les galettes, verder ook met een parapluie, een geldstuk (pennywort) en een chapeau d'eau.
http://kruidwis.blogspot.fr/2012/03/het-huis-van-onze-buur-navelkruid.html
dinsdag, januari 01, 2013
Muizedoorn, een herboristenmanier om het jaar te beginnen
Zon na 3 weken regen. Het nieuwe weerjaar begint dus redelijk goed. In de kieren van de tijd beginnen planten al te fluisteren. Ben ik plantenluisteraar?
Hazelaars laten hun gesloten katjes al sierlijk hangen, overal beginnen de speenkruiden verwoed groenglimmend te groeien en jawel de eerste bloemen van de stengeloze sleutelbloem laten zich al zien. Met de zachte winters begint de lente, zeker in Bretagne, al een klein beetje op 1 januari.
Toch wil ik mij in dit seizoen nog een tijdje met de wortels van planten bezig houden. Al het vorig najaar was ik van plan geweest om bijvoorbeeld muizedoorn te oogsten, pas vandaag zie ik een kans om dat ook echt te doen. Met schop, rugzak en plastic zak op stap. Gelukkig moet ik niet ver wandelen, ik voel me toch wel wat onwennig met een grote schop in de natuur. Gelukkig groeit deze Ruscus hier volop in de bosranden en hagen. Stevig verankerd is hij wel maar in de rulle bosgrond toch redelijk makkelijk los te maken. Dat is ooit anders geweest, enkele jaren geleden in de droge, steenachtige grond van het Zuid-Franse Luberongebergte was de wortel niet uit de grond te krijgen. Het is ook nog maar de 3de keer in mijn leven dat ik deze medicinale wortel kan oogsten.
Voor mij is het toch één van de twintig meest bijzondere wortels die ik ken. In de hedendaagse geneeskunde wordt hij voornamelijk voor het veneuze vaatstelsel gebruikt, dus tegen spataderen, CVI chronische veneuze insufficiëntie zoals doctors dat zo deftig kunnen zeggen. De wirwar van wortels lijken wel wat op opgezwollen aders, al zal hier in het mysterieuze clair-obscur van de bosrand mijn fantasie wel sterker werken dan gewoonlijk. En wat dan nog, fantaseren en holle wegen beklimmen is mogelijk ook wel goed voor de bloedvaten.
Een tweede werking van Ruscus vinden we al terug bij Dodonaeus in zijn CruydtBoeck uit 1644 'de wortels van stekende palm, schrijft hij, lossen de pisse ende drijven het water, de steenen en het graveel af..'. Hij zegt ook dat ''Die bladeren ende die besiekens sijn van crachten den wortelen ghelijck nochtans niet zoo sterck oft crachtich ende daer om en worden sy oock niet veel ghebruyckt'.. En daar kunnen wij het mee eens zijn.. Als diureticum (pisdrijvend dus) vinden we Ruscus ook terug in de oude, gereputeerde siroop van de vijf wortels, samen met peterselie, lavas, asperge en venkel.
Ik sleep ondertussen een zak vol stekelige planten de boshelling af, de schop gebruik ik als wandelstok en als steun om veilig beneden te komen. Morgen zullen we de oogst wat nader bekijken, van enkele wortels wil ik een proeftinctuur maken en de rest van de planten wordt langs onze eigen bosrand aangeplant.
Muizedoorn (Ruscus aculeatus) dankt zijn Engelse volksnaam 'Butchers broom' of 'slagersbezem' aan zijn gebruik om het hakblok van de slager af te schrapen. Zijn Nederlandse naam muizedoorn verwijst naar het gebruik om muizen van allerlei lekkers weg te houden.
Muizedoorn is een typische struik met kleine schubachtige blaadjes, die op het eerste gezicht bladeren lijken, maar in feite plat gegroeide takjes zijn. Vanwege de grote rode bessen is men de plant plaatselijk „bukshulst" of „kromhouthulst" gaan noemen. Vaak groeit hij in de buurt van echte hulst. De jonge scheuten kunnen gekookt als asperges gegeten wordt, maar je moet je daar niet te veel van voorstellen.
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ruscus-muizedoorn
Mijn tien, twintig meest bijzondere wortels: Engelwortel, ginseng, smeerwortel, gele gentiaan, grote klis, alruin, muizedoorn, valeriaan, rozenwortel, Russische rabarber, heemst en Griekse alant en enkele tropische bekenden zoals geelwortel en gember
Hazelaars laten hun gesloten katjes al sierlijk hangen, overal beginnen de speenkruiden verwoed groenglimmend te groeien en jawel de eerste bloemen van de stengeloze sleutelbloem laten zich al zien. Met de zachte winters begint de lente, zeker in Bretagne, al een klein beetje op 1 januari.
Bosrand met Querçus,, Taxus en Ruscus |
Muizedoornwortel |
Voor mij is het toch één van de twintig meest bijzondere wortels die ik ken. In de hedendaagse geneeskunde wordt hij voornamelijk voor het veneuze vaatstelsel gebruikt, dus tegen spataderen, CVI chronische veneuze insufficiëntie zoals doctors dat zo deftig kunnen zeggen. De wirwar van wortels lijken wel wat op opgezwollen aders, al zal hier in het mysterieuze clair-obscur van de bosrand mijn fantasie wel sterker werken dan gewoonlijk. En wat dan nog, fantaseren en holle wegen beklimmen is mogelijk ook wel goed voor de bloedvaten.
Een tweede werking van Ruscus vinden we al terug bij Dodonaeus in zijn CruydtBoeck uit 1644 'de wortels van stekende palm, schrijft hij, lossen de pisse ende drijven het water, de steenen en het graveel af..'. Hij zegt ook dat ''Die bladeren ende die besiekens sijn van crachten den wortelen ghelijck nochtans niet zoo sterck oft crachtich ende daer om en worden sy oock niet veel ghebruyckt'.. En daar kunnen wij het mee eens zijn.. Als diureticum (pisdrijvend dus) vinden we Ruscus ook terug in de oude, gereputeerde siroop van de vijf wortels, samen met peterselie, lavas, asperge en venkel.
Ik sleep ondertussen een zak vol stekelige planten de boshelling af, de schop gebruik ik als wandelstok en als steun om veilig beneden te komen. Morgen zullen we de oogst wat nader bekijken, van enkele wortels wil ik een proeftinctuur maken en de rest van de planten wordt langs onze eigen bosrand aangeplant.
Muizedoorn (Ruscus aculeatus) dankt zijn Engelse volksnaam 'Butchers broom' of 'slagersbezem' aan zijn gebruik om het hakblok van de slager af te schrapen. Zijn Nederlandse naam muizedoorn verwijst naar het gebruik om muizen van allerlei lekkers weg te houden.
Muizedoorn is een typische struik met kleine schubachtige blaadjes, die op het eerste gezicht bladeren lijken, maar in feite plat gegroeide takjes zijn. Vanwege de grote rode bessen is men de plant plaatselijk „bukshulst" of „kromhouthulst" gaan noemen. Vaak groeit hij in de buurt van echte hulst. De jonge scheuten kunnen gekookt als asperges gegeten wordt, maar je moet je daar niet te veel van voorstellen.
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ruscus-muizedoorn
Mijn tien, twintig meest bijzondere wortels: Engelwortel, ginseng, smeerwortel, gele gentiaan, grote klis, alruin, muizedoorn, valeriaan, rozenwortel, Russische rabarber, heemst en Griekse alant en enkele tropische bekenden zoals geelwortel en gember
zaterdag, december 29, 2012
Over tuinieren
Een citaat over tuinieren van Andrew Weill is mij uit het hart gegrepen: 'Gardening is indispensable. It does elevate.
My passion for gardening may strike some as selfish, or merely an act of resignation in the face of overwhelming problems that beset the world. It is neither. I have found that each garden is just what Voltaire proposed in Candide: a microcosm of a just and beautiful society. In the world at large, people are rewarded or punished in ways that are often utterly random. In the garden, cause and effect, labor and reward, are re-coupled. Gardening makes sense in a senseless world. By extension, then, the more gardens in the world, the more justice, the more sense is created.
Gardening is also the most religious activity I know. The word "religion" stems from the Latin "religio" which means to bind or connect again. The re-connection one experiences in the garden is no vague metaphor; it is a specific, literal rejoining of our life-enhancing relationship with the earth, combining gentle exercise, exposure to the sun, intimate contact with nature, and right activity to produce both beauty and fresh, nutritious food. The ancient bonds that held these together have been violently sundered by the last 200 years of industrial "progress," and left most of us vastly poorer for it.'
Tuinieren is zorgen voor lichamelijk... en geestelijk voedsel en dat, niet door abstract te filosoferen maar door concreet en lichamelijk in de grond te wroeten.
donderdag, december 27, 2012
Nog rondsnuffelen in de tuin
Leuk is het altijd weer om een tuin (of een mens of een dier) na een korte of lange afwezigheid terug te zien. Onze Bretoense tuin in de winter is natuurlijk niet op zijn mooist, toch heeft zo'n wintertuin zijn charme. Zomerresten, zaadschermen, nieuwe neuzen vooral van schermbloemigen die net uit de grond komen, boomknoppen: allemaal verwachtingen voor 2013.
In de zachte en regenachtige Bretoense winters die ik nu voor het eerst in de tuin mee maak, lijken we meer kansen te hebben om ook in de winter wat kookgroen te kunnen oogsten. Kardoen staat er nog krachtig bij, in onze kleine groententuin vinden we nog veldsla en prei, dat is niet zo bijzonder maar ook wat verkreukelde andijvieblaadjes, snijbietstelen en 'zomer'wortels kunnen nog geoogst worden. Geen overdaad, zeker niet maar het was dit jaar dan ook maar een begin van een hopelijk groter wordende groententuin
Over prei: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/86628-prei-groente-en-geneeskruid.html
In de zachte en regenachtige Bretoense winters die ik nu voor het eerst in de tuin mee maak, lijken we meer kansen te hebben om ook in de winter wat kookgroen te kunnen oogsten. Kardoen staat er nog krachtig bij, in onze kleine groententuin vinden we nog veldsla en prei, dat is niet zo bijzonder maar ook wat verkreukelde andijvieblaadjes, snijbietstelen en 'zomer'wortels kunnen nog geoogst worden. Geen overdaad, zeker niet maar het was dit jaar dan ook maar een begin van een hopelijk groter wordende groententuin
Over prei: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/86628-prei-groente-en-geneeskruid.html
Abonneren op:
Posts (Atom)