vrijdag, september 25, 2009
Verwondering blijft wel! Zomaar wonen aan zee! Buiten komen en dan direct de zeelucht opsnuiven en aan de horizon de grote leegte zien, alsof je daar aan de einder zomaar van de aarde kan vallen. En dan: dijk, strand, zand en branding en al die mensen, die juist hier de neiging hebben om hun schoenen en andere dingen uit te trekken om languit in dat zand te gaan liggen. Ik blijf het toch wat wonderlijk en vertederend vinden. Vertederend is het ook om te zien, hoe mensen van mijn leeftijd en nog ouder terug kind worden. Of hoe ze met hun plooirokken en opgerolde broeken de dijk op komen en dan minutieus het zand tussen hun tenen uitpulken om daarna weer hun stadse schoenen aan te trekken en verjongd het binnen-land in te wandelen
dinsdag, september 22, 2009
Over boeken en verhuizen
De Provisiekast. Kirsten Fasmer. ISBN 90 2100196 9
Le vétérinaire du Bon Dieu. Max Rombi.
Groot kruiden gezondheidsboek. Dr. Heinrich Neuthaler. ISBN 90 252 6235 X
De Kruidenbijbel. Peter McHoy & Pamela Westland. ISBN 90 72267 94 X
Herbs for Health and Healing. Kathi Kelville. ISBN 0 87596 293 9
The Essential Book of Herbal Medecine. Simon Mills. ISBN 0 14 019309 X
Aids and Chinese Medecine. Zhang & Hong-yen. ISBN 0 87983 673 3
Vitaminen Mineralen Kruiden. H. Winter Griffith. ISBN 90 215 1507 5
De natuur is uw medicijnkastje. Richard Lucas. ISBN 90 264 9725 3
Herbal Remedies. Prof. Talalaj & Dr Czechowicz. ISBN 0 85572 189 8
Ondertussen ben ik wel bekomen van de shock en durf wel eens opnieuw een boek kopen. Een aanwinst is 'Onze volkstaal voor kruiden en artsenijen' van apotheker Vandebussche. een boek zonder ISBN nummer, want uitgeven in eigen beheer en wel in 1955. Een dikke pil van 650 bladzijden met hoofdzakelijk opsommingen van volkse plantennamen. Klinkt niet direct aantrekkelijk maar is wel een immense bron van informatie, die we voorlopig nog niet terugvinden op internet.
Een voorbeeld uit het boek van Vandebussche: Alchemilla
Alchemilla vulgaris* (L.)
LAT: Aphanes vulgaris. (L.)
NED: Gemene leeuwe klauw (poot - voet) ; Vrouwenmantel-kruid; Onze-lieve-vrouwemantel; Sinnauw (N. Ned,); Leeuweblad, Mantel van Freya (N. Ned.); Grote senickel.
FR: Alchemille commune; Pied-de-lion; Manteau de Notre-Dame; Manteau des dames; Patte-de-lapin; Porte-rosée; Picpoux; Pinoux.
DUI: Frauenmantel; Taubecher; Regendachle; Sinau.
ENG: Lady's mantle.
KOMMENTAAR
Dodoens 1644 : Men noemt dit cruydt in 't latijn alchemilla ende alchimilla; andere : planta leonis ende pes leonis. De synnauw is dienstelijck in alle de wonden ende ghebreken daer de sanikel (sanicula europaea) goedt toe is, in de selve maniere als de sanikel ghebruyckt zijnde. Sy stelpt het bloedt ende maendt-stonden die onmatelijcken vloeden. De selve ghestooten ende op de vrouwen ende maeghden borsten gheleyt, maeckt die hard ende stijf; belettende dat sy niet te seer en swillen ende te bol oft dick en worden. Dit cruydt wordt van de vrou-wen veel gheacht om dat het sonderlinghen goedt is om de onvruchtbaere vrou-wen tot ontfanghen te brenghen.
Pharmacop. 1747 : Deszelfs Bladeren zyn versterkende en zamentrekkende : Hierom moet menze in den Witten Vloet der Vrouwen niet gering achten.
Paque : Men heeft in de vorm van de bladeren een gelijkenis gevonden met een leeuwenklauw.
Zie ook: Vrouwenmantel, thee uit de tuin | Mens en gezondheid: Alternatief
vrijdag, september 11, 2009
Neemt wauwe (reseda luteola) / die men in lattijn noemt Flostinctorius, dat zijn de geluwe Blommen / die de verwers gebruycken / neemt die met de stelen / en blommen onder een / soo veel als u belieft, maect een calcwater / giet dat op de blommen / in eenen grooten ketel / latet so lange sieden / tot dat de gheluwicheyt der blommen uit mach sieden. Nemet daerna van de vyer, en latet een weinich verstaen, gietet daer naer door eenen doec ofte sac. / datter noch blommen noch cruyt by sy. Neemt daer naer wel gewreven crydt / en noch eens so veel wel gewreven aluyn / roeret wel onder een met een stocxken en neemt wel acht dattet niet te seer op en styghe / want den crijt / en den aluyn dryvent seer op. Latet also staen / so wort het water claer / Als haer nu de substantie wederom heeft geset / soo giedt het water wederom af / tot dat gy de verwe bloot siet / dewelcke gy nemen en droogen sult. Als gy die wilt gebruycken so wryft met aluyn water ofte met dunne lymwater.
Meer info over Reseda, vind je op mijn website https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/reseda-luteola-wouw
donderdag, september 10, 2009
Rhodiola, rozenwortel
Babyplantjes in een bedje van papier.
Mijn eerste, ooit gezaaide Rozenwortel
van onverwacht zaad uit de Vanoise
Stoffijn zaad dat zomaar ontkiemde,
9 maand na moeder aarde te hebben bevrucht.
Mooie mollige, glanzende babywortels.
Ooit geven zij ook mensen meer kracht.
dinsdag, september 08, 2009
Peyote, hoefspoor van het kleine hert
Peyotecactus, Lophophora williamsii, het hoefspoor van het kleine hert, de heilige cactus van de Huichol Indianen. Hier enkele afbeeldingen van mijn eigen woonkamerexemplaar, die zowat 30 jaar oud is. Op www.herborist.infoteur.nl kun je er wat meer over lezen. Peyote, hoefspoor van het kleine hert.
Spreek tot de peyote met je hart, met je gedachten. En de peyote zal je hart zien...
What if He came back
What if He came back as plant?
Would you let him in,
Would you let Him into your heart?
He taught us not to fight,
He taught us to see the light,
He said that we were one
under the sun....
A peyote song. Guy Mount. Uit The peyote book. A study of Native medicine. Sweetlight Books 1983.
maandag, september 07, 2009
Zicht op zee
Deze Rosa rugosa, ook wel Japanse bottelroos genoemd, die oorspronkelijk als sierplant naar Europa gekomen is, heeft zich hier in de duinen goed aangepast. Met zijn wortelstokken kruipt hij het binnenduin door. Net zoals Duindoorn gaan ze het stuiven van het zand, en dus ook de erosie tegen.
Het plukken is gemakkelijk, alleen zitten de goed rijpe bottels soms vol met witte wormpjes en met veel witte zaden, die dan weer wat lijken op wormpjes. Vervelend verwarrend.
Het warme en zonnige weer heeft niet alleen mij, maar ook heel wat verliefde koppeltjes de duinen ingedreven en dus moet ik soms wel een omtrekkende beweging maken om de intimiteit van het moment niet te verstoren. Er wordt hier wel meer geplukt dan rozenbottels.
zondag, september 06, 2009
vrijdag, september 04, 2009
Een uittreksel uit mijn artikel 'Chrysanten anders bekeken.
De Chinezen maakten chrysantenwijn, door de bloemen te laten gisten met gekiemde gierst. Deze wijn moest een jaar lang rijpen en werd gedronken op de negende dag van de negende maand om zich te verzekeren van een lang, vredig en gezond leven. Voor gebruik in de keuken zijn het beste de heel lichtgele en witte chrysanten. Kies bloemen die net zijn ontloken, en als je chrysanten uit eigen tuin heb, pluk de bloemen in de vroege morgen, als de blaadjes nog vochtig zijn van nachtelijke nevels. Of misschien kun je ze na Allerheiligen wel van de kerkhoven halen.
Maar er is meer met die chrysanten. In de Chinese geneeskunde zijn er soorten zoals Chrysanthemum morifolium, Ju Hua die al eeuwen medicinaal gebruikt worden en ook wetenschappelijk onderzocht zijn, ze bevatten zowel anti-tumor als anti-HIV stoffen. Deze bloemen zijn net zoals vele andere soorten ook eetbaar.
donderdag, september 03, 2009
Terug aan zee
De rozenbottels hier in het duin, zijn vooral afkomstig van de Rosa rugosa, Japanse bottelroos of Rimpelroos. De platte, wat vlezige vruchten zijn goed te gebruiken om confituur of gelei te maken, al zitten ze wel vol met zaden, maar daar wordt dan weer een vette olie uitgeperst die gebruikt wordt in natuurlijke cosmetica.
woensdag, september 02, 2009
Onderweg
Op het land groeit nog wel wat bieten- en klavergroen. Mijn vader zou die immense vruchtbaarheid en die machtige sproei-installaties wel kunnen waarderen. Ik al veel minder, maar met die dreigende onweerswolken boven die kale vlaktes heeft het wel iets artistiek.
In de bermen groeit mijn 'business'. Boerenwormkruid, kruiskruidsoorten en Canadese fijnstraal, echt mooi is het niet maar toch allemaal planten metbetekenis. Stoppen doe ik niet en kan ik ook niet. Dus maar verder richting Reims, het landschap wordt heuvelachtig en we zien plots de golvende in het gelid groeiende wijndruiven waar zomaar de echte champagne uit ontstaat. Hier is ook het 'Parc Naturel regional Montagne de Reims. In het voorjaar reden we daar met onze motorhome, door die kronkelende straten en mooi, rijke dorpen. Een heel andere wereld, al ligt het maar 5 kilometer verder. Maar nu...verder op volle snelheid, vanavond landen we hopelijk in De Haan aan Zee.
maandag, augustus 31, 2009
Terug naar België
Wat neem ik vandaag mee: Ballonnenplanten die ik gezaaid had, een Belladonnaplant die gele ipv zwarte bessen zou moeten geven, enkele jonge rozenwortels, piepkleine Leuzea's, een Tagetes lucida in bloei, want ik wil zaad winnen en die zijnnog niet rijp, een White wortels van meekrap, een andere genepi, enkele jonge wedeplanten, net gewortelde stekjes van de Spaanse salie en een gestekte papierboom.
Balsemwormkruid in mijn Jardin de Simples
In de tuin begint nu net balsemwormkruid of vrouwenmunt te bloeien. De gele bloemknopjes (alleen maar buisbloemen) lijken sterk op boerewormkruid, niet verwonderlijk ze horen ook tot hetzelfde geslacht, de ene noemtTanacetum balsamita en de andere Tanacetum vulgare. Verder lijken ze weinig op mekaar, het blad van de vrouwenmunt is niet ingesneden, veel lichter groen en ruikt muntachtig. In Engeland werd het vroeger gebruikt om bier te aromatiseren, vandaar de naam Ale-cost. Costmary zou komen van costus, oosters en Mary, van de Heilige Maagd. Vooral in de Middeleeuwen was de plant blijkbaar sterk verbonden met Maria, ook de Franse naam Herbe Sainte-Marie en de Duitse Marienblatt geeft dit aan. Alhoewel deze namen ook kunnen samenhangen met het gebruik in de ME als vrouwenkruid.
De Engelse herborist Gerard schrijft 'The Conserve made with leaves of Costmaria and sugar dothwarm and dry the braine and openeth the stoppings of the same; stoppeth all catarrhes, rheumes anddistillations, taken in the quantitie of a beane.' En de beroemde Culpepper: ...It is an especial friend and help to evil, weak and cold livers. Theseed is familiarly given to children for the worms, and so is the infusion of the flowers in whitewine given them to the quantity of two ounces at a time.
Walahfrid Strabo bezingt de laxerende werking van de vrouwenmunt: "... Kocht man die Wurzel, mit heilsamer Hilfe Fördert sie träge Verdauung und regelt glücklich den Stuhlgang.Duitse volksnamen waren 'Riechblättchen oder "Schmeckablaadl" , ze werden omwille van hun geur als bladwijzer gebruikt, vooral in kerkelijke gebedenboeken. De verfrissende geur moest ervoor zorgen dat de kerkgangers wakker bleven tijdens de saaie sermoenen van de pastoor.
Veel lipbloemigen zijn hier in mijn droge tuin goed thuis, toch groeiden tijm en saliesoorten niet zo goed dit jaar, pas nu beginnen ze wat op gang te komen. Van Thymus
heb ik vooral het chemotype linalol, de wilde soort uit de streek en het chemotype thymol, de Belgische soort zal ik hem maar noemen. Het is de thymolgeur die wij als tijmgeur herkennen. De saliesoorten in de tuin zijn verschillende variëteiten van de echte salie, zoals de'Extracta' en de 'Purpuraescens', verder groeien er ook Salvia lavandulifolia, de Spaanse salie met smaller blad en veel Salvia sclarea, de tweejarige Muskaatsalie.
We gaan nog wat verder met planten in- en uitpakken. Enkele potplanten verhuizen naar de tuin oa een balsempopulier. De volle grond in, overgeleverd aan de zorgen en de grillen van moeder natuur. Een jonge vijgenboom en de citroenverbena's laat ik voorlopig wel in hun potten staan, daar zal Michael zich wel over ontfermen.En dan kunnen we weer met een auto vol takken, planten, boeken, kleding en onszelf, terug naar België. Tot volgend jaar?
zondag, augustus 30, 2009
Gran Paradiso, één wandeling, drie landschappen
Gran Paradiso, het grote paradijs is dit Italiaans natuurgebied zeker wel voor mij. Al schijnt er, zoals vandaag, niet altijd de zon. En zeker eind augustus op een hoogte van 2500m, daalt de temperatuur dan ook snel naar nul graden. Maar wij wandelen naar Col Leynir via Piani del Rosset.
Het Rossetmeer op 2709m met zijn eilandje in de vorm van een pastoorshoed of is het een vrouwenborst, verwarmt zich voorlopig nog in de ochtendzon. Hier, bij de vele meren wentelen we ons in het romantische landschap van groene, grazige golvende weilanden. Twee bochten verder komen we terecht in een chaotisch gruis- en rotslandschap omringd door geërodeerde bergtoppen en nog verder rond 3000 meter is de zanderige steen tot poeder vermalen en wanen we ons in een winterse woestijn. Er liggen hier en daar nog forse plekken oude sneeuw en nieuwe sneeuw nadert.
We spoeden ons dan ook naar de col. Een heel bijzondere col met aan de andere kant het hele jaar door eeuwige sneeuw. Afdalen naar de andere kant, naar de vallei de Rhemes, zit er nu niet in. Wij moeten zo wie zo terug naar onze Savoiahut en met de dreiging van onweer mogen we daar niet te lang mee wachten. Regenvlagen, sneeuw en zon wisselen mekaar af en beïnvloeden onze emoties en onze klederdracht. In T-shirt, fleece, lange of korte broek? We trekken uiteindelijk poncho en goretex aan maar wel met korte broek, alsof het zomer is voor onze benen en winter op ons hoofd. Onweer in de bergen kan gevaarlijk zijn, maar is ook mooi indrukwekkend.
Gemzen en edelweis
Ondanks het weer nemen we toch een andere terugweg, langs vallone Leynir en Lago Nero, naar het donkere meer met zijn vraatzuchtige vissen. Hier in een eenzamer stukje Gran Paradiso grazen mijn lievelingsdieren de gemzen, het zijn veel schichtigere beestjes dan die reuze steenbokken, en dus moeten we ze als het ware besluipen om ze dichterbij te kunnen bekijken. Hoe bewegen ze zo sierlijk tussen die ruwe rotsen? En dan die alerte oogjes met die kort gekromde horens als antennes! Bijzonder.
Maar we moeten verder, gelukkig zien we ook lager in het groene landschap, nog meer grazende gemzen en als slagroom op onze dagtaart vinden we op de grens tussen grijs en groen nog tientallen edelweisjes in gezelschap van massa's rozenkransjes. Waarom hebben planten die in de meest extreme omstandigheden moeten en kunnen overleven zulke vertederende namen? Schijn bedriegt zeker?
Koeien en mestminnende planten
Nog lager, dicht bij de refugio maar toch nog op 2500m hoogte, komen we in het voedselrijke grasland terecht, gevoed door de koeienstront van het Alp de Nivolet. Hier is het terrein van koeien, mensen en stikstofminnende planten zoals Alpenzuring, Brave Hendrik en vooral ook de Meesterwortel. Deze forse naar selder geurende schermbloemige kan in de soep gebruikt worden maar had vroeger ook een meesterlijke reputatie als spijsverteringbevorderend, vochtafdrijvend en menstruatie opwekkend middel. Vergetelheid is nu zijn deel maar zijn kwaliteiten behoudt hij wel en geduldig wacht hij totdat de mensen hem weer willen gebruiken. Ik pluk wat rijpe zaden, wie weet, ooit in het vlakke land Vlaanderen, kan ik meesterwortelsoep serveren.
Een verzameling boeken over bergen is hier wel op zijn plaats:
- Connaitre les plantes médicinales des Alpes. Robert Frisch.
- Elseviers Alpengids. Th. Schauer / C. Caspari
- Blumen der Alpen. Aichele / Schwegler. Kosmos Naturfuhrer
- Guide complet des fleurs de montagne. C. Grey-Wilson
- Alpiene planten. Clive Innes. Uitg. Helmond
- La Flore du Ventoux. O. Madou. Connaissance des pays & Ed. Barthélemy
- Alpenflora van het Europese bergland. A. Huxley. Uitg. Moussault
Een verzameling bergbewoners is hier ook wel op zijn plaats
- De waard van de refugio Savoia, goed gevuld, vrolijk en degelijk
- De dochter, vriendelijk, gedienstig maar zonder over zich heen te laten lopen
- De schaapherder met zwart haar en baard, klein geblokt, natuurlijk verweerd door de elementen
- De Marokkaanse gastarbeider 4 maand per jaar koeherder en kaasmaker en dat al vele jaren. Smorgens vroeg, goed ingepakt, met jonge kaas op de rug de helling af, al helemaal vergroeid met de bergen
- De groene parkwachter, de nieuwe moderne bergbewoner, spiedend met de verrekijker naar de moderne toerist, die de planten en al de rest met de voeten dreigt te treden
- De enige marktkramer op deze hoogte, verkoper van Fleece en aanverwanten, een oudere man (zo oud als ik dus) smakeloos gekleed in zijn eigen hippe kleding met een geweldig rode kop alsof hij elke moment een hartinfarct kan krijgen. Elk jaar ben ik toch weer opgelucht dat hij er nog is.
- De enige echte refugiobeheerder, deskundig, correct maar zonder natuurlijke warmte. Een man naar mijn hart maar.... maar voor héél eventjes.
zaterdag, augustus 29, 2009
Bellegardetuin
De tuin in Bellegarde klaar gemaakt voor onze grote vertrek. Terug naar België. Naar mijn cursussen en andere activiteiten.
We verzamelen voornamelijk wat zaad voor volgend jaar. Zaad oogsten is toch ook verwachtingen en mogelijkheden creëren voor volgend jaar.
Dus oogsten we Siberisch hartgespan, oertuinboon, Glad parelzaad, Korenbloem, Geel bilzekruid, Bolderik, Koriander, Zonnebloem, Juffertje in het groen, Zwarte komijn, Doornappel, Tweekleurige balsemien, Witbloeiende stokroos en Griekse alant. Weer veel curieuze namen, een romantisch gedicht waardig.
We nemen mogelijk voor meer dan een half jaar afscheid van deze planten. Dus mag ik er wel even bij stil staan. Zaden oogsten en meenemen, is ook een beetje mijn tuin meenemen. En ja, hoe komen zij en ik de winter door?
vrijdag, augustus 28, 2009
Jardin de Simples dagboek
De warmte en de droogte hier in de Franse Drômestreek, zijn mogelijk goed voor den toerist, maar voor de natuur en zeker voor mijn tuin, is het één grote ellende. Water geven vanuit de beek blijft de enige mogelijkheid om de planten in leven te houden. En ik die gewend ben in België zelfs in de zomer, planten uit de grond te halen, te scheuren en opnieuw te planten. Ik probeer het hier ook wel, maar dan moet ik ze in humusrijke grond apart in potjes en in de schaduw planten en ze natuurlijk elke dag water geven. Nog beter is de plantjes de eerste dagen af te dekken. En dan wil het wel lukken.
Vandaag probeer ik het met het al eerder gesnoeid Moederkruid en met Gele kamille.
Ik wil ook nog wat zaaien maar de grond is keihard en gebarsten. Ik gooide er enkele dagen geleden wat kruiwagens compost overheen en een zak met kruidenafval van Herbier du Diois. Daarna heb ik overvloedig water gegeven en het stuk grond met karton afgedekt.
Vandaag heb ik dan in één gebogen lijn veldsla, radijsjes en sperziebonen in die compost gezaaid. Op dat stukje grond hebben eerder papavers gestaan, het rijpe zaad uit die slaapbollen zal wel mee ontkiemen. Wat mij betreft, hoe meer hoe liever.
Het kruidenafval van Herbier du Diois? Grote zakken met specerijen en kruiden van over de hele wereld, worden bij de kruidengroothandel l'Herbier gereinigd, ontdaan van steentjes, stof en resten van andere planten. Deze toch wel zeer aromatische afval kan ik in de tuin als grondbedekker of als compost gebruiken en dat is toch wel een bijzonder genoegen en een zegen om een kruidentuin te kunnen bemesten en extra te aromatiseren met specerijen en andere kruiden.
Veel moet hier in bakken voor gezaaid worden. Zo had ik begin Juli Leuzea carthamoïdes en een Struikbasilicum gezaaid, die nu goed ontkiemd zijn. Enkele Leuzea’s heb ik vandaag in potjes overgeplant. Een test! Als het lukt kan ik volgende week de rest overplanten. Maar in volle grond, kan dat maar goed in september of in het voorjaar.
Moederkruid / Tanacetum parthenium, een kortlevende vast plant nauw verwant aan Boerewormkruid, dit moederkruid is al enkele jaren dé plant tegen migraine en hoofdpijn. Moederkruid en migraine | Mens en gezondheid: Ziekten
Leuzea carthamoïdes / Maralroot, een stevige vaste plant met artisjokachtige bloem, wordt gebruikt als adaptogeen met mogelijk een anabole werking.
Leuzea, een anabole plant? | Mens en gezondheid: Lifestyle
31 juli 2009
Pierre, de oerinwoner van Bellegarde, zit op de oude steen onder de oude linde 85 jaar te zijn. De eeuwigheid kun je niet zaaien, zegt hij, in het Frans natuurlijk. Iets van ‘l’éternité, on ne semence pas’. Ik, 65 jaar huppelend jong, geef eeuwig water aan potjes en pannetjes met Citroenverbena, Vijgenboompje, Moederkruid en Heiligenbloem. Is eeuwigheid voor een ander leven? Geeft dan een plantje water aan mijn wortels?
We plukken lavendelbloemen om lavendelfakkeltjes te maken, mooie zaaddoosjes van Juffertje in ’t groen voor droogboeketten en Alsemtoppen voor smudge-sticks. Ik fotograaf fotografeer een overdaad aan vlinders op mijn lavendelstruiken. Keizersmantel, koningspage, citroenvlinder, zelfs de wolfsmelkpijlstaart en natuurlijk de Sint-Jansvlinder. Zij fladderen vrolijk verder al leven ze maar een dag.
Vuurwants
Als je zoals wij onder een lindeboom leeft, zie je ze in overdaad. De kleine, zwartrood getekende wantsen, die constant lijken te copuleren, aan mekaar hangend, lijken ze eeuwig op reis. Deze gezellige beestjes voeden zich voornamelijk met de vruchten (zaden) van de linde. Als ik al mijn lindebloesem zou plukken zouden ze waarschijnlijk verdwijnen. Maar wie plukt hier in het lindeland nog linde?
Bij de weinige zaadjes die in Mei ontkiemd zijn, was ook één Amerikaans glidkruid, die nu flink aan de groei is, dus heb ik er toch weer een belangrijke Amerikaanse plant bij, die ik kan bestuderen, beleven en me ook een beetje zorgen over maken.
1 augustus 2009: waterritueel
De maand juli is dus voorbij en het enige water dat hier uit de hemel is gevallen was ongeveer één maand geleden en dat … gedurende 2 uur. Water ‘geven’ aan de planten in het kleine tuintje voor ons huis blijft dus essentieel. Noodzaak maar ook ritueel. Met de groene gieter op mijn espadrilles de gevaarlijke straat oversteken naar een moderne kraan, maar wel met water afkomstig uit een echte bron. Scheppen, schuin de straat oversteken en met een brede beweging, alsof het regent, citroenverbena, vijgenboompje, jiaogulan, balsamien en anderen bevochtigen. Ja, meer dan bevochtigen is het niet. De overvloed moet toch ooit van boven komen.
7 augustus
Eindelijk onweer en regen tegen de avond. Binnen nog eens film uit mijn verre verleden bekeken. Persona van Ingmar Bergman. Traag trekken 2 vrouwen hun verhaal.
Na de film en na de regen, trek ik nog even naar buiten. De donkerte van de tuin tegemoet, op de tast naar de doornappels, muffe geur van blad mengt zich met zoete, scherpe geur van de witte bloemen. Even ook kleverige klei in plaats van gebarsten grond onder mijn schoenen voelen, dat was lang geleden!
De onzichtbare tuin is nu ook alléén geur en gevoel. En dan zo maar bij de magische planten, doornappel en bilzekruid staan, als er trollen en tovenaars bestaan moeten ze nu wel te voorschijn komen.
vrijdag, juli 10, 2009
Liefdesvetkruid en andere hemelsleutels
Het plantje was zo'n 20 cm hoog en bloeide op 15 augustus met de typische roodbruine schermen eigen aan de Hemelsleutelfamilie. In de Alpenflora van Huxley bladerend, vind ik nu een Sedum die sterk gelijkt op mijn Paradisosoort met de naam Sedum anacampseros en met de prachtige Nederlandse naam van Liefdes-Vetkruid. Met zo'n naam wil ik maar al te graag deze soort gezien hebben. Anacampseros zou komen van het Griekse 'ana' weder, terug en 'kamptein' ombuigen, omkeren en volgens Plinius zou de naam geschonken zijn aan een gewas, 'welks aanraking geacht werd voldoende te zijn om verloren gegane liefde te doen wederkeren, zelfs als zij reeds in haat verkeerd was' (Historia Naturalis XXIV, 102). Heb ik wat te leren van de planten, die ik ontmoet?
Ecologie, orpin des infidéles
Nuchter, botanisch bekeken is deze vetplant een vrij veel, maar toch niet algemeen voorkomende soort in de Hautes Alpes. Hij groeit daar op een hoogte van 1200 tot 2800 meter tussen de rotsen en in de éboulis. De Franse benaming is Orpin bleu, dat blauw komt waarschijnlijk van de grijs bijna paarse verkleuring die de bloemstengel en bloem krijgt tijdens en na de bloei. Een nog merkwaardiger Franse naam, orpin des infidéles, de plant der ontrouwen, werpt een heel ander licht op dat liefdesvetkruid. Zou zo’n een plant dan ook een afrodisiacum zijn?
Sedum te eten?
Ik op zoek naar gebruiksgegevens. Is deze plant door de bergbewoners gebruikt geweest? Is er wetenschappelijk onderzoek verricht? In de literatuur word wel vermeld dat de blaadjes zowel rauw als gekookt gegeten kunnen worden. Zelf heb ik wel eens zo’n vet blaadje geproefd, maar zoals bij veel vetplanten smaken ze nogal slijmerig. Dus niet echt om culinaire genoegens aan te beleven.
Sedum telephium bij Dodoens
Veel andere sedumsoorten, zoals Sedum acre, Muurpeper en Sedum reflexum, Tripmadam hebben enige bekendheid als groente en als geneeskruid. Maar vooral Sedum telephium, de echte Hemelsleutel werd medicinaal vrij veel gebruikt. De verse, gekneusde bladeren zijn in gebruik geweest als wondverzorgend kompres, maar ook als zuig- of knabbelblaadje voor de mond- en de keelholte. De plant wordt in het Cruydt –Boeck van Dodoens al wondkruid genoemd. Dit cruyt wordt in Griecx gheheeten Cymbalion en Cotyledon heteron. In Latijn [47] Acetabulum alterum. In der Apoteken Crassula maior. In Hoochduytsch Wundkraut/ Knabenkraut/ Fotzzwang en Fotzweijn. In onser tale Wonden cruyt/ ende smeerwortele. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het extract een anti-inflammatoire, pijnstillende en keratolytische werking heeft. En dat het sap wondgenezend is. Dat bevestigt in grote mate de volkse toepassingen van verse sedumbladeren voor de huid en voor de gewrichten. Het word dan ook in de volksgeneeskunde bij reuma, tenniselleboog, bursitis zowel uitwendig als inwendig gebruikt.
Een volks recept: kompres en sap voor de huid
Plet een blad tot moes en kook het in 250 ml water, zeef en drink deze hoeveelheid op één dag in 2 of 3 keer en dit gedurende 1 week. Uitwendig leg je een gekneusd blad op pijnlijke, ontstoken gewrichten of op een geïrriteerde huid.
Wat wetenschappelijk onderzoek over Sedum telephium
J Pharm Pharmacol. 2000 May;52(5):585-91. Sedum telephium L. polysaccharide content affects MRC5 cell adhesion to laminin and fibronectin. Raimondi L, Banchelli G, Dalmazzi D, Mulinacci N, Romani A, Vincieri FF, Pirisino R.
Pharmacology. 2008;82(4):250-6. Anti-inflammatory effects of the methanol extract of Sedum telephium ssp. maximum in lipopolysaccharide- stimulated rat peritoneal macrophages. Altavilla D, Polito F, Bitto A, Minutoli L, Miraldi E, Fiumara T, Biagi M, Marini H, Giachetti D, Vaccaro M, Squadrito F.Phytochemistry. 1993 Nov;34(5):1357-62. Anti-inflammatory and immunologically active polysaccharides of Sedum telephium. Sendl A, Mulinacci N, Vincieri FF, Wagner H.
donderdag, mei 14, 2009
Kruidenwandeling met een vleugje nostalgie: Babelom
Waarom wil ik in godsnaam wandelen in Meldert. Is het hier zo mooi? Groeien er bijzondere planten? Leven hier merkwaardige mensen? Zit er meer zuurstof in de lucht? Of zou ik toch op zoek zijn naar mijn roots? Toch maar aan de wandel gaan zeker. We vertrekken bij e kerk, wandelen voorbij het kerkhof, even stil staan bij de doden en de Wilde marjolein die misschien wel met zijn wortels in het vlees der afgestorvenen wroet. Zo wil ik ook wel dode zijn. Boven de vallei van de Molenbeek, langs het pad ontdekken we zomaar een roset van de Kaardebol en van de Wouw. Eén plant om ruwe wol te borstelen en eentje om diezelfde wol te verven. De tredplanten Weegbree en Varkensgras zijn klassiek van de partij langs zulke zandpaden, ze zijn gebouwd om verharding en betreding aan te kunnen. Gelukkig maar, het zijn deze planten die wij het meeste nodig hebben. Zelfs de dichteres Ida Gerhardt had daar in 1905 al weet van. Haar 'Lof van het onkruid' klinkt zo:
Godlof dat onkruid niet vergaat.
Het nestelt zich in spleet en steen,
Breekt door beton en asfalt heen,
Bevolkt de voegen van de straat.
Akkers met...
Kaardebol / Dipsacus |
Voorbij het Galgeveld duiken we een holle weg in richting Molenbeek, ook al om een horde aanstormende terreinwagens te ontwijken. Een holle weg uit mijn dromen met het onooglijk mooie muskuskruid, het bijna uitgebloeide speenkruid, die heel nuchter aambeien verzorgt en onze inheemse liaan, de Bosrank rankend langs omgewaaide boompjes, die als bruggen het holle pad overdekken. Uit de holle donkere weg komen we in het licht van het open veld, weiland, akkers en bomenrijen wisselen mekaar af.
Babelom
Vroegere boerderij van tante en nonkel Jen |
Wij wandelen verder, we klimmen de vallei uit naar de grote historische hoeve, omringd door enkele zeer oude Paardenkastanjes. Bomen die er mijn hele leven geweest zijn en er nog eeuwen na mij zullen staan zeker. Als kind herinner ik mij vooral de kwaaie pauwhoenders onder die bomen, met hun open gespreide staarten en die vurige ogen, waar wij dan langs moesten. Bij ons, als kind werkte die afschrikking wel. De hoeve noemt nu Carolushoeve, vroeger Hogenberghof het poortgebouw met duiventil dateert al uit 1760 (zie foto).
We zijn nu uit de holle weg weer op het plateau gekomen en kijken links over bieten- en graanakkers met in de verte ons vertrekpunt Meldert en zijn Ermelinduskerk. Nu is het een stukje recht door stappen. Ergens in deze velden moeten er nog enkele aren eigendom liggen, ooit geërfd van nonkel, vader enzovoort, alleen vreemd genoeg weet ik niet waar. Maar het ligt daar goed zeker.
Grond voor gezondheid
Ik kom hier nu voor de geneeskrachtige kruiden, maar de grond en het landschap vertellen mij een persoonlijk verhaal. Een verhaal even ingrijpend en geneeskrachtig als alle medicijnen en therapieën ter wereld. Kennen wij niet allemaal zulke oerplaatsen, natuurplekken waar we ons kunnen opladen en herbronnen. Waar we gewoon aanwezig kunnen zijn, met ons lichaam in het landschap.
Planteninfo: Akkeronkruiden
Akkeronkruiden noemt men de planten, die op omgewoelde grond groeien. Het zijn eenjarige planten, die goed ontkiemen op bewerkte, open grond, dus op landbouwgrond maar ook op de grond waar men autowegen wil aanleggen of huizen bouwen. Hun kiem- en groeiproces moet natuurlijk snel verlopen om in leven te blijven, ze moeten als het ware de mens te snel af zijn en dat lukt niet altijd meer en dus worden deze meestal zeer mooi bloeiende planten met uitsterven bedreigd. De bekendste en nog het meest voorkomend is de rode Klaproos (Papaver rhoeas), al zeldzamer is de blauwbloeiende Korenbloem, bijna verdwenen en dus ook niet meer bekend is de Bolderik en uiterst zeldzaam, mogelijk verdwenen in ons land, zijn het Spiegelklokje, de Wilde ridderspoor en de Wilde nigelle. Omdat het zo mooie planten zijn, goed gezaaid kunnen worden en met uitsterven bedreigd zijn, lijkt het mij goed om deze akkeronkruiden een plaatsje in onze siertuinen te geven. Gezaaid samen met wat granen zoals Boekweit, Haver en Vlas kunnen we een sierlijke border aanleggen.
Info Ermelinduskerk
Het oudste deel van de kerk, waar we onze wandeling starten, is in Romaanse stijl eind twaalfde- en vroeg dertiende eeuw gebouwd. Het kerkje is grotendeels opgetrokken uit Gobertangesteen, een plaatselijke kalkzandsteen. Er is ook een kapel achter de kerk uit de 17de eeuw, gewijd aan de Heilige Ermelindus, die rond het jaar 600 zou gestorven zijn in Meldert.
zondag, april 05, 2009
Onderweg
dinsdag, december 30, 2008
In de naam van.......duizendblad
In de naam van.......Duizendblad
De Latijnse geslachtsnaam Achillea komt waarschijnlijk van Achilles, de Trojaanse krijgsheld, die zijn eigen verwondingen, de achillespees, en die van zijn soldaten genas met deze plant.
De Latijnse soortnaam millefolium duidt op het fijn verdeelde blad, dat er uitziet als duizend blaadjes. Daar komt dan ook de Nederlandse naam Duizendblad vandaan.
Vele oude namen verwijzen ook naar de bloedstelpende en wondgenezende werking van Duizendblad. Herba sanguinaria, dus bloedkruid of het Franse Herbe aux charpentiers, dus timmermanskruid, een naam die we ook nu nog in Vlaanderen gebruiken. Ook het Engelse ‘Nosebleed’ duidt op dezelfde samentrekkende werking.
Hildegard van Bingen rond 1150 heeft het over Garbe. Waarschijnlijk afgeleid van Garawa dat mantel of kleed betekent, maar mogelijk ook verwijst naar garve, een bundel bloemen. ook de Engelse naam ‘yarrow’heeft dezelfde afkomst. Zij noemden het kruid, vroeger ook 'gaeru gearwian', wat mogelijk 'bereiden'' betekent.
Ook Dodonaeus beschrijft de plant onder Geruwe: ‘Dit cruyt wordt gheheeten in Griecx Achilleios. In Latijn Achillea/ ende Achillea sideritis. Van Apuleius Myriophyllon, Myriomorphos, Chiliophyllon, Stratioticon, Heracleon, Chrysitis, Supercilium Veneris, Acron sylvaticum, Militaris/ van sommighen Diodela. In die Apoteke nu ter tijt Millefolium. In Hoochduytsch Garb/ Schaffgras/ Schaffrijp/ ende Tausentblaet. In Neerduytsch Geruwe. In Franchois naer den naem van der Apoteke Millefueille.
Geruwe ghestooten ende op die wonden gheleyt/ stelpt dat bloeyen/ bewaert ende bescermt die wonden van alle verhittinghen en swellinghen/ ende gheneest die selve.’
Een naam die mij natuurlijk intrigeerd is ‘Supercilium veneris’ zou niets met venerische ziektes maar wel met de wenkbrauw van Venus te maken hebben, een kruid voor de schoonheid of voor vrouwenkwalen. Tegenstellingen of schijnbare tegenstellingen vind je hier ook met de naam ‘Herba militaris’ wat natuurlijk weer verwijst naar de wondgenezende werking. Een plant dus, die zowel van Venus (liefde) als van Mars (oorlog) zou zijn. Misschien drukt dit ook de veelzijdigheid van dit kruid uit. Ik noem hem dan ook ‘manusje-van-alles’.
Sommige namen zijn ook verbonden met het schaap bijvoorbeeld schapeklaver. De verbinding tussen schaap en garve (schoof) vinden we ook terug in de hedendaagse Duitse naam ‘Schafgarbe’. Mag ik dat vertalen als schaapschoof?
Vroeger werd het bij ons ook wel kamille genoemd, wat natuurlijk zeer verwarrend was omdat er al een kamilleplant bestaat. De mogelijke verklaring, Kamille en duizendblad werden allebei als ontsmettend middel op de huid en bij pijnlijke menstruatie gebruikt. Ze bevatten ook allebei de bekende ontsmettende en krampwerende stof azuleen. Zo gaf men hen, omdat ze dezelfde toepassingen hadden, ook dezelfde naam.
Andere namen.
E: Common Yarrow, Milfoil, Nosebleed, Thousandleaf, Bloodwort, Carpenter's Weed, Devil's Nettle, Devil's Plaything, Milfoil, Nose Bleed, Old Man's Pepper, Sanguinary, Soldier's Woundwort, Staunchweed, Thousand Weed
F: Millefeuille, Achillée millefeuille, Herbe aux charpentiers
D: Gemeine Schafgarbe, Schafgarbe, Wiesen-Schafgarbe
Volksnamen: Garve, Hazengras, Hazenkervel (ook hazen zouden het eten), Ogenbloem (compres tegen ontsteking, weer zoals kamille), Rijstepapbloem (uiterlijk van de bloeiwijze, toch niet om rijstpap te kruiden?), Schapengraf (verbastering van Duitse schafgarbe)
Informatie
Kleyn. Planten en hun naam.
KruidMail Millefolium. Herboristen Opleiding. Uitgave Herbarius. Maurice Godefridi
Grieve M. A Modern Herbal, vols. 1 and 2. Dover Publications.
zondag, januari 20, 2008
Weer in Weris
Sintjanskruidblaadjes met witte stippen, gaatjes waar ooit de duivel zijn tanden in heeft gezet, Valse salie, die de echte gezonde salie wil nabootsen om ons op een dwaalspoor te brengen, Nagelkruid die in zijn natte, koude wortel de droge hitte van de tropische kruidnagel verbergt en oude appelbomen die zich tooien met het jonge lentegroen van de magische maretak.
Eeuwig groen vinden we nu nog op de de natte conglomeraatrotsen in de menhirgroeve: mossen, eikvaren en steenbreekvaren geheimzinnig in de donkerte groeiend.
Wat voor betekenis is er nog steeds verborgen in deze en andere onooglijke plantjes, die we nu letterlijk met de voeten treden?
Eikvaren is zo’n plantje, dat ons al een deel van zijn medicinale geheimen verklapt heeft. De wortelstok heeft een goede galdrijvende werking en werkt daardoor lichtlaxerend. De Franse Dr. Leclerc geeft ons het volgende recept voor galpatienten met chronische constipatie: 100gr verse wortels 10 minuten koken en 12 uur laten trekken in 1 liter water, aromatiseren met wat venkel- en engelwortelzaadjes, en hiervan nuchter een kopje per dag drinken.
Vroeger werd de wortelstok vooral door de boeren tegen hoest en verkoudheid gebruikt. In dat opzicht heeft hij dezelfde werking als zoethout. In Frankrijk werd hij ook Réglisse sauvage (Wild zoethout) genoemd, vooral omdat de wortels ook een zoete smaak heeft.
Een andere merkwaardige Franse naam voor de plant is ‘herbe de gagne’ (mijn vrije vertaling: winstwortel). De wortel, vooral als hij van de Eik afkomstig is, als amulet gedragen, bracht geldelijk geluk (loterijwortel).
En dat is nog niet alles! Hedendaags onderzoek heeft Ecdysteroïden (polypodine) in de wortel gevonden. Bijzondere stoffen met hormonale en insectenwerende werkingen. Dus niet te verwonderen dat je de plant nu terug vind in wat dubieuze potentieverhogende middelen samen met Epimediumsoorten. Wie had dat ooit verwacht. Onze Eikvaren als aphrodisiacum.
De gewone eikvaren is een laagblijvende plant met ’s winters groen blijvende bladeren. De bladeren zijn dof donkergroen en enkel naar de top toe spits. Hij verkiest meestal beschaduwde, hellende stukjes om op te groeien: holle wegen, grachtranden, taluds, muren …
Dodoens over Eikvaren of Boomvaren
EikvarenDit cruyt wordt gheheeten in Griecx Polypodion. In Latijn Filicula en Polypodium. In Hoochduytsch Engelsusz Baumfarn/ en Dropffwurtz. In Neerduytsch Boomvaren ende van sommighen Eyckenvaren. In Franchois Polypode.
Cracht ende werckinghe
A Die wortel van Boomvaren verweckt tot camerganck ende iaecht af die swaere melancholieuse vochticheden ende die taeye fluymen ende es seer goet tseghen dat colica/ dat es weedom in den buyck/ verhertheyt ende verstoptheyt van der milte/ ende tot die vierdedaechse cortsen sonderlinghe als zy met Epithymum inghenomen wordt.
B Ende dese wortel salmen sieden in suet vleeschsop oft capoenen sop oft in water met Maluwe oft Beete ende wat Anijs saets/ ende dat drincken/ oft die selve ghepoedert met huenich water dat es Meede innemen.
C Die wortel van Boomvaren verteert ende doet sceyden dat overvloedich quaet vleesch dat in die gaten van den nuese wast Polypus gheheeten alsmense ghepoedert dicwils in die neuse doet.
Nog een merkwaardige toepassing bij Dodoens ‘tegen neuspoliepen’. Hier lijkt er wel sprake te zijn van een woordspeling. Polypodium tegen polypus!
dinsdag, juni 19, 2007
Met de bende in de bergen. Col des Beraudes
Over de col op de GR 57 richting Col du Chardonnet (maar vroeger afgeslagen), eigenlijk rond de Tête de Cassille.
Als we de tocht van vorige zaterdag als koninginnenrit klasseren, dan verdient de tocht van vandaag de eretitel van keizersrit: een machtige (lastige) dag.
Eerst weer een lange rit met de auto maar vandaag zijn we toch al vroeger vertrokken dan gisteren. We starten de beklimming naar het lac tussen de koninginnenpages (toch de koninginnenrit?) met het gezang van tuinfluiter of zwartkop. Een degelijke beklimming, mooi in het groen en eindelijk bloeiende alpenroosjes.
Boven ben je direct aan het meer dat als het ware voor je voeten geworpen wordt. Een sneeuwwand die over het meer hangt, brokkelt er langzaam af. Echt heel mooi.
Vanaf het meer steken we verschillende sneeuwveldjes over naar de Col des Beraudes. Het begin van dit pad is bezaaid met gentiaantjes. De klim is deugddoend, amusant maar ook lastig omdat we soms tot aan de knieën in de sneeuw zakken. Toch is dit fantastisch om te doen, een zalig gevoel daar midden in de sneeuw.Als het pad even niet meer bedekt is met sneeuw, dan is de ondergrond ‘shiste’, zo van die hele kleine steentjes die moeilijk wandelen.
Direct na de col is het even zeer steil afdalen. Een felle wind doet ons heerlijk uitwaaien.
Als ik achterom kijk naar Miguel, zie ik de horens van steenbokken. Wat later wandelt er een steekbok in de heuvel, un moment suprême!
De hele verdere afdaling is het stappen op keien: grote, kleine, gemakkelijke, moeilijke, op een pad en een spoor, zonder pad of spoor, … tot we bij een oude groeve komen. Bij de groeve hebben we zicht op Pont de l’Alpe waar we de eerste dag waren.
Hier verlaten we het pad (GR 57) en trekken we de vallei in. Hier is het groen, drassig en zien we de sneeuw veranderen in een riviertje. Dat laatste met de onvermijdelijke kwastjes in de buurt. Plots voelen we grote druppels zonder dat er wolken zijn, …. , vreemd is dat.
Onderweg hadden we het er al enkele keren over dat we nog steeds onze schoenen niet hadden moeten uittrekken. Dat was duidelijk te vroeg gejuicht want in het muggenbos moeten we toch een wild watertje over. Het lijkt niet zo eenvoudig en we weten eigenlijk nu al dat we voor etenstijd niet in de gîte zullen geraken. Terwijl Maurice en een jonge kerel die ook het water over moet, het wilde water proberen te bedwingen met stapstenen, slaan wij met man en macht alle muggen van ons af. De pet van Chantal lijkt niet groot genoeg om de volledige populatie te herbergen.
Eenmaal het wild watertje ‘doorzwommen’ stappen we tegen de klok in op heel mooi bebloemde paden. Zaten we daarstraks tot onze knieën in de sneeuw, dan lopen we nu door ‘kniehoog’ gras. We voelen nog wat van die regen zonder wolken.
Moe maar gelukkig en voldaan komen we aan bij de auto’s en rijden naar de gîte. De mevrouw van de gîte blijkt echter minder gelukkig ….