vrijdag, mei 21, 2004

Kruidig wandelen in de flanken van de Vercors

De herboristenvakantie is in volle gang.Vandaag in al mijn onschuld nog maar eens gewandeld bij de abdij van Valcroissant. Dé plaats waar wij vele jaren onze kruidenvakanties organiseerden. Een mooie, reeds eerder gedane wandeling maar nu in een ander seizoen. Maakt dat het verschil tussen een goede wandeling en een spectaculaire wandeling?

Het begon al met de Gele gentiaan, alleen de stoere maar toch stijlvolle Hosta-achtige bladeren groeiden langs de kant van de weg, daarna kwamen de bloeiende Bijenbladeren, Mellitis melissophyllum en de vele Orchideeën, maar daar waren we al aan gewend Na een redelijke klim naar de col de l'abbey en de col de Fauchard tot 950 hoogtemeters, bleven we rustiger stijgen en dalen in de forse flanken van de Glandasse (het zuidelijkste gedeelte van de Vercors). Wat plantengroei betreft, begon het toen pas. Ik zag al een tijdje een vreemd, gesplitst blad, dat ik niet kon thuis brengen. Dus zei ik maar niets. Eerst dacht ik aan de Salomonszegel, daarna aan.., tot we plots een opgeschoten exemplaar vonden en de plantenpuzzel in mijn hersens op zijn plaats viel: een Lelie… een Martagonlelie, dus vele Lilium martagon en bijna tezelfdertijd aan de andere kant van het smalle pad weer enkele andere onduidelijke bladeren, tot ik 2 meter verder, mij omdraaiend, van emotie bijna naar beneden viel, een bloeiend Vrouwenschoentje. De hele groep in vervoering en ontroering voor ons eerste Vrouwenschoentje, de Cypripedium calceolus.

Meer planten moeten er nu niet meer komen. Kunnen we er nog wel meer aan? Kunnen we nu in rust en tevredenheid het mooie pad verder uitwandelen? Maar toch is het plantengeweld nog niet gedaan. Een kwartier later, in een gruishelling Atropa belladonna, een echte plant voor herboristen en echte heksen en nog later op een rotsuitsprong met uitzicht richting Abdij van Valcroissant, lijkt het wel alsof we op een Afrikaanse hoogvlakte terecht kwamen bij een grote groep forse, bloeiende, lelie-achtige planten, niks minder dan een vluchtwitte affodils.

Nu rest er alleen nog een lange afdaling naar de abdij. Van de hoge, warme, witte flanken van de Glandasse komen we terecht in het lager gelegen donkere, koele en geheimzinnige Buxusbos om uiteindelijk een beetje moe maar tevreden bij de geduldig wachtende auto's uit te komen.
Ja, er blijft bij mij nog altijd enige verwondering, niet alleen over de planten maar ook over het feit dat we na zo'n wandeling toch altijd weer op onze vertrekplaats terecht komen en dat de auto's er meestal ook nog staan.


zondag, mei 16, 2004

In de Drôme: Bellegarde en Diois

Bellegarde en Diois
Al weer terug in de Franse Drôme.  Dit word meer het dagboek van ‘Terug naar de Drôme'.

Een vruchtbare dag vandaag. Smorgens Lavandin ‘Grosso' gekocht gewoon op de markt in La Motte (80 eurocent, met 5 cent korting) voor mijn ‘productietuin' in Bellegarde. In de namiddag enkele afspraken gemaakt voor onze kruidenstage. We kunnen op vrijdag bij Claire het distilleren van Pinus sylvestrisnaalden gaan bekijken. Ze rooien daarvoor hele bomen in de helling achter hun huis. Schrik niet! Ze zorgen zo dat de onderbegroeiing van eik meer groeikansen krijgt, het dennenhout dient voor verwarming in de winter en de naalden worden tot etherische olie verwerkt.

gentiaan
Na het bezoek aan Claire rijden we naar Phytosan een Frans kruidenverwerkend bedrijfje in het stadje Die met een Vlaamse eigenaar. Er is hier veel veranderd, een heel nieuw gebouw, de zaken gaan blijkbaar goed maar we worden zoals gewoonlijk wel vriendelijk ontvangen. Ik maak wat afspraken voor de volgende kruidenstage in juli. Deze week komt er ook een groep Belgische winkeliers op bezoek onder begeleiding van Ted den herborist, een oud-student van mij.
Bij het terugrijden naar Bellegarde, net voorbij het dorpje Joncheres* , zien we in de rotshelling, zomaar langs de rand van de weg, bloeiende blauwe gentianen en nog wel die van Koch, of Gentiana clusii. Mooie planten om gewoon van te genieten, als herborist hou ik natuurlijk ook van de gele gentiaan omdat we van de wortels lekkere likeuren en aperitieve drankjes kunnen maken. Ook die vinden we hier in de buurt van Joncheres maar dan moeten we wel een stevige lichamelijke inspanning leveren helemaal naar de col de Volvent. Dat zal niet voor vandaag zijn.

*Jonchéres, vanaf Bellegarde eerste dorpje voorbij de col de Prémol richting Luc-en-Diois, hoogte 911. Etymologie, van lat. juncus, plaats met veel brem. In 1836 woonden er nog 339 zielen, nu nog een dertigtal lichamen. In 1929 ontdekte men in een oude muur een schat van 195 zilveren munten. ‘Un heureux coup de pioche' was dat. Wandelingen: Omhoog naar de col de Volvent, waar Gele gentianen en Echte lavendel broederlijk naast mekaar groeien. Omlaag de gorges in, om dan via de vallei van … op te klimmen naar de col de Prémol.

woensdag, mei 12, 2004

Verjaren met Schisandra

Twaalf mei. Ik ben jarig, word 60 vandaag. Als geschenk een weekendje naar de Ardennen. Twee tuincentra bezoeken en een wandeling in de vallei van de Molignée. Ben ik met weinig tevreden?

Zoeken moet je ze wel, die speciale tuincentra, alsof ze niet graag bezocht worden. Voor de eerste keer naar ‘Plantes Vivaces' in Gesves of beter enkele kilometers buiten Gesves, in de rue des Carrières ergens op het plateau, in een weiland verstopt achter een bosje.
We zijn op zoek naar Ginseng en mijnheer ‘Vivaces' had ons gezegd dat hij ‘seme parfois du ginseng'. Helaas nu had hij geen ginsengplanten, maar wel enkele verwante Araliasoorten. Dus hebben we de Aralia cordata maar gekocht. Verder Hierochloe odorata, herbe à vanille, een geurend gras dat bij protestante erediensten verbrand werd in plaatst van wierook.
Ook Artemisia pontica, familielid van Bijvoet en Alsem en Schisandra chinensis hebben we hier gevonden en daar ben ik bijzonder blij mee omdat we al enkele jaren onderzoeken welke adaptogenen (Rhodiola, Ginseng, Eleutherococcus) hier bij ons kunnen groeien.

Deze Schisandra of Wu Wei Tza, het vijf smakenkruid, is een van de vele toniserende planten uit China en kan in België als sierlijke klimplant in de tuin gebruikt worden. De bessen met hun veelzijdige smaak vertegenwoordigen de Chinese vijf elementenleer en zouden een harmoniserende werking hebben. Als de plant na enige jaren volwassen is verschijnen in de lente de trossen met lichtroze, hangende bloemen gevolgd door aren met felrode bessen. Deze bessen hebben een rustgevende en stimulerende werking. Je zou kunnen zeggen, dat dit de klimmende Ginseng is…

Schisandra enjoys its widest use as an adaptogen. Studies on schisandra as an adaptogen have been performed since the 1950s in athletes, telegraphists, airline attendants and soldiers, though the early studies were not particularly well done.
Doses of 350-6000 mg of whole berries or 2 g of extract increased stamina and recovery time
after exercise, improved the ability to perform concentration-intense tasks, and decreased fatigue. Numerous studies in race horses reported enhanced physical performance, faster recuperation and improved serum parameters. In rats, tolerance to  heat and cold extremes was improved, whether schisandra was administered before or after insult. Sleeping time after administration of sedatives was also reduced. Other effects reported for schisandra include: antidepressant, anti-convulsive, antidysentery, labor-stimulating and visual improvement.

AHP Monograph on Schisandra. Roy Upton, ed. Schisandra berry (Schisandra chinensis): Analytical, quality controland therapeutic monograph. American Herbal Pharmacopoeia and Therapeutic Compendium, Santa Cruz, CA, 1999, pp. 1–25.



zondag, mei 02, 2004

Open tuin in Keerbergen

Rosmarinus officinalis
Open tuin in Keerbergen, redelijk weer en goede belangstelling. Ik haal de cursisten van de herboristenopleiding naar hier en zorg zo zelf voor een publiek met meer dan gemiddelde interesse.
Twee planten voor het geheugen staan nu fris en broederlijk naast mekaar in de voortuin, de Ginkgo en de Rozemarijn. Ze kunnen allebei nu geoogst worden, van de Ginkgo het nieuwe blad en van Rozemarijn het blad en de bloeitoppen. Ik maak er op mijn manier aftreksels van op alcohol, 100 gr blad met 500 cc ethanol van 45° een week laten trekken (macereren bij 20°), uitzeven en afvullen in flesjes. Hiervan smorgens 50 druppels Rozemarijn en savonds 50 druppels Ginkgo gebruiken gedurende 3 weken. Heeft vooral een invloed op de circulatie en zuurstofvoorziening van de kleine bloedvaten en kan op die manier de hersenfunctie ondersteunen.

Ondertussen worden mijn studenten in de tuin overstelpt met informatie, gelukkig ondersteunt door geur, kleur en smaak van de vele planten. Niet alleen Ginkgo en Rozemarijn, maar ook de aroma's van citroenmelisse, bergsteentijm en tijm prikkelen de hersencentra en andere organen.
Ook de giftige en hallucinerende Wolfskers in mijn schaduwtuin heeft een invloed op het centraal zenuwstelsel. Alleen veel te sterk om zomaar mee te experimenteren. De plant bevat atropine, een stof met invloed op het vegetatieve zenuwstelsel, als je het blad of de bes op eet, wat je niet geraden is, zet je er letterlijk grote ogen van op. Het pupilverwijdend effect wordt nog altijd gebruik bij oogonderzoeken. Vroeger gebruikten vrouwen het sap als schoonheidsmiddel om grote ogen te krijgen, cosmetica die me toch iets gevaarlijker lijkt dan een zwart lijntje rond je ogen te trekken.

maandag, maart 01, 2004

Wandelen in Bellegarde. Over knoppen.

Bellegarde-en-Diois
Maart: knoppen en scheutentijd.


Te oogsten:Als geneeskrachtige plant: nog altijd wortels en wortelstokken van Heemst, Paardenbloem, Smeerwortel; maar vooral knoppen van Zwarte bes (Ribes nigrum), Es (Fraxinus), Zwarte populier (Populus nigra), oogstbare bloemen zijn er nog niet veel, eventueel Sleutelbloemen (Primula veris, P. elatior en P. acaulis, deze zijn wel zeldzaam en beschermd in Vlaanderen, dus kweken in eigen tuin)

Als voedsel: scheuten van Hop, maar ook scheuten van Wilde asperge (Asparagus acutifolius), Spekwortel (Tamus communis), Sarsaparilla (Smilax), Muizedoorn (Ruscus) en Salomonszegel.
Gebleekte of zeer jonge bladeren van Paardebloem, Berenklauw, Wilgenroosje (Epilobium), Brandnetel (Urtica) ,Kaasjeskruid (Malva)en Weegbreesoorten (Plantago).
De jong bladeren van de akkeronkruiden Kleine veldkers, Vogelmuur, Melde (Chenopodium album) en Zuringsoorten zijn zeer smakelijk, goed te gebruiken in salades, soepen, aardappelpuree of rijst.

1 maart: mijn laatste dag in Bellegarde-en-Diois. Vandaag 2 soorten wandelen beoefend.
Eerste soort wandelen: rustig rondsnuffelen, bewegen om wat plantjes te bekijken, te ruiken. De helling op achter ons huis. Al een beetje bekend maar toch nog veel te ontdekken. Muurresten van lang vervlogen menselijke aanwezigheid, nog nauwelijks herkenbaar. Nu bevolkt met toortsen, slangekruiden maar ook met lavendel en tijm.
Tweede soort wandelen: tegen de avond stevig dezelfde helling op, over de kam, de paden en de planten voorbij, in mijn zweet des aanschijns naar de top en dan in een droge beekbedding hals over kop naar beneden, een met de natuur als vloeiend water.
Plots trekt een open plek mijn aandacht. Ik ben op zoek naar een wilde open plaats om mijn Rozenwortels te telen. Zou zo'n adaptogeen om zijn geneeskrachtige kwaliteiten te behouden niet juist op zo'n ruwe, geheime en moeilijk bereikbare plek moeten groeien?

Vandaag ook, op de valreep, nog wat knoppen van Es en Populier geplukt om er een glycerinemaceraat mee te maken. De knoestige oude populieren hier in Bellegarde zijn op geen enkele manier te vergelijken met de gladde, rechte luciferpopulieren uit België. Dus als ik nog wil genieten van de kracht van deze eerbiedwaardige bomen moet ik op mijn laatste dag in Bellegarde nog snel wat plukken. De plakkerige populierknoppen ruiken naar vanille ,hars en oosterse myrrhe, gemengd met alcohol en glycerine verkrijg je een bijna mystiek aroma.

In de gemmotherapie, niet de chemotherapie, worden meestal knoppen van bomen en struiken afgetrokken in een mengsel van alcohol, glycerine en water, waardoor je een extract krijgt, die te vergelijken is met een tinctuur. Knoppen bevatten meestal meer werkzame stoffen dan de andere delen van de plant, vooral hormonaalachtige stoffen, enzymen en aminozuren, waardoor de werkzaamheid van de gemmomiddelen meestal krachtiger is. Ze hebben vooral een drainerende, zeg maar een bloedzuiverende en een ontstekingswerende werking en zijn dus bijzondere geschikt om in voorjaarskuren verwerkt te worden.
Gemmomiddelen stimuleren het R.E.S., het reticulo-endotheliale systeem, dat zorgt voor het neutraliseren van gifstoffen in het lichaam. Naast de algemene zuiverende werking heeft elk gemmomiddel ook een specifieke werking op een bepaald orgaan of orgaansysteem. Zo werkt de Es op het urinezuurgehalte in het bloed en is dus te gebruiken bij jicht. De Populier werkt vooral op de slagaders van de onderste ledematen, te gebruiken bij krampen in benen en voeten. Maar is ook een goed middel bij gewrichtsontstekingen. De Zwarte bes, het belangrijkste middel in de gemotherapie, werkt op de bijnierschors en heeft een lichte cortisone-achtige werking, wordt vooral gebruikt bij gewrichtsontstekingen en bij allergie. De Lijsterbes verbetert de tonus, de spankracht van de aderen en is dus aangewezen bij spataderen of bij circulatieproblemen in de overgang.

Al deze knoppen kunnen nu in de loop van de maand maart geplukt worden. Ik meng meestal 100gr knoppen met 1 liter van een mengsel, dat bestaat uit 330 cc ethanol van 90°, 330 cc glycerine en 330 cc gedistilleerd water, dit alles 2 weken laten trekken, uitzeven en uitpersen en hiervan 2 maal daags 50 tot 100 druppels gebruiken.

zaterdag, februari 28, 2004

Wilgen in Bellegarde

We snoeien wat mooie gele soepele takken van een schietwilg. Nu niet om van de schors een tinctuur te maken, maar wel om er het geraamte van een lamp mee te construeren.
In een van de oude populieren ontdek ik een brok hars vermengd met bevroren water (ijs dus) van wel 40 cm lang. Ik neem een stuk mee om te laten ontdooien. Een nieuwe bereidingswijze??
Er wachten nog allerlei boomknoppen op mij om er glycerinemaceraten van te maken. Alleen is het nu veel te koud en ook nog enkele weken te vroeg. Misschien krijg ik begin april nog een kans. Van Grove den, Linde en Zwarte bes moet het dan nog kunnen.
De zwarte bessen knoppen als glycerinemaceraat zijn vooral bekend om hun stimulerende werking op de bijnieren (cortisone-like) en worden daardoor gebruik bij reumatische en allergische klachten. Voor de gewrichten is Zwarte bes goed te combineren met Esblad en Berkensap.  

S’avonds in Bellegarde nog even alleen de donkerte van de natuur getrotseerd. ‘Het is toch pikkedonker’ zegt Marleen en gelijk heeft ze. Maar toch trek ik er op uit, de donkere silhouetten van de populieren tegemoet. Af en toe lijken ze werkelijk in beweging te komen, inbeelding natuurlijk, tot dat er echt een populier met een hoed op en een zaklamp onder zijn tak mij passeert en zelfs gewoon goeden dag zegt. De wonderen zijn dus toch de wereld nog niet uit.

Over de wilg
De geneeskrachtige eigenschappen van de wilg zijn al sinds de Oudheid bekend. In het verleden gebruikte men niet zoals tegenwoordig de schors, maar de bladeren. In de traditionele volksgeneeskunde paste men het blad van de schietwilg voor bij de behandeling van koorts, kiespijn, koliekpijnen, hoofdpijn en andere aandoeningen met een “hitte”-component. Men zette bijvoorbeeld thee van de bladeren, welke uiterst onaangenaam smaakt. Geneesheren schreven de schietwilg het meest voor bij reumatische aandoeningen met ontstekingen en pijn, bij jicht en bij griep of luchtwegcatarren. Tegen roos nam men aftreksels van het blad. Culpeper schreef in 1653 over de plant “de bladeren houden de hitte van de lust in man en vrouw tegen en doven deze als ze te lang gebruikt worden; de zaden hebben dezelfde uitwerking”.

Het was een van de eerste geneeskrachtige planten waar wetenschappers onderzoek naar deden. In de 19e eeuw kon de Franse chemicus Leroux als eerste een werkzame stof identificeren en hij noemde deze stof salicine. In 1852 lukte het chemici salicine synthetisch te bereiden, vanaf 1899 volgde daar een minder maagslijmvlies irriterende en beter smakende variant op, het acetylsalicylzuur. Felix Hofman, een chemicus van het Bayerconcern in Duitsland, slaagde er in een nieuw geneesmiddel te vervaardigen en het aspirientje was geboren. Tegenwoordig behoort aspirine tot de groep van meest 
gebruikte geneesmiddelen.

De pijnstillende werking van de wilg is al in de oudheid beschreven. Kleitabletten uit Assyrië en Babylonië bevatten voorschriften met wilgenblad. In Egypte worden in het Nieuwe Rijk vaak wilgen in tuinen aangetroffen. Niet alleen het blad, maar ook de bast wordt bij pijnlijke wonden, ontstekingen en zwellingen gebruikt. Hippokrates past aftreksels van wilgenbast toe om pijn bij de baring te bestrijden. Zijn navolgers van de School van Kos gebruiken het tegen pijnen en koorts. Celsus past een azijnextract van wilgenblad toe tegen een pijnlijke baarmoederverzakking en Dioscorides maakt warme omslagen met wilgenblad en -bast bij reumatische pijnen.

vrijdag, februari 27, 2004

Markt in Die

Zonnig maar zeer koud. Op de markt in Die draait de ijzige wind rond de kathedraal en striemt de gezichten van oude kennissen, herboristen en andere marktkramers, die hun biogroenten, wilde confituren, gedroogde kruiden, hydrolaten en tweedehandse kruidenboeken zelfs nu nog aan de man en de vrouw willen brengen. Is het uit pure overtuiging of uit ellendige noodzaak?

De Nederlandse Veronica Mantel, onherkenbaar ingepakt, verkoopt nu ook allerlei kruidenazijnen; de man van Claire biedt zijn kastanjehoning, lavendelolie en andere kruidenwaters aan. Ook de lippenbalsem op basis van was en propolis bewijst nu goede diensten tegen uitgedroogde en gekloven lippen; ook de kruidenman uit de Vercors is nog altijd hier met zijn mooie gedroogde Wilgenroosjes, Viooltjes en Dropplanten. Nieuw is zijn assortiment confituren van wilde vruchten, zoals Meidoorn (Aubépine), Alier (Sorbus) en kleine wilde peerachtige vruchtjes.

Verwonderlijk zeker in de winter, zelfs voor mij is de aanwezigheid van 2 boekverkopers, die ook nog voornamelijk plantenboeken aanbieden en dan nog tweedehands. Zo heb ik nu in afprijzing het boek ‘La phytoyhérapie entre science et tradition’ kunnen aanschaffen. Zomaar een professioneel kruidenboek geschreven door 3 Frans-Belgische artsen, uitgeven door een Brusselse uitgeverij en gekocht op een Franse winterse groentemarkt door een Vlaamse loslopende herborist, die denkt dat hij ook beter in Frankrijk zou kunnen wonen. 

woensdag, februari 25, 2004

Bijzondere populieren in Bellegarde

Populieren zijn nu niet direct mijn lievelingsbomen, maar hier in Bellegarde hebben die oude knoestige exemplaren langs de bergbeekjes mijn hart gestolen. Ze groeien op en langs de typische stenen  muurtjes samen met Meidoorn, Wilde liguster, Kardinaalsmuts, Rode kornoelje en heel veel grillige Palmboompjes. Zo ontstaat er een smalle slingerende bosstrook, dicht en donker binnen langs de beekkant en licht en droog buiten langs de veldkant. De onderbegroeiing is dan ook zeer gevarieerd van Sleutelbloem, Maarts viooltje, Leverbloempje tot Wit vetkruid en Tripmadam en daar tussen een variatie aan orchideeën en zelfs blauwbloeiende gentianen. Maar de bloemen moet ik er in deze tijd van het jaar wel zelf bij denken.
Behalve dan de Stengelloze sleutelbloem, die laag bij de grond beschut tegen de kille wind al volop bloeit en het Leverbloempje, dat schuchter zijn eerste blauwe bloempjes laat zien.

Van de laagste, al dikwijls gesnoeide takken van de reuze populieren heb ik zelf wat knoppen geplukt om een glycerinemaceraat te maken. De langwerpige, fijngeurende populierknoppen zijn al van oudsher bekend als zalf tegen aambeien en tegen winterhanden. Nu in de moderne gemmotherapie wordt het glycerinemaceraat ook bij reumatische gewrichtsklachten gebruikt.
Ik zet de verse knoppen direct in een mengsel van pure alcohol, gemengd met gelijke delen glycerine en water en nu maar laten trekken tot ik terug kom in april.

Over Zwarte Populier of Populus nigra. 

In de Franse taal  Le Peuplier, klinkt het niet alleen mooi, maar heeft het ook zoveel betekenis ‘l’arbre du peuple’, de boom van het volk, voor de mensen. Al in de Oudheid werd hij geapprecieerd om zijn altijddurende verfrissende beweeglijkheid en zijn geurende knoppen. Schaduw, geur en groeikracht!Voor ons is de populier een vrij ordinaire snelgroeiende productieboom, in de Oudheid was het een mythische boom bezongen door dichters als Homerus, Virgilius en Ovidius. De populier en zijn harsige knoppen zouden geboren zijn uit de tranen van de zusters Phaeton. Oculi populi nigri.

Geschiedenis van de populierzalf 
Dioscorides gebruikte de bladeren van de Zwarte populier getrokken in azijn tegen voetjicht. Galenus liet de jonge blaadjes, nauwelijks uit de knop ontsproten, in olie trekken en aan de zon blootgesteld gingen 'alle krachten van de knoppen’ in de olie over. Dit verzachtend en pijnstillend middel noemde hij ‘acopon’. Dit middel is de voorloper van de fameuze ‘Onguentum Populeum’ van Nicolas de Myrepse, een Byzantijnse farmacoloog uit de 13de eeuw. Deze populierzalf is van toen af tot ver in de 20ste eeuw een gereputeerd middel geweest, dat in alle apothekersboeken uitvoerig besproken werd.

Het originele recept van de Myrepse uit zijn werk ‘Onguents’ zag er als volgt uit: ‘Neem de ‘ogen’, de knoppen, die verschijnen op het moment van de bloei uit de toppen van de populier, de bladeren van de Slaapbol, de Mandragora, de braam, het bilzekruid, solanum, sla, sedum, viooltjes en nombril de Venus, van elk 3 onces en meng alles door 3 livres (pond) varkensvet (reuzel). Mix alles fijn in een vijzel tot een pâte. Laat 8 dagen staan, kook het samen met 1 liter wijn op een zacht vuur totdat de wijn verdampt is.

In de oude apothekersboeken In de 18de eeuw bevestigde Prof. Lémery nog eens de waarde van de populierknoppen als verzachtend en pijnstillend middel. De ‘Onguent Populeum’ werd ook in de Codex opgenomen maar dan wel in een vereenvoudigde vorm.

  • Populierknoppen 800 g
  • Vers blad van Slaapbol
  • Vers blad van Wolfskers
  • Vers blad van Bilzekruid
  • Vers blad van Zwarte nachtschade van elk 500g
  • Varkensvet of reuzel 4000g
Nog altijd een uitvoerig recept met veel sterk werkende, giftige planten, niet geschikt om zelf te maken of om mee te experimenteren. Daarom zijn er later nog eenvoudigere recepturen voorgesteld, die alleen maar uit populierknoppen waren samengesteld, in feite dus een echte populierzalf of ‘Unguentum Populeum’.
  • Populierknoppen (oogst in maart) 100g
  • Water 300g 2 uur zachtjes koken en dan toevoegen
  • Olie 150g
  • Witte was 50g
Een ontstekingswerende, pijnstillende en verzachtende zalf te gebruiken tegen gewrichtspijnen, kloven, winterhanden maar vooral veel gebruikt tegen pijnlijke aambeien.

vrijdag, december 26, 2003

Kerstdagen in Bellegarde

Zonnig en koud in Bellegarde. Hout verzamelen voor de kachel, zwarte esknoppen plukken om een tinctuur te maken en wandelen. Alles samen: droge lucht, houtwarmte, esknoppen en beweging de ideale therapie tegen oude, reumatische gewrichten.
In Valence bij de apotheker 1 liter pure alcohol gekocht voor 8.40 euro. Niet om op te drinken maar om glycerinemaceraten te maken. Tijdens het terug rijden naar Bellegarde genieten we van een vermiljoenen zonsondergang boven het massif de Saou.

27 december
Luc-en-Diois en Chatillon-en-Diois op de middag: levenloze dorpjes in de winterDrome. Ik pluk nog wat rijp zaad van de stokrozen. Dé planten die hier overal tussen straat en muur langs de huizen groeien. Hopelijk volgend jaar ook in mijn straat en bij ons huis.
In Chatillon een winkeltje uit de duizenden, zomaar boeken over de flora van de Vercors en zelfs een CD-rom en een tentoonstelling met geboetseerde paddenstoelen, speciaal voor ons open gesteld. Ook producten van Solaure (Claire Montesonis) en van de boerderij van Soubreroche (Anick) worden er verkocht.

28 december
Krijg ik toch wel tandpijn zeker. Een abces onder een ontzenuwde kies. Meestal goed weg te krijgen met etherische olie (kruidnagel, tijm) en vers weegbreeblad. Nu op vakantie, naar het einde van het jaar toe, in den vreemde, lukt het mij niet. Dus voor de eerste keer naar een Franse tandarts, een prachtige praktijk in een oud gerestaureerd pand met hypermoderne apparatuur. Zeer vriendelijk, to the point, even de vulling uit de tand boren zodat de druk verdwijnt en een half uur later ben ik weer een gelukkige mens zonder pijn.
Levensles: Even pijn hebben is een goede manier om daarna gelukkig te zijn. Na de tandarts kan ik zelfs weer genieten van een bezoek aan een boekhandel.

31 december
De beekranden en hellingbossen hier in Bellegarde zijn begroeid met oude, knoestige populieren met als onderbegroeiing vooral veel palmboompjes. Het mooie, harde hout van deze Buxus leent zich goed om een stevige wandelstok te maken. Dat moet ik dan maar eens proberen.
Het eind van een oud jaar is ook het begin van een nieuw jaar. De ene zijn dood is den andere zijn brood. Na regen komt zonneschijn. Yin wordt altijd gevolgd door Yang. Na weten komt vergeten.

Bestaan er filosofische planten? Planten die je een les leren? Vele zogenaamde giftige planten zoals bilzenkruid, doornappel en alruin zijn, denk ik, een soort leraars, die ons spiritueel kunnen begeleiden. Niet alleen of zelfs niet in de eerste plaats door ze op te eten, maar door ze te ontmoeten in de natuur of er uitwendig gebruik van te maken. Bijvoorbeeld door er creatief mee om te gaan. Er amuletten, kettingen of collages mee te ontwerpen of ze gewoon in huis op te hangen.
Maretak is ook zo’n plant met een symbolische betekenis, een plant die helemaal bij de overgang van het ene naar het andere jaar hoort. Als groenblijvende halfparasiet groeiend in de nu kale populieren roept hij om geplukt te worden. Mooi is ook, dat je er echt een inspanning voor moet leveren, hij laat zich hoog in de bomen, niet zomaar plukken.
De inspanning wordt dan een soort ritueel, krijgt emotionele betekenis. Dat is misschien ook de reden waarom ik me al de geplukte maretakken uit mijn leven kan herinneren.

  • De maretak uit Wéris in de schemering,
  • de maretak zo groot als mijn kleine dochter,
  • de hoog onbereikbare mistel die zomaar voor mijn voeten viel,
  • de vogellijm in de oude appelbomen in de Voerstreek.


donderdag, december 25, 2003

Kerst, Bellegarde en sleedoorn

 De stralen van de lage winterzon scheren schuin langs de daken van Bellegarde door ons vensterraam en tekenen een smalle poëtische lichtlijn op de enige tafel in ons bijna lege huis. Achter het huis de helling op, groeien stevige sleedoornstruiken met vettige blauwberijmde bessen. De eerste vorst is er over heen gegaan, waardoor ze wat zoeter en sappiger geworden zijn. Dus het moment om ze te plukken. Hier in de Drôme laat men een handvol van die bessen een maand trekken in 1 liter eau-de-vie (brandewijn), waarna dit aftreksel gemengd wordt met een siroop van 300 gram suiker op 1 liter water. Dit drankje heeft een wat kir-achtige smaak van de pitten in de sleebessen.

De bessen zijn rijk aan vitamine C en looizuren, die echter minder samentrekkend werken na een vorstperiode. De pitten bevatten nogal wat giftige blauwzuurverbindingen (amandelaroma), maar zijn ongevaarlijk in de bovenbeschreven hoeveelheden, vooral ook omdat de pitjes niet gebroken worden.
Van de ontpitte bessen kun je ook een versterkende vitaminensiroop maken, door ze te laten trekken in honing.

Sleedoorn – Prunus spinosa L.

Deze tot 3 meter hoge struik met bijna zwarte takken en witte bloesem, vind je veel langs bosranden en in heggen samen met Meidoorn en Rozebottel. Alle delen van de plant zijn ooit gebruikt geweest (schors, bloemen en bessen), nu maken we hoofdzakelijk nog gebruik van de donkerblauwe bessen. Ze bevatten veel looistoffen (wrange, samentrekkende smaak), vruchtenzuren (frisse smaak) en veel vitamine C. Een aromatische en gezonde siroop verkrijg door de goedrijpe vruchten in honing te laten trekken. Tegen diarree kun je van de verse of gedroogde bessen een afkooksel maken (20 gr per liter water 1' koken en 10' laten trekken)
Vroeger waren vooral de bloemen medicinaal. Ze werden vermeld in de officiële apothekersboeken van Duitsland (DAB) en Zwitserland (Ph. Helv.) als licht laxeermiddel en gebruikt in bloedzuiverende voorjaarskuren.

Montlahuc
Mooie wandeling gemaakt langs het dorpje Montlahuc, gelegen op 1000 meter, wel hoog en dus kouder maar ook langer zon in de winter. In de gîte werd er zelfs buiten gegeten.

Ik bestudeer nu vooral de boomknoppen. Ik wil wat glycerinemaceraten maken, een soort aftreksels van knoppen in alcohol en glycerine. Deze gemmotherapie wordt vooral in de professionele Franse kruidengeneeskunde veel gebruikt. De knoppen van de populier, de wilg en de es zien er al goed uit.

Op de zuidhellingen groeien vooral Bergdennen, ‘Pinus uncinata, Pin à crochets, ze lijken nogal op de gewone Grove den, alleen de kleine dennenappels hebben omgebogen schubben. Als onderbegroeiing vinden we vooral mooie jeneverbessen en vele donkergroene palmboompjes, hogerop rond 1200m vind ik enkele kruipende berendruifplanten.

Het hout van de Dennenbomen werd in deze streek vroeger vooral gebruikt om doodskisten te maken. Het hout bleef langer geconserveerd dan de doden zelf. Maar de bomen moesten dan wel bij nieuwe maan gekapt en gezaagd worden. Zou nieuwe maan ook een goed moment zijn om dood te gaan? Of is er geen goed moment om dood te gaan?

Over beredruif, Arctostaphyllos uva-ursi, raisin d'ours in het frans.
De leerachtige, glimmende blaadjes kunnen nu, ook geplukt worden. Ze zijn geurloos, maar hebben wel een bittere, samentrekkende smaak door de looistoffen die ze bevatten. Medisch zijn het vooral de fenolglycosiden zoals arbutine, die zorgen voor de ontsmettende werking bij blaasontsteking. Het best kun je er een tinctuur van maken en die dan combineren met een thee van Solidago / Guldenroede.

woensdag, december 24, 2003

Over La Motte, fenegriek en kerstavond

La Motte-Chalacon, een dorp met 385 inwoners, in het jaar 1831 woonden er 1247 mensen. Voor ons het dichtstbije dorp voor onze boodschappen, met een kleine supermarkt, een bakker, een café en een tabac-boekhandeltje.
Het is een aangename verrassing om hier in dat winkeltje een hele rits biologische producten te vinden, van olijfolie tot eieren en kamillethee. Ook zaden om te kiemen van het merk Markal. Mélange a germer: kleine gespikkelde linzen, fenegriek en radijs. Lijkt mij een goede combinatie. 
Fenegriek is en klassieker, maar de laatste jaren worden er ook steeds meer andere snel kiemende zaden aangeboden, zoals in dit mengsel linzen en radijs, maar ook rode kool, prei en luzernezaden zijn makkelijk te vinden.

Over fenegriek – Trigonella foenum-graecum
Deze eenjarige vlinderbloemige was in de jaren tachtig even erg populair, maar zoals het dikwijls gaat in onze tijd van modes, verdween hij weer snel in de schuif van de anonimiteit. Het is nochtans een plant, die met zijn zenuwversterkende en roborerende werking thuis hoort in onze jachtige wereld. Hij zou goed passen naast sint-janskruid, naast adaptogenen zoals Ginseng en naast immuunversterkers zoals Rode zonnehoed. Verder bevorderen de zaden ook de eetlust en zijn ze wat spierversterkend. Dus goed te gebruiken bij algemene zwakte na een griep of om de spieren te herstellen na een zware inspanning (sport).
De zaden kunnen niet alleen gekiemd gegeten worden, maar je kan ze ook fijn malen en van het poeder samen met honing elke dag 2 koffielepels gebruiken als versterkend middel.

Nog kerstavond
Het is nog altijd 24 december, kerstavond en zoals het hoort, zien we buiten echte sterren tot de melkweg toe. Onze overbuurman hier in Bellegarde is Jezus Christus zelf of tenminste zijn huis. De deur staat vanavond gastvrij open, maar er is geen mens of zelfs geen god te zien.
De lindebomen voor de kerk en voor ons huis dragen nog steeds wat schutblaadjes van de zomerbloesem; samen met de eenvoudige kerstverlichting roepen ze bij mij een sfeer van bescheiden eeuwigheid of vrolijke vergankelijkheid op, als je begrijpt wat ik bedoel.

Lindebomen staan er hier overal. In Frankrijk wordt in de kruidengeneeskunde zeer veel gebruikt gemaakt van het lindespint ‘Aubier du tilleul’, deze binnenste bast van de kleinbladige linde (Tilia cordata) wordt in het najaar, in de winter maar vooral vroeg in voorjaar (sapstroom) geoogst. Ik heb het nog nooit zelf gewonnen en dat moet er de volgende dagen of maanden toch maar eens van komen. Deze ‘aubier’ is bijzonder goed voor de lever, drainerend en krampwerend en dus op dit moment goed te gebruiken om kalkoenen en ander overdadig eten door te spoelen.

maandag, december 22, 2003

Eerste dag in onze Franse huis

Het is zeven uur uur s’avonds. We zijn in Bellegarde-en-Diois, de eerste dag in ons lege Franse huis, de houtkachel aan, naar de oervlammen staren, buiten de eerste striemende sneeuwvlokken in de Oostenwind. Bijna alle oerelementen verzamelen zich om ons een verhaal te vertellen. 

De voorbije weken is Zuid-Frankrijk geteisterd geweest door overstromingen en aardverschuivingen. Hier in Bellegarde leek het mij hoog en droog, maar toch sijpelde het water in het hotel door de muren heen en verschoof er, gelukkig verder op. zo maar een bergje met huis en al. In het stadje Die was ook de brug over de Drôme niet meer berijdbaar en moesten we via de Quintvallei, een omweg van driekwart uur maken, om onze bestemming te bereiken.
Maar toch komen we hier voor het plezier in de natuur, voor de schoonheid, de rust en natuurlijk voor de planten. Natuur is niet alleen vredige maar ook verschrikkelijke schoonheid. En maar goed ook!

December is voor mij en voor vele anderen, de maand van bezinning over natuur en mens. Dat kan voor mij door buiten te wandelen en de elementen te trotseren of door binnen een boek te lezen over de filosofische natuur (hersenspinsels van de mens). Bijvoorbeeld het boek ‘Met open zinnen’ van Ton Lemaire over natuur, landschap en aarde. Een citaat: ´De moderne mens denkt dat de aarde van hem is, maar zou de mens niet eerder de aarde toebehoren´.

Gedicht 1
Ik herken de eik in
de rook uit de schouw
Hard hout wordt oude lucht

Gedicht 2
Het huis staat er al eeuwen
Maar ik
stook er mijn eerste vuur.
zicht op Bellegarde
We beginnen er wel wat vroeg mee. Dit jaarboek 2004 start vandaag op 22 december 2003. 

Het is 7.00 uur s’avonds. We zijn in Bellegarde-en-Diois, de eerste dag in ons lege Franse huis, de houtkachel aan, naar de oervlammen staren, buiten de eerste striemende sneeuwvlokken in de Oostenwind. Bijna alle oerelementen verzamelen zich om ons een verhaal te vertellen. De voorbije weken is Zuid-Frankrijk geteisterd geweest door overstromingen en aardverschuivingen. Hier in Bellegarde leek het mij hoog en droog, maar toch sijpelde het water in het hotel door de muren heen en verschoof er zo maar een bergje met huis en al. In het stadje Die was ook de brug over de Drôme niet meer berijdbaar en moesten we via de Quintvallei, een omweg van driekwartier maken, om onze bestemming te bereiken.
Maar toch komen we hier voor het plezier in de natuur, voor de schoonheid, de rust en natuurlijk voor de planten. Natuur is niet alleen vredige maar ook verschrikkelijke schoonheid. En maar goed ook!
December is voor mij en voor vele anderen, de maand van bezinning over natuur en mens. Dat kan voor mij door buiten te wandelen en de elementen te trotseren of door binnen een boek te lezen over de filosofische natuur (hersenspinsels van de mens?). Bijvoorbeeld het boek ‘Met open zinnen’ van Ton Lemaire over natuur, landschap en aarde.
De moderne mens denkt dat de aarde van hem is, maar zou de mens niet eerder de aarde toebehoren.

Gedicht 1
Ik herken de eik in
de rook uit de schouw
Hard hout word oude lucht

Gedicht 2
Het huis staat er al eeuwen
Maar ik
stook er mijn eerste vuur.

24 december 2003
La Motte-Chalacon, een dorp met 385 inwoners, in 1831 woonden er 1247 mensen. Voor ons het dichtstbije dorp voor onze boodschappen, met een kleine supermarkt, een bakker, een café en een tabac-boekhandeltje.
Het is een aangename verrassing om hier in dat winkeltje een hele rits biologische producten te vinden, van olijfolie tot eieren en kamillethee. Ook zaden om te kiemen van het merk Markal. Mélange a germer: kleine gespikkelde linzen, fenegriek en radijs. Lijkt mij een goede combinatie. Fenegriek is en klassieker, maar de laatste jaren worden er ook steeds meer andere snelkiemende zaden aangeboden, zoals in dit mengsel linzen en radijs, maar ook rode kool, prei en luzernezaden zijn makkelijk te vinden.
Over fenegriek – Trigonella foenum-graecum
Deze eenjarige vlinderbloemige was in de jaren tachtig even erg populair, maar zoals het dikwijls gaat in onze tijd van modes, verdween hij weer snel in de schuif van de anonimiteit. Het is nochtans een plant, die met zijn zenuwversterkende en roborerende werking thuis hoort in onze jachtige wereld. Hij zou goed passen naast sintjanskruid , naast adaptogenen zoals Ginseng en naast immuunversterkers zoals Rode zonnehoed. Verder bevorderen de zaden ook de eetlust en zijn ze wat spierversterkend. Dus goed te gebruiken bij algemene zwakte na een griep of om de spieren te herstellen na een zware inspanning (sport).
De zaden kunnen niet alleen gekiemd gegeten worden, maar je kan ze ook fijn malen en van het poeder samen met honing elke dag 2 koffielepels gebruiken als versterkend middel.
Het is nog altijd 24 december, kerstavond en zoals het hoort, zien we buiten echte sterren tot de melkweg toe.
Onze overbuurman hier in Bellegarde is Jezus Christus zelf of tenminste zijn huis. De deur staat vanavond gastvrij open, maar er is geen mens of zelfs geen god te zien.
De lindebomen voor de kerk en voor ons huis dragen nog steeds wat schutblaadjes van de zomerbloesem; samen met de eenvoudige kerstverlichting roepen ze bij mij een sfeer van bescheiden eeuwigheid of vrolijke vergankelijkheid op, als je begrijpt wat ik bedoel.
Lindebomen staan er hier overal. In Frankrijk wordt in de kruidengeneeskunde zeer veel gebruikt gemaakt van het lindespint ‘Aubier du tilleul’, deze binnenste bast van de kleinbladige linde (Tilia cordata) wordt in het najaar, in de winter maar vooral vroeg in voorjaar (sapstroom) geoogst. Ik heb het nog nooit zelf gewonnen en dat moet er de volgende dagen of maanden toch maar eens van komen.
Deze ‘aubier’ is bijzonder goed voor de lever, drainerend en krampwerend en dus op dit moment goed te gebruiken om kalkoenen en ander overdadig eten door te spoelen.

Over de ‘aubier du tilleul’

Soorten linde:
Tilia x vulgaris Hayne – Hollandse linde
Tilia cordata Miller – Kleinbladige linde of Winterlinde
Tilia platyphyllos Scop. – Grootbladige linde of Zomerlinde
Tilia tomentosa Moench of T. argentea DC – Zilverlinde
Gebruikte delen:
De binnenste bast van de stam, het hout tussen de kern (duramen) en het cambium van de stam, meestal wordt de Franse term ‘aubier de tilleul’ gebruikt om dit geneeskrachtig gedeelte aan te duiden.
Wordt vooral gewonnen in de Franse Rousillonstreek.
Werking
Leverdrainerend**
Diuretisch, urinezuur oplossend en uitdrijvend
Ontkrampend (spasmolytisch)**
Licht bloeddrukverlagend
Medische toepassingen
Vooral bij galstenen, maar ook bij niergruis (+ Meekrap)
Migraine met leverzwakte (+ Moederkruid)
Gewrichtklachten en jicht (zuiverend, vocht- en urinezuurafdrijvend)
Cellulitis (+ Moerasspiraea)
Gebruik
Klassieke volkse bereiding als decoct (afkooksel) 40 gr per liter. Inkoken tot 750 cc, dit verdeeld over 1 of 2 dagen opdrinken, gedurende 10 tot 20 dagen gebruiken.
Moderne fytotherapie: Het poeder of het nebulisaat wordt in tablet of capsules gebruikt
Geschiedenis
Plinius vermelde het gebruik van lindebastazijn bij huidziekten.
Abdis Hildegard van Bingen zou de pest bezworen hebben met een groene steen (ring) en een stukje lindebast gewikkeld in spinnenweb.

25 december 2003
De stralen van de lage winterzon scheren schuin langs de daken van Bellegarde door ons vensterraam en tekenen een smalle poëtische lichtlijn op de enige tafel in ons bijna lege huis. Achter het huis de helling op, groeien stevige sleedoornstruiken met vettige blauw berijmde bessen. De eerste vorst is er over heen gegaan, waardoor ze wat zoeter en sappiger geworden zijn. Dus het moment om ze te plukken. Hier in de Drôme laat men een handvol van die bessen een maand trekken in 1 liter eau-de-vie (brandewijn), waarna dit aftreksel gemengd wordt met een siroop van 300g suiker op 1 liter water. Dit drankje heeft een wat kirschachtige smaak van de pitten in de sleebessen.
De bessen zijn rijk aan vitamine C en looizuren, die echter minder samentrekkend werken na een vorstperiode. De pitten bevatten nogal wat giftige blauwzuurverbindingen (amandelaroma), maar zijn ongevaarlijk in de bovenbeschreven hoeveelheden, vooral ook omdat de pitjes niet gebroken worden.
Van de ontpitte bessen kun je ook een versterkende vitaminensiroop maken, door ze te laten trekken in honing.

Sleedoorn – Prunus spinosa L.
Deze tot 3 meter hoge struik met bijna zwarte takken en witte bloesem, vind je veel langs bosranden en in heggen samen met Meidoorn en Rozebottel. Alle delen van de plant zijn ooit gebruikt geweest (schors, bloemen en bessen), nu maken we hoofdzakelijk nog gebruik van de donkerblauwe bessen. Ze bevatten veel looistoffen (wrange, samentrekkende smaak), vruchtenzuren (frisse smaak) en veel vitamine C. Een aromatische en gezonde siroop verkrijg door de goedrijpe vruchten in honing te laten trekken. Tegen diarree kun je van de verse of gedroogde bessen een afkooksel maken (20 gr per liter water 1’ koken en 10’ laten trekken)
Vroeger waren vooral de bloemen medicinaal. Ze werden vermeld in de officiële apothekersboeken van Duitsland (DAB) en Zwitserland (Ph. Helv.) als licht laxeermiddel en gebruikt in bloedzuiverende voorjaarskuren.
Mooie wandeling gemaakt langs het dorpje Montlahuc, gelegen op 1000m, wel hoog en dus kouder maar ook langer zon in de winter. In de gîte werd er zelfs buiten gegeten.
Ik bestudeer nu vooral de boomknoppen. Ik wil wat glycerinemaceraten maken, een soort aftreksels van knoppen in alcohol en glycerine. Deze gemmotherapie wordt vooral in de professionele Franse kruidengeneeskunde veel gebruikt. De knoppen van de populier, de wilg en de es zien er al goed uit.
Op de zuidhellingen groeien vooral Bergdennen, ‘Pinus uncinata, Pin à crochets, ze lijken nogal op de gewone Grove den, alleen de kleine dennenappels hebben omgebogen schubben. Als onderbegroeiing vinden we vooral mooie Jeneverbessen en vele donkergroene Palmboompjes, hogerop rond 1200m vind ik enkele kruipende berendruifplanten.
Het hout van de dennenbomen werd in deze streek vroeger vooral gebruikt om doodskisten te maken. Het hout bleef langer geconserveerd dan de doden zelf. Maar de bomen moesten dan wel bij nieuwe maan gekapt en gezaagd worden. Zou nieuwe maan ook een goed moment zijn om dood te gaan? Of is er geen goed moment om dood te gaan?

Over beredruif, Arctostaphyllos uva-ursi, raisin d’ours in het frans.
De leerachtige, glimmende blaadjes kunnen nu, ook geplukt worden. Ze zijn geurloos, maar hebben wel een bittere, samentrekkende smaak door de looistoffen die ze bevatten. Medisch zijn het vooral de fenolglycosiden zoals arbutine, die zorgen voor de ontsmettende werking bij blaasontsteking. Het best kun je er een tinctuur van maken en die dan combineren met een thee van Solidago / Guldenroede.

26 december 2003
Zonnig en koud in Bellegarde. Hout verzamelen voor de kachel, zwarte esknoppen plukken om een tinctuur te maken en een beetje wandelen.
Samen: droge lucht, houtwarmte, esknoppen en beweging; de ideale therapie tegen oude, reumatische gewrichten.
In Valence bij de apotheker 1 liter pure alcohol gekocht voor 8.40 euro. Niet om op te drinken maar om glycerinemaceraten te maken. Tijdens het terug rijden naar Bellegarde genieten we van een vermiljoenen zonsondergang boven het massif de Saou en omstreken.

27 december
Luc-en-Diois en Chatillon-en-Diois op de middag: levenloze dorpjes in de winterDrome. Ik pluk nog wat rijp zaad van de Stokrozen. Dé planten die hier overal tussen straat en muur langs de huizen groeien. Hopelijk volgend jaar ook in mijn straat en in ons huis.
In Chatillon een winkeltje uit de duizenden, zomaar boeken over de flora van de Vercors en zelfs een CD-rom en een tentoonstelling met geboetseerde paddestoelen, speciaal voor ons open gesteld. Ook producten van Solaure (Claire Montesonis) en van de boerderij van Soubreroche (Anick) worden er verkocht.

28 december
Krijg ik toch wel tandpijn zeker. Een abces onder een ontzenuwde kies. Meestal goed weg te krijgen met etherische olie (kruidnagel, tijm) en vers weegbreeblad. Nu op vakantie, naar het einde van het jaar toe, in den vreemde? lukt het mij niet. Dus voor de eerste keer naar een Franse tandarts, een prachtige praktijk in een oud gerestaureerd pand met hypermoderne apparatuur. Zeer vriendelijk, to the point, even de vulling uit de tand boren zodat de druk verdwijnt en een half uur later ben ik een gelukkige mens zonder pijn.
Even pijn hebben is toch wel een goede manier om daarna even gelukkig te zijn. 
Na de tandarts kan ik zelfs weer genieten van een bezoek aan een boekhandel.

31 december
De beekranden en hellingbossen zijn hier begroeid met zeer oude, knoestige populieren met als onderbegroeiing vooral veel palmboompjes. Het mooie, harde hout van de Buxus leent zich goed om een stevige wandelstok te maken. Dat moet ik dan maar proberen.
Het eind van een oud jaar is ook het begin van een nieuw jaar. De ene zijn dood is den andere zijn brood. Na regen komt zonneschijn. Yin wordt altijd gevolgd door Yang. Na weten komt vergeten.

Bestaan er filosofische planten? Planten die je een les leren? Vele zogenaamde giftige planten zoals bilzenkruid, doornappel en alruin zijn, denk ik, een soort leraars, die ons spiritueel kunnen begeleiden. Niet alleen of zelfs niet in de eerste plaats door ze op te eten, maar door ze te ontmoeten in de natuur of er uitwendig gebruik van te maken. Bijvoorbeeld door er creatief mee om te gaan. Er amuletten, kettingen of collages mee te ontwerpen of ze gewoon in huis op te hangen.
Maretak is ook zo’n plant met een symbolische betekenis, een plant die helemaal bij de overgang van het ene naar het andere jaar hoort. Als groenblijvende halfparasiet groeiend in de nu kale populieren roept hij om geplukt te worden. Mooi is ook, dat je er echt een inspanning voor moet leveren, hij laat zich hoog in de bomen, niet zomaar plukken.
De inspanning wordt dan een soort ritueel, krijgt emotionele betekenis. Dat is misschien ook de reden waarom ik me al de geplukte maretakken uit mijn leven kan herinneren.
De maretak uit Wéris in de schemering,
de maretak zo groot als mijn kleine dochter,
de hoog onbereikbare mistel die zomaar voor mijn voeten viel,
de vogellijm in de oude appelbomen in de Voerstreek.


Allemaal maretakken van lang geleden en daar komen de maretakken van nu bij.
De wintermistel met de lokkende bessen bij La Charce en
de Maretak uit de dennenboom op de col des Tourettes.


Het volledige 'dagboek van een herborist' is bij mij verkrijgbaar voor de som van 10 euro. Maar met wat geduld is het hier mettertijd misschien wel volledig leesbaar.


vrijdag, augustus 22, 2003

Ochtend in de ganzendreef

Zitend in de ochtendzon. 
Een augustuswindje, een vleugje koelte geeft mij besef van warmte. 
Een smorgensvroeggevoel van leven.


Moment 1
Ochtendzon
gezeefd door zomerbries.
Een mens
vermoeden van eeuwigheid.

Moment 2
Rustig buiten in de tuin.
In de verte en dan steeds dichterbij
het klepperend geluid van kleine paardenhoeven.
Zelfs het keelgekruin van kippen is hoorbaar. Vlakbij
in de vlierbomen verstoren lompe houtduiven
mijn eeuwig moment.

Moment 3
Mijn tuin lijkt
van heel lang.
En toch
is hij
van gisteren.
Eeuwigheid
van één dag.

Moment 4
Metershoge hop in groene bellenbloei
Stevige Belladonna blijft maar bessen vormen
Rode zonnehoed tovert bijna onbeschoft grote geneeskrachtige bloemen
En de Kruipende rozemarijn lijkt wel een grondbedekker te willen worden

Over guldenroede

Over Guldenroede. Ondanks de hete, droge zomer bloeit de Echte guldenroede op zijn gewone tijd, dus geen 14 dagen vroeger zoals de druiven, de maïs of de peren
Guldenroede nog steeds mijn basisplant voor nieren en urinewegen, moet tijdens de bloei, dus nu geoogst worden. De kleine gele bloemetjes worden gelukkig samen met stengels en stengelbladeren geplukt, zo krijgen we tenminste wat meer opbrengst. Ook andere Solidagosoorten mogen gebruikt worden, bijvoorbeeld de Canadese guldenroede, die al enkele weken eerder bloeide en ook de Late guldenroede, die zijn bloeiperiode pas eind september heeft. Wel handig voor een plukker-herborist zo kunnen we de oogst spreiden.
Een week geleden heb ik wat guldenroede uit de bergen meegebracht. De echte neemt daar natuurlijk zijn gedrongen berggedaante aan, hij is 30 cm korter dan die uit de lage landen. Geen andere soort?

De monografie van Solidago virgaurea van de ESCOP beschrijft dat toepassing van extracten geïndiceerd zijn ter uit- en doorspoeling van de urinewegen en de ter eliminatie van toxinen, in het bijzonder bij aandoeningen die gekenmerkt worden door ontstekingen en steenvorming. Daarnaast beveelt de ESCOP extracten aan als adjuvans bij de behandeling van bacteriële ontstekingen aan de urinewegen.

Door wetenschappelijk onderzoek weten we dat gestandaardiseerde plantenextracten de diurese bevorderen. In zowel dier- als humane studies pasten onderzoekers extracten toe bereid uit luchtgedroogde, bovengrondse plantendelen die men tijdens de bloeiperiode verzamelt en standaardiseert op minimaal 0.3% flavonoïden.

In een dubbelblind placebo gecontroleerd onderzoek waar gezonde vrijwilligers aan deelnamen bleek de diurese bij de groep die een alcohol extract van guldenroede kreeg toegediend, aanzienlijk toe te nemen. Men constateerde een verhoging van de geproduceerde urine van 27%. In een open studie namen 53 patiënten aan deel die leden aan ontstekingen van de urinewegen. Zij werden behandeld met een gestandaardiseerd plantenextract. Bij 76% van de patiënten verdwenen alle symptomen na de behandeling met het extract.

Dierstudies bewezen dat de leiocarposiden (een saponine-derivaat) vermoedelijk zowel ontstekingsremmend als pijnstillend werken. De flavonoïden verminderen vooral de permeabiliteit van de bloedvaten en vermeerderen de vaatweerstand (Van Hellemont). Sommige auteurs stellen dat guldenroede ook spasmolytische, bloeddrukverlagende en sedatieve eigenschappen bezit.


dinsdag, augustus 19, 2003

Liefdesvetkruid

Nog altijd naweeën van mijn Gran Paradiso-trektocht. Ik vond bij Lago Serru een Sedumsoort, die net zoals de Rhodiola ook naar rozen leek te ruiken. Hij was echter kleiner dan Rhodiola en ook kleiner dan onze inheemse Hemelsleutels. Hij was zo'n 20cm hoog en bloeide op 15 augustus met de typische roodbruine schermen eigen aan de Sedums.

In de Alpenflora van Huxley bladerend vind ik nu een Sedum die sterk gelijkt op mijn Paradisosoort met de naam Sedum anacampseros en met de prachtige Nederlandse naam van Liefdes-Vetkruid. Met zo'n naam wil ik maar al te graag deze soort gezien hebben. Anacampseros zou komen van het Griekse 'ana' weder, terug en 'kamptein' ombuigen, terugkeren en volgens Plinius zou de naam geschonken zijn aan een gewas, 'welks aanraking geacht werd voldoende te zijn om verloren gegane liefde te doen wederkeren, zelfs als zij reeds in haat verkeerd was' (Historia Naturalis XXIV, 102).

Nuchter, botanisch bekeken is deze vetplant een vrij veel, maar toch niet algemeen voorkomende soort in de Hautes Alpes. Hij groeit daar op een hoogte van 1200 tot 2800 meter tussen de rotsen en in de éboulis. De Franse benaming is Orpin bleu, dat blauw komt waarschijnlijk van de grijs bijna paarse verkleuring die de bloemstengel en bloem krijgt tijdens en na de bloei. Een nog merkwaardiger Franse naam, orpin des infidéles, de plant der ontrouwen, werpt een heel ander licht op dat liefdesvetkruid. Zou zo’n een plant dan ook een afrodisiacum zijn?

Heb ik wat te leren van de planten, die ik ontmoet?

zondag, augustus 17, 2003

Rhodiola verwerken


Terug thuis. Het inventariseren en verwerken van zaden en planten, die ik meegebracht heb uit de Gran Paradiso.
Het gemengd zaad van het plateau van Nivolet dient niet alleen om te zaaien, maar zorgt ook voor een mooie, levende herinnering aan mijn lievelingsplek. De forse planten die bij het meer van Nivolet op 2500 meter groeien zijn niet alleen eigen aan deze natuur en de hoogte maar profiteren ook van de menselijke aanwezigheid: het mest en de betreding van zowel mensen als koeien. Alpenzuring, Meesterwortel, Zwartmoeskervel, Vrouwenmantel, Brave Hendrik en zelfs de witte Alpenanemoon vormen hier samen met allerlei grassen het biotoop van deze bergweilanden. Zelfs op plaatsen waar de boerderijen verdwenen zijn, kun je nog vele jaren later deze ruigtekruiden terugvinden als teken van vroegere menselijke aanwezigheid.

-Alpenzuring - Rumex alpinus: stevige tott 1 m hoge plannt met geelgroenige langwerpige maar toch enigszins gedrongen bloem- en zaadpluimen. Groeit vooral bij bergboerderijen tot 2500 m hoogte.
-Meesterwortel - Peucedanum osthruthium: sstevige tot 1 m hoge witbloeiende schermbloemige. Vrucht bijna bolvormig, maar breed gevleugeld. Vrij sterke geur.
-Brave Hendrik - Chenopodium bonus-henricus
-Witte alpenanemoon - Pulsatilla alpina: WWitbloeiende aanemoonachtige, vooral ook opvallend door zijn vuilwitte grote zaadpluizen in augustus, verwant aan ons Wildemanskruid.

Rhodiola verwerken: zaaien, planten en tinctuur maken

Rozenwortel moeten stevig gewassen worden en strikt beoordeeld op kwaliteit. De knobbelige bovenkant van oude wortels zijn dikwijls vezelig maar de binnenkant is juist zacht sponsig. Tussen de kronkelige wortels zit zacht dood materiaal van afgestorven bijwortels en natuurlijk ook veel aarde en steengruis. Na het openbreken en spoelen, snij ik ze in dwarse plakjes en giet er ethanol van 45° over, in een verhouding van 1:5 (gewichtsdelen). Ik laat dit mengsel 2 dagen trekken en verdun dan de ethanol nog eens tot een gehalte van 30° en zo laat ik het geheel nog 1 tot 2 weken verder trekken. Geur en de kleur bepaalt voor mij de duur van het trekken.








Bergtocht Chianale - Chianale

Chianale, het eerste Italiaanse dorp na de 2748 meter hoge col d'Agnel of colle dell' Agnello. Ik vertrek van hieruit naar het Lagho Blu. Net buiten het dorp, bij de motorhome kampeerplaats draaien we links op, we komen eerst bij de torrent en hebben dan maar het pad te volgen. Naar omhoog natuurlijk.

Veel Italiaans volk, die ondanks het klimmen driftig blijven kwetteren en veel stoppen. Ik steek ze dan ook allemaal voorbij. Het meer is zo te zien een populair uitstapje voor dagtoeristen. Rustig naar boven, picknicken, luieren en dan savonds terug naar beneden. Ik kan dat begrijpen, maar het is niet mijn manier van vrijtijdsbesteding. Al vind ik het bewonderenswaardig dat je toch 2 uur naar boven klautert om bij een waterplas te picknicksen. Het meer is werkelijk mooi, en is voor mij extra interessant omdat het de uitbundige groeiplaats is van mijn lievelingsplant. 

Naar Col Blanchet 2897 meter
Ik wil een tour, une boucle maken en dat is meestal moeilijk op één dag. Het zou mogelijk moeten zijn om via col Blanchet door te steken naar Col de St Véran en vandaar af te dalen naar Chianale. Wel, mits 7 uur wandelen. Dus beginnen we er maar aan. Col Blanchet ken ik, heb ik al 2 keer gedaan en, zelfs met enige omzwervingen, van het pad af, komen we vlot op die col aan. Het is ook de grens met Frankrijk. Onder mij aan Franse kant kijken we ook op verschillende meren Lac inférieur, Lac Blanc en Lac supérieur, via deze meren is het ook mogelijk om bij de col van St Véran te komen, maar dat moet je toch eerst 200 hoogtemeters dalen en dat wil ik juist vermijden. 

Gelukkig is er naast het grote pad naar beneden, toch een spoor naar rechts richting col de St Véran. Er is wel geen bewegwijzering op de col, alleen zijn er hier en daar wel steenmannetjes geplaatst, alhoewel die in de grote chaos van rotsblokken niet altijd opvallen. Hier zijn we weer een beetje alleen op de wereld, al klinken de hoge Italiaanse stemmetjes wel ver door. Tussen 2 cols is er natuurlijk een top, daar kun je overeen of in de flank er langs. De top in dit geval is de Rocco Bianca, indrukwekkend maar toch te beklimmen voor geoefende wandelaars, alleen heb ik daar vandaag niet genoeg tijd voor, dus volgen we het spoor in de flank. Hier en daar is er nog een klein sneeuwveldje, zomaar half augustus. Veel planten vind je hier niet meer rond 3000 meter, wel al zaadvormend bergnagelkruid, die nu juist op zijn mooist is, de gele bloemen zijn maar gewoontjes, maar die roodgekleurde en glinsterend gedraaide zaadpluizen zijn wonderbaarlijk mooi.

We naderen nu de col de St Véran, de grote chaos van rotsblokken ooit naar beneden gekomen van de Rocco Bianca, verandert in sterk verweerd, bijna zwart glinsterend gesteente, hier groeit alleen nog Hoornbloem, Cerastium latifolium, puur teder wit bloeiend in dat zwarte, onherbergzame gruis. De schone en het beest! Ik kijk nu beneden mij op de colle di St Véran, een wandelaar komt naar boven en vraagt of ik van de Rocca Bianca kom. Blijkbaar was ik al een eind op weg naar de top, even twijfel ik nog om naar boven te gaan, maar een blik op die reuzenblok neemt alle twijfels weg. Naar beneden!

Col de St Véran

Op de col wordt het mij wat duidelijker, daar staat een wegwijzer naar Rocco Bianca, laconiek aangegeven voor 45 minuten. Het verwonderd mij nu niet meer, dat ik een vader, moeder en 2 tieners tegenkwam naar de top. Over het algemeen kloppen de wandeltijden wel, meestal doe je het sneller dan aangegeven, maar deze indicatie naar Rocco Bianca lijkt mij sterk onderschat. Controleren zal voor de volgende keer zijn.

Op de col te zien: oplossende wolken vanuit Italië, het stadje St Véran en de kapel aan de Franse kant, 2 vrouwen zonnebadend een boek aan het lezen, een wachtende dame met wenende hond, die op haar topjes beklimmende zoon wacht en.... een jong koppel met warme fleecejas, die vanuit St Véran net op de col aankomen. Een beetje vreemd tableau vivant. Nog vreemder wordt het even later, als er uit de diepte een jong wezen van 6 jaar verschijnt, die, op de col aangekomen begint te schelden op het jonge koppel, haar ouders blijkbaar. Ze zegt dat er niks te zien is en maakt rechtsomkeer. Van deze bergbeklimster zullen we nog horen! Wonderbaarlijke wezens midden in de zomer op de col de St Véran.

Afdalen naar Chianale
Ik stap uit mijn tableau vivant, de wolken en het dorp Chianale tegemoet. Vanuit rots en gruis van boven kom ik vrij snel in grazige en nog grazerige weilanden terecht. In de wat hogere, voedselarme maar plantenrijke weilanden vind ik Alpenasters, Rozenkransjes en Anjers, oeillet oeil de paon in het Frans, en verder vind ik nog enkele toefjes Génepi. Tien mini-takjes kan ik nog plukken, wettelijk mogen er in de Franse Queyras honderd per persoon verzameld worden om er de beroemde likeur mee te maken. Als Artemisia muttelina, de Genepi in de buurt is, zijn de Edelweisjes nooit veraf. Ik ga even van het pad af achter het rotshoekje kijken en jawel, een tiental Leontopodium alpinum bloeien mij tegemoet. Ik aai even over hun wollig velletje en dan dalen we weer verder naar de grazige, meer bemeste weilanden. Hier groeien en bloeien de Alchemilla's, de Aangebrande klaver en veel Ogentroost en nog dichter bij de koeien, in de 'espace pastoral', brave Hendrik, Alpenzuring en zelfs wat brandnetel. In de Franse Alpen noemt men de Brave Hendrik zelfs 'la plante des reposoirs'.

Italiaanse heilige maagd
In de verte zie ik Chianale al schitteren in de zon. Maar eerst verschijnt mij de Heilige Maagd nog. In een grotje bij een grote rots is een klein plastic madonnabeeldje geplaatst, ze is vastgesnoerd met ijzerdraad om haar te beschermen tegen de natuurelementen. De Italianen, ze kunnen het niet laten, zelfs een wegwijzer met Madonnina, moet ons naar deze verschijning leiden. Met de zegen van de Madonnina daal ik de laatste hoogtemeters veilig af en belandt zo in de Middeleeuwse straatjes van Chianale. Italia, toch een ander land!

zondag, augustus 10, 2003

Gran Paradiso en rozenwortel

Italiaanse Alpen. Het is twee jaar geleden, dat ik hier nog was, op de Pian della Nivoletta in mijn Gran Paradiso, nu maandagavond, hier voor de eerste maal alleen, geen begeleider van mensen, maar toch met veel mensen, dagjesmensen om mij heen, baders en zonnebaders in mijn 'Lago'. Een vorm van heiligschennis. Een troost is dat ze vanavond terug afzakken naar hun Italiaanse huizen. In de schemering verzamel ik een zak vol zaden, drink mijn 'laatste' cappuccino in de wat gore bar van de refugio. Het cappuccino-ritueel: een bodempje straffe koffie, heel veel opgeschuimde warme melk, die door het barmeisje afgeklopt wordt en dan al draaiend op de koffie wordt gegoten. Vroeger werd er door de moeder van het meisje ook nog een snuifje cacaopoeder over het melkschuim gestrooid, maar de moeder is er niet meer, gestorven of gewoon even weg? Ik weet het niet en wil het ook niet weten. Het meisje vervolgt het ritueel, overhandigt mij onverschillig het kopje. Hoe kan zij ook weten dat dit voor mij meer is dan cappuccino. Ik neem het schuimend kopje aan, betaal 1.50 en om het ritueel vol te maken, strooi ik nog wat witte suiker over de bruine cacao. En dan rustig slok voor slok opdrinken. Dit is niet alleen aards maar ook hemels genot. Dit is niet alleen geluk maar ook verdriet.

11 augustus
En nu actie! Op zoek naar de Rozenwortel in mijn Italiaanse Alpen. Om 7 uur sta ik bij de bergboerderij tussen het meer van Serru en Agnel. Vijf honden van allerlei allooi komen, de enen blaffend de anderen loerend op mij af. De boer zit in de bijna donkere stal zijn koeien te melken. Ik vraag en gebaar, of ik mijn auto 3 dagen bij de boerderij mag parkeren. Na enige verwarring, twijfel wijst de man mij een plaatsje aan. En dan op weg naar het Rhodiolaplekje van 2 jaar geleden. Een half uur later, plek in zicht, de Rozenwortels zijn er nog steeds. Meer dan ik me had voorgesteld. Een helling vol! De meeste planten zijn moeilijk bereikbaar, maar vlak bij het pad in het losse gesteente zijn er enkelen los getrapt, die kan ik met een gerust geweten mee nemen. Restjes Rozenwortel drie dagen als geurig amulet in mijn rugzak. Nu kan mij niets meer overkomen!



woensdag, augustus 06, 2003

Nog altijd bloedheet in België

Tuin Schriek. We hebben samen een kruidenmengsel van Maurice Messegué geplukt voor M. haar dochter. Rationeel gezien, zijn het recepturen die niet altijd te verklaren zijn en praktisch zijn ze soms moeilijk samen te stellen. Maar romantisch is het wel en misschien is dat ook energetisch wel belangrijk.
Ik bedoel het directe, zoeken en plukken van de planten in de natuur of in mijn geval nu op ons gecontroleerd wild stukje grond in Schriek, is misschien wel de essentie van de kruidengeneeskunde. Plukken is het rationele met het emotionele in evenwicht brengen! Dus er tegenaan!

Wat hebben we nodig: (1) braambladeren, die zijn al eens afgemaaid maar daardoor zijn er nu mooie, jonge blaadjes te plukken, rationeel gezien zijn de braambladeren vooral looistofplanten, die bij diarree gebruikt worden; (2) klein kaasjeskruid bloemen en blad staat er in het recept, wij hebben alleen het groot kaasjeskruid, dus plukken we die maar (eerlijk gezegd lijken mij de grote beter dan de kleine, maar ik ben wel Mességué zijn recept aan het maken en niet mijn eigen samenstelling, ik mag dus zelf niet te veel nadenken, Mességué doet dat voor mij); (3) kweekgras, we hebben volgens Mességué de bladeren nodig, dus het gras zelf bedoelt hij zeker, dat is geen probleem, woekerend kweek hebben we genoeg; (4) klaproosbloemen én zelfs zaaddozen, dat komt goed uit, want er zijn nu nog bloemen maar ook al volop onrijpe en zelfs rijpe zaaddozen aanwezig, zouden het rijpe of onrijpe moeten zijn? De onrijpe bevatten een bitter wit melksap dat een beetje de verdovende werking bezit van de opiumslaapbol; (5) tweestijlige meidoornbloesem, dat lukt ons niet meer om die vers te plukken, dus laten we die maar weg, al zouden we het blad of de bessen kunnen proberen; (6) stinkende gouwe, een lievelingsplant van onze Franse Maurice, kunnen we bijna het hele jaar door vinden, dus geen probleem; (7) echte salie hebben we genoeg, alleen vermeldt het recept tegen het klassieke gebruik in, om geen blad maar wel de bloem te plukken, maar de plant is nu al lang uitgebloeid, dus gebruiken we toch maar het blad; (8) maarts viooltjesbloemen in augustus, ook dat hebben we nu niet, misschien het blad?
(Uit ''Mensen en Kruiden' van Maurice Mességué, oorspronkelijke titel ' Des Hommes et des Plantes')