zaterdag, augustus 27, 2011

Alpenkruidenstage

Op weg naar de Franse Queyras. In een ruk met de motorhome van Brussel naar Chateau-Ville-Vieulle. Via Luxemburg, Metz Nancy, Lyon, Grenoble. Op het laatste moment bij de col problemen met een oververhitte motor. Water kookt en ook het remlichtje wordt rood. Vooral de beklimming van de Izoard was er blijkbaar te veel aan.We geraken toch in Ville Vieulle en de motor start normaal. We zijn net op tijd onze gite voor het avondeten. Copieuze maaltijd bonensoep, stukje pizza met sla, macaroni met kippenbout en een puddingdessertje. Oef..... gelukkig nog wat muntthee achteraf. Vroeg in mijn camperbed 10 uur.

Zo 28 augustus, onze eerste wandeldag
Ville vieille is niet voor niks als onze verblijfplaats gekozen. Vlakbij ligt in de warme helling een mini natuurgebied met maxi-plantengroei. Sentier des astragales, genoemd naar een een bijzondere Vlinderbloemige astragalussoort, die de Franse naam astragale queu de renard draagt. Dus vossenstaart naar de wollige lange bloem of de dikke bruine zaadpluis, die nu eind augustus in grote getale te zien is. We bekijken het gebiedje nu nog oppervlakkig, willen later deze plek nog eens rustiger besnuffelen. Nu wandelen we stevig door richting het hoger gelegen GR-pad 85A, toch bewonderen we nog de bloeiende hysop, zien de Artemisia campestris, jeneverbes, wilde kruisbes en nog veel meer. Hogerop wordt het zicht op Chateau ville vieille ook steeds mooier, langs een mooi beekvalleitje en een lorkenhellingbos klimmen we tot 1750 meter en komen dan op het brede pad van de GR. Op hoogte blijvend, wandelen we tot het dorpje Meyries, onderweg zien de bergweilanden purper van de herfsttijloos. We vallen dan ook op onze knieën om foto's te maken.

Colchicum autumnale is niet alleen mooi maar ook geheimzinnig giftig. Verdund word de bol nog steeds in de homeopathie gebruikt om ontstoken gewrichten te genezen. Colchicine, een alkaloïde, is een heel oud ontstekingsremmend middel dat tegen jicht werd gebruikt. Er is echter maar een klein verschil tussen een werkzame en een giftige dosering en dus voor liefhebbers onmogelijk om goed te doseren. Er was een tijd dat kinderspeelgoed vooral door de natuur werd aangereikt. In de zaaddozen van de herfsttijloos rammelen de zaden. Kinderen plukten deze zaaddozen. Het werd dan een levensgevaarlijk rammelaartje. Nu is er nog niet met de zaden te rammelen en wij wandelen verder naar Le Rouet, waar we de afdaling naar Chateau-Queyras aanvatten. In Rouet is er naast enkele huizen vooral een oud kerkje en kerkhof te bewonderen. De houten gegraveerde kruisen leunen tegen de stenen muur. De zigzag afdaling leidt ons weer door de indrukwekkende lariksbossen, tussendoor krijgen we spectaculair zicht op het chateau van Queyras. Ook hier heeft de fortenbouwer Vauban flink zijn best gedaan.

In het dorp drinken we een biertje en doen wat boodschappen, steken de Guil over, wel langs de brug en volgen dan de weg terug naar Ville-vieille. We wandelen nu langs de Noordkant van de vallei, de ubac genoemd, de plantengroei is dan ook duidelijk anders, meer bos en schaduwminnende planten o.a. de echte guldenroede en de berendruif groeien hier volop. Een combinatie die ons een geneeskrachtige kruidenthee tegen blaasontsteking verschaft.
We klimmen nog even stevig op deze brede grindweg tot we weer op een smaller pad kunnen afdalen naar Ville-vieille. Bij een beekje en dus vochtiger plekje vinden we nog het vleesetend vetblad en verder op zelfs de giftige gele monnikskap en zaaddozen van de martagonlelie. En dan is onze verblijfplaats al in zicht. 

Geen opmerkingen: