zondag, juli 17, 2011

Tussen Chatillon en Dole


Regen maakt vandaag mijn wereld klein. Ik ben nog steeds in de Franse Drôme, maar rij vandaag richting België. Eerst via Chatillon-en-Diois naar de col de Menée. Het was weer even geleden dat ik deze smalle col naar Grenoble heb bereden.

De wereld is vandaag met wolken en water bedekt. En de mythische Mont Aiguille; nauwelijks zichtbaar, doemt als een dreigende vierkante blok op uit het regengordijn. De rechte rotsen en de bergbeekjes lijken de weg te versperren. Wel wat apocalyptisch maar nog altijd mooi. 

Voorbij Chichilianne komen we op de departementale weg naar Grenoble, we stoppen even in Vif. Plas en koffiepauze. Vif is niet vief maar toch het geboortedorp van Champeleon de ontcijferaar van het hierogliefenschrift. Dus toch iets om trots op te zijn. Zo heeft elk dorp wel zijn beroemdheid. We rijden naar Grenoble gare. Ik breng Sigrid naar het station. Ze wou enkele dagen het massief van de Chartreuse bewandelen, alleen de immense regen van vandaag heeft haar op andere gedachten gebracht. Dus dan maar de trein in plaats van te voet naar Chambéry. 
Ik zit droog in mijn rijdend huisje en rij uiteindelijk ook via Chambery en vele andere dorpjes en steden nog helemaal tot Dôle.


vrijdag, juli 15, 2011

Echinaceatinctuur en Lavendelsiroop


We plukken wilde lavendel, Lavandula angustifolia, ritsen de bloemen van de stengels, ondertussen maken we een klassieke siroop. Gewoon water met suiker (1 kilo suiker met 1 liter water) mengen, verwarmen even laten koken en die siroop over 100 gr bloemen gieten. Alles samen 24 uur laten trekken, daarna even opkoken  en  gezeefd afvullen in flesjes van bvb 200cc. Variaties zijn natuurlijk mogelijk.



Een klassieke tinctuur: Snij 200 gr verse bloemen met wat blad en wat steel klein, vermeng met 1 liter alcohol van 45% laat 14 dagen macereren (trekken op kamertemperatuur). Uitzeven, uitpersen en de verloren gegane vloeistof (achter gebleven in de planten) weer aanvullen tot 1 liter. Afvullen in 50cc bruine flesjes.
Meer info over bereidingswijzen op http://herborist.infoteur.nl/specials/bereiding-kruiden.html

Begin vorige eeuw kreeg Echinacea als geneeskrachtige plant ook bekendheid in Europa, aanvankelijk vooral in de homeopathie. Met de opkomst van antibiotica nam het gebruik rond het midden van de vorige eeuw echter af, om in de laatste jaren weer een enorme opbloei te beleven. De indicaties variëren van plaatselijke toepassing bij eczeem, verwondingen en brandwonden tot in- en uitwendige toediening bij infecties, poly-artritis en psoriasis. De belangrijkste indicatie is echter de versterking van het afweersysteem oftewel immuunstimulatie, dus te gebruiken bij verkoudheid, griep, infectieziekten en huidinfecties. Uit eigen ervaring weet ik dat knabbelen op de verse bloemen ook zeer goed werkt bij tandpijn, vooral bij ontstoken tandvlees.

Vallei van Pissarotte

Equisetum telmateia
 Na de regen van de vorige dag is het interessant om de idyllische vallei van de Pissarotte bij Establet te bewandelen, want dan is er indrukwekkend meer water in de waterval. De plantengroei in deze vallei is ook zeer gevarieerd, in de hellingen de warmte- en droogteminnende planten zoals Echte lavendel, Kogeldistel, Papierbloem en Gouddistel en in het natte gedeelte langs de beek een overvloed van Reuzepaardestaart en Distel van Montpellier. Deze distel is jong ook te eten op de wijze van artisjok. Jeunes pousses en salades, 
jeunes tiges crues ou cuites, grands capitules jeunes consommés à la manière des artichauts.

Koen achter de waterval

Bois du Fays et ravin de Pissarotte
Le village d'Establet est situé dans un secteur montagneux, sur la route entre Luc-en-Diois et La Motte-Chalancon. Il s'agit d'un affluent du bassin supérieur de la vallée de l'Oule, qui se jette à Rémuzat dans l'Aygues. La zone délimitée est située juste à l'est du village, et couvre les pentes boisées de la montagne de l'Aiguille et d'un petit vallon au nord. L'intérêt naturaliste de cet ensemble provient des milieux boisés et des milieux humides bordant un ruisseau. Le Cordulégastre bidenté est une grosse libellule peu répandue qui caractérise des milieux de ruisseaux à proximité de sources claires. Deux des plus prestigieuses espèces végétales de la Drôme sont présentes ici: le Sabot de Vénus et la Pivoine officinale. D'autres espèces rares ont été signalées ici, comme l'Orchis de Spitzel ou le Cirse de Montpellier.

Voornaamste planten in de vallei van Pissarotte

  • Aconit tue-loup / Aconitum vulparia / gele monnikskap
  • Cirse de Montpellier Cirsium monspessulanum
  • Sabot de Vénus Cypripedium calceolus L. / Vrouwenschoentje
  • Cytise de Sauze Cytisus sauzeanus Burnat & Briq. / Bremsoort
  • Ibéris penné Iberis pinnata L. / Scheefbloem
  • Orchis de Spitzel Orchis spitzelii Sauter ex Koch / Orchidée van Spitzel
  • Pivoine velue Paeonia officinalis subsp. huthii Soldano [1993] / Pioenroos
  • Platanthère verdâtre Platanthera chlorantha (Custer) Reichenb. / Bergnachtorchis
  • Silène des forêts Silene nemoralis Waldst. & Kit. / Silenesoort
  • Silène paradoxale Silene paradoxa L. / Silenesoort
  • Passerine annuelle Thymelaea passerina (L.) Cosson & Germ. / Gewoon vogelkopje
  • Violette admirable Viola mirabilis L. / Wonderviooltje?
http://www.rhone-alpes.ecologie.gouv.fr/include/patnat/znieff2g/26000031.pdf
http://www.lamottechalancon.com/fr/decouverte/vallee-de-loule.html
Over heermoes: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/39117-heermoes-tegen-de-ouderdom.html


donderdag, juli 14, 2011

Hydrolaten, Claire en Sanoflore


Donderdag, volop kruidenstage in Bellegarde en Diois. Volop belangstelling voor het distilleren bij Claire. Nu is er distillatie van moeraspirea, speciaal voor het hydrolaat. Gisteren is er kerryplant gedistilleerd voor de etherische olie. Ik koop shampoo, lavendelhydrolaat en het boekje over hydrolaten van Claire. Daarna sightseeen we via de vallei van de Quint over de col naar Beaufort sur Gervanne.


Een bezoekje aan de tuin van Sanoflore. Vitex, vele soorten lavendel en nog veel meer maken van deze tuin een genot om te bezoeken. In de verte, het decor voor de tuin, zien we de Trois Becs van het massif de Saou en de kalkrotsen van de Vercors. Als toetje bezoeken we nog een kleine marché des producteurs in de abdij van St Croix. En dan terug naar Bellegarde.


maandag, juli 11, 2011

Kruidenwandeling bij Cornillon

Een kleine kruidenwandeling bij Cornillon sur l'Oule. We vertrekken, zoals gewoonlijk mag ik al wel zeggen, op de parking in het dorp Cornillon zelf. Van de openbare toiletten die daar zijn, kan al preventief gebruik gemaakt worden. We draaien het korte straatje in richting kapel of kerkje en dan direct naar rechts en recht naar beneden het romantisch voetpad in.Tussen hagen en heg vinden we al direct een plantenklassieker voor dit soort biotopen, de Stinkende ballote, een sombere lipbloemigen met bescheiden bloem, donkergroen blad en muffe, roetachtige geur, die dan ook nog graag in de schaduw van holle wegen groeit. Dus echt wel een depri-plant, hij wordt dan ook als sedativum gebruikt.

Marnes noires

Van de romantische schaduw wandelen we naar het licht en de warmte van de open helling. Eerst nog langs de geërodeerde gruishelling van de Marnes noires, grijszwart fijngemalen leisteen, waar alleen maar het sterke gras Achnaterum calamagrostis en enkele mooie schermbloemigen met diepe penwortels kunnen groeien. We kijken nu op het 'plan d'eau' onder ons, een oorspronkelijk natuurlijk ontstaan meer in de stuwing van het riviertje de Oule en dan verder afgewerkt tot een zwem- en ploeterplekje voor toeristen. Nu, in Mei, is er gelukkig nog geen toerist te bekennen. Wij, 6 natuurtoeristen hebben het rijk voor ons alleen.

Gorges de l'Oule

We wandelen op dit gemakkelijke en zeer mooie pad naar het begin van de kloof, daar waar de Oule zich een weg gebaand heeft achter de rots van Cornillon door. Maar eerst bewonderen we nog wat warmteminnende plantjes op deze zonnebadende helling. De klassiekers weer, Echte lavendel in gemeenschap met Echte tijm, Gamander en ook enkele pollen Teucrium polium. Ja, sommige planten, die in België niet voorkomen, hebben natuurlijk geen Nederlandse naam. Ook die tijmsoort is wel bijzonder, hij wordt wel met Thymus vulgaris aangesproken maar het is een zogenaamd chemotype met de stof linalol, dat wil zeggen dat hij anders ruikt dan de tuintijm van bij ons, meer zoet citroenig in plaats van scherp harsig (thymol). Zelfs zijn uiterlijk is anders, eerder grijs en kleinbladig.

Aan de ingang van de kloof is een klein strandje, ons geheim zon- en poedelplekje. Je kijkt door de kloof, die ook te bewandelen is, wel gedeeltelijk door het water van de Oule, maar dat gaan we vandaag niet doen: te koud en te hoog water, geen avontuurlijke mensen en we komen ook eerder voor de plantjes en die vinden we niet in het water. Alhoewel in de rotsen halfweg de kloof groeit het mythische Venushaar. Adiantum capillus veneris, zelfs deze verleidelijke, kan ons niet het water inlokken. We kunnen hier ook langs een nevelige waterval helemaal naar een verborgen grot, maar ook dat is vandaag niet mogelijk.

Tijm en anderen

Dus wandelen we terug richting Plan d'eau, eerst nog langs een kleine waterzuiveringsinstallatie en langs de Oule. Hier, in het grind, vinden we veel tweejarige rosetplanten, zoals Toortsen, Slangenkruiden, Reseda's, maar ook veel bloeiende tijm, en niet alleen het chemotype linalol maar ook wat polletjes met thymol. Toch wel bijzonder zomaar in hetzelfde biotoop. Planten in evolutie dus.

We plukken wat bloeiende tijm om er later siroop van te maken. Het is nu ook dé tijd dat deze tijmsoort in het wild en in cultuur geoogst wordt om er etherische olie uit te distilleren. Alleen met het natte en koude weer van de laatste dagen zal dat pas voor de volgende weken zijn.

We picknicken op een echte tafel en bank bij het meer. Wiske blijft wel in beweging, zij kan moeilijk stil zitten en zo komen we nog wat andere planten op het spoor. In een klein moerasgedeelte vind ze Lidrus, geen echte Rus en ook geen lid van de Rus maar een andere, vochtig groeiende Equisetumsoort.

Plan d"Eau

Tevreden wandelen we langs het Plan d'eau, dat nu vrij toegankelijk is maar waar in de zomer wel betaald moet worden. Langs het pad dat ik hier beschrijf kom je er ook in de zomer gratis bij, alhoewel dat niet de bedoeling is en ook enige inspanning vraagt .
We komen nu op de verharde weg bij de ijzeren brug naar de auto toe.We vinden toch nog enkele gewone en bijzondere planten langs de weg. Om te beginnen veel bloeiende kweepeerstruiken met onderbegroeing van Fluitekruid en in de gruishellingen Gele hoornpapaver. Kweepeer is een van de klassieke vruchten, die hier vroeger veel gekweekt werd, en die nu vooral verwilderd voorkomt. Het is het verhaal van vele vruchtbomen, moerbei, kweepeer en lindebloesem, die niet genoeg meer opbrengen en nu een alternatief leven leiden. Er wordt nog wat mee gemaakt maar eerder exclusief, als curiositeit en voor de toerist.

Nog 1000 meter langs de weg naar omhoog en we zijn terug bij de motorhome. Net voor er weer een regenbuitje volgt. Namen van planten klinken nog na in ons hoofd. Dromen we wel eens van Hoornpapaver, Lidrus en Venushaar?

Info Cornillon-sur-l'Oule,

gemeente in de Drôme ( Rhône-Alpes), telt zowat 70 inwoners. Gelegen tussen La Motte-Chalacon en Rémuzat. Het dorpje is gelegen op 560 meter hoogte, maar je kan ook naar het topje van de berg wandelen, naar de ruïnes van het kasteel en genieten van het bijzonder uitzicht over de vallei en je even ook heerser van de streek voelen.

zondag, juli 10, 2011

Kruidenstage

Ondertussen zondag 10 juli.  Iedereen voor de kruidenstage is uiteindelijk geland in Bellegarde. Sigrid en Dick maken de groep compleet. 's Morgens wandelen we via ons ex-huis naar het oude dorp. Bekijken het labyrintje, de oude lindes, het bosje geurende linaloltijm. Ook de hemelsblauw bloeiende, bijna dansende Cigale oftewel Catananche caerulea kunnen we volop bewonderen. Vertrouwdheid hier is er genoeg voor mij, toch is dit niet mijn thuis. Verder wandelend, steken we de weg naar de col Prémol over, naar de vochtige vallei met zijn populieren, ze roepen ons met hun ratelende bladeren, vragen om aandacht. Populus tremula, ratelpopulier en vele anderen bomen zijn blijkbaar vooral geschikt om onze versleten en ontstoken gewrichten te verzorgen. Berk, Es, Wilg. Al lijkt het wandelen wat we nu doen, het beste smeersel voor onze bewegende delen. Bewegen brengt genot, geluk, gezondheid en... ons nu ook naar boven naar het verlaten huis.
Hier en daar vinden we nu ook bloeiende wilde lavendel. Lavandula angustifolia. We plukken kleine boeketjes voor het genot maar ook om straks of morgen een siroop of gelei mee te maken. In de vallei van Marmione vinden we ook nog een veldje akkeronkruiden, vooral de kleine klaproos is nog aardig in rode bloei. Ook enkele Morgensterren toveren hun grote zaadschermen te voorschijn. Een weegbreetje langs de weg, waar anders, verzorgt een bultige beet op een gevoelige plaats en zo ontstaat er toch weer enige harmonie. De natuur bijt, prikt en steekt maar verzacht en troost ook. Planten en mensen. We zijn weer in Bellegarde.

En omdat we toch in Frankrijk zijn, hier de originele tekst over de populier van Dr. Leclerc uit zijn boek Précis de phytothérapie. Wel al gepubliceerd in 1954 maar toch nog de moeite waard om te lezen.

PEUPLIER (Populus nigra L). Synonyme : Peuplier franc (Salicaccées).
Connus surtout comme ingrédients de l'onguent'populeum, les bour­geons du Peuplier qui doivent leur patine dorée à 2 substances colo­rantes, la chrysine et latectocfirys/ne, leur odeur aune huile volatile rappelant celles du baume de tolu et de la camomille et leur astringence à du tanin, renferment, d'après Tilmant, un totum glucosidique, la salipopuline, qui peut être scindé en 2 glucosides distincts, la salicine et la populine. La salicine se décomposant sous l'action de ferments en glucose et en saligénine, l'ingestion de ladrogue aboutit à la mise en liberté, au sein de l'organisme, d'acide salicylique à l'état naissant. Le totum glucosidique, ainsi que l'a remarqué Tilmant, détermine une augmentation de l'acide urique de 38 à 71p. 100 et une diminution de la concentration de l'acide urique sanguin : ainsi s'explique l'utilité des bourgeons de peuplier dans le traitement des manifestât ions névralgiques et arthralgiques liées au rhumatisme chronique (I).

J'ai relaté les observations de deux malades auxquels cette médication fut favorable : l'une concernait une femme atteinte d'arthroses des membres inférieurs avec oligurie et uricémie, l'autre un homme en proie à un rhuma­tisme musculaire des masses sacro-lombaires et à une sciatique opiniâtre. Ils furent considérablement soulagés après avoir fait usage de l'extrait fluide de bourgeon de peuplier à la dose quotidienne de 3 grammes.

En plus de son action uricolytique, le bourgeon de peuplier doit à son essence des propriétés antiputrides qui le classent parmi les balsamiques capables d'assurer l'antisepsie des voies urinaireset de l'appareil respiratoire. J'ai pu le constater chez un malade atteint de bronchite chronique très éten­due avec sécrétions muco-purulentes assez abondantes pour déclencher de fortes quintes et de la dyspsée. Ces symptômes n'amendèrent après qu'il eut pris chaque jour, pendant une semaine, 5 cuillerées à soupe d'un sirop ainsi composé :

Teinture de bourgeons de Peuplier........... 10 g
Alcoolat de Mélisse.................. 20 g
Sirop diacode.................100 g
Sirop d'Erysimum composé............... 270 g (2)

(1) Tilmant. Effets des glucosides des bourgeons de Peuplier sur l'élimination de l'acide urique. C. R. dé l'Acad. de méd., 10 nov. 1936.
(2) H. Leclerc. Les bourgeons de Peuplier. Presse médicale, 22 sept. [934. Les bour­geons du Peuplier. Revue de phytothérapie, déc. 1938.


dinsdag, juli 05, 2011

Onbekende plant?


In de Auvergne, tussen Orcival en Mont Doré, in de buurt van het Lac Guéry vind ik deze samengesteldbloemige plant. Geen Arnica montana, geen Buphtalmum salicifolium maar wat dan wel?

Koe op col


Eens wat anders dan planten, een echte planteneter koe genaamd op de col  de la Croix Morand of col de Diane in de bergweilanden van de Auvergne met Arnica, Gele gentiaan en vele andere vertrouwde planten.


Over Arnica montana

maandag, juli 04, 2011

Bronnen in Chateauneuf-les-Bains


We zijn ondertussen bij Chateauneuf-les-Bains aangekomen. Chateauneuf-les-Bains klinkt groots maar is vandaag een dorp van zowat 300 inwoners gelegen in de bosrijke vallei van de Sioule. Een dorp met oude gezondheidsbronnen. een beetje zoals het Belgische Spa. Ook hier weer de mooie vergane glorie van oude kuuroorden, die men spijtig genoeg wil moderniseren op een welnessmanier, waardoor alle werkelijk leven er uit verdwijnt. Bronnen moeten, wat mij betreft, eenvoudig en bruisend blijven.


Hier in Chateauneuf werd niet zozeer gebaad maar vooral gedronken van het water uit deze ijzer- en zwavelhoudende bronnen. Gezondheidswater tegen bloedarmoede, tegen huidziektes en als bloedzuiverende kuur om de algemene gezondheid te bevorderen. Water het bloed van de aarde. Water dat de krachten uit de grond en uit de planten trekt om zieke mensen te genezen. Een soort kruidenthee rechtstreeks uit moeder aarde.

Over Chateauneuf en de vallei van de Sioule.
La Sioule 
In een toeristisch foldertje klinkt het zo 'Aux confins de l'Auvergne et du Bourbonnais, à l'abri des bruits et des pollutions citadines, ce village des Combrailles est niché au fond d'une vallée souriante où coule une rivière aussi sauvage que changeante, la Sioule, paradis des pêcheurs de truites'. Erg romantisch maar ik kan het mee voelen.
En over de rivier, le Sioule prend sa source près du lac Servières et se jette après 150 km dans l’Allier après Saint-Pourçain-sur-Sioule. Elle arrive à Châteauneuf-les-Bains, après avoir alimenté 2 barrages Fades-Besserve d’une superficie de 400 ha, Queuille sur lequel on peut découvrir un superbe méandre depuis le "Paradis de Queuille" Son cours, au niveau de Châteauneuf, décrit un nouveau méandre : la presqu’ile St-Cyr dont la sauvage beauté séduit marcheurs et pêcheurs.

zondag, juli 03, 2011

Kersenstelen



We zijn nog steeds op weg naar de Auvergne. We rijden tussen Auxerre en Nevers, N-wegen maar ook even een tussendoortje door het bos. De streek blijkt ook gekend te zijn voor zijn kersenteelt. We kopen dan ook langs de weg in de buurt van Gy L'Eveque een kilo zoete, sappige, vlezige, wat warme kersen (voor maar 3 euro) van de boer himself. De laatste oogst van dit jaar, beweert hij.


Als ik zo'n portie lekkere kersen eet, vraag ik me ook af of ik die 'gezonde' steeltjes zomaar moet weg gooien. Cerasorum stipites worden de kersensteeltjes in de oude apothekersboeken genoemd, ze zijn bekend om hun diuretische werking en worden als zodanig ook in vermageringsdieten gebruikt. De bereidingswijze in het Fytotherapeutich compendium van Van Hellemont is als volgt: 6 gr droge kersensteeltjes worden met 200 ml water gedurende 2 uur geinfuseerd. Het infuus wordt dan 10 minuten opgekookt. Drinkt 3 maal daags een kopje.

Dr. Leclerc in zijn 'Précis de phytothérapie' geeft de volgende informatie

CERISIER (Cerasus vulgaris Mill.). (Rosacées).
Toutes les parties du fruit du Cerisier ont joué un rôle en médecine. ' Mésué regardait l'huile extraite de ses noyaux comme un merveilleux remède pour chasser les pierres du rein et de la vessie; N. Lémery décla­rait les cerises « cordiales, stomacales, apéritives et propres à adoucir l'âcreté des humeurs ». Leurs pédoncules ont été utilisés par Tissot pour préparer une infusion agréable et utile qu'il recommandait contre le catarrhe invétéré, et par Cazin qui dit que leur décoction augmente promptement et abondamment la sécrérion urinaire lorsque d'autres diurétiques ont été employés sans succès.
Les queues de cerises constituent, en effet, un des remèdes les plus populaires pour favoriser la diurèse et obvier à l'inflammation des voies urinaires. Voici la recette d'une tisane aussi agréable que rafraîchissante : on fait bouillir dans I litre d'eau 30 grammes (une bonne poignée) de queues de cerises; la décoction est jetée bouillante sur 14 livre de cerises ou de pommes coupées en rondelles, suivant la saison : après un contact de 20 minutes, on passe en exprimant légèrement sur un tamis : on obtient ainsi un joli breuvage qui plaît aux bien portants comme aux valétudinaires.

Op weg naar de Auvergne


Pont-à-Bar en canal des Ardennes. Zondagochtend 3 juli, ontbijt zonder koffie in de motorhome. We staan langs het Ardennenkanaal bij Pont-à-Bar. Sluizen, boten en woonboten incluis. Langs de weilanden in de haag groeien de klassieke struiken vlier, es en meidoorn zelfs met maretakken er in.
Ik laat mezelf uit, bij gebrek aan een hond, een varken of een marmot. Een toerke rond de camper, gelukkig geen lekken nog ander ongerief te ontdekken. Bij de sluis in de verte staat een vergane-glorie-café met de naam Franco-Belge. Toch is er nog leven aan de overkant, er is zelfs een heel haventje te bewonderen.


Vanuit Pont-à-Bar kun je met een drijvend vakantiehuisje de Ardennen vanaf een heel andere kant bekijken. Het is mogelijk om over de Maas en diverse kanalen, zoals Canal des Ardennes en Canal de l’Est, de Franse Ardennen te verkennen. Niet direct mijn lievelingsstreek maar vanaf het water bekeken kan het wel mooi zijn.

Langs het kanaal bloeit nu ook de kattestaart en iets droger in het grind de wilde marjolein. Kattestaart, Lythrum salicaria wordt medicinaal nog weinig gebruikt. Toch is het een goede looistofplant, dus te gebruiken bij diarree en eventueel als bloedstelpend eerste hulp middel. Omdat de hele bloeiende plant kan geoogst worden en het een gemakkelijke groeier is, lijkt mij deze plant ook commercieel wel interessant.

In de Flora Batava wordt gezegd dat de Bladen tot poeder gestoten, zijn door A. De Haan en anderen aangeprezen in den buik- en persloop, als dezelve door verslapping der ingewanden blijft voortduren; doch thans is dit geneesmiddel minder in gebruik.
Huishoudelijk Gebruik. De Plant op de graanbergen en zolders gelegd, weert de schadelijke insekten daarvan af: ook gerekend tot leerlooijen dienstig te zijn (Gledditsch). — Is een zeer aangenaam en nuttig voeder voor al het vee, uitgenomen de Varkens, (Pan Suecus, Schreber) inzonderheid eten schapen gaarne de jonge plant. De Bijen azen veel op de bloemen (Gleditsch).

De geslachtsnaam Lythrum is afgeleid van Lythron (Grieks) en betekent "met bloed bevlekt / bezoedeld". Dit komt door de donkerrode kleur van de bloemen van deze plant of mogelijk verwijzend naar de bloedstelpende werking. Salicaria komt van Salix (Latijn) en betekent "wilg". De kattestaart heeft wilgachtige bladeren.

Maar we staan nog steeds bij het canal des Ardennes en willen verder naar de Auvergne, nog 600 kilometers te gaan.Maar eerst Reims via Flize, Poix Terron, Rethel lang D wegen en niet tebetalen autowegen (pas de péage). Mooie rustige wegen langs de graanschuur van Frankrijk. Het is oogsttijd, dit jaar 3 weken te vroeg. De pikdorsers boren al volop grote gangen door het gele graan .Tarwe vooral maar ook gerst en bruin koolzaad wordt geoogst.

Vlakbij Chalons en Champagne stoppen we op de aire van St Martin sur le Pré, wel met zicht opeen grand surface maar toch met veel bijzondere planten langs de rand. Kroonkruid, klaprozen maar ook veel wilde weit, nu zijn ze ver uitgebloeid, ook al veel te vroeg, maar ik herinner mij hetzelfde plekje nog van vorig jaar. Het braakliggend terrein achter de aire is nu maisakker geworden. Wij picknicken hier in onze camper en drinken een café long uit de automaat.

En dan weer wat panoramisch rijden. Langs Chalons, Troyes en Auxerre. We stoppen langs de N77 in Lordonnois, gewoon omdat daar een café de commerce open is, zelfs met een terras. Pastis en grand café samen goed. Ik ga ook naar het toilet, vooral ook om mijn eigen rijdend WC te 'ontlasten'.
En dan dus weer wat rijden naar Nevers, D wegen maar ook even een tussendoortje door het bos langs ... en dan komen we terug op de Dweg. De streek blijkt ook gekend te zijn voor zijn kersenteelt. We kopen dan ook langs de weg in de buurt van Gy L'Eveque een kilo zoete, sappige, vlezige, wat warme kersen (voor maar 3 euro) van de boer himself. De laatste oogst beweerde hij, morgen is het gedaan.

Clamézy, Varzy via Champlemy.

In Prémery tanken we bij Carrefour Market, de motor draait nog altijd op diesel waarom geen lucht. We beginnen langzamerhand te zoeken naar een kampeerplaats, een dorp, een klein stadje, langs een rivier. We zoeken nu wat andere wegen op, langs de Loire lukt niet, ook de rivier de Allier is in de buurt. Of is een dorp met een pittoreske naam ook aantrekkelijk? Zo komen we in St Pierre le Houdier, toch niet dus even verder tot het eerste dorp bij de Allier, Veurdre noemt het, we vinden een plein met oude, geknotte platanen voor ons alleen. Dat moet het dan worden voor vannacht.
Veurdre lijkt net zoals vele andere Franse dorpen verlaten, de luiken potdicht, de mensen binnen achter hun televisietoestel. Al weet is dat niet zeker, want ook geluiden dringen niet door naar de straat. Smorgens vroeg blijken alle Franse werkmensen, goed uitgeslapen met hun koelbox onze parking te bezetten. Dus ook wij zijn er vroeg uit en snel weer op weg

zaterdag, juli 02, 2011

Zomerochtendliedje, een intermezzo

Ontwaakt, ontwaakt wie slaapt en droomt!
Het goud heeft reeds de kim gezoomd; 
Het licht beschildert woud en akker; 
De dauwdrop glanst op bloem en kruid; 
De klepel heeft al vijf geluid: 
De velden in! de veeren uit! 
Het schaatrend bosch is wakker.

Gorges de Sioulet

Naar buiten op! naar dreef en beemd, 
Eer de arbeid weer een aanvang neemt : 
De tijd snelt heen op rappe vlerken. 
De veeren uit! het uur besteed, 
Eer 't in de stad weer ochtend heet: 
Veel zoeter, zeker, is het zweet 
Bij 't wandlen dan bij 't werken.


o, Zalig, die der steden rook 
Zijn leven lang in 't veld ontdook 
En al haar zonden, al haar zorgen ; 
Die, onbenaauwd door wal en muur, 
In d'open tempel der natuur 
Mogt danken ieder avonduur, 
Mogt bidden elken morgen ! 

En gluurden wij eens weer, ter sluik, 
Er zijlings in door haag en struik, 
Nu weer aan 't beuslen en bedrijven! 
Geen uitvlugt baat, geen klagen, neen ! 
De morgen vlood, de dag verscheen : 
Terug naar huis ! wij moeten heen : 
't Gelukkig vee mag blijven. 

Fragmenten uit Zomerochtendliedje van Hendrik Tollens (1780-1856), Nieuwe gedichten. Dit gedicht klinkt bij de reklamegoden van Google blijkbaar zeer bijbels, waardoor ik reclameboodschappen krijg over God, bijbel en ondergang van de wereld. Misschien moet ik enkele vloeken laten om de reclames te veranderen. God ver domme, Non de dieu, Kloterij.

zondag, juni 26, 2011

Col de Montseti

Bij refuge du Ruitor
Wandelen in de bergen. Het genot en het gevaar van de natuur, je weg zoeken, moe en bezweet, voelen dat je leeft. Vandaag willen we via de refuge du Ruitor naar de col de Montseti 2550 meter en langs het Lac Noir naar beneden tot aan de refuge Archeboc om dan in een grote bocht terug bij de auto's uit te komen.

We rijden naar St Foye Tarentaise, draaien dan omhoog naar Mazure en naar Le Crôt en nog steiler tot 1700 meter naar de eindparking van La Valonne. We zijn in de Franse Alpen, de Vanoise en het is zondag. Er zijn dan ook wat meer wandelaars, vooral dagjesmensen in de bergen dan gewoonlijk. Ook jonge mensen, die zelfs met stokbrood in de hand en sandalen aan de voeten naar boven trippelen. Moet kunnen vind ik en hopelijk willen ze alleen maar een mooi picknickplekje vinden bij een meer. Wij, de bende van M., wisselend gezelschap maar bekend met mekaar, toeren al een weekje rond in onze geliefde bergen, we hebben dus al wat training achter de rug en dus ook al enige conditie opgebouwd. Vijf dagen zeven uur per dag stevig stappen.

donderdag, juni 23, 2011

Tignes le Lac, Col du Palet en verder

Er werd regenweer voorspeld. Toch rijden we met de auto via Bourg St Maurice naar Tignes. Tignes le lac lijkt wel een grootstad: buildings, tunnels, ondergrondse parkeerplaatsen. Een wintersportcentrum in de zomer altijd een beetje triest. En het regent hier dan nog ook.Het enig leuke aan die skistations is dat wij wandelaars op hoogte kunnen vertrekken voor onze bergwandeling. Nu treuzelen we even in een brasserie. Koffie, warme chocolademelk en andere drankjes moeten ons helpen om een beslissing te nemen. Toch vertrekken we uiteindelijk te voet met rugzak, poncho en zelfs paraplu naar de col du Palet 2653 meter. Klimmen dus door bloemrijke bergweilanden maar aan deze kant van de col ook skiliften, die gelukkig niet werken. Op de sneeuwvrije skibanen ziet zelfs het gras er triestig uit. Het duurt tot op de col voor we die ijzerwinkel, kaalslag en buildings achter ons hebben gelaten. 


Over de col duiken we de echte natuur in, het nationale park van de Vanoise. Onder ons ligt de refuge van col du Palet, het meer van Grattaleu.... en aan deze kant is zelfs de regen wat vriendelijker uit de lucht gaan vallen. De schoorsteen van de refuge rookt en dus kunnen we ons wat opwarmen, drogen en beschut picknicken. Daarna kunnen we met goede moed weer verder dalen richting Rosuel, en zelfs de zon wil wel eens even door de wolken piepen. Maar eerst komen we nog bij het 'lac de Grattaleu', een echt gebergtemeer gelegen op 2512 meter.


Zo schreef een Franse bergliefhebber over zijn meer: Il est banal de dire d’un lac qu’il est magnifique, et pourtant tel et bien encore le cas du lac de Grattaleu. C’est à la tombée de la nuit ou au petit matin qu’il est le plus beau. A l’abri du vent, les montagnes se mirent parfaitement dans ses eaux calmes d’un bleu profond. Les alpages verdoyants où 250 tarines (je les ais comptées) paissent tout l’été contrastent avec l’Aliet qui dresse sa silhouette rocheuse au-dessus de la verdure et avec la blancheur des glaciers du dôme des Platières. 

woensdag, juni 22, 2011

Wandelen naar Lac de l'Etroit

We vertrekken vanaf onze refuge Rosuel en wandelen voor de verandering heel even naar beneden langs de bloeiende weilanden. Het is nu het moment om te genieten van de witte bereklauw, de gele grote ratelaar, de esparcette en de roze adderwortel. Ook de zwarte rapunzel en natuurlijk de morgenster, hoe kan het anders, is 's morgens geel bloeiend van de partij.

Bij Les Lanches via een verlaten lood en zilvermijn klimmen we het hellingbos in. We zijn hier op 1524 meter en willen naar een meertje Lac de l'Etroit op 2166 meter. De lariksbossen hier zijn van een betoverende schoonheid en ze verbergen op de koop toe een bijzondere onderbegroeiing. De hengel, maar ook dalkruid, leverbloempje en keverorchis. Hoger in de helling martagonlelie, donkere akelei en buxusvleugeltjesbloem. Nog hoger en vochtiger groeit massaal Adenostyles, een stevige plant met een verkoelend blad. Ik noem hem zweetblad omdat hij voor mij als verfrissend zweetdoekje dienst doet, anderen spreken over de kale klierstijl. Ja, dat krijg je als zo'n uitheemse plant geen officiële Nederlandse naam heeft. We verzinnen dan zelf een naam tijdens het gestaag stug stijgen.

Even in de regen naar het lac de l'Etroit
We zijn ondertussen bij Les Grandes Baraques aangekomen op 1992 meter net voorbij de boomgrens en dus weer in de bergweilanden. Het weer is zeer wisselend vandaag, zwaar bewolkt, winderig. Nog even klimmen en dan komen we bij het meer. We zijn op hoogte en kijken 600 meter lager op Nancroix. Picknicken bij het meer is vanzelfsprekend, het brood en de beaufortkaas ook.
Het water in het meer staat hoog, want zowel het sintjanskruid als de kratzdistel staan in het water en dat is zeker niet hun natuurlijk biotoop. Aan de overkant van het meer kunnen we beter niet zitten, daar rollen de rotsblokken van het Pointe de Friolin naar beneden.
Na het eten klimmen we toch nog een stukje hoger naar Croix Bozon, daarna volgt een grillige afdaling.  Eerst in witte rotsen om daarna opnieuw op het nu glibberige bospad. Na de regenbui zijn de boomwortels verraderlijk glad geworden. Gelukkig zorgen de lariksnaalden en onze stevige schoenen voor enig houvast.

Gele monnikskap bij lac de l'Etroit
Aconitum vulparia
 Dalen, dalen dus maar deze keer voorzichtig. Ook nu begeleiden de net nog niet open wollige knoppen van de Martagonlelie, de donkere akelei en de eenbes ons naar beneden. Dalen langs ruisseau Nant Benin tot Pont Romano (1430). Hier stort le torrent de Ponturin schuimend en bulderend zijn water onverbiddelijk de diepte in. Stromen doet het al eeuwen, voor hoelang nog als de gletsjers wegsmelten? 

Zicht op Nancroix
In tegenstelling tot de rivier rusten wij even. Ik drink zelfs wat water uit een gootje, spoel mijn kop in een plas en dan de laatste kilometers stroomopwaarts terug naar Rosuel. We kruisen nog enkele andere fabrieksruines ancienne mines de plombes, ook het herenhuis Le Palais van de voegere directeuren en de mijnschool wandelen we voorbij.En dan is onze cirkel voor vandaag weer rond. Nu ja rond. We zijn in elk geval terug op ons beginpunt. Terug naar af. Hebben we vandaag iets geleerd? Heeft ons lijf geluisterd? Het bloed stroomt, de spieren spartelen. Morgen is weer een nieuwe dag.

Een plantje onderweg: Martagonlelie, Turkse lelie / Lilium martagon
De Turkse lelie groeit op vochtige en voedselrijke grond vooral in de hellingbossen. In berggebieden is de Turkse lelie indicator voor een vrij natte tot zeer vochtige plaats. Van nature komt deze lelie in de buurt van bergbeken voor,
Dodonaeus over de martagonlelie. Dese bloeme heet in Griecx Hemerocallis. In Latijn Lilium sylvestre. Tot sommighe plaetsen in die Apoteken Affodillus/ ende voor die rechte Asphodelus niet sonder groote dwalinghe ghebruyckt. In Hoochduytsch Goldtwurtz und Heidnischblumen. Hier te lande Lelikens van Calvarien/ Heydens bloeme ende wilde Lelien. In Franchois Lys sauvage. Galenus scrijft dat die wortelen van deser bloemen/ den wortelen van witten Lelien van natueren
.

maandag, juni 20, 2011

Refuge de Rosuel


Vanoise maandagavond 20 juni. Na een dag péage rijden komen we rond vijf uur aan bij refuge de Rosuel. De poort naar het Parc National de la Vanoise. Het eco-grasdak bloeit. Margrieten, rode klaver en blaassilene worden rood verlicht door de ondergaande zon, de heldere sneeuw hoog boven op de Mont Pourri glinstert ons tegemoet. Morgen wandelen we de sneeuw tegemoet. Nu, willen we alleen maar eten en slapen. Het avondmaal is een aangename verrassing, het dessert een eetbaar bordje vol verse roze frambozen. 


zondag, juni 19, 2011

Verbena hastata

Vandaag op de valreep, want morgen vertrek ik naar de Alpen, nog wat zaailingen van Verbena hastata uitgeplant. De Verbena's worden niet veel meer gebruikt in de fytotherapie en het is vooral onze inheemse Verbena officinalis die een lange tradities van hormonaal en ander gebruik heeft gekend. Toch is ook de Verbena hastata bij de Amerikaanse Indianen als medicijn bekend.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/35319-ijzerhard-oude-glorie-opnieuw-te-ontdekken.html
Verbena hastata - Plants For A Future database report
Is Verbenin a Cure for Epilepsy? | Henriette's Herbal Homepage
Verbena Hastata. Blue Vervain, Simpler's Joy. | Henriette's Herbal Homepage
Verbena. | Henriette's Herbal Homepage
Verbena.—Vervain. | Henriette's Herbal Homepage

zaterdag, juni 18, 2011

Origanum, Bastin en de bijbel


Bij kruidenkwekerij Bastin in Aalbeek een hele dag rond gesnuffeld samen met enkele cursisten van de herboristen opleiding. Veel plantjes gezien en geroken maar weinig gekocht, dan toch de mythische Za atar of de hyssop uit de Bijbel aangeschaft. Deze zogenaamde hyssop was waarschijnlijk Origanum syriacum. De hysop-oregano dus, in offerbloed gedoopt, was het zinnebeeld van de reinheid der ziel. Zelfs bijbel-leken kennen wel de tekst uit psalm 50:8 ‘Besproei mij met hysop en ik zal gezuiverd worden, was mij en ik zal witter worden dan sneeuw’. 

Waar een bezoekje aan een plantenkwekerij allemaal toe kan leiden. Zou het omgaan met planten voor mij en anderen dan toch religieuze dimensies aannemen. Ja, soms lijkt het gebogen drentelen langs de plastic kruidenpotjes wel op een bedevaart, het biddend prevelen incluis. Vitex agnus castus, Capsela bursa pastoris, Salvia divinorum, Mandragora officinarum....... zorg dat ik eeuwig blijf leven, amen.


Dus over de Origanum syriacum
Zelfs Dodonaeus vermeld deze Origanum en verwijst ook weer naar Dioscorides. Dese Marioleyne wordt nu ter tijt ghehouwen voor dat cruyt van Dioscorides in Griecx Maron In Latijn Marum gheheeten wordt/ ende es hier te lande Engelsche Marioleyne ghenaempt.
Van noch een andere Marum scrijft Galenus libro de Antidotis primo/ dat met sijnen goeden rueck/ die edele Marioleyne te boven gaet/ dat noch ter tijt onbekent es.
Over de Cracht ende werckinghe zegt hij Marum es van natueren/ crachten ende werckinghe der watermunte als Dioscorides scrijft seer ghelijck/ ghestooten oft ghewreven eest seer goet gheleyt op die voorts etende sweeringhen/ ende dient seer wel tot alle coude ghebreken. 

Word vervolgd!

http://bastin.nl/

maandag, juni 13, 2011

Moederkruid


Ook moederkruid Tanacetum parthenium kan nu geoogst worden . Het is de hele bloeiende plant die gebruikt wordt om tinctuur of extract te maken. Dit mooi en makkelijk sierplantje is hét kruid tegen migraine en hoofdpijn.

Reeds in de tijd van Dioscorides werd de plant gebruikt tegen menstruatieklachten en hoofdpijn. In de Middeleeuwen werd het als hoofdpijnmiddel gekweekt in de kloostertuinen. Ook als koortswerend kruid was de Feverfew toen bekend. Vooral in Engeland werd het Moederkruid populair door de publicatie van de beroemde herbalist John Gerard ‘Herball’ (1597). Hij schreef ‘gedroogd en verpulverd, twee drachmen vermengd met honing of zoete wijn, verdrijft het flegma en zwaarmoedigheid, het is goed voor allen die draaierig in het hoofd zijn, of die de duizelingen hebben, genaamd vertigo’.


Feverfew (Tanacetum parthenium L.) (Asteraceae) is a medicinal plant traditionally used for the treatment of fevers, migraine headaches, rheumatoid arthritis, stomach aches, toothaches, insect bites, infertility, and problems with menstruation and labor during childbirth. The feverfew herb has a long history of use in traditional and folk medicine, especially among Greek and early European herbalists. Feverfew has also been used for psoriasis, allergies, asthma, tinnitus, dizziness, nausea, and vomiting. The plant contains a large number of natural products, but the active principles probably include one or more of the sesquiterpene lactones known to be present, including parthenolide. Other potentially active constituents include flavonoid glycosides and pinenes. It has multiple pharmacologic properties, such as anticancer, anti-inflammatory, cardiotonic, antispasmodic, an emmenagogue, and as an enema for worms. In this review, we have explored the various dimensions of the feverfew plant and compiled its vast pharmacologic applications to comprehend and synthesize the subject of its potential image of multipurpose medicinal agent. The plant is widely cultivated to large regions of the world and its importance as a medicinal plant is growing substantially with increasing and stronger reports in support of its multifarious therapeutic uses.